1 Leerkrachtenhandleiding
1
Leerkrachtenhandleiding
Inhoud
Les 1
Inleiding
Les 2
Mijn talenten
11
Les 3
Voorbereiding op het bezoek
13
Les 4
Bezoek van de beroepsbeoefenaar
15
Les 5
Praktische opdracht
17
Bijlage 1
Brief ouders/verzorgers groep 7/8
21
Bijlage 2
Brief ouders/verzorgers groep 1 t/m 6
23
Bijlage 3
Informeren ouder met W&T-beroep
25
Bijlage 4
Talentenlijst
29
Bijlage 5
Achtergrondinformatie bij het beroepenkwartet
34
t alentenkijker
8
LEERKRACHTENHANDLEIDING
7
Les 1
Inleiding Lesdoelen • Leerlingen maken kennis met de wereld van W&T (-beroepen). • Leerlingen weten wat in Talentenkijker wordt bedoeld met ‘talent’. • Leerlingen zijn zich bewust van hun eigen genderstereotiepe ideeën over beroepen en functies in W&T.
Voorbereiding • Een planning maken voor de Talentenkijkerlessen. Houd daarbij rekening met de datum/data waarop een beroepsbeoefenaar op bezoek komt in de klas (Les 4). • Stuur de tekst in bijlage p 21 per brief of e-mail naar de ouders/verzorgers van de leerlingen. In de brief worden ouders geïnformeerd over Talentenkijker en hun (mogelijke) bijdrage: het invullen van een talentenkaart voor hun kind en eventueel het verzorgen van een tweede gastles over een W&T-beroep. Als u geen tweede gastles met een ouder wilt inplannen, verwijdert u deze alinea uit de brief. • Voor iedere leerling een kopie van leerlingenwerkblad p 42 maken.
Benodigdheden • 2x beroepenkwartet, elk bestaande uit 8 W&T-beroepen (4 doosjes voorin de map). • Achtergrondinformatie over de beroepen in het beroepenkwartet (bijlage p 34). • Een leerlingenwerkblad p 42 voor elke leerling.
Beschrijving Beelden van beroepen
In de lessenserie komen de begrippen ‘Wetenschap & Technologie’ en ‘talent’ aan de orde (zie kader). Bespreek deze begrippen op het niveau van de leerlingen in een kringgesprek. Als duidelijk is wat onder bovenstaande begrippen verstaan wordt, deelt u de gekopieerde werkbladen uit. Hierna leest u de volgende tekst voor (in deze tekst zijn zorgvuldig alle verwijzingen naar sekse, leeftijd en ras vermeden): Doe je ogen dicht en zie het volgende voor je. Een architect heeft de hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet gaan worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede rivier kunnen rijden. De architect wil de brug niet alleen groot en veilig maken, maar ook mooi. Zie de architect voor je die na een lange dag nadenken ineens een geweldig idee heeft voor de brug. Bedenk hoe blij en enthousiast de architect eruit ziet. Hardop mompelend: ‘Dit wordt een geweldige brug!’ Maak een tekening van de architect en geef de architect een naam.
8
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Tip Laat de tekeningen gedurende het hele project hangen.
Hang de tekeningen op als ze af zijn. Vergelijk en bespreek de tekeningen. Vraag in het gesprek met de leerlingen of hun architect een man of een vrouw is, hoe de architect heet en wat de leeftijd van de architect is. Wat heb je nodig om een goede architect te zijn? En maakt het uit of je een jongen of een meisje bent?
Wetenschap & Technologie Het domein Wetenschap en Technologie is een breed gebied waaronder alle natuurkundige systemen (energie, kracht, beweging, licht, enzovoort), wiskundige systemen (vormen, figuren, grafieken, kansen enzovoort), technische systemen (bewerken, materialen, vormgeven, enzovoort), aarde en ruimte systemen (lucht, water, klimaat enzovoort) en levende systemen (cel, dier, bloedsomloop, ecosystemen enzovoort) vallen. In deze lessenserie wordt met wetenschap dus met name de bètawetenschap bedoeld. Wetenschappen zoals psychologie, communicatie en economie (gamma), kunstgeschiedenis en talen (alpha) vallen hier in deze lessenserie niet onder.
Talent Met talent wordt in Talentenkijker een (deels) tot ontwikkeling gebrachte begaafdheid of aanleg bedoeld. Talent gebruiken we in deze lessenserie niet in relatie tot anderen, maar in relatie tot jezelf. Je hebt dus niet alleen talent als je tot de top in een bepaald gebied behoort, zoals iemand die in het nationale elftal speelt talent heeft voor voetballen. Je hebt talent in iets als je er beter in bent dan in iets anders. Bijvoorbeeld: je hebt talent voor regelen, want dit kun je beter dan luisteren of nauwkeurig werken. Een talent is dus iets waar je op dit moment, ten opzichte van andere vaardigheden goed in bent. Het kan best zijn dat u of de leerlingen zelf over een aantal jaren andere talenten benoemen. Kinderen zijn immers nog volop in ontwikkeling. Bovendien stimuleert de omgeving ze om bepaalde begaafdheden tot ontwikkeling te brengen en andere niet of minder.
Beroepenkwartet
U heeft twee sets (vier doosjes) beroepenkwartetten gekregen: Deel A (blauw) en Deel B (groen). Ieder spel bestaat uit 8 verschillende W&T-beroepen. In totaal zitten er in het spel 16 verschillende kwartetten, dus 16 W&T-beroepen. Een kwartet van een beroep bestaat uit: – een beschrijving van het beroep; – een voorwerp of attribuut dat de beroepsbeoefenaar gebruikt; – een talent dat van pas komt bij de uitoefening van dit beroep, en iets uit de interessesfeer van de betreffende beroepsbeoefenaar; – het doel dat de beroepsbeoefenaar nastreeft of een product dat zij/hij maakt. Verdeel de klas in groepen van 4-6 leerlingen. Deel per groep een beroepenkwartet uit, zodat ieder groepje een spel kan spelen met 8 beroepen. Wanneer het spel is afgelopen, wisselen ze hun spel met een spel met een andere kleur achterkant (groen of blauw). Ieder groepje speelt dus twee keer het spel. Zo komen alle kinderen in aanraking met de 16 beroepen van het beroepenkwartet.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
9
Zodra een leerling een kwartet heeft, leest zij/hij voor wat er op de kaartjes van het
Tip Het gaat niet om het winnen!
kwartet staat. Aan het einde van een spel bespreken de teams welk beroep ze het leukst of interessantst vinden en waarom. ‘Dit doe ik’
Tijdens Les 1 van Talentenkijker maken leerlingen met behulp van het beroepenkwartet kennis met verschillende W&T-beroepen. U kunt bij deze les ook de online beeldenbank ‘Dit doe ik’ (www.ditdoeik.nl) inzetten. Op ‘Dit doe ik’ staan foto’s, filmpjes en verhalen van mannen en vrouwen met een beroep of functie in bètawetenschap, techniek of ICT. Via de site kunt u klassikaal met de leerlingen beroepenfilmpjes bekijken op het digibord. De leerlingen
Tip
kunnen ook individueel met ‘Dit doe ik’ aan de gang. Meer informatie over ‘Dit doe ik’ leest u op p 80-82 of in de leerkrachtenhandleiding op www.ditdoeik.nl/docenten Elke keer dat een leerling kwartet heeft, leest zij of hij aan de groepsgenootjes voor wat er op de kaartjes staat. Op het einde van een spel bespreken de teams welk beroep ze het leukste vinden en waarom. De leerlingen vullen dit in op leerlingenwerkblad 1.
Bij meer dan 24 kinderen kunt u groepjes kinderen achtereenvolgens laten kwartetten en laten werken met‘Dit doe ik’.
Lesplan, in minuten Tijd 00 - 10
Kringgesprek over de begrippen W&T en talent.
Tijd 10 - 11
Lees de tekst over de architect voor.
Tijd 11 - 20
Laat de leerlingen een tekening van een architect maken.
Tijd 20 - 30
Bespreek de tekeningen met de leerlingen.
Tijd 30 - 45
Laat de leerlingen het beroepenkwartet spelen (eerste 8 beroepen).
Tijd 45 - 60 Laat de leerlingen wisselen van beroepenkwartet en de versie met de andere
8 beroepen spelen.
Tijd 60 - 75
Bespreek de beroepen uit de kwartetspelen klassikaal.
