Le Medi Wonen waar de zon altijd schijn
www.lemedi.nl
Wonen waar de zon altijd schijnt
Doelstellingen nieuwe groep bewoners aantrekken voor een positieve impuls van de wijk tonen dat multicultu- raliteit ook positieve betekenis heeft voor de fysieke omgeving
Inhoud 1.
Inleiding
2.
De initiatieffase
v errijken van de stad met mediterrane architectuur en stedenbouw
3.
voorbeeldfunctie voor stedelijke vernieuwingsopgaven in Nederland
4.
imagodrager voor Rotterdam
5.
De schetsfase
De uitvoeringsfase
Het beheer
6.
Trots
7.
De kopers
3
5
17
27
39
42
46
1. Inleiding Rotterdam is een multiculturele stad. Vooral in de oude stadsvernieuwingswijken wonen veel mensen met een niet Nederlands culturele achtergrond. Die achtergrond is op een aantal fysieke plekken in de stad te zien, van de Turkse bakker, Marokkaanse slager en afhaal Chinees tot de Indiase goudwinkels, Russische kerk of Arabische moskee. Maar vreemd genoeg niet of nauwelijks in de manier waarop in Rotterdam woningen worden gebouwd. De corporaties Com·wonen en Woonbron en ontwik- kelende bouwer ERA Bouw veranderden in gezamenlijk opdrachtgeverschap blijvend dit beeld. De drie partijen maakten een toolbox waarin mediterrane elementen benadrukt worden in architectuur, stedenbouw, beheer, samenlevingsvorm en materiaalgebruik. Deze toolbox kreeg in de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven vorm in het project Le Medi, een duidelijk herkenbaar en cultureel geprofileerd concept dat het multiculturele karakter van de stad wél, en op een positieve manier, in de bebouwing tot uitdrukking brengt. Het concept richt zich op de Nieuwe Rotterdammer die zich aangetrokken voelt tot een bijzondere wijze van wonen en samenleven. Dit boekje is een procesverslag van de totstandkoming van Le Medi. Het is bedoeld als voorbeeld voor stedelijke vernieuwingsopgaven in Nederland en als inspiratiebron voor duidelijk geprofileerd bouwen en het centraal stellen van de consument. Le Medi is een zichtbaar bewijs van wat er met lef en doorzettingsvermogen te bereiken is, ondanks de niet altijd even makkelijke weg naar het eindresultaat!
1998 Idee over het zichtbaar maken van de multiculturele Rotterdamse samenleving in architectuur en stedenbouw door Hassani Idrissi, een uit Marokko afkomstige Nederlander 1999
2. De initiatieffase 1999-2003
Stedenbouwkundige visie Bospolder-Tussendijken door dS+V met als uitgangspunten: verkoop van veel huurwoningen, sloop van verouderde panden en nieuwbouw van 700 koopwoningen
Le Medi begint met een droom. De Rotterdamse Hassani Idrissi bezit een
2000
Idee Idrissi wordt omarmd door corporaties Com•wonen en Woonbron Samenstellen initiatiefgroep door Woonbron
Intensief onderzoek naar architectuur, stedenbouw, cultuur en samenlevingsvormen in de mediterrane landen, inclusief werkbezoek in Marokko In de wijk Bospolder-Tussendijken juiste plek gevonden voor het idee Le Medi Samenstellen toolbox met ingrediënten door One Architecture en XS2N Als betrokkene bij de ontwikkeling en realisatie van de visie voor de Schippersbuurt en Puntstraat wordt ERA Bouw de derde opdrachtgever van Le Medi
2001 2002
S tedenbouwkundige verkenningen naar de haalbaarheid van Le Medi door One Architecture en XS2N
goedlopend Marokkaans restaurant op de Kop van Zuid en is initiatiefnemer van de Marokkaanse fontein op het Noordplein. Vanwege het succes van deze twee projecten die voornamelijk gericht zijn op culturele profilering in de openbare ruimte, wil hij een stap verder gaan. Hij zoekt een manier om de rol en invloed van de diverse culturen ook in de architectuur zichtbaar te maken. Op zijn queeste komt hij begin 2000 uit bij de Rotterdamse corporaties. Zij bezitten immers de meeste woningen in de herstructureringswijken. Idrissi ziet de corporaties bovendien als een mogelijke medestander vanwege hun maatschappelijke betrokkenheid, ambities en lef om te experimenteren en te investeren in de toekomst. De eerste corporatie bij wie hij aanklopt is de Combinatie, het huidige Com·wonen. De directie vindt zijn ideeën over multicultureel bouwen erg interessant en mogelijk toepasbaar in de herstructureringsopgave in Bospolder-Tussendijken, maar heeft op dat moment een aantal andere prioriteiten. Bij collega corporatie WoonbronMaasoevers (sinds begin 2005 verder gegaan onder de naam Woonbron) sluit de droom van Idrissi aan bij de ambities en het denken in woonmilieus en leefstijlen. Zij herkennen zich in zijn wens om de steeds sterker wordende interculturalisatie van de stad terug te laten komen in de stedenbouw. Net als Idrissi wenst WoonbronMaasoevers geen kopie van een mediterraans dorp, maar een beïnvloeding van de Nederlandse architectuur door andere culturen. Op een manier dat bewoners uit die landen daaraan trots kunnen ontlenen.
2003
Initiatiefgroep
Geschikte locatie
Hassani Idrissi en WoonbronMaasoevers, met trekkers directeur Innovatie & Strategisch Advies René Scherpenisse en directeur Wonen Arthur Oerlemans, halen een aantal (gemeentelijke) spelers binnen het werkveld bij elkaar zoals Myrza Axwijk (portefeuille- houder van de deelgemeente Delfshaven), Jeroen van der Burg (architect en stedenbouwkundige bij dS+V), Hans Wielaard (manager projectontwikkeling bij de Combinatie) en Teo van Craaikamp (Novy Swiat Property Management). Hun doelstelling inzake Le Medi komt overeen: een project realiseren waarmee Rotterdam laat zien dat diversiteit ook betekenis heeft voor de fysieke omgeving. In het begin gaat het deze initiatiefgroep vooral om een verkenning: voor wie bouw je andere woningen, hoe zien die er uit en wat betekent dit voor de stad Rotterdam?
De ingrediënten zijn duidelijk; nu nog de plek. Is Bospolder-Tussendijken, zoals de initiatiefgroep vanaf het begin in gedachten heeft, de juiste locatie? Herman Meijer, in zijn laatste jaar als wethouder volkshuisvesting, vindt het idee fantastisch. In februari 2002 schrijft Meijer een politiek testament, waarin hij aanbevelingen doet voor zijn opvolgers. Hierin zet hij Le Medi neer als een richting die de stad moet opgaan om het peil van de hedendaagse architectuurproductie te bevorderen. Hij vraagt het nieuwe gemeentebestuur om Le Medi een kans te geven, omdat: ‘het refereert aan in de stad aanwezige culturele bronnen en zo op een natuurlijke manier plekken in de stad kan verbijzonderen.’ Jeroen van der Burg van dS+V stelt specifiek de Schippersbuurt voor, één van de buurten in Bospolder-Tussendijken. Deze buurt is in de loop der jaren enorm achteruitgegaan. Van een sociaal gemêleerde buurt met woningen, bedrijven en winkels is de buurt geleidelijk veranderd in een monocultuur van sociale woningbouw. Het gevoel van veiligheid zit op een nulpunt. Er zijn veel voorzieningen, maar er is een gebrek aan buitenruimte en groen.
De toolbox met ingrediënten Eind 2001 besluiten de partijen een studiereis te ondernemen naar Marokko, onder leiding van architectenbureaus XS2N en One Architecture. In Nederland wordt een mediterrane wooncultuur vooral gekoppeld aan armoede. De studiereis is bedoeld om juist de kwaliteiten van die cultuur te bekijken, gevoel te krijgen bij de wijze van vormgeven en bruikbare elementen naar Nederland te halen. Onderweg ontstaat bij WoonbronMaasoevers het idee om het concept methodisch aan te pakken en een toolbox te ontwikkelen. Het gaat de initiatiefgroep om de ingrediënten: welke elementen in de Arabische architectuur en manier van wonen vallen op en zijn toepasbaar op de Nederlandse situatie? Of, zoals Arthur Oerlemans het vertaalt: hoeveel aardbeien maken van een taart een aardbeientaart? Na de studiereis verwerken XS2N en One Architecture de ervaringen van de reis naar Marokko onder de naam Le Medi in een toolbox. Deze maakt onderscheid in architectuur, stedenbouw, beheer en materiaalgebruik. Daaraan liggen enkele constanten die tijdens de reis naar voren zijn gekomen ten grondslag: de omgang met privé/openbaar, groeimogelijkheden, ruimtelijkheid, maatvoering en materialen.
De toolbox maakt onderscheid in architectuur, stedenbouw, beheer en materiaalgebruik.
Niet alleen de Schippersbuurt maar heel Bospolder-Tussendijken staat aan het begin van een grootschalige herstructureringsopgave. Al in 1999 is hierover een convenant afgesloten tussen de gemeente en de Combinatie, naar aanleiding van een gebiedsvisie van dS+V. In deze gebiedsvisie spelen respect voor de historische opbouw van gesloten bouwblokken, het opvullen van de vier hoeken, een vrij toegankelijk dakpark aan de dijkkant, koopwoningen in verschillende prijsklassen, particulier opdracht- geverschap en een bredere spreiding van de buitenruimte een grote rol. In het convenant verplicht de Combinatie zich tot een investering van 1 miljard gulden in de sloop van 1000 woningen en de bouw van 675 (koop)woningen en voldoende parkeerplekken voor alle kopers. De investeringen van de gemeente zijn meer omgevingsgericht. Le Medi past dus perfect in de wens van gemeente en corporatie om de wijk met duurdere woningen een positieve impuls te geven.
Stedelijk plan Schippersbuurt/Puntstraat
Eind 2001 vraagt dS+V de Combinatie om een partner aan te trekken voor twee buurten in het herstructureringsgebied, waaronder de Schippersbuurt. Kay Schellen, destijds project- manager bij deze corporatie en in die functie verantwoordelijk voor de uitvoering van het Masterplan Punt Schippersbuurt: ‘De Combinatie had met de gemeente afspraken gemaakt over de herstructurering. Tijdens het Masterplan voor de twee buurten Puntstraat en Schippersbuurt binnen Bospolder-Tussendijken werd ERA Bouw erbij betrokken, vanwege hun expertise en met het oog op kostenbesparing en risicospreiding. De Schippersbuurt was de tweede fase van het Masterplan, waarin een plek voor het concept Le Medi was bedacht. Met de komst van ERA Bouw werd het wel even ingewikkeld, want er kwam weer een speler bij in het proces. De Combinatie had een samen- werkingsconvenant met de gemeente over de grondkosten en targets van de totale herstructurering. Het samenwerkingsverband tussen de Combinatie en ERA Bouw besloeg een aantal buurten in de wijk. En voor het deelplan Le Medi had ik te maken met de Combinatie, ERA Bouw én WoonbronMaasoevers. De Combinatie had de grond, ERA Bouw ervaring met concept- en projectontwikkeling en de bouwtechnische knowhow, en WoonbronMaasoevers het idee. We hebben in het begin veel gesproken over de manier waarop een ommuurde buurt zich zou verhouden tot de omgeving. We dachten eerst aan straten die als een soort open galerij moesten functioneren en ’s avonds konden worden afgesloten, met postbussen aan de buitenkant.
Je moet niet vergeten dat de situatie in dit gebied in die dagen erg slecht was. Er stonden panden in brand, er was veel overlast van de Keileweg... De Schippersbuurt was nog niet gesloopt, maar de woningen waren voor een deel al leeg. We zaten toen echt op een nulpunt; het kon alleen maar beter gaan met de wijk.’ One Architecture voert enkele stedenbouwkundige verkenningen uit en toetst of het idee mogelijk is in de Schippersbuurt, met inachtneming van de stedenbouw- kundige en architectonische randvoorwaarden van de (deel)gemeente en de wet- telijke bouwregelgeving. Uitgangspunten zijn een hoge kwaliteit van de openbare ruimte, openheid in de richting van de dijk die achter het gebied ligt en een grote mate aan diversiteit in het woningaanbod. Ook moet Le Medi meer zijn dan een Arabisch sausje over de nieuwbouw. Het idee moet diepgang hebben, nieuwe culturele ontwikkelingen door laten dringen in de woningbouw, reageren op een veranderende vraag en iets bijzonders toevoegen. De drie opdrachtgevers trekken de conclusie dat Le Medi in de Schippersbuurt goed haalbaar is.
