Behoefte Raming Religieus Erfgoed Gelderland 2009
Workshop Kerk zonder geloof Thema Samenwerking tussen religieuze en seculiere partijen in aanpak leegstaande religieuze gebouwen
Programma • Rondleiding in Kruisherenhotel (voormalig kloostercomplex) o.l.v. architect Rob Brouwers van SATIJNplus Architecten • Presentatie over het beleid van de gemeente Breda door Marc Berends, cultureel planoloog • Presentatie over en bezichtiging van Lambertuskerk o.l.v. Vera Hamers, beleidsmedewerker monumentenzorg van de gemeente Maastricht • Discussie o.l.v. Wim Eggenkamp, Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed • Presentatie over het internationale perspectief door professor Thomas Coomans van de Vrije Universiteit Brussel en de Katholieke Universiteit Leuven
Rob Brouwers over het Kruisherenhotel (rondleiding) Voorgeschiedenis De Kruisherenkapel is al meerdere keren herbestemd. Zo heeft het kloostercomplex lange tijd onderdak geboden aan het Rijkslandbouwproefstation. Deze verliet het complex in 1979. Daarna heeft het kloostercomplex ruim twintig jaar leeggestaan. Meerdere pogingen om tot herbestemming te komen strandden. De gemeente Maastricht, die inmiddels eigenaar was, droeg steeds opnieuw gegadigden aan, maar liep tegen harde grenzen aan. Zo was er bijvoorbeeld het plan om een stadsacademie in het complex onder te brengen. Dit liep spaak op de normering voor onderhoudskosten/m2 die in het onderwijs gebruikelijk is. Omgekeerd stelde ook de gemeente zich strategisch op: de nieuwe functie moest de eigen broek kunnen ophouden en zolang zo’n functie niet gevonden was, werd er geen cent uitgegeven aan de restauratie van de gebouwen.
De vonk slaat over Uiteindelijk leidt een toevallige ontmoeting tussen Rob Brouwers en hotellier Camille Oostwegel tot de huidige bestemming. Op een vrijdagavond in het jaar 2000 zetten zij de eerste lijnen neer voor een hotelfunctie. In het proces dat daarop volgt, dragen de volgende zaken bij aan een constructief proces: • Een eerste consultatieronde om draagvlak te verwerven vindt plaats op basis van globale lay-out schetsen, zodat er ruimte is voor de inbreng van randvoorwaarden van de verschillende belanghebbenden.
Leegstand religieuze gebouwen
Workshop Kerk zonder geloof /2 • De lokale Monumentencommissie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staan in principe positief tegenover een hotelfunctie. Zij formuleren een set principes en uitgangspunten die gedurende het herbestemmingsproces steeds als toetssteen kunnen dienen. Een van de uitgangspunten is bijvoorbeeld dat kleinschalige functies in het klooster onderdak moeten krijgen en de grootschalige in de kapel. • Hotellier Oostwegel legt eveneens zijn randvoorwaarden neer in vrij globale termen: er moeten minimaal 60 hotelkamers worden gerealiseerd. • Deze uitgangspunten laten veel ruimte voor de invulling van het ontwerp. Het is aan de ontwerper om creatieve oplossingen te vinden om binnen de randvoorwaarden te blijven. Zo zijn uiteindelijk op de plek van het voormalige fietsenhok nog een aantal kamers gerealiseerd in een nieuwbouwelement van Cortenstaal. Dit nieuwbouwelement is ingegraven om de bouwhoogte zo laag mogelijk te houden. • De gemeente stelt zich constructief op en past het bestemmingsplan aan. • Het ontwerp groeit gaandeweg en alle betrokkenen kunnen overweg met deze werkwijze. Het hotel werd in 2005 geopend.
