_
. . . ..-.... . _-
•
.
8; ATEN VM CURA~AO
-r
ontr.~
STATEN VAN CURA<;AO
ZITTINGSJAAR 2013 - 2014 - 05.2..
LANDSVERORDENING van de houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren (Landsverordening toezicht geld transactiekan toren)
No.1
AANBIEDING
De Gouverneur van Curac;ao biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp-landsverordenmg houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren.
De Minister van Financien,
Minister van Justitie,
;>
I'
STATENVANCURA<;AO
ZImNGSJAAR 2013 - 2014 - o6.t
LANDSVERORDENINC van de houdende regels inzake het toezicht op (Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren)
No.2
geld transactiekantoren
ONTWERP
IN N AAM VANDE KON INC! DeC
0
u v ern e u r van Cur a c; a 0,
In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is ter beschermmg van de integriteit van de financiele sector in Curac;ao regels te steUen betreffende het toezicht op geldtransactiekantoren; dat het tevens wenselijk is met het oog op het tegengaan van het witwassen van gelden en van het financieren van terroristische misdrijven, en hiermede uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de Financial Action Task Force on money laundering (FATF), het toezicht op de geldtransactiekantoren aan te scherpen; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikell In deze landsverordenmg en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: een garantie, versh-ekt door een kredietinstelling die is bankgarantie: ingeschreven in Afdeling I van het register, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Landsverordenmg toezicht
en kredietinstelling
onherroepelijk
de Bank: belast
de
is dat en onvoorwaardelijk van door bedoeld in
en Maarten en tevens is met
Minister: dwangbevel: externe deskundige: gekwalificeerde deelneming:
van
10% van meer of een of middellijk kwmen in een van meer dan 10% van ondememing of middellijk kunnen
een van
of middellijk
l'.C).ULL.qJ."'
overmaking ter
of dan weI of geldswaarden beschikking 2°, bij landsbesluit
aan te wijzen
verwante activiteit;
van of of bedrijfsmatig ten uitvoert dan van een derde is bij de weI beroeps of daarvan; bedoeld in
een
toezichthoudende instantie:
!
een van is met
P.E. 1994, no. 4.
Staten van
2013 - 2014-
I
no. 2
2 36
op
markten of
wet en
en financiering terrorisme.
Hoofdstuk 2
Artike12 is een
1.
vanuit het van voorafgaande vergunning van
de Bank. 2.
3.
lid, van het een is
Centrale om Artikel3 1. De Bank kan aan een categorie op ontheffing
eerste lid.
2. en wordt verleend van
de of
vrijsteliing, op
3.
a.
verrnoeden bedoeld in artikel schuldig of
c, d en e, aan witwassen van
Staten van
2013 - 2014 - 051
I
no. 2
3 - 36
is om een integere aan te voldoen. of ontheffing kunnen worden gesteld
4.
worden verbonden
5. niet meer verantwoord vierde
zijn
4
geld transactiekantoor; de de
en de van en het beleid
opleiding, van degenen
van waartoe het van
van behoort en tevens uit het geldtransactiekantoor of e.
f.
gericht op het
h. en interne controle;
Staten van
2013 - 2014
,no.2
4 36
1.
door twee of meer
meer van groep waartoe het bepalen en tevens uit van geldtransactiekantoor of
de
is dat met het
voornemens het beleid van
die
bepalen, is om het
Staten van
2013 2014
,no.2
5 36
7",
over een door
vast te
minimumbedrag aan
bedoeld in lid, onderdeel i;
in artikel 4, tweede lid, van g en h, van is dat het geldtransactiekantoor in staat toezicht te stellen te is om aan haar uit hoofde van
en aldus gevaar
VOOI
het ClCUIHI..JLt:
Bank beslist over het
2.
UD ..7r,,:>1,r
vennootschap of een besloten het een
60
om een
na
van: a. b.
en
3.
niet te het eerste lid, indien worden voldaan beoogt
een aan of meer van de voorwaarden, aantoont dat daaraan redelijkerwijs en dat die
6
Bank
Staten van
2013 - 2014
,no.2
6 - 36
a. zij gronden
om aan te nemen aangevraagd om op structuur van waarvan het geldtransactiekantoor deel onvoldoende en
b.
c. zij van oordeel is dat kunnen
van de vergunning in strijd is of zou het te voeren rr'lr'TlPi"::>
van oordeel is dat de van van het betrokken geldtransactiekantoor, met het toezicht op is belast, onvoldoende en
Artike17 1.
geldtransactiekantoor waaraan een is gehouden aan voorwaarden waaronder vergunning '-'-"U'-''-' in 5, eerste lid, alsmede aan de voorschri£ten ""," .... ,.,.~ aan en bij bedoeld in 2,
2.
waaraan een vrijstelling of ontheffing bedoeld in artike13, eerste lid, is is gehouden aan artikel3,
lid, te blijven voldoen.
8
60
a.
door de aan surseance van is geldtransactiekantoor kennelijk
c.
niet meer voldoet aan
d.
in
e.
of oneigenlijk
£.
geldtransactiekantoor structuur van de waarvan of van het zodanig wordt gewijzigd dat de geldtransactiekantoor is land van met toezicht op onvoldoende adequaat en toezicht
Staten van
2013 - 2014 ')51-
I
no. 2
7 - 36
g. het geldtransactiekantoor of een van de beleidsbepalende of medebeleidsbepalende personen van het desbetre££ende geldtransactie kantoor niet of niet meer voldoet aan de bij of krachtens deze landsverordening opgelegde verplichtingen. 2. De Bank kan de vergunning intrekken, indien: a. de gegevens of bescheiden die zijn verstrekt ter verkrijging van de vergunning zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op het verzoek een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van het verzoek de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest; b. zich qmstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan, zo zij v66r het tijdstip waarop de vergunning werd verleend zich hadden voorgedaan, of bekend waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd; c. een der bestuurders of degene die het dagelijks beleid van het geldtransactiekantoor bepaalt of mede bepaalt in staat van faillissement is verklaard of aan hem surseance van beta ling is verleend; d. de bankgarantie, bedoeld in artike14, tweede lid, onderdeel i, niet meer wordt verleend; 3. Het besluit tot intrekking van de vergunning of de weigering tot intrekking van de vergunning is met redenen omkleed en wordt door de Bank bij deurwaardersexploot aan het betrokken geldtransactiekantoor betekend. 4. Het besluit tot intrekking van de vergunning en, indien de Bank zulks noodzakelijk acht in het belang van de ontwikkeling en instandhouding van een gezonde financiele sector, het monetair beleid of het deviezenverkeer, de redenen voor de in tre k king, worden zo spoedig mogelijk nadat dit besluit onherroepelijk is geworden, gepubliceerd in het blad waarin van Landswege de officiele berichten worden geplaatst. De Bank kan, indien zij dit in het belang van de klanten van het geldtransactiekantoor acht, het besluit, alsmede de redenen voor de intrekking, bedoeld in de eerste volzin, eveneens op andere door haar te bepalen wijze bekendmaken. De kosten van de bekendmaking komen ten laste van het betrokken geldtransactiekantoor. 5. De Bank kan de publicatie, bedoeld in het vierde lid, tot een nader door haar te bepalen tijdstip aanhouden, indien openbaarmaking emstige schade aan de belangen van de klanten van het geldtransactiekantoor zou kunnen toebrengen. 6. De Bank zegt het geldtransactiekantoor waarvan de vergunning is ingetrokken en dat tegen het besluit tot intrekking bezwaar of beroep heeft aangetekend, per aangetekende brief aan, dat vanaf het tijdstip van intrekking van de vergunning alle of bepaalde organen van het geldtransactiekantoor hilll bevoegdheden slechts mogen uitoe£enen na goedkeuring door een of meer door de Bank aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen, welke aanzegging ter stond van kracht wordt. Met betrekking tot deze aanzegging is het bepaalde in artikel 23, vierde lid, onderdelen a, b, d en e, van
Staten van Curac;ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - Do l. ,no. 2
8 - 36
overeenkomstige
met de
7. geldtransactiekantoor waarvan tot
verboden in is ingetrokken en het is verplicht Bank te
om te 8.
voorschriften verbonden aan en
bij de Artike19
1.
c.
bevorderen van
het eerste
en het
en van
voorkomen van bij handelingen onaanvaardbaar of in
vertrouwen in markten in van
5°. ordelijke en
Staten van
2013 2014 D51-
I
no. 2
9 36
·zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en van of waarborgen of consumenten. 3. De Bank kan bepalen in eerste lid, ook van 2, onderdeel b, weI de ondernemingen instellingen, bedoeld in 3, eerste lid, die te houden, zich te blijven houden aan die voorschriften. 4. Een waaraan een is te alsmede te blijven voorschriften, bedoeld in het eerste lid.
10 1.
in
b, bedoeld in artikel 3, eerste lid. verplicht te houden, 2,
of ondememingen zijn te blijven houden aan
waaraan een
3.
te blijven
te houden, voorschriften, bedoeld in eerste lid.
is verleend, is aan
lOa 1.
van uitvaardigen, indien nodig die waarschuwing geleid. om een openbare 2. 1aat uit te eerste van intemationale of openbare organisaties, hier te lande te uuuu........ , 3. Indien de een openbare uit te vaardigen, eerste van het besluit.
bedoeld in of ins telling
4.
van
Staten van
2013 - 2014 -
1..
I
no. 2
10 36
de
waarschuwing
openbare
5.
en vierde lid in
is
6. Indien wordt verzocht
7.
Hoofdstuk 3
11 1.
aan wie een
Bank
2. in in
3.
waarvan de
doorgehaald. in het wordt binnen
4.
na dag waarop op de website van de januari van openbaarmaking van het Publicatieblad. van het 6.
van ter
voor een ieder
Hoofdstuk 4 Controle en Artikel is verplicht
1. vast te
termijn een
Staten van Cura<;ao,
2013 - 2014-
binnen een door Bank ten minste een balans en
,no.2
11- 36
over Bank in
2.
3.
bij de Bank periodiek binnen bedrijf te lid, moeten
vorm waarin de rapportagestaten, bedoeld in worden
a.
waarbinnen zij moeten
b. hieromtrent een verklaring van een externe 5. een bepaalde in het eerste en tweede lid. Aan aan en de eerste volzin, te 6.
kan bepalen dat de voldoet aan dat 119, lid, Wetboek
door een
13 1.
externe jaarrekening van een en op grond van van een verklaring moet waarvan hij bij
eerste 12, vierde lid, van van
die voor het
a.
de
werkzaamheden vergunning
gesteld; opgelegde
b.
c.
Staten van
2013 2014 051..,
j
no. 2
12 - 36
omtrent
in
te externe is voorts verplicht bij een eerste lid onverwijld aan een correspondentie die
2.
een mondelinge
stukken.
3. externe geldtransactiekantoor ook instelling, is de
voornoemde voor het uitvoert voor een andere eerste lid,
is van het geldtransactiekantoor. tot een
4.
dat in redelijkheid met tot een melding
een derde
op
had mogen worden
14 vast te
1.
boekjaar, in een met
2. eerste
15 1. wie van een exteme naar haar
2.
deskundige oordeel
naar
Staten van
2013 - 2014-
I
no. 2
13 36
3.
4.
ter betrokken exten1e u"'''"'''.u geIdtransactiekantoor is verplicht van een exteme
te maken van Bank
Artikel 16 1.
is a. zijn statuten te
een gekwalHiceerde in een andere ondememing of
houden, te verwerven, dan weI te vergroten; te of te Bank:
2.
te
b.
over te
van een
c.
Hoofdstuk 5 en Artikel bedoeld in
1.
m 2. De kosten
van
Staten van
de
ten minste behandeling
van in rekening is aan de kosten die van de van
2013 2014 -
)., no. 2 I
op
14 36
4.
in het tweede lid verschuldigde bedrag wordt beta aId binnen na van de brief waarbij de betalingsverplichting is
van het met de wettelijke bedoeld in het 6. Indien het in niet binnen termijn is betaald, stuurt de een schriftelijke twee weken na dagtekening van de aanmaning dit van de dat het
met van
uP·rnr'''ClT.
van
8,
9.
de
betrokkene bij titel op in zin Rech tsvordering.
is van 6
van
Geheimhoudingsplicht en
of
bij geldtransactiekantoren die van een
1.
eerste en
2.
gepubliceerd en zijn is aan een ieder uit hoofde van landsverordening landsverordening of van heeft vervuld, besluiten of verkregen, bekendheid te geven of daaraan wordt van taak of door
3.
....
W~Lv.~ in het eerste en
lid, ter doen van een
waarin op te h'eden, kan
wordt Bank in
handhaving vermoeden van een
Staten van
2013 2014
I
no. 2
15 36
van
behandeling opsporing, vooronderzoek inlichtingen verschaffen. van het eerste en tweede lid, met haar of inlichtingen, bij de vervulling van opgedragen
ter 4. De
5.
lid, het Meldptmt, melding
bedoeld in transacties 1
Artikel19 gegevens ingevolge aan buitenlandse te
1.
a.
waarvoor de onvoldoende is
gebruikt
uP,,,.:>"':>""
b.
van c.
d. e. met
of zou
f.
2.
is gewaarborgd dat doel dan waarvoor gebruikt voor een verstrekt. inlichtingen Vim een
hier
Lnstantie hee£t
verkregen van de
I
tenzij te instantie waarvan de of uitdrukkelijk ingesternd met de inlichhngen en in geval
P.B, 2010, no, 41.
~t::ltpn
V;:1n ('I 1
r::JC::J(i 7ittinl"siaar 2013 - 2014 05:L • no, 2
16 - 36
met
voor een zijn verstrekt.
doel
waarvoor
3.
w a arv oor zij niet in strijd is met het eerste lid toezichthoudende
a.
tweede wijze met zou
b.
het in de naar
feiten. 4. Bank gegevens of inlichtingen verstrekken aan Meldpunt, bedoeld
inlichtingen naar kunnen zijn voor
belast met opsporing en vervolging. Artikel ten van een van
Bank
l.
voor de instantie en 24, tweede tot en met 2.
toezicht valt, worden vermoed die van belang kunnen rr""-'-""l<>r"" of deze cro,crO'.!OT
landsverordening
3. de
te
Staten van Curac,;ao,
in tweede lid binnen een door
".·b,hr""'''''''
termijn.
2013 2014 05>- / no. 2
17 - 36
4.
bij wie een ingesteld,
bedoeld in het lid, wordt nodig is voor een
5. toezichthoudende instantie uitvoering van een 6.
van een lid, aande bedoeld in dat tweede instantie waaraan verleend, voigt de iD'''7'''::'1, is
en staat onder
Artikel een
1. De
organisatie
van
2.
het
omtrent geld tnmsactiekan toren.
toezicht
22 in Landsverordening diensten te aan waarop, naar de instelling weet of 2, eerste lid, van toepassing verbod, bedoeld in
is aan een instelling bij
Artikel bij of naleeft,
1.
I
P.B. 2010, no. 40.
Staten van
Cura~ao,
2013 - 2014 - D5L ,no. 2
18 36
of zou kunnen brengen, bij brief doet de
nodige
2.
te in strijd met de door te handelen. onvoldoende, als
is opgelegde
naar door haar vastgestelde kan lid gevolg is a. geldtransactiekantoor bij
goedkeuring door met inachtneming aanzegging ter b. het
van kracht wordt; bij waarin van alsmede in of publicatie indien tevens de correspondentie
De ontwaart van een noodzakelijk eerste bij onmiddellijk uitvoering aan lid. De wordt eerst van in de he eft terrni jn zijn
3.
kracht gesteld binnen een door de
onrniddellijke
4. betrekking tot lid, is het volgende van en het a. organen van aangewezen
de te voeren; van het
toestaan bepaalde handelingen de in
bedoelde te verrichten;
Staten van Curat;,:ao,
2013 2014
/ no. 2
19 - 36
c. de
de Bank
bevoegdheden uit
e. voor
geldtransactiekantoor
de wederpartij wist dat
niet kon
f. de Bank van oordeel is dat de
klanten van geldtransactiekantoor
s.
6.
en de kosten van de b, en het vijfde geldtransactiekantoor.
1. Met het
op de naleving van
In
bij of de
blad waarin
2. De het eerste lid aangewezen van hun voor zover noodzakelijk is, a. boeken, van b. l<"nl~)Pn te
Staten van
zittingsjaar 2013 - 2014 -oS!.... ,no. 2
voor
20 36
dat
vaor bewijs;
mee te nemen tegen een door
af te
van woningen zander te
3.
te
4.
5.0p vaartuigen X van
tot een plaats
van de arm.
van woningen tot uitdrukkelijke Derde Boek van het Wetboek van
van
laatste wordt
25 24,
kan
1.
eerste uitvoeren een deskundigen. of gedeeltelijk geldh·ansactiekantoor. 2. Indien uitoefenen van bepaalde
de
toezicht externe u\..,,,",,,-U lieI:m~~e verband hr>l1r1An het aan 24 is van toezicht, bedoeld
dan
afschrift
3.
Staten van
2013 - 2014 -
0:51,.
I
no. 2
21- 36
tevoren aanwijzingen voor uitvoering van deze functionarissen van de buitenlandse instanties zijn belast, de te
op van de
Artikel strafbaar bij of krachtens artikel 184 van het Wetboek van bij
2. Bij
9
onder dwangsom en Artikel onder verstaan: herstelsanctie, a. een last tot gedeeltelijk van en b. verplkhting tot betaling van een geldsom last wordt
of
29 1.
bij voorschriften laatste volzin, en achtste volzin, en derde lid, 12,
bij 2, eerste lid, 7, 8, lid, 9, derde en Bank
eerste
tweede en het Wetboek van 2. De
'''Plenp
lid,
"""""10~'r1
d wangsom opleggen. Artikel
voor de
3.
Staten van
van
2013 2014
!..-
,no. 2
22
welke de r",,"}.rnCOrl wordt verbeurd. 5. tot oplegging van een gesteld en is een 6. De Bank gesteld
de last kan
zonder wordt op schrift
een bedrag hetzij op een niet is uitgevoerd, weI per De bedragen staan in redelijke uc>-rnrn overtreding van tot de zwaarte van geschonden en tot de beoogde van de dwangsom. 7. Bij landsbesluit, houdende bedrag waarboven Artikel verbeurde is
1.
een last
zes weken
wordt
van
de Bank van opheffen, de ervan opschorten vaor een d wangsom ingeval van of om aan onmogelijkheid voar die IS
Bank ap
2.
een Jaar van is verbeurd.
