Premaster 2012-2013 LEVENSBESCHOUWING EN ZINGEVING Examinator:
Ton Jorna
Werkboek Auteur(s):
Ton Jorna Laurens ten Kate Abdelilah Ljamai Willeke Los Martien Schreurs
1ste druk, juni 2012
Titel Auteur(s)
Levensbeschouwing en Zingeving Ton Jorna Laurens ten Kate Abdelilah Ljamai Willeke Los Martien Schreurs Vormgeving Tessa Striekwold Druk 1ste druk, juni 2012 Uitgave Universiteit voor Humanistiek Kromme Nieuwegracht 29 3512 HD UTRECHT Reeks werkboeken PreMaster Humanistiek 2012/2013 Code 12/PMa/PM-10/wb © UvH 2012
2
Inhoudsopgave VOORWOORD ........................................................................................................... 4 ALGEMENE BESCHRIJVING PREMASTER UvH ................................................. 5 1 CURSUSGEGEVENS .............................................................................................. 7 1.1 Algemene gegevens ....................................................................................... 7 1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken .................... 8 1.3 Beoogd leerresultaat ...................................................................................... 8 1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren ............................................................. 10 1.5 Feedback ...................................................................................................... 11 1.6 Afronding..................................................................................................... 12 1.7 Beoordeling ................................................................................................. 12 1.8 Literatuur ..................................................................................................... 13 1.9 Leeswijzer .................................................................................................... 14 1.10 Onderwijskwaliteitszorg .............................................................................. 15 2 CURSUSPROGRAMMA ....................................................................................... 16 2.1 Cursusrooster ............................................................................................... 16 2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen ................................................. 17 3 BIJLAGEN .............................................................................................................. 28 3.1 Bijlage 1: Beoordelingsformulier ................................................................ 28 3.2 Bijlage 2: Voorbeeld tentamenvraag……………………………………....29 3.2 Bijlage 3: Eindtermen Bachelor Humanistiek ............................................. 30
3
VOORWOORD Dit studieonderdeel van de Premaster biedt ten behoeve van zowel het voorkeurstraject Humanistiek als Zorgethiek en Beleid, een eerste oriëntatie op de inhoud van de begrippen levensbeschouwing en zingeving. Zij verwijzen naar het zoeken naar zin en het vertellen en doorvertellen van verhalen waarin mensen bezig zijn met de zin van hun leven. Deze begrippen hangen derhalve nauw samen met tradities, verhalen en actualiteit. Het eigen, unieke levensverhaal is altijd vervlochten met oude en nieuwe oerverhalen, of dat nu mythische verhalen zijn (vol fictie en metaforiek) of wetenschappelijke ‘logische’ verhalen die de objectieve werkelijkheid pretenderen te beschrijven. Met name wordt op drie, binnen de westerse cultuur dominante kerntradities ingegaan: het humanisme (college 1, 2, 3, 8 en 9), christendom (college 4 en 5) en islam (college 6 en 7). Deze levensbeschouwingen worden zowel vanuit theoretisch als historisch oogpunt behandeld. Besproken wordt de ingewikkelde, soms vriendschappelijke soms vijandige relatie van het humanisme tot religie, in heden, verleden en toekomst. Omdat het humanisme ook interessante overeenkomsten en verschillen heeft met boeddhisme, wordt hieraan ook aandacht besteed. Humanisme wordt niet opgevat als een levensbeschouwing tegenover christendom, islam, enzovoorts, maar als een inclusieve levensbeschouwing die atheïstische en agnostische varianten kent, maar ook godgelovige of godsdienstige. Zo krijgt de student kennis van wat een traditie is, zowel levensbeschouwelijk als in 'history of ideas', inzicht in de onmogelijkheid om direct voor een laatmoderne problematiek uit tradities te putten, en bovendien wordt dan ingegaan op hoe maatschappelijke en daarvan onderscheiden reflexieve tradities zich tot elkaar verhouden. Als afzonderlijk thema maar ook in verband met genoemde collectieve levensbeschouwingen, besteden we aandacht aan transcendentie (college 10 en 11), een thema dat het laatste decennium door beoefenaars van de humanistiek in humanistische termen is doordacht. Deze humanistieke bezinning is niet meer uitsluitend of primair bedoeld om het traditionele godsdienstige verhaal nog eens onder kritiek te stellen, maar om een eigenstandig filosofisch en levensbeschouwelijk antwoord te geven op de vraag naar de aard, waarde, relevantie en positionering tegen de achtergrond van zingeving en humanisering. In het gehele studieonderdeel vindt er zowel een oriëntatie plaats op levensbeschouwing en zingeving, als op het humanisme. Derhalve wordt begonnen met de theorie van het humanisme, gevolgd door de relatie met christendom en islam. Daarna wordt dan nog specifiek ingegaan op de geschiedenis van het humanisme en op de actualiteit van transcendentie in het humanistieke discours.