10
11
Hassani Idrissi
De dromer De Rotterdamse filosoof en leraar Hassani Idrissi had een droom. ‘Eigenlijk was het meer dan een droom; ik wilde ook een politiek statement maken. Er werd in de jaren negentig behoorlijk negatief gesproken over nieuwe Nederlanders; het beeld bestond dat we allemaal op ezels uit de bergen naar Nederland waren gekomen. Tegelijkertijd zag je de ontstane diversiteit wel steeds meer terug in het dagelijkse leven. Op straat, in de moskee, in de middenstand, in het culturele aanbod... Mijn droom was om het beeld van mensen over de Arabische cultuur te nuanceren.’ Dat werd in eerste instantie via een restaurant in Rotterdam, aan de Kop van Zuid. ‘Ik wilde aan de hand van de Marokkaanse keuken laten zien hoe rijk onze cultuur is. Onze keuken heeft van origine veel culturen in zich, van de Joodse tot de Italiaanse. De inrichting was een combinatie van traditioneel mediterraans en modern. De opening was een doorslaand succes, zelfs de toenmalige burgemeester Peper kwam eten. Van de acht restaurants in het Entrepotgebouw is Safir het enige restaurant dat al die jaren is blijven bestaan.’ De fontein als statement Het succes van zijn restaurant gaf Idrissi moed om een stap verder te gaan. Hij zocht een manier om ook in de buitenruimte een statement neer te zetten. ‘In 1998 bedacht ik het concept van de fontein. Ergens in de stad moest een fontein komen; het liefst in een wijk waar, vanwege de diversiteit aan bewoners, problemen én kansen waren. Dat werd het Oude Noorden, omdat daar een groot cultureel project speelde gericht op de veelheid aan culturen in de wijk. Mijn plan paste ook in het nieuwe collegeprogramma van de gemeente waarin diversiteit één van de speerpunten was. De gemeente was op zoek naar kansrijke initiatieven van nieuwe Nederlanders en wilde dat deze groep actief participeerde in het realiseren van de multiculturele stad. In samenwerking met de Marokkaanse gemeenschap, die de fontein als cadeau aan de wijk wilde geven, kreeg de fontein een plek op het Noordplein. Pleinen zijn van oudsher plekken waar veel mensen komen, en door daar een fontein neer te zetten wilde ik de wijk confronteren met de kracht van iets heel authentieks. Ik verwachtte veel negatieve reacties van de omgeving, maar die vielen achteraf heel erg mee. In oktober 1999 werd de fontein onder de naam ‘Shrab oe shoef’ (drink en bewonder) door de toenmalige wethouder Meijer en de voorzitter van de deelgemeente onthuld. Ook Prins Willem-Alexander was bij de onthulling aanwezig.’ Institut du Monde Arabe Een jaar later realiseerde Idrissi op verzoek van de deelgemeente Feijenoord een soortgelijke fontein in de Rotterdamse Millinxbuurt. Ditmaal niet op een plein, maar hangend aan de muur van een school. ‘Na deze projecten zette ik mijn zinnen op een groter onderdeel van het fysieke domein, de woningbouw. Ik ben van mening dat diversiteit in welke samenleving dan ook een motor is voor kracht en
vernieuwing. Het is wetenschappelijk bewezen dat multi- culturele organisaties beter werken en produceren, én langer bestaan. Je kunt niet zeggen dat een maatschappij geëmancipeerd is als die samenleving eendimensionaal en dus beperkt is. Verschillende krachten in de samenleving leiden alleen maar tot meer. Dit idee van interculturalisatie wilde ik toepassen op het gebied van de woningbouw. Hierin waren de verschillende culturen helemaal niet zichtbaar, behalve in de moskee. Woningbouw vond ik hét middel om de kwaliteit en de rijkdom van onze cultuur te laten zien. Niet voor niets stond de Arabische architectuur eeuwenlang synoniem voor kwaliteitsbouw. In Marokko kwamen tussen 1920 en 1960 veel buitenlandse architecten experimenteren met de verschillende bouwstijlen en het vermengen van traditionele en moderne architectuur. Exemplarisch voor een geslaagde mix van bouwstijlen is volgens kenners als Jeroen van der Burg het Institut du Monde Arabe; dit ontwerp van de bekende architect Jean Nouvel is in 1981 in Parijs voltooid. De zuidgevel van het gebouw is van staal maar herinnert tegelijk aan de arabesken en geometrische vlakverdelingen uit de Arabische architectuur.’
Eigenlijk was het meer dan een droom, ik wilde ook een politiek statement maken.
12
13
De tijd vooruit Idrissi had de tijd op meerdere fronten mee. Enkele woningbouwcorporaties waren eind twintigste eeuw voorzichtig bezig met vernieuwing en het denken in woonmilieus en leefstijlen. Zijn ideeën over mediterraan bouwen sloten aan bij die gedachte en gaven de corporaties kans om in te spelen op de wensen van toekomstige bewoners. De tijd was ook politiek gunstig. In haar diversiteitsbeleid stimuleerde de gemeente Nieuwe Rotterdammers om met goede ideeën te komen. Daarmee creëerde zij gunstige voorwaarden en bood zij kansen aan iedereen die met de gemeente ‘zaken’ wilde doen. Op voorspraak van Jeroen van der Burg van dS+V raakte Idrissi begin 2000 eerst in gesprek met de Combinatie en later met WoonbronMaasoevers. ‘De directeuren Innovatie/Strategisch Advies en Wonen van WoonbronMaasoevers waren direct enthousiast. Mijn droom over woningbouw geïnspireerd op de architectuur van de landen rondom de Middellandse Zee paste precies bij hun ideeën over gedifferentieerde woningbouw. Letterlijk zeiden ze mij: ‘u bent de juiste man op het juiste moment met het juiste idee.’ Samen zijn we vervolgens op zoek gegaan naar andere medestanders. Gemeente, deelgemeente, architecten: op die manier is het balletje gaan rollen. Mijn droom begon realiteit te worden onder de naam Le Medi.’ Studiereis WoonbronMaasoevers omarmde het idee, maar had alleen geen geschikte bouwlocatie. De Combinatie had dat wél. WoonbronMaasoevers en de deelgemeente vroegen subsidie aan om een haalbaarheidsonderzoek te doen en een studiereis naar Marokko te maken. One Architecture en XS2N begeleidden de studiereis voor de betrokken mensen van beide corporaties, gemeente en deelgemeente. ‘Bij terugkomst stelden de architectenbureaus de toolbox samen met elementen van wat ons tijdens de reis opviel. Deze toolbox werd het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van Le Medi. Na de toolbox volgden nog twee stedenbouwkundige verkenningen door One Architecture. Het was voor ons allemaal nog zoeken naar de juiste vertaling van de invulling van de buitenruimte en de typologieën van de woningen. Dat was best lastig. Even leek het project stil te vallen. De Combinatie wilde nog steeds bouwen, maar het project moest wel passen binnen de herstructureringsopgave in Bospolder-Tussendijken. De stedenbouwkundige visie die hieraan ten grondslag lag, was al in 1999 goedgekeurd. Daarom besloten de opdrachtgevers (de Combinatie, ERA Bouw en WoonbronMaasoevers) een andere architect, Jeroen Geurst van Geurst & Schulze, aan te trekken voor het vervolgtraject. Na een grondig marktonderzoek kwam er een aangepast stedenbouwkundig plan op tafel dat volledig aansloot bij de uitgangspunten van de stedenbouwkundige visie, de wensen van de drie opdrachtgevers én de beoogde bewonersdoelgroepen. De verschillen met de plannen van One Architecture zaten vooral in
De tijd was ook politiek gunstig. In haar diversiteitsbeleid stimuleerde de gemeente Nieuwe Rotterdammers om met goede ideeën te komen.
de woningtypologieën, de wijze van ommuring, de grootte van de poort en het gebruik van water en groen. Ook zocht Geurst & Schulze net als dS+V aansluiting bij de bestaande stedenbouwkundige structuur van de wijk.’ Wordt vervolgd... Idrissi vindt Le Medi een geslaagd experiment. ‘De betrokken partijen hebben binnen de grenzen van het mogelijke een maximaal haalbare oplossing gevonden, gebaseerd op de uitgangspunten die we in het begin formuleerden. En je ziet dat ook buitenstaanders heel erg enthousiast reageren. Alle woningen zijn verkocht! De tijd is rijp om dit project te herhalen, maar nu in andere gemeenten....’ Komt er een vervolg? ‘Ik heb een nieuwe droom over een grote riad, een mediterrane patiowoning van twee verdiepingen. Met op de begane grond een menging van openbare functies als restaurants en een museum. En op de verdieping exclusieve penthouses. Dit wordt een gat in de markt, let maar op. Wonen in een medi- terraan paleis is helemaal hip; kijk maar naar de Fransen, Amerikanen, Italianen en Engelsen die in steden als Marrakesh, Essaouira en Fez oude paleizen opknappen, vermengen met moderne elementen en deze transformeren tot betoverende woonjuwelen...’
14
15
Jeroen van der Burg
De plannenmaker Jeroen van der Burg, stedenbouwkundige bij dS+V: ‘Ik ben van twee kanten betrokken geraakt bij de droom van Idrissi. Ten eerste heb ik in 1997 het ontwerp gemaakt voor zijn restaurant Safir in het Entrepotgebouw. Tijdens het ontwerpproces zijn we samen naar Marokko gereisd, waar ik meubilair voor het restaurant heb laten maken. Dat hele proces van mengen van moderne en traditionele elementen was zo leuk dat we ons afvroegen: waarom zetten we die trend niet door naar woningen? De maatschappij was in veel opzichten aan het veranderen. We zagen diversiteit wel terug op cultureel vlak maar nooit in de architectuur. Toch bleef het wat dat betreft nog even bij dromen. Idrissi had het erg druk, en pas toen hij op een gegeven moment uit het restaurant was gestapt kreeg hij meer tijd om zijn droom verder vorm te geven. De toenmalige wethouder Meijer raadde hem aan om met zijn idee langs de corporaties te gaan, aangezien de gemeente zich steeds meer als speler op de woningmarkt terugtrok. Ik heb hem toen met de Combinatie en WoonbronMaasoevers in contact gebracht. Vanuit dS+V kwamen enkele suggesties voor mogelijk geschikte locaties, waarvan Bospolder-Tussendijken er één was.’
‘Toevallig had ik ook de gebiedsvisie voor deze wijk mee ontwikkeld. De gemeente wilde duurdere koopwoningen realiseren in Bospolder-Tussendijken. Mijn persoonlijke theorie was dat je mensen met middeninkomens alleen naar de wijk kon lokken, wanneer je ze meer bood dan een standaard koopwoning. Bospolder-Tussendijken moest iets extra’s meekrijgen. Le Medi paste dus goed. WoonbronMaasoevers had daar geen bezit, maar de Combinatie wél. Deze corporatie vond woningbouw in mediterrane sfeer, vertaald in Le Medi, een welkome toevoeging in de wijk. Maar hoe konden we deze manier van bouwen vormgeven? We misten niet zozeer een concreet plan, maar een theoretische onderbouwing. Voor wie gingen we Le Medi uitvoeren en hoe kregen we het voor elkaar om andere culturen door te laten dringen? Niet alleen in de wijken, maar ook in de producten die een corporatie voor nieuwe doelgroepen ontwikkelt?’ ‘Daarom was de toolbox van XS2N en One Architecture voor ons zo belangrijk. De toolbox legde de basis vast. Tijdens onze studiereis naar Marokko en het kijken naar voorbeelden elders zagen we welke elementen we voor de toolbox konden gebruiken en welke niet. Het ging ons tijdens de reis vooral om inspiratie opdoen, want we waren nog erg op zoek naar een manier om moderne architectuur met mediterrane cultuur te verbinden. De manier waarop in Marokko (en andere Arabische culturen) in de woningplattegronden en de stedenbouw de overgang van openbaar naar privé verloopt, vind ik een goed voorbeeld. Er is daar een heel ander begrip van privacy dan hier. Het is toch vreemd dat wij hier flatgebouwen accepteren waar we eerst langs alle slaapkamers lopen voordat we in de woonkamer komen? De toolbox gaf nog niet antwoord op al onze vragen, maar wel een aantal uitgangspunten zoals de scheiding van publieke en private ruimten, rijkdom aan de binnenkant en juist soberheid aan de buitenkant, een ander begrip van privacy en de mediterrane cultuur als inspiratie voor de vormgeving van de woningen. Toen de toolbox en de stedenbouwkundige verkenningen van One Architecture er eenmaal lagen, brak de ontwerpfase aan en daarvoor zochten we een andere architect. Dat werd bureau Geurst & Schulze. De eerste schetsvoorstellen waren eigenlijk direct goed. We vonden het enorm belangrijk dat Le Medi zou aansluiten bij de kwaliteiten van Bospolder-Tussendijken, zoals de gesloten bouwblokken en ruimte voor straatprofielen. Dit verhaal hielden we al in 1999 en is door Geurst & Schulze gelukkig goed overgenomen en verder vormgegeven.’ Nu Le Medi bijna af is, kijk ik terug op een geslaagd proces, waarin de drie opdrachtgevers en dS+V eigenlijk steeds op één lijn zaten. Onze samenwerking bestond uit vertrouwen in elkaar. We wisten niet waar we zouden uitkomen, maar we wilden met z’n allen hetzelfde doel bereiken. Allemaal voelden we de noodzaak om iets nieuws in de veranderende woningmarkt te zetten. Ik ben trots dat het ons uiteindelijk gelukt is. Zelf ben ik nooit bang geweest dat we alleen voor Marokkaanse doelgroepen aan het bouwen waren. In een pizzeria eten toch ook niet alleen Italianen?’
