SPORTDAG VLAAMSE AMBTENAREN 2014
LANGE STADWANDELING van het Noordstation naar Jette Deze wandeling start in het treinstation Brussel-Noord. Het parcours is 12,5 km lang en brengt je langs de Noordwijk, Tour & Taxis en de Havenwijk tot bij de Basiliek van Koekelberg. Vervolgens gaat de wandeling richting moerassen en bossen van Ganshoren en Jette. De wandeling van dit jaar toont je andermaal de onvoorstelbare diversiteit van de stad. Bijzondere aandacht gaat deze keer uit naar de wijze waarop de openbare ruimte ingericht is, hoe die geëvolueerd is en ons dagelijks leven beïnvloedt. Op het einde van de wandeling neem je de trein in Jette naar station Brussel-Centraal, eindpunt van deze Brusseltocht. Onderweg kom je voorbij een Bloso-controlepost (bemand van 10u00 tot 14u00) waar je je IN-stempel krijgt. Bij het eindpunt volgt dan nog de UIT-stempel. In deze wandeling is ook een quiz verwerkt met vragen en een schiftingsvraag. De juiste antwoorden kan je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop van de wandeling breng je ze over op het blad achteraan en deponeer je dit blad in de daarvoor bestemde Bloso-urne. Heb je nog vragen, dan kan je bij de start van deze wandeling terecht bij een Bloso-medewerker. Om hem te vinden wandel je de grote stationshal van het Noordstation door en neem je de uitgang met bruin-glazen deuren. 20 m verder tref je de medewerker met fluo-shirt aan. Keer vervolgens terug naar de grote stationshal. Opgelet: je zal tijdens de wandeling verschillende drukke wegen en 2 onbewaakte spooroverwegen moeten oversteken. Respecteer de verkeersregels! En ten slotte, voorzie je van behoorlijke wandelschoenen die ook geschikt zijn voor kasseistroken en mogelijk modderige aardewegen. Een prettige en interessante wandeling! _____________________________ Je staat in de grote stationshal van het Noordstation. Draai je met de rug naar het aankondigingsbord met de vertrekuren van de treinen. Wandel door de bruin-glazen deuren en ga altijd rechtdoor tot je buiten bent. Neem de trap naar beneden en loop tot bij de verkeersrotonde met kunstwerk. Na de Tweede Wereldoorlog droomden sommige idealistische architecten en urbanisten van nieuwe steden waar de mens in een veilige, efficiënte omgeving volledig tot ontplooiing zou komen. Grote voorganger was de Zwitserse architect Le Corbusier. Hij was afkomstig uit een milieu van horlogemakers en bekeek een gebouw, een stad en zelfs de samenleving als een horloge waarvan elk onderdeel een specifieke functie heeft. Weg dus met de klassieke stad, met zijn smalle, kronkelige straatjes, totaal ongeschikt voor autoverkeer. Weg met de traditionele woningen die niet aangepast zijn aan de noden en mogelijkheden van de moderne maatschappij. Weg met alles wat chaotisch, inefficiënt en gevaarlijk is. Zijn ideaal: aparte zones waarin wonen, werken en ontspannen elkaar niet in de weg lopen en efficiënt kunnen worden georganiseerd. In dezelfde geest moeten ook de verbindingen tussen die zones worden georganiseerd: aparte banen voor auto’s, openbare vervoer, fietsers en wandelaars. Geef toe: het concept is eenvoudig uit te leggen en klinkt verleidelijk. En het had een enorme invloed op vele generaties stadsplanners, zij het niet allemaal met dezelfde idealistische doelstellingen voor ogen. En het concept zelf, dat bleek achteraf gezien niet zo ideaal te zijn. Neem nu deze Noordwijk. Een hele generatie Brusselse politici, met Paul Vanden Boeynants op kop, schaarde zich in 1965 enthousiast achter het ambitieuze plan om de Noordwijk - een levendige buurt met 12.000 inwoners, ateliers en stapelhuizen, brouwerijen, cinema’s, cafés en winkelstraten - te slopen ten voordele van het Manhattanplan. Dat omvatte de bouw van 78 kantoortorens rond het kruispunt - hier op deze plek - van 2 Europese autosnelwegen. Let even op de sokkels 3 van de aangrenzende WTC-torens: voetgangers werden verwezen naar 13 m hoge loopbruggen die de sokkels van de torens met elkaar moesten verbinden. Na hevig verzet kwam er enkel wat vervangende sociale woningbouw. Het Manhattanplan draaide uit op een nachtmerrie. Na de oliecrisis van 1973 belandden de plannen in de koelkast. Braakliggende terreinen bleven 20 jaar onbenut. Met de bevestiging van Brussel als Europese hoofdstad in 1987 herpakte de bouw zich. De megalomane visie inzake auto-infrastructuur paste echter niet meer in de tijd. De brede autosnelwegstroken kregen fraaie middenbermen met kunstwerken. Rechthoekige kantoortorens kregen een nieuw kleedje met opvallende ingangspartijen of dakafwerkingen. Toch blijft dit een monofunctionele kantorenwijk, vooral opgevuld met overheidsdiensten maar doods na de kantooruren. Of is dit jouw ideale plek voor een gezellige avondwandeling? Steek rechts van de rotonde de Koning Albert II-laan over en volg rechtdoor de Simon Bolivarlaan. Na het kruispunt met de Antwerpsesteenweg blijf je ter hoogte van het frietkot staan.
1
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Aan de overzijde zie je de nieuwe kantoren van een bekend multinationaal energiebedrijf. In de jaren voor de economische crisis werden er in Brussel heel wat kantoorgebouwen opgetrokken. Sindsdien is er een groot overschot op deze markt en kan de klant kieskeurig zijn. Kantoren zonder de nieuwste snufjes en zonder een laag energieverbruik geraken niet meer verhuurd. En gezien het groeiende fileleed op onze wegen, is de nabijheid van openbaar vervoer ook een pluspunt. Vermoedelijke hebben al deze argumenten gespeeld bij de beslissing van deze energiereus om voor deze locatie en dit gebouw te kiezen. Vaak laten bedrijven van dergelijke omvang zich om prestigeredenen ook verleiden door een soort protserige en niet altijd smaakvolle architectuur. Achter/naast het frietkot ligt een grasveld. Volg het wandelpad dat erdoor loopt. In de bocht kies je de trap die in het verlengde van je wandelweg ligt. Op de top steek je de rood-bruine brug over en wandel je rechtdoor tot bij het lage bakstenen muurtje op een verhoogd niveau tussen de woontorens. Na de kantoorzone heb je hier een voorbeeld van een woonzone: 6 woontorens van de Lakense Haard in het groen, opgetrokken in de tweede helft van de jaren 1970. Het centrale bakstenen paviljoen is van later en huisvest het OCMW-buurthuis Millenium. Er is o.a. een cafetaria, een bibliotheek en ludotheek. Er worden kook- en andere ateliers en gezamenlijke maaltijden aangeboden. Desondanks oogt het hier buiten zo dood als een pier. Geen winkels, geen café, geen gezellig terras vanwaar je voorbijgangers kan observeren. Contact met de mensen op de hoger gelegen balkons is quasi onmogelijk. Er komt hier met andere woorden niemand omdat er niemand is. Een vicieuze cirkel. Nog een (letterlijke) hinderpaal is de inrichting van de ruimte. Je verlaat straks deze plek via een trap in de linker hoek links van het paviljoen. Een rechtstreeks, regulier pad is er niet. De planner van deze ruimte heeft er geen rekening mee gehouden dat iedereen, ook voetgangers, meestal liefst de kortste weg neemt. Zo zie je op sommige openbare grasperken ‘olifantenpaden’ ontstaan. Officieuze paden die spontaan gevormd worden door voetgangers die de kortste weg nemen naar hun bestemming. Wandel tussen het linker appartementsgebouw en het paviljoen door over het gras tot bij die linker hoek aan de moestuintjes. Waar wijkbewoners elkaar wel ontmoeten, zijn deze moestuintjes, 4 jaar geleden aangelegd met recyclagemateriaal van bouwwerven. Tuiniers wisselen tips uit en gebruiken elkaars materiaal. Nieuwsgieringen komen een praatje slaan. Hun kinderen en kleinkinderen leren eerbied te hebben voor de natuur en voedsel. En of het werkt? Wanneer er overproductie is, nodigen de nochtans kansarme bewoners de bewoners van een nabijgelegen bejaardentehuis uit op een buurtfeest. Een mooi voorbeeld van solidariteit. De trappenpartij in de hoek leidt je naar het straatniveau. Steek er de Helihavenlaan over. Wandel naar links. Net voorbij het schoolgebouw sla je rechts een pad in. Dat brengt je naar een drukke verkeersweg. Volg deze Groendreef naar rechts tot bij de verkeerslichten. Tel het aantal zebrapadstroken, vluchtheuvels en verkeerslichten om aan de overkant van deze stadssnelweg te geraken. De voetganger wordt hier amper geduld. De naam van deze straat? De Groendreef, berucht van menig verkeersbericht. Aartshertogin Isabella liet haar rond 1610 aanleggen langs en over het 16de-eeuwse kanaal van Willebroek. De hertogelijke koetsweg leidde naar de miraculeuze Sint-Annabron in Laken. De bron bestaat nog altijd, de ooit zo populaire promenade al lang niet meer door de opkomende industrialisatie in de 19de eeuw. Bovendien verschoof begin 20ste eeuw de havenactiviteit van de binnenstad naar de nieuwe Zeehaven. Steek de Groendreef voorzichtig over. Aan de overzijde blijf je rechtdoor wandelen tot je rechts tussen de bomen een grote waterpartij ziet. Wandel tot bij de waterkant van het Vergotedok. Rechts in de bocht heeft een deel van de kademuur een andere kleur. Oorspronkelijk liep het kanaal van Willebroek hier rechtdoor, helemaal tot in de Brusselse binnenstad. Op de plaats van de huidige Vismarkt en het SintKatelijneplein bevonden zich de dokken en het eindpunt van het kanaal. Het graven van het kanaal dat Brussel met de Schelde, Antwerpen en de zee moest verbinden, was een gigantische opdracht. Op 16 mei 1550 werd in Willebroek de eerste spadesteek gegeven. Op 12 oktober 1561 had de plechtige opening plaats met veel feestgedruis. Het kanaal was 28km lang, 2m diep, 30m breed en telde 6 bruggen en 4 dubbele schutssluizen om een hoogteverschil van 15m te overwinnen. Brussel betaalde de kosten. Het kanaal werd in de loop der eeuwen stelselmatig verbreed en uitgediept. Met de binnenhaven was het helemaal afgelopen in 1911. Achter je, dus aan de overkant van de straat, staat Up-site, de hoogste woontoren van het land: 140m hoog met 357 woningen gespreid over 42 verdiepingen. De bewoners genieten van allerlei voorzieningen waaronder een binnenzwembad, spa en bioscoopzaal. De toren rust op een sokkel met kantoorruimte. Die sokkel is weinig genereus: veel glas maar weinig deur en weinig stoepruimte. Op de bovenste verdieping komt een uitkijkplatform dat tegen betaling zou kunnen bezocht worden. Zodra de werken aan Up-site voorbij zijn, zal op de open plek waar je nu staat een parkje aangelegd worden. 2
