LEEFBAARHEID & KLEINE SCHOLEN Indy (10) “Ik kan van iedereen de namen opnoemen”
Voortbestaan kleine scholen van belang voor leefbaarheid dunbevolkte gebieden.
Inhoudsopgave Inleiding
2
Wat is een kleine school?
2
Dreigende sluiting van kleine scholen
3
Keuzevrijheid Waarom niet op een kleine school Waarom wel op een kleine school
4 4 4
Leefbaarheid en Naoberschap Leefbaarheid Naoberschap
5 5 6
CDA gedachtengoed Publieke gerechtigheid Rentmeesterschap Gespreide verantwoordelijkheid Solidariteit
6 6 6 6 6
’n Baoken, Agelo Verantwoordelijkheden Omgang met elkaar
7 8 8
Dorp of kern zonder kleine basisschool
9
Conclusie
9
Bronnen
10
CDA Talent Academie, mei 2015 Bouwien G.J.H. Rutten Statenlid CDA Overijssel medeoprichter Stichting Behoud kleine scholen
1
Voortbestaan kleine scholen van belang voor leefbaarheid dunbevolkte gebieden Inleiding De reden waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen is omdat ik graag wil toelichten wat een kleine school toevoegt aan de leefbaarheid van een kleine kern en/of gemeenschap. Al meerdere jaren is er een discussie gaande over de toegevoegde waarde van een kleine school aan een gemeenschap. Er zijn verschillende opvattingen waarbij de een stelt dat een kleine school wel degelijk bijdraagt aan de leefbaarheid van een dorp, terwijl de ander stelt dat de aanwezigheid van een school niet van belang is voor de leefbaarheid van een dorp. Gezien het feit dat er weinig onderzoeken zijn gedaan naar de combinatie leefbaarheid en de aanwezigheid van een kleine basisschool in een dorp, denk ik dat mijn paper van toegevoegde waarde kan zijn betreffende dit onderwerp. In mijn paper zal ik een concreet voorbeeld van een kleine school in een buurtschap omschrijven om vervolgens een helder beeld te krijgen van mijn eindconclusie. In dit voorbeeld zullen de uiteenlopende meningen van jonge en oudere inwoners en (oud)leerlingen aan bod komen. In mijn paper zal ik toelichten hoe een gemiddelde kleine school is opgebouwd qua structuur (leerlingen, team, ouders). Waardoor het duidelijk wordt wat de kleine school bijdraagt in het kader van leefbaarheid. In mijn paper zal ik toelichten waar de term leefbaarheid voor staat vanuit de zienswijze van inwoners van kleine kernen, dorpen en buitengebied.
Wat is een kleine school?
Alle basisscholen tot aan 145 leerlingen vallen onder de noemer kleine school, ongeacht waar zij gevestigd zijn. Deze kleine school kan behoren tot een overkoepelend orgaan (doorgaans een stichting), maar kan ook zelfstandig aangestuurd worden.
