AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 4
DOSSIER
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
Fijn stof
N
4
ren de voorbije twintig jaar ruim zijn gehalveerd – blijft ‘fijn
aar aanleiding van het debat over de Lange Wapper werden we het voorbije jaar overspoeld met info over
‘fijn stof’. Nu die commotie en het stof ervan (voorlopig) even
PM0,1 Ultrafijne stof ultrafijne deeltjes met een a.d. kleiner dan 0,1 m PM2,5 Fijne stof
kleine en ultrakleine deeltjes met een a.d. kleiner dan 2,5 m
PM10
grove deeltjes met een a.d. groter dan 2,5 m en kleiner dan 10 m
is gaan liggen, kunnen we het in dit dossier hebben over de wetenschappelijke kant van fijn stof. Er is in de aanloop naar de volksraadpleging zoveel verschenen over dat fijn stof, dat het niet altijd evident was nog helder te zien. De polemiek opstarten is niet de bedoeling, wel wat meer inzicht geven
Grove stof
Grafiek 1. Indeling volgens PM
over dit gezondheidsprobleem. Ondanks verschillende inspanningen op Vlaams en Europees niveau – die ervoor zorgden dat de uitstoot van vervuilende stoffen in Vlaandestof’ immers een probleem.
Meer weten over dat fijn stof…
Deeltjes die groter zijn dan PM2,5 worden vooral mechanisch gevormd. Ze geraken in de lucht door de wind, maar ook door menselijke activiteiten zoals verkeer of de opslag en verplaatsing van bulkgoederen. Deeltjes die kleiner zijn dan PM2.5 ontstaan in de eerste plaats door condensatie van verbrandingsproducten of door secundair aerosol. Het zijn vooral de kleinste stofdeeltjes die heel erg schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid: de kleine stofdeeltjes dragen immers giftige stoffen met zich mee waardoor ze erg diep in onze longen doordringen, zelfs tot in de longblaasjes.
Definitie Fijn stof is een vorm van luchtvervuiling. Tot fijn stof worden in de lucht zwevende deeltjes kleiner dan 10 micrometer gerekend. Fijn stof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte, herkomst en chemische samenstelling.
Indeling De stofdeeltjes worden ingedeeld in fracties naargelang hun grootte. Die wordt uitgedrukt in micrometer (m) en meet de maximale aerodynamische diameter (a.d.) van een bolvormig deeltje dat zich in de lucht voortbeweegt als een stofdeeltje. Een fractie bevat bijvoorbeeld alle stofdeeltjes met een a.d. kleiner dan 10 m. PM staat daarbij voor particulate matter.
Figuur 1. Vergelijking van de grootte van stofdeeltjes (PM2,5 en PM10) met een mensenhaar en het fijnste zeezand.
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 5
Daarnaast wordt ook een onderscheid gemaakt in primaire en secundaire deeltjes. • Primair fijn stof bevat deeltjes die rechtstreeks in de atmosfeer worden uitgestoten. Ze ontstaan uit verschillende materialen, bijvoorbeeld in kleine stukjes die verdeeld zijn door een mechanisch proces. Voorbeelden zijn de verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) en het malen van stoffen in de industrie (zoals de mengvoeder-, metaal- of chemiebedrijven).
• Secundair fijn stof ontstaat uit chemische reacties van gassen zoals ammoniak, zwaveldioxide of stikstofoxiden. Ook organische verbindingen kunnen secundair aerosol vormen. Deze gassen zijn minder vluchtig en vormen daarom gemakkelijk deeltjes vooral windafwaarts. Dat gebeurt door nucleatie (de vorming van nieuwe deeltjes) of coagulatie (de hechting aan bestaande deeltjes). De verhouding primair versus secundair is ongeveer 50/50.