Artike132
van een verbeurde is Artike133 onder d wangsom een
worden bestond.
voar zover voor
Artike134 1.
aan te manen tot beschikking omtrent de
Staten van
van de van de
zittlngsjaar 2013 2014
,no.2
beslist de
23 -36
van is
voorts een beschikking omtrent een belanghebbende daarom ,,~,~~~.~ zes weken op het verzoek.
3. De Bank
van de
Artike135 van last onder tot invordering
1.
2.
is met
een nieuwe invordering onder dwangsom. Artikel
1.
3.
hoger beroep of een "a1~'7"n om dan weI dwangsom heeft mede gericht tot invordering van de beschikking die beschikking betwist. voar zover de belanghebbende Curac;ao, 5int Maarten Hofvan het beroepsehrift toe te Landsverordening Bank gewenst is. op een verzoek om
37 sane tie, inhoudende van een geldsom.
h"",j.,.c,Hc,~rl'"
bestuurlijke boete wordt verstaan: een onvoorwaardelijke verpliehting tot
1.
gesteld bij of
kan bij 2, eerste lid, 7, 8,
tweede en 14, eerste lid, IS, 23, eerste lid, laatste tweede en derde lid, een UC;C,LU.IAl Wetboek van 5trafrecht is van 2. landsbesluit, houdende van bepaling van overtredingen bepaald.
en en
I
I
toepassmg. maatregelen, wordt boete voor
P.B. 2001, no. 79.
Staten van Curac;ao,
2013 2014
0
,no.2
24 36
3.
over te tot betrokkene op de onder verrnelding van
van een
stelt
de te
waarop
39 bestuurlijke wordt a. overtreding niet aan de ""."... f4~ori b. overtreder is overleden; c. aan
indien: kan
verweten;
in
45, a, is overtreding d. een rechtvaardigingsgrond voor 40 boete wegens gedraging een onderzoek ter terechtzitting is begonnen, of van het vervallen artikell: 2. de
tegen
l.
afgezien. 3. Voor een voorgelegd, a. de de b.de heeft
IS
tot
overtreder het is officier dan weI worden
een te
van
van de
van justitie
Artike141 1. Een niet 2. Een Maarten en 25 van Wetboek van beveelt. 3.
Staten van Curac;;ao,
de
van de
opleggen van een bestuurlijke heeft plaatsgevonden.
2013 - 2014
I
no. 2
vervalt
25 - 36
4. Indien tegen de bestuurlijke wordt ingesteld, wordt opgeschort tot onherroepelijk
wordt
1. Indien de personen, natuurlijke persoon of opleggen van een daarvan verklaringen omtrent wordt hiervan in informatie word t 2. Indien beroep is de boete is te
of beroep in het derde lid, is
eerste
een bepaalde oog op het aan hem verplicht ten behoeve af te De betrokkene hij mondeling ter zake om
omtrent
boete is de partij aan wie overtreding verklaringen af
43
24, eerste lid, kunnen van 2.
geval:
c. 3.
"'O"Tnl."t'r
4.
van
wordt uiterlijk bij de bestuurlijke boete
een proces-verbaal als bedoeld in is opgemaakt, in de plaats van het rapport.
van voor
Artike144 1.
desgevraagd in de F-.~"'~J-.~" van de bestuurlijke boete, en daarvan afschriften te
2. er zoveel voor ,,,.,.,,,-.an medegedeeld in een voor
De Bank in
redelijkerwijs aan
Artikel
Staten van
zittingsjaar 2013 - 2014 -SL " no. 2
26 - 36
1. De kan voornemen tot opleggen van een naar voren te brengen. 2. Op het moment dat in word t gesteld over het voomemen tot het van een bestuurlijke zijn naar voren te brengen: a. wordt rapport reeds uitnodiging daartoe aan of uitgereikt; b. voor bijstand een de verdediging van overtreder 3. Bank de naar voren
opgelegd, of justitie worden
a. voor de b. de
46 1. Een
tot
vermeldt
van een
ieder
opgelegd, alsmede
a.
overtreden op geldsom, alsmede een de te bedoeld waarbinnen c. de
hoogte boete moet
en
2.
van talen 1 onvoldoende dat de van een voor hem
draagt beschikking aan
wordt
mf'egeOeelO
in
Artike147 De zijn voorafgaande
I
onder ......"''''cr''..,''.1''\ die worden uC>ler1('hr overtreding en van
in verband met
van een
P.B. 2007, no. 20.
Staten van
zittingsjaar 2013 2014 05L, no. 2
27 - 36
Artike148 hoofdstuk is van dwangsom en de bestuurlijke boete.
uit de
Artikel 1. De
tot van een vastgesteld. 2. De beschikking vermeldt geval: a. de te geldsom; en
de betaling moet plaatsvinden.
Artike150
1. Betaling geschiedt aan een door de door 2.
te bepalen kantoor dan bestemde
door Bank
kantoor van Bank
3.
komen ten
4.
van de overtreder.
52 1. De overtreder is van zes
de
met
verzuim heeft
van wettelijke rente tot gevolg en eerste lid,
2.
3. De
van
llCLLll',C
rente
vast.
53
Staten van Cura\=ao,
2013 2014 - D51- ,no. 2
28 - 36
l.
maant twee weken,
die
3.
wordt
aan tot is
dat bij
2.
is
tijdige van de
uit
worden te voeren
aanmaning een vergoeding in aanmaning vermeld.
54 1. De kan een d wangbevel 2. dwangbevel een
titel op, met voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke
3.
uitgevaardigd wanneer
eerste lid, niet
betaald.
Artike155
het tevens de wettelijke rente en de kosten van 2. dwangbevel kan hebben op tot betaling van een geldsom door de aan de Bank 3. en de tenuitvoerlegging van dwangbevel is uitgevaardigd. 4. dwangbevel door ten is
de
1.
op van
Artike156 Het a. b. het c. de
geval:
d. de
en
waaruit
het dwangbevel is
Staten van
2013 - 2014
L
,no. 2
29 - 36
1. De
2.
van
exploot verrneldt in en kan worden Artikel
Bank die een
over
bevoegdheden
grond van Artikel staat verzet
van vande de tenuitvoerlegging. Cura<;ao kan
1. 2.
verzoek van de de van
de
2.
artikel
verjaring stuiten eerste lid, of door een
een aanrnaning als van
in van een
Artike162
Staten van
2013 - 2014 - o'5L
J
no. 2
30 - 36
1. Door stuiting van de met de 2. nieuwe dan vijf jaren. 3. Wordt de
nieuwe
te
van een eis van Boek 3 van
Wetboek van Artike163 1.
rechtsvordering tot betaling aan Bank welke de na de
van die 2. Het eerste a. b. c.
een
Hoofdstuk 11 van Artike164 1. De
2.
van lid, 18, eerste en landsverordening te bevorderen, feit tel' zake of een boete is opgelegd, de naam, adres en aan wie dwangsom of de tel' openbare kennis brengen. openbaarmaking, bedoeld eerste lid, van dan op een andere door de Bank te in
65 een is verbinden dat de Bank niet in
Staten van
2013 - 2014 051.-
!
no. 2
31 - 36
66
Bank
1.
voomemens is van artikel kennis te brengen, de betrokkene waarop het voomemen
een feit ter
2.
om over het voomemen tot 64 zijn 3. De zijn naar voren te brengen, indien van geen adres niet met een '-~''-UJ,L'''- inspanning kan
Artikel te
de c. de
torTY'iTl'n
waama Artike168
Tenzij uitstel 64 een
Artikel werking
ter artikel 68 wordt is en ook
de dag werking
indien van niet met een redelijke
70 een
1.
ter openbare kennis te
en het Wetboek van
Staten van
2013 - 2014-
,no.2
32 -36
tot een feit ter
2.
bedoeld kennis heeft
Artikel71 omop
1.
van artikel
brengen
een feit ter heeft
2.
feit ter
gebracht
Artike172 met het De werkzaamheden in brengen van een feit worden verricht het van het
van ter personen niet en het daaraan voorafgaande
Artikel Minister van van 9 en 11.
en ter
de
van worden bevoegdheden, genoemd in
Hoofdstuk
Artike174 of
de en lid, tweede en vijfde eerste lid, vierde
1. Handelen in strijd
wordt van de 2.
handelen in strijd met lid, wordt gestraft met van de
3.
Staten van Cura<;ao,
2013 2014
a, met een hechtenis van ten hoogste weJ met van beide
eerste voorschriften, ten hoogste vier jaar en van beide overtredingen en de in het
,no.2
33 - 36
Hoofdstuk van 75
voor de openbaarmaking van voorschriften, bedoeld in 9, eerste lid, 10, eerste lid, en de plaatsing van voorschriften in en eveneens met op van van datum van uitgifte. HO·"rY'I,O
Artike176 onverwijld
1.
ill
van
door voorsclrriften
2.
naar het een de Minister onderwerp,
de algemeen
voor het verbindende
worden door de Raad van 14 Wijziging van
bank,
De
A.
B. 1 A.B.
In
1, eerste lid, wordt door: artikel 88, eerste een lid
Aan artikel1 2010, no. 87
Staten van
geldstelsel,
,.",>(n'u"",u",
w)
2013 2014 D5l..-, no. 2
34 - 36
5.
Na
is
1
een
1, eerste
79
voor
wordt
en
Aan
wijziging in
gvan
en
1.
de
2, eerste lid, blijft voor wat
na het
2.
81
1
A.B. 2010. no. 10J.
Staten van
2013 - 2014 - OS1...
f
no. 2
35 - 36
Deze landsverordening treedt in
op een
landsbesluit te bepalen
wordt geldtransactiekantoren.
te W illemstad,
De Minister van
van Justitie,
de De Minister van rcn>CHH'f""
Staten van
2013 2014 - 052.. / no. 2
36 - 36
STATEN VAN
CURA~AO
ZITIINGSJAAR 2013 - 2014 - Oo:l
LANDSVERORDENING houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren (Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren)
NO.3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave 1. Inleidmg 3
2. Doelstellmgen en hoo£dlijnen van de Landsverordenmg toezicht
geldtransactiekantoren 4
7
3.Toezicht en nalevmg 7
3.1. Inleiding 3.2. De intrekking van een vergunnmg 8
3.3. Het aanwijzmgsrecht en daarmee samenhangend de (stille) curatele
bevoegdheid en andere bevoegdheden 9
10
3.4. De last onder dwangsom en de bestuurlijke boete 3.4.1. Doelstelling 10
3.4.2. Functiescheiding 11
3.4.3. De anti-cumulatieregeling 11
3.4.4. Aspecten betreHende de rechten van de mens 12
3.5. Geldschulden en verjaring 14
3.6. De openbaarmaking van overtredmgen en de openbare
waarschuwmg 15
3.7.De standaardtoezichtbepaling, de opspormgsbevoegdheden en de
stra£bepalingen 17
17
3.7.1. De standaardtoezichtbepaling 3.7.2. Belangrijke aspecten van de standaardtoezichtbepaling 18
3.7.3. Toezicht door een externe deskundige 19
19
3.7.4. Toezicht door een buitenlandse toezichthouder 3.8. De bijzondere opspormgsbevoegdheid 19
3.9. De strafbepalingen 20
Staten van
Cura~ao,
zittingsjaar 2013 - 2014 - OS}., , no..])
1- 63
3.10.1. 3.10.2. De jaarrekening 3.10.3. De in formatieplicht 1. publicatieplicht van 3.12. aanstelling of handhaving van een externe deskundige 3.13. of van
20
20
21
21
22
22
23
25
26
28
28
Cura;;ao 6.
Staten van Cura<;:ao,
2013 - 2014
,no.3)
2 63
Inleiding Action
(FATF)
Nederlandse Antillen te introduceren, omdat voor het van Gesteld kan worden dat de door het FATF onderworpen aan bijzonder aan
introductie van vorm van waren namelijk Nederlandse Antillen, in het am een machtiging wordt
bank van de Nederlandse Antillen fungeerde in Nederlandse Antillen en op financiiHe tot toezicht Antillen. Met Maarten (hiema: uitgeoefend door Centrale Bank van en Bank).
doelstellingen van introduceren waarbij
administratieve traject niet
van van terroristische misdrijven, is intemationaal en van aan een
VI. Alternatieve land
dienen te hebben of dienen te van
meer van oak voor dat moeten
waarbotgen dat aanbieden op het van overmaking via een geldswaarden, een en aile gelden voor banken en niet-bancaire financiele
Assessment of the Supervision and Regulation of the Financial februari 2004. Thans Aanbeveling 14; de FATF-Recommendations in 2012 aangepast en vernummerd. Oit ontwerp is reeds voor het ontmantelen van het Land Nederlandse Antillen en in de procedure I
2
Staten van Cura;;:ao, zittingsjaar 2013 2014-
, no.!
3 - 63
land te deze diensten illegaal verrichten van toepassing zijn.
entiteiten strafrechtelijke
Door
de doelstelling van ook terroristische op te nemen, en zal van krijgen ten aanzien van Ais misdrijven in de zin van wet worden 1:202 van Wetboek van (P.B.
toezicht van
misdrijven I, no. 48).
2. Doelstellingen en hoofdlijnen van de Landsverordening toezicht
van het witwassen van misdrijven. Dit ook wei
die
manier
te uitvoeren en aan een vergunningplicht onderhevig te maken, toezicht op het
belang
van
houden voor of langere tijd geld bijvoorbeeld in loopt consument bepaalde vergu11I1illg wordt het kantoor zijn risko en ter van verplichting van een consument wordt voorgesteld om bedoeld in II, lid, van (P.B. 1994, no. van
1.2 en 1.3 van het
banken of kredietinstellingen. In
gebruikt om de diensten aan te
term lid, I, van geldtransactie Iuidt:
Staten van
2013 - 2014-
f
no. !I
4 - 63
Uhet in het kader van een geldelijke overmaking ter beschikking gelden geldswaarden, teneinde deze gelden ofgeldswaarden aan een derde elders betaalbaar te of te doen stellen dan betalen of of geldswaarden gelden of geldswaarden ter beschiklcing geldelijke overmaking een op zelJ staande is ". In praktijk wordt doorgaans term "money transfer" of "moneygram ,"money ,"money remittance "telegraphic gebruikt om de in artikel I, eerste lid, onderdeel b, onder I, aan te J;L'\.AU''-ULL
en ook voor onder
melding ongebruikelijke MOT)(P.B. 2010, no. 41)
Landsbesluit aanwijzing
2000, no. 120)
van de
transacties (hierna:
~
~
Meldpunt), 2 van de Landsverordening MOT. Doordat met de landsverordening geldtransactiekantoren toezicht tevens aan de wens van op transacties op van Landsverordening
UlJ'.<:;LlIl'>'"
MOT. is
2000, bij financiele dienst aangewezen waarop LID)(P.B. 2010, no.
om bepalingen van die I, onderdeel b, sub
Bank met volgende sectoren: a.
b. c. d. de ",HarJ'.,,,,,
e. beleggingsinstellingen en
Staten van
2013 - 2014
,no.~
5 63
f.
g. de
is een
Voor het voeren van voorafgaande
Daarbij kan de Bank
van behoort en tevens uit beleid geldtransactiekantoor (mede) bepalen en degenen deelneming in het geldtransactiekantoor houden, op hun persoonlijke dergelijke ten aanzien van (me de) beleidsbepalers van de toezicht van de Bank staat.
een
Betrouwbaarheidstoetsing op
en aan een aantal landsverordening bepaald algemeen verbindende voorschriften kan uitvaardigen met integriteit (b) de en handhaving van een geldtransactiekantoor. Deze in moeten worden financiering van worden in relatie tot gesteld omtrent betrekking hebben op of tot opleiding De Betrouwbaarheidstoetsing CBCS is te downloaden op de website van de Centrale Bank van en Sint Maarten. 3
Staten van
zittingsjaar 2013 • 2014 .
f
no.:b
6·63
meldingsen in kader van
de MOT en de
LID.
3. Toezicht en naleving 3.1. Inleiding toezichtlandsverordeningen op grond op worden - in toezichtlandsverordeningen - de navolgende on twerp opgenomen: a.
b.
stille
en
g.
i. j. k.
van actieve informatieplicht 121 van 2 van
exteme Wetboek 4; publicatieplicht bij jaarrekening; exteme deskundige; de aanstelling handhaving van van en
de van Landsverordening, in van bovengenoemde onderwerpen in mogelijk aansluiting is gezocht van de Bank, en de voorgesteld in Maarten, wordt aan ontwerp toezicht dat uitgeoe£end moet is met van deze geldtransactiekantoren en de sector.
Overal waar in deze memorie van toelichting wordt over de externe wordt bedoeld een externe als bedoeld in art ike I 121 van Boek 2 van het Wetboek.
4
Staten van
2013 - 2014
f
no.
7 - 63
intrekking van een vergunning ten
van
Bank middels
te
meer
van het desbetreffende bij of voldoen aan
om gronden voor intrekking van de 8, eerste en
van de houder van een verplichting voor Bank te nemen. wordt verwezen naar artikel toezicht
is de Op Raad van vergunning in te trekken, bevoegdheid van de Bank om opgenomen in artikel 8, eerste en lid, van gesplitst in twee de van eerste en tweede lid, bevoegdheid van de Bank om te Zo niet voorstellen VL,nW'JL;'
In het geval het geldtransactiekantoor bijvoorbeeld in staat van om te of de Bank de niet hebben (gebonden bevoegdheid) en niet eerste lid moeten vergunning worden
5
RvA no. RAllO-J
Staten van
3.