2
Dreigende sluiting van kleine scholen
Begin 2013 dreigde er sluitingen van veel kleine basisscholen vanwege een negatief advies van de Onderwijs Raad. Zij gaven in februari 2013 het Ministerie van OCW het advies de norm van het leerlingenaantal te verhogen van 23 naar 100 leerlingen. In hun publicatie Grenzen aan kleine scholen, stelden zij dat door de toenemende krimp en dalende leerlingaantallen, klassen en scholen kleiner worden. Met als gevolg dat de onderwijskwaliteit onder druk komt te staan. De Onderwijsraad deed de aanbeveling om het aantal kleine scholen te beperken en de opheffingsnorm en de bekostiging te herzien. Staatssecretaris Sander Dekker nam dit advies van de Onderwijsraad betreffende de opheffingsnorm destijds niet over, maar was wel voornemens de kleinescholentoeslag te beëindigen. Deze kleinescholentoeslag is van toepassing voor basisscholen tot 145 leerlingen en een noodzakelijke bekostiging om voort te bestaan. Kleine scholen zijn duurder. Voor een leerling op een kleine school met 23 leerlingen betaalt de overheid bijna drie keer zoveel als voor een leerling op een gemiddelde school met 225 leerlingen (Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, 2012). Onderwijsbesturen geven aan dat ook zij financiële middelen minder efficiënt kunnen inzetten op de kleinere scholen (Vrielink, Jacobs & Hogeling, 2010). Ten gevolge van dit negatieve advies van de Onderwijsraad in 2013 hebben politieke partijen zoals het CDA, CU, SGP en D66 diverse moties ingediend om de kleine school te behouden. Stichting Behoud kleine scholen werd opgericht en door verschillende acties met ouders en kinderen vanuit het hele land wisten zij de boodschap over te brengen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Staatssecretaris Dekker. PvDA diende een voorstel in voor het behoud van de laatste kleine school in een dorp en een experimenteel plan van de Cooperatie kleine scholen, het beheren van een eigen dorpsschool. Staatssecretaris Dekker stelde zijn plan bij en de kleinescholentoeslag werd behouden. Wel met dien verstande dat samenwerken tussen kleine basisscholen gestimuleerd wordt. Het plan van de Coöperatie Kleine scholen werd niet realistisch bevonden. Ook is de kwaliteit van een kleine basisschool langere tijd een onderwerp van discussie geweest. Men stelde dat kleine scholen vaak zwak waren en moeilijker de rol van sociale ontmoetingsplaats voor leeftijdsgenoten kunnen waarmaken. Onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs in 2012 wees niet uit dat er een verband is tussen krimp en een lagere kwaliteit van het onderwijs. In het onderzoeksrapport Handvatten voor effectief onderwijs in kleine scholen geven M. Faber, S. Van der Horst en A. Visscher van Universiteit Twente hun visie.
3
Keuzevrijheid
Er zijn tal van redenen te bedenken waarom een ouder zijn of haar kind niet of wel op een kleine basisschool onderwijs wil laten genieten. Ook bij inwoners van de kleine kernen gaat bij de uiteindelijke aanmelding op de basisschool een doordachte keuze aan vooraf. Het is niet meer, zoals in vroegere tijden, een vanzelfsprekendheid dat jonge ouders in kleine kernen hun kinderen op de daar aanwezige kleine school plaatsen. Tenslotte is een school in een volgend dorp of stad doorgaans ook goed bereikbaar. Een aantal redenen om juist wel of niet voor een kleine school te kiezen. Deze redenen zijn gebaseerd op gesprekken met ouders woonachtig in dunbevolkte gebieden.
Waarom niet op een kleine school
Redenen waarom ouders niet kiezen voor het plaatsen van hun kind op de aanwezige kleine school: 1. Pestgedrag door mede leerlingen in de periode dat ouders zelf leerling waren. 2. Beperkte keuze voor vriendschappen. 3. Bereikbaarheid (drukke doorgaande weg oversteken).
Waarom wel op een kleine school Redenen waarom ouders wel kiezen voor het plaatsen van hun kind op de aanwezige kleine school: 1. Veel individuele aandacht voor het kind. 2. Pestgedrag wordt eerder gesignaleerd door kleinschaligheid. 3. Omgang met alle leeftijden. Kleine kinderen zijn niet angstig voor oudere kinderen. Oudere kinderen leren beter om te gaan met jongere kinderen en tonen instinctief verantwoordelijkheidsgevoel. 4. Kleinschalig boven grootschalig. 5. Goede bereikbaarheid 6. Ouders zijn zelf leerling geweest op de aanwezige kleine school. De schoolkeuze van ouders voor hun kinderen is altijd weloverwogen. Er moet te allen tijde een keuzemogelijkheid zijn. Niet alleen voor ouders en kinderen in stedelijke gebieden, maar zeker ook in dunbevolkte gebieden.