Zelf ben ik nooit bang geweest dat we alleen voor Marokkaanse doelgroepen aan het bouwen waren. In een pizzeria eten toch ook niet alleen Italianen?
16
17 2002 2003
Besluit Le Medi uit te voeren Aanpassing stedenbouwkundig model/invulling Masterplan Punt Schippersbuurt door nieuwe stedenbouwkundige Geurst & Schulze Brandingsessie Le Medi: de betrokken partijen bepalen gezamenlijk het wensbeeld van Le Medi tijdens brandingsessie waarin de essenties worden bepaald
2004
A rchitectenselectie: opnieuw Geurst & Schulze; aangevuld met Korteknie & Stuhlmacher Website www.lemedi.nl online Klantonderzoek via leefstijlenquête op www.lemedi.nl Opstart schetsfase voorlopig ontwerp
2005
A anvraag bouwvergunningen Toetsing voorlopig ontwerp door klantenpanel Afronden voorlopig ontwerp inclusief financiële doorrekening
2006
ormuleren uitgangspunten definitief ontwerp F Beoordeling schetsvoorstellen door klantenpanel Schetsontwerpen definitief Gemeente verleent bouwvergunningen
3. De schetsfase 2003-2006
De Combinatie, ERA Bouw en WoonbronMaasoevers besluiten op basis van de toolbox en de stedenbouwkundige verkenningen Le Medi verder te ontwikkelen. De startambitie is groot. De drie gaan uit van vijfentachtig woningen. Vanwege de gecompliceerde opgaaf besluiten de corporaties en ERA Bouw het vervolgtraject onder te brengen bij een architectenbureau met meer ervaring in grootschalige projecten. Arthur Oerlemans, inmiddels vestigingsdirecteur Woonbron Dordrecht: ‘De stedenbouwkundige voorstellen van XS2N en One Architecture pasten niet helemaal in de gebiedsvisie van dS+V. Er bestonden enkele architectonische en stedenbouwkundige verschillen en het proces stagneerde daardoor. Om die reden zijn wij verder gaan zoeken.’ Uit de bureauselectie komt Geurst & Schulze als beste naar voren. Om Le Medi optimaal deel te laten uitmaken van de herstructureringsopgave maken zij een plan waarin de eerder gekozen plek wordt aangepast in een bouwlocatie met ruimte voor drieënnegentig woningen. Op basis van dit plan zijn de bouwvergunningen bij de gemeente aangevraagd.
2007
18
19
Samen met de ingrediënten vormen de essenties het concept van Le Medi: ommuurde stad, wonen rondom een eigen binnenwereld water in de centrale ruimte groeimogelijkheden poorten als toegang kleur en materialisatie buitenruimte privé en openbaar, maar wel duidelijk te scheiden voorzieningen in de onderste laag
Op zoek naar de essenties ‘We waren het weliswaar eens over de omvang, ingrediënten en locatie van Le Medi, maar over de identiteit bestond nog geen eenduidig beeld’, vertellen Job van Zomeren en Bianca Seekles, respectievelijk directeur Nieuwe Ontwikkelingen en Hoofd Initiatief & Concept van ERA Bouw. ‘We besloten daarom een workshop Le Medi te organiseren voor alle betrokkenen, en daarin via een brandingsessie een gezamenlijk beeld te bepalen en ‘het merk’ Le Medi helder te krijgen. Branding is een methode om de identiteit en de kernwaarden van gebieden of concepten door middel van tekeningen en associaties naar boven te halen. Hiervoor kwamen we in november 2003 met Hassani Idrissi en een aantal mensen van de Combinatie, ERA Bouw, Woonbron Maasoevers, Geurst & Schulze, OBR en dS+V bij elkaar op de Ackerdijkse Plassen. Tijdens deze sessie ontstond een aantal essenties waar we mee verder wilden.’ Van Zomeren: ‘Die essenties waren heilig. In de uitwerking hebben we deze steeds als uitgangspunt genomen, ook al kwam het gedurende het proces soms beter uit om er enkele te laten sneuvelen wegens geldgebrek of ingewikkeldheid. Daar waren we het met z’n drieën volledig over eens, en daar was dus ook nooit discussie over. Iedereen streefde hetzelfde doel na.’
Enquête In deze fase is de publiciteit enorm. Kranten, tijdschriften, radio, televisie en vakpers, allemaal schrijven ze lovend over Le Medi. De landen rondom de Middellandse Zee zijn ineens ‘hip’; er komen steeds meer nieuwe winkeltjes in mozaïeken en mediterrane meubels bij en oosters hotel/restaurant Bazar trekt een trendy publiek. De positieve berichtgeving doet niet alleen het imago van de opdrachtgevers meer dan goed. Ook Bospolder-Tussendijken krijgt een betere naam, zelfs al zijn er op dat moment bijna geen bewoners meer en zijn alle woningen dichtgetimmerd. De indexcijfers over veiligheid schieten omhoog. Kay Schellen, inmiddels projectontwikkelaar bij Woonstad Rotterdam: ‘Er was ineens iets aan de hand in het gebied. Bewoners raakten betrokken en praatten mee. Alles leek mogelijk, maar we moesten het wel helemaal uitvinden. Misschien een rare vergelijking, maar het leek ons geweldig wanneer Le Medi een landmark voor Bospolder-Tussendijken zou worden, net als de Kubuswoningen van Piet Blom.’ Van Zomeren: ‘Voor ERA Bouw is het ongekend wat we allemaal in Le Medi hebben gedaan. We hebben veel van het project geleerd. Kennelijk hebben organisaties als de onze een extreem experiment nodig om dingen anders te gaan doen. Met alleen reguliere projecten lukt dat niet. Le Medi leerde ons de focus op het eindproduct te leggen. We konden niet wachten tot de verkoop zou beginnen, maar moesten echt nadenken hoe we nieuwe bewoners konden verleiden zich in Bospolder-Tussendijken te vestigen. En als we al dachten het te weten, dan zochten we toch manieren om onze ideeën te toetsen.’
20
21
Het denken in woonmilieus en leefstijlen dringt steeds meer door tot gemeente en corporaties, getuige De Grote Woontest die in de zomer van 2004 onder zestig- duizend huishoudens in de regio Rotterdam gehouden wordt. Daarom krijgt onderzoeksbureau SmartAgent opdracht klantonderzoek te doen. Er zijn voldoende ideeën over het concept voorhanden om een website www.lemedi.nl online te brengen. De drie opdrachtgevers zetten een enquête op de website en onderzoeken of en welke doelgroepen (leefstijlen) zich tot het concept aangesproken voelen. In dit stadium is het belangrijk om de leefstijlen te achterhalen met een overeen- komstige kijk op samenleven en ideeën over wat wel en niet kan. Vooral ook om uit te zoeken of deze overeenkomen met de leefstijl/doelgroep die de drie opdrachtgevers voor ogen hebben, namelijk de rode leefstijl van buiten de wijk, met een vleugje geel. In het geval van Le Medi blijkt dit de Nieuwe Rotterdammer, een mix van allochtoon en autochtoon, hoog opgeleid en creatief en cultureel ingesteld. Van oudsher wonen in Bospolder-Tussendijken veel mensen met een groene en gele leefstijl, die groep- of familiegericht zijn, bescheiden in hun woonwensen en erg gefocust op veiligheid en leefbaarheid van de woonomgeving.
www.lemedi.nl
De Nieuwe Rotterdammer Rond 2000 begint bij ERA Bouw en WoonbronMaasoevers het denken in woonmilieus en leefstijlen. Beide willen af van het eenzijdige woningaanbod van de sociale huur– en koopwoningen en bewoners meer te kiezen geven door afwisselende woonmilieus te creëren met een duidelijk eigen identiteit. Bewoners denken niet alleen in termen van een woning. Zij zoeken een bepaald woonmilieu waarin het ook om de sfeer, buurt, voorzieningen, architectuur en het type gemeenschap gaat, kortom het woonplezier. Om de bewoners beter te bedienen zoeken ERA Bouw en WoonbronMaasoevers naar duidelijk geprofileerde woonmilieus die bepaalde leefstijlen verleiden en andere juist afstoten. Op die manier ontstaat een aantrekkelijke stad waarin de bewoners zich meer thuis voelen en er met meer (voordeur)trots en plezier wonen. Bijzondere en interessante woonmilieus kunnen de saaiheid en monotonie van veel stadswijken doorbreken en de wijken weer aantrekkelijk maken voor de hogere en middeninkomensgroepen die de stad broodnodig heeft ter versteviging van het economisch draagvlak. Le Medi is een tastbaar voorbeeld van een consequente uitwerking van de gedachte van geprofileerde woonmilieus voor leefstijlen. Het concept spreekt een specifiek publiek aan op een andere wijze van wonen en samenleven. Ook speelt het in op de behoefte en wensen van de markt om te kunnen en willen investeren in bijzondere woonproducten. Het creëren van een sterk onderscheidend woonmilieu versterkt de stad én de wijk Bospolder-Tussendijken. De stad laat door middel van Le Medi zien dat diversiteit ook betekenis heeft voor de fysieke omgeving en krijgt er een imagodrager bij die toeristen trekt. De wijk trekt via Le Medi een nieuwe bewonersgroep met draagkracht aan. Het klantenonderzoek door SmartAgent bevestigt het beeld van de opdrachtgevers. De nieuwe bewonersgroep valt te typeren als de Nieuwe Rotterdammer: stedelijke jonge gezinnen van buiten de wijk met een middeninkomen.
Kenmerken van deze leefstijl zijn: h oog opge- leid/freelancer fusion koken, verre reizen MTV en Bach g emengde nationaliteiten extravert en communicatief individueel én gezamenlijk
22
23
Aansprekend concept De belangstelling is groot. Naar aanleiding van de publiciteit in de media en twee bescheiden advertenties in het Rotterdams Dagblad vullen driehonderd mensen de enquête in. Kennelijk spreken de mediterrane sfeer, de flexibiliteit/uitbreidbaarheid en het wonen met andere stedelijk georiënteerde mensen deze doelgroep van buiten de wijk dermate aan, dat de locatie minder bepalend is. Com·wonen (de Combinatie is begin 2004 gefuseerd), ERA Bouw en WoonbronMaasoevers gebruiken de uitkomsten van de enquête om de essenties naar Le Medi te vertalen. Denk aan de flexibiliteit om uit te breiden, parkeergelegenheid, groen, licht en ruimte en een open binnenterrein. Vanaf dit stadium verandert ook de rolverdeling onderling. ERA Bouw wordt trekker van het proces en verantwoordelijk voor de marketing en communicatie. Parallel aan de enquête loopt de architectenselectie voor het ontwerpen van de woningen. Bianca Seekles, Hoofd Initiatief en Concept ERA Bouw: ‘We hebben hier lang over nagedacht. We zochten een bureau met lef, dat ornamentiek en kleur durfde toe te passen, maar ook een bureau met een voorkeur voor strak en modern. De combinatie van deze twee kwaliteiten is eigenlijk precies wat we zochten voor Le Medi. Het moest namelijk geen decorbouw worden.’
Kiezen voor kwaliteit
Com·wonen en ERA Bouw verzoeken Geurst & Schulze ook aan te stellen voor het ontwerpen van de woningen, vanwege de kennis die het bureau heeft opgedaan tijdens het optimaliseren van het stedenbouwkundig model voor de Schippersbuurt, waarvan Le Medi een deelplan is. Een tweede architectenbureau, Korteknie en Stuhlmacher, wordt gevraagd mee te denken over de varianten in de woningtypen. Seekles: ‘We zochten geen imitatie van een Disneypaleis, maar een woonmilieu met toekomstwaarde voor Bospolder-Tussendijken. Geurst & Schulze wilde het uiteindelijk proberen door in te zoomen op het Masterplan dat er al lag. Daarin was Le Medi nog een open plek. Geurst & Schulze is vanuit de toolbox en de essenties begonnen met tekenen. Wij hadden een projectcalculatie gemaakt op basis van honderdendrie woningen. De gemeente ging uit van de vijfen- tachtig woningen die volgens het Masterplan waren afgesproken en wilde het verschil verrekenen in de totale grondkosten. We maakten even pas op de plaats. Gingen we ervoor of niet? Natuurlijk besloot iedereen om met dit fantastische project door te gaan, zonder concessies te doen in kwaliteit en essenties. In het aangepaste plan is het aantal woningen verlaagd tot drieënnegentig. De verlaging van het aantal woningen kwam door het waarborgen van de kwaliteit, want we hebben nog eens extra ingezoomd op het maken van goede binnenruimtes en grote buitenruimtes voor alle woningen. We hebben daarna direct de bouwvergunningen aangevraagd.
Vlak na de zomer van 2006 kregen we de bouwvergunningen binnen, zodat de bouw kon starten.’