2013 - 2014
8 63
3.3. Het aanwijzingsrecht en daarmee samenhangend de (stille) curatele bevoegdheid en andere bevoegdheden Voorgesteld wordt om in artikel 23, eerste en tweede lid, onderdeel a, van de Landsverordening de mogelijkheid op te nemen om geldtransactiekantoren een aanwijzing te geven, alsmede om een stille curator te benoemen, indien de Bank constateert dat een geldtransactiekantoor de bij of krachtens deze landsverordening opgelegde verplichtingen niet naleeft, dan weI de belangen van de clienten of toekomstige clienten van het geldtransactiekantoor anderszins in gevaar brengt of zou kunnen brengen. Tevens kan de Bank, indien naar haar oordeel onvoldoende, niet, of niet binnen de door haar gestelde termijn aan haar verzoek is voldaan, het geldtransactiekantoor bij aangetekende brief aanzeggen dat vanaf een door de Bank te bepalen tijdstip alle of bepaalde organen van het geldtransactiekantoor hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door een of meer door de Bank aangewezen personen en met inachtneming van de opdrachten van deze personen (de stille curator). Een dergelijke aanzegging wordt terstond van kracht en daaraan dient gevolg te worden gegeven niettegenstaande enige daartegen gerichte voorziening. In het vierde lid van artikel 23 van de Landsverordening wordt voorts zowel voor het geldtransactiekantoor en haar organen, als de Bank, een aantal bevoegdheden en verplichtingen opgenomen die gelden warmeer er sprake is van een aanzegging als bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, van de Landsverordening. Zo kan de Bank toestaan dat de betrokken organen van het geldtransactiekantoor bepaalde handelingen zonder goedkeuring te verrichten en zijn deze organen verplicht de door de Bank aangewezen personen aIle medewerking te verlenen. Naast de mogelijkheid om een stille curator te benoemen, indien onvoldoende, met, of met binnen de door de Bank gestelde termijn gevolg is gegeven aan de aanwijzing van de Bank, wordt in artikel 23, tweede lid, onderdeel b, van de Landsverordening aan de Bank de bevoegdheid toegekend om de aanwijzing te publiceren. Bij de publica tie wordt, indien het geldtransactiekantoor zulks verlangt, tevens de correspondentie bekendgemaakt, die naar aanleiding van de aanwijzing tussen de Bank en het geldtransactiekantoor is gevoerd. De beslissing van de Bank tot publica tie van een aanwijzing wordt eerst van kracht wanneer het onherroepelijk is geworden. Tevens wordt in dit verband, ter bescherming van de belangen van de clienten of toekomstige clienten van het geldtransactiekantoor, in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de Landsverordening aan de Bank de bevoegdheid toegekend om in overleg te treden met de organisatie, die door de Minister van Financien als representatieve organisatie is aangewezen. De Bank zal alvorens in overleg te treden met de desbetreffende representatieve organisatie, het betrokken geldtransactiekantoor mededeling doen van het overleg.
Staten van Cura"ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 05.t ,no. !
9 - 63
3.4. 3.4.1.
De last
en
boete 6
Doelstelling
De is van goede
vereist niet dat er sprake regels maar oak dat een overtreding van worden 177 van de FATF voar dat land en dienen te doeltreffende, ontmoedigende strafrechtelijke, civielrechtelijke ten behoeve van van natuurlijke of rechtspersonen verzuimen te voldoen aan vereisten ter van of landsverordening te weten onder dwangsom en bestuurlijke boete strekt onder andere ter van bovengenoemde aanbeveling. beoogt door het en de bestuurlijke boete de nadruk te en legt
van op de bestuurlijke
van Landsverordening. worden weI
van en tegengaan VEU1 het van misdrijven. De openbaarmaking kan goede naam van het terwijl een goede naam voar een wordt juist van het grootste belang is. am in of een bestuurlijke boete is waarvan een en de woonplaats van overtreden voorschrift, alsmede boete is opgelegd, aan wie ter openbare kennis te brengen.
bestuurlijke
van Een flexibele en inzet wardt hierdoor mogelijk van de Memorie van Toelichting op het boete (IDBB) in de financiele
Bij deze is onder meer Wetsvoorstel tot invoering van de
6
35.
Staten van
2013 2014
10 - 63
de veelal zware, kostbare en tijdrovende strafrechtelijke procedures worden voorkomen. Hierdoor wordt overbelasting van het strafrechtelijke apparaat tegengegaan. Het strafrecht kan daarbij weI een belangrijke aanvullende en ondersteunende functie blijven vervullen als ultimum remedium. 3.4.2.
Functiescheiding
Wegens het feit dat de Bank zelf belast wordt met het opleggen van de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete, is het overigens weI noodzakelijk om te voorkomen dat men rechter wordt in eigen zaak. Dit laatste veronderstelt dat de interne organisatie bij de Bank zo wordt ingericht dat een functionaris die een overtreding constateert, niet tevens beoordeelt of een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete moet worden opgelegd (functiescheiding). Derhalve wordt in artikel 47 van deze Landsverordening voorgeschreven dat de werkzaamheden in verband met het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete worden verricht door personen die niet betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek. Ten slotte wordt opgemerkt dat de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete twee onderscheiden bestuurlijke handhavingmiddelen zijn. Bij de last onder dwangsom geeft het bestuursorgaan aan de overtreder van een bepaalde norm een last onder verbeurte van een geldsom bij niet nakoming. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongeclaan te maken of verdere overtreding dan weI een herhaling van de overtreding te voorkomen. De bestuurlijke boete heeft het karakter van een straf. Naar aard en doelstelling verschilt de bestuurlijke boete niet van de strafrechtelijke boete. 3.4.3.
De anti-cumulatieregeling
Omdat niemand voor een tweede keer mag worden berecht of gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken (het zogenaamde 'ne bis in idem' beginsel), moet cumulatie van een bestuurlijke boete en een strafrechtelijke sanctie niet mogelijk zijn. Voorgesteld wordt om in artikel 40 van de Landsverordening een strikte anti-cumulatieregeling op te nemen. Aan de ene kant vervalt de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen, indien ter zake van dezelfde overtreding strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen. Ook vervalt deze bevoegdheid, indien het openbaar ministerie op grond van artikel 1:149 van het Wetboek van Strafrecht een schikking met de verdachte heeft getroffen. Aan de andere kant vervalt het recht tot strafvervolging, indien de Bank ter zake van die overtreding reeds een bestuurlijke boete heeft opgelegd (arlike139, onderdeel c). Het recht tot strafvervolging vervalt daarmee niet op het moment van het onherroepelijk in werking treden van de beschikking tot het opleggen van een
Staten van Curac;:ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 0:52. ,no. ~
11 - 63
op het moment van opleggen van een feite een houdt in dat een weg, de strafrechtelijke weg bind end
van een bestuurlijke boete handhavingmiddel
en een meest Te denken valt aan situatie waarbij een periodieke rapportageplicht is van een waarvoor besluurlijke kunnen worden opgelegd. In een kan het effectief niet aIleen een bestuurlijke boete oplegt, maar tevens een te om van 3.4.4. Aspecten betreffende de rechten van de mens het
blijkt
de
van een Verdrag alsmede artikel 6 van het
de onder voor het opleggen 14 van het en (BuPo), tot Bescherming van (EVRM).
aanzien van
om een bestuurlijke boete derde lid, van artikel een verdachte niet of een bekentenis af te met be trekking tot artikel 6, eerste Indien de gebruik op te bevoegdheid om een bestuurlijke een persoon 50 van Wetboek van verplicht is om, te op tot zwijgen, voordat informatie wordt gevraagd (cautieplicht).
uitoefenen van van blijven informatie op te
8
om
recht om in het een Het desbetreffende
EHRM van 25.2.1993 in NJ 1
Staten van
tevens
485, Funke.
2013 2014-
,no.1>
12 63
nimmer
en bevoegdheden van de Bank. bevoegdheid een dwangsom of een bestuurlijke op te handhavmgmstrumenten van Bank. Slechts als gebruik van is het moment van toepassmg. Dit is inherent aan
Artikel 6 van
over criminal charge". Bij het om een bestuurlijke boete te worden vanaf het moment van een criminal is. de is van een criminal charge" waarop een persoon een handeling is in redelijkheid de /I
1/
1/
eerst
zwijgrecht geldt
jegens wie een handeling is verricht waara an kunnen dat een niet verplicht ter kan op welk moment verklaring af te beroepen zwijgrecht, aan van de en nro"'lct:>nriH>h<'ri':'n van het concrete moeten worden beantwoord. is wanneer er weI of niet sprake is van te een bovenbedoelde zin. In zal vorm van een zijn van een brief, een mondelinge waaraan naar buiten toe intentie van de kan verbinden dat hem
Zelfs
niet van belastend
zo ver van uitspraken op het een het Nederlands niet een verankerd, hetwelk een
9
Raad 17.2.1987, NJ I
Staten van
95J en
Raad23.6.l993, NJ 1993,27],
2013 - 2014
, no . .!
13 - 63
verplicht tot het belastend
van voor in
van volledig gehandhaafd blijven, ook derhalve beroepen op toezichtinformatie te Ho'rene", arrest
gevaL benadrukt het be trekking heeft "material but
in dat arrest which may be obtained which has an
nn7J'lOYC:
69).
Voorts bevat het hoofdstuk over de bestuurlijke meer de hoogte van de boete
van aanmaning. en in Hoofdstuk 9, artikelen
Geldschulden en
terrein dat Burgerlijk Wetboek wordt geJregeJ Dientengevolge is in een hoofdstuk "Geldschulden en verjaring" opgenomen, voorziet in over geldschulden Hierbij is zoveel mogelijk wet de Nederlandse
opgenomen in
ook worden afgeleid uit 14 van Boek 3 van
10
Raad 5.1.1982, NJ 1 Raad 15.2.1 NJ 1977,557 en II HRM 17.2.1996, nr. 431l994/490/572. 12 Raad 12.1 1990, NJ 1990,766; ABB 1991,430.
Staten van
zittingsjaar 2013 - 2014
, no. 1>
308.
14 - 63
tussen WeI kan het nodig dat een bepaald Bij is geregeld te en de geldschulden wordt een met over
3.6. De openbaarmaking van overtredingen en de openbare waarschuwing
te bevoegdheid kan in een kan
3.4.1. a] is naam van het geldtransactiekantoor naam voor een geldtransactiekantoor juist van het verband wordt ook om duidelijker tot wordt het Mitsdien uitdrukkelijk in de tel' altijd
waarborgen te bieden. of Bank redelijkerwijs niet waarborgen neemt.
noodzakelijke
als hierboven bedoeld, blad in een of Bank. m
meer dagbladen ter
Ull'L(1l1t:: van overtredingen bij Ten slotte verdient het op gebruik maakt van om van Wanneer bekend is of natuurlijk vrij om in dagbladen, via internet enz.! staat
Staten van
2013 - 2014
15 - 63
vm aan doen om
op weI
er
~
informatie te verifii:;;ren.
belast wordt met de openbaarmaking van een
noodzakelijk om te voorkomen men - dat de interne bij Bmk zo niet tevens een overtreding een ter moet (functiescheiding). Derhalve wordt in artikel 72 van voorgeschreven dat de werkzaamheden in verband met ter openbare kennis van een door vaststeHen van n\l,~rT1rpr1
M a t ' c t " .....
In 64),
van heeft, is het te tevens in het 64 een
om ter
vervalt, is. waarschuwing niet het
In dat geldtrmsactiekmtoor een die
bekend staat ook de koppeling gemaakt met de in artikel 1 van een artikel is namelijk of aanzien van elk
vm het doorgeven van van de bank met een '-''-_/v ...,u ",'rh,j-ccrpu
Staten van
'-..\.4
dat bij
2013 - 2014
I
no.lJ
en niet
16 - 63
De standaardtoezichtbepaling, strafbepalingen 3.7.1.
opsporingsbevoegdheden en de
standaardtoezichtbepaling wettelijke
in luidt als volgt13: 1. het toezicht op
bij of (lpersonen). Een blad waarin van Landswege de
wordt
personen zijn,
2.
zover
voor
a. aIle inlichtingen te
te verlangen van aIle boeken,
te nemen of en dam'van een tijdelijk mee te nemen; c. aan en te tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen; met van d. uitdrukkelijke toestemming van bewoner, te
door hen
e. vaartuigen, en onderzoeken; f. of tot woning gedeelten van
toestemming van de bewoner binnen te
3. nodig, wordt tot een als arm. d, verschaft met behulp van 4. Op van of tot woning lid,
daartoe
te
lid,
UC'UU'CI
en
en met dien verstande dat
procureur-generaal/gezaghebber.
5. Bij houdende """',."..,,,..,.,'" maatregelen, kunnen met betrekking tot
het eerste lid
de van de Memorie van Toelichting 1997, no. Wetboek van Strafvordering
Staten van
2013 - 2014 05).., no.'!'
17 - 63
is verplicht aan de krachtens te
6.
eerste van
wordt standaardtoezichtbepaling naar de welke bevoegdheden in het van
van 5:11 en
worden bevoegdheden,
toekenning van lid van laat onverlet opsporingsbevoegd zijn, over de opsporingsbevoegdheden beschikken. Daaronder valt bedoeld in
f, van de
3.7.2. Belangrijke aspecten van de standaardtoezichtbepaling is
worden als een daad van
op voordracht van Hoewel in bij landsbesluit, slechts plaatsvindt om wordt in Landsverordening bij landsbesluit van de personen belast met
14
RvA no. RAIlO-IO-LV, pagina 5.
Staten van
zittingsjaar 2013 - 2014 051.. no. !I
18 63
door
van
worden 3.7.3. Toezicht door een externe deskundige 25 van op te nemen dat uitoefenen van haar toezichtbevoegdheid, uitvoeren door een andere deskundigen. en schriftelijk aan op
oe£enen.
moet van een van inroepen van een specialistisch onderwerp. uitoefenen van bevoegdheden.
accountants vereist is. duur en v~~r een voor beschikken over """'{"\rrl""nin,cr van de aanwijzing van een
te
toezichihouder
een onderzoek ter 3.8.
bijzondere opsporingsbevoegdheid bij om aan Bank een naast ambtenaren,
In artikel 27 van opsporingsbevoegdheid toe te van Wetboek van
in
Staten van
2013 - 2014
61. no. I
~
19 - 63
belast zijn met de opsporing van de bij of krachtens deze Landsverordenmg strafbaar gestelde feiten.
3.9. De strafbepalingen Het al dan niet opzettelijk overtreden van een aantal bepalingen van deze landsverordening zijn strafbaar gesteld. 20 zijn onder andere de volgende handelingen, te weten het zonder vergunning opereren als geldtransactie kantoor (artikel 2, eerste lid), het overtreden van de aan een vrijstelling of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen (artikel 7, tweede lid), het niet opvolgen van de aanwijzing van de Bank (artikel 23, eerste lid), het niet verstrekken van inlichtingen (artikel 24, derde lid), alsmede het door een instelling verlenen van diensten aan illegale geldtransactiekantoren (artikel 22), als strafbare feiten te bestempelen. Indien deze handelingen opzettelijk worden verricht zijn zij een misdrijt in andere gevallen een overtreding. In deze Landsverordening wordt voorgesteld om: a. de strafbaar gestelde feiten uitdrukkelijk in een strafbepaling op te nemen; b. het overtreden van de strafbare feiten die als overtredingen worden aangemerkt te straffen met een hechtenis van ten hoogste een jaar en een geldboete van de vijfde categorie, dan weI met een van deze straHen (artikel 74, eerste lid); c. het overtreden van de strafbare feiten die als misdrijven worden aangemerkt te straHen met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en een geldboete van de zesde categorie, dan weI met een van deze straffen (artikeI74, tweede lid).
3.10. De verplichting tot het indienen van rapportagestaten en het indienen van de jaarrekening en daannee samenhangend de actieve infonnatieplicht van de externe deskundige 3.10.1. Rapportagestaten Ter uitvoering van het toezicht op geldtransactiekantoren is het van belang dat de Bank op gezette tijden staten van deze bedrijven ontvangt. In artikel12, tweede lid, van de Landsverordening wordt dan ook bepaald dat geldtransactiekantoren periodiek bij de Bank rapportagestaten moet indienen. De vorm waarin de rapportagestaten moeten worden opgemaakt, de achtereenvolgende tijdstippen waarop zij betrekking hebben en de termijnen binnen welke zij moe ten worden ingediend, worden door de Bank bepaald na overleg met de betreffende representatieve organisatie. Ook kan de Bank voor wat betreft de rapportagestaten de geldtransactiekantoren opdragen de staten op tijdstippen met een kortere tussenpoos of op kortere termijnen in te dienen, of een verklaring van een externe deskundige over te leggen. De verkorte termijnen zijn in bovengenoemd geval korter ten opzichte van de termijnen die in het kader van het derde lid van artikel 12 van de Landsverordening
Staten van Curac;:ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 05.L , no. :b
20 - 63
in overleg met Voorts wordt vijfde lid, van een ontheffingsmogelijkheid opgenomen. De Bank kan ontheffing verlenen van van de vorm verplichting tot het worden opgemaakt hebben en moeten Aan de ontheffing kan verbinden en beperkingen 3.10.2. De jaarrekening In eerste van geldtransactiekantoor binnen een door de Bank vast te en ten minste bevattend een met een door de Bank vast te
dat een een
winst en boekjaar/ in Daamaast te
in artikel vijfde ontheffingsmogelijkheid een geldtransactiekantoor de vennootschap, Wetboek/
niet
grate
voldoet aan 4 van Boek 2
hC>,"'\r\"I"ri
3.10.3.
actieve infonnatieplicht
13 van een actieve omstandigheid waarvan staten en en die: eisen a. b. in strijd is met de bij
externe bepaald bij elke dient te ",,~'.'-<~A werkzaamheden van van een geldtransactiekantoor verkrijgen van de vergunning landsverordening
bedreigt; of c. het voortbestaan van het verklaring omtrent d. de afgifte van een zou De exteme deskundige dient onverwijld aan r,-,.""I"c",-nr.... rapport/ van
Staten van
zittingsjaar 2013 2014
, no. 1>
21 - 63
bij
Bank in te dienen voor zover Bank bij van een desktmdige nodig de exteme de Bank een en stukken.
De publicatieplicht van
staten
jaarrekening
Met het
eisen een hun jaarrekening wordt bepaald om binnen een door vast te stellen termijn een door Bank vast te Om te dat op een van is in het tweede opgenomen. De Bank algemeen tot de publicatieplicht en de
3.12.