4
Leefbaarheid en Naoberschap Een tweetal thema’s welke ik specifiek toelicht in dit paper zijn Leefbaarheid en Noaberschap Inwoner (82) kleine kern “De kleine school bestaat hier bijna 100 jaar. Wanneer ze ‘m dicht doen, gaat ie nooit meer open! En de volgende generaties dan? ”
Leefbaarheid
De mate van leefbaarheid geeft aan hoe aantrekkelijk een gebied is om te wonen, te werken en te leven. Om het buitengebied aantrekkelijk te houden voor bewoners, is het van belang dat er faciliteiten geboden worden voor alle inwoners, jong en oud. Jonge mensen, zodat zij overtuigd raken om te gaan wonen in het buitengebied. Oudere mensen , zodat zij zo lang mogelijk kunnen blijven in hun natuurlijke woonomgeving. Leefbaarheid is een opgave zowel in de dunbevolkte gebieden. De effecten van krimp worden steeds meer voelbaar. Om de leefbaarheidsgraad te bereiken dat inwoners in de dunbevolkte gebieden prettig kunnen wonen, werken en leven is het volgende van belang.
1. Bereikbaarheid en mobiliteit Een kleine school is van toegevoegde waarde voor het bieden van faciliteiten in de woonomgeving van jonge gezinnen. Wanneer er een school op fietsafstand is men eerder geneigd te wonen en te leven in kleine kernen of het buitengebied, waardoor onder andere de zorg voor ouderen die in de nabijheid wonen of kunnen verblijven vanzelfsprekender is. Veel jonge gezinnen in dunbevolkte gebieden hebben Inwoonster kleine kern (72) : tevens veel te maken met mantelzorg, namelijk inwonende “Mijn man is jaren geleden ouders. Ouderen blijven in dunbevolkte gebieden vaak zo overleden. Het is zo gezellig al lang mogelijk wonen op de plek waar zij geboren en die schoolgaande kinderen getogen zijn. dagelijks te horen en te zien. Doordat zij doorgaans de mogelijkheden hebben om Geregeld sta ik bij school om woonruimte te delen met hun volwassen kinderen, is dit mijn jongste kleinkinderen op mogelijk. Ook biedt dit mogelijkheden voor praktische te halen. opvang van schoolgaande kinderen. Wanneer een basisschool niet middels eigen fiets te bereiken is voor schoolgaande kinderen, kan dat als consequentie hebben dat ouders dagelijks meerdere keren hun kinderen moeten vervoeren. Goed en frequent openbaar vervoer is in kleine kernen en buitengebied geen vanzelfsprekendheid, waardoor de bereikbaarheid afhankelijk wordt van eigen vervoer.
5
2. Sociaal ontmoetingspunt Wanneer je de term leefbaarheid definieert in combinatie met de aanwezigheid van een kleine school in een buurtschap en/of dorp, zijn de volgende onderdelen van toepassing welke leefbaarheid kunnen vergroten: De kern heeft een centraal ontmoetingspunt, een kleine school kan deze rol vervullen. -‐ Een centraal middelpunt van een kern zorgt voor herkenning en binding tussen inwoners. -‐ Een centraal ontmoetingspunt met een bepaalde frequentie geeft onderlinge binding welke zorgt voor een basis van samenhang binnen een samenleving. Een sociaal ontmoetingspunt stimuleert de initiatieven van inwoners.
Naoberschap
Inwoners van een kleine kern, buurtschap of dorp kennen het zogeheten noaberschap. De Een vader en tevens inwoner van een kleine gezamenlijke noabers (buren)hebben de kern met 2 kinderen op een kleine verplichting hun noabers bij te staan in raad en basisschool “ Naoberschap is niet iets wat je daad indien dat nodig is. Van oudsher is dit een van de buitenkant herkend, maar leer je ongeschreven regel, welke wordt gestimuleerd in langzaam herkennen en waarderen. Je gaat er met plezier in mee.” het onderwijs op de kleine basisschool in de gemeenschap. Naoberschap is anno 2015 een streven voor de bevolking van heel Nederland volgens Minister President Rutten en zijn gevolg. Het zorgt voor saamhorigheid, binding, delen van verantwoordelijkheden, kortom, een sterke gemeenschapszin.