4
ALGEMENE BESCHRIJVING PREMASTER UvH Karakterisering De Premaster UvH kent twee trajecten van gelijke omvang (totaal 45 EC). Een traject, bestaande uit zes onderdelen, bereidt voor op de driejarige Master Humanistiek; een ander traject, eveneens bestaande uit zes onderdelen, bereidt voor op de eenjarige Master Zorgethiek en Beleid. De eerste twee studieonderdelen worden gedeeld, daar ontmoeten de studenten van de twee trajecten elkaar. In de vier overige vakken wordt inhoudelijk verder op resp. de humanistiek en de zorgethiek ingegaan. De zes onderdelen van het traject Humanistiek zijn: Levensbeschouwing en zingeving (L&Z); Inleiding Ethiek (IE); Humanistiek, een nieuwe menswetenschap (HENM); Academische vaardigheden mbt humanistiek (AVH); Research Seminar Humanistiek (RSH); Premasterthesis Hum (PMT-H). De zes onderdelen van het traject Zorgethiek en Beleid zijn: Levensbeschouwing en zingeving (L&Z); Inleiding Ethiek (IE); Humanisering in organisaties (HIO) Hermeneutiek van ziek en gezond (HZG); Research Seminar Zorgethiek (RSZ); Premasterthesis ZeB (PMT-ZeB). Het onderwijs wordt gegeven op maandag en op donderdag van 15.30 tot 18.15 uur en van 18.45 tot 21.30 uur. Voor afgestudeerden in het hoger onderwijs is het Premaster traject Humanistiek (met eventuele vrijstellingen) de toegangsroute naar de Master Humanistiek. De Premaster is ook geschikt voor studenten van andere universiteiten en hogescholen die kennis willen maken met de UvH. Zij kunnen de Premaster Humanistiek vaak inbrengen in de vrije ruimte van hun Bachelor. Het programma kent geen examen, maar wordt bekroond met een certificaat na het succesvol afronden van zes deeltentamens. Het Premaster Humanistiek-certificaat biedt, samen met een erkende vooropleiding, toegang tot de Master Humanistiek en indien men het Premastertraject Zorgethiek en Beleid met succes heeft gevolgd, heeft men toegang tot de master Zorgethiek en Beleid. Vrijstellingen De Premaster vormt een afspiegeling van de Bachelor. Het premasterprogramma beoogt voldoende bagage te geven voor de Master Humanistiek resp. Zorgethiek en
5
Beleid en het humanistieke karakter van de opleiding daarbij te waarborgen. Door dit specifieke karakter van de Premaster bestaat er weinig ruimte voor het geven van vrijstellingen voor een van de studieonderdelen of voor een deel van een afzonderlijk studieonderdeel. Het is echter niet uitgesloten dat het curriculum vitae of eerder gevolgd onderwijs van de betrokkene overlap vertoont met de bedoeling en de inhoud van de studieonderdelen van de Premaster. Indien je toch een vrijstelling aan wilt vragen en je kunt aantonen dat je de inhouden van het studieonderdeel waarvoor je vrijstelling aanvraagt op academisch niveau beheerst, dien je dat te doen bij de examencommissie. Voor het onderdeel Premasterthesis wordt echter geen vrijstelling verleend.
6
1 CURSUSGEGEVENS 1.1 Algemene gegevens Cursustitel: Cursuscode: Ephorus inlevercode: Studiejaar: Periode: Omvang: Aantal SBU: Onderdeel van:
7
Doelgroep: Verplicht voor: Voorkennis:
Levensbeschouwing en Zingeving PM-10 n.v.t. 2012-2013 1 en 2 7,5 EC 210 Premaster UvH: zowel voorkeurstraject Humanistiek als voorkeurstraject Zorgethiek en Beleid Premasterstudenten Premaster UvH: beide voorkeurstrajecten Geen
Examinator: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen:
Ton Jorna 1.38 030-2390134 /
[email protected] Op afspraak Humanisme en Transcendentie
Docent: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen:
Laurens ten Kate 2.10 030-2390130 /
[email protected] Op afspraak Humanisme en de Joods-christelijke tradities
Docent: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen:
Abdelilah Ljamai 1.38 030-2930115 /
[email protected] Op afspraak Humanisme en Islam
Docente: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen:
Willeke Los 2.09 030-2930136 /
[email protected] Op afspraak Geschiedenis van het Humanisme
Docent: kamer: tel./ e-mail: spreekuur: onderwerpen:
Martien Schreurs 2.16 030-2930144 /
[email protected] Op afspraak Zingeving en levensbeschouwing en tradities en actualiteit + Theorie van het Humanisme
1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken De UvH heeft een actief beleid voor het controleren op plagiaat. Elk afrondend schriftelijk werkstuk levert de student in via mijnuvh.nl met een specifieke Ephorus inlevercode (zie 1.1 Algemene gegevens). Het werkstuk wordt dan automatisch gecontroleerd en komt in een persoonlijke map van de examinator terecht. Het gebruik van uitspraken, teksten, illustraties en meningen van een ander zonder vermelding van de bron, waarbij de schrijver de indruk wekt alsof deze van hem of haar zelf zijn, wordt beschouwd als plagiaat. Bij schriftelijke werkstukken en tentamens wordt dit gezien als een ernstige inbreuk op academische normen omdat een juiste beoordeling van de kennis en vaardigheden van de student dan niet goed mogelijk is, en omdat het oneerlijk is tegenover medestudenten. Op tentamenfraude kunnen zware sancties volgen, tot aan het uitsluiten van de studie toe. Zie voor meer informatie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/examencommissie/tentamenfraude-enplagiaat.Voor meer informatie over het schrijven van een goed werkstuk zie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master
1.3 Beoogd leerresultaat Daar de Premaster een afspiegeling vormt van de Bachelor, zijn de doelstellingen van deze cursus gekoppeld aan vier relevante eindtermen van de Bachelor Humanistiek. Deze eindtermen zijn opgenomen in bijlage 3.3 van dit werkboek. Na deelname aan dit onderdeel volgens de eisen is de student in staat om: 1. de college-inhouden te benoemen en te beschrijven (eindterm 1, 2 en 3) 2. de college-inhouden met elkaar te verbinden (eindterm 2) 3. zichzelf te verhouden tot de college-inhouden op basis van eigen levenservaring en visie (eindterm 3 en 10) 4. blijk te geven van een academische houding (eindterm 1, 2, 3 en 10)
8
Schets van de college-inhouden (zie paragraaf 2.2 voor de uitgebreide toelichting op de colleges): College 1: (MS) Grondbegrippen zingeving, levensbeschouwing, humanisme en transcendentie; Zeven dimensies van levensbeschouwing; Term ‘interlevensbeschouwelijk humanisme’ in relatie tot internationale discussies over levensbeschouwingen en religies, in het bijzonder het humanisme. College 2: (MS) Hoe humanisme is gesitueerd binnen de Europese cultuurgeschiedenis: de rol van de humanistische traditie in de vorming van de Europese beschaving; Uitdagingen waarmee humanisme geconfronteerd wordt; de evolutionaire is daar één van. De vraag is hoe evolutionaire denken een verrijking kan betekenen voor het hedendaagse interlevensbeschouwelijke humanisme. College 3: (MS) De vraag waar wij vandaan komen: evolutionaire denken als alternatief voor scheppingsmythen? Kan het evolutionaire denken begrepen worden als een seculiere humanistische scheppingsmythe? Welke rol spelen zingevingsvragen in onze tijd, die in hoge mate in de ban is van het evolutionaire denken? College 4: (LtK) Twee historische bronnen van het christendom: (1) de Grieks-Romeinse cultuur van de Oudheid, en (2) de Joodse godsdienst met haar historische achtergrond. Overgang van een mythische, polytheïstische cultuur naar een cultuur van de logos; Culturen van het oude Midden-Oosten en Egypte, en de Grieks-Romeinse klassieke Oudheid: beeld van een historische ontwikkeling waarin het humanisme in al zijn veelvormigheid kon opkomen, vanaf de Oudheid tot in onze tijd; De zgn. monotheïstisch religies (jodendom, christendom, islam) begeleiden de ontwikkeling van deze westerse geschiedenis en drukken er mede een stempel op: aandacht voor de complexe relatie tussen christendom en humanisme; Ondanks de breuk met de mythische wereld is de betekenis van verhalen (narrativiteit) in de westerse geschiedenis geenszins afgenomen. We bekijken de joods-christelijke scheppingsverhalen en bespreken hun invloed op onze cultuur. College 5: (LtK) Nadere analyse van scheppingsverhalen; Aanvang van de geschiedenis van het christendom, vanaf het jaar 0: verdieping in wijze waarop de christelijke godsdienst zich ontwikkelt tot een religie met enor-
9
me spanning tussen de onderwerping aan een autoritaire God enerzijds, en de volstrekte afwezigheid van die God anderzijds; Opnieuw aandacht voor verstrengeling tussen christelijke en humanistische ideeën en ervaringen, en brug naar actualiteit.