De aanstelling
In
handhaving van een exteme
kader van het
van een 15 van een en handhaving van de exteme van het Ook grond of handhaving van
deskundige die waarop een externe
de
van
in
aCColmtant
omstandigheden
Alhoewel tot worden
Staten van
meeste ",:""AC'nC en uitvoering van is het dat
2013 2014
waarin ook de accountant van een
I
no.7h
22 - 63
beslissing van
deskundige een ....
C"·AC>.~
aantekenen
het een en betreffende instelling. om bezwaar aan te kan de exteme van de Bank.
geheimhoudingsplicht en de inlichtingen
gezien het tegen een bezwaar of
van gegevens
geheimhoudingspbcht op inlichtingen grond van toezicht op en in het van landsverordening, verkregen. Dit houdt tevens in de en inlichtingen die zijn van het openbaar het Meldpunt, een buitenlandse Ten aanzien van andere gegevens inlich tingen kan worden gedaan geheimhoudingsplicht. bevoegdheid van om het Meldpunt te lichten, indien Ultoererlen van ontdekt die duiden een en bevoegdheden van WltWaS·Dri~KtllK.eI van terrorisme, word t in landsverordening ~nO"""n~'rTI vloeit onder meer voort IMF, zoals a. een aanbeveling van b. de noodzaak te geven aan c. de noodzaak tot handhaving van een instellingen en van de de om uitvoering te witwassen van
,-,-A'·A ... '......
sector van criminaliteit; en aan overige en financiering van
De lid, van de en vijfde lid, van
18, eerste en in het
van gegevens inlichtingen
3.13.2. De
meer
ontwikkelingen met elkaar van gegevens tussen wordt.
lV'"'UL,Ul'CHllh
de belangen van
15
steeds ertoe dat financH~le of gaan hebben, waardoor de toezichthouders van van de
betrokkenen in artikel 19 van
Thans Aanbevling 2.
Staten van
zittingsjaar 2013 2014 05L
I
23 - 63
waarmee
of inlichtingen
ruim
wordt in artikel 20 van
samenwerking tussen Mutual Evaluation Report van website van het
The Authorities
intemationale
in het van 25 juni staat voor wat berreft
clear mechanisms for and their foreign legal
exchange of information with foreign
counterparts. Mechanism arm of the
to facilitate all (MOT) and GCB)
voldoening aan
is artikel
Voor wat berreft ins tan ties geJden
tussen toezichthoudende
A. Principles applicable to all forms of international cooperation
Obligations ou
authorities
should make
request, as requesting authority on Unduly
measures or
2.
unduly restrictive
of inFormation or assistallce. In partic1llar assistance on grounds that.
16 FATF Interpretive note to Recommentdation 40, te vinden op: http://www.fatf gafi.orgimediaifatf/documentslrecommendations/pdfs/FATF_Recommendations. pdf on
Staten van
2013 - 2014 05L
I
no.l>
24 - 63
laws require financial institutions or where the that is IS in circumstances where legal privilege or and/or there is an inquiry, the assistance (d) the nature or status counterpart authority is different from that Safeguards
011
H.1-... ..,'H
exchanged purpose for which the information to other or
3.
to prior authorization Met het oog bepaald dat in dat ten van een onderzoek start onderzoek gevestigd, een waarvoor de
een te is IS
van het of of
en zou verdragen met
van juni 2012, staat voor wat betreft
Mutual op de 40 het volgende:
Op
meer
vorenstaande is in eerste eerste lid, van overeenkomstige eerst onderzoek naar een aantal
Recommendation 40 should
1489.
clear mechanisms for their foreign counterparts. authority to
with 1491
exchange of information with foreign
counterparts.
needed to supervisory arm of the flU (MOT) 1492.
Staten van
Cura~ao,
all competent GeB) undertaking
zittingsjaar 2013 2014
!
no. 2>
Bank,
on behalf
25 - 63
om een vergunning of een (lnrn.'ttlno- een bed rag hoogte van dit krachtens het houdende maatregelen, of ontheffing is voldaan en de toezichtkosten,
zijn van een moet beta len voor in het kader van kostendekkend te
landsverordening de Bank. Het is niet winst van Bank toekomt. 3.15.
artikel in behandeling gegevens zijn aan de uitvoering geldtransactiekantoren die in
dienen ten Bank gehouden mogelijk is het in voorkomende of dat bij toezichtkosten kan de niet meer Op deze manier dwangbevel uitvoering van en ander beter voor de begroting van zwaar drukken en 5int Maarten aan de Landen
Ret
invalshoeken: en medewerkers; instellingen; d. de
met betrekking tot
om de hierboven Alvorens te van dit onderwerp integriteittoezicht, word t ten opgemerkt. In
van het volgende
van integere dient
een bedrijfsvoering permanent aan
van met betrekking tot
Staten van
2013 2014-
, no.
2)
van
26 - 63
In de met
volgende te weten b, c, d, e en g, 5, eerste
hDf-,.OV
5°, 90 en
3,
eerste lid, onderdeel a, van de
en
Landsverordening.
a.
De persoonlijke
van bestuurders en medewerkers
van
en fraude, corruptie en belangenverstrengeling van bestuurders in raad van valt aan onrechtrna tige deze door van gegevens. Ook zin en van belangenverstrengeling van in bijvoorbeeld door van vormt een belangrijk aandachtspunt bij Tel' illustratie worden een zijn bijvoorbeeld hierna waarheidlievendheid, verantwoordelijkheidszin, wetgetrouwheid, en Voor een uitweiding over dit onderwerp wordt verwezen naar de Betrou w baarheidstoetsing \..H'U'-,J,
b.
integriteit van de
Dit van op gebied van bestrijding van
c. Dit
en en Interne op
integriteit.
Relationele integriteit <:>c,-,,,>,,i
instelling van
cHene-principe (customer gelden
d.
aan, en van derden de markten voor illegaal verworven hierbij.
van althans en het
Integriteit met betrekking tot marktgedrag
Staten van
,-LHU,
2013 - 2014 OSl ,no. 11
27 - 63
Dit aspect van toezicht ziet toe op een integer marktgedrag van de instelling, waaronder het voorkomen van onder meer koersmanipulatie c.q.
koersstabilisatie rand emissies en het 'bijsturen' van koersen teneinde andere gerelateerde transacties te be'invloeden, zoals het drukken van koersindices op expiratiedatum. Dit aandachtspunt heeft in overwegende mate be trekking op de effectenmarkt. 4. Financiele paragraa£ De uitvoering van de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren mag geen gevolgen hebben voor de begroting van de Bank. Om die reden is een uitgebreide regeling voor kostendoorberekening van de toezicht- en uitvoeringskosten en de verplichting tot beta ling van een vergoeding bij een vergunningaanvraag, in de Landsverordening opgenomen. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zullen regels worden gesteld omtrent de kostendoorberekening en de specificatie van de te verwachten inkomsten en uitgaven als gevolg van de uitvoering van het toezicht door de Bank op basis van deze Landsverordening. Ondergetekende zal dan ook te zijner hjd - in overleg met de Bank - bij het concipieren van de ontwerp-landsbesluiten ter uitvoering van artikelen 17, tweede lid, 29, zevende lid, en 38, tweede lid, van de Landsverordening, de financiele gevolgen nader toelichten en beschrijven. 5.
Advies Raad van Advies
5.1. Advies Raad van Advies van de Nederlandse Antillen Op 4 augustus 2010 heeft de Raad van Advies van de Nederlandse Antillen (merna: RvANA) advies uitgebracht inzake deze landsverordening (RvA no. RA/10-10-LV). Voorts heeft de RvANA op 6 september 2010 (RvA no. RA/SA-IO-LV) een aanvullend advies uitgebracht inzake de ontwerp-Landsverordening actualisering en harmonisahe toezichtlandsverordenmg Bank van de Nederlandse Anhllen. Omdat dat ontwerp grote overeenkomsten vertoont met de ontwerp-Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren is ook dat advies van de Raad van Advies verwerkt in dit ontwerp. In deze paragraaf wordt slechts ingegaan op die adviespunten van de RvANA die de Regering van het Land Cura~ao niet heeft overgenomen in het ontwerp dan weI de punten die vanwege hun aard dermate belangrijk zijn om op deze plaats een opmerking over te plaatsen. De RvANA heeft de Regering geadviseerd om aan artikel 23, tweede lid, onderdeel a, de bepaling toe te voegen, schorsende werking van de uitvoering van de aanwijzing van de Bank op grond van artikel 85, eerste lid, eerste volzin, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR),
Staten van Cura~ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - DSl- ,no.1:I
28 - 63
ontbreekt. De opneming van de bepaling dat artike185, eerste lid, van de LAR buiten toepassing blijft, is echter niet nodig, omdat een beroep op artikel 85 nimmer schorsende werking heeft.
Het is een discretionaire bevoegdheid van de Bank om te beslissen om in geval een geldtransactiekantoor het verzoek om een voorlopige voorziening bij de rechter heeft ingediend, om de aanwijzing al dan niet te schorsen. Dientengevolge is een dergelijke toevoeging overbodig. Concluderend kan dus gesteld worden dat een verzoek bij de LAR-rechter op basis van artikel 85, eerste lid, eerste volzin, van de LAR geen schorsende werking heeft. De RvANA heeft de Regering geadviseerd om een voorziening op te nemen ten aanzien van een verzoek van een toezichthoudende instantie om verkregen gegevens ook voor een ander doel te kunnen gebruiken dan waarvoor ze zijn verstrekt, alsmede een voorziening op te nemen voor het geval de overheidsinstantie de verstrekte gegevens voor strafrechtelijk onderzoek wenst te gebruiken. Voor wat betreft de opmerking van de RvANA dat de Bank slechts geclausuleerde regelgevende bevoegdheid toekomt op het terrein van de uitvoering, wenst de Regering nog aan te vullen dat de Regering het uitgangspunt hanteert dat de Bank, als een zelfstandig bestuursorgaan, uitsluitend regelgevende bevoegdheid toekomt voor zover het betreft organisatorische of technische onderwerpen, of in bijzondere gevallen mits voorzien is in de bevoegdheid tot goedkeuring van de regeling door een Minister. Voor een verdere verdieping in deze materie wordt verwezen naar de Nederlandse Aanwijzing voorde regelgeving die de Regering hier te lande pleegt te volgen. In Aanwijzing 124a tot124z zijn de aanwijzingen voor zel£standige bestuursorganen opgenomen. De inhoud van de in artikel 9 opgesomde onderwerpen zijn dermate technisch, in die zin dat de Bank over de nodige specialistische kennis op dit gebied beschikt, dat de Regering voor wat betreft die onderwerpen regelgevende bevoegdheid wenst toe te kennen aan de Bank. 5.2. Advies Raad van Advies van Curac.;ao Op 3 augustus 2011 heeft de Raad van Advies van Curac;:ao advies uitgebracht inzake de Landsverordening (Rv A no. RA23-11-LV). In het advies van de Raad van Advies wordt als eerste ingegaan op de regelgevende bevoegdheid van de Bank. De Raad adviseert de regering ter voldoening aan artikel 111 van de Staatsregeling met terugwerkende kracht tot en met 10 oktober 2010 in de Kader-vaststellingslandsverordening centrale bank, geldstelsel, deviezenverkeer en wisselkoers te voorzien in de ins telling van de Bank als een zelfstandig bestuursorgaan. Tevens adviseert de Raad om met inachtneming van het bovenstaande, in het Centrale Bank-Statuut voor Curac;:ao en Sint Maarten (hierna: Centrale Bankstatuut) vast te leggen dat aan
Staten van Curac;:ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 0;5l.. , no. :b
29 - 63
de Bank in bijzondere landsverordening zelfstandig regelgevende bevoegdheid kan worden toegekend, waar zulks nodig voor het uitoefenen van de aan hem opgedragen toezichthoudende taken. Het eerste adviespunt van de Raad, namelijk een wijziging van de Kader vaststellingslandsverordening, wordt in dit ontwerp opgevolgd. Voor wat betreft het tweede adviespunt wordt opgemerkt dat het traject om te komen tot een wijziging van het Centrale Bankstatuut niet eenvoudig is. Conform de regels zoals vastgelegd in de Kader-vaststellingslandsverordening centrale bank, geldstelsel, deviezenverkeer en wisselkoers is het Centrale Bankstatuut een onderlinge regelmg. Daamaast wordt in artikel t tweede lid, bepaald dat een dergelijke onderlinge regeling niet tot stand komt dan nadat het ontwerp daarvan bij landsverordening is goedgekeurd. Om een wijziging van het Centrale Bankstatuut te realiseren, dienen de landen dus deze wijziging in een onderlinge regeling vast te leggen, waama het traject van de parlementaire goedkeuring bewandeld kan worden. Omdat de landen al in een onderlinge regeling, zoals die op 25 maart 2011 door de Ministers van Financien van de landen is getekend, hebben vastgelegd dat het toezicht op geldtransactiekantoren ook tot het takenpakket van de Bank behoort, kan op deze plaats deze wijziging c.q. correctie in het Centrale Bankstatuut worden doorgevoerd. Voorts wordt opgemerkt dat de Bank bekend heeft gemaakt een cornmissie in samenwerking met 5int Maarten te willen vormen, die een herzienmg van het Centrale Bankstatuut zal voorbereiden. In het Centrale Bankstatuut dienen enkele wijzigingen te worden doorgevoerd en ornissies te worden gecorrigeerd. De punten zoals door de Raad van Advies geadviseerd, zullen behandeld worden in de nog te vormen comrnissie. Ook merkt de Raad in dit advies op dat er een evenwicht moet zijn tussen het belang van de Bank als onafhankelijk orgaan en het belang van democratische controle op de Bank anderzijds. De Raad adviseert de regering dan ook om in navolging van het bepaalde in artikel 77 van het ontwerp om artikel 76 van toepassing te zijn op zowel wetgevende maatregelen, als bestuurlijke maatregelen van de Bank. De maatregelen die volgens de Raad aan de Mmister moeten worden voorgelegd zijn de bestuurlijke handhavingsmaatregelen, die door de Bank krachtens deze landsverordening, geh'offen kunnen worden. Dat is de bevoegdheid om een last onder dwangsom, een bestuurlijke boete en een openbaarmaking uit te voeren. Omdat in dit ontwerp voldoende rechtsbescherming wordt geboden aan geldtransactiekantoren die getroffen kunnen worden door een bestuurlijke maatregel van de Bank, is dit advies niet overgenomen. De belanghebbende (geldtransactiekantoor) kan altijd een procedure starten bij het Gerecht in Eerste Aanleg. De manier waarop invulling moet worden gegeven aan de democratische controle door de regering over de Bank is een punt van aandacht van de regering, waarvoor beleid ontwikkeld zal worden.
Staten van Cura<;ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - D5l. ,no. D
30 - 63
6.
Artikelsgewijs toelichting van deze van toegelicht
zlJn een aantal worden aileen die hebben of anders
1
Landsverordening is van de definitiebepaling van aan te merken: van een geldelifke overmaking ~~~~~~!...!:.J-i~ e=~~~~ teneinde deze gelden of betaalbaar te nadat deze stellen van vorm ter beschikking zijn elders al dan geldelijke landsbesluit Atf">1'rn
uitvoert een dat de uitbetaling aan degene aan wie de worden gesteld, kan een
uitvoeren. geldswaarden worden maar ook
voor het uitvoeren van een beschikking worden respectievelijk van het Onder ook edelstenen en of geldswaarden is in dit geval niet van
worden uitbetaald
gelden of geldswaarden kunnen door een begunstigde worden of betaalbaar worden geld, of door storting op een rekening.
Staten van
2013 - 2014 -
I
no. 21
vorm van naar geJdswaarden ook niet van
31 - 63
De geldtransactie is een op zichze~{ staande dienst en niet een betaling of geldstroom die verband houdt met een andere dienst die door het
geldtransactiekantoor wordt verleend.
Als een advocaat, notaris of
assurantietussenpersoon geld of geldswaarden ter beschikking krijgt met het doel dit geld of deze geldswaarden elders weer uit te betalen, zal de geldelijke overmaking plaatsvinden ten behoeve van een andere dienst, zoals de verkoop van onroerende zaken of aandelen, of het afsluiten of uitbetalen van een verzekering. Bij een geldtransactie is er geen andere dienst die aan de geJdelijke overmaking ten grondslag ligt. Zonder de bepaling dat de geldtransactie een op zichzel£ staande dienst is, zou het ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden ter betaling van een verzekeringspremie, alsmede het betalen of betaalbaar stellen van een uitkering uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst onder de definitie van geldtransactie vallen. De ratio achter deze bepaling is echter niet om assurantietussenpersonen die contante premiebetalingen aan en uitbetalingen door verzekeringsbedrijven uitvoeren, onder toezicht te stellen uit hoo£de van de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren. Op deze assurantietussenpersonen is immers de Landsverordening Assurantiebemiddelingsbedrijf van toepassing. Ook notarissen en advocaten verrichten binnen het kader van hun beroepsuitoefening diensten die voldoen aan de definitie van geldtransactie. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de werkzaamheden die worden uitgevoerd ten aanzien van de bewaring van derdengelden. Hiertoe worden gelden van een derde in ontvangst genomen met als doel de gelden te zijner tijd uit te keren aan de rechthebbenden. Deze bewaring van derdengelden gebeurt echter ten behoeve van een andere dienst en zal niet als zelfstandige dienst verleend worden. Het is dus niet de bedoeling om advocaten en notarissen ook onder de werking van deze Landsverordening te brengen. Zoals eerder vermeld, is de geldtransactie bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op grond van de Landsverordening MOT en de LID, als dienst aangewezen. Een dienst is in laatstgenoemde landsverordeningen als voIgt gedefinieerd: "het in het kader van een geldelijke overmaking in antvangst nemen van gelden oj geldswaarden, teneinde deze gelden oj geldswaarden al dan niet in dezelfde varm elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wei l1et in het leader van een geldelijke overmaking betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden, nadat deze gelden oj geldswaarden elders al dan niet in dezelJde vorm ter beschiklcing zijn gesteld. " In de krachtens de bovengenoemde landsverordeningen vastgestelde landsbesluiten is voor de term 'in ontvangst nemen' gekozen, aangezien overboekingen ten laste van een op naam gestelde rekening naar een rekening van het baeldtransactiekantoor niet onder de definitie van dienst in de zin van de Landsverordening MOT en LID dienen te vallen.
