Leeratelier Toezicht & Naleving Twaalfde jaargang, najaar 2015
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur | Lange Voorhout 17 |2514 EB Den Haag I: www.nsob.nl |E:
[email protected] |T: 070 302 49 10
Leeratelier Toezicht en Naleving
Voorwoord Het Leeratelier Toezicht en Naleving gaat inmiddels zijn twaalfde editie in. De afgelopen elf jaar hebben wij vanuit de NSOB gewerkt aan de professionalisering van het toezicht in het publieke domein. In onze leergang leren de deelnemers over het ontwerpen van toezicht, ontwikkelen zij inzicht in de dilemma’s die aan toezicht zijn verbonden en ontwikkelen zij een breder perspectief op de functie en werking van het toezicht. Met deze kennis en ervaring kunnen zij op strategisch niveau nadenken over het ontwerp en uitvoering van toezicht. Deze kennis passen zij in het leeratelier ook toe door het ontwerpen van een toezichtarrangement. Onze leergang wordt gekenmerkt door een combinatie van topdocenten, ervaren praktijkdeskundigen en een gevarieerde deelnemersgroep afkomstig van inspecties, ministeries, autoriteiten, provincies en gemeenten. In deze twaalfde jaargang bieden wij wederom een uitdagend programma, waarin diverse vraagstukken voor toezichtprofessionals aan bod komen. Het programma is herzien op basis van nieuwe ontwikkelingen in het veld, ervaringen uit de voorgaande edities en voortschrijdend inzicht in de kennis over naleving en de rol van toezicht en handhaving daarbinnen. De deelnemers leren niet alleen over toezichtontwerp en -methodieken, maar ontwikkelen ook inzicht in de relatie van toezichthouders met het bredere netwerk van beleid, politiek, inspectees, burgers en media. In het leeratelier gaat het om een drietal strategische lijnen. Allereerst brengen we in het programma wetenschappelijke kennis over naleving in contact met de praktijk van het toezicht. Daar worden zowel wetenschap als praktijk volgens ons sterker van. Het leeratelier draagt bij aan betere wetenschappelijke kennis en brengt wetenschappelijk inzicht binnen in praktijken. De deelnemers zijn daarin de sleutelfiguren. In de interactie van deelnemers met docenten ontstaat nieuwe kennis die de basis kan vormen voor een verbeterde praktijk. Deelnemers nemen die nieuwe kennis mee naar hun eigen werkpraktijk, terwijl de wetenschappers hun inzicht verder brengen in hun onderzoekspraktijk. Het vak van het toezicht heeft baat bij beide. De tweede lijn is de wisselwerking van toezichthoudende organisaties onderling. Toezichthouders, in welke organisatievorm dan ook, kunnen op allerlei manieren van elkaars werkpraktijken en processen leren. Professionalisering ontstaat door het delen en leren van onderlinge ervaringen. Het leeratelier reikt een kader aan waarmee deelnemers kunnen reflecteren op eigen praktijken en hun eigen lessen kunnen overdragen aan anderen. Zo ontstaat een leerproces waarin praktijken elkaar versterken. De derde lijn in het programma is de wisselwerking van het toezicht met de beleidsontwikkeling. Al in 2003 constateerden we dat veel van de problematiek in het toezicht herleidbaar is tot keuzes 1
Leeratelier Toezicht en Naleving
die in de beleidsontwikkeling worden gemaakt. Die analyse staat nog steeds. Hier ligt een opgave voor professionals in het toezicht. Hoe kan het toezicht effectiever in beleidsontwikkeling interveniëren? Deze opleiding is geen leergang ‘beleidsontwikkeling’, maar verbreedt voor deelnemers de analyse van de problematiek rond toezichtvraagstukken met de arena van beleid. Daarnaast versterken deelnemers uit het beleid het leeratelier. Dit leeratelier is gericht op het verder professionaliseren van de deelnemers en daarmee het verder brengen van het vak. Het toezichtdomein is constant in beweging en wordt voor grote, nieuwe uitdagingen gesteld. Het toezicht vereist dan ook voortdurend onderhoud, reflectie en ontwikkeling. Dat is een ambitie en opgave voor elke individuele toezichtprofessional en voor elke toezichthoudende organisatie. Het Leeratelier Toezicht en Naleving wil door vakontwikkeling en professionele groei daar een bijdrage aan leveren. Prof. dr. ing. Ferdinand Mertens, Decaan Leeratelier Toezicht en Naleving
2
Leeratelier Toezicht en Naleving