College 6: (AL) De islam kent tal van varianten en sommige kunnen humanistisch worden genoemd: humanisme als inclusieve levensbeschouwing; Filosofische allegorie Hayy Ibn Yaqzan: de verhouding tussen innerlijk spiritueel inzicht, geopenbaarde godsdienst en menselijke rede; Hermeneutiek van het heilige boek van de islam, de Koran. College 7: (AL) Is er een humanistische manier om de Koran te lezen? College 8: (WL) Inhoud wordt nader bekend gemaakt College 9: (WL) Inhoud wordt nader bekend gemaakt College 10 en 11: (TJ) Kennis van het humanistieke discours van transcendentie; Relevantie van deze kennis voor levens- en beroepspraktijken, zingeving en humanisering; Transcendentie bezien vanuit auteurs buiten het humanistieke discours. 1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren Werkvormen: Hoorcolleges Doel en samenhang van de werkvormen in deze cursus: De interactieve hoorcolleges beogen overdracht en verdieping van kennis en inzicht. Voor de voorbereiding en deelname aan de colleges wordt van studenten een grote mate van zelfwerkzaamheid gevraagd. Tegelijkertijd reiken de hoorcolleges de studenten ook middelen aan tot het ontwikkelen van een meer autonome, zelfsturende studie- (en beroeps)houding.
10
Samenstelling studiebelastingsuren (SBU): Activiteit: Contacturen Zelfstudie colleges Voorbereiding tentamens Tentamens Totaal SBU:
Aantal uren: 32 (incl. 30% omliggende uren) 138 (bestudering verplichte literatuur) 32 8 (incl. 30% omliggende uren) 210
Schema voor het berekenen van de uren nodig voor literatuurstudie: Aantal bladzijden literatuur per studie-uur Doelen
Anderstalig
Artikel in Artikel in wetenschappe- vaktijdschrift lijk tijdschrift / boek / boek
Populariserend artikel
Roman
Licht
8
9
13
16
20
Middel
6
7
10
12
15
Zwaar
4
5
7
8
10
Voorbehoud: hoeveel tijd een individuele student nodig heeft voor de verwerking van de leerstof is niet te bepalen, omdat dit afhangt van factoren zoals de aanleg van de student voor het vakgebied, de voorkennis, het leervermogen van de student en de effectiviteit van het studieprogramma. Het bovenstaande schema is derhalve een oriëntatie. 1.5 Feedback Bij feedback wordt een onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve feedback. Formatieve feedback wordt gegeven tijdens het onderwijs zelf en is bedoeld om je inzicht te geven in je leerproces. Wat weet en kun je al wel en wat niet? In dit studieonderdeel vindt formatieve feedback klassikaal plaats tijdens de hoorcolleges: aan het begin van de verschillende collegeonderdelen wordt de bedoeling en de hoofdpunten van het onderdeel aangegeven en aan het einde van elk onderdeel wordt daarvan door de docent een korte samenvatting gegeven die je kunt vergelijken met je eigen aantekeningen. Summatieve feedback vindt vaak plaats op het einde van een studieonderdeel. Het laat zien wat je op het einde van het studieonderdeel weet of kunt. Vaak zijn aan deze feedback consequenties verbonden, meestal in de vorm van een cijfer. In dit studieonderdeel vindt summatieve feedback plaats in de vorm van twee schriftelijke tentamens en in de vorm van twee bijeenkomsten ter nabespreking en inzage in de
11
gemaakte tentamens. Zie voor meer informatie over de summatieve feedback ook het volgende onderdeel ‘Afronding’. 1.6 Afronding Afronding 1: L&Z-I Soort afronding: Inhoud afronding:
Tentamendatum: Herkansingsdatum: Cijferbepaling: Datum uitslag Datum inzage en nabespreking Afronding 2: L&Z-II Soort afronding: Inhoud afronding:
Tentamendatum: Herkansingsdatum: Cijferbepaling: Datum uitslag: Datum inzage en Nabespreking
Schriftelijk tentamen Reproductie en verwerking van de opgegeven stof aangaande college 1 t/m 7. Het tentamen bestaat uit drie vragen: elke docent stelt één vraag Maandag 12 november 2012 van 18.00 – 21.00 uur Maandag 15 april 2013 Per vraag zijn 20 punten te behalen; dit eerste tentamen bepaalt 3/5 van het eindcijfer Maandag 10 december 2012 via ELO Donderdag 20 december 2012 van 18.30 – 19.15 uur
Schriftelijk tentamen Reproductie en verwerking van de opgegeven stof aangaande college 8 t/m 11. Het tentamen bestaat uit twee vragen: elke docent stelt één vraag Maandag 4 februari 2013 van 18.00 – 21.00 uur Donderdag 18 april 2013 Per vraag zijn 20 punten te behalen; dit tweede tentamen bepaalt 2/5 van het eindcijfer Maandag 4 maart 2013 via ELO Donderdag 7 maart van 18.30 – 19.00 uur
Herkansing van een deeltentamen: Het is mogelijk om één van de deeltentamens (L&Z-I of L&Z-II) te herkansen alsook beide deeltentamens te herkansen. 1.7 Beoordeling Beoordeling in relatie tot de leerdoelen van dit blok: De afronding van de module L&Z is opgesplitst in twee schriftelijke tentamens: L&Z-I en L&Z-II. Het eerste tentamen betreft drie vragen (in totaal 60 punten te behalen) over de behandelde literatuur in de colleges 1 t/m 7 en het tweede tentamen
12