CDA gedachtengoed
Waar het CDA gedachtengoed terug te vinden is in het behoud van kleine scholen. Publieke gerechtigheid is van toepassing vanwege de ruimte die het CDA wil laten aan de samenleving om zich te ontplooien en verantwoordelijkheid te nemen. Daarvan is Naoberschap een prachtig voorbeeld. Ook is de overheid het volgens deze CDA gedachte verplicht het eigen karakter te respecteren van een samenleving. Rentmeesterschap sluit aan doordat we volgens de CDA gedachte een opdracht hebben om de samenleving dusdanig achter te laten dat ook volgende generaties deze als een waardevolle samenleving ervaren. Gespreide verantwoordelijkheid komt voort uit een krachtige samenleving. Verantwoordelijkheid wordt eerst bij een samenleving gelegd alvorens de overheid er zorg voor draagt. Solidariteit is een bewustzijn van saamhorigheid en bereidheid consequenties daarvan te dragen volgens De politieke filosofie van de christen democratie volgens H.E.S. Woldring. Deze is heel duidelijk uit het in het paper omschreven voorbeeld van kleine school ’n Baoken te herleiden. Kortom, het behoud van kleine scholen past in alle opzichten uitstekend bij het gedachtengoed van de CDA .
6
’n Baoken, Agelo Aan de hand van een concreet voorbeeld, kleine basisschool ’n Baoken te Agelo (Overijssel), wil ik graag toelichten wat de aanwezigheid van een kleine basisschool kan bewerkstelligen binnen een gemeenschap. Basisschool ’n Baoken , Agelo (Overijssel) Buurtschap Agelo is gelegen in de provincie Overijssel. Agelo telt ±550 inwoners. In de buurtschap zijn sinds de jaren 70 geen winkels meer. Wel heeft de buurtschap een café-‐restaurant waar tevens lokale evenementen plaatsvinden zoals carnaval, een actieve klootschietvereniging, een actieve carnavalsvereniging, en een 30tal ondernemers verspreid door de gehele buurtschap. De buurtschap is uitgestrekt over 5 vierkante kilometers. De basisschool staat aan de rand van de kern. In de kern staan een 12tal woonhuizen , enkele boerderijen en het café-‐restaurant. In 2014 is er een kapel gebouwd door lokale inwoners, gefinancierd door vrijwillige bijdrages van inwoners en ondernemers. De basisschool, genaamd ’n Baoken, is gevestigd in een klein schoolgebouw bestaande uit 3 lokalen en een tweetal kleine ruimtes voor het onderwijsteam en specifieke werkopdrachten in kleine groepjes. Het aantal leerlingen bedraagt gemiddeld 40 leerlingen per schooljaar. Dit aantal is sinds de start van de school (80 jaar geleden) redelijk stabiel. De afgelopen jaren is er een kleine terugloop gaande, naar verwachting is deze voor de aankomende jaren gestabiliseerd. De inwoners van de buurtschap Agelo bestaat grotendeels uit bewoners die geboren en getogen zijn in de nabije regio. Zij zijn bekend met de kleine school en hebben daar zelf ook onderwijs genoten. Kijkend naar de herkomst van de leerlingen zie je daarin een kleine kentering. De afgelopen jaren is het percentage leerlingen, welke niet afkomstig zijn uit buurtschap Agelo, toegenomen. Ouders uit nabije dorpen of steden kiezen bewuster voor de vorm van onderwijs van hun kind. De dichtstbijzijnde basisschool in Ootmarsum (2 kilometer) is een basisschool met ruim 500 leerlingen. De basisschool in Agelo telt gemiddeld 40 leerlingen. Deze leerlingen zijn onderverdeeld in 8 groepen, zoals iedere reguliere basisschool. Met dat verschil dat de groepen samengevoegd zijn in 3 klassen. De basisschool behoort tot scholengemeenschap ATOL en Een oud-‐leerlinge (16 jaar). “ Ik had wel eens naar de valt onder, overkoepelend orgaan, stichting KONOT nabijgelegen stad naar de Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente. In 2014 is de basisschool gewild. Het leek KONOT gestart met nieuwe samenwerkingsvormen van mooier en spannender. Achteraf maximaal 4 scholen behorend tot 1 directie. Met als ben ik blij met onze kleine school. gevolg dat de overkoepelende stichting overheadkosten Ik heb daar heel veel creatieve kan besparen, krachten kan bundelen en teamleden vrijheid gekregen.” flexibeler kan inzetten. Kennis wordt op een eenvoudige en doeltreffende wijze gedeeld door alle teamleden van de vier scholen behorend tot de scholengemeenschap.