Wat historiek – hoe zat dat weer met die Lange Wapper? De Lange Wapperbrug is het grootste en duurste deel van de Oosterweelverbinding in Antwerpen volgens het BAMtracé en is genoemd naar de Antwerpse mythologische reus en kwelgeest. Al in 2000 besliste een Staten Generaal dat een bijkomende Schelde-oeververbinding de fileproblemen op de kleine ring van Antwerpen zou verhelpen. De Oosterweelverbinding stelt de bouw voor van een tunnel onder de Schelde (de Oosterweeltunnel) en een brug over het havengebied ten noorden van de stad Antwerpen. Omwille van de stedelijke ontwikkeling van ‘Het Eilandje’ werd het tracé noordelijk geschoven naar de rand van dit oude havendeel. De werken aan de Oosterweelverbinding zouden in 2005 van start gaan. In december 2007 werd vastgesteld dat geen verkeersveiligheidsaudit werd uitgevoerd. Als gevolg daarvan werd het project herwerkt om de verkeersveiligheid te verbeteren. De brug en bij uitbreiding het gehele project staan sedert jaren zwaar ter discussie, aanvankelijk vooral bij de bevolking, later ook bij de linkse partijen. In oktober 2009 volgde een volksraadpleging waarbij de tegenstanders o.a. het argument van ‘fijn stof’ gebruikten. 34,75% van de Antwerpenaren die mochten gaan stemmen, hebben dat ook gedaan. 60% stemde ‘neen’ tegen de Oosterweelverbinding, 40% ‘ja’. Eind maart 2010 sprak de Vlaamse gewestregering zich uit voor een alternatief plan met een tunnel, waardoor de Lange Wapperbrug zou komen te vervallen. Mocht deze optie echter duurder uitvallen dan de Hoe ziet het BAM-tracé eruit? brug, dan zou de laatste alsnog gebouwd worden.
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
DOSSIER
5
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 6
DOSSIER
Samenstelling PM10 in Vlaanderen
Een recente studie van de Vlaamse milieumaatschappij op zes meetplaatsen onderzocht de gemiddelde chemische karakterisatie van fijn stof PM10. De concentraties zijn doorgaans sterk gelijklopend op die zes locaties. Die studie onderscheidde als vijf belangrijkste componenten qua massa in PM10
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
1.
6
Secundaire anorganische ionen (NO3, SO4 en NH4)
41%
2.
Organische massa
20%
3.
Bodemstof
14%
4.
Zeezout
8%
5.
Elementaire koolstof
4%
Oorzaken van fijn stof? Er zijn verschillende bronnen die fijn stof veroorzaken: • Uitstoot door het verkeer, bijvoorbeeld roet uit dieselmotoren. Daarbij tellen ook dieselmotoren in (zee)schepen en locomotieven mee. Daarnaast ontstaat fijn stof door wrijving van remmen, afschuren van rubberbanden en het wegdek. • Uitstoot door de industrie, bijvoorbeeld de metaalindustrie. Ook bij het storten en overslaan van bulkgoederen komt stof vrij. • Uitstoot door veebedrijven, door stro en gedroogde mest in stallen. • Uitstoot door elektriciteitscentrales. • Uitstoot uit woningen, bijvoorbeeld door een open haard, een houtkachel, een allesbrander, de barbecue alsmede door sigarettenrook.
1995
2000
In onderstaande grafiek lezen we meer over het aandeel van elke sector. De primaire stofemissie kende in de periode 1995 tot 2000 een sterke daling. De daaropvolgende jaren stagneerden die emissies om in 2007 terug te dalen tot 17,9 kton PM10 en 11,7 kton PM2,5. Landbouw blijft de voornaamste bron van PM10-emissies (38 %). De omvang van de bijdrage is echter zeer onzeker. Ook zou deze bron minder relevant zijn voor de gezondheid. Transport (25 %) en industrie (20 %) zijn na landbouw de belangrijkste emissiebronnen voor PM10. Voor PM2,5 is transport met een aandeel van 31 % de belangrijkste emissiebron. Industrie komt op de tweede plaats met 26 %.
2005
2006
2007
emissie(kton)
PM10
PM2,5
PM10
PM2,5
PM10
PM2,5
PM10
PM2,5
PM10
PM2,5
huishoudens
1,91
1,81
1,95
1,88
2
1,92
1,97
1,88
1,86
1,77
industrie
10,31
8,8
4,77
4,15
4,35
3,64
4,46
3,72
3,63
3,06
energie
3,02
1,7
2,43
1,79
1,6
1,02
1,37
0,88
1,2
0,86
landbouw
7,22
2,66
7,23
2,57
6,78
2,34
6,73
2,31
6,74
2,3
transport
9,13
8,4
6,6
5,82
4,86
4,09
4,64
3,86
4,41
3,63
handel & diensten
0,76
0,6
0,16
0,15
0,11
0,1
0,09
0,08
0,08
0,07
totaal
32,4
24
23,1
16,4
19,7
13,1
19,3
12,7
17,9
11,7
Grafiek 2 – Emissie (kton) van PM10 en PM2,5 (Bron Milieurapport MIRA-T 2008)
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 7
Fijn stof kent geen grenzen… Fijn stof verplaatst zich net als andere emissies – afhankelijk van de weersomstandigheden – over grote afstanden tot 100 km per 24u. De emissies beïnvloeden dus niet alleen de luchtkwaliteit op de plaats van de emissies, maar ook (vooral) waar de weersomstandigheden (de wind) de emissies brengen. Gemiddeld is slechts 10 tot 20% van de fijn stof concentraties in Vlaanderen afkomstig uit Vlaanderen. Omgekeerd gaat ook stof dat hier vrijkomt naar het buitenland. Vooral vanuit Frankrijk en Groot-Brittanië kent Vlaanderen een hoge import van zwevend stof. De hoge geïmporteerde bijdragen vanuit Frankrijk zijn te wijten aan de overheersende zuidwestenwinden en aan de relatief hoge emissies in Noord-Frankrijk. Ook de emissies uit Engeland en uit het Duitse Ruhrgebied dragen door weersomstandigheden veel bij aan de concentraties in Vlaanderen.