Verrassing als ontwerpkracht Het uiteindelijke ontwerp kent tal van verrassingen doordat de monumentale waarden steeds als uitgangspunt zijn genomen, maar ook de moderne tijd moest worden toegelaten. Zo is iedere hotelkamer anders om de ruimte in het klooster zo optimaal mogelijk te benutten. Er is zelfs een hotelkamer waar je binnenkomt door de badkamer. In de kapel zelf is de lichtinval als uitgangspunt genomen voor de inrichting. Zo schijnt de opkomende zon op het ontbijtbord en kan de namiddagzon de zaal nog steeds in vuur en vlam zetten. Het interieur is een mix van overblijfselen uit het religieuze verleden en moderne toevoegingen. Sporen van eerdere functies en aanpassingen die tijdens eerdere restauraties zijn aangebracht, hebben een plek gekregen in het nieuwe ontwerp. Om vierkante meters te genereren zijn in de kapel meerdere inbouwelementen ingebracht, grotendeels reversibel. Zo is er weliswaar een indrukwekkende koperen entreepartij gemaakt, maar de originele deuren zijn netjes gerestaureerd en opgeslagen. Hoewel het ontwerp van meet af aan werd geroemd en er veel belangstelling was om in het hotel te overnachten, kreeg het Kruisherenhotel in eerste instantie slechts 1 ster omdat niet werd voldaan aan een aantal richtlijnen. Inmiddels zijn de richtlijnen
Verrassing als ontwerpkracht
Workshop Kerk zonder geloof /3 gemoderniseerd en heeft het hotel 4 sterren.
Marc Berends over het gemeentelijk beleid van Breda (presentatie) Belang gemeente Religie was heel wezenlijk voor de ontwikkeling van Breda en heeft de stadsopbouw sterk bepaald. In de historische kern bevonden zich 27 religieuze bouwwerken. Daarvan zijn er 12 gesloopt. 7 gebouwen zijn herbestemd. Van de resterende 8 gebouwen hebben er inmiddels 4 een niet-religieuze nevenfunctie. Stadsbreed telde Breda zo’n 200 religieuze bouwwerken. Hiervan zijn er inmiddels 51 gesloopt.
Weet waar jouw belang ligt In 1997 groeit de publieke verontwaardiging en daarmee de politieke interesse. De afdeling Monumentenzorg krijgt opdracht van de gemeenteraad een ‘kerkenboek’ van alle 21 rooms-katholieke kerken op te stellen. Bij alle kerkgebouwen is onder meer gekeken naar de monumentaliteit, naar de formele planologische en praktische mogelijkheden, naar de bouwkundige mogelijkheden en de liturgische gebruikswaarde. Het kerkenboek is ingezet als ondersteuning in de gesprekken met het bisdom over behoud, herbestemming en sloop: “Als gemeente moet je eerst goed weten wat jij zelf wilt”. Tien jaar later is het kerkenboek aan vervanging toe. Ook de PKN stoot kerken af en in de monumentenzorg doet de gebiedsgerichte monumentenzorg zijn intrede. De gemeenteraad stelt een nieuwe erfgoedvisie vast, ‘Erfgoed in Context’. Het begrip ‘identiteit’ staat hierin centraal. Om de Bredase identiteit vorm te geven wordt culturele planologie geïntroduceerd, wordt het publiek er meer bij betrokken (inbreng heemkundekringen), krijgt inventarisatie een plek aan de basis van beleid, en wordt een erfgoedmeetlat ontworpen als onderlegger voor beschermingsmaatregelen. Omdat Breda een nieuwe golf voorziet van af te stoten kerkgebouwen is een nieuwe inventarisatie gestart. Hierbij zijn 110 bouwwerken onderzocht, waarvan een groot aantal ook langs de nieuwe erfgoedmeetlat is gehouden. Op basis van die inventarisatie zijn 15 objecten gecategoriseerd als ‘monumentaal’ (vooral wederopbouw). Daarnaast is van 14 objecten de ontwikkelingspotentie vastgesteld (SWOT-analyse). De analyse is recent afgerond en nog niet gedeeld met de betreffende kerkgenootschappen.