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Loop verder tot bij de kanaalbrug. ste
In het verlengde van het Vergotedok ligt links het Becodok. Dat werd in de eerste jaren van de 20 eeuw aangelegd de als verbindingsstuk tussen het Willebroekkanaal en het 19 -eeuwse industriële kanaal van Charleroi. Je kijkt ook aan tegen 2 tegenstrijdige visies over de bestemming van de kanaalzone. Het einde van de Tweede Wereldoorlog luidde de doodstrijd in van de industrie langs het kanaal en het vrachtvervoer over water. Sinds een tiental jaren wordt dat vervoer weer gestimuleerd. Een rijnaak van 1200 ton vervoert bijvoorbeeld evenveel goederen als 50 vrachtwagens. Anderzijds is ook het wonen langs water weer helemaal in. Deze nieuwe residentiële gebouwen gebruikten gronden die de industrie en de Brusselse laaggeschoolde arbeider broodnodig hebben. Dit conflict doet zich voor in oude industriewijken overal ter wereld. Volgens het richtplan 2013 van de Franse architect-urbanist Alexandre Chemenotoff moeten in de Brusselse kanaalzone dichtbebouwde gemengde zones ontwikkeld worden waar mensen wonen, werken en zich ontspannen. De ondernemers zijn er echter niet gerust in. Interbeton, een belangrijke leverancier van de Brusselse werven, is zelfs bereid een architectuurwedstrijd uit te schrijven om zijn complex minder ‘industrieel’ te laten lijken. Ook zij stellen laaggeschoolden te werk. De stoomlocomotief uit 1923 is hier geplaatst op een in onbruik geraakte spoorbrug ter herdenking van 175 jaar Belgische Spoorwegen. In 1835 reed de eerste passagierstrein tussen de Groendreef en Mechelen. In 2015 wordt de ste 180 verjaardag gevierd met de opening van het nieuwe spoormuseum Trainworld naast het station van Schaarbeek. Quizvraag 1: In welk jaar werd de locomotief op deze plaats ingehuldigd? Antwoord:
2008
2009
2010
2011
2012
Loop de brug over en wandel tot bij het kruispunt met verkeerslichten. Opnieuw sta je voor een drukke weg, eentje die extra veel lawaai maakt door het contact tussen de banden van de voorbijrijdende voertuigen en de kasseistenen. Rond deze Havenlaan is de voorbije jaren een hele polemiek ontstaan. De gewestelijke overheid wou de (zieke) platanen rooien en de kasseien vervangen door een ander materiaal. Een plaatselijke actiegroep wenst beide te behouden en zelfs te beschermen. Afgezien van deze polemiek, enkele woorden over zin en onzin van kasseistraten. Het is niet zo dat onze straten sinds vele eeuwen worden gekasseid. De meeste bestonden uit gestampte aarde. De kasseiwegen zoals we die nu nog kennen, werden aangelegd vanaf het einde van de 18de eeuw. De meeste nieuwe kasseien bij ons zijn afkomstig uit het Verre Oosten. Veel goedkoper maar van een slechtere kwaliteit! Kasseistraten als deze lijken misschien bestand tegen zwaar en veel verkeer, in de praktijk zijn ze zeer onderhevig aan spoorvorming. Kasseien liggen immers in een ‘bedje’ van zand. Telkens er een zwaargewicht overrijdt, worden ze ingedrukt en verschuiven ze een beetje. Kijk maar naar de staat van het wegdek. Ze zijn ook niet handig voor voetgangers en fietsers. Kassei is daarom te mijden op druk bereden banen en zeker in residentiële wijken, tenzij in korte, smalle straatjes waar weinig snelheid kan worden gemaakt. Steek de Havenlaan over. Je staat nu voor de site van Tour & Taxis. De Zuid-Tiroolse familie ‘von Thurn und Taxis’ bezat gedurende 355 jaren het monopolie op postverbindingen in heel Europa met Brussel als centrum. Tot 1867 graasden haar paarden op dit nog moerassige terrein. Einde 19de eeuw verwierf de stad Brussel de gronden om er een zeehaven uit te bouwen met bijhorende installaties voor het verhandelen en opslaan van goederen. Het transport gebeurde vooral per trein en boot. Het terrein werd uitgerust met o.a. een uitwaaierende sporenbundel, een maritiem goederenstation (de 3 grote stationshallen links), de opslagplaats met de sheddaken en het Koninklijke Stapelhuis links ervan. Begin de jaren 1980 werden de activiteiten hier gestopt. De NMBS verkocht de gronden en gebouwen en de boel begon te verkrotten. Pas sinds de jaren 2000 komt er terug leven in de brouwerij. Voor jou (achter de bouwput) zie je een zwart gloednieuw gebouw. Dit gebouw heeft al een bijnaam die geen verklaring hoeft: de ‘broodrooster’. Het huisvest Brussel Leefmilieu, de milieuadministratie van het Brussels Gewest. Getrouw aan haar opdracht heeft zij hier het grootste passiefgebouw van ons land opgetrokken. Het kantoor ontworpen door het Nederlandse architectenbureau Cepezed is meer dan 16.000m² groot en beschikt o.a. over een ecologisch auditorium (400 plaatsen) en een restaurant met duurzame voeding. Het is opgetrokken uit hernieuwbare bouwmaterialen en heeft een uitstekende isolatie. Op het dak liggen zonnepanelen. In de winter wordt er verwarmd met grondwater dat van op een diepte van 80m wordt opgepompt. In de zomer moet datzelfde water, met een constante temperatuur van 15°C, voor afkoeling zorgen. In mei 2014 heeft de Vlaamse regering het licht op groen gezet om tussen 'de broodrooster' en de Havenlaan een nieuw kantoorgebouw op te trekken voor de ambtenaren van de Boudewijn- en Phoenixgebouwen, het personeel van het Instituut voor Natuur en Bos (INBO) en voor federaal personeel dat in het kader van de zesde staatshervorming naar het Vlaamse niveau wordt overgeheveld. Vergeten we ten slotte Couleur Café niet. Dit populaire wereldmuziekfestival, dat de zomervakantie inluidt, vond in ste 2014 al voor de 25 keer plaats op de Tour & Taxis-site. Links van de site staat een groot bakstenen gebouw. Dit Koninklijk Stapelhuis ligt met zijn 250 m-lange hoofdgevel en hoofdtoegang langs de Havenlaan. 3
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Wandel 150 meter naar links naar het Koninklijk Stapelhuis. Ga langs de hoofdingang het Koninklijk Stapelhuis binnen en wandel naar rechts tot het einde van de hal. In de late middeleeuwen verschenen er rond de dokken van de vroegere binnenstad de eerste stapelhuizen. Om de in- en uitvoer van goederen te controleren werd op het einde van de 18de eeuw een eerste Stedelijk Stapelhuis opgetrokken. Vandaag kennen we dit gebouw als de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS). Een halve eeuw later was het al te klein en bouwde de stad bij de Handelskaai ‘De Gruuten Entrepot’. Op het einde van de 19de eeuw voldeed ook deze niet meer en bouwden stad en staat dit Koninklijk Stapelhuis. De stoomtreinen reden er letterlijk binnen, tot in een centrale ruimte met laad- en loskaden en goederenliften tot de hoogste verdieping. Door de glazen vloer kan je de sporen nog zien liggen. Na een grondige renovatie wordt dit bouwwerk vandaag de dag heel intensief gebruikt voor evenementen en tentoonstellingen. Er zijn ook handelszaken en kantoorruimtes. Ter hoogte van de receptie, leiden trappen rechts naar een ondergrondse tentoonstellingsruimte gewijd aan de site. Ga er gerust een kijkje nemen. Quizvraag 2: Het Koninklijk Stapelhuis is tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers o.a. gebruikt als gevangenis. Op de gelijkvloerse verdieping is op een muur in reuze grote Duitse letters een opschrift geschilderd. Dit opschrift stelde dat er iets verboden was. Wat was er verboden? Antwoord:
urineren
roken
kaarten
praten
Frans spreken
Wandel het gebouw helemaal door in de lengte en verlaat het stapelhuis aan de andere kant. Als je weer buiten staat, kijk je op het voormalige douanekantoorgebouw. Een douanegebouw, hier in het binnenland? Alle goederen die over water of per spoor in Brussel ingevoerd werden uit het buitenland, moesten hier gededouaneerd worden. Het is niet voor niets dat de hele site ommuurd is. Vele Brusselse handelszaken huurden hier een stapelruimte in en onder de twee stapelhuizen. Aan beide kanten van deze uitgang zie je trappen die leiden naar een 2km lang gangenstelsel waar zich afsluitbare stapelruimtes bevonden. Loop naar rechts de parking tussen beide gebouwen over en verlaat voorbij het douanegebouw links langs de ijzeren poort de site van Tour & Taxis. Rechts van de uitgang bevindt zich het gewezen post- en telegrafiegebouw van Tour & Taxis. In de nabijheid van deze site vestigden zich sigarettenfabrieken, invoerders van koloniale waren, opslagplaatsen en bottelarijen van wijn en sterke drank. Vandaag biedt de havenwijk nog altijd vele industriële ruimtes, vaak verwaarloosd en ingepalmd door autobedrijfjes. Toch zijn er tekenen van heropleving, in het zog van de herbestemming van de Tour & Taxis-site. Getuige de nieuwe en vernieuwde gevels. Volg het trottoir van de Picardstraat naar rechts. Stop iets voorbij de laatste stationshal. Doorheen de afsluiting van de Tour & Taxis-terreinen zie je in de verte de spits van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken waar zich ook de Koninklijke Crypte bevindt. Meer op de voorgrond de gewezen watertoren van Tour & Taxis. Aan de overzijde van de Picardstraat, staat de voormalige sigarettenfabriek 'Saint-Michel' (arch. De Ridder, 1961). Ze is gesloten sinds 1995. Er bestaat een plan om er lofts, winkels en kantoren in onder te brengen. De bestaande volumes zouden dan grotendeels behouden blijven. Enkel binnenin zouden ze gedeeltelijk afgebroken worden om voor meer lichtinval en groene ruimte te zorgen. Wandel verder bergopwaarts. Neem vervolgens de eerste straat rechts, de Scheldestraat, en verderop opnieuw de eerste straat rechts, de Lakenveldstraat. Gebruik er het linker trottoir. De rechterzijde van de straat wordt grotendeels ingenomen door een sociaal wooncomplex in een wat pittoreske stijl uit 1921 (arch. Armand de Saulnier). Elk appartement telt 3 à 4 vertrekken. Bij de renovatiewerken van 1992 werd er achteraan telkens een sanitair bijgebouw toegevoegd. Op het einde van het rechte stuk straat wandel je het parkje rechts in. Van hieruit heb je een indrukwekkend panoramisch zicht over de site van Tour & Taxis. In de verte zie je de kantoorgebouwen van de Noordwijk waar je vertrokken bent. Meer op de voorgrond, rechts het goederenstation. Links de recentere overslaggebouwen van TIR (Transport International Routiers), met links daarvan, wat verstopt achter de begroeiing, een 19de-eeuwse elektriciteitscentrale met watertoren. 4