smog) heeft er geen goed aan gedaan. Op sommige plaatsen was de norm al in april overschreden. De Europese Commissie heeft België al een waarschuwing gestuurd dat het zijn fijn stof onder controle moet krijgen. Samen met zeven andere landen (Oostenrijk, Denemarken, Griekenland, Frankrijk , Hongarije, Slovakije en Roemenië) kreeg België een eerste officiële waarschuwing omdat het de norm voor fijn stof (PM10) niet haalt. Die luchtkwaliteitsnorm trad in werking in 2005. Heel wat landen vroegen uitstel tot juni 2011. Maar dat uitstel werd alleen verleend als ze voldoende konden aantonen dat ze ook echt inspanningen doen om de normen tegen 2011 te halen (zoals de slimme kilometerheffing, lage emissiezones,…) en voor België is dat niet het geval.
In Europa Europa legt op dat de dagnorm van 50 microgram per kubieke meter maar 35 dagen per jaar overschreden mag worden. In ons land is dat in 2009 op twintig plaatsen gebeurd. Een toename met een derde tegenover 2008. Het goede nieuws is dat 2009 beter was dan de meeste jaren van het voorbije decennium. Dat blijkt uit de gegevens van de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (Ircel). Het koude voorjaar (met veel inversie en dus
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
DOSSIER
7
Kaart 1. Aantal dagen waarbij het daggemiddelde de concentratie van 50 µ/m3 overschrijdt.
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 8
DOSSIER
Pro & Contra
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
Veroorzaakt de Lange Wapper extra fijn stof?
8
JA - Wim van Hees van de vzw Ademloos (de vzw die via petitie een volksraadpleging liet organiseren). ‘Uit een brug kan je immers geen lucht zuigen, uit een tunnel wel. Als je de lucht uit een tunnel zuigt, grondig filtert en dan weer vrijlaat, betekent dat een enorme verbetering voor de luchtkwaliteit. Dat is onmogelijk bij een brug.’ Van Hees wijst er nog op dat de technologie voor de filterinstallaties nog volop in ontwikkeling is. En dat er nog veel verbeteringen te verwachten zijn. ‘Kijk maar naar de chemische industrie’, zegt hij. ‘Wat die tien jaar geleden uitstootte en hoe ze hun uitstoot nu filteren.’ NEE - Nick Orbaen van de BAM (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel). ‘Het wordt zelfs merkelijk beter, dat blijkt ook uit de studie die Vito uitvoerde. Want doordat de Ring rond Antwerpen rondgemaakt wordt, kan het verkeer vlotter rijden en zijn er minder files. Daardoor is er minder verkeer dat voortdurend moet optrekken en remmen en zo veel fijn stof veroorzaakt.’ De prognoses die de BAM maakte, met het voortdurend toenemende verkeer, geven zelfs tot in 2020 een beter resultaat dankzij de Lange Wapper, zegt Orbaen.
Fijn stof… ook binnenhuis Apr. Els Dom wees er in haar masterproef ‘Astma en fijn stof’ terecht op dat fijn stof ook binnenshuis een probleem vormt en dat relativeert of nuanceert toch een en ander.