Klantenpanels van ruimdenkenden
In deze periode komen geïnteresseerde consumenten in enkele klantenpanels bij elkaar. Zij krijgen het aanbod zich als coproducent van Le Medi uit te spreken over de verwachtingen bij mediterraan wonen en de vertaling van de essenties naar de schetsontwerpen. De eerste maal (eind 2005) buigt het klantenpanel zich over de voorlopige schetsvoorstellen. De reacties zijn positief. De panelleden vinden Le Medi anders en nieuw maar toch sfeervol. Begin 2006 komen ze weer bij elkaar, ditmaal om het definitieve ontwerp te beoordelen. Vooral de laatste toets is spannend voor alle partijen. Een onderzoeker van SmartAgent interviewt een aantal mensen met het verzoek op o.a. de woningplattegronden te reageren. Le Medi zou na alle genomen hobbels pas echt in de problemen komen als de gekozen vorm in dit stadium niet bij de doelgroep zou aansluiten. Gelukkig vallen de voorstellen bij iedereen goed, en ook van de prijzen schrikt niemand. Seekles: ‘De grootste gemene deler van de groep was de enorme behoefte aan een grote mate van ruimdenkendheid bij de medebewoners.’
We zochten geen imitatie van een Disneypaleis, maar een woningblok met toekomstwaarde voor Bospolder-Tussendijken.
24
25
Jeroen Geurst
De bouwmeester Jeroen Geurst van het Haagse Geurst & Schulze architecten begon zijn opdracht een beetje tegen wil en dank. ‘Wij hadden de supervisie op de stedenbouwkundige invulling van twee buurten in Bospolder-Tussendijken. In 2003 vroeg de Combinatie ons na te denken over de invulling van Le Medi in het Masterplan voor de Punt Schippersbuurt. Er bestond al een toolkit, waarin de randvoorwaarden waren beschreven. Ons voorstel was om Le Medi als bouwblok vorm te geven, aangezien de wijk al uit bouwblokken bestond. Dat leek de meest logische en vooral ook passende oplossing. In eerdere plannen bepaalde Le Medi te veel de openbare ruimte in de wijk. We stelden vervolgens de toepassingen voor de uitvoering vast en enkele architectonische principes. Maar omdat wij de supervisie deden, wilden we aanvankelijk niet ook de architect van het concept zijn. Dan zou ons bureau continu met twee petten op zitten. ERA Bouw drong echter aan. Zij waren van mening dat we dermate goed waren ingewerkt, dat we ook de schetsen moesten maken. Dat vonden wij leuk, maar ook lastig, want we waren niet gewend in deze stijl te ontwerpen. We gingen akkoord en vroegen er een tweede bureau bij te betrekken dat onder onze hoede zou meeschetsen. De variatie in woningtypen en uitvoering was te groot om alleen te doen.’ Van droom naar realiteit Het tweede bureau werd Korteknie en Stuhlmacher, een jong architectenbureau uit Rotterdam. Geurst & Schulze kon aan de slag. ‘De stedenbouwkundige invulling van de Schippersbuurt lag er al; alleen hadden de betrokkenen nog wat bedenkingen over de deelplannen voor Le Medi. We verzamelden daarom alle wensen bij elkaar en verwerkten deze in één keer tot een concept schetsontwerp. Iedereen kon zich daar gelukkig in vinden. Tegelijkertijd lieten we het klantenpanel op deze eerste schetsen reageren. De positieve reacties van het klantenpanel gaven aan dat we op de goede weg zaten. We moesten toch een project zien te verkopen, in een moeilijke buurt. Vooral het feit dat er veel te kiezen was viel erg in de smaak.’ In het vervolgproces hield Geurst & Schulze de essenties als leidraad aan. ‘Voor ons waren de essenties een hulpmiddel om kwaliteit in het plan te krijgen. We zochten naar slimme oplossingen. Voorzagen de essenties in water, dan vertaalden wij dat naar een fontein. De ommuurde stad werd een dicht woningblok met gesloten gevels en poorten. Het was fantastisch om zo te werken, want normaal krijg je niet zoveel ruimte van een ontwikkelaar.’ Het schetsproces was leuk, maar soms best lastig. ‘Het was erg ingewikkeld om alle verschillende varianten uit te tekenen, een ingewikkeldheid die we er nota bene zelf in hadden gebracht. Dat deel van het proces hebben we dus zwaar onderschat. Het project is voor ons ook nog niet af als de bouw begint. Je kunt wel in je schets bepalen hoe een woning eruit moet zien, maar het is altijd
de vraag wat er uiteindelijk van de tekening terecht komt. En natuurlijk is het belangrijk wat ik van het resultaat vind, maar nóg belangrijker is het wat de opdrachtgever en de kopers er van vinden. Is Le Medi geworden wat iedereen ervan verwacht? Hassani Idrissi heeft altijd vanuit een droom gedacht, maar verhoudt die droom zich tot de realiteit? Een volgende keer ga ik gewoon weer proberen om ambachtelijke elementen aan een schets toe te voegen. En met idrissi ben ik aan het uitzoeken of er in Rotterdam ruimte is voor een riad. Wie weet...’
goede samenwerking Als verantwoordelijke voor de architectonische en stedenbouwkundige invulling van het gebied roept architect Jeroen Geurst de hulp in van een tweede architectenbureau om een grotere variatie in woningtypen te bewerkstelligen. Dat wordt Korteknie en Stuhlmacher, op voorspraak van Kay Schellen die voor Com·wonen de uitvoering van de plannen voor onder meer de Schippersbuurt begeleidt. Kay Schellen kent Korteknie en Stuhlmacher van Parasites, het felgroene object op de liftschaft van Las Palmas dat dienst doet als tentoonstellingsgebouw tijdens Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad. Tussen 2004 en 2006 schetst Korteknie en Stuhlmacher mee aan de ontwikkeling van de woningtypen. Eén woningtype komt helemaal van hun hand en heeft als kenmerken een ruime entreekamer in plaats van een hal bij binnenkomst, volop uitbreidingsmogelijkheden voor wonen en werken en, in tegenstelling tot de kleurrijke gevels van Geurst & Schulze, een wit gekeimde buitenkant.
24
25
Jeroen Geurst
De bouwmeester Jeroen Geurst van het Haagse Geurst & Schulze architecten begon zijn opdracht een beetje tegen wil en dank. ‘Wij hadden de supervisie op de stedenbouwkundige invulling van twee buurten in Bospolder-Tussendijken. In 2003 vroeg de Combinatie ons na te denken over de invulling van Le Medi in het Masterplan voor de Punt Schippersbuurt. Er bestond al een toolkit, waarin de randvoorwaarden waren beschreven. Ons voorstel was om Le Medi als bouwblok vorm te geven, aangezien de wijk al uit bouwblokken bestond. Dat leek de meest logische en vooral ook passende oplossing. In eerdere plannen bepaalde Le Medi te veel de openbare ruimte in de wijk. We stelden vervolgens de toepassingen voor de uitvoering vast en enkele architectonische principes. Maar omdat wij de supervisie deden, wilden we aanvankelijk niet ook de architect van het concept zijn. Dan zou ons bureau continu met twee petten op zitten. ERA Bouw drong echter aan. Zij waren van mening dat we dermate goed waren ingewerkt, dat we ook de schetsen moesten maken. Dat vonden wij leuk, maar ook lastig, want we waren niet gewend in deze stijl te ontwerpen. We gingen akkoord en vroegen er een tweede bureau bij te betrekken dat onder onze hoede zou meeschetsen. De variatie in woningtypen en uitvoering was te groot om alleen te doen.’ Van droom naar realiteit Het tweede bureau werd Korteknie en Stuhlmacher, een jong architectenbureau uit Rotterdam. Geurst & Schulze kon aan de slag. ‘De stedenbouwkundige invulling van de Schippersbuurt lag er al; alleen hadden de betrokkenen nog wat bedenkingen over de deelplannen voor Le Medi. We verzamelden daarom alle wensen bij elkaar en verwerkten deze in één keer tot een concept schetsontwerp. Iedereen kon zich daar gelukkig in vinden. Tegelijkertijd lieten we het klantenpanel op deze eerste schetsen reageren. De positieve reacties van het klantenpanel gaven aan dat we op de goede weg zaten. We moesten toch een project zien te verkopen, in een moeilijke buurt. Vooral het feit dat er veel te kiezen was viel erg in de smaak.’ In het vervolgproces hield Geurst & Schulze de essenties als leidraad aan. ‘Voor ons waren de essenties een hulpmiddel om kwaliteit in het plan te krijgen. We zochten naar slimme oplossingen. Voorzagen de essenties in water, dan vertaalden wij dat naar een fontein. De ommuurde stad werd een dicht woningblok met gesloten gevels en poorten. Het was fantastisch om zo te werken, want normaal krijg je niet zoveel ruimte van een ontwikkelaar.’ Het schetsproces was leuk, maar soms best lastig. ‘Het was erg ingewikkeld om alle verschillende varianten uit te tekenen, een ingewikkeldheid die we er nota bene zelf in hadden gebracht. Dat deel van het proces hebben we dus zwaar onderschat. Het project is voor ons ook nog niet af als de bouw begint. Je kunt wel in je schets bepalen hoe een woning eruit moet zien, maar het is altijd
de vraag wat er uiteindelijk van de tekening terecht komt. En natuurlijk is het belangrijk wat ik van het resultaat vind, maar nóg belangrijker is het wat de opdrachtgever en de kopers er van vinden. Is Le Medi geworden wat iedereen ervan verwacht? Hassani Idrissi heeft altijd vanuit een droom gedacht, maar verhoudt die droom zich tot de realiteit? Een volgende keer ga ik gewoon weer proberen om ambachtelijke elementen aan een schets toe te voegen. En met idrissi ben ik aan het uitzoeken of er in Rotterdam ruimte is voor een riad. Wie weet...’
goede samenwerking Als verantwoordelijke voor de architectonische en stedenbouwkundige invulling van het gebied roept architect Jeroen Geurst de hulp in van een tweede architectenbureau om een grotere variatie in woningtypen te bewerkstelligen. Dat wordt Korteknie en Stuhlmacher, op voorspraak van Kay Schellen die voor Com·wonen de uitvoering van de plannen voor onder meer de Schippersbuurt begeleidt. Kay Schellen kent Korteknie en Stuhlmacher van Parasites, het felgroene object op de liftschaft van Las Palmas dat dienst doet als tentoonstellingsgebouw tijdens Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad. Tussen 2004 en 2006 schetst Korteknie en Stuhlmacher mee aan de ontwikkeling van de woningtypen. Eén woningtype komt helemaal van hun hand en heeft als kenmerken een ruime entreekamer in plaats van een hal bij binnenkomst, volop uitbreidingsmogelijkheden voor wonen en werken en, in tegenstelling tot de kleurrijke gevels van Geurst & Schulze, een wit gekeimde buitenkant.
2005
26
27
2006
Start verkoop 13 woningen verkocht Uitbreiding basisplattegrond n.a.v. tegenvallende verkoopresultaten Verkoop in eigen beheer bij ERA Bouw in plaats van bij de makelaar Start bouw
2007
Opening Infocentrum naast de bouwkeet
2008
Bijna alle woningen verkocht Mozaïeken hoofdpoort Le Medi als voorbeeldproject in de nieuwe Grote Bosatlas Prijs voor het beste initiatief in Rotterdam op het gebied van opdrachtgeverschap in de woningbouw Oplevering woningen
4. De uitvoeringsfase 2006-2008
Het proces om aan kopers te komen blijkt moeilijker dan verwacht. Job van Zomeren, directeur Nieuwe Ontwikkelingen van ERA Bouw:
2009 2010
‘De reacties op de enquête door SmartAgent klopten zo met onze eigen verwachtingen, dat we letterlijk tegen elkaar riepen dat we met Le Medi een ‘hit’ hadden! Mensen gingen echt voor een woning in Le Medi, en de buurt leek irrelevant.’ In de praktijk werkt dit toch anders. Begin 2006 bestaat er een lijst met achthonderd geïnteresseerden voor een woning in Le Medi. Van Zomeren: ‘We dachten, dat wordt loten.’ In juni 2006 organiseert ERA Bouw, verantwoordelijk voor de marketingcommunicatie, een eerste verkoopdag in Stroom, een trendy hotel in de wijk. ERA Bouw richt de ruimte helemaal in stijl in. Bianca Seekles: ‘Le Medi is gebaseerd op sfeer en identiteit, dus alles wat we rondom het project in marketing en communicatie en dus de verkoop deden, kreeg die uitstraling.’ Alle achthonderd potentiële kopers krijgen een uitnodiging. Maar... er komen slechts tweehonderd mensen kijken. Tachtig mensen schrijven zich in voor een woning. Vijfentwintig mensen nemen daarna een optie en slechts dertien mensen, waaronder enkele volhouders die er vanaf het begin vol enthousiasme inzitten, besluiten tot koop over te gaan. Ergens gaat er dus iets mis, maar waar? Eén van de redenen is dat de woningen te klein zijn. Potentiële kopers zijn blij met de uitbreidingsmogelijkheden, maar hebben behoefte aan een iets ruimere basis in relatie tot de prijs v.o.n. Sommige haken af als ze met de verkopende makelaar op locatie gaan kijken. Het verschil tussen het prachtige kantoor van de makelaar en het braakliggende terrein in een herstructureringswijk is te groot.
Le Medi is gebaseerd op sfeer en identiteit, dus alles wat we rondom het project in marketing en communicatie en dus de verkoop deden, kreeg die uitstraling.