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Verlaat het parkje. Van de 3 straten die er op uitgeven kies je de middelste. Volg de linkerzijde van deze Rotterdamstraat tot voor de eerste straathoek. Aan de overzijde van de straat herken je opnieuw een sociaal woongeheel (1922, arch. Joseph Diongre). Ondanks het gebruik van goedkope materialen zoals baksteen en kiezelbeton straalt het geheel een zekere charme uit. Zo beelden de basreliëfs boven de ingangsdeuren allerhande aspecten van het havenleven uit. Diongre zou meer dan 10 jaar later het NIR-omroepgebouw bij het Flageyplein in Elsene ontwerpen. Voor het ontwerpen van sociale woningen werd vaak een beroep gedaan op jonge, veelbelovende en dus nog goedkope architecten. Voor hen was het een ideaal ‘speelterrein’. Sla de eerste straat rechts in. Volg de Scheldestraat en stop ter hoogte van nr. 102. Op dit adres was ooit een belastingkantoor gevestigd. Dat kan je aflezen van het gevelpaneel. Ook de panelen bovenaan zijn gemaakt met emailtegels en stellen o.a. een vrouw met bloemendiadeem voor. De fabrikant was Guillaume Janssens uit Sint-Agatha-Berchem waar ook de bekendere firma Helman gevestigd was. Quizvraag 3: Het belastingskantoor was destijds 4 dagen in de week open. In welke gemeente vond de zitdag op maandag plaats? Antwoord:
Ganshoren
Jette
Koekelberg
Laken
Molenbeek
Bij het volgende kruispunt steek je de Jubelfeestlaan over. Aan de overzijde wandel je naar rechts tot op de brug. De brug (1905) waarop je staat, overspande de spoorverbinding tussen Tour & Taxis en het Westelijk Ringspoor (lijn 28). Ingenieur Bruneel gebruikte voor de 30m lange constructie toen nog nieuwe ijzertechnologie. De stenen en smeedijzeren decoraties zijn in art-nouveaustijl. Met de beslissing om deze spoorverbinding dicht te gooien, trok de overheid definitief een kruis over de mogelijkheid om de site van Tour & Taxis ooit nog te hergebruiken voor goederenoverslag tussen spoor en stadsvriendelijk vervoer. Na jarenlang gebakkelei is de toekomst een stuk duidelijker geworden. In mei 2014 werd onder de brug een nieuw openbaar park geopend. Het is het eerste stuk van een 20 hectare groot park dat zal aansluiten op een groene zone langs lijn 28. Rond dit park zal een duurzame voorbeeldwijk ontwikkeld worden met een evenwichtige verdeling van huisvesting, cultuur, uitrusting, winkels en kantoren. De individuele auto krijgt er een ondergeschikte rol ten voordele van een nieuwe tramlijn en de fiets. Wandel terug en sla de eerste straat rechts in tot bij nr. 122. Quizvraag 4: geef de naam en voornaam van de architect van het ‘huis van de haan’. Antwoord:
Louis Tollet
Georges Hendrickx
Sven Grooten
Louis Vanderswaelmen
Dé blikvanger in deze straat is de gewezen wijnopslagplaats 'Besse Père et Fils' op nr. 122. Aan de art-nouveaugevel is bijzonder veel aandacht geschonken. Kijk naar het verzorgde ijzersmeedwerk, de polychrome email baksteen en de blauwe steen. Geen wonder dat zowel het bouwjaar (1908) als de namen van de architect, J. Rau, en de aannemer, J. Blaton, op de gevel vermeld staan. Dergelijke vermeldingen vind je nooit op hedendaagse opslagplaatsen. Dat zijn meestal puur functionele, tijdelijke constructies. Geen reden om architecturaal fier te zijn. In 1954 werd het gebouw overgenomen door de bekende honingproducent Meli. Vandaag wordt het in 1997 beschermde gebouw gebruikt door een bekend marketingbureau. Dat zal hier tot zijn eigen spijt binnenkort wegtrekken, deels wegens plaatsgebrek, deels wegens enige veiligheidsproblemen in de buurt (kijk naar de zorgvuldig beveiligde parking). Wandel de Scheldestraat verder af. Steek op het einde de Jacques Dubrucqlaan over, volg het trottoir naar rechts en wandel even verder links het parkje in. Voorbij het parkje ligt de bedding van een spoorweg. Het is het Westelijk Ringspoor dat rond 1865 werd aangelegd als verbinding tussen de twee kopstations Noord en Zuid. Rond 1900 werd een aftakking voorzien naar Tour & Taxis. In de jaren 1970 werd de spoorbedding aangevuld met een metrolijn. Voorbij het parkje rechts zie je de perrons van metrostation Pannenhuis. Aan deze zijde van de bedding stonden vele bedrijfsgebouwen. Vanaf de jaren 1975 kwamen ze een na een leeg te staan. De gemeente Molenbeek nam het initiatief om de leegstaande gebouwen te slopen en de restgebieden tussen spoor en straat te benutten. Dit parkje vormt er een onderdeel van. Rechts loopt het over in het nieuwe 'Park Lijn 28' op de terreinen van de uitgebroken spoorverbinding richting Tour & Taxis-park.
5
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Links van het parkje staat een ongewoon, nieuw gebouw op pijlers. Het werd ontworpen door het Antwerpse architectuurbureau B-architecten. Het bevat 8 sociale passiefwoningen aangevuld met een polyvalente ruimte voor buurtbewoners, een kinderdagverblijf en een lokaal voor de parkwachter. Een bijkomende wandellus van 10 minuutjes? Was je daarstraks op de vorige brug gefascineerd door het Tour & Taxis-park? Waarschijnlijk is op het ogenblik van je wandeling de parktoegang even verder in de Dubrucqlaan in gebruik. Dan kan je volgende korte bijkomende wandeling doen: De parktoegang ligt 50m verder in de Dubrucqlaan, net voor een brug. Het pad leidt rechts naar de lager liggende vroegere spoorwegbedding. In het park staan de installaties van Parkdesign 2014 die na het weekend van 20 en 21 september worden opgedoekt. Uit de brochure van dit evenement: ‘PARCKFARM - van het landschap naar het bord’ laat je kennismaken met een nieuw type van park, geïllustreerd aan de hand van artistieke installaties, landbouwdemonstraties en smaakvolle ervaringen’. Keer vanuit het parkje terug naar de Dubrucqlaan, wandel naar rechts, steek langs het zebrapad over en volg de Dubrucqlaan tot bij de volgende straathoek met de Gabrielle Petitstraat. Kijk onderweg naar de opvallend grote gevelpanelen van het gebouw op nr. 206. De voorstelling van een spin en zijn web is eerder ongewoon. Hier wordt geen gebruikgemaakt van emailtegels maar van de duurdere mozaïektechniek. Net voorbij de Gabrielle Petitstraat staan aan beide straatzijden sociale wooncomplexen uit het interbellum. Ze dateren uit 1924. Het hoekgebouw aan deze straatkant is opnieuw van arch. Joseph Diongre. De wooncomplexen zijn achteraan gegroepeerd rond een gemeenschappelijke, groene binnenruimte. De afwerking van de gevel is geritmeerd volgens een klassieke woningbreedte met verschillende kroonlijsten en pictogrammen boven elke deur. De sociale woningen aan de andere straatkant zijn van arch. Adolphe Puissant. Ze zijn opgetrokken rond 2 opvallende U-vormige voorpleintjes. Elke wooneenheid kreeg een herkenningsteken in de vorm van een pictogram (haan, ster, zon …) en het ijzerwerk van de ingangsdeuren beeldt bouwgereedschap uit. Verbaasd over zoveel sociale woningen? Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw zorgden nieuwe spoorwegen voor een veel makkelijkere en vlottere aanvoer van grondstoffen uit Wallonië. Her en der werden langs die spoorwegen goederenstationnetjes gebouwd. Die trokken in hun directe omgeving bedrijven aan en dus ook arbeiders. Zodra die stemrecht kregen, bepaalden ze mee de meerderheid in de gemeenteraden, die dan op hun beurt zorgden voor sociale woningbouw. Hoe verder verwijderd van de spoorweg, hoe residentiëler de buurt en hoe minder sociale woningen. Wandel de Gabrielle Petitstraat in tot bij het grote witkleurige Gosset-gebouw op nr. 4-6. Dit is de voorganger van de Saint-Michel-fabriek in de Picardstraat. Het opvallende, modernistische complex is getekend in de jaren 1920 door de vermaarde architect Adrien Blomme. Gosset maakte destijds de sigaret populair door ze in bulk te verkopen voor 1 centiem/stuk. Het merk werd in 1990 overgenomen en de productie verhuisde naar Duitsland. De gebouwen werden verkocht aan City Dev (de nieuwe naam van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel) dat er zijn kantoren heeft. Het complex doet dienst als bedrijvencentrum. Quizvraag 5: Welke diensten bevonden zich in de tijd van Saint-Michel in de ruimtes rechts van de ingang? Antwoord:
bureaus
ateliers
garages
sanitair
cliënteel
De straat mondt uit in de Jubelfeestlaan. ste
De laan werd in het begin van de 20 eeuw aangelegd. De naam zelf verwijst naar het 40-jarig koningschap van Leopold II in 1905. Voor deze prestigelaan die de Leopold II-laan verbindt met het koninklijke Laken, werd een architectuurwedstrijd voor de mooiste woningen uitgeschreven. De meeste gebouwen dateren ook uit de periode net voor de Eerste Wereldoorlog. Met die mooie belle-epoquewoningen zal het vaak mislopen. Een mooi voorbeeld hiervan zie je aan de overzijde op nr. 171. De bovenzijde is nog vrijwel origineel, de onderzijde is het slachtoffer geworden van een verminkende inbouw van een garage. In 1935 bestond het plan om de bomen van deze laan om te hakken. Zij zouden het bezoekersverkeer aan de wereldtentoonstelling van dat jaar op de Heizel immers hinderen. Na fel protest - toen al - werd het plan gelukkig afgevoerd. In het kader van het wijkcontract Schelde-Maas uit 2005-2008 werd de laan van gevel tot gevel heraangelegd. De straat werd versmald, de voetpaden en de middenberm verbreed. Volg de Jubelfeestlaan naar rechts tot op een driehoekig pleintje waar twee zijstraten samenkomen.