Staten van Curac,;:ao, zittingsjaar 2013 - 2014 -
, no. l>
32 - 63
Een geldtransactiekantoor voor aIle geldtransactieactiviteiten het te definitie van geldtransactie in landsverordening is Door het gebruik van Gelden of Landsverordening MOT en worden verkregen door gunste of ten laste van een naam gestelde rekening, gekregen en vallen onder de in dit wetsvoorstel van geldtransactie. een geldtransactiekantoor slechts voor een van geldtransactieactiviteiten - aIleen contante aanlevering van gelden en niet aanlevering of uitbetaling zou vallen, zou het toezicht slotte geeft is in de houdende aan te als een
gecreeerd om bij verwante activiteiten
als een ieder die
een geldtransactiekantoor of bedrijfsmatig ten behoeve uitvoert, dan
van deze beroeps- of of bedrijfsmatig
uitvoeren van bemiddelen, bestaat er een
bemiddelen behoren
a.
verrichten
b.
van
c.
bij
voor derden bij bemiddelaars. tussenpersonen, intermediairs, voor een geldtransactiekantoor ten geldtransacties uitvoeren of zijn en in het
Staten van
2013 2014
, no ..,2>
en andere van of op
33 63
van Voorts is in
en in melding te worden bijkantoren. om een definitiebepaling uitdrukkelijk bepaald dat
geldtransactie ten behoeve van of op verzoek van een derde moet gaan. wordt transactie. slotte wenst een 1
van
~
aandacht te of tussenpersoon als 5, eerste een gevestigd is en dat voor de of vennootschap van de om het
of
de of een met formulering
vergelijkbare
kan voor een een 2, eerste lid.
genoemd in
2 en3
te
Het is
zonder in
ingevolge artikel toezicht kredietwezen 1994 11 van die landsverordening in het van die zijn op instellingen verbod is c",'''''''''''''''''''' onderworpen aan tOt~ZH:n In lid is aan term voorschrift te verbinden. begunstigende vergunning van voorschriften zijn ook handhaafbaar. Zo (bijkomende) landen doel om wordt van Het gaat om risico is van witwassen en financiering van In de FATF waarschuwingen of ten behoeve van lidstaten uitvaardigt, deze waarschuwingen, dan aanbevelingen omzetten ill verbonden aan de vergunning van de met een vergunning van de Bank
Staten van
zittingsjaar 2013 2014-
,no. :0
34 - 63
is
tevens
vergunningsplicht. verbonden en beperkingen worden zullen ieder de
worden hun toevlucht nemen tot instellingen over een ontheffing Aan 3, ontheffing van het de op lid, bedrij fsvoering hierdoor aarmemelijk is dat financiele
of
een of meer van zullen maken aan witwassen van geld, van misdrijven is is om om aan de of te handhaven overige wettelijke verplichtingen te moet namelijk voldoen, kan de ontheffing van indien belang van de onvoldoende is gewaarborgd.
Artike14
de
verricht
Staten van
2013 - 2014
,no.2>
houder
35 63
is
een geldtransactiekantoor dan van het publiek aan. bescherming daarom van belang een
van het van kredietwezen in onherroepelijke en onvoorwaardelijke
Bank. Wordt , na toestemming van bepaald bedrag dan op moment het tot ale financiE'le (ter beschikking maar nog niet dan waarvoor de onderdeel i, van de van een een kredietinstelling dat een bij om een onderdeel j, van de Landsverordening is het artikel. Dit onderdeel van en voor een noodzakelijk is bij beoordeling of geldtransactiekantoor dient te worden structuur van het kantoor, bijvoorbeeld uit de kan om niet duidelijk verdere worden verzocht opdat de van op van geldtransactiekantoor transparant wordt. bepaling van Koophandel en Nijverheid, het van het
Sen 6 bij
De
van de
van de ten
financii:He sector beleid of het deviezenbeleid, niet verlenen, wanneer
Staten van
2013 - 2014
I
no. 1J
is van het is te
>0",1--').'-"
36 - 63
integriteit bij degenen die bepalen of mede bepalen, of bij houden in het geldtransactiekantoor.
aan
van een
indien op grond van de voorziene de Bank van
A",,",;nol
aan witwassen van van misdrijven die uit hoofde terrorismebestrijding strafbaar zijn organisatie onvoldoende is om een en te handhaven of om aan wettelijke verplichtingen te voldoen. Op van Landsverordening verbonden zijn aan de moet zijn afgedragenY dagen, bedoeld in het begint te lopen, en/of verstaan de lopen wanneer vergunningaanvraag en artikel 4, tweede lid, van lid, uitgebreid met een op basis van artikel 17, eerste
met
lid van artikel 5 van bepaling dat ook de kosten van een vergunningaanvraag, bij de Bank niet duidelijk wanneer de 60 5 van Landsverordening ook moet worden termijn inderdaad begint te behandeling van een bedoeld is h,,>reede plaats te vinden
Artike17 In het belang beleid of het vergunning is van artikel 5 van de en de voorschriften
voeren monetaire waaraan een in het eerste lid beperkingen gesteld
ArtikeI8 wordt naar paragraaf 3.2. van geldtransactiekantoor dat bezwaar om vergunning in te trekken, kan onmiddellijk te staken en in bezwaar 17
"""'f~"""'A,..·,a
van
weI
RvA no. RAI08-l0-LV, pagina 13 en RvA no. RAIlO-l
Staten van Cura<;ao, zittingsjaar 2013 - 2014-
van toelichting. van de Bank niet
,no.b
2.
37 63
personen en met
naar
wordt bepaald in bevoegd om een voorlopige HArn'"'' eerste lid, van de
publiek belangen van afnemen, een treffen. van van de gel d transactiekan toor hun door of meer van 3 van Hoofdstuk
van wordt dat in casu van Bank tot intrekking van volzin van dit D>-".,OC70r>
artikellid is voorts bepaald kan rrDtto.r'I
dat kan dan
de goedkeuring, geconcludeerd
beroep aangetekend vergunning in te trekken, verplichting om (hangende bedrijf voort te zetten met belangen van de consumenten een moet worden, moet worden, waarvan liefst afstand van wil te voorkomen dat er bedrijven het
van
aan
Staten van
verbonden
weI
andere
het willen dan weI voor het
un.nr",,'
2013 - 2014 D5l.., no . .:b
38 63
Artike19 De voorschriften opgelegd krachtens artikel 9 van de Landsverordening zijn ~1~el1leel\
yerDinctencte
yoor"hriften (avv) die door de Bank krachtens de
~~~r t~~~~~~~d~ r~~~l~~V~~~~ ~~VO~~al'~ia, woru~n va~t~Q~tQlQ,
~~~~~~~ ~m~1 ~j'I ~m~~~ ~ ~Mr ~~ IU~ ~~ ijl~r~~~l il t~ ~r~
bedrijfsvoering bij incident" die oJ? de website van de 'Banl te downloaJen 1s.
verbonden zlJn aan de vergunnmg of ontheffmg, zoals bedoeld in bijvoorbeeld artikel 2, tweede lid, van de Landsverordening. Echter om van
zijn voldM1'~ I
~~ W~rKm~ naar ~~rl~nfn I al~fmn: ~~n r~~~1 ~~IQt ni~t \I~[nt\ v~m ~~n
persoon;
. De werking naar gevallen is algemeen: het voorschrift is niet beperkt tot een
~j~r~ ljl i~ i~, ~mj~ ~~l~~~ ~m~~~l ~ ~ m~~m~ ~ ~ ~l~ ~m ~ : slec~ts
. De werLing naar tijd is aigemeen: een regei geidt niet op JJn moment. Naast de bovengenoemde algemeenheidkenmerken dient een avv rechten, verplichtingen of bevoegdheden te regelen. In casu worden duidelijke verplichtingen opgelegd aan de geldtransactiekantoren met betrekking tot de
9 voorschriften
krachtens artikel 9 van Landsverordening verbindende voorschriften (avv) door de krachtens
een avv te niet slechts voor
is algemeen: een . De
het is met beperkt tot een voor een onbepaaJd gevallen; slechts moment.
tot
Staten van
2013 - 2014 061.
I
no. 1>
39 - 63
Op advies van de RvANA is aan wordt bepaald Bank voorschriften oak van een machtiging is of
op, de deviezenbanken waaraan of instelling vrijgesteld
om te zijn op ingevolge Bank tevens
he'''
van vergunningplichtig zijn, Dit en 5int Maarten bijvoorbeeld '~r'~rl is om algemeen verbindende voorschriften vast te van bijvoorbeeld
met
een
Maarten machtiging en
niet
van
Bank kant v~~r zover dat voor uitoefening van haar taak uit landsverordening noodzakelijk
ter belangen, het geldtransactiekantoor en van het vertrouwen in het financiering van bewust of onbewust verlenen aan van het misdrijven), het voorkomen het het van van in uitvoering van het of onbewuste aan voorkomen van en toezichthouder misdrijven, financiering van dat sector te bevorderen. van
Staten van
2013 - 2014-
, no. '!l
40 - 63
artikel beschouwd inhoud van
een niet
10
omvang van de te delegatie houdt in dat bij kunnen worden aal.r;",;::nclU, maar een voorontwerp daarvan, ter van, in dit geval Minister wordt De moet tijd gesteld ontwerp op de te wisselen, zou uit te wordt op omdat de praktijk heeft uitgewezen dat de vast te voor de Bank ter voldoening aan de instellingen. Zo heeft aan vergunning verbonden op het en voorkomen van witwassen en zogenoemde on
and Terrorist Financing for
(CF A TF) moest maar ook stelsel voor Curacao en lrr,prp'nn en is~
Bank dat goed
naar een
11 opgenomen in een is en kan toegankelijkheid van de O"pctp\l,pn<; rPC:,.,<:tpr
van is. In artikel van wordt dientengevolge bepaald naar de van 31
van van jaarlijks in januari een
van
18 Verwezen wordt naar de Nederlandse
van
2013 2014-
, no.!
41 - 63
jaar in
blad
de
van
worden
en met naar de
3.10., 3.11. en
van
van toelichting. Artikel16 In het beleid
Artikel wordt naar derde lid van artikel
van de gelijk is aan de vergunningaanvragen, dat op geldtransactiekantoren. ten minste om
om het kostendekkendheid
18 tot en met van toelichting. conform het dat het zal willen gebruiken voor een
op gesloten (geheimhoudingsplicht) waarop in gevallen een moeten worden voor en ook 19
kan
RvA no. RAila-la-LV, pagina 4.
Staten van
2013 2014
I
no.::!>
42 - 63
dat in de loop van door een leid t tot een strafrechtelijk voor dat onderzoek wil
Minister van Justitie ten minste op
v~~r moet het ontwerp een
instantie dit de
waarvoor ze valt en voorzieningen te !-rotton voor de betrokkenheid van van een van Justitie ten wordt Artike121 In aan te
geld transactiekantoren. 22 Het is een ins telling, die in de verleent, te verlenen aan een geldtransactiekantoor waarvan verboden om weet of kan vermoeden dat het geldtransactiekantoor wordt uit te geld transactiekan toor bankrelatie verworven mlmten
een
geldtransactiekantoor was.
naar
van
Artikelen 24 tot en met en 27 word t verwezen naar paragraaf de eerste door van toelichting. Landsverordeningte
van
om te van gebruikt wordt ten
van, of verplichtingen. Yoorts de
Staten van
2013 - 2014 - 051.. , no.:h
43 - 63
zou kunnen
en of ontheffing, of tot strafvervolging. die van
cansumentenbescherming
tot
van en
een raI speelt bij
of vennootschappen met bij
woorden een /I
a. b.
waarvan met de of uitvoering van de artikel 16 en 22);
28
De
een
Het eerste element
dwangsom bevat twee tot het
in. De wordt uitgevoerd.
het eerste lid van
"'-'""'- verplichting tot tot betaling ontstaat pas last
Landsverordening van onder dwangsom te
een woord van of niet
de
Een en te overtreden noemen. nauwkeurig vaststaan welke norm dreigt te worden dient er natuurlijk een door Bank In wordt bepaald dat de last maatregelen moet omschrijven moet nemen om van een te die
Staten van
2013 2014 o5L no.:! I
44 63
De termijn te
dient ingevolge welke
een
te
voorkomen van Het vijfde van een last In het een bedrag
dat een dwangsom een beschikking wordt dat een
op waarin is overtreding van de last. Voor een voor een
van en niet pas door de verplichting om de is ontstaan en de betalingstermijn is grond van artikel eerste lid, een Bank alvorens een dwangbevel te kunnen
een
31
omstandigheden overtreder wijzigingen kunnen hoogte van
meer voldoen, kan wordt
voor zover last definitief niet echter niet aan looptijd opschorten. de de dwangsom
verminderen. staat de
Staten van
niet in
2013 2014
om
tno.~
de
45 63
te
Artike132
artikel,
vormt
voor het een afwijking
Van
van artikel
60,
een voorgeschreven betalingstermijn is verstreken. De en verlening van de onder dwangsom. verjaring een
van
in lid, van van een de
in straf kan worden v allen in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. zich een r echtvaardigingsgrond voordoet, is het en zien op d e van de schulduitsluitingsgrond,
in beginsel niet worden belang, Voor is immers niet vereist dat
van een aan en uiteindelijk rechtvaardigingsgrond voor het voor dat de Bank en de en
zullen nemen.
34
een invorderingsbeschikking. Indien de een eerste opgelegd, in is invorderingsbeschikking te overgaan verbeurd daarom dient te worden de d wangsommen invordering aldus dat is is aangemaand, bij is vastgesteld. Dit plaatsvinden de voortaan ook zal oordelen over tevens dat Dat is en de geschillen over het van groot belang,
Staten van
2013 2014 062. ,no. ~
46 63
niets
zijn
over de
of
van herhaling van de
vraag of na
overtreding naar een de
invordering van een motivering van deze zal gronden van oordeel is dat de last is overtreden), dat
Naast
is nodig om ontstaan. oordeel over de om tot echter kunnen worden
van treffen van een betaling wordt
de zal
zij waarbij bijvoorbeeld uitstel van afzien van invordering. Op Bank voorts een omtrent de kan
is dat dwangsommen zijn verbeurd, op grand van omstandigheden van d wangsommen moet De oordeel in een
is dat invorderingsbeschikking kan stadium om maar ook Bank de
moet geven
Staten van
2013 2014-
, no.»
toch al en de
47 63
correct is om een te kunnen
over de
van de kort, aangezien herstelmaatregelen zijn over te gaan tot
derde lid, het in casu slechts moet Indien dit niet het van bestuursdwang.
dient
is of de Bank in
35 dwangsom, ook indien de nieuwe van de rechtszekerheid. de nieuwe situatie beschikking tot in tweede lid
dwangsom dwangsom invordering van een aanmerking komen, worden gebracht.
36 een of beroep overtreder door no:rHIICMn in het kader van dwangsombeschikking wordt getoetst. procedure over invorderingsbeschikking
wijziging van de in geheel vervalt, tot een gedeeltelijke IS m beJang van dwangsom van moet dat een is voor aIle duidelijkheid
een
37 worden opgelegd is een sanctie en Daarin onderscheidt voor de ron"....."""" van een verboden door de tot betaling van een zich van van worden opgelegd ter en het met een punitief karakter; Een bestuurlijke is voorts een Een dwangsom onderscheidt van de bestuurlijke het of ongedaan situatie. Dit tot uiting in het feit dat een of na te laten. opgelegd in met een last om iets te boete maakt bestuurlijke is van last afromen van hoogstens ook niet en is slechts indirect, overtreding economisch van afschrikkende gericht op een bestuurlijke De brengt mee voorwaardelijk kan worden opgelegd.
Staten van
zittingsjaar 2013 - 2014 - 05L
I
no. 11
48 63
Degene aan wie een bestuurlijke Dit is te
opgelegd, wordt in met
ontwerp in het
is een overtreder worden afgestemd op de verwijtbaarheid aan de tot
te in overtredingen,
de onder over te
van voomemen een waarop het voornemen gaan tot oplegging van een
te alvorens
39 a straf ook voor bestuurlijke boeten te Om aan van een boete te ontkomen, zal de een beroep moeten op van aBe schuld en aannemelijk moeten de een schulduitsluitingsgrond - worden voor c bestuurlijke boeten. meer komt overtredingen. In het eerste geval een van een van twee voorschriften aIleen feitelijk nauw een van voorschriften soortgelijke Bank en rechter bij de aansluiting zoeken zake.
Staten van
2013 - 2014 -
, no.
49 - 63
Artikel40 Dit artikel ziet
sancties. Ook
verhouding tussen bestuurlijke
het beginsel
en strafrechtelijke
in idem": als voor een overtreding
aan iemand een strafrechtelijke sanctie is hem voor dezelfde niet ook eens een boete worden opgelegd, en De dient op moment Het uiteindelijk niet tot van een meer andere weg Ook moet worden "",yo-Ivr.lrn",.-n nog eens dat iemand 'VvlCl\JV;:' tweemaal in een sanctieprocedure betrokken voor dezelfde Het eerste regelt dit . Besluit dan is onderzoek ter weg is begonnen. eventuele ontslag van (OM) of niet-ontvankelijkheid van het van een tot herleven. is eveneens de van justitie een transactie aanbiedt en overtreder geen tweede is immers een sanctie opgelegd en te Ziet van justitie nog van een het onderzoek ter +~~~~I~f-~;H"; een bestuurlijke te beslissen alsnog de wordt
worden, er een UC>;LUI"''''; toezichthouders, dit geval het OM. is dan ook om of (MOU) tussen Bank en het OM te te maken over te volgen beleid in voorkomende
41 dat een als zij van eerste lid is nog niet onherroepelijk is. immers van boete ten laste komt van een nalatenschap beoogde hebben. geldt voor zover de boete op effect meer van Dit laatste betekening ook als de executie van het d wangbevet
Staten van
2013 - 2014 05L, no.l>
50 - 63
een tevens een
waarvoor een bestuurlijke boete worden kan het voorkomen dat, nadat een voet van artikel 25 van Wetboek tot het Hof wendt met een klacht wegens
van van over
is geworden. De voor zover de mee betaling achteraf
Dit
strafbare
word t
door tijdsverloop verjaren, behoort ook in te bevoegdheid van de om daarop een lid is tijd te
{yn;~D"r.,{
beslist. 42
zwijgrecht IS van lid voor een
van de een van
de rechten van de mens van 43
in een rapport een te bevatten van voorschrift en zo nodig de plaats waar en de plaatsvond. van omschrijving van de overtreding komt overeen met de op het berustende eis om
Staten van
zittingsjaar 2013 2014 052.. {no.