Weet waar je belang ligt
Workshop Kerk zonder geloof /4 Vera Hamers over de Lambertuskerk (presentatie en bezichtiging) Bouwkundige problemen De Lambertuskerk was de eerste kerk buiten de stadsmuren van Maastricht en is gebouwd op een instabiele ondergrond (karststructuren). Bovendien staat de kerk met één pijler in een voormalige vestinggracht. Hoewel deze problemen vooraf bekend waren, is de kerk toch gebouwd. Al snel ging het koepelgewelf zich zetten. In 1933 moest een eerste grote ingreep worden gedaan om de veiligheid te garanderen, in 1977 volgde een tweede restauratie en in 2004 noodherstel. Sinds 1985 is de kerk uit veiligheidsoverwegingen gesloten. In 2009 is begonnen met de huidige restauratie. De kosten hiervan bedragen 12,5 miljoen euro. Een groot deel daarvan wordt aangewend om een nieuw fundament te leggen onder de kerk.
Restauratie zonder functie Reden waarom de kerk nog niet is gesloopt is de grote betrokkenheid van de buurt. Omwonenden hebben een zeer actieve steunstichting opgericht. In 2003 hebben vervolgens het bisdom, de parochie en de gemeente een prijsvraag uitgeschreven. Er werden acht plannen ingediend, waarvan er twee nader zijn uitgewerkt: een overdekte begraafplaats en een kantoor voor corporatie Servatius. Op basis hiervan besluit Servatius de kerk aan te kopen. De crisis op de kantoormarkt slaat echter een gat in de financiële buffers van Servatius en ook de misstanden bij andere corporaties maken dat het draagvlak onder het risicovolle project wegvalt. Inmiddels is de restauratie in volle gang, maar is er nog steeds geen nieuwe functie.
Kerk zonder geloof; discussie o.l.v. Wim Eggenkamp Wat mag of wat kan er in de kerk? Een bestemming als kantoor doet volgens een aantal aanwezigen geen recht aan de publieke functie die een kerk altijd heeft gehad. Wat dat betreft heeft de crisis bij de Lambertuskerk gelukkig een spaak tussen de wielen gestoken. Anderen brengen daar tegenin dat je niet overal een cultuurtempel in onder kunt brengen. Een school dan, zoals in Hengelo? Kan, maar in Maastricht moeten ze van 40 basisscholen terug naar 20. Bij het biënnale-onderzoeksatelier Paterskerk Eindhoven is de vraag wat mag/niet mag niet leidend. De orde die de kerk bezit staat open voor de vraag wat er kan en hoe daarmee een meerwaarde kan worden gecreëerd voor de stad. De ruimtelijkheid van de kerk en de stedenbouwkundige structuur bieden wat dat betreft volop
Nieuw fundament nodig
Workshop Kerk zonder geloof /5 mogelijkheden. Een wethouder uit het Gelderse Rivierengebied grijpt in. In de Randstad zal het allemaal wel lukken. Maar in andere delen van Nederland zwaait ‘krimp’ de scepter. Hoe daar te handelen? Het voorbeeld van het plaatsje Buren wordt aangehaald. Hoewel de gemeente nu in problemen verkeert, heeft het stadje hoogtijdagen beleefd doordat het in een tijd van grootschalige sloop en vernieuwing juist alle oude bouwvallen in de kern heeft opgekocht en gerestaureerd. Toen het tij keerde was die historische kern het startkapitaal waarmee Buren weer rijk werd. Hoe vertaalt dat zich naar het nu? Wellicht kunnen gemeenten ook nu overwegen anti-cyclisch te investeren en kunnen zij functies die zich nu in de rafelrand bevinden terugplaatsen in de waardevolle bebouwing in de kern. Ook de mogelijkheden van tijdelijk gebruik zouden verder moeten worden verkend: “Let it snooze.” Door tijdelijk gebruik krijgen nieuwe ideeën de kans om op te bloeien. Vaak komen de beste ideeën uit de directe omgeving, zo blijkt in de praktijk. Toch is het in diezelfde praktijk (nog) niet gebruikelijk om veel ruimte te bieden aan initiatieven van onderop.