6
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Ook de brouwerij Whitbread had hier een vestiging zoals je kunt lezen op de hoek gevormd door deze zijstraten. Het bier werd van 1908 tot 1990 uit Londen ingevoerd via Tour & Taxis en in deze gebouwen gebotteld. De vierkante toren achteraan was een watertoren. Vandaag zijn er een supermarkt en restaurant gevestigd. Blijf de Jubelfeestlaan volgen tot bij het hoekgebouw op nr. 86. Tot nu toe sieren vooral belle-epoquewoningen deze laan. Dit art-decohoekgebouw van architect Jean-Baptiste Dewin dateert van 1927 - gelukkig had hij de gewoonte om zijn gebouwen te signeren en te dateren. Bezoekers werden verwelkomd door gebeeldhouwde gevleugelde dieren. In feite gaat het om 4 gekoppelde huizen. Dewin was zowel voor als na de Eerste Wereldoorlog actief. Op zijn palmares staan talloze hospitalen en dokterskabinetten, maar ook bv. het gemeentehuis van Vorst. Zijn stijl was zeer beïnvloed door de Wiener Secession. Volg de Jubelfeestlaan verder tot bij de driehoekige Bevrijderssquare. Quizvraag 6: Wie huldigde het oorlogsgedenkteken in? Antwoord:
Prinses Marie-Josée
Prins Laurent
Prinses Charlotte
Prins Philippe
Blijf de Jubelfeestlaan volgen en stop ter hoogte van de kerk. De eerste steen van de Sint-Remigiuskerk werd in 1907 gelegd door kardinaal Mercier. Het ontwerp van architect Chrétien (!) Veraert met zijn vierkante toren en 4 hoektorentjes is een zeldzaam voorbeeld van neo-Scheldegotiek. Jacques Brel is hier misdienaar geweest en heeft er ook zijn plechtige communie gedaan. Opmerkelijk is dat de kerk geadopteerd is door de Filipijnse gemeenschap. Sinds een tiental jaren kennen vele kerken in het Brusselse een tweede leven dankzij christelijke migranten uit de hele wereld. Eerst en vooral uit het voormalige Oostblok - de Poolse gemeenschap op kop - later ook uit het MiddenOosten en Afrika. Sla even verder in de Jubelfeestlaan rechts de Ourthestraat in. Die eindigt in de Leopold II-laan. Om de Brusselse binnenstad te verbinden met het pittoreske plateau van Koekelberg werd van 1882 tot 1891 een moderne, 40m brede, lommerrijke laan aangelegd met brede wandelpaden, riolering en gasverlichting, trams op de centrale berm en 2 rijen kastanjelaars. De percelen langs de laan werden geleidelijk volgebouwd. Vandaar een grote verscheidenheid aan stijlen uit de eeuwwisseling. ste In de tweede helft van de 20 eeuw kende de laan een ware martelgang. Die begon in 1956 met de aanleg van een autoviaduct die 2 jaar later de bezoekers aan de wereldtentoonstelling Expo 58 zo snel mogelijk naar de Heizel moest leiden. Tussen 1980 en 1986 werd de metro aangelegd en de brug afgebroken. Onderdelen ervan werden als ontwikkelingshulp geschonken aan de Thaise hoofdstad. Rond 1990 werd de laan helemaal heraangelegd wat gepaard ging met veel speculatie. Volg de Leopold II-laan naar rechts tot bij de eerstvolgende verkeerslichten. Een rechte laan als deze lijkt vaak oneindig lang. Het gebrek aan herkenningspunten onderweg, zoals een monument of een plein, maakt het moeilijk om afstanden precies in te schatten. Om de monotonie te breken gaan we een kijkje nemen in de gemeente Koekelberg aan de overzijde van de laan. Steek de Leopold II-laan over. Aan de overzijde sta je voor 2 zijstraten, links de Jetsesteenweg, rechts de SintAnnakerkstraat. Kies de rechtse. Bijna onmiddellijk zie je links een gang naar 4 achterhuisjes (nr. 4 A, B, C en D). Ook deze wijk heeft een industrieel verleden. Straatarme Vlaamse en Waalse boeren migreerden naar de stad op zoek naar werk. Vele stadsbewoners trokken achter hun woning primitieve huisjes op die ze, per kamer en veel te duur, verhuurden aan deze migranten. De gangen waren smal, het huishoudwater en het afval lagen in de straat en er bevonden zich vaak ook ateliers. Het waren uiteraard broeihaarden van cholera. Na elke epidemie - bij de laatste van 1866 vielen er 3.250 doden in Brussel-stad en 159 in Koekelberg - werden gangen als deze beetje bij beetje gesaneerd en zelfs afgeschaft. Deze hier heeft het miraculeus overleefd. De Sint-Annakerkstraat zelf werd in 1870, op vraag van industriëlen, aangelegd in de bedding van een eeuwenoude holle weg. Het was toen vooral een handelsstraat (zie de talrijke gewezen winkelpuien). Na 1900 werd zij genivelleerd. Daarvoor bevond zich op de hoek met de Leopold II-laan een groentewinkel die bereikbaar was via een houten trap met 10 treden! Keer terug naar de Leopold II-laan, sla rechts in en vervolgens weer rechts de Jetsesteenweg in en wandel tot bij nr. 218. 7
NOODNUMMER 0478/77 02 58
de
De klassieke steenwegen in ons land dateren meestal uit de 18 eeuw. Zij werden toen aangelegd om militaire redenen en ook om het handelsverkeer te bevorderen. Ze zijn meestal vrij recht maar te smal voor de huidige, drukke verkeersstromen. De Jetsesteenweg is echter behoorlijk krom en zeer smal. Langs de steeds verspringende rooilijn zie je nog enkele oude, lage arbeidershuisjes: 1 deur en 1 venster op de gelijkvloerse verdieping, 1 of 2 (blinde) vensters op de 1ste verdieping. De Jetsesteenweg maakt deel uit van de oude weg naar Dendermonde. Het Brusselse traject begint als de Merchtemsesteenweg in Molenbeek en eindigt als de Wemmelsesteenweg in Jette. Landbouwers gebruikten deze weg om Brussel te bevoorraden. In 1760 werd hij geplaveid. Langs deze weg bevonden zich veel herbergen en cabarets. Hun cliënteel bestond uit de voorbijrijdende vrachtvervoerders, en ook uit wandelaars uit de stad die de rust de van het platteland kwamen opzoeken. Misschien kwamen ze wel hier op nr. 218. Op deze plek bevond zich in de 17 eeuw het Prinsenhof, een afspanning met een grote tuin waar reizigers konden eten, drinken, overnachten en van paard wisselen. Later werd het gebruikt als bal-, theater- en feestzaal. In 1942 bouwde Pathé er een opnamestudio, vooral voor filmmuziek. Die werd overgenomen door de Belgische platenfirma Decca, en in 1979 door Adamo die de studio zijn huidige naam gaf: de Jet Studio. Hij is sindsdien enkele keren van eigenaar veranderd. Tal van nationale en internationale artiesten hebben hier opgenomen: Raymond van het Groenewoud, Clouseau, Johan Verminnen, the Radios, Soulsister, Vaya con Dios, Alain Delon, Shirley Bassey, Edith Piaf, Maurice Chevalier, Bobbejaan Schoepen, The Rolling Stones (!) en Adamo uiteraard.
Wandel verder tot de volgende hoek. Via een doorgang in het hek kan je doorsteken zonder dat je helemaal om het kinderparkje heen moet. Volg rechts de Herkoliersstraat tot bij nr. 35. Bekijk de gevel vanaf de overzijde van de straat. Het gewezen Technisch Instituut Oscar Bossaert is een van de vele schoolgebouwen in art-nouveaustijl ontworpen door Henri Jacobs (1907). Onderwijs was een van de grote ambities van het progressieve liberalisme. Jacobs speelde daar een belangrijke rol in. Vandaar zijn bijnaam: ‘le grand bâtisseur d’écoles laïques’. Kijk naar de imposante ingang met zijn dubbele deur, de kroonlijst uit gesculpteerde steen en de sgraffiti van Adolphe Crespin. De uil staat hier symbool voor Pallas Athena, de Griekse godin van de wijsheid. Voor de overdekte binnenplaats heeft Crespin ook educatieve sgraffiti van de 5 continenten ontworpen. Vandaag is er Atelier 35 gevestigd. De gemeente biedt er kunstworkshops en vrijetijdsbesteding aan zoals muziek, zang, plastische kunst en fotografie. Wandel verder en sla de eerste straat links in tot bij de volgende hoek met het Vanhuffelplein. Wandel via de zebrapaden tot bij de fontein op het plein voor het gemeentehuis van Koekelberg. In onze steden wordt soms tot 80% van de openbare ruimte in beslag genomen door de auto. Meer en meer wordt er aan deze monopoliepositie geknaagd. Zo werd dit plein in 2008 autovrij gemaakt en voorzien van een fontein. Klaterend water, zitbanken voor de ouderen en spelende kinderen: zo hebben wij onze stadspleinen graag. De industrialisering van het kleine Koekelberg en de bevolkingsexplosie die daarmee gepaard ging deed de behoefte groeien aan een echt gemeentehuis. Het eerste echte gemeentehuis werd in 1882 ingehuldigd. In 1939 kreeg het een nieuw kleedje in art-decostijl van architect Henri Jacobs junior, zoon van …. Sgraffiti hebben hun beste tijd gehad in die periode. Hier zijn het fraai gebeeldhouwde bas-reliëfs die de voorgevel sieren. Vandaag telt Koekelberg zowat 19.000 inwoners. Die zijn samengepakt op amper 117 hectare. De huidige Sint-Annakapel (arch. Jean Cosse) is al de derde van die naam op deze plek. Zij werd in 1990 ingewijd door kardinaal Danneels. Zij is opgebouwd uit eenvoudige betonblokken en bestaat uit drie hoofdassen: die van de klokkentoren, die van de ingang en die van het hoofdgebouw, aangeduid door een beeld van de H. Anna. Pilasters herinneren aan de steunberen van de vroegere kerk. Rechts van het gemeentehuis vertrekken twee straten. In de rechtse (de Van Bergenstraat), stop je ter hoogte van nr. 8. Nr. 8 is een mooi voorbeeld van een doosnee art-decowoning uit de jaren 1930. Dit soort woningen is sterk beïnvloed door de School van Amsterdam en vind je in bijna elke wijk die in ons land tijdens het interbellum werd aangelegd. Geen toeval. Nederland was niet betrokken in de Eerste Wereldoorlog. Vele landgenoten zochten er een veilig onderkomen. De architecten onder hen werden uiteraard beïnvloed door deze architectuurstijl. Typisch zijn de gele, platte baksteen, de diepe horizontale voegen (of ‘Dudok’-voegen naar de gelijknamige Nederlandse architect), de patrijspoorten, glasramen met geometrische patronen en de vlaggenmast. Een beetje verder in de straat is er in 2009 tegen de achterste afsluitingsmuur van een school een striptekening aangebracht. Het origineel is van Dino Attanasio. Op het einde van de Van Bergenstraat sla je de straat links in. Bij het volgende zebrapad steek je rechts over en wandel je de Herkoliersstraat 83-97 door tot het einde bij de Leopold II-laan. Steek daar links over en wandel naar de eerste van de twee ijzeren ‘kooien’ op het plein voor het metrostation. 8
