LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
PIERRE DELBEKE & FAMILIE
FERME DE LA TOUR
LOCATIE:
HAULCHIN
CATEGORIE :
TEELT
PROJECT :
rooien van pootaardappelen in twee fasen om ziektedruk te verminderen Het bedrijf FERME DE LA TOUR SA van de familie Delbeke wordt geleid door vader Joseph en de broers Pierre en Etienne. Er worden jaarlijks 130 ha aardappelen geteeld. Het gaat om 20 ha consumptieaardappelen en 110 ha pootgoed, waarvan 20% op eigen land en 80% in seizoenpacht. Het zuster bedrijf Comexplant zorgt voor de stockage, het sorteren en het leveren van de +/- 2800 ton geproduceerd pootgoed. Bijzonder is de combinatie met wijnbouw. De sterk kalkhoudende percelen van de wijngaarden zijn zeer goed te vergelijken met deze in de champagnestreek. In 2002 werden in samenwerking met een wijnhandelaar de eerste wijngaarden aangeplant, nu zijn 10 van de 14 ha in productie. De cuvee Ruffus , een schuimwijn, werd genoemd naar een vroegere landheer in de regio.
Probleemstelling De familie Delbeke teelt al 25 jaar pootgoed. De laatste jaren merkten ze meer en meer druk van ziekteverwekkers van het Erwinia-type. Omdat bacteriën in plantaardige teelten moeilijk kunnen bestreden worden en er geen bactericiden erkend zijn in de pootaardappelteelt, is een strikte hygiëne noodzakelijk. Rotaties van soms langer dan acht jaar bleken niet voldoende om het verschijnsel te voorkomen. In de tijd dat met de hand geoogst werd kwam dat probleem niet voor. De aardappelen lagen toen een tijdje te drogen op het veld. Om dit na te bootsen werd beslist om in twee fasen te gaan rooien. Oplossing In augustus vorig jaar werd voor het eerst een 4 rijige GRIMME type RL 3000 gebruikt als rooier. De aardappelen werden terug op het veld gedeponeerd in een strook van ongeveer 80 cm breed. Afhankelijk van het ras en de weersomstandigheden blijven de pootaardappelen enkele uren tot zelfs tien dagen liggen op het veld. Nadien worden ze opgeraapt met een AVR type Esprit GTT. Die machine werd dit jaar nog verder geperfectioneerd. Vooraan werden wieltjes geplaatst om te vermijden dat de machine te diep zakt. Een omgekeerd geplaatste aanaardschijf zorgt voor de bescherming van het aandrijfsysteem. Vooraan zit een zachte rol, daarachter draait een kleine as die iets sneller draait om zodoende de knollen op te lichten. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt Door het besmettingsrisico te verlagen kunnen meer generaties verder gekweekt worden vanuit het basispootgoed. Daardoor dalen de kosten voor het vernieuwen van het basismateriaal. Hierdoor vermindert ook het risico op insleep van andere ziektes. De Delbekes kunnen daardoor ook meer zelfvoorzienend werken. Doordat ze in zekere zin terugkeren naar de praktijken uit het verleden verbetert ook het imago van de teelt. Op commercieel vlak is een superieure intrinsieke kwaliteit voordelig voor de klanten. Ook het imago ten opzichte van de steeds veeleisender klanten verbetert.
Pootaardappelen worden geoogst met de Grimme RL3000. Die legt ze op rijen van 80cm breed.
Na een tijdje drogen op het veld worden de pootaardappelen opgeraapt met een Esprit GTT van AVR
www.innopotato.be
Een omgekeerd werkende aanaardschijf vrijwaart de aandrijving van de rollen van overmatig veel grond
LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
ALPHONSE GHYSELEN
LOCATIE:
VEDRIN (NAMEN)
CATEGORIE :
TEELT
PROJECT :
Plantercombinatie die erosie en groene aardappelen voorkomt Probleemstelling Alphonse Ghyselen nam in 2002 een 4-rijige aardappelplanter Netagco RTF 2000 en een aanaardfrees van 3,6m van het merk Netagco over. Hij ondervond dat de aardappelplanten niet altijd centraal in de ruggen stonden. Veel van zijn percelen liggen op hellingen en bij het werken in twee werkgangen zijn daar gemakkelijker afwijkingen mogelijk. Ook de bodemstructuur gaf hem geen voldoening. Ten gevolge van het aanaarden ontstaat een rug met fijne aarde bovenop de korrelige droge aarde binnenin. Hierdoor kan na hevige regenval kort na het aanaarden de bodem dichtslibben. Nadien ontstaan bij droogte barsten. Om een ongestoorde ontwikkeling van de aardappelen mogelijk te maken moet de fijne aarde zich daar bevinden waar de knollen gevormd worden. Omgekeerd zijn kleine oneffenheden aan het oppervlak van de rug goed om beschadiging en dus erosie te voorkomen. Dit is niet onbelangrijk omdat het bedrijf in een heuvelende streek ligt.