51 63
te vermelden
voornemen om een
Artikel44 op het punitieve karakter van de bestuurlijke boete, equality 6 van EVRM te
van
Nederlandse Antillen en
navolging van aan Landsverordening van de Raad van Advies de van stukken aan te om tegen te ill
van moet krijgen in lid, leiden wordt tevens naar
tot
vooronderzoek niet eerste aanleg is betekend. zonder
niet dat
stukken
Artike145 dat het voornemen tot
betrokkene te moet verweren. zij is dat een is opgemaakt van twee of meer overweegt In het slechts voar wordt geval ligt het natuurlijk in aan de
Staten van
2013 - 2014 - 051-
I
no.!>
52 - 63
plaats dient de Bank, indien blijkt dat hij de Nederlandse te voor een tolk. a, van het EVRM. De
is,
daarvoor
zijn. tweede lid houd t verband met het rapport mogelijk dat
van een is irnrners ook nog na door de weI
zo ook mogelijk Bank Ook daarvan dient
hoogte te worden worden opgelegd is
te is een derdebelanghebbende
bestuurlijke boete bij eerste lid wordt bepaald een appeUabel besluit. Het De de naam van de moet ondubbelzinnig vaststaat de Bank zich in te van het h"leede lid van dit artikel, de een van de van voldoende machtig
wordt naar
wordt
voor een
van
van
Artike148 de reikwijdte van de
49
De
Staten van
in het eerste lid, is dat een tot
2013 2014-
f
no.!.
van
53 63
de welk
vast te staan wat voor betaald moet worden. Onduidelijkheid over de vermeden, terwijl bij over
betalingsverplichting,
is en wordt
bij
grondslag voor een
kan zijn. wordt naar artikel 34 van Bank alvorens aan te manen tot betaling van omtrent
is
lid, van van een bestuurlijke boete. dient uit te zoals
ontstaat er een
..
~~ ~~-,
in artikel 49,
rur,ODr.o
lid,
tot betaling.
50 voor op een beschikking betaald moeten worden op zes weken. De dat op moment van de beschikking. sprake is van een voortvloeit uit een onder dwangsom begint termijn te is verbeurd. wet een andere lid is de mogelijkheid behoefte aan vast te bestaat. 51 In beginsel een of
bijvoorbeeld in beschikking wordt vastgesteld, op welk In het lid is Nederlands-Antilliaans courant. worden
Staten van Curac;ao,
2013 2014
I
no.3
54 - 63
In
lid wordt bepaald dat n"t:.,.",c.n Wetboek bij bijschrijving op de moment waarop de
In het
lid wordt .bepaald dat overeenkomstig artikel 47 van Boek 6 van kosten van komen van de
Artike152 Het eerste
114 van Boek 6 van van
wordt in 81 van voor het
een sturen wanneer het verzuim is ingetreden. Het verzuim ontstaat wanneer de niet Ben geval voor wanneer op grond van een moet worden betaald en van zes weken De rente aan op het tijdstip in verzuim het tweede lid gevolgen van van verzuim geregeld, de van rente. is verplicht rente te vergoeden over die hij met het betalen van een geldsom in verzuim Op grond van het derde lid van de rente bij vast Artikel 53 tijdig is
laat de Bank uitvaardigen van een dwangbevel een wordt verzocht om korte +arrnn"" is te voldoen. De schuldenaar Hij
nog twee weken van de
bevoegdheid om Een aanmaning is slechts ook wettelijke rente schuldenaar al in verzuim is. Dat vermeldt dat bij niet om te betalen. Artikel
Staten van
2013 - 2014 - 051. ,no.
55 - 63
In
is aan
om een lid wordt het dwangbevellfbij 430, eerste wet als wordt het Wetboek van van Bankom van - een titel te Ook de eventuele tenuitvoerlegging geschiedt Wetboek van
Rechtsvordering. of wordt d wangbevel,
de
immers van Burgerlijke van voor het van op bij deurwaardersexploot bevel i.e. twee aan de (artikelen 439 en Wetboek van Burgerlijke
mogelijkheid om in een concreet geval van niet (volledige) betaling een uit te dat de de in de genoemde is aldus lid. Aanmaning is dus een ontstaansvoorwaarde voor dwangbevelbevoegdheid. tijdstip waarop deze ontstaat, zal ten aeht eerste Artikel
Voor
ingevorderd: hoofdsom, kosten van het rente en executiekosten (kosten van executoriaal voIgt uit de artikelen en 270 van Boek van de zogenaamde Wetboek ten worden uit de Qei~Xe~Cl van
Verschillende lid in van hiertoe verplichten. De van de executie komen in ten van Hoe worden betaald en aan wie, voIgt uit het Burgerlijk en het Wetboek van Uit artikel 277 van Boek 3 eerste uit van het
Staten van
zittingsjaar 2013 2014 051
f
no.3
56 - 63
executieopbrengst worden beta ald. De deurwaarder is verantwoordelijk voor de opbrengst en voldoet daaruit onverwijld de kosten van de executie (artikel 474 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Vervolgens wordt uit de netto-opbrengst de executant, als er geen andere rechthebbenden zijn, betaald (artikelen 480 en 551 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Over dit alles behoeft dus niets in onderhavig ontwerp te worden bepaald. WeI dient uitdrukkelijk te worden bepaald dat de kosten van de tenuitvoerlegging van een dwangbevel worden gedragen door degene tegen wie het dwangbevel is uitgevaardigd. Artike156 In deze bepaling zijn de aan het dwangbevel te stellen vormvereisten opgenomen. Zij zijn aanvullend op de bepalingen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (artikel430 ev.). Artike157 Terwijl het ill artikel 55 en 56 van de Landsverordening het om het dwangbevel - de beschikking - ging, gaat het in dit artikel om het exploot, de bekendmaking. De bekendmaking geschiedt evenals andere executoriale titels door middel van betekening, dat wil zeggen door het doen van een deurwaardersexploot conform het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het tweede lid van artikel 57 van de Landsverordening schrijft het vermelden van een rechtsmiddelclausule in het exploot voor. Het exploot vermeldt in ieder geval de instantie waarbij tegen het dwangbevel en de tenuitvoerlegging ervan overeenkomstig de artikelen 438 en 438a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden opgekomen. Met het "opkomen tegen het dwangbevel" wordt niet aIleen gedoeld op (evidente) fouten in het dwangbevel, maar ook op gevallen waarin de betalingsverplichting niet bij beschikking is vastgesteld. Voor zover de betalingsverplichting bij beschikking is vastgesteld, heeft bezwaar en beroep opengestaan. In verband hiermee wordt de bestuursrechtelijke rechtsgang tegen het dwangbevel in dit ontwerp uitgesloten. Artike158 Ten aanzien van de invordering beschikt de Bank over de bevoegdheden die een schuldeiser ingevolge het privaatrecht beschikt. Artike159 Het dwangbevel is een beschikking, het is een schriftelijke beslissing van de Bank die wordt gegeven krachtens de wettelijk toegekende bevoegdheid. Het rechtsgevolg bestaat uit de titel die de Bank zich door het dwangbevel verschaft om een krachtens de wet ontstane schuld met dwang in te vorderen. Aldus zou het dwangbevel in beginsel in aanmerking komen voor bezwaar en beroep bij de bestuursrechter. Niettemin is er in dit ontwerp voor gekozen om de bevoegdheid van de burgerlijke rechter op dit terrein te handhaven,
Staten van Cura<;ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 051. ,no. 5
57 - 63
Rechtsvordering 9"erf'p f' op "bestuursrechtelijke" verzet bij dwangbeveJ staat c
60
Dit artikel bevat de hoofdregel voor de verjaring van geidschulden. Het steIt verjaringstermijn op in Burgerlijk Wetboek is dat Dit is ook voorop te staan. de tot waarop zij is verbeurd. voItooid, meer over de beschikt! wanneer geldt ongeacht of behoort te ""~,~~, op voor het doen uitgaan van een aanmaning, waarvan voor van burger kunnen worden gebracht, voor de bevoegdheden tot van een dwangbevel. In het van Bank worden de of voor voltooien van is het niet meer mogelijk oefenen de
Staten van
2013 - 2014
58 - 63
doet. Eenmaal betaald kunnen
bedragen niet
onverschuldigd worden
Artike161
van bij burgerlijke van eis), maar ook bij in ter een daad van rechtsvervolging die wordt ingetrokken tot Vit 316 van Boek 3 van bij geacht wordt niet te hebben
door het rechter, alleen kan stuiten door een tenuitvoerlegging van een dwangbeveL om tot over te Artikel de gevolgen van Dit artikel Burgerlijk Wetboek. te met vij£ jaar. In afwijking verjaringstermijn zijn
op
het een nieuwe termijn
De nieuwe kan een bijvoorbeeld in artikel
dat
nieuwe verjaringstermijn begint te lopen van een eis (bij burgerlijke rechter) is het van een wordt verstaan: het instellen van een bij burgerlijke de bestuursrechter komt hier niet in
63 Het eerste de
Staten van
ertoe om een van dit artikel te bevorderen bij dan immers weet op grond van
2013 - 2014 051. , no. ~
beoordeling
59 - 63
of weI Mogelijk is de om van betaling te De het tweede lid, te weten fai1lissement en surseance van betaling zijn om vergelijkbare redenen verjaringstermijn wordt in 'AT"'P":?' lid, onderdelen a en b met duur
aanhangig is gemaakt, en d wangbevel is
dat welke het
met
72 wordt naar paragraaf 3.6. van
64 tot en met
memorie van toelichting.
Artike173 De is volledig verantwoordelijk voor de handhaving van de landsverordening. is van Financii:~n in het te stellen ter zake van bevoegdheid tot van hiervoor te personen die
en
wordt naar
3.9. van
memorie van
Artikelen 75 tot en met is ill van Curar;ao toegekend. De grondslag om aan is
dat ""rnrn moeten bekendmaking van
Staten van
artikel van de Staatsregeling van Cura<;ao in
2013 - 2014
~.
,00.3
60 - 63
en
publiek bekend te
De algemeen die door de niet aan goedkeuring van de Minister zijn na vaststelling en worden in verband De
Bank uitblijven, bij onderwerp vaststellen, onder door voor desbetreffende voorschriften. van 111 van de lid van van het opgenomen voorts in artikel 77 van met het recht. Deze maatregelen van de Bank, die in strijd een bindend zijn met de kan
tot de tot
dat een besluit tot met van Advies wordt over
hebben afspraken gemaakt om te
1. het en AB 2010, no. 101); 2. de L'~"'~~
Staten van
2010, no.
en 5int Maarten
2013 - 2014 052. ,no. ~
2010, no.
61- 63
3.
Geldstelsel 2010, no. 11
4.
.....u",-",v
en 5int
en Wisselkoers Caribische gulden (AB 2010, no. 113). Eilandsverordening bijlage
Op 4 september 2010 is
Maarten 1 tot en met 4 hierboven, zo bijlage bij de
blijkt uit het Afkondigingblad van
hierboven uit de
voormalige punt 1 tot en met 4 genoemde regelingen, van hierboven achter elke regeling opgenomen voormalige eilandgebied
en kracht te verlenen aan Regeling. wettelijke kracht uit artikel 81,
e, van
Curar;ao wettelijke Maarten blijkt de van van door de landen het
publicatie
en Cura-;ao en Maarten bij Afkondigingblad opgenomen. In 8, houdt op de van en van ondergeschikte aard. en wordt door het toezicht op omdat in landsverordening wordt in deze geldtransactiekantoren wordt verankerd, 8 van het landsverordening lid, van Centrale toegevoegd.
80
Artikel bij landsbesluit, in eerste Cura-;ao en 5int Maarten een inwerkingtreding
Staten van
2013 - 2014
f
no.!:l)
landen Mocht
62 - 63
dat niet haalbaar zijn, wordt de inwerkingtredingstadium door de Ministers gezamenlijk bepaald.
~
.',
. L
I' ,' : '. N'
~ Oe ,
.
/it
Minister van Justitie,
O!~
v~ r
Staten van Curac;:ao, zittingsjaar 2013 - 2014 - 05.1.. ,no. '3
63 - 63
R AAD VAN ADVIES V A N D B N BD ERLAN D SE ANTILLEN
Aan Zijne Excel/entie
de Gouverneur van de
Nedertandse Antillen
Curac;ao
RvA
no, RAl10-1Q-LV
Qnderwem:
Ontwerp-Iandsverordenlng houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren (Landsverordening toezlcht geldtransactiekantoren) (1063/RNA, OWJ' 08/180)
AcMes:
Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 8 april 2010 om het oordeel van de Raad van Advles inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeJing hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 2 augustus 2010, bericht de Raad u als voigt.
(
De ontwerp-Iandsverordening houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren (Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren) strekt, volgens de considerans, ertoe ter beschenning van de integriteit van de financi!le sector van de Neder1andse Anti IIen regels betreffende het toezicht op geldtransactiekantoren vast ta stellen en strekt er tevens toe met het oog op het tegengaan van het witwassen van gelden en het financieren van tarroristische misdrijven, alsmeda met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen van de Financial Action Task Force, het toezicht op de geldtransactiekantoren te bestendigen.
(
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen. Aigemeen De ontwerp-Iandsverordening, houdende regels inzake het toezicht op geldtransactiekantoren (Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren), hiem a "het ontwerp-, scherpt het toezicht op geldtransactiekantoren aan. Het toezichtsinstrumentarlum dlent adequate mogelijkheden tot toezicht te bieden. Naar de mening van de Raad betekent dit dat de normstelling en de rechten en de plichte" voor de sedor eenduldig e~ . kenbaar moeten zijn an de toezichthouder adequate, aan duidelijke criteria gebonden bevoegdhaden heeft. In dat kader is de Raad van mening dat in iader geval rechten, plichten en bevoegdheden expliciet in het ontwerp dienen te worden opgenomen. De Raad verwijst hiervoor onder andere naar de gemaakte opmerkingen bij de artikelen 7, 9, 45 en 66 van het ontwerp. Daarnaast dienen de
/Y/9 0
L//- J,Vr.
Architactenweg 1, Curayao, Nederlandse Antlilen, Tel: (5999) 461 2678, Fax (5999) 4652676, e-mail: [email protected]
bevoegdheden, de strafbaarstelling en de recht8beschenning te vo/doen aan de criteria van het Europese Verdrag van de Rechten tot beschenning van de Mens en de Fundamente/e Vrijheden (eVRM) en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rachten (IVBPR). De Raad verwijst in dit kader onder andere naar de gemaakte opmer1
(
Het toezicht op de geldtransactiekantoren vergt ook nauwe intemationale samenwerking vanwege de wereldwijde vertakkingen en de van toe passing zijnde internationale afspraken. Ook intemationaal is nauwe afstemming daarom geboden. De Raad verwijst in dit verband naar de gemaakte opmertdng bij artlkel 19 van hat ontwerp.
T enslotte merkt de Raad op dat artikel 74 van het ontwerp de geldtransactiekantoren dne maandtfn de tijd geeft om een vergunning aan te vragen bij de Bank. Om voor een v ergunning in aanmerking te komen dienen de geldtransactiekantoren op grond van het antwerp aan allertei eisen ta voldoen, waar zjj op dit moment niet aan hoeven te voldoen. Zij zullen de nodige tijd moeten hebben om hun organisatie daarop voor te bereiden. Om die reden geeft de Ra,ad de regering in overweging om ruim voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze landsverordening over de gevolgen daarvan voorlichting te geven aan de geldtransactiekantoren die straks aan de eisen van onderhavig ontwerp zullen moeten gaan vo/doen. Voor zover bij de financi~le toetsing van het ontwerp geen rekening is gehouden met de kosten die hiermee zijn gemoeid. advissert de Raad de regering op grond van het Landsbesluit versterking budgetdiscipline Land (P.B. 2001 , no. 40) dit alsnog te doen.,
Inhoudellilse opmerklngen Hetontwerp De considerans Volgens de considerans strekt het ontwerp, er onder andere toe het toezicht op de geldtransactiekantoren te bestendigen. De Raad constateert dat het ontwerp het toezicht op de geldtransactiekantoren in belangrijke mate aanscherpt. Oit gaat naar de mening van de Raad verder dan het bestendigen van het toezicht. D De Raad geeft de regering in overweging in de considerans de zinsnede "te bestendigen te wijzigen in de woorden "aan te scherpen". Artikel 5 in relatle tot artikel 17 Artikel 5, tweede lid, bepaalt dat de Bank over het verzoek om een vergunning binnen 60 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag beslist. Artikel 17, eerste lid, bepaalt dat de Bank het verzoek om een vergunning of ontheffing niet in behandeling neemt alvorens het daarvoor verschuldigde bedrag is betaald. Het vierde lid van artikel 17 bepaalt dat het voor de vergunning of ontheffing verschuldigde bedrag wordt betaald binnen vier weken na dagtekening van de brief waarbij de betalingsverplichting is opgelegd en regelt de verdere
2 RvA no. RAl10-10-LV
procedure in geval het bedrag niet wordt betaald. De memorie van toeliehting op pagina 19. onder "~.14. De kostendoorbel'8kening- merkt hlerover slechta op dat ade aanvraag om een v~rgunmng pas In beha~deling wordt genomen nadat dit bedrag en de vereiste gegevens ZIJ" overgelegd-. In hat IlCht van de toeliehting is het de Raad niet duidelijk wanneer de 60 dagen te"'!1ijn, bedoeld in arokel 5. tweede lid, begint te lopen. Het ligt naar de mening van
de Read met voor de hand dat onder "volJedige aanvraag" oak moet worden verstaen dat de
verschuldigde kosten I?:lQe~en zijn betaald.