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Het Simonisplein is genoemd naar Eugène Simonis, de beeldhouwer van o.a. het ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon op het Koningsplein. Hij had een landhuis in de buurt. Op de plaats van het metrostation aan deze kant van de laan stond vroeger het treinstation van Koekelberg, een van de redenen waarom zich in de buurt grote fabrieken vestigden. Het station maakte deel uit van het Westelijke Ringspoor. Na 1920 werd deze lijn enkel nog gebruikt voor goederenvervoer, voor de omleiding van lege treinstellen en in noodgevallen (bv. bij sluiting van de Noordzuidspoorverbinding). Sinds 2009 rijden er opnieuw reizigerstreinen. Op het gele bord zie je dat er amper een 30-tal stopt en dit enkel op weekdagen. Het station zal een belangrijkere rol krijgen in het Gewestelijk Expressnet als overstapplaats tussen trein, metro, tram en bus. Ga dichter bij het voorbijrijdende verkeer staan. Links zie je in de verte een park en een kerk. Daar moet je naartoe. Wandel daarom de Leopold II-laan links verder op en gebruik het zebrapad om over te steken naar het park. Iets verder voorbij ‘l Heure Local, dus buiten het park, zie je een groot bakstenen gebouw. Op die plek stond tot de jaren 1970 ‘La grande brasserie de Bruxelles’. Deze, in 1896 opgerichte brouwerij, was de eerste in België om bier van lage gisting te brouwen om de buitenlandse concurrentie aan te kunnen. In 1978 nam de KUB er zijn intrek en liet er dit gebouw optrekken (arch. Milis en Coordemans). Vanaf het academiejaar 2007-2008 vormde de KUB samen met de hogescholen VLEKHO, EHSAL en HONIM de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). In 2010 verliet de HUB het gebouw om zich te vestigen in het stadscentrum. In afwachting van de renovatie van haar eigen gebouwen, heeft het Koninklijk Atheneum van Koekelberg hier een tijdelijk onderkomen gevonden. Wat er daarna mee zal gebeuren ligt nog niet vast. Wandel in het park naar rechts tot je in de as staat van de Leopold II-laan. De Leopold II-laan overbrugt het hoogteverschil tussen de stad Brussel en Koekelberg, tussen de Zennevallei en dit hoger gelegen plateau. Grote delen van de westelijke gemeentes Koekelberg, Jette en Ganshoren werden pas verstedelijkt na de Eerste Wereldoorlog. Dat kwam o.a. door hun moeilijkere bereikbaarheid vanuit Brussel door een ingewikkelde verkeerssituatie in het havengebied. Aan plannen nochtans geen gebrek: een hippodroom, velodroom, dierentuin, koninklijke tuinwijk, wereldtentoonstelling ... Het belangrijkste project was dat voor een pantheon daar waar nu de basiliek staat. Onze nationale helden moesten er begraven worden. Verder dan een namaakpantheon als kermisattractie dat afbrandde bij een vuurwerk, en enkele straatnamen (bv. Pantheonlaan en Landsroemlaan) kwam er niets van in huis. Intussen tierde op deze grotendeels verlaten plek de criminaliteit welig. Een politiereglement uit 1901 verbood te circuleren met ladders, grote honden, paarden, rijwielen, kruiwagens en dergelijke. Wapendracht was verboden en ook … het beschadigen van beelden en traliewerk en het klimmen in bomen. Met de aanleg van de Sainctelettebrug over het kanaal in 1910 kwamen de verkaveling van de Leopold II-laan en de omgeving van het park in een stroomversnelling. Rond het park zelf zijn het vooral burgerwoningen van net voor en net na de Eerste Wereldoorlog. Door het park loopt, in het verlengde van Leopold II-laan, een dubbele wandeldreef aan beide kanten van de groene middenberm, met in de verte de basiliek van Koekelberg. Wandel het park door langs de rechtse dreef. Je wandelt voorbij een muziekkiosk aan je rechterzijde. Aan de voet van de oude muziekkiosk werd in 1992 Plazey geboren. Dit jaarlijkse muziekfestival, gespreid over verschillende weekends in het begin van juli, was een initiatief van de Vlaamse gemeenschapscentra van Koekelberg (de PLAtoo) en Ganshoren (de ZEYp). Het begon als een bescheiden muziekfeest voor de omwonenden van het Elisabethpark, en groeide uit tot een professioneel en toch gezellig en gratis festival met workshops, films, sporten... voor alle Brusselaars. Het is sterk verankerd in het lokale gemeenschapsleven en kan elk jaar weer rekenen op meer dan honderd vrijwillige medewerkers. Volg de dreef in de richting van de basiliek. Even verder merk je rechts een speelpleintje voor kinderen. Bij mooi weer zie je er dikwijls kleine kindjes met hun ouders. Dergelijke speelinfrastructuur is heel erg nodig, omdat veel Brusselse gezinnen klein behuisd zijn. Voor ouders spelen de zitbanken bij dergelijke speelpleintjes ook dikwijls de rol van ontmoetingsplek. Dicht bij het einde van de dreef zie je rechts in de bocht van de haag een smal, groen, metalen, rechtopstaand paneel. Het park werd enkele keren verminkt. In 1935 werd tussen park en basiliek de Bossaertlaan aangelegd. Bovendien reden er op de plaats van deze wandeldreven vele jaren auto’s. 9
NOODNUMMER 0478/77 02 58
De al vermelde autoviaduct op de as van de Leopold II-laan was immers doorgetrokken tot op deze plek in het park. Sinds 1990 rijden de auto's door de Leopold II-tunnel waarvan je even verder links de toegangshellingen ziet. In plaats van een nationaal Pantheon werd geopteerd voor een basiliek. Het eerste project van architect Langerock dat u hier afgebeeld ziet, was een neogotische kerk, naar het voorbeeld van de Sacré Coeur van Montmartre. Er rees veel protest tegen wegens te klassiek en buitenmaats (de centrale toren moest 146m hoog worden). Leopold II was al te ziek om zoals gewoonlijk zijn wil door te drijven. De werken gingen van start in 1905 maar werden stilgelegd na de dood van de koning in 1909. Het project werd nooit uitgevoerd behalve de funderingswerken en een voorlopige kerk. Steek langs de zebrapaden de laan over die je scheidt van de basiliek. Wandel langs een van de doorgangen door het hek en loop de trappen op tot bij het kasseien voorplein voor het hoofdportaal. Na de Eerste Wereldoorlog werd het ouderwetse en veel te dure project van Langerock verlaten. Een wedstrijd leverde geen winnaar op waarna de opdracht in 1920 werd toegewezen aan Gentenaar Albert Van Huffel. Die kwam met een ‘nieuw en origineel’ ontwerp op de proppen. In 1930 waren 1.438 Franki-pijlers geslagen als nieuwe fundering. De werken sleepten aan tot in 1969. Slechts dankzij jarenlange collectes bij de steeds schaarser wordende gelovigen konden de nodige fondsen bij elkaar geschraapt worden. Deze neobyzantijnse art-decokerk ligt grotendeels op het grondgebied van Ganshoren maar omdat de ingang zich op het grondgebied van Koekelberg bevindt, spreken we gemeenzaam van de Basiliek van Koekelberg. De twee geveltorens zijn 63m hoog. Een driehoekig fronton verbindt beide torens. Het voorportaal is versierd met ruwe beelden van de 4 evangelisten (beeldh. Harry Elström). Kijk ook naar de sobere maar elegante florale artdecomotieven op de zuilen. De basiliek staat op een bijzonder zichtbare plek, 62m boven de zeespiegel. Lange tijd stond er een windmolen die door landbouwers en wandelaars gebruikt werd als oriëntatiepunt. Volg de weg links om de basiliek tot bij het standbeeld van Pater Damiaan rechts in de struiken. Paus Johannes-Paulus II bracht zowel in 1985 als in 1995 een bezoek aan ons land. De eerste keer vond er hier een Eucharistieviering plaats in de stromende regen. Bij zijn tweede bezoek verklaarde hij Pater Damiaan zalig in de basiliek. Wandel verder. Stop even voor ingang 8. Deze deur geeft toegang tot een restaurant en een radiozender. Elders in en onder de basiliek worden nog andere seculiere activiteiten uitgeoefend. In de voormalige kolenkelder bevindt zich bv. een klimmuur en in de talrijke verborgen ruimtes wordt zelfs aan speleologie gedaan. Dat zal misschien verbazen maar het is de bedoeling van de basiliek om gelovigen samen te brengen rond allerhande, niet noodzakelijk religieuze activiteiten. Wandel verder. Via ingang 6 kan je in de basiliek. Gelieve binnen de gebruikelijke stilte te respecteren. IN-STEMPEL Wanneer je voorbij de ingangsdeuren tweemaal rechts volgt, bereik je de Bloso-stand voor de IN-stempel. Deze stand zal bemand zijn van 10u tot 14u. Het interieur bestaat uit twee delen. In het rechter gedeelte wordt de aandacht onmiddellijk gezogen naar de koepel (100m hoog, 33m doorsnede). De Nationale Basiliek van het Heilig Hart - want dat is de echte naam van deze kerk is de 5de grootste kerk ter wereld. De hoofdbeuk (de lange ruimte rechts van de koepel) is 46m lang en 18,6m breed, de 2 zijbeuken zijn 8m breed. Deze gigantische ruimte was voorzien om 4.000 à 5.000 pelgrims te ontvangen. Het hoofdaltaar staat op een verhoog opdat iedereen er een onbelemmerd zicht op zou hebben. Zijn positie wordt versterkt door het ciborium boven het altaar, een gaanderij aan 3 zijden en 4 enorme pijlers die de koepel dragen. De dwarsbeuk is 108m lang en telt 10 kapellen. In de dwarsbeukvleugel aan deze kant van de kerk bevindt zich de Koreakapel. Zij verwijst naar de Belgische strijders van de Korea-oorlog. De kapel kwam aan bod in een aflevering van het derde en laatste seizoen van de Canvasreeks Publiek Geheim. Radio Spes heeft er haar studio. In dezelfde vleugel staan er verschillende panelen die geïllustreerd met foto’s uitleg geven, over de basiliek, haar opbouw, de architect en de bijzondere terracotta-elementen die de zuilen bekleden. Het deel van de kerk achter het hoofdaltaar is het parochiegedeelte. Het is kleiner en intiemer, en is gescheiden van de nationale kerk door een gaanderij. Opvallend in de hele kerk zijn de talrijke, grote glasramen. Vaak zijn het schenkingen van gelovigen en verenigingen.
10
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Quizvraag 7: De basiliek bezit een publiek toegankelijk panorama. Op welke hoogte bevindt zich dat, uitgedrukt in meter? Antwoord:
........
Quizvraag 8: In welk jaar werden de glasramen van de Koreakapel geplaatst? Antwoord:
........
Verlaat de basiliek via dezelfde deur. Vervolg de weg rond de kerk tot bij de ingangsdeur van de laatste zijkapel. Quizvraag 9: Naast de buitendeur van de kapel zijn de naam van de architect, ingenieur en aannemer van de basiliek vermeld. De ingenieur deelt zijn naam met die van een Zuid-Europese stad. Geef die naam. Antwoord:
........