7
Verantwoordelijkheden Voor de ouders van leerlingen van de kleine basisschool ’n Baoken is een belangrijke rol weggelegd. Doordat de kleine school zo dicht in de gemeenschap staat, hebben zij hun eigen verantwoordelijkheden. Een aantal ervan worden hier benoemd. • • • • • • • • • • • •
Maandelijks verzamelen van oud papier in de gehele buurtschap. De opbrengst wordt gebruikt voor de kinderen. Het onderhouden van de omliggende tuin. Snoeien en onkruid wieden. Brigadieren op oversteekpunt nabij school. Organiseren van kindercarnaval. Organiseren van diverse activiteiten gedurende het hele schooljaar. Wekelijks op vrijdagmiddag met de kinderen koken. Jaarlijks buiten de kerstboom plaatsen Vrijwilligersfeest (waar blijkt dat ook inwoners zonder schoolgaande kinderen veel bijdragen aan de buurtschap) Koningsdag met alle inwoners van de buurtschap Sportdagen Pinksterbruidjes en nog veel meer….
Een jonge vrouw (26) zonder kinderen, samenwonend met een dorpsbewoner “ In eerste instantie zag ik niet de samenhang met de kleine school en leefbaarheid, ik kom hier niet vandaan. Maar als ik er bij stil sta, realiseer ik mij dat ik door deze b asis binnen de gemeenschap zo snel een sociaal leven heb opgebouwd.”
De terugkerende structuur van al deze activiteiten zorgen voor een vast ritueel van onderling contact tussen de inwoners en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheden. Door alle activiteiten komen inwoners elkaar structureel tegen en vieren zij gezamenlijk speciale dagen. Dit voorkomt eenzaamheid voor ouderen inwoners en alleenstaande maar versterkt ook de zelfredzaamheid.