10
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Les 2
Mijn talenten – Lesdoel • Leerlingen ontdekken hun talenten.
Voorbereiding • Van leerlingenwerkbladen p 43, p 48 en p 49 (Talentenlijst, Talentenkaarten en Mijn Talenten) voldoende kopieën maken voor alle leerlingen. • Voor elke leerling een talentenkaart uitknippen en invullen. • Voor elke leerling een lege talentenkaart bewaren die ze thuis door hun ouders/ verzorgers kunnen laten invullen.
Benodigdheden • Leerlingenwerkbladen p 43, p 48 en p 49 (Talentenlijst, Werkblad 2
Talentenkaarten en Mijn Talenten) voor de hele klas.
Talentenlijst
Werkb lad 4
haar/zijn talentenkaarten in te bewaren.
• Voor iedere leerling een lege talentenkaart om mee naar huis te nemen.
M ijn ta len ten Jouw talent en
• Voor iedere leerling een envelop om
Les 2
Van je leerkrac
Talentenkaart Talen tenk aart Voor:
Voor:
Tale nten kaa
Gekregen van: Voor Gekregen van::
Voorspellen
Onderhandelen
Kunnen bedenken wat het
Samen met iemand die iets
antwoord op een vraag is of
anders wil iets afspreken wat
weten wat er gaat gebeuren.
voor allebei aanvaardbaar is.
rt
Waaro m
Gekregen van:
Jouw talent is: Jouw talent is:
Dat vind ik, omd
vind je dit talent het leukst ?
Financieren
Spreken
Nauwkeurig werken
Goed met geld kunnen
Als je makkelijk voor een groep
omgaan.
mensen durft te praten.
In niets Netjes en precies werken, welke beroep en kun je dit talent over het hoofd zien. gebrui ken?
(Technisch) Tekenen
Ruimtelijk inzicht
Aanvoelen
Dat vind ik, omdat: Jouw talent is: Dat vind ik, omda t:
Welk van de talente n die je hebt beroep ? gekreg en,
at:
Een werktekening maken waar
Je goed kunnen voorstellen
Als je soms weet wat andere
bijvoorbeeld de maten op staan.
hoe iets op een tekening er in
mensen denken of willen.
het echt uitziet.
Eindproducten 43
t alentenkijker t alentenkijker
BasismoduleleerlingenwerkBladen – leerlingenwerkBladen
43
• Ingevulde talentenkaarten.
t alente nkijke r
LeerLinge
Beschrijving Introductie
Begin de les met een korte terugblik op Les 1. Wat hebben de leerlingen toen gedaan? Weten ze nog wat W&T is? En wat een talent? Lees eventueel de informatie hierover in Les 1 nog eens door (p 8). Talenten
Iedere leerling legt voor Talentenkijker een verzameling talenten van zichzelf aan. Trek na de introductie van deze les een aantal kaarten uit de stapel talentenkaarten die u van tevoren voor alle leerlingen hebt ingevuld. Het is van belang dat u laat zien dat u dit willekeurig doet. Bespreek klassikaal het talent van deze leerlingen. Bespreek wat het talent op de kaart inhoudt en waarom u de leerling dat specifieke talent gegeven hebt. Geef zoveel mogelijk concrete voorbeelden. Wat doet deze leerling zo dat u dit talent bij haar/hem ziet? Herkent de rest van de klas dit? Geef ook de ruimte: ‘Iedereen heeft vele talenten, ik heb er nu slechts één gekozen en het kan best zijn dat je dit talent (nog) niet bij jezelf herkent.’ Zo wordt de uitleg gekoppeld aan een veilig leerklimaat en positieve feedback. Deel de rest van de talentenkaarten uit als de leerlingen in groepjes gaan werken.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
nwerkbLa
den
49
• Ingevuld werkblad p 48.
Zet de leerlingen in groepjes waarin ze zich veilig voelen.
heb je volgen s jou niet nodig in een
Stop de talenten die je thuis krijgt in je rugzak talenten bij de andere talenten en neem ze mee naar school. in jouw eigen Doe deze envelop. Zorg ervoor dat je minste ns 8 verschi deze in de laatste llende talente les nodig. nkaarten verzamelt! Je hebt
• Per leerling een envelop met talenten.
Tip
Les 2
bewa ren
ht en de leerling en uit jouw een envelop groepje heb gekregen. je talenten Stop de talenten krijgt, stop gekregen. in de envelop je ook in de Je hebt . Alle andere envelop. talenten die je Welk van de talente n die je hebt Uitbeelden gekreg en, vind je het Iets dat niet in het echt bestaat leukst ? toch kunnen laten zien.
11
Tip
Verdeel de klas in groepjes van 4-6 leerlingen. Deel de talentenlijsten
Geef het talent aan de leerling met aandacht, als iets waardevols. Zo creëert u een positieve sfeer.
uit. Neem samen met de klas deze lijst door. Zorg er vóór de start voor dat er in de groep een veilige sfeer is. Vertel dat de leerlingen voor iedereen in hun groepje een talentenkaart invullen, uitknippen, overhandigen en uitleggen: ik zie jou dit (activiteit) doen, waardoor ik dit talent bij jou zie. Idealiter zou elke leerling van alle leerlingen in haar/zijn groepje een ander talent moeten krijgen, dus 3-5 verschillende talenten. We kunnen immers allemaal veel meer dan één ding goed. Vraag de leerlingen erop te letten dat iedereen in
Tip Laat de leerlingen beroepen opzoeken die bij hun talenten passen op www.ditdoeik.nl
het groepje uiteindelijk verschillende talenten heeft gekregen. Bewaar je talent
De leerlingen verzamelen de talenten die ze gekregen hebben en bewaren ze gedurende de tijd dat Talentenkijker loopt in een envelop. Evaluatie
Bespreek de les na. De leerlingen vullen de antwoorden op werkblad p 49 in. Gebruik hierbij de volgende vragen: – Welk van de talenten die je gekregen hebt, vind je het leukst/interessantst? En waarom? – In welke beroepen zou je dit talent kunnen gebruiken? Denk hierbij aan de beroepen in het beroepenkwartet. – Welk van de talenten die je gekregen hebt, heb je volgens jou niet nodig in een beroep (welk beroep dan ook)? Of zijn alle talenten goed te gebruiken? Thuis (huiswerk)
– Laat de leerlingen thuis ook aan hun ouders/verzorgers vragen
Tip
een talentkaart voor hen in te vullen. Geef ze de vraag mee: zie je andere talenten bij mij dan die ik al gekregen heb? – De leerlingen vullen ook voor zichzelf nog twee talentkaarten in. – De leerlingen nemen de talenten die ze zelf hebben ingevuld en de talenten die ze van hun ouders/verzorgers hebben gekregen mee naar school en stoppen ze in de envelop.
Heeft u weinig tijd voorafgaand aan het bezoek van de beroepsbeoefenaar? Geef deze les dan ná het bezoek.
Lesplan, in minuten Tijd 00 - 10
Introductie van de les, terugblik op de vorige les, uitleg over talenten.
Tijd 10 - 20 Trek enkele leerlingen uit de stapel talentenkaarten die u van tevoren hebt gemaakt. Overhandig het talent aan de betreffende leerlingen en geef er uitleg bij. Tijd 20 - 40 Verdeel de klas in groepen. Begeleid de leerlingen bij het uitdelen van de talenten aan de anderen en het uitleggen ervan. Deel ook uw eigen talentenkaarten uit aan de leerlingen die nog geen talent van u hebben gehad. Tijd 40 - 50
Leerlingen bewaren hun talenten in een envelop.
Tijd 50 - 65
Evaluatie van deze les, invullen leerlingenwerkblad p 49.
Tijd 65 - 70
Bespreek het huiswerk.
12
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Voorbereiding
op het bezoek
Les 3
– Lesdoelen • Leerlingen denken na over de talenten en de voorwerpen die belangrijk zijn bij het uitoefenen van een beroep in W&T. • Leerlingen denken na over een bepaald beroep uit de wereld van W&T.
Voorbereiding • Talentenkijker heeft u laten weten welke beroepsbeoefenaar uw klas komt bezoeken en wanneer. Deze beroepsbeoefenaar is geïnstrueerd. • Mocht u een (optioneel) tweede bezoek willen regelen en hebben zich geen ouders aangemeld naar aanleiding van uw vraag in de informatiebrief, dan kunt
u een soortgelijke brief aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van groep
1 t/m 6 sturen (zie bijlage p 23).