Wandel tot bij het beeld van de Gekruisigde Christus op het uiteinde van de basiliek. Wandel naar de uitgang van de basilieksite recht tegenover het beeld. De straat recht voor jou in de as van de kerk is de Keizer Karellaan. Zij werd in 1904 aangelegd in het verlengde van de Leopold II-laan. Door financiële problemen bij de opeenvolgende concessiehoudende bouwpromotoren werd ze pas in de jaren 1930 verkaveld. Sinds de Eerste Wereldoorlog was er wel een en ander veranderd. Er was geen behoefte naar grote, zeer van elkaar verschillende herenhuizen. Langs de laan werden kleine opbrengstappartementsgebouwen (3 à 4 verdiepingen) opgetrokken. Ze zijn bovendien allemaal in dezelfde interbellumstijl. Volgens een nieuwe reglementering van de Brusselse Agglomeratie moesten alle nieuwe gebouwen langs een straat of plein dezelfde gevelbekleding krijgen als die van het eerst opgetrokken gebouw. Zo probeerde men een zekere stijleenheid te bekomen. Het is altijd bijzonder druk in deze handelsstraat. Auto’s duiken in en uit de tunnels onder de basiliek. Ze komen van of rijden naar de A10 (E40). Voor veel Brusselaars betekent de Keizer Karellaan daarom de weg naar de Belgische Kust. Het grote bakstenen gebouw op de rechter hoek van de laan is het Heilig-Hartcollege van Ganshoren. Het is het enige onderdeel van het basiliekplan van Langerock dat gerealiseerd is. Het gebouw deed dienst als voorlopige kerk. Wandel naar de verkeerslichten rechts en steek via de zebrapaden in 3 tijden over richting Heilig-Hartcollege en wandel er het trottoir op naar rechts, tot je de achtergevel van het collegegebouw ziet. Op de hoek van voor- en achtergevel zie je bakstenen in- en uitspringen. Het werk was niet af. Het was oorspronkelijk de bedoeling hiertegen verder te bouwen. Volg het trottoir verder en sla dan de eerste laan links in. Ga op de groene middenberm van deze Van Overbekelaan staan. De Van Overbekelaan gaat vrij steil bergaf en doorkruist de hele gemeente Ganshoren. Bij de aanvang van je wandeling liep je nog in de Zennevallei. Die heb je verlaten eens je het plateau van Koekelberg bereikte. Nu daal je af in de Molenbeekvallei. Het hoogteverschil wordt nog eens versterkt door de nivellering - op een hoger niveau - van de wijk rond de basiliek en van de Keizer Karellaan. De eerste gebouwen van de laan dateren nog uit het interbellum, zoals de kapel en de bijhorende gebouwen (1932, arch. Piepers). Zij werden opgetrokken door de Congrégation des Filles de la Sagesse, een Franse orde gespecialiseerd in onderwijs voor meisjes. Begin de afdaling van de laan en stop ter hoogte van nr. 103. Voorbij het eerste kruispunt werd de laan pas na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld. Ook die oorlog betekende een keerpunt in architectuur en stadsplanning. Op nrs. 48, 56, 78 en vooral 103 (Raoul Brunswyck, 1957) zie je mooie voorbeelden van de ‘Expostijl’, de architectuurstijl uit de jaren 1950 en 1960. De klassieke rijwoning voor de middenklasse krijgt een garage op de gelijkvloerse verdieping, het salon verhuist naar de 1ste verdieping achter een raam over de hele breedte van de gevel. Om de monotonie van de strikt functionele architectuur te doorbreken, wordt gebruikgemaakt van diverse materialen zoals metaal, hout, glas, natuursteen en vaak ook breuksteen. Kleuren, asymmetrische elementen zoals de populaire boemerangklink (nr. 109 heeft er ook een) en dikwijls ook abstracte sculpturen voegen een frivole toets toe. 11
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Het volgende kruispunt - met verkeerslichten - is wat drukker. Wandel er naar rechts tot bij de SintMartinuskerk. Ook inzake stedenbouw veranderde een en ander na de laatste wereldoorlog. Tot dan toe beperkte die zich vaak tot het vastleggen van een rooilijnenplan. Ganshoren was de eerste Brusselse gemeente die - in 1951 - een algemeen plan van aanleg goedkeurde. Dat legde naast de rooilijn ook de bouwhoogte en de bestemming van de gebouwen vast. Bestaande hoofdassen, zoals het stuk van de Van Overbekelaan dat je zonet hebt afgelopen, kregen een gesloten bebouwing, de nieuwe assen een halfopen. Rond dit kruispunt, in het geografische centrum van de gemeente, werd een nieuw gemeenteplein gepland. Centraal moest er een kaatsbalterrein komen, errond een kerk en een nieuw gemeentehuis. Dat plan bleek te ambitieus voor de - toen zeker - armlastige plattelandsgemeente. Enkel de Sint-Martinuskerk (1965-1971, arch. Jean Gilson) met haar opvallende trapeziumgevel met polychrome keramiekbekleding en klokkenspel is gerealiseerd. In en op de plaats van het geplande gemeentehuis werd tegenover de kerk het zwembad Nereus gebouwd (1972, arch. Van Campenhout). Dat zwembad (33,3m x 14m) werd pas in 2014 heropend na een periode van 12 jaar van zoeken naar fondsen en van renovatiewerken en onderhandelingen met de naburige gemeentes Koekelberg en Jette over de verdeling van de dure uitbatingskosten. Wandel de laan tussen kerk en zwembad verder af. Gebruik het eerstvolgende zebrapad om aan de andere straatzijde verder te lopen. Sla de eerste straat links in. Deze J. De Greefstraat gaat vanaf de verbreding over in het Guido Gezelleplein. Dit plein is de dorpskern van Ganshoren. Ganshoren telt op haar 241 hectare grote grondgebied zowat 20.000 inwoners. De gemeentenaam werd voor het eerst vermeld in 1121. Over de betekenis ervan is niets met zekerheid geweten. Met ganzen heeft het waarschijnlijk niets te maken, al wordt het dier wel gebruikt als gemeentesymbool. Het plein is door de eeuwen heen meermaals heraangelegd en dat is er ook een beetje aan te zien. Het is een wat groot uitgevallen en deels verkeersvrij gemaakt kruispunt van straten. Hagen en boompjes moeten het een identiteit geven. Een centrale fontein of een monument zou het pleingevoel nog kunnen versterken. De gebouwen rond het plein zijn een mengelmoes van oud en nieuw. Meest opvallend is het cottage-achtige gebouw La Villa (1923, arch. Bartholy) aan de overzijde van de dwarsstraat. Het huisvest het gelijknamige Franstalige culturele centrum van Ganshoren. Samen met haar Nederlandstalige tegenhanger De Zeyp organiseren zij o.a. een jaarlijks stripfestival. MIDDAGPAUZE 1 Rond het plein en links om de hoek in de Sint-Martinuskerkstraat bevinden zich meerdere eet- en drankgelegenheden. Steek de dwarsstraat over en volg het pad links van La Villa. Je komt bij een parking. Die verlaat je via de uitgang links. Volg daar de Zeypstraat naar rechts tot bij het gebouw op nr. 47, het Vlaams gemeenschapscentrum De Zeyp. Een ‘zeyp’ is een moerassige weide; De gemeente stond destijds toe dat iedere familie er drie stuks vee mocht laten grazen, behalve ‘gevaarlijke’ dieren zoals paarden, stieren, bokken en ganzen. Enkele gebouwen in de Zeypstraat zijn trouwens kleine, oude hoevegebouwen. Halfweg de straat wandel je voorbij Residence Paul Fontaine uit 2002, met serviceflats voor zelfstandige ouderen die, naargelang hun behoefte, gebruik kunnen maken van een gemeenschappelijke dienstverlening. Net daar voorbij een iets hoger appartementsgebouw uit de jaren 1990. Nog verder kijk je rechts op hoge appartementsgebouwen. Het zijn die typische 12-verdiepingen-hoge Etrimogebouwen uit de jaren 1960. Op het einde van de Zeypstraat ligt er ook nog een moestuin met koterij. Ganshoren is een heel contrastrijke gemeente die wel lijkt te aarzelen tussen stad en platteland. Dat ga je ook merken bij het volgende deel van de wandeling. MIDDAGPAUZE 2 In de Zeypstraat 47 vind je 'De Zeyp', het Vlaams Gemeenschapscentrum van Ganshoren. De uitbaters van het Zeyp-café hebben zich op je komst voorzien met lekkere broodjes en drank. Smakelijk.
Wandel de Zeypstraat af in de richting van het hoge flatgebouw. Bij de brede Hervormingslaan wandel je naar links. Bij de rotonde steek je de Hervormingslaan rechts over, volg je de rotondeboog en sla je de eerste straat rechts in - het is opnieuw de Van Overbekelaan! Wandel tot net voor de eerste bushalte. In 1958 keurde de gemeente een tweede Algemeen Plan van Aanleg goed. De visie op stadsplanning was alweer geëvolueerd. Straten en openbare pleinen hadden afgedaan, hoge flatgebouwen te midden van groene ruimte waren de oplossing. 12
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Vanaf 1959 verrezen langs de Van Overbekelaan de eerste twee flatgebouwen. Midden de jaren 1960 kwamen daar vier identieke torens van 17 verdiepingen in stervorm bij, waaronder de nrs. 245 en 247 (de groene en de blauwe toren). Na 1975 volgden er nog acht. Dat zijn de sociale woning-appartementen 'De Villa's'. Zij hadden centrale verwarming en boden een fantastisch uitzicht, maar de kwaliteit van de gebouwen was beneden alle peil: de deuren leken wel van karton, de muren waren flinterdun en de gordijnen wapperden als het buiten waaide. 'Als we met vakantie vertrokken, moesten we de meubels wegschuiven en de dweilen klaarleggen omdat het altijd binnen kon regenen', aldus een van de bewoners. Na 2000 kwam de leiding van de sociale huisvestingsmaatschappij in nieuwe handen. De vier stervormige gebouwen die er het slechtst aan toe waren, werden grondig gerenoveerd. Het beton aan de gevels en terrassen werd hersteld. Elk gebouw kreeg een eigen kleur, het dak werd volledig geïsoleerd en de dure verwarmingsinstallatie op stookolie werd vervangen door een energiezuinige warmtekrachtkoppelingsinstallatie. Een flatgebouwenland als dit is op maat gesneden van de autobezitter. Buiten deze flats, enkele sportterreinen en schoolgebouwen is er geen enkele voorziening. Studies tonen aan dat mensen voor de auto kiezen zodra de afstand om bv. te gaan winkelen groter is dan 500m (heen en terug dus 1000m). In tegenspraak met het concept van de idealistische modernisten is in deze wijk trouwens amper openbaar vervoer voorzien. Ook fietsinfrastructuur ontbreekt. Pas recent werd er bij de rotonde een Villo-standplaats voor huurfietsen geplaatst. Een flatgebouw werkt de bovendien sociale isolatie in de hand. Andere studies tonen ook aan dat wie woont op een 6 verdieping of hoger sneller geneigd is binnen te blijven. Net voor de bushalte sla je rechts het aarden pad in. Het leidt naar een stenen rotonde met een splitsing. Neem niet links richting parking maar wel rechts richting bosweg en hou voortdurend rechts aan, zodat je blijft wandelen tegen de boskant aan. de
Rechts ligt het 'Albertpark' met in het midden - en niet te zien vanop het wandelpad - een waterkasteel. Al in de 13 eeuw stond er een militaire burcht - een onderdeel van een fortengordel rond Brussel - waarvan enkel de donjon nog de bestaat. Het huidige kasteel De Rivieren dateert uit de 17 eeuw. Kasteelheer toen was Frans II de Kinschoot, graaf van Sint-Pieters-Jette en minister van Financiën onder de aartshertogen Albrecht en Isabella. De gebouwen werden meermaals grondig gerenoveerd. In 1977 werd het hele domein verkocht aan een Zwitserse maatschappij. In 1983 werd het geheel beschermd. Vandaag worden er evenementen zoals seminaries en huwelijken georganiseerd. Het pad eindigt wanneer je met een scherpe bocht naar links terechtkomt op de lange platanendreef. Het is de voormalige noorddreef van het kasteel. Volg deze helemaal tot op het einde. Je staat voor een spoorwegovergang. Die moet je over. Opgelet: dit is een onbewaakte spoorwegovergang! Voorzichtigheid is geboden. Kijk goed rechts en links voor je oversteekt. Aan de overzijde volg je het hoofdpad rechtdoor. Bij een splitsing blijf je het hoofdpad naar rechts volgen. Je wandelt nu door een vlakte tot bij een houten brug. Je bent zonet de spoorlijn naar Denderleeuw overgestoken. Zij dateert van 1856 en is daarmee een van de oudste van het land. Nu wandel je in het moeras van Ganshoren. De waterloop onder de brug heet de Molenbeek. Zij ontspringt in buurgemeente Dilbeek waar zij 'Pontbeek' heet. In 1960 werd ze drooggelegd met het oog op de aanleg van een invalsweg van de Grote Ring naar het centrum van Jette, en voor de bouw van een residentiële zone. Na protest werd het project op Brussels grondgebied geschrapt. Aan Vlaamse kant werd de invalsweg wel aangelegd, maar hij loopt dood aan de grens met Brussel. Begin jaren 1980 startte een leefmilieugroep met het herstel van het moeras. De waterhuishouding werd zo aangelegd dat het gebied geregeld kan overstromen. Het gras wordt regelmatig gemaaid. In 1998 kreeg het gebied het statuut van natuurreservaat. Deze Molenbeek is niet te verwarren met de gelijknamige beek doorheen de gelijknamige Brusselse gemeente. Verrassend is dit niet. In Vlaanderen en Brussel dragen meer dan 30 beken deze naam. Dat wijst er op dat van oudsher het water van onze beken werd gebruikt om molens te doen draaien, dus om energie op te wekken. Trouwens, ook de naam Maalbeek komt voor in beide gewesten en dat betekent net hetzelfde als Molenbeek. De houten brug, de verrekijker en het gedicht vormen een kunstwerk 'Charneca & Memória' van Filip Van Dingenen. Het is geïnspireerd op een gedicht over Ganshoren van de Portugees Paulo Teixeira. Het is het achtste kunstwerk van 'Vers Brussel, poëzie in de stad', een poëzieparcours dat 12 kunstwerken creëert voor 12 Brusselse wijken. Wandel de brug over en volg het pad naar links langs de haag van de begraafplaats. Het eindigt bij een asfaltweg. Neem deze Bosstraat naar rechts tot bij de ingang van de begraafplaats. Wandel binnen. De nieuwe begraafplaats van Ganshoren werd in 1975 aangelegd als een wandelpark, zoals in Duitsland en noordelijke landen. Bij het binnenkomen zie je links het columbarium en de strooiweide.