Oe Raad adviseert voorgesfelde bepaUngen nader te preciseren en de memorie van
toelichting met betrekldng tot dit onderwerp aan te vulten.
de
c
Arti!seI S
Artikel 8, eerate lid, regelt de gronden waarop de vergunning kan worden ingetrokken. Een
aantal van die granden leent zieh, naar de mening van de Raad, niet voor een diseretionaire
bevoegdheid. Zo kan de Raad zich niet voorstellen dat een vergunning niet altijd zal worden
Ingetrokken in het geval "dat de reehtspersoon in staat van faillissement verkeert (onderdeel
d ), in het geval het geldtransactiekantoor daarom verzoekt (onderdeel a) en in het geval het
geldtransactiekantoor zijn werkzaamheden beAindigt (onderdeel e).
De Raad geeft de r&gering in overweging artikel 8 in het licht van het bovenstaande te
herovelWegen.
Mikel 9
Uit de !etterlijke tekst van artike/ 9, eerste lid, is naar de mening van de Raad onvoldoende
duldelijk .oP te maken of er sprake is van voorschriften, verbonden aan een vergunning, of
van algemeen verbindende voorschriften. Uit de memorie van toelichting blijkt dat met de
bepaling wordt beoogd de Bank de bevoegdheia te veMenen algeryleen verbindende
voarschrlften te geven op het gebled van de in a. tot en met d. apgesomde onderwerpen.
Daar komt bij dat de bevoegdheid zelf impliciet in de bepaling ligt .besloten. De Raad is van
mening dat bevoegdheden duidelijk en ondubbelzinnig in een daartoe strekkende bepaling
dienen te worden opgenomen.
De Raad adviseert artlkel 9, eerste lid, zodanig te formuleren dat het de Bank explieiet de
bevoegdheld geeft algemeen verbindende voorschriften uit te vaardigen op de daarin
genoemde terreinen.
Het eerste lid van artikel 9 geeft de Bank de verardenende bevoegdheid aileen ten aanzien
van geldtransactiekantoren die een vergunning op grond van artikel 2 is verleend. De Raad
vraagt zich af waarom deze voorschriften niet oak ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid,
onder b, opgesomde instellingen en de instellingen waaraan de Bank op grond van artikel 3,
eerste lid, een vrijstelling of ·een ontheffing heeft veneend, gelden. De memorie van
toeliehting geeft hierover geen uitsluitsel.
De Raad adviseert de regering het eerste lid van artikel 9 te heroverwegen of de memorie
van toelichting op dit punt aan te vullen.
Het tweede lid van artikel 9 geeft de Bank een algemeen verordenende bevoegdheid ter
uitvoering van aanbevelingen, waarschuwingen en rege/ingen van internationale of
intergouvemementale organisaties ten behoeve van de ingevolge onderhavig ontwerp on~er
zijn toezicht staande instellingen. De Bank staat op afstand van de verantwoordellJke
minister en daarmee van de parlementaire controle. De Raad wijst in dit verband oak naar
ziin advies d.d. 21 jun; 2010 ;nzake de Lan; len;ng actualisering en hannonisatie
3 RvA no. RAl10-10-LV
toe~chtlandsve~ordeningen Bank van de Nederlandse Antillen, hoofdstuk 3 (RAlO8--10-LV). In Illn daarr,nee IS de Raad van m~njng dat de Bank slechta geclausuleerde regelgevende bevoegdheld toekomt op het terreln van de uitvoering. zoals in het eerste lid van artikel 9. D~ Raad acht de regelende bevoegdheid, neergelegd in het voorgestelde tweede lid van artikel 9, ~erd~rgaand dan een uitvoerende regelgevende bevoegdheid. Een dergelijke bevoegdheld dl~nt da~rom naar de mening van de Raad beter te worden geclausuleerd. D e Raad advlseert het voorgestelde tweede lid van artikel 9 in het Iicht van het b ovenstaande te heroverwegen. . . . .
(
Artikel19 A rt/kel 19 rege/t wanneer en welke gegevens de Bank mag verstrekken aan Nederlands A ntilliaanse of buitenlandse overheidsinstanties of door hen aangewezen instanties met toezicht belast. Een voorwaarde is dat (gewaarnorgd is dat) de inlichtingen niet voor &en ander doel worden gebruikt dan waarvoor ze worden verstrekt (het voorgestelde eerste lid, onderdeel f). Nu kan het voorkomen dat een instantie naderhand de gegevens zal willen gebruiken voor een ander (op grond van het voorgestelde eerste lid ook gerechtvaardigd) doel. Gelet op het gesloten systeem, neergelegd in artikel 18 (geheimhoudingsplicht). waarop In bepaalde limitatJef omschreven gevallen een uitzondering kan worden gemaakt, zou een dergelijk verzoek moeten worden afgewezen. Het ontwerp biedt daar immers nu geen voorziening voor en ook geen toetsingskader. Bovendien kan het voorkomen dat in de loop van het onderzoek door een buitenlandse instantie dit onderzoek leidt tot een strafrechtelijk onderzoek en dal het de veratrekte . gegevens voor dat onderzoek wi! gebruiken. De Raad acht het van belang dat de minister van Justitie ten minste op de hoogte is, zoniet mede toestemming voor verstrekkinghiervan moet kunnen geven. Ook gelet op de groeiende internationale samenwerking is de Raad van mening dat voorzieningen voor deze situaties in het ontwerp niet kunnen worden gemist. De Raad advissert in het ontwerp een voorziening op te nemen ten aanzien van een verzoek van een overheidsinstantie om verkregen gegevens (ook) voor een ander doel te kunnen gebruiken dan waarvoor ze zijn verstrekt, mits dat verzoek binnen het toetslngskader vall en een voorzienlng ts .reffen voor de betrokkenheid van de minister van Justitle als dat verzoek ten behoeve van sen strafrechteJijk onderzoek wordt gedaan. Artikel 24 Artikel 24, tweede lid, onderdeel a, regelt dat de Bank blj aangetekende brief een geldtransactiekantoor kan aanzeggen dat vanaf een bepaald tijdstip aile of bepaalde o rganen van hat geldtransactiekantoor hun bevoegdheden slechta mogen uitoefenen na goedkeuring van sen door de Bank aangewezen persoon (stille curator). Deze aanzegging wordt terstond van kracht. Uit de memorie van toelichting op pagina 6 blijkt dat met deze laatste zinsnede wordt beoogd dat de aanzegging terstond van kracht wordt en dat daaraan gevolg dient te worden gegeven "nlettegenstaande 9nige daartegen gerichte voorzienin.g" . De Raad maakt hierult op dat de regering een verzoek bij de rechter om schorsende werking van bezwaar en beroep op grand van artikel 85, eerate lid, aerste volzin, van de LAR tegen sen zodanige aanzegging wil uitsluiten. Indlen dit het geval is, vardient het de voorkeur om dit expllciet te bepalen. Het doel van artikeJ 85, eerste lid, eerste volzin, van de Landsverordening administratieve rechtspraak, P.B. 2001, no. 79, (LAR) is ten aanzjen van het al dan niet toekennen van schorsende werking van bezwaar en beroep een afweging te kunnen maken van het belang van de individuale burger tegenover hat belang van de
4 RvA no. RAl10-10-LV
o verheid. Gelet op dit doel verdient uilSlulting van een beroep op schorsende werking in bezwaar en beroep een nadere motivering in de memorie van toelichting. De ~aad advissert In het licht van het bovenstaande de uitsluiting van de schorsende werking van artikel 85, eerste lid, eerste volzin, van de LAR expliciet regelen en de memorie ven toellchting aan te vullen.
(
Artlkel25 Het tweede lid, onderdeel e, van artikel 25 van het ontwerp geeft de toezichthouder de bevoegdheld om zonder toestemming van de bewoner de woning binnen te treden. Oit is sen verg~ande beperkirig van de persoonlijke levenssfeer. Artikel 8 van het EVRM eiat voor een beperf
Op grond van artikel 39 van het ontwerp kan de Bank het geldtransactiekantoor sen bestuur1ijke boete opleggen voor elke dag dat het nalatig is geweest. De Raad constateert
5 RvA no. RAl1 0-1O-LV
dat de last onder dwangsom reeds de mogelijkheid biedt om een bedrag per tijdseenheid
waarin de last niet is ultgevoerd vast te stellen.
De Raad geeft de regering in overweging in artlkel 39 van het ontwerp de zinsnede "yOor
elke dag dat hij nalaHg is geweesr te schrappen.
De Raad constateart dat voor de bij landlbesluit, houdende algemene mastregelen, vast te
stell en hoogte van de dwangsommen en boeten, opganomen in de artikelen 30 en 39 geen
begrenzing geldt.· . ,
De Raad adviseert de hoogte van de bij landsbesluit. houdende algemene maatregelen, vast
te stellen dwangsommen en boeten in de betreffende artfkelen van het ontwerp te
begrenzen.
Artikel 37
c.
c
Deze bepaling brengt met zich dat indien de invorderingsbeschikking wordt gegeven op aen
tijdstip waarop de procedure tegen de last onder dwangsom zich reeds in de fase van hoger beroep bevindt, de invorderingsbeschikking in eerste en enige aanleg door de appelrechter wordt beoordeeld. Indien in bepaalde gevallen allnog ingewikkelde feitelijke geschilpunten njzen, is naar de mening van de Raad earst een behandeling in lagere jnstantie gewenst. De appelrechters dienen daarom .de mogelijkheid te hebben om de procedure tegen de invordaringsbeschikking terug te verwijzen naar het Gerecht In eerste aanleg. De LAR biedt d e appelrechter deze mogelijkheid op dit moment niet. Ook de ontwerp landsverordening tot w ljziging van de Landsverordening administratieve rechtspraak ter bevordering van de doelmaHgheid en doeltreffendheid van de administratieve rechtspraak, waarover de Raad van Advies op 17 m~i 2010 advies heeft ultgebracht (RAl36-09-LV). biedt vaor dit specifieke geval geen voarziening. De Raad geeft de regering in overweging in het ontwerp een voorziening hiervoor te tretten. Artikel 4Q
In artikel 40 worden ,de gevallen genoemd waarin geen bestuurtijke boete wordt opgelegd,
De Raad is van maning dat ook geen bestuurlijke boete dient te worden opgelegd voor zover
voor de overtrading een rechtvaardigingsgrond bestond. Rechtvaardigingsgronden zijn voor
aile bestuurlijke sancties van belang.
De Raad gaeft de regering in overweging in de betreffende artikelen van het antwerp op te
nemen dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien een rechtvaardigingsgrond voar
de overtreding bestond.
Artikel41
Artikel41 verbiedt ter voldoening aan het ne bis in idam-beginsel, neergelegd in artikel 14,
zevende lid van het IVBPR en artlkel 4, zevende aanvullend protocol van het EVRM, het
opleggen v~n zowel een bestuurtijke boete als sen strafvervolging voor dezelfde gedraging.
In het geval een overtrading zowel kan leiden tot het opleggen van een bestuurlijke baete .~Is
het installen van een strafvervolging, acht de Raad overleg tussan de Bank als bestuurllJke
toezichthouder en de officier van justitie aangewezen.
De Raad ga9ft de regering in overweging hiervoor in het antwerp &en voorziening te treffen
en in ieder gaval hleraan asndacht te besteden in de memarie van toelichting.
6 RvA no. RAl1 0-1 O-LV
(
Mikeleo 39 en 68 In artlkeJ 39, derde lid, worelt bepaald dat de Bank, alvorens over te gaan tot oplegging van een boete, de betrokkene schriftellJk op de hoogte moet brengen van het voornemen een boete op te leggen on(fer vermelding van de gronden waarop het voornemen berust. De Raad constateert dat in genoemd artikel nlet is opgenomen dat de betrokkene de gelegenheid krijgt zijo zienswijze over genoemd voomemen van de Bank naar voren te brengen, maar dat dit wei wordt afgeleid uit de sanhef van artikel 45 (pagina 37 memorle van toellchting). De Raad i8 van oordesl dat in het ontwerp uitdrukkelijk moat worden opgenomen dat de overtreder de gelegenheid knjgt zijn zienswijze over -genoemd v oomemen van de Bank nsar voren te brengen. Oit geldt volgens de Raad ook voor de openbaarmaking van overtredingen (artikel 64). D e Raad adviseert in de betreffende artikelen van het ontwerp een bepaling op te nemen waarin aan de geadresseerde bij genoemde belastende beschikkingen de gelegenheid w ordt gegeven zijn zienswijze naar voren te brengen, voordat de Bank een beschikking geeft. Artjkel45
Gelet op het punitieve karakter van de bestuurtijke boate, dient het beginsel "equality of
arms· ingevolge artikel 6 v~n het EVRM. te worden gerespecteerd. Oit beginsel brengt onder
andere met zich dat men voldoende In de gelegenheld wordl gesteld zich te verdedigen. In
dit gevsl betekent dit dat de overtreder, behalve in het rapport, op zijn verzoek oak inzage
moet kunnen hebben in de stukken die ten gronds/ag liggen aan het (voomemen tot een)
besluit hem esn bestuurlijke boete op te leggen. De Raad constateert dat het ontwerp dit
nlet regelt. Om onwenselijke gevolgen van het verienen van inzage in stukken tegen te gaan
z ou voor uitzonderingen op ter inzage te geven stukken kunnen worden aangesloten bij de
betreffende regeling in het Wetboek van Strafvordering.
De Raad advlseert de regering in hat' ontwerp een regeling op te nemen met betrekking tot
het aan de overtreder ter inzage geven van de stukken die ten grondslag liggen aan het
(voorgenomen) besluit hem een bestuurlijke boete op te leggen.
Artikel73
rtikel 73 stelt overtredlng van de daarin opgesomde bepalingen strafbaar. Een dergelijke wijze van strafbaarslelling vergt dat elke daarin opgesomde bepaling afzonderlijk de toets van duidelijkheid, kenbaameid en voorzienbaameid ingevolge de artikelen 7 van het EVRM en 15 van het IVBPR kan doorstaan. De Raad betwijfelt of elke bepaling, genoemd in artikel 73, deze toets kan doorstaan. Bij wijze van voorbeeld wijst de Raad op de strafbaarstelling van overtreding van artikel 7. Oit artikel bepaalt dal het geldtransactiekantoor waaraan sen vergunning a1s bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verteend, gehouden is aan het gestelde in artikel 5, eerste lid, alsmeda aan de voorschriften verbonden aan en de beperkingen gesteld bij de vergunning. Artikel 5, eerste lid, bevat aile vergunningsvoorwaarden, die varia~en v~n Iichte eisen tot zwaardere eisen. Het is de Raad niet duldelijk of elke vergunnmgsels. waaraan niet wordt -voldaan, als een op zichzelf staand feit strafbaar moet worden beschouwd. Overigens zij opgemerkt dat, zo dit het geval zou zijn, de Raad dit in ieder geval ten aanzien van de maer administratieve eisen buiten proportie acht. Een ander voorbeeld betreft artikel 18 van het ontwerp. De formulering van deze bepaling kent geen duidelijke normadressaat, nu het in de lijdende v~nn is gefonnuleerd. In dit kader verdient ook de strafbaarstelling van overtreding van artikel 24, vierde lid, van het antwerp aandacht. Niet bij
7 RvA no. RAl10-10-LV
aile onderdalan van die bepaling is duidelijk wie de normadressaat is en wat de norm
precles inhoudt.
De Raad adviseert de regering de in artikel 73 van het ontwerp genoemde bepalingen in hat
licht van het bovenstaande te belien en waar nodig te herformuleren.
D. memoria van toellehtlng T oelichting 0D artikel 1, onderdeel b O p paglns 22 de memorie van ,toellchting kornt de daar gebruikte terminologie niet overe~ met de tekst van artikel 1, onderdeet b, van het ontwerp. Zo wordt in genoemde bepahng gesproken. over betaalmiddelen en geldswaardige papieren en in de toelichting daarop op pagina 22. tweede alinea. onder punt 1. over gelden en geldswaarden. D e Raad adviseert de terminologie in de toelichting in overeenstemming te brengen met de tenninologie in artikel 1, onderdeel b, van het ontwerp.
V,"
T oelichting 00 de art/kelen 5 en 6 Op pagina 26 van de memoria van toelichting onder het kopje Artikel 5 en 6", eerste zin, wordt aangegeven datde Bank sen discretionaire bevoegdheid heeft bij het vertenen van de vergunning, Oft geldt Inderdaad voor de gronden waarop de Bank een vergunning mag weigeren. neergelegd in artikel 6. Artikel 5 evenwel biedt geen ruimte om een vergunning te welgeren, indien aan de in artikel 5 opgesomde voorwaarden wordt voldaan. De gekozen systematiek behoeft naar de mening van de Raad nadere toelichting, die thans wordt gemist. De Raad adviseert in de memorie van toelichting aan te geven hoe de niet discretionaire bevoegdheld op grond van artikel 5 en de discretionaire bevoegdheid op grond van artikel 6 z ich tot elkaar verhouden. U
c..
Artjkel 14 Artikel 14 regelt dat slechts een exteme deskundige tagen wie de Bank geen bezwaar heeft een vendaring omlrent de jaarrekening en rapportagestaten van een geldtransaktiekantoor mag afgeven. Oak kan de Bank bezwaar maken tegen aanstelling of handhaving van aen exteme deskundlge. Een exteme deskundige is gedefinieerd als een deskundige in de zin van artikel 2: 121 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens het zesde lid van dit artikel is bevoegd tot het afgeven van een verklaring omtrsnt de jaarrekening een register-accountant in de zin van de Nederlandse regelgeving en een accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid. van het Nederlandse Burgertijk Wetboek, een certified public accountant in de zin van de regelgeving in de Verenigde Staten en iemand die daartoe een vergunning heeft gekregen van de Minister belast met Economiscf1e Zaken. Op voomoemde accountants is sen stelsel van bevoegdheidsverlening an toezicht, indusief tuchtrechtelijke maatregelen. van toepassing. Binnen dat stelsel woren ook de integriteit getoetst (artikelen 59 van de Wet op de registeraccountants an 44 van de Wet op da accountants administratieconsulenten). Artikel 14 geeft de Bank de bevoegdheid een axteme deskundige. alhoewel bevoegd ingevolge de hiervoor aangehaalde wet- en regelgeving, zijn bevoegdheid ten aanzien van het verstrekken van een verklaring omtrent de jaarrekening en rapportagestaten ten aenzien van een geldtransactiekantoor te ontnemen. Ingevolge artikel 2 van de LAR is de Bank een publiekrechtelijk orgaan. Hij heeft immers toezichthoudende en regelgevende bevoegdheden. Het besluit inhoudende bezwaar tegen aen bepaalde registeraccountant is ingevolge artikel 3 van de LAR aen beschikking. Een dergelijk besluit van de Bank heaft immars tot gevolg dat de verklaring van de betraffende registeraccountant
8
diana rechtspositia. Oat
en 7
9
grand van hat vierde lid van artiket 121 Boek 2 BW. De in dat artikel genoemde andere
deskundigen beacrukken, over geen enkele bevoegdheid. In de memorie van toelichting
wordt hier geen aandacht aan besteed.