• Deel de klas in groepjes van 4-6 leerlingen. Maak indien mogelijk aparte meisjes- en jongensgroepjes. Meisjes zijn vaak in andere aspecten van een beroep geïnteresseerd dan jongens. Dat maakt dat zij andere vragen hebben. In een groepje met alleen meisjes voelen zij zich veiliger om deze vragen ook daadwerkelijk te stellen.
Benodigdheden • Een korte beschrijving van het beroep van de beroeps-
Werkblad 5
beoefenaar. De eerste beroepsbeschrijving wordt u toegestuurd.
Voor bere iding op het bezo ek
Welke 3 voorwerpen heeft de beroepsbeoe fenaar volgens jou nodig tijdens het werk?
1 2
Mocht u een ouder vinden die iets over haar/zijn beroep in W&T
3
Welke 3 talenten heeft de beroepsbeoe fenaar volgens jou nodig tijdens het werk?
Les 3 Les 4
Tip Stel vragen over: werkzaamheden op een dag wat, waar, wanneer, met wie? benodigde voorwerpen wat, waarom, waarvoor, wanneer? benodigde talenten wat, waarom, waarvoor, wanneer? product wat, hoeveel, waarvoor, voor wie?
1
komt vertellen bij een (optioneel) tweede bezoek, dan regelt u
2 3
Vragen die je de beroepsbeo efenaar
zelf de beschrijving van dit beroep.
wilt stellen
Vraag 1 Antwoord
• Leerlingenwerkblad p 50-51 voor de hele klas.
Vraag 2 Antwoord
Vraag 3
Eindproduct
Antwoord
• Vragen voor de beroepsbeoefenaar (p 50-51).
50
t alentenkijk er
LeerLingenwerkbL
aden
Beschrijving De leerlingen bereiden zich in groepjes voor op het bezoek van de beroepsbeoefenaar. U deelt de beschrijving van haar/zijn beroep uit aan de leerlingen. De leerlingen bedenken op basis van de beschrijving drie voorwerpen die de beroepsbeoefenaar gebruikt bij haar/zijn werk. Ze bedenken ook drie talenten die belangrijk zijn bij het uitoefenen van dit beroep. Bovendien bedenken ze vragen die ze de beroepsbeoefenaar willen stellen. De leerlingen gebruiken hierbij werkblad Voorbereiding op het bezoek als leidraad.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Tip Laat de leerlingen het beroep van de beroepsbeoefenaar opzoeken op www.ditdoeik.nl of ergens anders op internet.
13
Lesplan, in minuten Tijd 00 - 10
Verdeel de klas in (meisjes- en jongens)groepjes.
Tijd 10 - 15 Deel de beschrijving van het beroep van de beroepsbeoefenaar uit en leg de opdracht uit. Tijd 15 - 45 De leerlingen lezen de tekst, bedenken samen met hun groepje welke drie voorwerpen en welke drie talenten voor de beroepsbeoefenaar belangrijk zijn bij haar/zijn werk. Dit noteren ze op hun eigen werkblad p 50-51. De leerlingen bedenken in hun groepje ook vragen voor de beroepsbeoefenaar. Ook deze vragen noteren ze op hun eigen werkblad p 50-51.
14
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Les 4
Bezoek van de beroepsbeoefenaar Via het Talentenkijkerteam – Lesdoelen • Leerlingen zien in dat W&T een domein is waar zowel vrouwen als mannen in kunnen werken. • Leerlingen maken kennis met verschillende W&T-beroepen. • Leerlingen leren interviewvragen op te stellen.
Voorbereiding • Bij aanmelding voor Talentenkijker, of in de periode daarna, heeft u een aantal data doorgegeven waarop de beroepsbeoefenaar op bezoek kan komen in de klas.
Benodigdheden • Elke leerling heeft een eigen, deels ingevuld werkblad p 50-51 met daarop de bedachte voorwerpen, talenten en vragen.
Eindproduct • Het werkblad p 50-51, aangevuld met de antwoorden van de beroepsbeoefenaar.
Beschrijving Aan het begin van de les introduceert u de beroepsbeoefenaar. De beroepsbeoefenaar heeft drie voorwerpen meegenomen die zij/hij dikwijls gebruikt. De leerlingen hebben er ook drie bedacht. Ze vergelijken de voorwerpen en bespreken waar die voor gebruikt kunnen worden. Eventueel bespreken ze waarom andere voorwerpen niet gebruikt worden. Daarnaast heeft de beroepsbeoefenaar drie talenten bedacht die nodig zijn bij haar of zijn werk. De leerlingen hebben ook drie talenten bedacht. Ze vergelijken de talenten. In de voorbereidingsles hebben de leerlingen in groepjes vragen bedacht. Laat elk groepje aan de beurt komen om een vraag te stellen. Geef daarna even de gelegenheid het antwoord in te vullen op het werkblad. Gastles door ouder(s)
Tip
Indien u een tweede bezoek/gastles van een beroepsbeoefenaar door een van de ouders wil laten verzorgen hebt u vóór Les 1 de ouders geïnformeerd over Talentenkijker en hier moeders/vaders met een bèta/ technisch beroep voor uitgenodigd. Wanneer u een ouder hebt gevonden die een gastles wil verzorgen, bereid de leerlingen dan op dezelfde wijze voor: met een beroepsomschrijving en een vooraf opgestelde vragenlijst.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Laat de leerlingen foto’s maken van het bezoek van de beroepsbeoefenaar en de voorwerpen die zij/hij heeft meegebracht.
15
Wanneer er geen ouders/verzorgers op bezoek komen, kunt u ook de online beeldenbank ‘Dit doe ik’ (www.ditdoeik.nl) gebruiken om de leerlingen kennis te laten maken met nieuwe beroepen in W&T of de leerlingen hun favoriete W&T-beroep te laten kiezen. Meer informatie over ‘Dit doe ik’ leest u in de leerkrachtenhandleiding (basisschool) op
©V
HTO
www.ditdoeik.nl/docenten of op p 80 van de Talentenkijkermap. Bedrijfsbezoek: Girlsday
Talentenkijker brengt een bèta/technische beroepsbeoefenaar bij u in de klas. Om de wereld van W&T in de praktijk te zien, kunt u ook op bezoek gaan bij een technisch bedrijf of instelling bij u in de omgeving. Een bedrijfsbezoek sluit aan bij het landelijke evenement Girlsday dat ook door VHTO wordt georganiseerd. U kunt zich hiervoor opgeven via de site van Girlsday (www.girlsday.nl). VHTO verzorgt dan de match tussen uw school en het bedrijf. Zie voor meer informatie over Girlsday ook p 83.
Tip Geef leerlingen een naamsticker, zodat de beroepsbeoefenaar de leerlingen bij hun voornaam kan noemen.
Lesplan, in minuten Tijd 00 - 05 Introduceer de beroepsbeoefenaar in de klas en vertel kort wat er gaat gebeuren. Tijd 05 - 30
De leerlingen en de beroepsbeoefenaar bespreken de drie voorwerpen en de drie talenten.
Tijd 30 - 60 De leerlingen stellen de vooraf bedachte vragen aan de beroepsbeoefenaar.
16
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Les 5
Praktische opdracht Een programma maken met Scratch Lesdoelen
• Leerlingen leren dat je een idee met behulp van technologie werkelijkheid kunt
laten worden.
• Leerlingen maken kennis met programmeren op een computer. • Leerlingen leren dat programmeren leuk is en nuttig.
Voorbereiding (1 uur, eenmalig) • Maak zelf de opdracht voor de leerlingen (zie werkblad p 52-66). • Probeer eventueel een aantal van de suggesties voor uitbreiding. • Bekijk een aantal voorbeelden van de beginnersprojecten
(via www.scratch.mit.edu/help).
• Zorg dat er voldoende leskaarten voor de leerlingen zijn, tenminste één per computer.
Benodigdheden • Computer met internetaansluiting. • Eventueel digibord.
Eindproduct • Een zelfgeschreven computerprogrammaatje.