13
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Twee derden van de Brusselaars kiest voor de veel goedkopere verassing, duidelijk meer dus dan in Vlaanderen (iets meer dan de helft) en Wallonië (minder dan een derde). Gevolg is o.a. dat Brusselse begraafplaatsen nog zelden kampen met plaatsgebrek, daar waar dat in het verleden wel het geval was. Vanuit de gedachte dat iedereen gelijk is in de dood, is de grootte en hoogte van de grafstenen streng gereglementeerd en zo zijn ze ook beter geïntegreerd in het parklandschap. Elders op deze site staat een gerestaureerd hoevegebouw dat dienst doet als kantoor. Keer terug naar de Bosstraat en wandel deze op naar rechts. Vanaf het voetbalterrein van FC Ganshoren wordt dat een aarden doorsteek met bulten en putten. Links van het pad andermaal een oud hoevegebouw. Dat deed vroeger dienst als opslagplaats en bureau van de begraafplaats. Nu herbergt het een jeugdhuis voor Franstalige en Nederlandstalige Ganshorenaars. De tuinhuisjes links ervan verraden de aanwezigheid van volkstuintjes. Quizvraag 10: Hoe heet het Nederlandstalige jeugdhuis? Antwoord:
Gepresseerd
’t Ogenblik
Ochtendgloren
Schemer
Ga verder op de doorsteek. Even voorbij het lage paviljoen links stop je. Aan de horizon links zie je auto’s rijden. Daar ligt de beruchte Grote Ring van Brussel. De verkeersopstoppingen op deze oververzadigde weg zijn niet te tellen en eisen een grote economische en soms ook menselijke tol. Ondanks de naam ligt de Ring bijna helemaal op het grondgebied van het Vlaams Gewest. De traditionele remedie tegen verkeersopstoppingen op een ringweg is om rijstroken bij te maken. Het verleden leert ons dat dit slechts een zeer tijdelijke remedie is. Meer rijstroken trekken alleen maar meer verkeer aan. Voor die verbreding zou trouwens een deel van het hoger gelegen bos moeten sneuvelen. Dat ligt echter op Brussels grondgebied! Ja, het communautaire is nooit ver weg in ons land. Wandel verder - het lawaai van de ring zal je nog een tijdje blijven horen. Opnieuw sta je voor een spooroverweg, dit maal met slagbomen. Steek over wanneer de slagbomen open staan. Stop bij het uitlegbord in de bocht van de kasseistraat. De spoorlijn naar Dendermonde vormt de grens met Jette. Het traject Brussel-Jette dateert van 1865. In 1881 werd het doorgetrokken tot Asse. Het uitlegbord is geplaatst door Leefmilieu Brussel. In dit geval gaat de informatie over bijen. Alarmerende berichten stellen dat het bijenbestand op het platteland sterk terugloopt. Een van de oorzaken is het gebruik van pesticiden. Vroeger waren de boeren de grote boosdoeners, nu vooral particulieren die vaak te grote dosissen gebruiken. Een andere oorzaak is een tekort aan gepaste planten. De bijen vinden te weinig stuifmeel en hebben zo niet genoeg energie om de winter te overleven. In de stad is de situatie helemaal anders. Men kan zelfs spreken van een ware bijenhype en -plaag in Brussel. Bedrijven en organisaties willen iets doen voor de biodiversiteit, dat is goed voor hun imago. Dan is een bijenkorf een relatief makkelijke oplossing. Bijen vinden in de stad ook een grotere diversiteit aan bloemen dan op het platteland. Volgens Apis Bruoc Sella, een organisatie die de natuur wil bevorderen, vliegen er in Brussel zo'n 55 miljoen honingbijen rond. Andere insecten die ook van stuifmeel leven, krijgen het moeilijk door het overschot aan bijen. Het ecosysteem raakt ervan in de war. Quizvraag 11: Vandaag is 'Leefmilieu Brussel' de Nederlandstalige naam van het gewestelijk milieuagentschap. Tot voor kort was dat nog ‘BIM’. Waar staat dit letterwoord voor? Antwoord:
..............................
Volg de kasseistraat naar rechts. Sla enkele tientallen meters verder links het wandelpad in. Op de eerste boom rechts zijn een wit en een rood streepje geschilderd. Hier en daar heb je deze streepjes misschien al zien staan. Deze duiden de ‘Grote Routepaden’ (GR) aan. Dit zijn bewegwijzerde lange afstandswandelingen doorheen Europa. In de jaren 1950 kregen werknemers in Frankrijk er een pak vakantiedagen bij. Die vrije tijd werd opgevuld met vakantie aan zee in het spoor van de adel en burgerij. De eerste uitgestippelde route was de GR 5 richting Middellandse Zee. In samenwerking met de Jeugdherbergcentrale is het oorspronkelijke traject als fietsroute Noordzee-Rivièra met ons land verbonden. Het volledige Europese GR-netwerk telt zowat 80.000 km wandelpaden waarvan 3.000 in België. De paden worden aangeduid met een witte en rode verfstreep, horizontaal boven elkaar. Deze tekens zijn wettelijk gedeponeerd. Ze zijn zo veel mogelijk aangebracht op bestaande steunpunten zoals bomen, palen en afsluitingen. Voor een streek-GR is het een gele en rode streep. Een dubbel wit-rood teken kondigt een richtingverandering aan. Vind je een wit-rood andreaskruis op je route dan zit je fout, terugkeren is dan de boodschap. 14
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Volg het pad bergop. Al snel zie je speeltuigen en dan een groot, witkleurig cottagegebouw: de Chalet Normand. Wandel tot bij het gebouw. Je bent nu in het Laarbeekbos. De abdij van Dieleghem baatte hier lange tijd steengroeven uit. Toen die uitgeput waren, werden de terreinen herbebost. In 1906 werd het bos gekocht door advocaat Eugène van den Elschen die het zag vanuit de trein naar Oostende. In 1908 liet hij dit landhuis in Normandische stijl bouwen. Zijn architect Charles Castermans had al gelijkaardige landhuizen ontworpen in Spa en Lustin. In 1973 kocht de gemeente Jette de vervallen villa en restaureerde ze. Er is een restaurant met terras gevestigd. Een ideale pauzeplek als je daar aan toe bent. Met je rug naar de chalet zie je links voor je een rij rechtopstaande boomstammen op de middenberm van een dreef. Volg deze dreef. Op het einde ervan kies je de middelste van 3 paden. Na de kruising met een dalende kasseistraat en de bijentuin stop je bij de kinderboerderij. De kinderboerderij is gevestigd in een oude Brabantse hoeve. Ook de gemeentelijke groendienst en een tuiniersvereniging bevinden zich hier in de buurt. Geniet rechts van het uitzicht over de Molenbeekvallei met de flatgebouwen van Ganshoren op de achtergrond. Met een beetje geluk zoeft er een trein door het landschap. Had Bruegel vandaag geleefd, wat zou hij van zo’n contrastrijk landschap gemaakt hebben? Het pad eindigt bij een uitlegbord dat het Poelbos aankondigt. Dit bos is een beschermde zone met een rijke waterfauna en -flora. Een groot deel ervan kan je enkel bezoeken op aanvraag. De poel in kwestie ontstond in een verlaten steengroeve. Volg het dalende pad tot helemaal beneden bij een houten brugje over de Molenbeek. Je bent nu in het Koning Boudewijnpark, een erg gevarieerde 103 hectare grote groene zone die in de jaren 1990 werd aangelegd. Het geldt als de groene long en als weekenduitstapje van westelijk Brussel. Voorbij de brug volg je het pad naar links tot bij een blauw en groen geschilderde constructie rechts van het pad. Hier wordt de watertoevoer voor het moeras geregeld. Er bevindt zich ook een uitkijkpost. Meer en meer worden planten, zoals riet, ingezet om verontreinigde waterpartijen te zuiveren. Niet alleen in parken. Sommige zwembadbeheerders zuiveren water in een rietveld. En ook ecologische bouwprojecten gebruiken de techniek soms om afvalwaters van woningen te zuiveren voor ze te lozen in een beek. Zuiverende planten zoals riet, lisdodde, biezen en zeggen noemt men helofyten. Ze groeien in ondiep water met hun wortels in de bodem en hun stengels en bladeren boven het water. Speciale luchtkanalen sturen zuurstof naar hun wortels waardoor ze ook groeien in zuurstofloze moerasbodems. De bodem neemt een deel van de zuurstof op en wordt zo beetje bij beetje gezuiverd. Het pad eindigt bij de drukke Tentoonstellingslaan. Zoals de naam het suggereert, werd zij in 1956 aangelegd om de toegang tot de Expo 58 op de Heizel te vergemakkelijken. Ze leidt ook naar de Brusselse Ring. Druk op de blauwe knop, wacht op het groene licht en steek de laan over. Aan de overzijde volg je het stenen pad naar beneden. Ongeveer recht voor jou, dicht bij de laan, zie je een vijver en een houten brug. Wandel naar de brug, steek die over en volg het pad naar links. Verderop is er opnieuw een houten brug. Ga er op staan. Dit deel van het Boudewijnpark verschilt van het vorige. Daar laat men de natuur (opnieuw) toe om natuur te zijn. Wandelaars worden er in het gareel gehouden. In dit smalle, uitgerekt stuk park daarentegen krijgen de gebruikers veel speelruimte: brede paden, zitbanken met brede houten rug, speeltuigen, verstevigde oevers… Een ‘lijnpark’ als dit past beter in een stedelijke omgeving dan het klassieke, uitgestrekte stadspark. Veel meer omwonenden hebben er een direct contact mee, voor hen is een soort voor- of achtertuin. Stadsparken vormen vaak een barrière in de stad: ze verhinderen eerder het contact tussen de bewoners van de wijken aan de beide zijden van het park. Een smal park als dit brengt mensen van beide zijden makkelijker samen. Bijna overal heb je ook een overzicht. Dat bevordert het veiligheidsgevoel. Een groot stadspark is een meer anonieme ruimte die na zonsondergang bovendien een donker gat vormt in de stad waar niemand die goed bij zijn hoofd is zich durft te wagen. Een lijnpark is veel gemakkelijker te verlichten en profiteert mee van de verlichting van de huizen die er langs liggen. 15