28
29
Persoonlijke benadering De publiciteit rondom Le Medi is nog steeds zeer positief. Er komen via de website zeker vijftien serieuze aanvragen per week binnen voor meer informatie over Le Medi. Aan belangstelling ontbreekt het dus niet; de stagnerende verkoop heeft een andere oorzaak. De communicatie rondom de verkoop moet persoonlijker en directer worden, vindt ERA Bouw. In overleg met Com·wonen en Woonbron (WoonbronMaasoevers verandert in februari 2005 van naam) voert ERA Bouw in september 2006 een aantal drastische wijzigingen door. De basisplattegrond wordt aangepast door de eerste verdieping standaard uit te breiden. Door deze uitbreiding voor alle woningen tegelijk uit te voeren, valt de prijs veel lager uit dan een individuele uitbreiding in een later stadium zou kosten.
Marketingstrategie Ook besluit ERA Bouw de verkoop in eigen beheer te doen en begint een grootschalige verkoopcampagne. Le Medi wordt gepromoot op de Livin’ beurs en via tramreclames. Op locatie worden rondleidingen en presentaties gehouden. De verkoopactiviteiten vinden niet meer bij de makelaar plaats, maar op de bouwlocatie zelf. Er wordt een verkoopbrochure ontwikkeld, en aan de bouwkeet een bewonersinformatiecentrum toegevoegd. Hier is een medewerker van ERA Bouw op vaste dagen aanwezig om informatie te geven en het verkoopproces te begeleiden. Alle aanvragers van een verkoopbrochure worden voortaan in de keet uitgenodigd en kunnen met eigen ogen de locatie bekijken en een gevoel krijgen bij de wijk en de directe omgeving die door ingrijpen van de gemeente heel erg is opgeknapt. Deze directe vorm van klantbenadering levert al vrij snel resultaten op: de verkoopcijfers stijgen. Zomer 2008 zijn alle woningen op zes na verkocht. De kopers behoren helemaal tot de beoogde leefstijl. Le Medi heeft een voorbeeldfunctie voor stedelijke vernieuwingsopgaven in het land. Niet voor niets wint het in juni 2008 de prijs voor het beste initiatief in Rotterdam op het gebied van opdrachtgeverschap in de woningbouw.
Creatief bouwen In oktober 2006 start de bouw. Het uitvoeringsteam van ERA Bouw vindt Le Medi een prachtig project. Le Medi leeft op een gegeven moment zó sterk dat het uitvoeringsteam zelfs T-shirts en bouwhelmen met de opdruk Le Medi laat maken. Ze maken daarnaast graag tijd vrij voor het verzorgen van rondleidingen over het terrein. Er wordt een enorm beroep gedaan op het vakmanschapschap van het team. De wens van de opdrachtgevers om niets ten koste te laten gaan van de oorspronkelijke doelstellingen vraagt om creatieve
De kenmerken 93 eengezinswoningen: 18 woningen met tuin, 71 woningen met terras, 1 vrijstaande woning, 4 poortwoningen, 8 woningen met terras aan het binnenplein zes verschillende woningtypen: poortwoning (type A), tussenwoning (type B), hofwoning (type C), pleinwoning (type D), hoekwoning (type E), kopwoning (type F) voor iedereen de ideale woning: alle typen vrij indeelbaar en in de toekomst nog volledig uit te breiden mediterrane architectuur in ornamentiek, kleur en materiaal oppervlakte van 105 t/m 155 m2 overdekte parkeergarage op de begane grond privé buitenruimte versus collectief centraal binnenplein (autovrij) vijf toegangspoorten ’s avonds af te sluiten een kunstwerk van mozaïek in de hoofdpoort scherpe prijs/kwaliteitsverhouding: prijzen van e 189.500 tot e 304.500 inclusief parkeerplaats oase van rust én veiligheid in de stad goede bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer talloze voorzieningen in de directe omgeving, van winkels en scholen tot dakpark nieuwe uitstraling in de stad
30
31 oplossingen en veel tijd, geduld en energie. Een voordeur kiezen is een lang proces als de beoogde sierspijlen te zwaar blijken te zijn voor de deur. Als alternatief kunnen de kopers nu kiezen uit drie verschillende sierpanelen. Ook de uitvoering van de ovalen boog in de hoofdpoort kost heel wat hoofdbrekens. Om overal dezelfde voegdikte te realiseren moeten achthonderd stenen voor het bovenste gedeelte met de hand worden gezaagd, waarvan de smalste steen tot op 25 millimeter dikte!
Rini Biemans en Bianca Seekles bedenken het plan voor een mozaïek in Le Medi. Zij vragen de kunstenaar Arno Coenen om een ontwerp te maken dat het verleden, heden en de toekomst van de wijk verbeeldt.
Eén kant van de bouwkeet is bestemd als proefmuur, waar enkele belangrijke elementen worden getest zoals de wijze van aanbrengen van de kozijnen, plinten en het gatenpatroon, de verspringende metselverbanden in de gevels en het verwerken van het natuursteen. De proefmuur helpt het uitvoeringsteam bij het vinden van de optimale mix tussen techniek, esthetica en zelfs toekomstwaarde, want wat is bijvoorbeeld de beste manier om reliëf langs de dakgoten aan te brengen zonder dat het door aanslag verkleurt? Welk patroon langs de dakrand geeft de beste schaduwwerking? En hoe bevestig je natuursteen het minst opvallend aan de gevel? Het uitvoeringsteam werkt op deze manier alle details uit en gaat net zo lang door tot de mooiste oplossing gevonden is. Eenmaal uitgedacht volgt de toetsing in de praktijk. Het natuursteen bijvoorbeeld wordt op maat gemaakt in China en komt in pasklare platen weer terug naar de bouwplaats. Dan is het spannend om te kijken of de platen passen; het gaat daarbij echt om millimeters! Volgens mediterraans gebruik wordt ook veel aandacht besteed aan de decoraties van de balkons, erkers en hekwerken en de kleuren van de gevels. Mooi detail is dat kopers zelf de kleur van hun gevel mogen kiezen uit een palet aan kleuren, van terracotta en olijfgroen tot mediterraan blauw.
Groeibriljant Le Medi is toegankelijk via een grote hoofdpoort en vier kleinere poorten, net als de medina in tal van Noord-Afrikaanse landen. Het grote tulpenmozaïek in de hoofdpoort legt de link naar mediterraan wonen en is de verbinding tussen Le Medi en de bestaande wijk. Het mozaïek is deels bekostigd uit het gewonnen potje voor Groeibriljanten, in 2002 door de gemeente Rotterdam in het leven geroepen om door middel van particuliere initiatieven wijken nieuwe impulsen te geven. Initiatieven met een sociale, culturele en economische waarde voor de stad Rotterdam kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De gemeente wil met Groeibriljanten de kleinschaligheid in de grote stad terugbrengen en de betrokkenheid van bewoners bij de eigen buurt vergroten. Rini Biemans van Creatief Beheer en tevens initiatiefnemer van het ernaast gelegen, veel geprezen proefpark en Bianca Seekles van ERA Bouw bedenken het plan voor een mozaïek in Le Medi. Zij vragen via Jeroen Everaart van The Mothership de kunstenaar Arno Coenen een ontwerp te maken, dat verleden, heden en toekomst van de wijk verbeeldt. In het eerste ontwerp vertaalt hij de vraag naar graffitiachtige beelden van tatoeages en glimmende auto’s. Omdat er een interactief ontwerpproces is bedacht wordt dit ontwerp op de website creatiebeheer.nl geplaatst. De reacties zijn niet onverdeeld positief: mensen vinden het ontwerp iets te heftig, niet passend bij de wijk en niet bijdragen aan het opfleuren van Bospolder-Tussendijken. Coenen is direct bereid om zijn ontwerp aan te passen. In de schetsen van Geurst & Schulze maakt de gebogen poort na nader historisch onderzoek naar poorten plaats voor een poort zonder bogen en blijft bovenin een vlak stuk plafond over voor het mozaïek. Na enkele schetsvoorstellen komt Coenen met het idee van de tulpen. Oude en nieuwe bewoners, betrokkenen, Hassani Idrissi, de drie opdrachtgevers, ambtenaren en zelfs Minister Vogelaar en wethouder Karakus zetten het mozaïek begin 2008 in twee weken in elkaar. In totaal zijn zeshonderd mensen aan het mozaïeken. Samen een ‘steentje’ leggen schept immers een band. Het mozaïek beslaat een oppervlakte van 70 m2.
32
33 in het geurige groen geïntegreerd zijn. Het water is tegelijk een speelelement. Het veiligheidsaspect maakt de klus ook spannend, want hoe houd je de speelelementen deugdelijk en duurzaam en het water schoon? De architect gaat tevens mee om mediterrane bomen en beplanting uit te zoeken die ook in het Nederlandse klimaat kunnen gedijen. Om de sfeer van Le Medi goed in dit ontwerp terug te laten komen, gebruikt de landschapsarchitect referentiebeelden uit mediterrane landen als inspiratiebron. Zo is het granieten waterelement naar ontwerp van Geurst & Schulze gebaseerd op de toren van Babel. Vanuit de fontein stroomt het water trapsgewijs naar beneden, ter begeleiding van de weg van en naar de hoofdpoort.
Wonen waar de zon altijd schijnt Le Medi is dus het resultaat van jaren lang intensief studeren en schetsen door een aantal zeer betrokken partijen. Het complex staat als een medina of ommuurde stad in Bospolder-Tussendijken. Alleen is er hier geen muur rondom het woningblok, maar vormen de poorten de in- en uitgang. Het wonen is hierdoor naar binnen toe gericht. De woningen vormen een dicht, kleurrijk blok met hofjesachtige straten gelegen aan een autovrij binnenterrein met bomen en een waterpartij die naar buiten lijkt te stromen. Het ontwerp voor het binnenterrein is van de hand van dS+V, die de klus erg leuk vindt ten opzichte van de standaard ontwerpen die meestal van deze gemeentelijke dienst worden gevraagd. Er is meer geld beschikbaar, want het concept vraagt een apart ontwerp, dat een combinatie weet te maken tussen rust en stedelijke dynamiek. De landschapsarchitect van dS+V legt in zijn ontwerp de focus op vrije tijd. Alles in en op het binnenterrein moet geschikt zijn om er je vrije tijd veilig door te brengen. Op die manier wordt de sociale cohesie met en in de wijk bevorderd. Verhoogde plantenbakken nodigen uit tot zitten en ontmoeten, evenals de bankjes die
Overdag is het binnengebied van iedereen, maar ’s avonds kunnen de vijf toegangspoorten dicht en wordt Le Medi het domein van de kopers. Hans Wielaard, manager projecten Com·wonen: ‘Er bestaat in Le Medi een geleidelijke scheiding tussen openbaar, semi-openbaar en privé. De kopers zijn tegelijk ook verantwoordelijk voor het onderhoud van het binnenplein en de semi-openbare gebieden. De gemeente heeft zich voor vijf jaar contractueel verbonden aan de Vereniging van Eigenaren en betaalt voor een deel mee aan het onderhoud van het binnenterrein, onder de voorwaarde dat het overdag vrij
toegankelijk is voor iedereen die er een kijkje wil nemen.’
De gemeente heeft zich voor vijf jaar verbonden aan de Vereniging van Eigenaren en betaalt voor een deel mee aan het onderhoud van het binnenterrein, onder de voorwaarde dat het overdag vrij toegankelijk is voor iedereen die er een kijkje wil nemen.