Beschrijving Computers zijn niet meer weg te denken in de wereld om ons heen. Je kunt geen boodschappen doen, post ontvangen, auto’s repareren, informatie opzoeken, planten laten groeien of patiënten verzorgen in een ziekenhuis zonder dat er een computer aan te pas komt. Computers zijn echter pas nuttig als ze op een geschikte manier zijn geprogrammeerd. Bij programmeren is de kunst dat je een idee in je hoofd met behulp van een machine werkelijkheid laat worden. In deze les ontdekken leerlingen dat ze zelf ook kunnen programmeren. Dat het hartstikke leuk is en ook heel nuttig kan zijn! Programmeren Een programma is eigenlijk een heel precies voorschrift. In een programma staat hoe de computer moet handelen om een bepaald doel te bereiken. Dichter bij huis kun je denken aan een recept waarin staat hoe je een appeltaart bakt. Of een handleiding om zelf een kast in elkaar te zetten. Of aan huisregels die je met de klas hebt afgesproken. Programmeren leert je om problemen te herkennen en op te lossen, projecten te ontwerpen en over ideeën te communiceren.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
17
Scratch Scratch is een hele toegankelijke, gratis programmeeromgeving
Tip
die via een website beschikbaar is. Scratch gebruikt de metafoor van het theater: op het podium gebeurt het. De acteurs doen op het podium wat in hun script staat. De leerlingen schrijven het script: ze programmeren! Leerlingen kunnen een programma schrijven door opdrachtenblokjes aan elkaar te klikken. Op het leerlingenwerkblad wordt stap voor stap uitgelegd hoe dit werkt.
Laat de leerlingen hun resultaat thuis aan hun ouders/verzorgers tonen!
Taal Scratch is er in veel talen. Meestal herkent de computer de locatie van de gebruiker en stelt de taal in op Nederlands. Soms is dat niet zo. In dat geval kunt u op de lijst onderaan de hoofdpagina van Scratch (scratch.mit.edu) kiezen voor Nederlands. Op de Maak-pagina (scratch.mit.edu/projects/editor/) kunt u klikken op het wereldbolletje en een andere taal kiezen. Taal veranderen – Ga naar scratch.mit.edu – Ga naar helemaal onderaan de pagina – Klik op Nederlands – Of ga naar scratch.mit.edu/projects/editor/ – Klik op het wereldbolletje en kies Nederlands Bewaren van werk Leerlingen kunnen hun programmaatjes bewaren. Dat kan op de computer van school, maar het is makkelijker om dat binnen Scratch te doen. Dat vereist wel dat de leerling een eigen account aanmaakt. Bij het aanmaken van een account wordt een e-mailadres gevraagd. De enige reden daarvoor is dat het wachtwoord dan kan worden opgestuurd via Wachtwoord vergeten. Het e-mailadres wordt dus niet gebruikt voor andere doeleinden. Bewaren op de computer – Ga naar scratch.mit.edu – Klik op Maak – Je bent nu in de programmeeromgeving en kunt een programmaatje schrijven (zie werkblad p 52 voor instructies). – Klik op Bestand in het menu – Klik op Naar je computer downloaden Bewaren in Scratch: een account aanmaken – Ga naar scratch.mit.edu – Klik op Word Scratcher – De leerling kan nu een eigen account aanmaken
18
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Uitproberen Leerlingen leren met Scratch problemen af te bakenen en op te lossen. Dingen uitproberen hoort daarbij. Leerlingen willen graag snel resultaat en stellen vragen als ‘en hoe moet je dan levels maken’. Op dit soort vragen hoeft u het antwoord natuurlijk niet te weten. De vraag is wel interessant. Als de leerlingen het echt willen, kunnen ze op onderzoek uit. In Scratch kan heel veel. Er gaat niets stuk. Talentenkijkerstudio In het kader van Talentenkijker is in Scratch een Talentenkijkerstudio aangemaakt. In deze studio kunnen leerlingen aan het werk met plaatjes van Talentenkijker. Als uitbreidingsmogelijkheid of extra les zouden de leerlingen een Talentenkijkerprogrammaatje kunnen schrijven, bijvoorbeeld over hun favoriete talenten of beroep. Dit programma kunnen ze opslaan in de Talentenkijkerstudio. De studio wordt beheerd door het Talentenkijkerteam en is te bereiken via scratch.mit.edu/studios/564132/.
Wanneer je inlogt met je Scratch account, krijg je de beschikking over een rugzak. Op alle pagina’s waar je projecten ‘van binnen’ bekijkt, is de rugzak beschikbaar via een uitklapbaar menu rechtsonder. Alles wat je tegenkomt in andere projecten (bijv. een mooie achtergrond, een sprite met scripts) kun je naar je rugzak slepen. En als je in een eigen project aan de slag gaat, heb je dat allemaal gratis via je rugzak bij de hand. Digibattle Junior Leerlingen die het leuk vinden om te programmeren of na te denken over vernieuwende applicaties, kunnen zich opgeven voor de Digibattle Junior. Dit kan als individu of met een groepje. Deelname aan de Digibattle kan ook ingezet worden als uitbreidingsmogelijkheid of extra les. Meer informatie over de Digibattle kunt u vinden op www.talentenkijker.nl.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
19
Lesplan, in minuten Tijd 00 – 07 Introduceer Scratch met een link naar de website scratch.mit.edu. Leg uit dat de kat (acteur of sprite genoemd) op het podium (achtergrond) precies gaat doen wat in het script staat. De leerlingen moeten het script zelf schrijven. Een script schrijven doe je door losse opdrachtblokjes aan elkaar te klikken. Tijd 07 – 10 Schrijf met de klas een minimaal script door twee opdrachtenblokjes aan elkaar te klikken. Bijvoorbeeld Wanneer op deze sprite geklikt wordt, zeg ‘Hallo’ 2 seconden. Tijd 10 – 30 Geef de leerlingen de tijd om ‘kat-volgt-muis’ te programmeren.
Laat de kinderen bij voorkeur in groepjes van twee werken en stimuleer overleg.
Tijd 30 – 35 Inventariseer of het gelukt is. Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hebben ze al variaties uitgeprobeerd? Tijd 30 – 40 Als er een digibord beschikbaar is waarop je met je vingers de Scratchblokjes kunt slepen, laat de leerlingen het script dan op de centrale computer nabouwen. Laat iedere leerling één blokje aan het script toevoegen. Eerst de vier blokjes die minimaal nodig zijn. Daarna eventueel extra blokjes toevoegen (om meer te laten gebeuren). Tijd 40 – 50 Bespreek met de leerlingen welke programma’s (scripts) je nog meer zou kunnen maken. Wat zouden ze nu zelf een handig programma vinden op hun eigen computer of op hun telefoon? Zouden ze dat kunnen bouwen in Scratch? Tijd 50 – 65
Laat de leerlingen zelf nog andere dingen proberen.
Tijd 65 – 85 Laat de leerlingen een account aanmaken zodat ze hun werk kunnen bewaren. Noteer de accountsnamen en de wachtwoorden, zodat ze een week of een maand later nog bij hun werk kunnen. Tijd 85 – 90 Laat eventueel nog een aantal door de leerlingen gemaakte programma’s zien op het digibord. Let erop dat zowel programma’s van jongens als meisjes getoond worden. Extra tijd Extra opdrachten en Talentenprogrammaatje schrijven of remixen in de Talentenkijkerstudio.
