************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Intitulé
: LANDSVERORDENING van 13 februari 1992 houdende regels inzake een algemene ziektekostenverzekering
Citeertitel: Landsverordening algemene ziektekostenverzekering Vindplaats : AB 1992 no. 18 Wijzigingen: AB 1997 34; AB 2000 no. 101; AB 2002 no. 118*; AB 2003 no. 94; AB 2005 no. 47; AB 2005 no. 80; inwtr. AB 1996 no. 55 Inwtr. AB 1997 no. 40 Inwtr. AB 1998 no. 28 Inwtr. AB 2000 no. 102 ==================================================================== HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN PARAGRAAF I.1 INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1 In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: de Minister : de minister, belast met aangelegenheden van volksgezondheid; de Inspecteur : de inspecteur der belastingen; de Ontvanger : de Ontvanger der belastingen; Fonds : het Algemeen Fonds Ziektekosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid; de Raad : het orgaan, bedoeld in artikel 2, derde lid; uitvoeringsorgaan : het orgaan, bedoeld in artikel 2, tweede lid; beroepsbeoefenaar : een persoon die voor eigen rekening een medisch of paramedisch beroep uitoefent; contractant : een beroepsbeoefenaar die met het uitvoeringsorgaan een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 39; contracterende : een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling instelling die met het uitvoeringsorgaan een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 39; bevolkingsregister: het bevolkingsregister, bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening op het aanleggen en bijhouden van het bevolkingsregister (AB 1989 nr. GT 17); huisarts : degene die: 1°. is ingeschreven in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, of 2°. beschikt over een verklaring van de commissie, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening uitoefening geneeskunst, uit welke verklaring blijkt dat deze commissie, aan de hand van de overgelegde bewijsstukken, tot de conclusie is gekomen dat de door de betrokken arts in het buitenland genoten huisartsenoplei*
Artikel I, onderdeel W, treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
medisch specialist:
tandheelkundig specialist
:
tandarts
:
verloskundige
:
fysiotherapeut
:
ding gelijkwaardig mag worden geacht aan de opleiding welke door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst als voorwaarde wordt gesteld voor de inschrijving in het register van erkende huisartsen der Maatschappij; degene die: 1°. is ingeschreven in het specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, of 2°. beschikt over een verklaring van de commissie, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening uitoefening geneeskunst, uit welke verklaring blijkt dat deze commissie, aan de hand van de overgelegde bewijsstukken, tot de conclusie is gekomen dat de door de betrokken arts in het buitenland genoten specialistische opleiding gelijkwaardig mag worden geacht aan de opleiding welke door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst als voorwaarde wordt gesteld voor inschrijving in het specialistenregister der Maatschappij; degene die: 1°. is ingeschreven in het specialistenregister voor mondziekten en kaakchirurgie, dan wel in het specialistenregister voor dentomaxillaire orthopedie van de Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde, of 2°. beschikt over een verklaring van de commissie, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening uitoefening geneeskunst (AB 1996 no. GT 50), uit welke verklaring blijkt dat deze commissie, aan de hand van de overgelegde bewijsstukken, tot de conclusie is gekomen dat de door de betrokken arts in het buitenland gevolgde specialistische opleiding gelijkwaardig is aan de opleiding die door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot de bevordering der Tandheelkunde als voorwaarde wordt gesteld voor inschrijving in het specialistenregister van die vereniging; degene die tot de uitoefening van de tandheelkundige praktijk bevoegd is krachtens de Landsverordening uitoefening tandheelkunde (AB 1989 no. GT 90); degene die tot de uitoefening van de praktijk als vroedvrouw bevoegd is krachtens de Verloskundigenverordening; 1°. degene die in het bezit is van een in Nederland afgegeven bewijs van bevoegdheid tot de uitoefening van het fysiotherapeutische beroep; 2°. degene die beschikt over een verklaring van de commissie, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening uitoefening geneeskunst, 2