Probleem voor astmapatiënten Niet alleen buitenshuis worden we geconfronteerd met luchtvervuiling, ook binnenshuis laat de kwaliteit van de lucht soms te wensen over. De luchtkwaliteit in een woning is voor het grootste deel afhankelijk van huishoudelijke en andere activiteiten, zoals stofzuigen, roken, koken,… De componenten die in huis de lucht vervuilen zijn o.a. PM, NO2, sigarettenrook en ozon. De PM concentratie in huis wordt vaak geassocieerd met problemen bij patiënten met een luchtwegaandoening. Uit een studie uitgevoerd in Baltimore blijkt dat de concentraties aan PM binnenshuis tweemaal zo hoog zijn als de simultaan gemeten concentraties buitenshuis. PM2,5 blijkt daarenboven een grotere reductie van de longfunctie te geven als deze afkomstig is van bronnen binnenshuis. De concentraties binnenshuis stijgen vaak bij activiteiten zoals koken en roken en kunnen bijgevolg aanleiding geven tot een toename in astmasymptomen, een stijging in het gebruik van astmamedicatie en een wijziging in de longfunctie. De blootstelling aan fijn stof kan ook inflammatie veroorzaken, waardoor er een stijging wordt gezien in de concentratie van uitgeademd stikstofoxide (NO). Een studie in Antwerpen stelde vast dat huizen met een rokende inwoner een stijging van PM2,5 en PM10 vertonen met respectievelijk 58 en 46%, in vergelijking met een woning waar niet gerookt wordt. De studie besluit dat de toestand in Antwerpen vergelijkbaar is met de toestand in andere landen waar gelijkaardige studies werden uitgevoerd. Els Dom besluit dat astmapatiënten aandacht moeten besteden aan de concentraties van PM binnenshuis. Door de concentraties te verminderen zal de aandoening min-
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 9
der worden beïnvloed en zal de levenskwaliteit van de patiënt aanzienlijk verbeteren.
Welke maatregelen? • Gebruik luchtfilters. • Beperk roken in huis. • Open ramen tijdens vegen, stofzuigen (of laat de astmapatiënt het huis even verlaten). • Huisstofmijt bestrijden via speciale matrasovertrekken en dekens, geen tapijten, geen huisdieren,…
Effecten op de gezondheid? Fijn stof wordt gezien als één van de schadelijkste vormen van luchtverontreiniging. Vroeger werd gedacht dat het fijn stof vanaf een bepaalde concentratie schadelijk was, nu zijn er hoe langer hoe meer (epidemiologische en toxicologische) aanwijzingen dat bij elke concentratie (en inademing) van fijn stof er schadelijke effecten op de gezondheid optreden. Ook blijkt dat het fijnste stof, de PM0,1- en PM2,5-fractie, schadelijker is dan het grotere stof.
Hoezo schadelijk? Hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper ze met de ingeademde lucht kunnen doordringen in de luchtwegen. De schadelijkheid hangt ook af van de oorsprong. Zo bevatten de roetdeeltjes uit een open haard een hoger aantal schadelijke stoffen door de onvolledige verbranding. De kleine zwevende deeltjes komen bij inademing in de longen terecht. Deeltjes groter dan 10 micrometer wor-
den door de neus vastgehouden en uitgescheiden via het slijmvlies. In de longen treedt schade op, maar het mechanisme waardoor dit gebeurt is niet precies bekend. De hypothese is dat de kleine deeltjes ontstekingsreacties veroorzaken en de zuurstofopname bemoeilijken. Deze ontstekingsreacties, waarbij vrije radicalen vrijkomen, zijn schadelijk voor het hart. Onderzoekers van de Eenheid voor Longtoxicologie (KULeuven) berekenden dat de opstapeling van fijne koolstofdeeltjes in longcellen het risico op slagaderverkalking en op vernauwing van bloedvaten en vorming van bloedklonters verhoogt. Dat kan leiden tot een hartof herseninfarct. Uit het onderzoek blijkt dat diabetespatiënten die dichter bij een drukke weg wonen, meer fijne koolstofdeeltjes in de longcellen hebben. Er bestaat een verband tussen de hoeveelheden koolstofdeeltjes in de longcellen en geoxideerde LDL-deeltjes in het bloed. Dat kan erop wijzen dat mensen die gedurende een langere tijd meer worden blootgesteld aan fijn stof, meer kans hebben op de ontwikkeling van slagaderverkalking. De oorzaken voor een hartinfarct of een beroerte blijven dezelfde – slechte voeding, roken, geen lichaamsbeweging, erfelijke factoren,… – maar fijn stof kan wel de trigger zijn. Mogelijk zorgt fijn stof er ook voor dat het bloed viskeuzer wordt, waardoor de kans op een hartinfarct toeneemt. Er zijn neurologische effecten van fijn stof gevonden, waardoor bijvoorbeeld de hartspierfunctie negatief kan worden beïnvloed. Tenslotte worden radicalen geassocieerd met vervroegde veroudering. Het is niet zo duidelijk wat het effect is van de chemische samenstelling op de grootte van de gezondheidsschade. Wat wel zeker is, is dat zeezout vrijwel geen probleem is. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de sulfaat- en nitraatfractie in fijn stof. Sommige mensen zijn gevoeliger voor fijn stof dan anderen, maar het is niet op voorhand aan te geven welke mensen schade zullen lijden. Het is wel aannemelijk gemaakt dat bij een hogere blootstellingsconcentratie en bij een grotere gevoeligheid het gezondheidsrisico groter is. Kwetsbare groepen zijn met name ouderen en personen met hart-, vaat- of longaandoeningen.