Een kennismaking met de opleiding Het leeratelier Toezicht en Naleving brengt sinds 2003 professionals, die veelal op strategisch niveau werken aan toezichtvraagstukken of die zich als zodanig willen ontwikkelen, de concrete kernvaardigheden voor de ontwikkeling van het toezicht bij. Strategisch kan daarbij betekenen ‘op het niveau van aansturing, ontwerp en planning’, maar ook het ‘werken aan complexe vraagstukken’. Steeds gaat het om de inzet van toezichtinstrumentarium, vanuit een doordacht arrangement, voor het bereiken van optimale naleving van regelgeving en de optimale maatschappelijke functievervulling van ondernemingen en instellingen. De opleiding richt zich daarmee niet alleen op ‘toezichthouders’ en/of ‘inspecteurs’, maar is ook zeer geschikt voor medewerkers die vanuit het beleid actief zijn in de relatie met, of aansturing van, toezichthouders of toezichthoudende organisaties. Juist ook voor diegene die in de interface tussen toezicht en beleid werkzaam is, is het leeratelier een geschikte opleiding. Uit het leeratelier is over de jaren ook een steeds groter wordend aantal in-company trajecten afgeleid op verschillende bestuurlijke niveaus, onder andere bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO), en een aantal Omgevingsdiensten. Praktijk en theorie van toezicht, beleid en naleving Het leeratelier biedt de deelnemers een actieve leeromgeving. Door confrontatie van praktijk en theorie ontdekken en ontwikkelen deelnemers, practitioners en docenten samen nieuwe kennis. In het leeratelier staan denken en doen centraal. De theorie over, en praktijk van het toezicht worden op maat gemaakt door vanuit verschillende academische disciplines naar toezichtvraagstukken te kijken. Toezichtvraagstukken worden daarbij altijd bezien in het licht van het krachtenveld waarin zij zich bevinden: de koppeling tussen toezicht en beleid is daarom even belangrijk als die tussen toezicht en naleving. De leeromgeving Voor de deelnemers aan het leeratelier betekent dit dat zij bereid zijn kennis niet alleen op te nemen door te luisteren, maar tijdens de bijeenkomsten vooral ook zelf een actieve rol te vervullen door practitioners, docenten en andere deelnemers van het leeratelier te prikkelen door vragen te stellen, ervaringen te delen en ideeën, problemen en dilemma’s in te brengen en actief te werken aan het ontwerpen van een toezichtarrangement. Het debat tussen de deelnemers van het leeratelier, aangevuld door ‘state of the art’ kennis uit wetenschap en praktijk en de inbreng van actuele casuïstiek, creëert een unieke leeromgeving. Opbrengsten Het leeratelier biedt de deelnemer een prikkelende leeromgeving met een maximaal leereffect. Het didactische concept van het leeratelier is zorgvuldig samengesteld. Wij creëren een uitdagende leeromgeving waarbij de deelnemers daadwerkelijk, onder begeleiding van 3
Leeratelier Toezicht en Naleving
vooraanstaande docenten, zelf aan de slag gaan met problemen en dilemma’s uit de praktijk van beleid, toezicht en naleving. Na afloop beschikt u over kennis op het gebied van beleid, toezicht en naleving en bent u tevens in staat deze kennis in handelingsperspectieven om te zetten. De mate waarin dat lukt wordt duidelijk in de eindopdrachten die door deelnemers gemaakt moeten worden. Elke deelnemer werkt in een groep aan de ontwikkeling van wat we in de opleiding een ‘toezichtarrangement’ noemen. Met deze opzet onderscheidt het leeratelier zich nadrukkelijk van het aanbod op de reguliere opleidingsmarkt door toepassing van de opgedane kennis. Voorbeelden van deze eindopdrachten beslaan een divers palet van alternatieve toezichtarrangementen voor het toezicht op de vleeskeuring, kermisattracties, accountants, de Staatsloterij, het vreemdelingendomein, bouwtoezicht of geothermie. Ervaringen alumni “Het unieke van deze NSOB opleiding is de diversiteit van het onderwijs die louter gegeven wordt door bekende en gerenommeerde sprekers uit de toezichtwereld. Het leeratelier heeft mij enerzijds veel kennis bijgebracht over toezicht en de naleving in algemene zin. Anderzijds krijg je veel inzicht in toezichtmethodieken die worden toegepast in de specifieke toezichtgebieden. Naast het onderwijs voer je een onderzoek uit. Samen in een multidisciplinair team krijgt iedere deelnemer de mogelijkheid om nieuwe ideeën in het toezichtdomein te verkennen, te onderzoeken en om aanbevelingen te doen. De combinatie van kwalitatief hoog onderwijs, het onderzoek en de verscheidenheid aan deelnemers uit diverse toezichtvelden, maken het Leeratelier een beleving die elke toezicht professional zou moeten ervaren.” Sander Vols (Agentschap Telecom)