betreft twee vragen (in totaal 40 punten te behalen) over de behandelde literatuur in de colleges 8 t/m 11. In bijlage 3.2 is een voorbeeld tentamenvraag ingevoegd. Bij de beoordeling worden de volgende aspecten betrokken: 1. Algemeen: - beschikken over een academische houding: adequate schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. 2. Tentamen: - mate van adequate reproductie en verwerking van de verplichte literatuur; - mate van het leggen van verbanden tussen de college-inhouden; - mate van verhouden tot de college-inhouden op basis van eigen levenservaring en visie. Totstandkoming van het eindcijfer: Het eindcijfer is het totaal aantal behaalde punten na de beide deeltentamens (max 100) gedeeld door 10. De module is succesvol afgerond wanneer het eindcijfer ten minste een 5,5 is. Wanneer één deeltentamen wordt herkanst, wordt het eindcijfer bepaald met de resultaten van het deel dat niet wordt herkanst. 1.8 Literatuur Verplichte literatuur: - Alma, H. en C. Anbeek. (2011). Humanistische levensbeschouwing en interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging. In Tijdschrift voor Humanistiek, nr. 46, jrg. 12 (pp. 68 – 77) op ELO - Alma, H en A. Smaling. (2010). Waarvoor je leeft (red. H. Alma en A. Smaling). Amsterdam: SWP. Hoofdstuk 1: Zingeving en levensbeschouwing: een conceptuele en thematische verkenning (p. 17-39) op ELO - Bouwman, K. (2007). Hildegard van Bingen, de parel van de ziel. Stille kracht van transcendentie: een benadering vanuit de mystiek. In Brouwer, I., I. van Emmerik, H. Alma, M. van Paassen en A. Scholten, De stille kracht van transcendentie. Wijsheid in beelden, verhalen en symbolen. Amsterdam: SWP/HUP. (pp. 157-170) op ELO - Buskes, C. (2009). Evolutionair denken: de invloed van Darwin op ons wereldbeeld. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Inleiding en hoofdstuk 1 (p. 1-39), Hoofdstuk 11 Evolutie en religie (p. 267-297) en hoofdstuk 12 Evolutie en moraal (p. 297-323) zelf aanschaffen - Derkx, P. (2011). Transcendentie. In P. Derkx, Humanisme, zinvol leven en
13
-
-
-
-
nooit meer ‘ouder worden’. Een levensbeschouwelijke visie op ingrijpende biomedisch-technologische levensverlenging. Brussel: VUB Press. (pp. 196211) op ELO Duintjer, O. (2002). Onuitputtelijk is de waarheid. Budel: Damon. op ELO Genesis 1-3 uit de joods-christelijke Bijbel, in drie verschillende vertalingen op ELO Ibn Tufayl, A. (2005). Hayy Ibn Yaqzan Een filosofische allegorie uit Moors Spanje. Uit het Arabisch vertaald en ingeleid door Remke Kruk. Amsterdam: Bulaaq. ISBN 9054600543 zelf aanschaffen Kunneman, H. (2005). Horizontale transcendentie. In Harry Kunneman, Voorbij het dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme. Amsterdam: SWP/HUP. (pp. 62-81) op ELO Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge University Press. Introduction (pp. 10 – 28), hoofdstuk 8 (pp. 197 – 217), hoofdstuk 10 (pp. 230 – 256), hoofdstuk 11 (pp. 257 – 284), hoofdstuk 12 (pp. 285 – 306) en hoofdstuk 20 (pp. 484 – 507) zelf aanschaffen Vanheste, J. (2007). Humanisme en het avondland: de Europese humanistische traditie. Budel: Damon. (pp. 7-96) zelf aanschaffen Duyndam, J., M. Poorthuis en T. De Wit (red.). (2005). Humanisme en religie. Delft: Eburon. zelf aanschaffen Hieruit: Alma, H. Humanisme en Christendom als bronnen van zin. (pp. 339354) Dohmen, J. Autonomie en levenskunst. Naar een houding van geestelijke weerbaarheid. (pp. 355-378) Duyndam, J. Humanisme als teruggeven. Dostojewski’s Grootinquisiteur tussen religie en humanisme. (pp. 161-175) Ende, T. van den. Horizontale transcendentie als humanistisch perspectief. (pp. 393-404) Jorna, T. De grote gevoelens en verbondenheden in hun afgeronde geheel. Over mensenliefde en religiositeit in het werk van Etty Hillesum. (pp. 215-228) Wit, T.W.A. de. Het schuim der aarde. Over de politieke risico’s van een humanisme zonder transcendentie. (pp. 319-337).
N.B.: alle verplichte teksten zijn beschikbaar (ter inzage) via de collegeplank in de Bibliotheek van de UvH 1.9 Leeswijzer De verplichte literatuur dient grondig gelezen te worden. De kennis van deze teksten en de collegestof vormen de basis voor het tentamen. De schets van deze collegeinhouden is te vinden onder paragraaf 1.3.
14
1.10 Onderwijskwaliteitszorg Aan het eind van de cursus kan je gevraagd worden een evaluatieformulier in te vullen. Het evalueren van het onderwijs is een onderdeel van ons kwaliteitszorgsysteem. Elk onderwijsonderdeel wordt minimaal één keer per drie jaar geëvalueerd. De evaluatieresultaten worden bekeken door de opleiding, de coördinator en de studentenvertegenwoordigers. In de bibliotheek liggen de onderwijsevaluaties in mappen ter inzage. Hier wordt periodiek informatie aan toegevoegd met verbetermaatregelen als vervolg op de evaluaties. Voor vragen en informatie kun je je wenden tot de verschillende studentafgevaardigden (jaarvertegenwoordigers, Universiteitsraad), of tot de beleidsmedewerker kwaliteitszorg Sophie Wils en assistent Saskia Zuijderduijn, te bereiken via
[email protected].