Kortetermijneffect Grootschalige gezondheidsstudies uit Noord-Amerika en Europa leggen een verband tussen korte periodes van luchtvervuiling (24 uur) en gezondheidseffecten op korte termijn. Bestaande gezondheidsproblemen zoals luchtweginfecties en astma worden ernstiger. Er worden meer gevallen van hoest, luchtwegenklachten en het gebruik van bronchodilatoren gemeld. Het aantal spoedopnames voor luchtwegklachten neemt ook toe, evenals het aan-
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
DOSSIER
9
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
15:59
Pagina 10
DOSSIER
tal acute sterfgevallen, vaak bij ouderen met reeds verzwakte hart- en longfuncties. Bij kinderen vermindert fijn stof de longfunctie bij TSPconcentraties (Total Suspended Particulate matter) boven de 180 g/m3 of wanneer er meer dan 110 g/m3 inadembare deeltjes (PM10) zijn.
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
Langetermijneffect
10
Fijn stof is ook op langere termijn ongezond. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) meldt een verminderde longfunctie en een stijgend aantal chronische luchtwegaandoeningen, zoals bronchitis en emfyseemastma. De WGO en andere onderzoeksinstellingen schatten dat de levensduur met één tot drie jaar verkort. Die studie ging uit van een levenslange blootstelling aan de huidige PM10-concentraties.
Andere effecten Naast de gezondheidseffecten die fijn stof veroorzaakt, leidt een teveel aan fijn stof ook tot neerslag van verzurende stoffen (zure regen). Dat is slecht voor gewassen, bossen en planten. Bovendien brengt deze luchtverontreiniging ook schade toe aan gebouwen en monumenten.
In Vlaanderen? Wetenschappers aan de KULeuven berekenden dat fijn stof elk jaar 630 Vlamingen doodt. Gemiddeld sterven in Vlaanderen 140 mensen per dag. Op dagen waarop er veel stofdeeltjes in de lucht hangen, zijn dat er 153 ofwel 6% meer, aldus de onderzoekers Nawrot en Nemery. Zij berekenden dat aantal onmiddellijke doden (630) als de luchtverontreiniging boven een gemiddelde van twintig microgram per kubieke meter uitkomt. Andere rapporten (van de Nederlandse epidemioloog Bert Brunekreef, tevens KULeuven) hebben het over dertienduizend Belgen die jaarlijks onrechtstreeks aan fijn stof sterven. Bovendien daalt de levensverwachting van de gemiddelde Belg door de luchtverontreiniging met dertien maanden. Daarmee staat België op de eerste plaats in Europa, voor heel Europa is dat gemiddeld acht maand.
Invloed drukke wegen Meer dan 30 verschillende internationale wetenschappelijke onderzoeken (uitgevoerd over de hele wereld) komen allemaal tot dezelfde conclusie: door de hogere luchtverontreiniging nabij drukke wegen ligt ook de impact op de gezondheid een stuk hoger. Het gaat dan om allerlei luchtwegaandoeningen zoals bronchitis of verergering van astmaproblemen, verergering van harten vaatziekten en een verhoogde kans op een kortere
levensduur. Waar de levensverwachting van een Europeaan gemiddeld met acht maanden wordt ingekort door luchtvervuiling (in Vlaanderen dus dertien maanden), kan de levensduurverkorting oplopen tot 2,5 jaar voor mensen die nabij een drukke snelweg wonen. Waar de wetenschappers het niet over eens zijn, is hoever de invloed van een drukke verkeersas juist aantoonbaar is. Vast staat wel dat de invloed het grootste is binnen de eerste 100 meter vanaf de weg. Vanaf dan neemt de impact gevoelig af. Veel hangt af van de plaatselijke factoren, zoals de verkeersintensiteit, de juiste samenstelling van het verkeer, weersfactoren,… Afhankelijk van die factoren kan de invloed zich uitstrekken tot op enkele honderden meters of meer.