“Tijdens een gesprek met het afdelingshoofd kwam de vraag of ik op het gebied van bijscholing nog interesse had. Jazeker, maar dan wel graag een cursus waar ik lekker hoofdpijn krijg van het nadenken. Na enige tijd kreeg ik het aanbod om mee te doen aan de Leergang Toezicht en Naleving bij de NSOB. De beschrijving zag er goed uit en het was een passend thema. Doen! De leergang prikkelt, put uit, en stimuleert. Dit is wat ik zocht. Gepassioneerde ervaren gastdocenten, realistische thema's en een gepast aanwezige begeleiding zorgen voor een goed gevoel. In het werk binnen de gemeente Rotterdam komt de aangeboden scherpte op het snijvlak van het ambtelijk, bestuurlijk en uitvoerende domein van Naleving goed van pas. Deze toegevoegde waarde maakt dat ik met plezier deze leergang heb gevolgd.” Emile Goijvaerts (Gemeente Rotterdam)
“Ik ben er van overtuigd dat mijn deelname aan het leeratelier heeft bijgedragen aan mijn zoektocht naar een nieuwe baan. Een week na de afronding van het leeratelier werd bekend dat ik aan de slag kon als Strateeg Toezicht en Handhaving bij de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Een betere opstap naar deze functie dan het leeratelier had ik me niet kunnen wensen. Ik kijk er naar uit om bij de NEa de kennis die ik bij het leeratelier heb opgedaan te gaan toepassen.” Angelique Hendriks (Nederlandse Emissieautoriteit) 4
Leeratelier Toezicht en Naleving
Invulling van het leeratelier Opbouw en centrale thema’s Het leeratelier bestaat uit tien atelierdagen die om de twee weken plaatsvinden: een introductiemodule, acht theoretische moduledagen van twee dagdelen, twee dagdelen voor de eindopdracht en een slotdag. Tijdens de atelierdagen is aandacht voor relevante vraagstukken en dilemma’s die in vele, zo niet alle, toezichtvraagstukken aan de orde zijn. Om hierop grip te krijgen worden tijdens het leeratelier niet alleen de verschillende soorten toezicht (zoals interbestuurlijk, uitvoerend, ordenend en handhavend toezicht) en hun methodologie uiteengezet, maar wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de mechanismen die in het krachtenveld rondom toezicht van belang zijn; te denken valt aan de relatie tot beleid en politiek, media en beeldvorming over toezicht, trends rondom (zelf-)regulering en de invloed van Europese regelgeving. Daarnaast komen ook de verschillende organisaties die met de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht belast zijn in beeld, zoals gemeenten, inspecties en autoriteiten. Voorafgaand aan iedere module bereiden de deelnemers zich voor aan de hand van de beschikbaar gestelde literatuur. Tijdens de atelierdagen wordt deze besproken en bediscussieerd door de deelnemers met de leermanager en de docenten. Daarnaast zijn regelmatig dagdelen gewijd aan het vergaren en toepassen van kennis aan de hand van actuele, complexe casuïstiek. Het werken met dergelijke gevalstudies biedt de deelnemers de mogelijkheid een in de praktijk gehanteerd toezichtarrangement vanuit verschillende perspectieven te analyseren en te becommentariëren. Toepassen kennis Na de introductiemodule en de theoretische moduledagen wordt er in drie maanden gewerkt aan een eindopdracht. Gedurende de eindopdracht zijn er twee terugkomdagen, waarop de voortgang van de opdrachten wordt besproken in een onderzoekscarrousel. Deelnemers presenteren de onderzoeken en deze worden vervolgens besproken met vier verschillende docenten. De opdracht betreft geen strak omlijnde vraagstelling, maar een casus - meestal in de vorm van een toezichtarrangement - van een toezichtorganisatie of toezichtpraktijk die met uitdagingen, dilemma’s, problemen en kansen geconfronteerd wordt. De uitvoering van de opdracht en de opbouw van het onderzoek wordt intensief ondersteund door de vanuit de NSOB daartoe aangestelde leermanager. Tijdens de slotdag presenteren de groepen hun bevindingen en gaan daarover in gesprek met een panel van docenten en practitioners. Veel van onze alumni hebben zich, mede dankzij het leeratelier, verder ontwikkeld in hun loopbaan en zijn tijdens of na deelname begonnen aan een nieuwe functie.