34
35
Sanne Quik
De kopersadviseur Sanne Quik is de kopersadviseur van Le Medi. Ze houdt tweewekelijks spreekuur in het Infocentrum, werkt vanuit de bouwkeet en kent alle ins en out van het project en de buurt. ‘Het was voor mij een uitdaging om de verkoop te gaan begeleiden. Een project met relatief dure koopwoningen in een herstructureringswijk is redelijk gewaagd, vind ik. Tijdens de start van de bouw liep de verkoop niet optimaal. Bij de makelaar ontbrak de sfeer die we met Le Medi wilden overbrengen. We wilden die sfeer ook in de verkoop doortrekken, omdat we merkten dat kopers daar behoefte aan hadden. Het Infocentrum dateert van april 2007, maar we zijn wel eerder gestart met verkopen op locatie. Elke woensdag- en vrijdagmiddag kan iedereen zonder afspraak binnenlopen.’ Dat Quik op locatie werkt heeft enkele praktische voordelen. ‘Ik doe alles zelf en daarom weet ik ook heel goed wat er nog mogelijk of onmogelijk is. Die informatie heeft een makelaar gewoon niet. In het laatste stadium van de bouw is het zo dat eventuele wijzigingen door kopers in twee dagen definitief moeten zijn. Of de wijziging nog mogelijk is, kan ik direct op de bouw afstemmen met het uitvoeringsteam. Normaal koop je een nieuwbouwwoning op tekening, maar hier kunnen de mensen de woningen in het echt bekijken. Het grappige is dat de werkelijkheid zelfs mooier is dan de plaatjes; dat is meestal andersom! Actieve kopersbegeleiding haalt mensen die voor het concept vallen echt over de streep. De kopers voelen zich helemaal Le Medi-ers, ze gaan er voor. We ontvingen zelfs een trouwkaart in Le Medi-stijl!’ Kopersvereniging
Het klikt goed tussen de kopers onderling, een bewijs dat mensen met verschillende achtergronden toch dezelfde leefstijl hebben. ‘De meeste kopers zijn hoog opgeleid, hebben een goede baan bij bijvoorbeeld de gemeente of werken zelfstandig als architect of in een vrij beroep. Ze komen op een enkeling na van buiten de wijk en kiezen bewust om (weer) in de stad te wonen. In een huis mét tuin! Op de kopersmiddagen is het reuze gezellig. Na afloop blijven er altijd wel een paar hangen -even bijkletsen met de nieuwe buren. Tussendoor schijnen ze elkaar te ontmoeten voor een kop koffie of een borrel. Al in een vroeg stadium van de bouw heeft één van de kopers het initiatief genomen om een kopersvereniging op te richten. Veel kopers zijn daar lid van. Doelen van
Het klikt goed tussen de kopers onderling, een bewijs dat mensen met verschillende achtergronden toch dezelfde leefstijl hebben.
de vereniging zijn elkaar leren kennen, meepraten over de beheersovereenkomst en samen bepaalde zaken regelen als een extra berging in de tuin of het inhuren van een verhuisbedrijf. Het is voor ons ook interessant om met de kopers te kunnen communiceren, als we zelf vragen of tips hebben. Hiervoor hebben we op de website www.lemedi.nl een apart kopersgedeelte gemaakt. Elke koper krijgt via een unieke code toegang tot dat deel. Hier vinden de kopers het laatste nieuws, evenals nieuwe foto’s van de bouw, een vraag- en antwoordmodule, een forum waarop zij met elkaar en ons kunnen communiceren, et cetera. De communicatie werkt ook de andere kant op: af en toe attenderen kopers mij op een artikel in de krant, soms nog voordat ik het artikel heb gezien. Zo kwam ik te weten dat Le Medi in de nieuwe Grote Bosatlas staat!’
36
37
De uitbreidingsopties In Le Medi zijn de zes verschillende woningtypen flexibel uit te breiden of aan te passen. Dat heeft veel voordelen, want dit niet standaardiseren van de woningen levert een gevarieerd straatbeeld op en geeft kopers de kans zelf hun woning samen te stellen. Veel kopers hebben via www.lemedi.nl de ideale woning samengesteld. ‘Hiervan maken we individuele woningplattegronden in de schaal van 1:50 die we bij het tekenen van het contract uitdelen. De site is zo ingericht dat je via een stappenplan steeds verder komt en direct ziet wat de kosten van een bepaalde wijziging zijn. Deze manier van driedimensionaal aan je eigen woning en inrichting sleutelen haalt veel mensen over de streep.’ De grote uitbreidingen tijdens de aankoop zijn meegenomen in de vrij op naamprijs. ‘Onder grote uitbreidingen verstaan we het toevoegen van een extra verdieping, het vergroten van de woonkamer, het maken van een extra slaapkamer et cetera. Bijna iedereen voor wie deze optie mogelijk is heeft de keuken naar de woonverdieping gehaald. Zo wordt er op de begane grond een extra slaap- of werkkamer gecreëerd, of kunt u kiezen voor extra openslaande deuren naar tuin of dakterras. Het maximale wat je uit het meest voorkomende woningtype type B kunt halen is 175 m2 in plaats van de basis 119 m2.’ Deze tussenwoning is als basiswoning een complete en prima afgewerkte woning, maar wie speciale wensen heeft of iets meer ruimte wenst, kan er met de uitbreidingsopties dus 56 m2 aan toevoegen. ‘Het mooie is dat de kopers deze uitbreidingen ook later mogen doen. Mensen hoeven dus niet te verhuizen als ze groter willen wonen. Voor elke woning hebben we de voorbereidingen voor de vergunningsaanvragen al gedaan. Tijdens de sleuteloverdracht ontvangt iedereen een pakketje met onder meer de bouwtekeningen en technische gegevens. Met dat pakketje kunnen ze gemakkelijk de bouwaanvraagprocedure bij Bouw en Woningtoezicht doorlopen als ze willen uitbreiden, ook wanneer dit jaren later is. Ik ken een aantal kopers dat zeker van de uitbreidingsoptie om er een verdieping op te zetten gebruik gaat maken, al naar gelang de ontwikkeling van de gezinssamenstelling of het inkomen. Wij hebben met het pakketje een voorziening voor de toekomst gecreëerd!’ De meeste woningtypes bestaan uit drie lagen. De keuken is op de begane grond, de woonkamer op de eerste en de slaapkamers en badkamer bevinden zich op de tweede. Zelfs in de badkamer zijn mediterrane elementen toegevoegd. De architect koos terracottakleurige tegels op de vloer, maar als de kopers een andere kleur wensen, kunnen ze die zonder bijbetaling wijzigen. ‘Willen ze een ander formaat tegel of bijvoorbeeld mozaïek, dan kunnen ze terecht in onze geselecteerde showroom. Hier kunnen ze ook ander sanitair uitzoeken. We bieden bewust geen keuken aan, deze willen mensen liever zelf uitkiezen. Koken is hip; standaard voldoet dus nooit aan de eisen en zeker niet aan de eisen van deze kopers. Daarom bieden we aan om de complete keukeninstallatie door ons te laten aanpassen. Casco opleveren behoort eveneens tot de opties. Alles bij elkaar gaan we best ver mee in de wensen van de kopers, zolang deze de voortgang van de bouw maar niet in de weg staan. En sluitingsdata kennen we eigenlijk niet, dat is het voordeel van werken vanaf de bouwplaats en met dit flexibele uitvoeringsteam...’
basiswoning type B • 119 m2 • 3 kamers
maximale uitbreidingen type B • 175 m2 • 7 kamers
38
39 2007 2008
Oprichting Vereniging van Eigenaren Oprichting Kopersvereniging Ondertekening Beheersovereenkomst
5. Het beheer 2008
2009
Het laatste belangrijke onderdeel uit de toolbox is het beheer.
2010
In vele steden langs de Middellandse Zee is het grid al eeuwen lang de meest duurzame onderlegger voor stedenbouw. Een gridstad is een stedelijk groeimodel waarin kavels/blokken in een rechthoekig en regelmatig patroon zogenaamde grids vormen. Elk kavel of blok kan een andere, vrije invulling hebben en de structuur kan ook gevonden worden in sociale verbanden of in eigendomsverhoudingen. Duidelijke voorbeelden van gridsteden zijn Barcelona en New York. De stadsplattegrond lijkt in dit soort steden net op een schaakbord en is gebaseerd op een duidelijke scheiding tussen privaat en publiek. Logischerwijs is er in de gridstad ook sprake van verschillende beheervormen, in de woning en daarbuiten.
Beheersovereenkomst Met de gridstad voor ogen is de invulling van de scheiding tussen openbaar en privé in Le Medi gerealiseerd. Bloksgewijze ontwikkeling is een handig middel om particulier initiatief te organiseren. In de woningen krijgen de kopers als particulier opdrachtgevers de kans een eigen invulling te geven aan de ruimten, doordat de woningen casco worden opgeleverd. Daarbuiten krijgen zij het beheer over de openbare ruimte. Het zelf beheren van de openbare ruimte is een manier om het mediterrane karakter van de buitenruimte te bewaken. In een beheersovereenkomst tussen de deelgemeente Delfshaven en de Vereniging van Eigenaren (VvE) worden de wederzijdse afspraken over deze voor Rotterdam bijzondere manier van beheren vastgelegd. Mildred Pijnenborg, projectmanager bij Com·wonen en Guido Voermans, projectontwikkelaar bij ERA Bouw weten hier meer over te vertellen. Voermans: ‘Het is grappig dat de komst van Le Medi de buurt zo verandert. Er komen ineens allerlei nieuwe projecten van de grond. Het samen mozaïeken heeft echt een link gelegd tussen de huidige en de nieuwe bewoners. We denken daarom dat het binnenterrein goed gebruikt gaat worden. Overdag staat de poort open en fungeert het terrein als openbare ruimte; voor iedereen toegankelijk. ’s Avonds verandert het
40
41
in privaat gebied voor de bewoners van Le Medi. Tenminste, zo zou het moeten werken als wij ons terugtrekken en het binnenterrein overdragen aan de VvE.’ Vanaf dat moment geldt de beheersovereenkomst tussen het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), de deelgemeente en de VvE. Pijnenborg: ‘Een dergelijke overeenkomst is nodig omdat stedelijke binnenterreinen normaal gesproken door de gemeente worden ingericht en door de deelgemeente onderhouden. Niets is echter standaard bij Le Medi, dus ook het binnenterrein is bijzonder. De deelgemeente had alleen een bedrag in de begroting opgenomen voor het uitvoeren van standaard onderhoud. Meer dan de basisinrichting wilden ze niet onderhouden. Daarop besloten zij om de jaarlijkse beheerskosten aan de VvE beschikbaar te stellen. Dat bedrag komt overeen met het bedrag dat de deelgemeente zelf zou hebben betaald als ze het binnenterrein in beheer zou hebben. De VvE moet hiervoor wel jaarlijks een aanvraag doen. Als tegenprestatie zijn de bewoners van Le Medi verantwoordelijk voor beheer en onderhoud op een bepaald niveau, inclusief de bestrating en groenvoorziening. Dat kunnen ze uitbesteden, of zelf doen door bijvoorbeeld enkele malen per jaar samen het binnenterrein aan te pakken. Deze afspraak en andere afspraken over de openstelling van het binnenterrein en het maken van een jaarrapportage door de VvE komen in de beheersovereenkomst te staan.’ Voermans: ‘De gemeente verleende op haar beurt weer een eenmalige bijdrage voor de inrichting. Het is echt uniek dat het OBR uit naam van de gemeente aan deze constructie wilde meewerken. Normaal geeft de gemeente ten aanzien van de inrichting van de buitenruimte bij nieuwbouwprojecten keus uit twee alternatieven: óf een standaard inrichting, óf een afgesloten buitenruimte voor privé-gebruik. Nu hebben zij toch een budget vrijgemaakt. Com·wonen, ERA Bouw en Woonbron hebben daar een bedrag opgelegd.’ Pijnenborg: ‘Het besluit van de gemeente is begrijpelijk, want de buurt profiteert mee. Het was tenslotte vanaf het begin onze bedoeling om Le Medi overdag open te stellen voor de buurt. Ook op die manier krijgt het concept een meerwaarde voor Bospolder-Tussendijken.’
Vereniging van Eigenaren Le Medi bestaat uit eengezinswoningen, dus de keus voor een VvE is geen alledaagse. Voermans: ‘Normaal wordt een VvE opgericht door eigenaren van
Tot de kleinste details zijn de mediterrane elementen in Le Medi doorgevoerd, van de deuren, tegels, en straatverlichting tot de huisnummers en straatnamen.
appartementen in een appartementencomplex. De woningen in Le Medi zijn grondgebonden woningen en geen appartementen. Maar het semi-openbare karakter van het binnenterrein en de gemeenschappelijke parkeergarage maakten het noodzakelijk om de woningen te verkopen als eengezinswoningen mét appartementsrecht. Tijdens de oprichtingsavond merkte je dus wel een stukje onbekendheid, niet alleen bij de kopers maar ook bij Triant die als VvE-beheerder was aangesteld.’ Het appartementsrecht betekent in dit geval dat de kopers eigenaar zijn van hun woning en samen met de andere kopers eigenaar zijn van het binnenterrein en de parkeergarage. Iedere koper betaalt mee aan de gemeenschappelijke (onderhouds)kosten. In de bijbehorende splitsingsakte staat precies omschreven wat ieders aandeel in de kosten is. Elke koper is automatisch lid van de VvE en kan tijdens vergaderingen van de VvE meebeslissen. De VvE behartigt de gemeenschappelijke belangen en is verantwoordelijk voor het onderhoud en het gebruik van de gemeenschappelijke delen. ‘Omdat alles voor iedereen nieuw is, heeft de VvE als eerste actie een commissie opgericht. De commissie voert namens de VvE de gesprekken met de deelgemeente over de invulling van de beheersovereenkomst. Er zijn toch afspraken nodig over de ontregeling van het binnenterrein van buitenaf, door bijvoorbeeld vandalisme.’ Pijnenborg: ‘Ook vanuit de drie opdrachtgevers wordt er alles aan gedaan om het gebied zo te houden zoals het nu is. Daarom hebben we de onderhoudskosten voor de eerste vijf jaar bij de onderaannemers afgekocht. Bovendien betalen we het eerste jaar de beheerskosten van Triant.’
Huishoudelijk reglement Tot de kleinste details zijn de mediterrane elementen in Le Medi doorgevoerd, van de deuren, tegels, en straatverlichting tot de huisnummers en straatnamen. Zoals verteld mogen de kopers van een woning aan de binnenstraten zelf een kleur uitkiezen voor de voorgevel. Om de oorspronkelijkheid te behouden is een huishoudelijk reglement vastgesteld. Geen standaard reglement maar toegespitst op het bijzondere karakter van Le Medi. Daarin staan afspraken over onder meer het kleurgebruik aan de buitenkant en het wel of niet bevestigen van gevelreclame of schotels aan de muur.