Wie heeft belang en wie neemt het initiatief? De overheid niet is de algemene opvatting in de discussie. Die laat de bal liggen bij de eigenaar, of legt ‘m neer bij het publiek. Corporaties dan? Een herbestemming van een monument leidt tot waardestijgingen van 10 tot 15% van het vastgoed in de directe omgeving. Een corporatie die daar bezit heeft, kan daarmee de onrendabele top financieren/verantwoorden. Nee, is de reactie van Servatius: de kasstromen van corporaties zijn dusdanig dat de banken geen financiering geven. Dus ook een corporatie neemt het risico alleen als er een dekkend business model onder een herbestemming ligt. Moet de RKK, of de PKN de rekening betalen? Kan niet, weten de deelnemers aan het biënnale-onderzoeksatelier ‘kerkencluster Zaanstreek’. De financiële positie van de kerkgenootschappen is verre van rooskleurig. Sterker, binnen 8 jaar zal er in een groot aantal gevallen niet meer genoeg geld zijn om de kerken winden waterdicht te houden. Het publiek dan? De Lambertuskerk heeft een betrokken achterban. Maar halen we voldoende op met de huidige inzamelingsacties. In de museumsector kun je bijvoorbeeld een vierkante decimeter adopteren van een te restaureren schilderij. Is crowdfunding een optie?
Dekkende business case
Workshop Kerk zonder geloof /6 Nadrukkelijk wordt er voor gepleit om de burger meer bij het vraagstuk van herbestemming te betrekken: “Biedt ruimte voor initiatief van onderop.” Maar omwonenden hebben niet altijd de verheffende rol die zij zichzelf toedichten bij het behoud van kerken, wordt tegengeworpen. Regelmatig sneuvelen plannen omdat de initiatiefnemer twijfelt aan het draagvlak en het risico op tijdverlies en rentederving niet kan en niet wil nemen. En Europa? Kan die niet meer bijdragen? Op mondiale schaal is de ‘ouderdom’ van Europa een concurrentiefactor van belang met de opkomende kenniseconomieën. Dat zou voor Europa een reden moeten zijn om te willen investeren in behoud en herbestemming van Erfgoed. Wim Eggenkamp geeft aan dat dit incidenteel al wel gebeurt, maar dat we van de mogelijkheden die Europa biedt nog veel te weinig gebruik maken. Daarop wordt aangevuld dat er onlangs een internationaal netwerk is opgericht om de kerkenproblematiek in Europa op de kaart te zetten en om kennisuitwisseling mogelijk te maken. Lilian Grootswagers is in Nederland de contactpersoon voor dit netwerk, Future Religious Heritage, the European network for historic places of Worship (
[email protected]). Samenvattend zijn er vier belanghebbenden te onderscheiden. Door een match tussen deze belangen moet de oplossing worden gevonden: • Huurders met hinderrecht (het kerkgenootschap dat juridisch eigenaar is) • De manager van de vastgoedportefeuille (bv Bisdom) • De omwonenden • De overheden (lokaal, regionaal, provinciaal en Europees)
Hoe maak je de afweging? En mag sloop ook? Uiteindelijk zal een afweging moeten plaatsvinden tussen de belangen van bovenstaande belanghebbenden. Aan het begin van een afwegingsproces moeten de belangen in kaart worden gebracht en afgepeld tot op de essentie: “De ėėn kijkt vanuit het gebouw, de ander redeneert vanuit de plek.” Voor de gemeente Breda is het echter een bewuste keuze geweest om de inventarisatiefase alleen te doorlopen en niet in gezamenlijkheid met de kerkgenootschappen. De gemeente wilde een objectief oordeel als onderbouwing van het maatschappelijke erfgoedbelang dat zij vertegenwoordigt. Pas nu de gemeente zelf goed in beeld heeft wat ze wil bereiken, wordt het gesprek aangegaan met de kerkgenootschappen. Kan sloop ook de uitkomst zijn van zo’n gesprek? Ja, zegt de gemeente Breda. De eigen inventarisatie die is uitgevoerd biedt
En mag sloop ook?