20
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Bijlage 1
B rief ouders / verzorgers groep 7 / 8 Digitaal op www.talentenkijker.nl
Geachte ouders/verzorgers, [datum] [Naam van uw school] doet mee aan Talentenkijker! Met Talentenkijker komen leerlingen van groep 7 en 8 in aanraking met beroepen in Wetenschap & Technologie (hierna W&T). Ze onderzoeken hun eigen talenten en ontdekken dat het vakgebied W&T voor zowel meisjes als jongens geschikt is. Er komen beroepsbeoefenaars uit de wereld van W&T op bezoek in de klas. Daarnaast worden de leerlingen uitgedaagd zelf een app te programmeren. U kunt ook een bijdrage leveren aan Talentenkijker: Een talent van uw kind benoemen Tijdens Talentenkijker gaan de leerlingen uitgebreid in op hun eigen talenten. U krijgt binnenkort ook de vraag om een talent van uw kind te benoemen. Talent is in Talentenkijker een (deels) tot ontwikkeling gebrachte begaafdheid of aanleg. We gebruiken talent hier niet in relatie tot anderen, maar in relatie tot jezelf. Dus, je hebt niet alleen talent als je tot de top binnen een bepaald gebied behoort (zoals: je hebt talent voor voetballen, want je speelt in het nationale elftal), maar ook als je het ene beter kunt dan het andere (zoals: je hebt talent voor presenteren, want dit kun je beter dan regelen of nauwkeurig werken). Een talent is dus iets waar iemand op dit moment, ten opzichte van andere vaardigheden goed in is. Het kan best zijn dat u over een aantal jaren andere talenten van uw kinderen zult benoemen of dat uw kinderen zichzelf andere talenten toekennen. Kinderen zijn immers nog volop in ontwikkeling. Het kan best zijn dat u of uw kind over een aantal jaren hele andere talenten benoemt. De omgeving (waartoe u ook behoort) stimuleert kinderen ook om bepaalde begaafdheden meer of minder tot ontwikkeling te brengen. [Optioneel] Als u een beroep heeft in de sector Wetenschap & Technologie kun u daar in de klas over komen vertellen Heeft u een beroep in bètawetenschap of techniek/technologie, dan willen we u vragen of u in de klas van uw kind over uw beroep wilt vertellen. Vooraf maakt u een omschrijving van uw werk van 10-15 regels tekst, geschreven op het niveau van de leerlingen. Tijdens uw bezoek vertelt u over uw beroep, welke (drie) talenten
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
21
daarvoor nodig zijn, en laat u drie (foto’s van) voorwerpen zien die u gebruikt in uw werk. De leerlingen zullen u ook vragen stellen over uw beroep. Als u zich aanmeldt om in de klas over uw W&T-beroep te vertellen, wordt u uiteraard van tevoren verder geïnformeerd over wat precies de bedoeling is. Wilt u over uw W&T-beroep komen vertellen in de klas, vul dan het antwoordstrookje in en geef het mee aan uw kind. Omdat wij het belangrijk vinden om vooral meisjes te laten zien dat W&T iets voor hen kan zijn, willen we moeders met een W&T-beroep nadrukkelijk vragen om hun medewerking.
Meer informatie Meer informatie vindt u op: www.talentenkijker.nl. Wij hopen u zo voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, [Naam leerkracht/namen leerkrachten]
✁ Ja, ik wil in de klas komen vertellen over mijn W&T-beroep.
Naam Ouder/verzorger van Beroep Telefoonnummer E-mailadres
22
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
B rief ouders / verz orgers groep 1 t/m 6 Bijlage 2
Digitaal op www.talentenkijker.nl
Geachte ouders/verzorgers, [datum] Groep [7/8] van [naam van uw school] doet mee aan Talentenkijker. Met Talentenkijker komen leerlingen van groep 7 en 8 in aanraking met beroepen uit Wetenschap & Technologie (hierna W&T). Ze onderzoeken hun eigen talenten en ontdekken dat het vakgebied W&T voor zowel meisjes als jongens geschikt is. Er komen beroepsbeoefenaars uit de wereld van W&T op bezoek in de klas. Daarnaast worden de leerlingen uitgedaagd zelf een app te programmeren. Heeft u een beroep in de sector Bètawetenschap & Technologie? Monteurs, laboranten, software-ontwikkelaars, hydrologen: wij zijn naar u op zoek! Heeft u een beroep in bètawetenschap of techniek/technologie, dan willen we u vragen of u in de klas over uw beroep wilt vertellen. Vooraf maakt u een omschrijving van uw werk van 10-15 regels tekst, geschreven op het niveau van de leerlingen. Tijdens uw bezoek vertelt u over uw beroep, welke (drie) talenten daarvoor nodig zijn, en laat u drie (foto’s van) voorwerpen zien die u gebruikt in uw werk. De leerlingen zullen u ook vragen stellen over uw beroep. Als u zich aanmeldt om in de klas over uw W&T-beroep te komen vertellen, wordt u uiteraard van tevoren verder geïnformeerd over wat precies de bedoeling is. Wilt u over uw W&T-beroep komen vertellen in de klas, vul dan onderstaand antwoordstrookje in en geef het mee aan uw kind. Omdat wij het belangrijk vinden om vooral meisjes te laten zien dat W&T iets voor hen kan zijn, willen we nadrukkelijk moeders met een W&T-beroep om hun medewerking vragen.
Meer informatie Meer informatie vindt u op: www.talentenkijker.nl. Wij hopen u zo voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, [Naam leerkracht/namen leerkrachten]
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
23
✁ Ja, ik wil in groep 7/8 komen vertellen over mijn W&T-beroep.
Naam Ouder/verzorger van Beroep Telefoonnummer E-mailadres
24
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
I nformeren ouder / verzorger met W&T-beroep Bijlage 3
Digitaal op www.talentenkijker.nl
Beste ouder/verzorger,
[datum]
Fijn dat u meewerkt aan Talentenkijker. In Talentenkijker maken leerlingen kennis met beroepen uit Bètawetenschap & Technologie (hierna W&T). Ze onderzoeken hun eigen talenten en ontdekken dat het vakgebied W&T zowel voor meisjes als jongens geschikt is. Voor u ligt een handleiding met informatie over Talentenkijker, tips en uitleg over uw bijdrage aan Talentenkijker. Achtergrond Talentenkijker Bij W&T denken veel mensen eerder aan mannen dan aan vrouwen. Van jongs af aan brengen we op meisjes en jongens over dat W&T een mannendomein is. Dat doen we meestal onbewust. Daardoor hebben meisjes vaker dan jongens geen (goed) beeld van het scala aan mogelijkheden van W&T. Ook het ontbreken van vrouwelijke rolmodellen waarmee zij zich kunnen identificeren, maakt dat meisjes minder zicht hebben op W&T dan jongens. Tijdens Talentenkijker komen daarom beroepsbeoefenaars op bezoek in de klas, vooral ook vrouwen. Verder blijkt uit internationaal onderzoek dat meisjes in Nederland al op jonge leeftijd denken dat ze minder goed zijn in rekenen en techniek dan jongens. Het gevolg is dat meisjes in het voortgezet onderwijs vaak niet voor de W&T-richting kiezen, ook al hebben ze er talent voor. Met Talentenkijker willen we de houding van jongens en (vooral) meisjes ten opzichte van W&T positief beïnvloeden. Ook willen we de leerlingen een breder beeld geven van W&T. Voorbereiding op uw bezoek aan de klas U maakt een omschrijving van uw beroep. U zoekt drie voorwerpen die u gebruikt tijdens uw werk. Deze voorwerpen neemt u mee naar school. Is een voorwerp te groot, dan kunt u er ook een foto van meenemen. Kunt u ook nadenken over (drie) talenten die belangrijk zijn bij het uitoefenen van uw beroep? Op basis van de omschrijving van uw beroep bedenken de leerlingen vragen, die zij tijdens de les aan u kunnen stellen. Uw bijdrage – Lever een omschrijving van uw beroep aan van ongeveer 15 regels. – Neem (drie) aansprekende voorwerpen mee die met uw beroep te maken hebben. – Denk na over (drie) talenten die belangrijk zijn bij de uitoefening van uw beroep. – Beantwoord de vragen van de leerlingen over uw beroep.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
25
Omschrijving beroep – Let bij de omschrijving van uw beroep in maximaal 15 regels op de volgende punten: – Treed niet in (technisch) detail, maar schets een algemeen beeld van uw beroep en werkzaamheden. – Gebruik geen moeilijke woorden en vaktermen (jargon). Als het toch onvermijdelijk is, leg het dan uit. – Sluit aan bij de leefwereld van kinderen van 10-12 jaar. Doe dit zowel in taalgebruik als in de voorbeelden die u geeft. – Gebruik voorbeelden die meisjes én jongens aanspreken. Bijvoorbeeld in het geval van motorvoertuigentechniek: ga niet alleen in op snelheid en motorprestaties, maar ook op design, veiligheid en milieuvriendelijkheid. – Maak het persoonlijk, spreek over uzelf. – Gebruik het (onzijdige) meervoud als u over beroepsgroepen spreekt. Dus: ‘ingenieurs, zij’ in plaats
Tip
van ‘de ingenieur, hij’. Of: ‘de monteurs, zij’ in plaats van ‘de monteur, hij’. – Beschrijf het doel van uw beroep. Plaats daarbij uw beroep in een (maatschappelijke) context en ga in op het maatschappelijk nut ervan (waar is uw beroep goed voor)? – Vertel dat overleggen en samenwerken belangrijke aspecten van uw werk zijn.
Check of uw omschrijving duidelijk is door een kind van ongeveer 10-12 jaar de omschrijving te laten lezen.