Oplossing Ghyselen besloot aardappelplanter en aanaardfrees te combineren. Hij bouwde de conventionele aanaardfrees om tot een frees die vooraan aan de trekker kan gemonteerd worden. De planter werd aangepast om aangekoppeld te worden op de hydraulische hefinrichting. Daarbij wenste Ghyselen de laadhoogte te behouden om het pootgoed vanuit de kiepwagen te kunnen overbrengen. Op de frees monteerde hij twee grote wielen om de werkdiepte te controleren. Voor het egaliseren van de bodem zorgen twee nivelleerplaten waarvan de druk geregeld wordt met veren (opbouwkit van Netagco). Een vierkante draagbalk waarvan de helling en de hoogte verstelbaar zijn werd uitgerust met scharen ten einde de voorlopige ruggen te vormen achteraan de frees. De werkhoogte en de druk op de grond worden via het hydraulisch circuit geregeld vanuit de cabine. Voor het aanpassen van de aardappelplanter had Ghyselen geen enkel voorbeeld. De belangrijkste uitdaging was het behouden van de (laad)hoogte van de voorraadbak, en dit in combinatie met de hoogte van de aanaardscharen van de frees. Daarvoor diende hij heel wat onderdelen aan te passen. Voor de plantmachine werd een decompactor in combinatie met een rotoreg geplaatst. De gewelfde scharen zijn 25 cm hoog en de ruggen zijn zowat 28 cm hoog. Zowat 80% van de grond wordt bewerkt met de frees, waardoor deze combinatie maakt dat de kruimelige aarde rond de pootaardappel zit. De ruwere grond voor bovenop de ruggen wordt door de decompactor op een grotere diepte losgemaakt en bovengehaald met gekartelde schijven. Zo wordt de rug beschermd tegen erosie en verzekerd van voldoende lucht in de grond. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt Met deze combinatie is het mogelijk rond de aardappelen een luchtige bodem te krijgen. De planten zitten door het feit dat Ghyselen het planten en aanaarden combineert in één werkgang, centraal in de rug. Mede door de erosievoorkomende bovenste kruimelige laag vermindert de kans op groene aardappelen. Door het wegvallen van de dubbele werkgang wordt ook bespaard op arbeid en brandstofverbruik.
A. Ghyselen en zoon tonen de aardappelpootmachine die omgebouwd werd om planten en aanaarden in één werkgang te combineren.
De grote gekartelde schijven halen de grovere aarde die de rug moet bedekken uit de diepte.
www.innopotato.be
De aanaardfrees werd omgebouwd om vooraan op de traktor te kunnen werken.
LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
GEERT GODDEERIS & ANN VANDEPUTTE
LOCATIE:
MOORSLEDE
CATEGORIE :
BEWARING
PROJECT :
Plaatsen van zonnepanelen op aardappelloods
Geert en Ann Goddeeris combineren akkerbouw met vleesvee (Witblauw). Behalve de klassieke akkerbouwteelten wintertarwe en suikerbieten is er dit jaar ook 3ha bonen. Vroeger was die oppervlakte groter, maar de contractprijzen waren dit jaar te laag. De belangrijkste teelt op het bedrijf is deze van aardappelen, ¾ Fontane (gedeeltelijk op contract) en ¼ Asterix. Er wordt vooral aan de Belgische frietindustrie geleverd.
Probleemstelling Het bouwen van een nieuwe aardappelloods was voor de familie Goddeeris de aanleiding om na te denken over het eigen energieverbruik. Op langere termijn zullen de energieprijzen steeds stijgen. Door zelf stroom te produceren kan het bedrijf zich onafhankelijker opstellen. Jaarlijks wordt ongeveer 17.000 kWh verbruikt voor de aardappelen. Op het nieuwe dak is er ruimte voor zonnepanelen met een totaal vermogen van 50.000 kWp. Voor de VLIF-steun geldt een beperking tot het eigen verbruik van het bedrijf. (NB half september werd het percentage steun verlaagd). Oplossing De familie Goddeeris koos voor een installatie met 50 panelen van 230 Wp.( Perfecta Risen Poly). Met de productie van 10000 kW/jaar kan voorzien worden in de helft van de jaarlijkse afname van elektriciteit. Daardoor blijft Geert Goddeeris een kleine producent, hoeft hij geen netstudie te bekostigen en kan hij aan het net terugleveren met terugdraaiende teller. Dit betekent dat hij zijn stroom levert tegen de virtuele prijs die hij zelf moet betalen. Voor de bewaring van aardappelen ligt de grootste stroombehoefte in het najaar en de winter. Dan is de stroomproductie lager maar dit verschil wordt uitgevlakt door het terugleveren met terugdraaiende teller. De productie van groene stroom is dankzij de groene stroom certificaten een financiële meerwaarde voor het bedrijf. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt Ook andere aardappeltelers kunnen hun energiekosten reduceren en meteen de Belgische aardappelteelt milieubewuster en duurzamer maken, zodat de carbon footprint verlaagt.