Workshop Kerk zonder geloof /7 hiervoor mogelijkheden. Als een gebouw onvoldoende heeft gescoord op de erfgoedmeetlat, zal de gemeente sloop niet tegenhouden: “Waar de oude monumentenzorg geen grens trok, doen wij dat wel.” Maar misschien is sloop niet nodig. Als er consensus is over de hopeloosheid van een casus, zo merkt iemand anders op, dan is er ruimte voor onorthodoxe initiatieven.
Thomas Coomans met een internationaal perspectief (presentatie) In de syllabus die aan het begin van de workshop is uitgereikt is een internationaal vergelijk opgenomen over onder meer de aantallen kerken die leegstaan en de bestaande ondersteuningsstructuren. Thomas Coomans schetst een beeld hoe in het buitenland wordt omgegaan met vrijkomende religieuze gebouwen. De protestantse en Angelsaksische landen lijken daarbij verder dan de van origine rooms-katholieke landen. Zo zijn de bisdommen in België pas net de schaamte voorbij om te erkennen dat er kerken leegstaan.
Vier mogelijke vormen van herbestemming Coomans onderscheidt vier mogelijke vormen van herbestemming, geïllustreerd met voorbeelden uit onder meer België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Amerika en Canada: • Privatisering, zoals een hotelfunctie, appartementen, kantoren, winkels e.d. Volgens Coomans is dit een verre van ideaal alternatief: “Het gaat om m2 realiseren in een m3 gebouw. Dan verlies je per definitie kwaliteit”. • Semipubliek/vaak monofunctioneel, zoals een sporthal of evenementenlocatie. Volgens Coomans kunnen deze functies met respect voor de ruimtelijke beleving worden ingepast, maar hebben ze onvoldoende draagkracht voor het onderhoud van het kerkgebouw. • Publiek/monofunctioneel, zoals een bibliotheek, concertzaal of museum. Veelal een mooie oplossing, maar het aantal publieke functies is op enig moment eindig. • Medegebruik en gedeeld gebruik, dat is volgens Coomans de toekomstige weg. In Groot-Brittannië kun je een markt, een postkantoor en een soos naast elkaar aantreffen in een kerk. Medegebruik kan ook oecumenisch: de ene geloofsbelijdenis in het schip, de ander in de zijkapel. In alle gevallen moet sloop worden vermeden, is zijn betoog. Sloop is traumatisch en laat een lege plek achter, ook al bouw je er iets voor terug. De gesloopte kathedraal in Luik is een collectief gebrek aan herinnering.
Internationaal perspectief
Workshop Kerk zonder geloof /8 Coomans wijst tot slot op het internationale netwerk dat al eerder ter sprake kwam: Future Religious Heritage, the European network for historic places of Worship. Doel van dit netwerk is: • Kennis delen (over technisch beheer, maar ook innovaties als zonnepanelen op het dak) en voorbeeldprojecten ontsluiten • Projecten initiëren • Agenderen van de kerkenproblematiek in Europa
Conclusie: Kiezen én delen
De deelnemers aan de workshop komen tot de volgende slotconclusie, gedragen door een groot deel van de aanwezigen: Het is kiezen en delen en wel NU. • Er moeten in dialoog met elkaar keuzes worden gemaakt; behoud met een religieuze functie, herbestemming, maar ook sloop is één van die keuzes. Sommige casussen zijn hopeloos. Dit etiket kan uiteindelijk de redding betekenen omdat daardoor ruimte ontstaat voor onverwachte en ondenkbare oplossingen. • Voor die kerken die we willen behouden, moeten we als kerkelijke en niet-kerkelijke gemeenschap de verantwoordelijk heid delen. • ‘Samenwerking’ is een sleutelbegrip, evenals ‘initiatieven van onderop’.
Invulling workshop: Erfgoed.nu (www.erfgoed.nu) Lilian Grootswagers en Joyz Frijters
Verslaglegging: Machteld LInssen (RCE) in samenwerking met Erfgoed.nu
Samenwerking als sleutelbegrip