42
43
Bianca Seekles
6. Trots Carlos Gonçalves, voorzitter deelgemeente Delfshaven: ‘Ik ben trots op Le Medi. Het is een mooi, prestigieus project en om een aantal redenen uniek. Volgens mij is Le Medi het eerste nieuwbouwproject in Nederland dat rekening houdt met de culturele achtergrond van veel mensen in de stad en dus ook in deze oude stadswijk. Bewoners die een maatschappelijke carrière gemaakt hebben krijgen de kans om door te stromen naar een duurdere, grotere woning en blijven dus behouden voor de buurt. Én Le Medi trekt hogere inkomensgroepen van buiten de wijk aan. Het gevolg is dat er in Bospolder-Tussendijken een evenwichtige bevolkingssamenstelling ontstaat, wat ook van economisch belang is voor de winkelstraten eromheen.’
Ons kindje Ons kindje Bianca Seekles, hoofd Initiatief & Concept bij ERA Bouw: ‘Le Medi is ons kindje. Het was geen makkelijke bevalling, maar door goed samen te werken is het ons wel gelukt.’ En wat is dan “goed” samenwerken? ‘Zorg ervoor dat je elkaar vertrouwt! Natuurlijk moet je aan elkaar wennen en elkaar leren kennen bij aanvang van een project. Steek daar ook echt tijd in, dit levert het in de loop van het proces dubbel en dwars op. Daarnaast is een gezamenlijke doelstelling een belangrijke succesfactor in de samenwerking gebleken. Ook enthousiasme, een positieve instelling en trots zijn belangrijke kernwaarden voor het Le Medi team.’ Vooraf formuleerden de partijen de doelstellingen voor dit project. ‘Ten eerste de stad én Bospolder-Tussendijken versterken door het maken van een sterk onderscheidend woonmilieu die een nieuwe bewonersgroep aantrekt. Ten tweede een project realiseren waarmee Rotterdam laat zien dat multiculturaliteit een positieve betekenis heeft voor de fysieke omgeving. Deze doelstellingen hebben we in een bijzonder concept weten te vatten en tijdens het gehele proces zeer consequent bewaakt. En wat mij betreft zijn we er meer dan in geslaagd ze waar te maken. Het is namelijk helemaal gelukt een nieuwe leefstijl aan te trekken met Le Medi. Vijfentachtig procent van de kopers past naadloos in het vooraf opgestelde profiel. Er is veel instroom van buiten de wijk, zelfs mensen vanuit Arnhem en Purmerend, hoger opgeleid, met creatieve beroepen en met gemixte nationaliteiten: de Nieuwe Rotterdammer. Le Medi heeft een geheel eigen identiteit en dit wordt door de kopers ook zeker herkend. Ze voelen zich hier sterk door aangetrokken en mee verbonden. Fantastisch, dat dit zo goed zou lukken had ik niet durven dromen…’
Hans Wielaard
Een geslaagd concept Hans Wielaard, manager projecten bij Com·wonen: ‘Le Medi is geslaagd omdat we met een aantal mensen tot het einde zijn doorgegaan. Ondanks externe en interne druk om te stoppen. Anders was het er niet van gekomen. We hebben elkaar er echt doorheen gesleept. Een aantal zaken maakt dit proces anders dan anderen. Feitelijk zijn we helemaal uit het niets begonnen. Het heeft ons twee jaar gekost om de ingrediënten en essenties eruit te halen. Bij aanvang
44
45
bestond er geen programma van eisen en waren de doelgroepen nog niet bepaald. In die jaren, zeg maar tussen 2000 en 2003, wist dus niemand wat er uit Le Medi zou ontstaan of wat multicultureel bouwen was. Voor mij ging het vooral om de kwaliteit; Le Medi moest kwaliteit toevoegen aan de Nederlandse architectuur en iedereen aanspreken. Wat we niet wilden, was een soort duizend en één nacht uit de Efteling of een Marokkaans hofje. Het introduceren van de leefstijlbenadering was heel goed voor het proces. Ik had ook nog nooit met een klantenpanel gewerkt. Dat je constant in het proces toetst of je op de goede weg zit. Die zaken hebben wel het gevolg dat we nu kopers hebben die niet voor de gebaande paden gaan. Bijzonder is ook dat we vast hebben kunnen houden aan de mogelijkheden om de woning uit te breiden. Dat was één van de essenties voor we begonnen: in Mediterrane landen zijn de woningen nooit meteen af. De woningen moeten meegaan in de fasen van het leven van de kopers. Daarom waren alle (ook latere) uitbreidingsmogelijkheden door ons direct al meegenomen in de aanvraag voor de bouwvergunning.’
Arthur Oerlemans
De aanhouder wint Com·wonen en ERA Bouw leren elkaar goed kennen tijdens de gezamenlijke inspanningen voor de herstructurering. Ook met Woonbron verloopt de samenwerking al snel heel soepel. Logisch, want de drie partijen streven hetzelfde doel na: Le Medi uitwerken en uitvoeren en hebben alledrie een flexibele instelling. Arthur Oerlemans, vestigingsdirecteur Woonbron Dordrecht: ‘Toen wij met Le Medi begonnen was het echt een hype, dan zijn er altijd heel veel mensen die mee willen doen. Maar Le Medi was best een lastig concept en het duurde lang voordat de plannen concreet werden. Er zijn dus vanzelf partijen afgehaakt. Door de veranderingen binnen het college bleven de gemeente en deelgemeente op afstand. De deelgemeente bemoeide zich meer met de afspraken die Com·wonen voor de financiering van het hele gebied had gemaakt dan met het deelproject Le Medi. Vanaf 2003 werd Le Medi echt het concept van Com·wonen, ERA Bouw en Woonbron. Sinds dat jaar onderzocht ERA Bouw continu of onze plannen nog pasten binnen het denken in woonmilieus en leefstijlen. Om daarin verder te komen lieten we het concept regelmatig toetsen: eerst via een brandingsessie onder de betrokkenen en later via een leefstijlenonderzoek en enquête onder mogelijke kopers. Het grappige is dat de testen onder de leefstijlen met interesse voor Le Medi elke keer opnieuw bevestigden dat het concept goed was.’ De samenwerking tussen Com·wonen, ERA Bouw en Woonbron is echt op basis van vertrouwen tot stand gekomen. ‘Samen vormden wij in het proces de constante factor met het collectieve geheugen. De studiereis en de eerste verkenningen zijn betaald uit de IPSV-bijdrage (overheidssubsidie voor innovatieve ontwikkelingen stedelijke vernieuwing) die het ministerie van VROM ons toekende. In de initiatieffase voerden wij de financiële administratie en trokken wij het concept;
Le Medi
vanaf de schetsfase zijn de taken duidelijker verdeeld. Com·wonen en ERA Bouw pakten de ontwerp- en uitvoeringsfase op, waarvoor ERA Bouw ook de marketingcommunicatie op zich nam. Woonbron kreeg later meer de rol van bewaker van het concept. Pas toen de bouw van start ging hebben we een convenant gesloten. Daarin zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de risico’s en de resterende plankosten. Zo hebben we bijvoorbeeld met ERA Bouw afgesproken dat Com·wonen en Woonbron de woningen overnemen die aan het eind van de bouw nog niet verkocht zijn. Le Medi heeft uiteindelijk meer gekost dan we er voor terugkrijgen, mede veroorzaakt door de lange aanloopfase. Dat was te verwachten, gezien de ingewikkeldheid van het proces. Wij zagen het als een testcase die onze filosofie staaft dat het zin heeft om verschil te maken door onderscheidende woonmilieus voor leefstijlen te bedenken, in plaats van veel van hetzelfde te bouwen. Com·wonen vond Le Medi een interessante toepassing binnen de herstructurering van Bospolder-Tussendijken. Voor ERA Bouw was het heel vernieuwend om zo’n specifiek concept te ontwikkelen dat de stad versterkt en ook op andere locaties in Nederland kan worden toegepast. En allemaal streefden we hetzelfde na: we wilden voor de stad een statement maken, mensen moesten bij Le Medi net zo’n gevoel krijgen als bij de kubuswoningen. Daarnaast wilden we onze weg naar het eindresultaat documenteren voor anderen, zodat die onze methodieken kunnen gebruiken in een juiste mix tussen geprofileerde woonmilieus en mediterraan bouwen. Dat is dit boekje geworden.’ Zorgvuldig en met liefde en zorg ontwikkelen ‘Le Medi is voor mij echt een voorbeeld van de aanhouder wint: wanneer je van tevoren goed nadenkt over hoe je een product wilt verkopen, die gedachte consequent vasthoudt én weerstanden weet te overwinnen, dan wordt het vanzelf een succes. Le Medi is op het gebied van onderscheidende woonmilieus voor de multiculturele leefstijl het enige concept in Nederland dat zó consequent is uitgewerkt. Ook het feit dat we de toolbox altijd voorop hebben gesteld, heeft aan het succes bijgedragen. Ons doel was om de Nederlandse architectuur te beïnvloeden door de mediterrane bouwstijlen en dat doe je niet door een kopie neer te zetten, maar door nuances aan te brengen. Als je ziet hoe die toolbox is vertaald in de gesloten bouwblokken, de ornamentiek en bijvoorbeeld het gebruik van steen en dat afzet tegen de buurt waarin de woningen gebouwd worden, dan is Le Medi eigenlijk helemaal niet zo anders. In de architectuur van de jaren dertig was het gebruik van bakstenen en ornamenten heel gewoon en in Bospolder-Tussendijken staan nog veel van deze huizen. Voor ons alledrie was de essentie: zorgvuldig en met liefde en zorg ontwikkelen.’
46
47
Anne Noordzij, Jaap van Hoek, Berend en Thom
7. De kopers Die essentie trekt alle culturen aan.’ In Nederland waar de zon echt niet altijd schijnt, is Le Medi een ongekend project. En voor de mensen die er wonen lijkt de zon altijd te schijnen...
Anne Noordzij, 46 jaar, stafmedewerker
“Ik kom door de poort binnen met het gevoel hier woon ik.” Jaap van Hoek, 49 jaar, adviseur personeel en organisatie
“De tegenstelling tussen de rust van Le Medi en de diverse, oude wijk trekt mij erg aan. Stedenbouwkundig wordt Le Medi echt een attractie, dat weet ik zeker.” Berend van Hoek, 14 jaar, scholier
“Er zijn niet veel kinderen van mijn leeftijd, dus ik reken op heel veel oppasadressen.”
De familie Noordzij/ Van Hoek Anne Noordzij, Jaap van Hoek en hun zoons Berend en Thom hebben in september 2008 de sleutel gekregen van hun woning met tuin. Het lange wachten is beloond... ‘Heerlijk, alles schoon en nieuw’, verzucht Noordzij. ‘En het is in Le Medi, dat maakt het extra speciaal’. Haar was de tramreclame opgevallen. ‘Het zal net aan het begin van de bouw geweest zijn. Ik zag de kleuren en dacht ‘dat is gaaf’. We waren al een beetje aan het rondkijken naar leukere huizen en zijn meteen op de website gaan neuzen. Van Hoek: ‘Die zat goed in elkaar, ik vind de site van Le Medi echt een marketinginstrument van de eerste orde. Anne en ik zijn op alle huizen gaan klikken. Eerst hebben we de atelierwoningen bekeken, maar die waren er niet meer. Al surfend kwamen we uiteindelijk bij een woning uit die ons geschikt leek en waar je ook nog een verdieping op kon zetten.’ Noordzij: ‘We wilden per se een huis aan de binnenkant, aan zo’n leuk gekleurd straatje en met een tuin in plaats van een dakterras. Je weet maar nooit hoe klein de afstand met de buren wordt als die eventueel gaan uitbreiden. Net als de buren hebben we nu een woning van vier etages, want we hebben tijdens de bouw die verdieping als extra optie meegefinancierd.’ Hebben ze verder nog meer- en minderwerk afgesproken? ‘Nou, het was erg makkelijk om van alles toe te voegen op de site. Doe ook maar openslaande deuren, dachten we, en haal de muur boven maar weg. Op een gegeven moment zijn we maar gestopt. Je weet natuurlijk toch niet helemaal hoe het huis er uit gaat zien als je op tekening koopt. Achteraf denken we soms wel eens ‘dat zou best iets voor ons geweest zijn.’ Maar ja, een keuken kies je maar één keer. Gelukkig mailde Sanne, de kopersadviseur, af en toe of een bepaalde keus van een andere bewoner ook niet iets voor ons was. Dat deed ze erg goed, petje af!’ Berend van veertien komt er bij zitten. Ook hij is duidelijk enthousiast: ‘Ik vind het keigaaf om daar te wonen. Ik heb ditmaal de grootste slaapkamer. In ons oude huis had mijn oudere broer nog de ruimste kamer, dus ik was aan de beurt. Ik ben ook blij dat het allemaal zo mooi en nieuw is, ik val op de kleuren en ik houd nu eenmaal niet van oude huizen. Rotterdam is voor mij dé stad, met al die moderne architectuur. Noordzij vervolgt haar verhaal: ‘We hebben het huis dus snel gekocht. We zijn niet van die dralers die lang ergens over doen. We keken elkaar aan en dachten ‘dit is goed.’ Van Hoek: ‘We zijn eerst nog bij Atta geweest. Deze makelaar had een kamer in Le Medi-stijl ingericht, maar ons besluit stond eigenlijk al vast. In het dakparkcafé was Anne ook leuke mensen tegengekomen die een huis hadden gekocht. Dat gaf een goed gevoel en dat gevoel hebben we nog steeds.’