De Raad advlseert hierover een passage op te nemen in de memorie van toelichting.
Opm.rtdnaan van Wftatechnl8che .0 redactlonale aard
Z owel het ontwerp als de memorie van toelichting geeft de Raad aanleiding tot het maken
van wetstechnlsche en redactionele opmerkingen,. De 'Raad volstaat met het geven van een
aantal voorbeelden. .
Hat antwerp
( '
I n artlkel 1, onder a, van het ontwerp wordt het begrip 'geldtransactiekantoor" omschreven ' als "een vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig...enz". Artikel 5, aerste lid, aanhef en o nder 12°, bepaalt "De Bank verleentde vergunning, tenzij ..... het geldtransactiekantoor niet een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap is ..... ". Nu het geldtransactiekantoor gedefinieerd wordt als zijnde een vennootschap, kan zij niet tevens geen vennootschap zijn. Waar het om gaat is dat de geldtransacties worden verricht door een ondememing die niet de voorgeschreven rechtsvonn van sen vennootschap heeft. ~ D e Raad ,adviseert de redacti~ van artikel 5, aanhef en onder 12°, in het licht van het bovenstaande aan te passen.
In artikel 8 wordt soms de vergunninghouder genoemd en soms het geldtransactiekantoor
als adressaat, zonder dat daar ean duidelijke reden voor lijkt te zijn (zie het voorgestelde
onderdeel k).
De Raad adviseert de gebezigde terminologi& consequent toe te passen.
In artikel 36, tweade lid, dient ~De bank kan een nieuwe invordering geven" te worden
vervangen door "De Bank kan een nieuwe beschlkking tot invordering geven".
(
De memoria van toellchtlng
Op pagina 15, onder "3.8. De bijzondere opsporingsbevoegdheid" dient de eerste zin te
w orden vervangen door "In artlkel 28 van het onderhavige ontwerp wordt voorgesteld am
aan de bij landsbesluit aangewezen functionarissen van de Bank een bijzondere
opsporlngsbevoegdheid toe te kennen.·
Op pagina 17, tweede regel van boven, dient het tweede woord "dient" te worden geschrapt.
M
Op pagina 17, onder 3.11. "Publicatieplicht van de jaarrekening dient in de eerste zin tussen
"eisen betreffende" en ubedrijfsvoering" het woord "de" te worden ingevoegd.
Op pagina 20, vljfde regel van boven, dient tussen de zinsnede "Het vorenstaande houdt
onder meer" en het woord "dat" het woord "in" te worden ingevoegd.
u
Op pagina 21, onder "4. Financi~le paragraar nagende regel van boven, dient "De Bank te
worden varvangen door "Qndergetekende" en dient na de woorden "bij het" ingevoegd te
worden de woorden "in over1eg met de Bank".
Op pagina 29 wordt onder het kopje artike' "Artikel 25 en 26" aileen artikel25 toegelicht.
~
10
De zinsnede M en 26" in,het kopje dient te worden geschrapl
De voorgestelde artikelen 27 en 28 worden niet toegellcht. Ook wordt nlet, zoals bij andere
bepalingen, verwezen naar de desbetreffende toelichtlng in het algemeen deel van de
toelichting.
De Raad adviseert de artikelen 27 en 28 van het ontwerp alsnog toe te lichten.
O p pagina 36' onder het kopje "ArtikeI42", derde alinea; laatate %in, staat dat een termijn van
v ijf jaar is opgenomen. In artikel 42, derde lid, staat een termijn van ean jaar genoemd.
Artikel 42, derde lid, en de memorie van toelichting, dienen met elkaar in overeenstemming
te worden gebracht.
O p pagina 37, onder "Artikel45 aerate zin, dient na de zinsnede "naar voren te brengen" te
worden toegevoegd co tegen het voomemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete".
D
,
(
De Raad heeft voor het overige ge~n opmerkingen. Concfuderend geeft de Raad de regering in overweging de onderhavige antwerp landsverordening niet vast te stellen, dan nadat met vorenstaande opmerkingen rekening zal zijn gehouden. . Willemstad, 4 augustus 2010
11 RvA no. RAl1 0-1()"LV
Raad van Advies van Cu ra~ao
Aan Zijne Excellentie de Gouverneur van Curac;:ao
. .... ..
d,f;l IilIlWftft.liII ........ "t.
.., ... ""......
~
4 AUG
".at1................
,.." .......... ,..... , ..·u.f,
RvA no. RAl23-11-LV
Onderwerp: Ontwerplandsverordening houdende regels inzake het toezicht op
geldtransactiekantoren (Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren)
(zaaknummer 2011 /036685)
Advies:
Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 24 juni 2011 om het oordeel
van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de
behandeling hie Nan in de vergadering van de Raad van Advies d.d.
1 augustus 2011, bericht de Raad u als voigt.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
1. Regelgevende bevoegdheid van de Bank In dit ontwerp wordt regelgevende bevoegdheid toegekend aan de Bank die blijkens de memorie van toelichting (pagina 23) wordt aangemerkt als een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) . Op Curac;:ao kan, gelet op artikel 111 van de Staatsregeling van Curac;:ao (Staatsregeling), aan een zbo regelingsbevoegdheid worden toegekend. De betreffende zbo dient wei te voldoen aan het bepaalde in artikel 111 van de Staatsregeling.1 Ingevolge artikel 111, eerste lid, dient een zbo bij landsverordening te zijn ingesteld. De Raad adviseert de regering met terugwerkende kracht tot en met 10 oktober 2010 in de KadeNaststeilingslandsverordening te voorzien in de instelling van de Bank als een zbo. De Raad adviseert de regering met inachtneming van het bovenstaande, in het Centrale Bank-statuut voor Curac;:ao en Sint Maarten vast te leggen dat aan de Bank in bijzondere landsverordeningen zelfstandig regelgevende bevoegdheid kan worden toegekend, waar zulks nodig is voor het uitoefenen van de aan hem opgedragen toezichthoudende taken.
I Zie in dit verband de adviezen van de Raad van Advies van de Nederlandse Antillen (RvANA) RvA no. RAll0-l0-LV d.d. 4 augustus 2010 onder "ArtikeI9", pagina 's 3 en 4 en RvA no. RAl8A-l0-LV d.d. 6 september 2010 onder "Regelgevende bevoegdheid van de Bank van de Nederlandse Antillen (de Bank)", pagina's 1 en 2.
Architectenweg 1, Curac;ao , Tel: (5999) 461 2678. Fax (5999) 465
2~76.
e-mail: rvadvies@curac;ao·gov.an
a.
b.
Bank-statuut voor Curac;ao en Sint Maarten ook: van zijn waarin wordt beslist over algemeen verbindende voorschriften, te worden De vergaderingen waarin wordt beslist over verbindende voorschriften zullen steeds moeten zijn. de (constitutionele) de bevoegdheid te om van de Bank te vernietigen wanneer die in strijd
IMPTn"'''Q''''''''
met de wet
met
er een even wicht moet zijn tussen belang dat de De Raad is van onafhankelijk kan handelen enerzijds en belang van controle op Bank 2 anderzijds. Vanuit dat geziehtspunt de minister over adequate bevoegdheden te besehikken om te kunnen verantwoorden tegenover het parlement. De eonstateert dat in de artikelen 76 en 77 van het regering toekent aan de m De mogelijkheid van de minister om voorzieningen taakverwaarlozing door de Bank wordt in artikel 76 van het ontwerp echter beperkt tot voorschriften. De Raad adviseert de om artikel 76 van het ontwerp in navolging van het in artikeJ 77 van het ontwerp van toepassing te doen zijn op zowel wetgevende maatregelen als bestuurlijke maatregelen van Bank.
Het antwerp
een geldtransactiekantoor beroep heeft ingesteld de intrekking van zijn vergunning door de is in artikel 8, zesde lid, van het ontwerp een voorlopige voorziening van De Bank zal bij intrekking van de vergunning van een geldtransactiekantoor betrokken geldtransaetiekantoor per aangetekende brief -'Or.,nCl,n dat vanaf tijdstip van intrekking van de vergunning aile of bepaalde geldtransactiekantoor hun bevoegdheden slechts mogen uitoefenen na goedkeuring door of meer de Bank personen en met van de opdraehten aan deze welke aanzegging terstond van kracht Raad voor om in de toelichting op artikel 8 toe te liehten hoe voornoemde voorlopige voorziening zich verhoudt tot de bevoegdheid van de rechter de Landsverordening administratieve om een voorlopige te
Het komt de Raad voor dat artikel 10, eerste lid, van het ontwerp Ie ruim is voor zover het betreft de van de Bank om ter uitvoering van "regelingen van internationale
. , Zie in dit verband het advles van de RvA no. RAl08-1 O-LV d.d. 21 4,5 en 6. Toezicht en ministeriele verantwoordelijkheid",
2010, onder "3.
2 RvA no,
intergouvernementele algemeen verbindende voorschriften vast te stellen ten behoeve van de Landsverordening toezicht onder artikellid is niet beperkt tot de staande geldtransactiekantoren. uitgangspunten, genoemd op 23, tekstblok, van de memorie van toelichting. De adviseert de regering artikel 10, eerste lid, zodanig te clausuleren uit de bepaling duidelijk blijkt ten aanzien van welk van de uitvoering de Bank op het betreffende terrein bevoegdheid toekomt.
In artikel 17, derde lid, wordt met betrekking tot de hoogte van de in het eerste lid bedoelde gesteld zij "ten minste" gelijk moeten zijn aan kosten die de Bank ter zake de regering om te motiveren waarom in het
in rekening te brengen gezamenlijk "ten hoogste"
kosten die de Bank ter zake maakt.
tweede lid, onderdeel d, wordt aan door Bank functionarissen bevoegdheid om plaatsen, met uitzondering van zonder de uitdrukkelijke van de te betreden. de regering om naar analogie van het Wetboek van Strafvordering een De Raad te treffen, voor het betreden van de woning de wil van bewoner.
ontwerp opgenomen bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen, namelijk de last dwangsom en de bestuurlijke boete, strekken tot handhaving van de zoals vastgelegd bij of krachtens de toezicht geldtransactiekantoren. De Bank kan op basis van zijn discretionaire van sancties de overtreding van een dwingende verplichting, opgenomen in of krachtens de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren. Het komt de Raad voor dat de grondslag voor het van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete dezelfde zal moeten zijn. De constateert echter dat niet worden genoemd' in artikel eerste lid, (last onder dwangsom) en (bestuurlijke van het ontwerp. De Raad regering om te motiveren waarom afwijkende artikelen of artikelleden eerste lid, van het ontwerp worden genoemd. in artikel 29, eerste lid, en artikel
Het komt de Raad voor dat de grondslag voor het opleggen van een bestuurlijke boete en die voor het opleggen van een boete dezelfde zal moeten De constateert echter dat niet artikelen of worden genoemd in artikel van het ontwerp. eerste lid, (bestuurlijke boete) en artikel 74, eerste lid, De Raad adviseert de regering om te motiveren waarom afwijkende artikelen of artikelleden in artikel 38, eerste lid, en artikel 74, eerste lid, van het ontwerp genoemd.
de
boete, dient het beginsel "equality of Verdrag voor de rechten en mens te worden
3 RvA no.
gerespecteerd. Oit beginsel brengt andere met zich mee dat de overtreder voldoende in de gelegenheid wordt gesteld zich te In dit dit dat de overtreder, behalve in het rapport, op verzoek ook moet kunnen hebben in de aan het (voornemen tot besluit hem een bestuurlijke stukken die ten grondslag boete op te leggen. De constateert in artikel 44, eerste lid, de Bank de Om bevoegdheid wordt gegeven om bepaalde stukken van kennisneming uit t8 onwenselijke gevolgen van het niet verlenen van in stukken zoals gesteld in artikel 44, eerste lid, van het ontwerp tegen te gaan, adviseert de Raad de uitzonderingen op het ter geveri van stukken aan te sluiten bij de hoi'
Artikel 14 van het ontwerp kent regelgevende' b!3voegdheid toe aan de Bank. Oit artikel 14 dient de in artikel 75 van het ontwerp te worden ingevoegd. De artikel 75 van het ontwerp met van het aan te passen.
In artikel 3, tweede lid, van het Bank-statuut voor en Sint Maarten wordt bepaald dat de Landen zullen waarborgen dat hun nationale wetgeving, voorzover in relatie tot de doelstellingen van de Bank. en de daarop berustende met deze regeling, alsmede een gelijkluidende ingangsdatum eenvormig en bevatten. De Raad adviseert de regering om in artikel 79 de inwerkingtreding van de onderhavige landsverordening te doen plaatsvinden op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip. Hierdoor om het in artikel 3, tweede lid, van het wordt de regering in de gelegenheid en Sint Maarten na te komen. Centrale voor De adviseert artikel 79 van het ontwerp met inachtneming van voorgaande aan te passen.
De memorie van toelichting
terminologie niet de memorie van toelichting komt de daar wordt in n"",""'on">r,a overeen met de tekst van artikel 1, onderdeel b, van het ontwerp. en in de toelichting over betaalmiddelen en papieren 24. tweede onder punt 1, over gelden en daarop op Raad adviseert de terminologie in de toelichting in terminologie in artikel 1, onderdeel b, van het ontwerp. Artikel 15 Artikel 15 geeft de Bank de bevoegdheid een externe alhoewel bevoegd van het van het Burgerlijk Wetboek3 , zijn bevoegdheid ten omtrent de jaarrekening en rapportagestaten ten aanzien van een te ontnemen. De Bank kan ook bezwaar maken aanstelling of
Zie in dit verband het advies van de RvANA, RvA no. RAJ1 0-1 O-LV d.d. 4 "ArtikeI14", pagina 8.
3
2010, onder
4 no.
handhaving van een externe deskundige. In de memorie van toelichting wordt op pagina 19, onder "3.12. De aanstelling of handhaving van een externe deskundige" gesteld dat omdat de beslissing van de Bank om bezwaar aan te tekenen een beschikking is, de externe deskundige bezwaar of beroep kan aantekenen tegen deze beslissing van de Bank.4 De memorie van toelichting geeft geen nadere toelichting op hoe het stelsel van het Burgerlijk Wetboek zich verhoudt tot die van de LAR en hoe beide stelsels naast elkaar functioneren. De Raad adviseert de regering in de memorie van toelichting bij artikel 15 nader in te gaan .op de verhouding van het stelsel specifiek gericht op accountants bevoegd tot het afgeven : ..' van verklaringen omtrent de jaarrekening.en de in artikel 15 neergelegde bevoegdheid van de Bank en de daarop van toepassing zijnde rechtsbescherming ingevolge de LAR. .
4. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
,.
Ais bijlagen worden tevens opgenomen de adviezen van de Raad van Advies van de Nederlandse Antillen RvA no. RNOB-10-LV d.d. 21 juni 2010, RvA no. RNBA-10-LV d.d. 3 september 201 0 en RvA no. RN1 0-1 O-LV d.d. 4 augustus 2010 .
Conciuderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging het ontwerp bij de Staten in te dienen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 3 augustus 2011
Zie in dit verband het advies van de RvANA, RvA no. RAJ1 0-1 O-LV d.d . 4 augustus 2010, onder 'Artikel 14", pagina 's 8 en 9.
4
5 RvA no. RAl23-11-LV
Bijlage
bij het advies van de Raad van Advies, RvA no. RAl23-11-LV
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard Zowel het antwerp de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden. Het antwerp
In artikel 8 wordt .30ms de vergunninghQ.Uder en geldtransactiekantoor dat daar een duidelijke zijn het voorgestelde onderdeel g). De Raad de gebezigde terminologie consequent toe te passen.
soms het voor lijkt te
regering om zinsnede "wordt daarop door Bank beslist" in volzin van artikel 8, eerste lid, a, te vervangen door "stelt de Bank de vergunning". betrokken vergunninghouder in kennis van de intrekking van
De Raad blijkt dat sprake is van Bank.
om artikel 12, derde lid, zodanig te formuleren dat daaruit vaststelling van voorschriften door de
Oe aanduiding van een derde lid ("3.") moet een tweede lid ( "2.").
worden in een aanduiding van
tweede lid, dient "De kan een nieuwe invordering te worden vervangen door Bank kan een nieuwe beschikking tot invordering geven". De memorie van Op pagina 15 ontbreekt nummer 3.7.4. Op pagina 16, onder "3.8. De bijzondere opsporingsbevoegdheid" eerste zin te worden vervangen door "In artikel 27 van het onderhavige antwerp wordt voorgesteld om aan de bij landsbesluit functionarissen van een opsporingsbevoegdheid toe te kennen."
Op pagina
10.2. De jaarrekening", vijfde
dient
tweede woord
"dient" te 18, onder 3.11. "Publicatieplicht van de
dient in de eerste zin en "bedrijfsvoering" het woord "de" te worden
Op pagina onder paragraaf", achtste en negende , dient "De en dient na de woorden "bij Bank" te worden vervangen door te worden de woorden "in overleg met de Bank".
RvA no.
Op pagina 41, onder "Artikel brengen" te worden toegevoegd bestuurlijke boete". Op pagina
eerste zin, dient na voren te tegen het voornemen tot het opleggen van een
onder "Artikel 78", dient de laatste volzin te worden geschrapt.
II