15
2 CURSUSPROGRAMMA 2.1 Cursusrooster Week nr. 1
Datum
Tijd
Onderwerp
Docent
10-09-2012
15.30-18.15
MS
2
17-09-2012
15.30-18.15
Zingeving en levensbeschouwing en tradities en actualiteit Theorie van het Humanisme
3
24-09-2012
15.30-18.15
Theorie van het Humanisme
MS
4
01-10-2012
15.30-18.15
5
08-10-2012
6 7
LtK
22-10-2012
Humanisme en Joods-christelijke tradities 15.30-18.15 Humanisme en Joods-christelijke tradities Herfstvakantie 15.30-18.15 Humanisme en Islam
29-10-2012
15.30-18.15
AL
8
26-11-2012
Zelfstudieweek Tentamenweek 15.30-18.15 Geschiedenis van het Humanisme
WL
9
17-12-2012
15.30-18.15
WL
10
14-01-2013
Kerstvakantie 15.30-18.15 Humanisme en Transcendentie
TJ
11
21-01-2013
15.30-18.15
TJ
Humanisme en Islam
Geschiedenis van het Humanisme
Humanisme en Transcendentie
Zelfstudieweek Tentamenweek
16
MS
LtK
AL
2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen WEEK 1 College
Maandag 10 september 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Martien Schreurs
Thema
ZINGEVING EN LEVENSBESCHOUWING EN TRADITIES EN ACTUALITEIT
Toelichting
In dit eerste inleidende college worden de grondbegrippen van deze cursus besproken. We staan stil bij de vraag wat wij onder de begrippen ‘zingeving’, ‘levensbeschouwing’, ‘humanisme’ en ‘transcendentie’ kunnen verstaan. In de teksten Smart, Alma en Smaling en het artikel van Alma en Anbeek – zie verplichte literatuur die voor dit eerste college bestudeerd moet worden – worden antwoorden gegeven op deze conceptuele vragen. In dit college worden in navolging van Anbeek en Alma zeven dimensies van de levensbeschouwing onderscheiden en ook wordt de term ‘interlevensbeschouwelijk humanisme’ gemunt. De term ‘interlevensbeschouwelijk humanisme’ is ontstaan in de actuele discussies tussen medewerkers van de Universiteit voor Humanistiek en de leden van het Humanistisch Verbond. Wij proberen deze discussie breder door te trekken van het Nederlandse humanisme naar de internationale discussie over het humanisme. De vraag die in dit eerste inleidende college centraal staat, is hoe dit zogenoemde interlevensbeschouwelijke humanisme een zinvolle bijdrage kan leveren aan de lopende internationale discussie over levensbeschouwingen en religies. In het hedendaagse humanisme blijkt de verschuiving van levensbeschouwing naar zingeving cruciaal te zijn. Welke rol speelt ‘transcendentie’ in onze zoektocht naar zin? Deze laatste vraag zal de brug vormen naar de inleidende col lege over humanisme en de Joods-christelijke tradities en de colleges over humanisme en Islam die respectievelijk door Laurens ten Kate en Abelilah Ljamai verzorgd worden.
Zelfstudie
17
Alma, H. en C. Anbeek. (2011). Humanistische levensbeschouwing en interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging. In Tijd-
schrift voor Humanistiek, nr. 46, jrg. 12 (pp. 68 – 77) (op ELO) Alma, H. en Smaling, A. (2010). Hoofdstuk 1: Zingeving en levensbeschouwing: een conceptuele en thematische verkenning. In: Waarvoor je leeft (red. H. Alma en A. Smaling). Amsterdam: SWP. (p. 17-39) (op ELO) Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge University Press. Introduction (pp. 10 – 28) (zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 2 College
Maandag 17 september 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Martien Schreurs
Thema
THEORIE VAN HET HUMANISME
Toelichting
In het tweede college wordt ingegaan op de vraag hoe het humanisme gesitueerd is binnen de Europese cultuurgeschiedenis. Daarbij gaan we uitvoerig in op het beknopte en zeer informatieve essay dat Jeroen Vanheste over het humanisme en het avondland geschreven heeft. Jeroen Vanheste belicht dus vooral de rol van de humanistische traditie in de vorming van de Europese beschaving. Welke rol speelt dit beschavingsideaal in hedendaagse discussies over Europese integratie. En daarmee komen we op de andere reden waarom wij voor dit essay van Vanheste gekozen hebben. Hij beschrijft de grote uitdagingen waarmee het hedendaagse humanisme geconfronteerd wordt. Een van die uitdagingen is het evolutionaire denken. De vraag is hoe het evolutionaire denken niet alleen een bedreiging, maar ook een verrijking kan betekenen voor het hedendaagse interlevensbeschouwelijke humanisme.
Zelfstudie
18
Vanheste, J. (2007). Humanisme en het Avondland: De Europese humanistische traditie. Budel: Damon. (p. 7-96) (zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 3 College
Maandag 24 september 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Martien Schreurs
Thema
THEORIE VAN HET HUMANISME
Toelichting
In dit derde college wordt antwoord gegeven op de laatste vraag hoe het evolutionaire denken zowel een bedreiging als een verrijking kan betekenen voor het hedendaagse en toekomstige humanisme. Daarvoor gaan we te rade bij het boek Evolutionair denken (De invloed van Darwin op ons wereldbeeld) van Chris Buskes. Het evolutionaire denken kan niet meer weggedacht worden wanneer wij vandaag de dag zoeken naar zin. Een belangrijke vraag die opkomt bij het zoeken naar zin is de vraag waar wij vandaan komen. Deze vragen staan centraal in de oorsprongsmythen van de JoodsChristelijke traditie en de Islam (zie de colleges van Ljamai en Ten Kate). De vraag is of het evolutionaire denken begrepen kan worden als een alternatief voor de scheppingsmythen uit de Joods-christelijke en Islamitische tradities. Kan het evolutionaire denken begrepen worden als een seculiere humanistische scheppingsmythe? In het voetspoor Chris Buskes schetsen wij de opkomst van het evolutionaire denken en geven we antwoord op de vraag welke rol zingevingsvragen spelen in onze tijd die in hoge mate in de ban is van het evolutionaire denken.