5
Leeratelier Toezicht en Naleving
Literatuur De literatuur die voor het leeratelier dient te worden bestudeerd is breder dan de ‘standaard’teksten over toezicht. De deelnemers maken kennis met een breed palet van theoretisch interessante invalshoeken zonder dat er direct ‘toezicht’ op staat. Aan het einde van het leeratelier beschikt u vervolgens over een bibliotheek met daarin de relevante literatuur op het gebied van beleid, toezicht en nalevingsvraagstukken. Voorafgaand aan de start van het leeratelier wordt het merendeel van de te bestuderen literatuur digitaal beschikbaar gesteld. Gedurende de bijeenkomsten van het leeratelier zal blijken of naar aanleiding van specifieke discussies uit het leeratelier, of de actualiteit daarbuiten, additionele literatuur verstrekt wordt. Om de inhoud van de literatuur te verankeren, wordt aan het begin van de atelierdag in gesprek met de leermanager specifiek aandacht besteed aan de dilemma’s en praktische betekenis van de inzichten uit de literatuur. De deelnemers kunnen de vragen die daaruit voortkomen inbrengen tijdens de bijdragen van de docenten. Op die manier benaderen we de materie vanuit een praktijkgericht perspectief en worden de deelnemers uitgedaagd bestaande toezichtarrangementen te problematiseren en creatief te zijn in het beoordelen van nieuwe en alternatieve vormen van toezicht. Studiebelasting In het leeratelier worden verschillende methoden ingezet om de stof te behandelen en het leerproces te faciliteren. Om de twee weken vindt een module plaats die twee dagdelen omvat. Ter voorbereiding op de moduledagen worden de deelnemers gevraagd voorbereidende literatuur tot zich te nemen, meestal tussen de twee tot vijf hoofdstukken (zowel Nederlands- als Engelstalig). Daarnaast werken de deelnemers in subgroepen aan de eerdergenoemde eindopdracht. Deze zal naarmate de inleverdatum dichterbij komt meer tijd in beslag nemen dan aan het begin van het leertraject. In totaal zal het leeratelier gedurende negen maanden gemiddeld acht uur per week in beslag nemen, waarbij de moduledagen zijn inbegrepen eens in de twee à drie weken. De doelgroep Het leeratelier is ontwikkeld voor mensen die vanuit een strategische (toezichtontwikkelaars) functie (of dit ambiëren) werkzaam zijn in de toezichtpraktijk, dan wel veel met toezichtorganisaties en toezichthouders te maken hebben en hun bestaande kennis over het samenspel tussen beleid, toezicht en naleving willen verbreden en verdiepen. Het leeratelier richt zich op medewerkers van inspecties, autoriteiten en (gemeentelijke) diensten maar ook op medewerkers die zich vanuit beleid met toezichtvraagstukken van strategische aard bezighouden. Daarnaast staat het leeratelier ook open voor ‘derden’ die vanuit een andere achtergrond specifiek geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen en inzichten in de praktijk van beleid, toezicht en naleving.