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
mondhygiënist kruisinstelling ziekenhuis
uit welke verklaring blijkt, dat de door de betrokken hulpverlener in het buitenland genoten opleiding naar het oordeel van de commissie gelijkwaardig is aan de opleiding die in Nederland tot het afgeven van het in 1° bedoelde bewijs leidt; : degene wiens opleiding hem in het Land van zijn opleiding de bevoegdheid geeft tot het zelfstandig uitoefenen van het beroep van mondhygiënist; : een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zonder winstoogmerk werkzaam is ter behartiging van de algemene gezondheidszorg; : een door de Minister als zodanig erkende instelling. Artikel 2
1. Er is een Algemeen Fonds Ziektekosten, waaruit de uit deze landsverordening voortvloeiende kosten, alsmede de beheerskosten daarvan worden bestreden. 2. Het beheer van het Fonds berust bij het uitvoeringsorgaan; het uitvoeringsorgaan is rechtspersoon. 3. Een Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beheer en op de algemene gang van zaken bij het uitvoeringsorgaan. 4. Het uitvoeringsorgaan doet geen schenkingen. Van een voornemen tot het aangaan van een dading of het oprichten van een rechtspersoon doet het onder opgave van redenen opgave aan de Minister, die de bescheiden, vergezeld van zijn oordeel daaromtrent, overlegt aan de Staten en de Staten gedurende twee weken in de gelegenheid stelt hun wensen en bezwaren te zijner kennis te brengen. 5. Overeenkomsten van geldlening sluit het uitvoeringsorgaan uitsluitend met in Aruba gevestigde kredietinstellingen als bedoeld in de Landsverordening toezicht kredietwezen (AB 1998 no. 16), of met in Aruba gevestigde publiekrechtelijke rechtspersonen, met dien verstande dat het totaal bedrag van de uit de door hem gesloten geldleningsovereenkomsten voortvloeiende vorderingen op het uitvoeringsorgaan nimmer meer mag bedragen dat één miljoen florin; iedere lening behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad. Artikel 2a 1. De Minister kan het uitvoeringsorgaan aanwijzingen van algemene aard geven omtrent de uitoefening van de aan het uitvoeringsorgaan opgedragen taken. Het uitvoeringsorgaan volgt een dergelijke aanwijzing binnen een door de Minister te bepalen termijn op. 2. Alvorens de Minister een aanwijzing geeft als bedoeld in het eerste lid, wint hij het advies van de Raad in. De Raad verstrekt dit advies zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van drie weken. Het besluit tot niet overnemen van dit advies wordt met redenen omkleed. 3. Indien een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, niet of niet volledig binnen de door de Minister bepaalde termijn is opgevolgd, dan kan hij bepalen dat de bevoegdheid waarop de aanwijzing betrekking heeft, op hem overgaat. Een zodanige beschikking treedt in werking dertig dagen na het tijdstip van haar totstandkoming, tenzij het uitvoeringsorgaan de beslissing ter beoordeling heeft voorgelegd aan de bezwaaradviescommissie, bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (AB 1993 no. 45). Het oordeel van 3
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
de bezwaaradviescommissie is bindend. Artikel 2b 1. Het uitvoeringsorgaan is voor het beheer van het Fonds verantwoording verschuldigd aan de Raad. 2. Het uitvoeringsorgaan verstrekt op verzoek van de Raad alle gegevens en inlichtingen die de Raad nodig acht voor de uitoefening van zijn taak. Deze bevoegdheid strekt zich niet uit tot de medische gegevens van de verzekerden. 3. Het uitvoeringsorgaan verleent op verzoek van de Raad aan door de Raad aangewezen personen toegang tot en inzage in alle gegevens die de Raad nodig acht voor de uitoefening van zijn taak. PARAGRAAF I.2 DE KRING DER VERZEKERDEN Artikel 3 1. Verzekerd in de zin van deze landsverordening is degene die is ingeschreven in de basisadministratie en alhier hoofdverblijf heeft met inachtneming van de Landsverordening toelating en uitzetting (AB 1993 no. GT 33). 