Zelfstudie
19
Buskes, C. (2009). Evolutionair denken: De invloed van Darwin op ons wereldbeeld. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Hieruit: Inleiding en hoofdstuk 1 (pp. 1-39), Hoofdstuk 11 Evolutie en religie (pp. 267-297) en hoofdstuk 12 Evolutie en moraal (pp. 297323). (zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 4 Hoorcollege
Maandag 1 oktober 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Laurens Ten Kate
Thema
HUMANISME EN DE JOODS-CHRISTELIJKE TRADITIES (I)
Toelichting
Dit college bestaat allereerst uit een grondige inleiding in de historische bronnen van het christendom: dat wil zeggen (1) de GrieksRomeinse cultuur van de Oudheid, en (2) de Joodse godsdienst met haar historische achtergrond. Daartoe lezen we hoofdstuk 8 en 10 uit Ninian Smart’s The World’s Religions. We zullen ingaan op de beide genoemde bronnen, en daarbij de overgang van een mythische, polytheïstische cultuur naar een cultuur van de logos behandelen: de overgang die ook het begin van de westerse geschiedenis markeert. We duiken in de culturen van het oude Midden-Oosten en van Egypte (Smart, hoofdstuk 8), en van de Grieks-Romeinse klassieke Oudheid (Smart, hoofdstuk 10). Zo krijgen we een beeld van een historische ontwikkeling waarin het humanisme, zoals behandeld in de vorige colleges, in al zijn veelvormigheid kon opkomen, vanaf de Oudheid tot in onze tijd. De zgn. monotheïstisch religies (jodendom, christendom, islam) begeleiden de ontwikkeling van deze westerse geschiedenis en drukken er mede een stempel op. Vandaar dat we vervolgens aandacht besteden aan de complexe relatie tussen christendom en humanisme. Ten slotte laten we zien dat ondanks de breuk met de mythische wereld de betekenis van verhalen (narrativiteit) in de westerse geschiedenis geenszins afgenomen is. Om dat te concretiseren, bekijken we kort de joods-christelijke scheppingsverhalen, en bespreken hun invloed op onze cultuur. Op een nadere analyse van deze scheppingsverhalen komen we in het tweede college terug. In het eerste college zal de docent een kort overzicht bieden over de stof, en vervolgens begripsvragen beantwoorden. Daarnaast is er in het tweede college ruimte voor discussie over de stof. De docent zal in beide colleges de stof met beeld- en muzikaal materiaal illustreren.
Zelfstudie
20
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge
University Press. Hoofdstuk 8 (pp. 197 – 217) en hoofdstuk 10 (pp. 230 – 256) (zelf aan te schaffen / collegeplank) Genesis 1-3 uit de joods-christelijke Bijbel, in drie verschillende vertalingen (op ELO)
WEEK 5 Hoorcollege
Maandag 8 oktober 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Laurens Ten Kate
Thema
HUMANISME EN DE JOODS-CHRISTELIJKE TRADITIES (II)
Toelichting
In dit tweede college grijpen we terug op de basis die in het eerste college is gelegd, en analyseren we de joods-christelijke scheppingsverhalen en detail. Vervolgens behandelen we de aanvang van de geschiedenis van het christendom, vanaf het jaar 0, aan de hand van hoofdstuk 11 uit Smarts’s The World’s Religions. We verdiepen ons in de wijze waarop de christelijke godsdienst zich in de eerste eeuwen en vervolgens in de Middeleeuwen en de moderne tijd ontwikkelt tot een religie waarin een enorme spanning werkzaam is: die tussen de onderwerping aan een autoritaire God enerzijds, en de volstrekte afwezigheid, ja ‘dood’ van die God anderzijds. Zo zullen we opnieuw speciale aandacht hebben voor de verstrengeling tussen christelijke en humanistische ideeën en ervaringen, en zo een brug naar de actualiteit slaan.
Zelfstudie
21
Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge University Press. Hoofdstuk 11 (pp. 257 – 284) (zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 6 Hoorcollege
Maandag 22 oktober 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Abdelilah Ljamai
Thema
HUMANISME EN ISLAM (I)
Toelichting
Vanaf de komst van de Turkse en Marokkaanse ‘gastarbeiders’ in het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw is de islam geworden als een van de belangrijkste religies in Nederland. De islam kent echter, zoals bij een wereldgodsdienst met een lange geschiedenis te verwachten valt, tal van varianten. Sommige van die varianten kunnen humanistisch genoemd worden. Humanisme wordt dan niet opgevat als een levensbeschouwing tegenover christendom, islam, boeddhisme enzovoorts, maar als een inclusieve levensbeschouwing die atheïstische en agnostische varianten kent, maar ook godgelovige of godsdienstige. Het hangt er dan wel helemaal vanaf hoe de islamitische godsdienst wordt ingevuld. In dit kader komt in dit onderdeel de filosofische allegorie Hayy Ibn Yaqzan van de twaalfde-eeuwse moslimgeleerde Ibn Tufayl aan bod. De allegorie lijkt in een aantal opzichten op het verhaal van Robinson Crusoë en handelt onder meer over de verhouding tussen innerlijk spiritueel inzicht, geopenbaarde godsdienst en menselijke rede. Een voor de islam centrale thematiek die vervolgens aan de orde komt, is die van de hermeneutiek (manier van interpreteren) van het heilige boek van de islam, de Koran. Een centrale vraag in dit onderdeel is: Is er een humanistische manier om de Koran te lezen?
Zelfstudie
Ibn Tufayl, A. (2005). Hayy Ibn Yaqzan Een filosofische allegorie uit Moors Spanje. Uit het Arabisch vertaald en ingeleid door Remke Kruk. Amsterdam: Bulaaq. ISBN 9054600543. (zelf aan te schaffen / collegeplank) Smart, N. (1998). The World’s Religions. Cambridge: Cambridge University Press. Introduction (pp. 10 – 28), hoofdstuk 12 (pp. 285 – 306) en hoofdstuk 20 (pp. 484 – 507) (zelf aan te schaffen / collegeplank)
De Introduction heb je al bestudeerd voor de colleges van 10 september, 1 en 8 oktober jl. Deze algemene inleiding in de godsdienstwetenschap is van belang voor zowel joden- christendom als islam.