6
Leeratelier Toezicht en Naleving
Organisaties van medewerkers die het leeratelier hebben gevolgd Agentschap Telecom Algemene Inspectiedienst Arbeidsinspectie Autoriteit Consument en Markt Autoriteit Financiële Markten College Bescherming Persoonsgegevens CITVD De Nederlandsche Bank G31 Havenbedrijf Rotterdam N.V. IND Zwolle Inspectie Jeugdzorg Inspectie Leefomgeving en Transport Inspectie SZW Inspectie van het Onderwijs Inspectie Veiligheid en Justitie Inspectie voor de Gezondheidszorg Inspectie Werk en Inkomen Inspectieraad KplusV Organisatie Advies
Ministerie van BZK Ministerie van Defensie Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Financiën Ministerie van Financiën Auditdienst Rijk Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van VWS Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit Nederlandse Zorgautoriteit NZA Onderzoeksraad voor Veiligheid
OPTA Ordina Holding BV Provincies Raad voor Accreditatie Rechtbanken Rijksinspectie voor de Archeologie Sociaal Economische Raad Staatstoezicht op de Mijnen TNO UWV
Excellent docentenkorps Uit de wetenschap leverden in de afgelopen edities de volgende hoogleraren bijdragen aan het leeratelier: prof. dr. B.J.M. (Ben) Ale, prof. dr. H.J.G. (Henri) Beunders, prof. dr. M.J.G. (Michel) van Eeten, prof. dr. Ph. (Philip) Eijlander, prof. dr. R.A.J. (Rob) van Gestel, prof. dr. I. (Ira) Helsloot, prof. mr. dr. E.F. (Ernst) ten Heuvelhof, prof. dr. F.L. (Frans) Leeuw, prof. dr. ing. F.J.H. (Ferdinand) Mertens, prof. mr. drs. F.C.M.A. (Lex) Michiels, prof.dr. C.J. (Cor) van Montfort, prof.mr.dr. A.J.C. (Adrienne) de Moor van Vugt, prof. mr. A.T. (Annetje) Ottow, prof. dr. J. (Ko) de Ridder, prof. dr. P.B.M. (Paul) Robben, prof. dr. M.J.W. (Mark) van Twist, prof. dr. B.F. (Frans) van Waarden. Verder telt het leeratelier een rijk docentenkorps uit wetenschap en praktijk, waaronder: dr. M. (Meike) Bokhorst, dr. J.G. (Judith) van Erp, mr. C. (Chris) Fonteijn, dr. H. (Hans) Goedkoop, dr. M.L.P. (Martijn) Groenleer, dr.ir. J. (Jeroen) van der Heijden, dr. M.E. (Marlies) Honingh, dr. E.H. (Edith) Hooge, drs. K.J. (Jorren) Scherpenisse, dr. Th. (Thomas) Schillemans, dr. M.A. (Martijn) van der Steen, dr. E. (Esther) Versluis, drs. P. (Pieter) Welp, dr. C.G. (Karin) van Wingerde, dr. I. (Inge) de Wolf, dr. K. (Kutsal) Yesilkagit. Het rooster voor het Leeratelier Toezicht en Naleving, twaalfde editie is te vinden aan het einde van deze brochure. 7
Leeratelier Toezicht en Naleving
Decanaat en programmamanagement van het leeratelier De opleiding staat onder leiding van de decaan prof. dr. ing. Ferdinand J.H. Mertens. Marij Swinkels MA is als leermanager betrokken bij de inhoudelijke ontwikkeling en organisatie van het leeratelier en de begeleiding van de deelnemers. Over de decaan Prof. dr. ing. Ferdinand (J.H.) Mertens (Wittem 1946) is co-decaan bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) voor toezichtopleidingen. Was Lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (2005 – 2013) en tot 2011 Hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Voorheen o.a. werkzaam geweest als Inspecteur-Generaal van het Onderwijs (1996 – 2000) en als Inspecteur-Generaal van Verkeer en Waterstaat (2000 – 2005). Was eerder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en aanvaardde het ambt met de rede getiteld: Vriendelijk converseren en krachtig optreden; over vakmanschap in de beleidsadvisering (Rotterdam, 1996). Zijn ambt aan de Technische Universiteit Delft aanvaardde hij met de rede Toezicht in een polycentrische samenleving (Delft 2006). In 2011 hield hij zijn afscheidsrede met als titel Vriendelijk converseren en krachtig optreden II; Over de duivelskring van professionalisering – TU Delft (Delft 2011), tevens verscheen bij die gelegenheid Inspecteren, toezicht door Inspecties, SDU Den Haag, 2011. Startdata en inschrijving De opleiding begint met een startbijeenkomst op 2 september 2015. Met bijgevoegd inschrijfformulier kunt u zich inschrijven voor het Leeratelier Toezicht en Naleving. Inschrijfformulieren zijn ook aan te vragen bij de NSOB en te downloaden via de website www.nsob.nl. De uiterste inschrijfdatum voor de opleiding is woensdag 5 augustus 2015. In het geval van overschrijding van het maximaal aantal deelnemers zal de NSOB een selectie maken. Kosten De kosten van het leeratelier bedragen € 7.300,--. Dit bedrag is vrijgesteld van BTW. Het onderwijs vindt plaats bij de NSOB aan het Lange Voorhout 17, 2514 EB Den Haag. Meer informatie Voor meer informatie over het leeratelier of de procedure voor aanmelding kunt u contact opnemen met Sandra Poldermans via 070 302 49 18 of
[email protected].