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Een mooi voorbeeld van een lijnpark is Park Spoor Noord in Antwerpen dat op korte termijn uitgegroeid is tot een gigantisch succes. De Tour & Taxis-park en het Park Lijn 28 behoren ook tot deze familie van parken. Steek de brug over en volg het pad naar rechts. Links van jou loopt de opnieuw opengelegde Molenbeek. Na een speelterrein wordt het park doorkruist door een rijweg. De rijweg is de Wemmelsesteenweg, dezelfde baan als de Jetsesteenweg in Koekelberg. Ze leidt naar de voormalige abtswoning van de vroegere abdij van Dieleghem. Zoals Ganshoren bleef Jette lang een landelijke gemeente. Een restant daarvan is het eerste gebouw links (nr. 306). Dat herbergde ooit een ijzerhandel-café-smidse. Het werd door Leefmilieu Brussel gerestaureerd en doet dienst als info- en ontvangstruimte, lokaal en woning voor parkwachters. Wandel verder door het park. De Molenbeek loopt eerst rechts van jou, wat verderop links. Dit stukje Molenbeek werd pas in 2014 opnieuw opengelegd. In het verleden werden talloze beken in een stedelijke omgeving overwelfd en zelfs drooggelegd. Soms waren ze vervuild en durfden ze al eens overlopen in het regenseizoen. Deze aanpak lost echter niets op want ze bestrijdt enkel de gevolgen en niet de oorzaak. Daarom worden steeds meer waterlopen weer opengelegd en gezuiverd: omwille van een betere waterhuishouding, om ecologische redenen, omdat ze bij warme zomerdagen voor verfrissing zorgen en omdat ze gewoonweg voor een aangenamere leefomgeving zorgen. Toch een kanttekening: de aankoop, 25 jaar geleden, van bossen, parken en moestuinen voor dit Boudewijnpark kostte de Brusselse Agglomeratieraad toen het equivalent van 5 jaarbudgetten voor gewestelijke groeninrichting. Zo lang werden dus overal in Brussel alle groeninitiatieven teruggeschroefd, enkel en alleen omdat een generatie politici besliste om van dit park een prestige-initiatief te maken, en vond dat dit enkel kon als het ook in overheidsbezit kwam. Datzelfde gebied was nochtans al 100 jaar toegankelijk. Bij het einde van de dreef zie je links gebouwen staan tussen het groen. Ze horen bij het Franstalige Heilig-Hartinstituut. De school werd al in 1836 opgericht op de grond van een baron Nicolas-Melchiade Bonaventure. In 1800 liet hij er een kasteel in classicistische stijl bouwen. Dat is het oudere gebouw met de witgepleisterde gevel. Oorspronkelijk was er een kostschool gevestigd voor jonge meisjes van adel of hogere burgerij. Tot vandaag is het een wat elitaire school. Het domein en het kasteel werden destijds gekocht door de stichtster zelf van de congregatie van het Heilig Hart: Madeleine Sophie Barat (Joigny 1779 - Parijs 1864), dochter van een Bourgondisch wijnboer. In 1903 werd de orde, zoals de andere onderwijsordes, verbannen uit de Franse republiek op basis van de scheiding van Kerk en Staat. De relieken van Barat werden daarop overgebracht naar de crypte van de kloosterkerk hier in Jette. Vele van deze uitgedreven ordes, zoals de al vermelde Congrégation des Filles de la Sagesse, stichtten daarop scholen in België, vooral meisjesscholen waar in die periode veel vraag naar was in ons land. Zij hebben sterk bijgedragen tot de verfransing van de Brusselse agglomeratie en lange tijd van de bourgeoisie in sommige Vlaamse steden. Op het einde van de dreef draai je mee naar rechts. De straat leidt je naar een spoorweg. Voor de straat een bocht naar rechts neemt, steek je links over en volg je het pad en de trappen. Die brengen je naar de spoorwegbrug. Steek deze over. Wandel rond de kerk langs het kunstzinnige hekwerk tot op het plein voor de kerk. Rond dit voormalige dorpsplein liggen een aantal stedelijke functies die een belangrijke rol spelen in het dagelijks leven van de Jettenaar: het station, het gemeentehuis, de kerk, de tweetalige bibliotheek, het frietkot en de onvermijdelijke cafés. de Het plein kreeg zijn huidige uitzicht vooral in de 19 eeuw, met de komst van 'den ijzeren weg’. In 1856 opende de NV Dender en Waes de lijn Brussel-Dendermonde. Twee jaar later stopten de eerste treinen in Jette. Het eerste station was een eenvoudige hoeve-achtige constructie. De spooroverweg bevond zich aan het einde van het stukje straat links van het opvallende geel geschilderde gebouw. De neogotische Sint-Pieterskerk werd in 1880 ingewijd. Draai je rug naar de kerk, wandel het plein over tot je voor het huidige stationsgebouw staat. In 1876 kocht de Staat de concessie van de lijn over (boven de ingang staat ‘Staatsspoorweg’ vermeld) en eind 1881 wordt een nieuwe lijn Brussel-Dendermonde opgestart. Duizenden arbeiders vanuit Vlaanderen kwamen in Jette toe en vertrokken van hier te voet of per tram naar de stad. In 1892 werd het broodnodige nieuwe stationsgebouw (arch. Franz Seulen) ingehuldigd. In 1901 volgde het sluitstuk met de opening van een gloednieuw gemeentehuis in obligate neo-Vlaamse renaissancestijl, schuin tegenover het stationsgebouw. Het ontwerp was van architect Jules-Jacques Van Ysendijck, die al de prestigieuze gemeentehuizen van Schaarbeek en Anderlecht op zijn palmares had staan. Jette was nu helemaal ontwaakt, het dorp was stad geworden. 16
NOODNUMMER 0478/77 02 58
Vandaag telt Jette zowat 40.000 inwoners. Van haar 504 hectare bestaan er zo maar liefst 117 uit parken en bossen. Dat zal je na deze wandeling niet verbazen. Recent werd het stationsplein heraangelegd. Grote delen zijn verkeersvrij gemaakt. In de zomermaanden is het prettig vertoeven in de schaduw van de platanen. Neem in het treinstation de trein naar Brussel-Centraal. Jette ligt in de zone Brussel, heb je een treinabonnement naar Brussel dan kan je dat gebruiken. Heb je geen abonnement gebruik dan het metroticket dat je bij de controlepost kreeg. Vergeet het niet te ontwaarden in het station De treinen richting Brussel-Centraal vertrekken in principe van spoor 2 en 4 en doen er 12 minuten over. Er zijn treinen om 16.09u, 16.43u, 17.11u, 17.22u en 17.43u. Opgelet: van spoor 4 vertrekken ook treinen die naar BrusselWest of Brussel-Zuid rijden, zoals om 16u39, maar die stoppen niet in Brussel-Centraal. Raadpleeg de gele borden. Maar luister vooral naar de omroeper voor eventuele wijzigingen. Stap uit in het Centraal Station en wandel naar de lokettenzaal. Kies er de hoofduitgang links van de loketten naar het ronde stationsplein.
UITSTEMPEL (van 15.30u tot 17u) Op dit ronde stationsplein (= Europakruispunt) vind je de Bloso-stand voor je UIT-stempel.
PINTJE OF TERRASJE? Heb je nog zin in een pintje, of een terrasje? Wandel dan via de doorgang onder het hotel ‘Le Méridien’ rechts naar beneden. In de buurt van de Grote Markt en de Sint-Hubertusgalerijen vind je zeker nog iets aantrekkelijks. Hopelijk heb je een fijne sportdag gehad en keer je snel terug om te genieten van de charmes van deze stad.
SCHIFTINGSVRAAG: Dit wandelcircuit werd uitgewerkt door 8 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma? Antwoord:
..........m
Dit circuit werd in opdracht van Bloso uitgewerkt door Brukselbinnenstebuiten. Bruksel wil je de stad tonen, te voet, per bus, met de fiets of met openbaar vervoer, en dit verder dan de toeristische neus lang is. Bruksel helpt je je gedachten over Brussel te openen. Meer informatie over Bruksel: <www.brukselbinnenstebuiten.be> of tel. 02.218.38.78
Wat vond je van de ‘Lange wandeling’? Laat het ons weten en maak kans op een mooie prijs! www.bloso.be/sportdagvoorambtenaren, doorklikken naar ‘Geef je mening’
17
NOODNUMMER 0478/77 02 58
LANGE STADSWANDELING 2014
QUIZVRAGEN De juiste antwoorden kun je eerst noteren bij de vragen in de wandeltekst zelf. Na afloop van de wandeling breng je ze over op dit blad en deponeer je dit blad in de daarvoor bestemde Bloso-urne.
Naam + voornaam: ………………………………………………………… Administratie: ………………………………………………………………. Straat + nummer: ………………………………………………………….. Postcode + gemeente: ……………………………………………………. (invullen in drukletters, aub!) Vraag 1: In welk jaar werd de locomotief op deze plaats ingehuldigd? Antwoord:
2008
2009
2010
2011
2012
Vraag 2: Het Koninklijk Stapelhuis is tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers o.a. gebruikt als gevangenis. Op het gelijkvloers is op een muur in reuzengrote Duitse letters een opschrift geschilderd. Dit opschrift stelde dat er iets verboden was. Wat was er verboden? Antwoord:
urineren
roken
kaarten
praten
Frans spreken
Vraag 3: Het belastingskantoor was destijds 4 dagen in de week open. In welke gemeente vond de zitdag op maandag plaats? Antwoord:
Ganshoren
Jette
Koekelberg
Laken
Molenbeek
Vraag 4: Geef de naam en voornaam van de architect van het huis van de haan. Antwoord:
Louis Tollet
Georges Hendrickx
Sven Grooten
Louis Vanderswaelmen
Vraag 5: Welke diensten bevonden zich in de tijd van Saint-Michel in de ruimtes rechts van de ingang? Antwoord:
bureaus
ateliers
garages
sanitair
clienteel
Vraag 6: Wie huldigde het oorlogsgedenkteken in? Antwoord:
Prinses Marie-Josée
Prins Laurent
Prinses Charlotte
Prins Philippe
Vraag 7: De basiliek bezit een publiek toegankelijk panorama. Op welke hoogte bevindt zich dat, uitgedrukt in meter? Antwoord:
.....................
Vraag 8: In welk jaar werden de glasramen van de Koreakapel geplaatst? Antwoord:
.....................
Vraag 9: Naast de buitendeur van de kapel zijn de naam van de architect, ingenieur en aannemer van de basiliek vermeld. De ingenieur deelt zijn naam met die van een Zuid-Europese stad. Geef die naam.
18
Antwoord:
.....................
Vraag 10: Hoe heet het Nederlandstalige jeugdhuis? Antwoord:
Gepresseerd
’t Ogenblik
Ochtendgloren
Schemer
Vraag 11: Vandaag is 'Leefmilieu Brussel' de Nederlandstalige naam van het gewestelijk milieuagentschap. Tot voor kort was dat nog ‘BIM’. Waar staat dit letterwoord voor? Antwoord:
.....................
SCHIFTINGSVRAAG: Dit parcours werd uitgewerkt door 7 medewerkers van Brukselbinnenstebuiten. Wat is de gemiddelde afstand van hun woonplekken tot bij de toren van het Brusselse stadhuis, uitgedrukt in meters, zonder cijfers na de komma? Antwoord:
.....................m
19