Op de nieuwe aardappelloods werden zonnepanelen met een totaal vermogen van 10.000kWp gemonteerd. Er blijft nog ruimte over voor een eventuele uitbreiding later.
www.innopotato.be
LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
ERIK MAENHOUT
LOCATIE:
WATERLAND OUDEMAN
CATEGORIE :
BEWARING
PROJECT :
Aardappelbewaring met de Gro-Stop Electro
Erik en Hélène Maenhout baten een akkerbouwbedrijf uit in Waterland-Oudeman (Sint-Laureins). Hun bedrijf ligt midden in de polders, en dat zie je aan hun teelten. Naast suikerbieten en wintertarwe telen ze 15 tot 20 ha aardappelen. Minder courant is de teelt van graszaad en van bruine bonen. Op zandige percelen wordt dorsmaïs geteeld.
Probleemstelling Erik Maenhout werkt voor de kiemremming tijdens de bewaring van zijn aardappelen met vergassing. Een nadeel is dat het product neerslaat op vochtige plaatsen. Onder de ventilatoren, bijvoorbeeld vormt zich een koek . De vloer van de bewaarplaats bestaat volledig uit roosters, op stroken van 0,5m aan de zijkanten na. Hij stelt vast dat het product via vergassing te weinig in de hoeken terechtkomt. Daar kiemen de aardappelen steevast. Daarom waren de Maenhouts op zoek naar een alternatief. Oplossing Hun voorlichter verwees hen naar Certis. Die firma start dit jaar met de Electrofog , een toestel dat zeer recent op de markt kwam. Het is een heetvernevelapparaat waarmee Gro-Stop Electro (CIPC) als kiemremmer kan worden toegepast in de aardappelloods. Dit product, dat in april erkend werd, is een formulering van chloorprofam als heet vernevelbaar concentraat. Tot vandaag werd een dergelijke toepassing uitgevoerd met een toestel van het type Swinfog/Pulsfog dat werkt met een verbrandingsmotor. Deze toestellen zijn weinig gebruiksvriendelijk en hebben heel wat nadelen. De Electrofog werkt op elektriciteit en lost zo heel wat van deze problemen op. Het toestel is gebruiksvriendelijker (snel installeren, makkelijker starten en bedienen, veel minder lawaai); veiliger (geen benzine meer nodig om te reinigen of toe te passen), geen verbrandingsproces, gecontroleerde toevoer van het product, verschillende ingebouwde beveiligingsmechanismen. Brandgevaar wordt sterk verminderd. Er is geen witte afzet meer op ventilatoren en in de gangen; efficiënter (het druppelspectrum die de Electrofog produceert in combinatie met het product is veel fijner en constanter zodat de mist die gevormd wordt van betere kwaliteit is en dus beter werkt, geen witte afzet meer. De concentratie is hoger waardoor de toepassingstijd verkort. Bovendien bewaart het de kwaliteit van de aardappelen beter. Er zijn geen verbrandingsgassen, dus geen CO2 of ethyleen die de bakkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt De toepassing is gebruiksvriendelijker, veiliger, efficiënter en bewaart de kwaliteit beter dan de huidige toepassingen.
De electrofog wordt buiten de loods opgesteld
CIPC slaat neer op vochtiger plaatsen en laat een koek achter
www.innopotato.be
De verdeling van CIPC was nooit optimaal in de aardappelen die niet boven de roostervloer liggen
LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
MARC VAN DEN BORNE
LOCATIE:
MOL POSTEL
CATEGORIE :
BEWARING
PROJECT :
kanaalventilatie met 2 ventilatoren
Marc Van den Borne is een echte aardappelteler. Hij runt zijn bedrijf in MolPostel samen met zijn zoon Laurens, die de landbouwschool volgt. Marc Van den Borne heeft ook nog suikerbieten, flageoletboontjes en korrelmaïs, maar die oppervlaktes staan niet in verhouding tot zijn 300 ha aardappelen, waarvan de helft Fontana. Om jaarlijks een dergelijke oppervlakte samen te krijgen werkt hij samen met landbouwers in Brabant en Limburg.