22
WEEK 7 Hoorcollege
Maandag 29 oktober 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Abdelilah Ljamai
Thema
HUMANISME EN ISLAM (II)
Toelichting
De te bestuderen stof is geïntroduceerd en toegelicht in het zesde college. In het zevende college is de centrale vraag: Is er een humanistische manier om de Koran te lezen? Bij de behandeling van deze vraag wordt ervan uitgegaan dat de studenten de verplichte literatuur hebben gelezen.
ZELFSTUDIEWEEK Geen college
TENTAMENWEEK
23
WEEK 8 Hoorcollege
Maandag 26 november 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Willeke Los
Thema
GESCHIEDENIS VAN HET HUMANISME
Toelichting
Wordt nader bekend gemaakt
Zelfstudie
WEEK 9 Hoorcollege
Maandag 17 december 2012 15.30 – 18.15 uur Docent: Willeke Los
Thema
GESCHIEDENIS VAN HET HUMANISME
Toelichting
Wordt nader bekend gemaakt
Zelfstudie
WEEK 10
24
Hoorcollege
Maandag 14 januari 2013 15.30 – 18.15 uur Docent: Ton Jorna
Thema
HUMANISME EN TRANSCENDENTIE (I)
Toelichting
We besteden aandacht aan transcendentie, als afzonderlijk thema maar ook in verband met de in dit moduul te bespreken collectieve levensbeschouwingen. Het is een thema dat het laatste decennium door beoefenaars van de humanistiek in humanistische termen is doordacht. Deze humanistieke bezinning is niet meer uitsluitend of primair bedoeld om het traditionele godsdienstige verhaal nog eens onder kritiek te stellen, maar om een eigenstandig filosofisch en levensbeschouwelijk antwoord te geven op de vraag naar de aard, waarde, relevantie en positionering tegen de achtergrond van zinge
ving en humanisering. Het begrip transcendentie kent een lange godsdienstige geschiedenis. De betekenis is: dat wat iets anders overstijgt. In die betekenis kan het worden ingevuld als God, het goddelijke, of het heilige. Nu kenmerkt het humanisme zich als levensbeschouwing juist door zijn ongods dienstigheid. De vraag is dan ook waarom er hier aandacht aan wordt besteed. Kan het humanisme iets met transcendentie? Of is het de bedoeling het contrast nog eens duidelijk te maken? Dat laatste is niet het oogmerk. Kennis- en visieontwikkeling van het begrip ‘transcen dentie’ bleek nodig om humanistiek als waardevolle wetenschap te kunnen beoefenen en uit te dragen. Als je kijkt hoe dit thema door beoefenaars van de humanistiek wordt gehanteerd en verstaan, dan ontdek je dat er een substantiële invulling aan wordt gegeven. Menig wetenschapper verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek is expliciet ingegaan op het thema. Het kreeg Schwung onder de noemer ‘horizontale transcendentie’, en vervolgens en ook kortweg onder ‘transcendentie’. Uit de verschillende publicaties blijkt dat het als een van de centrale thema’s in de humanistiek een scharnierthema is tussen levenskunst, spiritualiteit en normatieve professionalisering, en dat het als zodanig zowel een interlevensbeschouwelijk als een interdisciplinair thema is, met zowel een theoretische als een praktische relevantie. Met een hedendaagse invulling van transcendentie gaat het niet alleen de tijdgeest bedienen. Het is meer dan een poging zich met een eigen invulling te onderscheiden van godsdienstige kringen of zich te verhouden tot met name hedendaagse denkprocessen over levensbeschouwing en zingeving. Daarom bestuderen we juist ook enige teksten uit andere levensbeschouwelijke kring. Uit het feit dat diverse humanistiek-beoefenaars zich zijn gaan bezinnen op transcendentie, mogen we afleiden dat het relevant wordt bevonden voor levenspraktijken van mensen en beroepspraktijken voor mensen. Zelfstudie
25
Bouwman, Kitty (2007). Hildegard van Bingen, de parel van de ziel. Stille kracht van transcendentie: een benadering vanuit de mystiek. In Brouwer, I. & Emmerik, I. van & Alma, H. & Paassen M. van & Scholten A., De stille kracht van transcendentie. Wijsheid in beelden, verhalen en symbolen (pp. 157-170). Amsterdam: SWP/HUP. (op ELO)
Kunneman, H. (2005). Horizontale transcendentie. In Harry Kunneman, Voorbij het dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme (pp. 62-81). Amsterdam: SWP/HUP. (op ELO) Alma, H. (2005). Humanisme en Christendom als bronnen van zin. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 339-354). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank) Dohmen, J. (2005). Autonomie en levenskunst. Naar een houding van geestelijke weerbaarheid. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 355-378). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank) Ende, T. van den (2005). Horizontale transcendentie als humanistisch perspectief. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 393-404). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank)
WEEK 11 Hoorcollege
Maandag 21 januari 2013 15.30 – 18.15 uur Docent: Ton Jorna
Thema
HUMANISME EN TRANSCENDENTIE (II)
Toelichting
Zie vorig college
Zelfstudie
26
Derkx, P. (2011). Transcendentie. In P. Derkx, Humanisme, zinvol leven en nooit meer ‘ouder worden’. Een levensbeschouwelijke visie op ingrijpende biomedisch-technologische levensverlenging (pp. 196-211). Brussel: VUB Press. (op ELO) Duintjer, Otto (2002). Onuitputtelijk is de waarheid. Budel: Damon. (op ELO) Duyndam (2005). Humanisme als teruggeven. Dostojewski’s Grootinquisiteur tussen religie en humanisme. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 161-175). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank) Jorna, T. (2005). De grote gevoelens en verbondenheden in hun afgeronde geheel. Over mensenliefde en religiositeit in het werk van Etty Hillesum. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 215-228). Delft: Eburon. (zelf
aan te schaffen / collegeplank) Wit, T.W.A. de (2005). Het schuim der aarde. Over de politieke risico’s van een humanisme zonder transcendentie. In J. Duyndam, M. Poorthuis & T. de Wit (red.), Humanisme en religie (pp. 319337). Delft: Eburon. (zelf aan te schaffen / collegeplank)
ZELFSTUDIEWEEK Geen college
TENTAMENWEEK
27
3 BIJLAGEN 3.1 Bijlage 1: Beoordelingsformulier L&Z: BEOORDELINGSFORMULIER TENTAMEN PER VRAAG L&Z deeltentamen: I / II Docent: Vraag: Datum tentamen: Studentnummer: Inhoudelijke beantwoording Er is sprake van adequate reproductie en verwerking van de verplichte literatuur; De student legt adequate verbanden tussen de collegeinhouden; De student verhoudt zich tot de college-inhouden op basis van eigen levenservaring en visie.