Voorbeeld ‘Ik ben adviseur bij een ingenieursbureau. Een ingenieursbureau is een bedrijf dat adviezen geeft bij technische projecten. Denk daarbij aan gebouwen, wegen, dijken, bruggen, enzovoorts. Ik ben adviseur, dat betekent dat ik mensen die gebouwen bouwen, of wegen en dijken aanleggen, raad geef over hoe ze dat het beste kunnen doen. Ik help ze daar dus bij. Ik adviseer nu mensen die een hele lange dijk sterker aan het maken zijn. Ik maak dus niet zelf de dijk sterker, maar ik geef hun goede raad hoe ze dat het beste kunnen doen. Dat is belangrijk werk, want een sterkere dijk zorgt ervoor dat het water niet over de dijk stroomt en mensen veilig kunnen wonen. Ook geef ik advies over de aanleg van een grote weg. We weten nog niet of die grote weg er moet komen. De weg vermindert wel files, maar aan de andere kant is hij niet zo goed voor het milieu. Deze week ga ik met allemaal mensen praten die vóór of tegen de aanleg van deze weg zijn. Dat praten met al die mensen is soms best lastig, omdat iedereen iets anders wil. Als ik met iedereen gepraat heb, dan geef ik advies aan de mensen die moeten beslissen of de grote weg moet worden aangelegd of niet.’
26
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Voorwerpen Zoek drie voorwerpen uit die met uw beroep te maken hebben. Is een voorwerp te groot om mee te nemen, neem dan een foto mee. Bij het uitkiezen van de voorwerpen kunt u denken aan: – Voorwerpen die u gebruikt bij het uitoefenen van uw beroep (bijvoorbeeld een ontwerpprogramma). – Voorwerpen die met uw beroep te maken hebben (bijvoorbeeld een eindproduct). Voorbeelden van voorwerpen zijn: werktekening of blauwdruk, laptop met rekenprogramma, wetenschappelijk tijdschrift, microscoop, landkaart, vliegtuig op schaal, maquette, voedingsmiddel, schoon drinkwater in een flesje, Senseo (industrial design), centrifuge voor laboratoriumbuisjes, wastafelkraan (installatietechniek), landmeetinstrumentarium, enzovoorts. Ook leuk: foto van uw werkplek of werkomgeving, foto’s van collega’s (om te illustreren dat u veel samenwerkt; let er dan wel op dat er ongeveer evenveel vrouwen als mannen op de foto staan), satellietbeelden, foto van een dijk of afwateringskanaal, enzovoorts. Kies voorwerpen die: – Voor jongens en meisjes herkenbaar en aansprekend zijn. – Stereotiepe beelden van W&T doorbreken. Stereotiepe beelden zijn: gereedschap, apparaten en machines zonder dat duidelijk is waarbij of waarvoor deze worden gebruikt, of afbeeldingen waar alleen mannelijke werknemers op staan. – Echt iets zeggen over úw beroep. Bijna iedereen gebruikt tegenwoordig een mobiele telefoon en een computer, maar dat zijn meer zaken die aansluiten bij de leefwereld van kinderen en jongeren in het algemeen. Ze zijn niet kenmerkend voor W&T. – Tot de verbeelding spreken (futuristische beelden, interessante innovaties). – Dichtbij aanvoelen: herkenbaar, actueel, uit het dagelijks leven van de leerlingen. Talenten Talent is in Talentenkijker een (deels) tot ontwikkeling gebrachte begaafdheid of aanleg. We gebruiken talent hier niet in relatie tot anderen, maar in relatie tot jezelf. Dus, je hebt niet alleen talent als je tot de top binnen een bepaald gebied behoort (zoals: je hebt talent voor voetballen, want je speelt in het nationale elftal), maar ook als je het ene beter kunt dan het andere (zoals: je hebt talent voor presenteren, want dit kun je beter dan regelen of nauwkeurig werken). Een talent is dus iets waar je op dit moment, ten opzichte van andere vaardigheden goed in bent. Talenten veranderen in de loop van de tijd en het is mogelijk dat kinderen bij zichzelf in de toekomst nieuwe talenten ontdekken. Kinderen zijn immers nog volop in ontwikkeling. Bovendien stimuleert de omgeving hen om bepaalde begaafdheden meer of minder tot ontwikkeling te brengen. Noem bij het beantwoorden van de vraag Welke talenten zijn belangrijk om uw beroep uit te oefenen? minimaal 3 talenten (meer mag ook). Kies ook ‘sociale’ talenten zoals samenwerken, luisteren, verwoorden, regelen. Deze talenten spelen een belangrijke rol
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
27
bij veel beroepen in W&T. We raden u aan om talenten te gebruiken uit de talentenlijst die te vinden is op www.talentenkijker.nl. De leerlingen gebruiken deze talentenlijst ook, om hun eigen talenten te benoemen en begrijpen wat deze talenten inhouden. Beantwoorden vragen De leerlingen bereiden vragen voor die zij u tijdens uw bezoek aan de klas gaan voorleggen. De vragen gaan over de volgende onderwerpen: – werkzaamheden op een dag (wat, waar, wanneer, met wie); – product dat u maakt (wat, hoeveel, waarvoor, voor wie); – voorwerpen die u gebruikt bij uw werk (wat, waarom, waarvoor, wanneer); – talenten die belangrijk zijn bij het uitoefenen van uw beroep (wat, waarom, waarvoor, wanneer). Let bij het beantwoorden van de vragen op de punten die staan onder Omschrijving beroep, hierboven. Nogmaals bedankt voor uw medewerking, Met vriendelijke groet, [Naam leerkracht, namen leerkrachten]
Bijlage: Talentenlijst
28
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Bijlage 4
Talentenlijst
Voorspellen
Onderhandelen
Uitbeelden
Kunnen bedenken wat het
Samen met iemand die iets
Iets dat niet in het echt bestaat
antwoord op een vraag is of
anders wil iets afspreken wat
toch kunnen laten zien.
weten wat er gaat gebeuren.
voor allebei aanvaardbaar is.
Financieren
Spreken
Nauwkeurig werken
Goed met geld kunnen
Als je makkelijk voor een groep
Netjes en precies werken, niets
omgaan.
mensen durft te praten.
over het hoofd zien.
(Technisch) Tekenen
Ruimtelijk inzicht
Aanvoelen
Een werktekening maken waar
Je goed kunnen voorstellen
Als je soms weet wat andere
bijvoorbeeld de maten op staan.
hoe iets op een tekening er in
mensen denken of willen.
het echt uitziet.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
29
Vervolg
Talentenlijst
Initiatief nemen
Signaleren
Helpen
Vaak de eerste zijn die ergens
Iets ontdekken en zorgen dat
Graag iets doen voor andere
mee begint.
meer mensen dat te weten
mensen.
komen.
Vormgeven
Amuseren
Repareren
Een idee in je hoofd of op
Andere mensen naar jou laten
Als je makkelijk iets kunt
papier ook echt maken.
kijken omdat je leuk bent.
herstellen dat kapot is.
Evalueren
Verzorgen
Riskeren
Na een tijdje terugkijken hoe iets
Mensen of dieren goed kunnen
Helemaal niet bang zijn om een
is gegaan.
verzorgen.
plan te laten mislukken.
30
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Vervolg
Talentenlijst
Beslissen
Ontwerpen
Uitvinden
Op een snelle en goede manier
Een nieuw voorwerp, apparaat
Iets willen ontdekken wat nog
keuzes maken.
of gebouw bedenken.
niet eerder verzonnen is.
Samenwerken
Inspireren
Onderhouden
Makkelijk met andere mensen
Andere mensen een goed idee
Voor iets zorgen, zodat het
bezig zijn met een opdracht,
of gevoel kunnen geven.
langer meegaat.
Uitleggen
Improviseren
Bemiddelen
Iets snel en makkelijk kunnen
Snel met een nieuw plan
Twee of meer mensen helpen
uitleggen.
komen, als een eerder plan niet
het eens te worden (of twee of
lukt.
meer groepen).
zonder veel ruzie.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
31
Vervolg
Talentenlijst
Schrijven
Aanpassen
Rekenen
Van een verhaal, gedicht of
Als je makkelijk mee kan doen
Goed kunnen werken met
verslag.
met andere mensen of ideeën.
sommen, grafieken, figuren en raadsels.