8
Leeratelier Toezicht en Naleving
Rooster 2015/2016 Data Woensdag 2 september 2015 Startbijeenkomst 9.15 – 17.00
Docent Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens & Marij Swinkels MA (NSOB) [09.15 – 10.00 uur]
Onderwerp Welkom en kennismaking
Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens [10.00 – 15.00 uur]
College I Principiële en universele kenmerken van toezicht
Harry Paul (NVWA), mr. Chris A. Fonteijn (ACM), Emmy Meijers (ODNZKG) [15.00-17.00 uur]
Panel palet van toezicht
Welkomstborrel Woensdag 16 september 2015 (M1) 09.15 – 17.00
Woensdag 30 september 2015 (M2) 09.15 – 17.00
Woensdag 14 oktober 2015 (M3) 09.15 – 17.00
Maandag 2 november 2015 (M4) 09.15 – 17.00
Woensdag 18 november 2015 (M5) 09.15 – 17.00
Prof. dr. Femke de Vries (RUG/DNB) [09.15-12.30]
Dynamiek van toezicht: strategie, interventies en effecten
Prof.dr. Mark J.W. van Twist (NSOB/Erasmus Universiteit Rotterdam) [13.30-17.00]
Toezicht in het multimediale krachtenveld
Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens [09.15-12.30]
Methodologie van het toezicht I; Waarnemen
Drs. Pieter Welp (WRR) [13.30-17.00]
Evaluatie en effecten van toezicht
Dr. Meike Bokhorst (WRR) [09:15-12.30]
Bronnen van legitimiteit voor het toezicht
Dr. Inge F. de Wolf* (Inspectie van het Onderwijs) [13.30-15.30]
Risico-oriëntatie in het toezicht: casus onderwijstoezicht
Dr. Martijn A. van der Steen & drs. K. Jorren Scherpenisse (NSOB) [15.30-17.00]
Casus Ibn Ghaldoun
Dr. Judith G. van Erp en Dr. Karin van Wingerde (Erasmus Universiteit Rotterdam) [09:15 – 15:00]
Effectiviteit van reguleringsen handhavingsstrategieën; toezicht op ondernemingen
Eindopdracht ontwerpopzet [15:00 – 17:00]
Zelfstudie
Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens [09.15-12.30]
Methodologie van het toezicht II; Normeren
Dr. Martijn L.P. Groenleer (TU Delft) [13.30-17.00]
De Europese dimensie van toezicht en naleving
9
Leeratelier Toezicht en Naleving
Woensdag 2 december 2015 (M6) 09.15 – 17.00
Prof.mr.dr. Ernst F. ten Heuvelhof (TU Delft) [09.15-12.30]
Toezicht en strategisch gedrag
Prof.mr.dr. Adrienne J.C. de Moor van Vugt* (Universiteit van Amsterdam) [13.30-17.00]
Toezicht op de financiële sector met als casus de Autoriteit Financiële Markten(AFM)
Prof.dr. Ben Ale (TUDelft)* [09.15-12.30]
Risico’s, risicobeleid en toezicht
Prof.dr. B. Frans van Waarden (Universiteit Utrecht) [13.30-17.00]
Verbinding publiek en privaat toezicht; vormen van coregulering
Prof.dr. Michel J.G. van Eeten (TU Delft) [09.15-12.30]
Fatalisme in politiek en technologie met casus
Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens [13.30-17.00]
Methodologie van het toezicht III; Interveniëren
Woensdag 3 februari 2016 (Feedbacksessie 1) [ochtend dan wel middag]
Carrousel eindopdracht Met: Martijn van der Steen, Ferdinand Mertens, prof.dr. Paul Robben (IGZ) en Jorren Scherpenisse
Bespreking eindopdracht
Woensdag 9 maart 2016 (Feedbacksessie 2) [ochtend dan wel middag]
Carrousel eindopdracht Met: Martijn van der Steen, Ferdinand Mertens, prof.dr. Paul Robben (IGZ) en Jorren Scherpenisse
Bespreking eindopdracht
Woensdag 6 april 2016 (Slotbijeenkomst) 12:00 – 18:00
Prof.dr.ing. Ferdinand J.H. Mertens (dagvoorzitter)
Presentatie eindopdrachten
Woensdag 16 december 2015 (M7) 09.15 – 17.00
Woensdag 6 januari 2016 (M8) 09.15 – 17.00
Jury: Prof. dr. Frans Leeuw Dr. Martijn A. van der Steen, drs. K. Jorren Scherpenisse
* Onder voorbehoud
10