2. In afwijking van het eerste lid is verzekerd degene die zich heeft ingeschreven in de basisadministratie op grond van een geldige verblijfsvergunning ingevolge de Landsverordening toelating en uitzetting (AB 1993 no. GT 33), maar waarvan de bijhouding van zijn gegevens is gestaakt op grond van het verlopen van zijn verblijfsvergunning, voordat op zijn tijdig ingediende verzoek tot verlenging van die verblijfsvergunning is beslist, gedurende de periode tussen de datum van het staken van de bijhouding van zijn gegevens en de datum van beslissing op het voormelde verzoek. Artikel 4 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden bepaald dat personen die in dienst zijn van het Land, en hun gezinsleden, die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, verzekerd zijn in de zin van deze landsverordening. 2. Het uitvoeringsorgaan is bevoegd op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van een verzekerde te bepalen dat deze, zijn echtgenote en hun eventuele inwonende minderjarige kinderen niet verzekerd zijn, mits de verzoeker ten genoege van dit orgaan heeft aangetoond dat ten aanzien van hem sprake is van een samenloop van de algemene ziektekostenverzekering en voor de betrokkene geldende voorschriften van een overeenkomstige buitenlandse wettelijke regeling met ten minste gelijksoortige aanspraken. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden, voorschriften en beperkingen worden verbonden. Artikel 4a Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan voor gevallen en omstandigheden, waarin de kosten van de verlening van de desbetreffende aanspraak niet of niet volledig ten laste van het Algemeen Fonds Ziektekosten behoren te komen, worden bepaald dat: a. een of meer aanspraken op een later tijdstip ingaan, of b. van de verzekerde een bijdrage wordt gevorderd als voorwaarde voor toetreding tot de algemene ziektekostenverzekering, of c. de vergoeding van gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk wordt 4
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
geweigerd. PARAGRAAF I.3 INSCHRIJVING VAN VERZEKERDEN Artikel 5 Verzekerden kunnen hun aanspraken ingevolge deze landsverordening slechts geldend maken indien zij beschikken over een bewijs van inschrijving als bedoeld in artikel 6, eerste lid, of artikel 7, tweede lid. Artikel 6 1. Een voorlopig bewijs van inschrijving wordt verstrekt aan degene die met inachtneming van de voorschriften, gesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan het uitvoeringsorgaan een verzoek tot inschrijving als verzekerde doet, tenzij aanstonds duidelijk is dat het verzoek overeenkomstig artikel 8 zal worden afgewezen. 2. Het voorlopig bewijs van inschrijving geldt totdat een beslissing op het verzoek is genomen, maar niet langer dan een maand. 3. Betrokkene geeft zijn voorlopige bewijs aan het uitvoeringsorgaan terug, zodra hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zijn verzoek om inschrijving overeenkomstig artikel 8 is afgewezen. Artikel 7 1. Zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een maand nadat het verzoek is ingediend, beslist het uitvoeringsorgaan definitief op het verzoek om inschrijving. De beslissing wordt betrokkene schriftelijk bekendgemaakt. 2. Indien het verzoek wordt ingewilligd, verstrekt het uitvoeringsorgaan de verzekerde aanstonds een bewijs van inschrijving. 3. Betrokkene geeft zijn bewijs van inschrijving aan het uitvoeringsorgaan terug, zodra hij weet of redelijkerwijs kan weten dat hij niet of niet langer verzekerd is overeenkomstig deze landsverordening. Artikel 8 1. Een verzoek om inschrijving wordt slechts afgewezen indien betrokkene niet krachtens deze landsverordening verzekerd is. 2. De afwijzing wordt gemotiveerd. 3. Degene wiens verzoek is afgewezen, is aan het uitvoeringsorgaan een bedrag verschuldigd voor de geneeskundige verzorging die hem op kosten van het uitvoeringsorgaan is verstrekt. 4. Omtrent de berekening van het bedrag, bedoeld in het derde lid, kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels worden gesteld. Artikel 9 1. Een overeenkomst inzake de verzekering van ziektekosten, gesloten tussen een particuliere ziektekostenverzekeraar en een persoon die als verzekerde bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven, vervalt met ingang van de dag waarop de verzekeraar van de verzekerde mededeling ontvangt en daarbij het definitieve bewijs van inschrijving overlegt, bedoeld in artikel 7, tweede lid. 2. Indien voor de vervallen verzekering reeds een premie was betaald, wordt deze, voor zover betrekking hebbend op de periode na de 5