Hygiënisch werken
Regelen
Analyseren
Je handen, kleren en spullen
Bedenken wat er gedaan moet
Heel goed kijken hoe iets werkt
schoon houden.
worden en het dan ook in orde
of hoe iets gebeurd is.
maken.
Doorzetten
Experimenteren
Ordenen
Als iets niet makkelijk gaat, toch
Graag dingen proberen.
Iets in volgorde kunnen zetten
doorgaan.
32
of in groepjes kunnen indelen.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Vervolg
Talentenlijst
Verwoorden
Onderzoeken
Luisteren
De goede woorden gebruiken
Nieuwsgierig zijn naar hoe iets
Goed luisteren naar iemand
om iets te vertellen.
kan ontstaan of gebeuren.
zonder erdoorheen te praten.
Beïnvloeden
Motiveren
Controleren
Zorgen dat iemand iets anders
Door jouw woorden iemand
In de gaten houden of alles
gaat doen dan hij of zij van
enthousiast maken om iets te
goed verloopt.
plan was.
gaan doen.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
33
Bijlage 5
Achtergrondinformatie bij het beroepenkwartet
Hieronder vindt u uitleg over de beroepen die voorkomen in het beroepenkwartet. In het spel zelf zijn alle teksten afgestemd op het niveau van de leerlingen. Dat houdt ook in dat bij enkele beroepen waar dit mogelijk was niet de officiële beroepsnaam is gebruikt, maar een eenvoudiger, gemakkelijker te begrijpen beroepsnaam. Zo is ‘logistiek planner’ aangeduid als ‘vervoerplanner’.
1 Medisch laborant Functie Een medisch laborant voert medische analyses uit op verschillende (vloei)stoffen zo-
als dna, urine, bloed en weefsel. In het beroepenspel wordt het voorbeeld van bloed gebruikt. Een medisch laborant kijkt naar de samenstelling van het bloed en checkt of er afwijkende waarden van bepaalde stoffen in voorkomen. Deze resultaten worden zorgvuldig geregistreerd en teruggekoppeld naar de opdrachtgever (bijvoorbeeld een arts). Omgeving Een medisch laborant werkt meestal in een laboratorium. Zij/hij werkt met verschillende
apparatuur, zoals een microscoop en/of andere – vaak computergestuurde – apparaten. Een medisch laborant moet zich houden aan strikte veiligheids- en hygiënevoorschriften. In het laboratorium dragen de laboranten vaak een witte jas en werken ze steriel. Talenten Belangrijke talenten van een medisch laborant zijn: nieuwsgierig zijn, precies en nauw-
keurig werken en communicatief vaardig zijn. Opleiding Medisch laborant wordt men door het volgen van de Middelbare Laboratorium Opleiding
(in het mbo) of de Hogere Laboratorium Opleiding (in het hbo).
2 Lichttechnicus Functie Een lichttechnicus zorgt voor de belichting van decors, sets en podia, bijvoorbeeld bij een
tv-programma, film, reportage en dergelijke. Een lichttechnicus kiest de belichting die past bij de gewenste situatie of locatie, en de daarvoor benodigde apparatuur. Een lichttechnicus bedient het licht met een mengpaneel. Omgeving Een lichttechnicus werkt vaak op locatie (bijvoorbeeld reportage) of in de studio (bijvoor-
beeld televisieprogramma). Talenten Een lichttechnicus moet goed kunnen samenwerken met de regisseur, producer, acteurs
en fotografen. Zij/hij is daarnaast ook creatief en kan goed problemen oplossen. Opleiding Lichttechnicus wordt men door het volgen van de opleiding Lichttechnicus, AV-productie
of Podium- & Evenemententechniek. Deze mbo-opleiding kan op verschillende niveaus worden gevolgd.
34
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
3 Voedingstechnoloog Functie Een voedingstechnoloog ontwikkelt en verbetert voedingsproducten. Daarbij houdt zij/hij
zich aan de wettelijke regels en voorschriften van de Warenwet en aan gezondheidsvoorschriften. Het werk bestaat uit het testen, onderzoeken en controleren van grondstoffen die gebruikt worden om levensmiddelen te maken. Kwaliteit, veiligheid en hygiëne zijn hierbij van groot belang. Omgeving Een voedingstechnoloog is inzetbaar in verschillende bedrijven, zoals productie-,
controle- en onderzoeksbedrijven in de levensmiddelenindustrie.
Talenten Een voedingstechnoloog is creatief en vernieuwend in het ontwikkelen en verbeteren van
bestaande voedingsproducten. Opleiding Men wordt voedingstechnoloog door het volgen van de opleiding Voedingsmiddelen-
technologie. Deze opleiding bestaat op mbo-, hbo- en universitair niveau.
4 Waterbeheerder Functie Een waterbeheerder maakt plannen om te zorgen dat het waterpeil in bepaalde
gebieden in Nederland (voorbeeld de polder) laag staat waardoor land niet onder water komt te staan. Een waterbeheerder is betrokken bij gebiedsontwikkeling. Daarnaast kijkt een waterbeheerder ook naar de kwaliteit van de wateren (schoon en veilig). Een gemaal zorgt er voor dat het water in een bepaald gebied wordt gereguleerd, het pompt het water weg zodat het waterpeil laag blijft. Omgeving Een waterbeheerder kan bij een van de waterschappen werken, of in een bedrijf in de
water- en wegenbouw. Talenten Een waterbeheerder moet kunnen samenwerken met andere partijen, zoals bouwbedrij-
ven en gemeenten. Daarnaast is een ‘helikopterview’ (het geheel kunnen overzien) van belang. Een waterbeheerder durft beslissingen te nemen. Opleiding Wie waterbeheerder wil worden op een hoog niveau kan een hbo- of universitaire
opleiding Watermanagement volgen. Een waterbeheerder op mbo-niveau houdt zich
meer bezig met het onderhouden van watergangen, rioolgemalen, pompen en
zuiveringsinstallaties.
5 Productontwerper Functie Een productontwerper ontwerpt en ontwikkelt nieuwe gebruiksvoorwerpen en produc-
ten. In het kwartet is dat bijvoorbeeld een nieuwe telefoon. Een productontwerper weet wat mensen interessant vinden en waar een markt voor is.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
35
Omgeving Een productontwerper kan werken bij een groot productiebedrijf of kan een eigen
onderneming starten.
Talenten
Een productontwerper is creatief, geduldig en kan klantgericht werken.
Opleiding Productontwerper kan men worden door de hbo-opleiding Industrieel Product-
ontwerpen te volgen. Op universitair niveau wordt de opleiding Industrieel Ontwerpen
aangeboden.
6 Vervoerplanner Functie Een vervoerplanner (logistiek planner) regelt het transport van goederen van de onder-
neming naar de klant. In het voorbeeld van het beroepenkwartet is dat het transport van voedsel naar de supermarkt. Naast het regelen, stuurt de vervoerplanner ook mensen aan zoals vrachtwagenchauffeurs en personen die laden en lossen. Ook onderhoudt de vervoerplanner contacten met de klant, in het kwartetvoorbeeld een supermarkt. Een vervoerplanner maakt tijdens haar/zijn werkzaamheden gebruik van verschillende computerprogramma’s en planningssystemen. Omgeving Een vervoerplanner kan werken bij verschillende transportbedrijven en/of industrieën.
Zij/hij werkt vaak op een kantoor en loopt rond op de werkvloer.
Talenten Een vervoerplanner moet goed kunnen organiseren, communicatief vaardig zijn, het
overzicht kunnen bewaren en mensen aan kunnen sturen. Opleiding Wie vervoerplanner wil worden kan de opleiding Planner Wegtransport of Expeditie-
planner in het mbo volgen.
7 Architect Functie Een architect ontwerpt gebouwen of infrastructurele objecten zoals bruggen. Soms gaat
het om nieuwbouw, maar soms ook om renovatie of herbouw. Bijvoorbeeld winkels en scholen die gerenoveerd moeten worden of oude huizen die in de oorspronkelijke staat moeten worden herbouwd. Behalve ontwerpen en tekenen, zoekt de architect uit welke materialen het beste bij het ontwerp passen. Ook onderhandelt zij/hij met klanten over de prijs van een opdracht. Een architect werkt vaak achter een tekentafel of achter de computer. Omgeving Architecten kunnen als zelfstandige aan de slag gaan, maar kunnen ook werken bij een
architectenbureau. Talenten Architecten hebben een goed ruimtelijk inzicht, zijn creatief, kunnen ontwerpen en
tekenen, zijn communicatief vaardig, en werken klantgericht.