48
49
Hoe kijkt de familie aan tegen het beheer van de buitenruimte? Van Hoek: ‘Ik ben ervoor om dat uit te besteden. In het begin is het leuk om met z’n allen een paar keer per jaar de handen uit de mouwen te steken. Maar ik denk dat dit later gaat verwateren. Mensen verhuizen, gezinssituaties veranderen, iedereen heeft het druk... Wat zou het kosten, 85 euro per woning per kwartaal? Dat heb ik er graag voor over. Eén van de kopers heeft een eigen schoonmaakbedrijf, dus die zal het vast goed kunnen regelen.’ Van Hoek is ook benieuwd hoe Le Medi er over vijf jaar zal uitzien. ‘Is er veel verloop, of gaan mensen inderdaad later nog uitbreiden? Noordzij: ‘Je maakt bewust wel een keus voor het concept Le Medi en niet voor Nesselande. Het gaat om het totaal, van het concept tot de woning en de buurt. En niet te vergeten, je zit dichtbij de stad. Het is tegelijkertijd best spannend. In onze oude buurt gebeurde nooit iets en was het veilig, soms iets te... Toen ik nog bij de Jeugdreclassering werkte kwam ik heel veel probleemjongeren uit Delfshaven tegen. Maar Le Medi en het andere type bewoners doen Bospolder-Tussendijken duidelijk ook goed.’ Van Hoek: ‘En een beetje pionieren trekt me wel. Het kan alle kanten opgaan, maar de wijk wordt intussen wel steeds leuker.’
Tijdens een kopersavond in september 2007 besloot Jaap van Hoek de interesse in een kopersvereniging te polsen. ‘Als leek wil ik weten of mijn huis goed gebouwd wordt, of alle risico’s voorkomen worden en of de zaken op de langere termijn geregeld zijn. Een collega tipte mij dat je via een kopersvereniging invloed kunt uitoefenen op het proces. Zeker omdat je zelf niet alles kunt, maar we met elkaar een aardige schat aan kennis en knowhow in huis hebben, bedachten we met enkele kopers het plan om ook voor Le Medi een vereniging op te richten. De andere kopers waren enthousiast, zodat we vervolgens naar de notaris zijn gegaan om een en ander te regelen. De voordelen van een vereniging zijn legio. We krijgen korting als we voor een aantal woningen tegelijk een vloer laten leggen, of met hetzelfde verhuisbedrijf onze verhuizingen regelen. Ook hebben we gezamenlijk een bouwcoach van Vereniging Eigen Huis in de arm genomen om steekproeven te nemen tijdens de bouw. Met de resultaten van de inspectie zijn we naar ERA Bouw gegaan, met het verzoek een aantal aanpassingen te doen.’ Maar er is toch al een Vereniging van Eigenaren? ‘Ja, maar dat is niet hetzelfde. De kopersvereniging behartigt de individuele belangen van de kopers. De VvE bemoeit zich met zaken die in het belang van ons allemaal zijn, zoals de parkeergarage, de buitenruimte, de lantarenpalen en dergelijke.’ De kopersvereniging versterkt ook nog de onderlinge band. ‘We leren elkaar steeds beter kennen. Het contact verloopt makkelijk, via Hyves of mail kun je elkaar uitnodigen om wat te drinken of iets anders te ondernemen. Een aantal mensen is zelfs op de verjaardag van Anne geweest. Het moet natuurlijk niet te klef worden, maar ik denk dat we allemaal genoeg stadsmens zijn om niet op elkaar te gaan letten.’
Ayse, Bilal, Mertkaan, Hilal Taner
De familie Taner Ayse en Bilal Taner met zoon Mertkaan (2) en dochter Hilal (7) woonden in een leuke doorzonwoning in Pijnacker. Een grote, betaalbare eengezinswoning in een rustige buurt, kortom, voor veel mensen de ideale woning. Alleen niet voor de Taners. Zij voelen zich toch meer thuis in Rotterdam. Le Medi bood hen een kans om weer terug te keren. ‘We waren wel tevreden over de woning, maar niet over Pijnacker’, vertelt Bilal Taner. ‘En wonen houdt meer in dan een mooi huis. Mijn vrouw en ik voelden ons geen onderdeel van de buurt. Het was hier te rustig, je zag alleen mensen buiten lopen als ze de hond uitlieten. Er waren ook weinig voorzieningen in de directe omgeving. Alles wat we deden, was ergens anders. Uitgaan, winkelen, familie bezoeken... Mijn ouders en andere familieleden wonen in Spangen, waar ik zelf ook vandaan kom. Die kon ik niet spontaan opzoeken, want Rotterdam was net iets te ver weg. Voor ons was Le Medi dus een bewuste keuze. Het was een geweldig vooruitzicht dat we na de oplevering van onze woning alles te voet konden bereiken: mijn familie, de school van de kinderen, de winkels aan de Schiedamseweg, historisch Delfshaven en zelfs het centrum! Het grappige is dat we met ons enthousiasme ook de buren hebben aangestoken: zij hebben het huis naast ons gekocht!’ Kennelijk hadden de Taners de verhuizing naar Pijnacker nodig om te voelen dat zij Rotterdammers in hart en nieren zijn. Ayse Taner: ‘Ik ben pas acht jaar geleden uit Duitsland naar Nederland verhuisd, maar de eerste drie jaar woonden we in Rotterdam en dat waren wel de fijnste jaren. Vanwege de kinderen zijn we naar Pijnacker verhuisd, maar ons leven speelde zich eigenlijk vooral in Rotterdam af. Op de woonbeurs Rotterdam ‘Livin kwamen we voor het eerst in aanraking met Le Medi.’ Haar man vervolgt: ‘We zaten toen nog in de oriëntatiefase. Bleven we wel of niet in Pijnacker? En zo nee, welke wijk van Rotterdam trok ons dan aan? De vinexwijken vonden we teveel van hetzelfde. We zagen meer in oude stadsvernieuwingswijken zoals het Oude Noorden of het Nieuwe Westen. Net op het moment dat we definitief besloten om te verhuizen kwamen we Le Medi weer tegen op internet. Het was inmiddels een jaar later; de bouw was al gestart. Soms moet je afstand nemen om te ervaren hoe sterk je iets waardeert. Le Medi had alles wat we wensten: de dynamiek van de stad en tegelijkertijd de rust van Bospolder-Tussendijken. Le Medi is net een dorpje in de wijk. Ook de kleuren spraken ons aan en de flexibele woningindeling, uniek voor een nieuwbouwproject in de binnenstad!’ Ayse Taner: ‘Op de site hebben we eerst de woningtypen bekeken; de woning moest wel binnen ons budget vallen. Type B leek ons de meest praktische woning. Zonder tuin, maar wel met een groot dakterras en gelegen aan een autovrije binnenstraat. Dat is prettig voor de kleintjes. Ook de zoninval speelde een rol in de keuze. Ter plaatse en via Google Earth hebben we de zoninval onderzocht.’
50
51
De toolbox vertaald naar Le Medi
De Taners hebben bijna van alle opties gebruik gemaakt om de woning flexibel in te delen. Bilal Taner: ‘Op de tweede verdieping lieten we een derde slaapkamer maken, de woonkamer is flink groter en de keuken is van de begane grond naar de woonkamer gegaan. Uitbreiding met een vierde verdieping bewaren we voor een later moment. Misschien komt er nog wel gezinsuitbreiding, dat weet je maar nooit.’ Zij kozen niet alleen bewust voor Le Medi, maar ook, of juist, voor de wijk. ‘De gemeente investeert veel in Bospolder-Tussendijken. Je ziet de verbeteringen nu al. Er komen steeds meer alternatieve winkeltjes, kleinschalige initiatieven en restaurants bij. De wijk heeft bepaalde minpunten die niet direct zullen verdwijnen, maar wij ervaren die niet als bedreigend. Het is goed dat onze kinderen leren omgaan met stadse problemen als verkeer, armoede en veiligheid. Het maakt ze weerbaarder. Bovendien hoop ik dat ze wat meer waardering krijgen voor alles wat we hen geven en dat ze inzien dat niet alles even vanzelfsprekend is. Le Medi trekt mensen aan die risico’s durven nemen en gezien de toch niet geringe koopprijs ook geslaagd zijn. Ik vind daarom dat we zelf ook ons best moeten doen om van de wijk een succes te maken. Dat kan door op meerdere fronten onderdeel van de wijk uit te maken. De kinderen gaan dus naar de Montessorischool bij het Grote Visserijplein. Dit uitgangspunt moet natuurlijk niet ten koste van alles gaan, maar de school staat goed bekend.’ Ayse Taner: ‘Ze stonden vorig jaar al ingeschreven!’ Ayse, Bilal, Mertkaan, Hilal en de andere familieleden kwamen tijdens de bouw regelmatig een kijkje nemen op de bouwplaats. Ayse Taner: ‘We waren zo enthousiast dat we er soms wel twee keer per week te vinden waren. De oplevering vond pas in oktober/november plaats, dus het was spannend om te zien hoe een tekening een woning werd.’ Volgens Bilal Taner is alles goed verlopen. ‘Ik verwachtte niet dat de bouw zou uitlopen, hoogstens een weekje. Het is een luxe gevoel dat ik nu vanuit mijn huis naar de markt kan lopen en een patatje kan eten. Ik hoop dat het gevoel zo blijft en onze verwachtingen over de wijk uitkomen...’
Ayse Taner, 29 jaar: ‘Nu kan ik alles lopend doen.’
Stedenbouw Ommuurde stad: gesloten bouwblokken met muren, poorten en binnenterrein. Openbare ruimte binnenin: een rangorde van publiek naar privé. Ontsluiting van binnenuit: een autovrij binnenterrein met bomen en een waterpartij dat overdag door poorten ontsloten is. Groei van binnenuit: de flexibele uitbreidingsmogelijkheden. Gridstad zoals in Spanje en Marokko: bloksgewijze ontwikkeling van de woningen. Smalle straten en patio’s: hiërarchie in straatbreedtes net zoals in de gridstad (naast smalle straten ook een brede Ramblas zoals in Barcelona). Voorzieningen in de onderste laag: parkeervoorzieningen in de onderste laag. Architectuur Relatie met klimaat: hoge, smalle ramen die privacy waarborgen en toch genoeg daglicht toelaten. Scheiding tussen openbaar en privé: een buitenruimte die privé en tegelijk openbaar is, maar duidelijk te scheiden/ gesloten gevels. Ruimtelijkheid en sterke relatie met de inrichting: ruimtes in de woning die flexibel in te delen zijn. Wonen als verblijfsidee: optimale benutting van het verblijf in de woning door o.a. patio, dakterras en grote ruimtes. Soberheid versus rijkdom: soberheid aan de buitenkant en hoogwaardige afwerking van de binnenkant.
Beheer
Particulier opdrachtgeverschap: kopers als co-producent van hun woning. Multifunctioneel gebruik woning: het gegeven dat de bewoner zelf woningindeling bepaalt. Beheervormen: een speciale beheersovereenkomst met deelgemeente inzake onderhoud en beheer van het binnenterrein. de oprichting van een VvE vanwege het semi-openbare karakter van het binnenterrein en de gemeenschappelijke parkeergarage. Materiaal Decoreren gebouwen: de toepassing van sierpanelen bij de voordeur en ornamentiek op balkons, erkers en hekwerken. Sobere uitvoering buitenzijde: baksteen, natuursteen. Veel kleur binnenzijde: bewoners kiezen zelf de kleur voor hun gevel. Mozaïek: tulpenmozaïek in de hoofdpoort. Water: Een fontein en een waterloop van fontein tot hoofdpoort. Ambachtelijke bouwproductie: vakmanschap dat goed is terug te zien in bijvoorbeeld het gatenpatroon langs de gevels, het reliëf langs de dakgoten, de gemetselde bogen van de hoge poort.
Colofon Idee Com·wonen ERA Bouw Woonbron Vormgeving Panart Tekst Yvette van Dael
Eindredactie ERA Bouw Fotografie ERA Bouw Marcel van Kerckhoven Druk Thieme MediaCenter Rotterdam
Met dank aan BBVH multimedia, Jeroen van der Burg, Jeroen Geurst, Hassani Idrissi, Carlos Gonçalves, familie Noordzij/van Hoek, familie Taner, Arthur Oerlemans, Mildred Pijnenborg, Sanne Quik, Paulien Schaap, Kay Schellen, Bianca Seekles, Guido Voermans, Hans Wielaard, Job van Zomeren. © Com·wonen, ERA Bouw en Woonbron, 2008