Beoordeling
Max. aantal punten 15 punten
Feedback / opmerkingen:
Algemeen De student beschikt over een adequate schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid: de student schrijft duidelijk leesbaar en in correct Nederlands, in het antwoord is sprake van goede samenhang, goede argumentatie en goede uitleg van de gebruikte begrippen.
5 punten
Feedback / opmerkingen:
TOTAAL
28
20 punten
3.2 Bijlage 2: Voorbeeld tentamenvraag Voorbeeldvraag bij onderdeel Islam en Humanisme: “Ondertussen wenste hij vurig dat God (Machtig en Verheven is Hij) hem zou verlossen van het lichaam dat hem ertoe dwong dat stadium te verlaten; dan zou hij zich ongestoord aan zijn verrukking kunnen overgeven en bevrijd zijn van de pijn die hij ervoer, wanneer hij zich vanwege een of andere lichaamsbehoefte van dat stadium moest afkeren”, p. 131 uit Hayy ibn Yaqzan. Een filosofische allegorie uit Moors Spanje. Beantwoord het volgende: a. Hoe interpreteer je dit citaat aan de hand van de allegorie van de moslim filosoof Ibn Tufayl (- 1185). Beargumenteer je antwoord. b. Probeer voor jezelf onder woorden te brengen hoe de zeven dimensies van Smart zich verhouden tot de hoofddomeinen van kosmos, metafysica en de spirituele psychologie (ziel). Illustreer je antwoord met duidelijke situaties uit de allegorie Hayy. Antwoordsleutel voorbeeldvraag: a. Interpretatie van de kernbegrippen in dit citaat, namelijk: ‘verlossing’, ‘stadium’, ‘bevrijding van de pijn’ en probeer dit te verklaren aan de hand van andere theorieën bv. van al-Hallaj en Ibn Arabi. Omdat Ibn Tufayl een filosoof en mysticus was, is het zeer relevant om je antwoord te illustreren met “de eigen interpretatie van Ibn Tufayl bv. over de essentie van God en de menselijke essentie”. (10 punten) b. Het gaat om de analyse van de verhoudingen tussen de drie hoofddomeinen (kosmos, metafysica en spirituele psychologie) en de zeven dimensies van Smart. Voorbeeld: Theologische en doctrine dimensies kan je verklaren aan hand van de aspecten van kosmos en metafysica volgens Ibn Tufayl’s benadering (theorie van de versmelting met de kosmos + eigen interpretatie van het credo volgens Ibn Tufayl, d.w.z. zonder een geopenbaarde tekst). Verwijzing naar situaties (voorbeelden) uit het boek is vereist. Dit geldt ook voor de behandeling van de verhouding tussen emotionele ervaring volgens Samrt en Ibn Tufay (met voorbeelden), enzovoort… (10 punten)
29
3.3 Bijlage 3: Eindtermen Bachelor Humanistiek – juni 2012 Kennis en inzicht wat betreft humanistiek 1. De Bachelor beschikt over kennis van theorieën, methodologische inzichten en de wetenschapstheoretische context van de humanistiek, van haar verhouding tot andere wetenschappelijke disciplines, en toont een houding van openheid voor de paradigmatische pluriformiteit van hedendaagse wetenschapsbeoefening; Toepassen van kennis over humanistiek 2. De Bachelor is in staat om processen van zingeving en humanisering creatief en systematisch te conceptualiseren en analyseren, daarbij gebruikmakend van kennis en inzichten uit de multidisciplinaire kennisdomeinen van de humanistiek; Kennis en visie wat betreft levensbeschouwing 3. De Bachelor beschikt over kennis en inzicht in theorieën en praktijken van levensbeschouwing in het algemeen en humanistische tradities in het bijzonder, kan deze plaatsen in culturele en historische contexten, en is in staat een eigen visie op humanisme als levensbeschouwing te formuleren en deze op wetenschappelijk verantwoorde wijze te onderbouwen; Toepassen en oordeelsvorming in mondiaal perspectief en wat betreft diversiteit 4. De Bachelor is in staat om standpunten te formuleren en onderbouwen ten aanzien van vraagstukken van diversiteit en hun maatschappelijke en historische gesitueerdheid en ten aanzien van vraagstukken van zingeving en humanisering vanuit mondiaal perspectief en internationale verhoudingen; Onderzoeksvaardigheden 5. De Bachelor kan onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord en voor de humanistiek elementair onderzoek opzetten en uitvoeren en daarover communiceren in woord en geschrift; Literatuurvaardigheden 6. De Bachelor kan zelfstandig voor de humanistiek relevante (inter)nationale wetenschappelijke publicaties opsporen en interpreteren en beoordelen op hun kwaliteit; Projectvaardigheden en organisatievaardigheden 7. De Bachelor beschikt over vaardigheden om planmatig en in teamverband een project op te zetten in relatie met een opdrachtgever, kan schriftelijk verslag doen en een mondelinge presentatie geven over de resultaten en legt daarbij tevens een relatie met de ontwikkeling van een eigen normatieve professionele houding;
30
Communicatievaardigheden 8. De Bachelor kan interactie- en communicatieprocessen tussen individuen, in groepen en in organisaties analyseren en beschikt over reflectieve en dialogische vaardigheden om zodanig te participeren dat deze processen kwalitatief verbeteren; Attitude 9. De Bachelor geeft blijk van ontwikkeling van een authentieke en open levensovertuiging en een doorleefd normatief kader en kan zich positioneren in het veld van levensbeschouwelijke tradities, daarbij tevens verwijzend naar persoonlijke inspiratiebronnen; Bagage voor vervolg 10. De Bachelor heeft leervaardigheden, zelfkennis en vormen van zelfzorg ontwikkeld, die het mogelijk maken om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan en kan zijn of haar kwaliteiten en voorkeuren benoemen voor verder studie en toekomstige loopbaan. NB. De Dublin-descriptoren uit de Bolognaverklaring en het accreditatiekader bestrijken de categorieën: kennis en inzicht; toepassen kennis en inzicht; oordeelsvorming; communicatie en leervaardigheden
31