Probleemstelling Van den Borne wilde al jaren zijn bewaarcapaciteit uitbreiden, maar stootte op een bouwstop omwille van de aanpalende bossen. Daarom week hij voor zijn bewaring uit naar Limburg. Toen de bouwstop werd opgeheven kreeg hij de beperkende voorwaarde opgelegd dat het nieuwe gebouw niet hoger mocht zijn als de andere gebouwen. Daarom besliste hij de vloer van de loods op 80 cm diepte te voorzien. Omdat de afwatering van de loods een stuk moeilijker verloopt en er gewerkt moet worden met dompelpompen ontdekte hij toevallig dat een kleine hoeveelheid water in de kanalen die verdampt wordt door te ventileren, bewaarverliezen helpt voorkomen. Geconfronteerd met de diepte van de kanalen diende Tolsma, de constructeur die voor de bewaartechnologie instond, alternatieve oplossingen te zoeken. Oplossing Tolsma raadde aan om 2 ventilatoren van 1.5kW per kanaal ipv 1 ventilator van 2.4 kW te voorzien. Hierdoor kon het kanaal 22 cm minder diep gemaakt worden. Dankzij het grotere vermogen kan sneller ingekoeld en drooggeblazen worden. Na ongeveer vier weken wordt 1 ventilator uitgeschakeld. Daardoor kan een aanzienlijke energiebesparing gerealiseerd worden. De meerkost van de extra ventilatoren kan dankzij de energiebesparing terugverdiend worden in 4 tot 5 jaar. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt Doordat sneller drooggeblazen wordt (ong. 80u à 3kW (2 x 1,5 kW) ipv 120u met 2.4kW) zijn de aardappelen sneller droog en verloopt de wondheling sneller. Er is ook sneller een homogene temperatuur in de partij. Bacteriën krijgen minder kansen. Er is een lagere energiekost en doordat het energieverbruik daalt verhoogt de duurzaamheid.
Roosters van de dwarse kanalen
Tolsma kwam met het idee om 2 kleinere ventilatoren te installeren om zo de diepte van de ventilatiekanalen tebeperken.
www.innopotato.be
De vloer van de nieuwe loods ligt 80cm lager dan het maaiveld.
LAUREAAT INNO POTATO AWARD 2010 NAAM:
MARC DE TAVERNIER
LOCATIE:
BELLEGEM
CATEGORIE :
TEELT
PROJECT :
Snelwisselsysteem van de rooiunit aardappelen op een zelfrijdende rooier Dewulf
uien
wortelen
Marc en Katrien De Tavernier Vanhaecke hebben een akkerbouwbedrijf in Bellegem. Ze combineren akkerbouw met de teelt van vollegrondsgroenten. Ondertussen werkt ook zoon Thibault mee in het bedrijf.
Probleemstelling De oude uienrooier en aardappelrooier van het bedrijf waren aan vervanging toe. De oppervlakte van elk van deze teelten is te beperkt om voor elk apart een moderne machine met grote capaciteit af te schrijven. Het combineren van beide activiteiten in één rooier was mogelijk met de RA3060 van constructeur Dewulf. Die laat ook het rooien van wortelen toe, maar voor elk van die teelten is een aparte rooiunit nodig. Het wisselen vraagt telkens vele uren sleutelwerk. Omdat de rooiseizoenen van aardappelen, wortelen en uien mekaar overlappen moet voortdurend gewisseld worden van rooiunit. Dit zou enorm veel tijdverlies met zich meebrengen. Oplossing Marc De Tavernier ontwierp aparte rooiunits voor aardappelen en wortelen en een opraapunit voor de uien, waarin de rooischaren, schijven en diabolorollen aan één chassis gekoppeld zijn. Deze worden met een snelkoppeling bevestigd aan de machine. In 3 minuten kan de volledige rooiunit gewisseld worden en ingesteld worden voor het rooien van aardappelen, ajuin of wortelen. Dit is mogelijk met slechts 2 personen en een heftruck. Meerwaarde voor de Belgische aardappelteelt Doordat de machine vlot kan ingezet worden voor de oogst van drie belangrijke vruchten, was het voor dit bedrijf mogelijk om een nieuwe, moderne multifunctionele zelfrijdende machine aan te schaffen. Daardoor willen de bedrijfsleiders een verhoogde kwaliteit van het eindproduct bekomen,een hogere rendabiliteit van de beschikbare middelen (mensen en kapitaal) en een verhoogde bedrijfszekerheid los van de beschikbaarheid van loonwerk, ook in zeer natte en moeilijke omstandigheden.
Om de rooi-units te wisselen is er amper enkele minuten nodig.
Hier is de RA3060 nog uitgerust met de opraapunit voor uien
www.innopotato.be
Marc en Thibaut De Tavernier bekijken met de jury de rooi-unit voor aardappelen