AFT 4-10def:aft_01_10
11-05-2010
16:33
Pagina 11
DOSSIER
Els Dom beklemtoonde in haar masterproef ‘Astma en fijn stof’ het feit dat apothekers in het verhaal van fijn stof en luchtverontreiniging vooral een belangrijke rol kunnen spelen in de begeleiding van astmapatiënten. Dat kan gebeuren door hen in de eerste plaats te wijzen op het gevaar van fijn stof binnenshuis en welke eenvoudige en concrete maatregelen genomen kunnen worden (zie hoger). Maar verder kan de apotheker er ook voor zorgen dat astmapatiënten hun aandoening goed onder controle houden. Wetende dat de kans op gevolgen van blootstelling aan de luchtvervuiling door fijn stof het grootst is bij mensen die hun anti-inflammatoire geneesmiddelen niet correct innemen, kan de apotheker sterk de nadruk leggen op de juiste inhalatietechniek en het belang van therapietrouw. Dat kan via medicatieschema, folders, info over juiste gebruik van inhalatiemedicatie en preventieve maatregelen zoals vaccinatie tegen influenza.
Maatregelen Dit luik helemaal uitwerken zou ons te ver leiden. Het is duidelijk dat er op verschillende niveaus maatregelen en initiatieven genomen (kunnen) worden. Iedereen kan een steentje bijdragen door milieubewuster te leven. Heel concreet door vaker de fiets te nemen, verstandig te stoken in open haard of houtkachel (met geschikte brandstoffen), openbaar vervoer te nemen voor langere afstanden, zo zuinig mogelijk met de auto te rijden,… Op stedelijk niveau zijn maatregelen nodig om de uitstoot nog drastischer aan te pakken. Het kan dan gaan om rekeningrijden, lage emissiezones in de stad,… Vlaanderen zette in 2005 een actieplan ‘fijn stof’ op dat ook moet bijdragen tot verbetering met specifieke plannen voor de haven en scheepvaart, verkeersmaatregelen (kilometerheffing, roetfilter,…), in kaart brengen van de zogenaamde hotspots etc. Er ontstaan ook originele vormen van samenwerking. Het Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Hasselt is samen met enkele binnen- en buitenlandse (vooral Belgisch-Duits-Nederlands grensgebied) partners gestart met een initiatief om meetgegevens en procedures beter uit te wisselen. Via onderling overleg wil men zo tot bredere beleidsmaatregelen en luchtkwaliteitsplannen komen. Ook Europa speelt een belangrijke rol wat de normering en sanctionering betreft, zie ook ‘In Europa’ (p. 7).
Conclusie Al blijft er nog heel wat onzekerheid over de directe schadelijke gevolgen van fijn stof, toch is iedereen het erover eens dat deze problematiek moet worden aangepakt. Ook de voorstanders van het Lange Wapper tracé beschreven in hun rapporten de gevaren van fijn stof, maar voegden er fijntjes aan toe dat ‘hun’ BAM tracé net voor een vermindering zorgt. Het onderzoeksveld is wetenschappelijk nog steeds sterk in beweging. En vooral het goed meten van (zeer) fijn stof vormt daarbij nog steeds een probleem.
Nico Carpriau
Literatuur en bronnen Bond Beter Leefmilieu Een boekje open over fijn stof (mei 2006) Fijn stof nader bekeken (Milieu- en Natuurplanbureau Nederland) Infodossier ‘fijn stof ’: Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (2009) Informatiebrochure Volksraadpleging ‘Oosterweelverbinding’ (18 oktober 2009) Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL-CELINE) KULeuven – Eenheid voor Longtoxicologie Masterproef ‘Astma en Fijn Stof ’ – Els Dom (UA 2009), promotor prof. Claeys MIRA-T Milieurapport, Indicatorrapport 2008 Saneringsplan fijn stof en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen (2005) stRaten-generaal: Dossier Oosterweelverbinding (2009) Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technisch Aspectenonderzoek Vlaamse Instelling voor Terchnologisch Onderzoek Vlaamse Milieuadministratie, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Vlaamse Milieumaatschappij (www.vmm.be)
A NTWERPS F ARMACEUTISCH T IJDSCHRIFT 04/10
In de apotheek?
11