Omgang met elkaar Op kleine school ‘n Baoken worden kinderen vanaf groep 1 betrokken bij het jaarlijkse school carnaval. Alle kinderen vanuit alle groepen worden, begeleidt door hun meester of juf, betrokken bij zang en dans optredens voor een jaarlijkse middag waarbij vrijwel alle inwoners van de gemeenschap samen komen. Doordat zij al zo jong op het toneel staan kennen zij geen podiumvrees. Niet op de basisschool, niet Leerling Indy (10) uit groep 7 van kleine wanneer ze het vervolgonderwijs in gaan. school ‘n Baoken “ Kinderen uit groep 1 spelen met kinderen uit groep 8. Ik kan van iedereen de namen opnoemen. ”
8
Dorp of kern zonder kleine basisschool
De enkele onderzoeken die er zijn gedaan naar de connectie leefbaarheid en de kleine basisschool in een kern, geeft niet per definitie aan dat de aanwezigheid van en kleine school bijdraagt aan de leefbaarheid. Toch durf ik stellig te beweren dat zonder alle genoemde activiteiten in het voorbeeld van ’n Baoken in Agelo de leefbaarheid terugloopt in de betreffende kern wanneer de basisschool verdwijnt. Dit voorbeeld is op veel kernen in dunbevolkte gebieden van toepassing. In het onderzoek “ Leefbare dorpen zonder basisschool” van Partoer, Fries bureau voor sociaal economische vraagstukken concluderen de onderzoekers dat er weinig concrete verschillen te benoemen zijn tussen de dorpen met school, zonder school of recentelijk gesloten school. Wel constateren zij dat er een samenhang blijkt te zijn tussen de omvang van een dorp en de aanwezigheid van een school. Het onderzoek stelt ook dat er geen samenhang is tussen school en leefbaarheid De overeenkomsten tussen de dorpen met een school en de dorpen zonder school zijn zo treffend dat zij stellen dat alleen het hebben van een school geen directe invloed heeft op de leefbaarheid in een dorp. Wat niet mee wordt genomen in het rapport zijn de kernen die geen andere faciliteiten kennen, zoals een kulturhuis, een kerk of een bushalte. Er is in dit rapport uitsluitend vergeleken met dorpen welke wel andere faciliteiten kennen.
Conclusie Voor de inwoners in dunbevolkte gebieden wordt de samenhang tussen leefbaarheid en de aanwezigheid van een kleine school wel degelijk ervaren, ook al geven de weinige onderzoeken die er over dit onderwerp zijn, dit niet aantoonbaar weer. De dreigende sluiting van kleine scholen heeft zelfs geleidt tot collectieve protesten van ouders en inwoners, welke hun krachten gebundeld hebben in de landelijke Stichting Behoud kleine scholen. Een stichting welke op advies van Tweede Kamer lid Pieter Omtzigt (CDA) tot stand is gekomen. Tweede Kamerlid en Onderwijs woordvoerder Michel Rog (CDA) heeft zich vervolgens mede sterk gemaakt om het negatieve advies van de Onderwijsraad in 2013 te weerleggen in de Tweede Kamer. Met succes. Het advies van de Onderwijsraad werd verworpen, Staatsecretaris Dekker keam met een nieuw voorstel, waarbij kleine scholen niet van hun bestaansrecht wordt ontnomen maar gestimuleerd worden in samenwerking. Helaas is dit plan voor veel bestaande kleine scholen te laat gekomen, schoolbesturen hebben zelf al besloten, voornamelijk uit kostenoverweging, de deuren te sluiten. Staatssecretaris Sander Dekker heeft recentelijk een advies uitgegeven aan de Tweede en Eerste Kamer om ouders meer inspraak te geven in dergelijke, vergaande beslissingen. Ook creëert hij in dit beleidsplan experimenteerruimte voor zelfstandige dorpsscholen door de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen (voorheen Coöperatie Kleine Scholen). De combinatie van leefbaarheid en kleine scholen is wetenschappelijk niet aangetoond, feit is er dat het sluiten ervan veel inwoners van dunbevolkte gebieden in beweging zet. Dit is wellicht wel het beste bewijs dat de aanwezigheid van een kleine school in een kern of dorp wel degelijk bijdraagt aan de leefbaarheid!
9
Bronnen
Geraadpleegde literatuur, publicaties en instanties: • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Staatssecretaris Dekker beleidsbrief Maatregelen daling Primair onderwijs, mei 2014 beleidsbrief Alternatieven voor de kleine scholen coöperatie, mei 2015 • Onderwijsraad: advies 2013 “Grenzen aan kleine scholen” • Universiteit Twente Onderzoek “Handvatten voor effectief onderwijs in kleine scholen. “ M. Faber, S. van der Horst, A. Visscher • Partoer, bureau voor sociaal-‐economische vraagstukken Onderzoek “Leefbare dorpen zonder basisschool” • Stichting Behoud kleine scholen • Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen • De politieke filosofie van de christen democratie volgens H.E.S. Woldering
10