36
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
Opleiding In het mbo kan men kiezen voor de opleidingen Middenkaderfunctionaris Bouwinfra
of Vormgeving, Design en Architectuur. Op hbo-niveau kan de opleiding Bouwkunde
worden gevolgd met als specialisatie Architectuur, en tot slot kan men op universitair
niveau de opleiding Bouwkunde volgen met als specialisatie Architecture, Urbanism & Building Sciences. Alleen degenen die staan ingeschreven in het Architectenregister
mogen zich architect noemen.
8 Medisch-instrumentontwikkelaar Functie Een medisch-instrumentontwikkelaar (biomedisch ingenieur) ontwikkelt medische
apparatuur die gebruikt kan worden in een ziekenhuis. Dit kunnen verschillende soorten instrumenten zijn, variërend van apparaten die helpen bij het vaststellen van diagnoses (bijvoorbeeld een mri-scanner) tot apparaten die een rol spelen bij operaties, bij
revalidatie enzovoorts. Daarnaast kan het gaan om voorwerpen zoals protheses en
kunstorganen.
Omgeving Een medisch-instrumentontwikkelaar kan werkzaam zijn in een ziekenhuis of een zorg-
instelling, maar ook in het bedrijfsleven, bij de overheid of bij een zorgverzekeraar. Talenten Een medisch-instrumentontwikkelaar kan goed met andere deskundigen (waaronder
artsen en onderzoekers) samenwerken. Ook werkt zij/hij nauwkeurig en heeft zij/hij kennis van het menselijk lichaam. Opleiding Wie medisch-instrumentontwikkelaar wil worden kan de universitaire opleiding
Biomedische Technologie volgen.
9 Procescontroleur Functie Een procescontroleur (procesoperator) regelt en bewaakt zelfstandig complexe productie-
processen en bedient complexe installaties. Veel goederen worden machinaal en aan de lopende band geproduceerd. Een procescontroleur zorgt ervoor dat alles op de lopende band goed blijft gaan en dat er genoeg wordt geproduceerd. Omgeving Een procescontroleur werkt in een fabriek (procesindustrie). Daar wordt meestal gewerkt
in ploegendiensten. Een procescontroleur gebruikt vaak oordoppen of een koptelefoon (gehoorbescherming) tegen het lawaai van machines en houdt zich aan bepaalde
hygiënevoorschriften.
Talenten Een procescontroleur moet stressbestendig zijn en goed kunnen samenwerken. Ook
moet zij/hij het overzicht hebben en het proces goed kunnen bewaken. Opleiding Men wordt procescontroleur door het volgen van een opleiding in de procestechniek.
In het mbo is dit op verschillende niveaus mogelijk. Voorbeelden van opleidingen zijn: Proces Operator (A/B/C), Allround Operator en Assistent Operator.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
37
10 Installatiemonteur Functie Een installatiemonteur houdt zich bezig met het plaatsen, technisch onderhouden en
repareren van bijvoorbeeld verwarmingssystemen, huishoudelijke apparatuur of sanitair. Omgeving
Een installatiemonteur werkt veel bij mensen thuis of in bedrijven en hotels.
Talenten Een installatiemonteur kan goed met mensen omgaan en vindt het leuk om op locatie te
werken. Opleiding Er zijn vele opleidingen voor installatiemonteur, bijvoorbeeld de mbo-opleidingen
(Onderhouds)monteur installatietechniek en Monteur gas/water/warmte.
11 Meubelmaker Functie Een meubelmaker houdt zich bezig met het maken van meubels, zoals kasten, tafels en
bedden. Zij/hij werkt aan de hand van een werktekening. De meubelmaker werkt met verschillende houtbewerkingsmachines en zet de gemaakte onderdelen ook in elkaar. Omgeving Een meubelmaker werkt in een meubelmakerij of fabriek. Talenten Een meubelmaker moet werktekeningen kunnen lezen, nauwkeurig werken en creatief
zijn. Opleiding Wie meubelmaker wil worden kan een mbo-opleiding Meubelmaker volgen. Dit is op
verschillende niveaus mogelijk.
12 Game-ontwikkelaar Functie Een game-ontwikkelaar (game designer) ontwerpt en ontwikkelt nieuwe computer-
spellen of onderdelen daarvan.
Omgeving Een game-ontwikkelaar werkt bij een bedrijf dat games voor de computer ontwikkelt en
produceert. Dit kunnen zowel games zijn voor ontspanning en plezier als bijvoorbeeld
de educatieve markt.
Talenten Een game-ontwikkelaar is creatief en weet wat mensen leuk vinden. Zij/hij heeft veel
ervaring met verschillende computerspellen. Opleiding Men kan game-ontwikkelaar worden door op mbo-niveau de opleiding Gaming of
Game Design te volgen, of door op hbo-niveau de opleiding ICT Game & Design te
volgen.
38
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
13 Autospuiter Functie Een autospuiter houdt zich bezig met het aanbrengen van een laklaag op de carrosserie
van een auto. Omgeving
Een autospuiter werkt in een garage of in een autoschadeherstelbedrijf.
Talenten
Een autospuiter kan nauwkeurig werken.
Opleiding
Wie autospuiter wil worden kan de opleiding Autospuiter op mbo-niveau volgen.
14 Energietechnoloog Functie Een energietechnoloog ontwikkelt en ontwerpt energievoorzieningen uit verschillende
bronnen (bijvoorbeeld wind, warmte, enzovoorts) voor verschillende instanties en bedrijven. Hierbij houdt zij/hij rekening met het milieu en kijkt zij/hij welke energievoorziening het beste bij de situatie past. Het voorbeeld in het kwartetspel is het ziekenhuis. Een ziekenhuis moet ervan op aan kunnen dat de energievoorziening niet uitvalt. Omgeving
Een energietechnoloog kan werken bij energieproducenten en onderzoeksbureaus.
Talenten Een energietechnoloog moet goed kunnen luisteren naar de wensen van de klant en
communicatief vaardig zijn. Opleiding Men wordt energietechnoloog door het volgen van de opleiding Technische Innovatie-
wetenschappen op universitair niveau, of de opleiding Hogere Energietechnologie op hbo-niveau.
15 Metaalbewerker Functie Een metaalbewerker maakt voorwerpen of onderdelen van metaal. Een metaalbewer-
ker werkt bijvoorbeeld met een freesbank of draaibank. De voorwerpen of onderdelen worden gemaakt met behulp van een werktekening. De machines zijn vaak computer
gestuurd. Metaalbewerkers moeten hun machine zelf kunnen instellen. Daarnaast
moeten zij de machines ook kunnen onderhouden.
Omgeving Een metaalbewerker kan werken bij een onderhoudswerkplaats of bij een fabriek waar
men allerlei voorwerpen van metaal maakt. Talenten Een metaalbewerker moet nauwkeurig en geconcentreerd kunnen werken en een werk-
tekening kunnen lezen.. Opleiding
Wie metaalbewerker wil worden kan een mbo-opleiding Metaalbewerken volgen.
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING
39
16 Ecoloog Functie Een ecoloog bestudeert/onderzoekt de verschillende leefwerelden van planten en dieren.
Ook bekijkt een ecoloog wat de gevolgen zijn van bijvoorbeeld de klimaatverandering, de opwarming van de aarde, het broeikaseffect en de vermindering van fossiele brandstoffen in de wereld. Een ecoloog bedenkt hoe deze negatieve effecten beperkt kunnen worden zodat ze de leefwereld van dier en plant minder aantasten. In het voorbeeld van het kwartetspel wordt de leefwereld van de ijsbeer op de Noordpool gebruikt. Omgeving Een ecoloog kan werkzaam zijn bij de overheid, bij een universiteit, bij onderzoeks-
bureaus en bij adviesbureaus.
Talenten Een ecoloog kan goed onderzoeken en analyseren. Een ecoloog kan goed met mensen
samenwerken en werkt nauwkeurig. Opleiding Wie ecoloog wil worden kan op hbo-niveau de opleiding Toegepaste Biologie volgen.
Op universitair niveau kan men de opleiding Biologie volgen met als master Ecology.
Verwante opleidingen zijn Milieukunde en Milieuwetenschappen.
40
t alentenkijker
LEERKRACHTENHANDLEIDING