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
dag waarop de overeenkomst vervallen is, door de verzekeraar terugbetaald, onder aftrek van een vergoeding voor administratiekosten van ten hoogste 25 percent van het terug te betalen bedrag. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op overeenkomsten die er kennelijk toe strekken, aanspraken te verlenen in aanvulling op de aanspraken die de verzekerde ontleent aan deze landsverordening. HOOFDSTUK II AANSPRAAK OP VERSTREKKINGEN PARAGRAAF II.1 DE OMVANG VAN DE AANSPRAKEN Artikel 10 Een verzekerde heeft aanspraak op door een huisarts op wiens naam betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven, te verlenen, voor hem noodzakelijke genees- en heelkundige hulp, wat betreft de omvang en de vorm bepaald door hetgeen in de kring van de beroepsgenoten gebruikelijk is. Artikel 11 Een verzekerde heeft aanspraak op door een medisch specialist te verlenen, voor hem noodzakelijke genees-, heel- en verloskundige hulp, wat betreft de omvang en de vorm bepaald door hetgeen in de kring van de beroepsgenoten gebruikelijk is, een en ander voor zover de zorg wordt verleend op verwijzing door de huisarts op wiens naam betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven. Artikel 12 1. Een verzekerde heeft aanspraak op verloskundige hulp: a. hetzij van een verloskundige; b. hetzij van de huisarts op wiens naam betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven; c. hetzij van een medisch specialist op het gebied van de verloskunde op verwijzing door een verloskundige of een huisarts, mits de verwijzing op medische indicatie geschiedt. 2. De verzekerde heeft aanspraak op opname, verpleging en verzorging in een ziekenhuis in het kader van een bevalling. Artikel 13 1. Een verzekerde heeft aanspraak op behandeling door een fysiotherapeut, voor zover het uitvoeringsorgaan toestemming heeft verleend voor de behandeling. De toestemming wordt verleend indien: a. de behandeling geschiedt op verwijzing van de huisarts of de medisch specialist tot wie de verzekerde zich voor zijn geneeskundige verzorging heeft gewend, en b. een indicatie aanwezig is, dat van behandeling met redelijke zekerheid genezing of verbetering kan worden verwacht, waaronder mede wordt verstaan een aanmerkelijke vermindering van de pijn of, bij ziekte of gebrek, het behoud van een zo goed mogelijke lichamelijke toestand. 2. Het verzoek om toestemming wordt schriftelijk bij het uitvoeringsorgaan ingediend. Daarbij wordt een afschrift van de verwijzing overgelegd. De verwijzing vermeldt in elk geval de diagnose en het doel van de behandeling. 3. Indien het uitvoeringsorgaan toestemming tot behandeling 6
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
geeft, vermeldt het daarbij de duur waarvoor de toestemming wordt gegeven, uitgedrukt in een aantal zittingen. Dat aantal bedraagt ten hoogste negen. 4. Het uitvoeringsorgaan deelt de beslissing op het verzoek om toestemming zo spoedig mogelijk schriftelijk mee: a. aan de verzekerde, b. aan de contractant of de contracterende instelling en, c. indien het verzoek wordt afgewezen, aan de verwijzende arts. 5. De toestemming wordt gedurende een periode van 12 maanden slechts eenmaal verlengd, met dien verstande dat deze periode aanvangt vanaf de dagtekening van de toestemming. Op de verlenging is het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van het derde lid, tweede volzin. Artikel 13a Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden geregeld dat de verzekerde aanspraak heeft op logopedische hulp; zomede kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de omvang en de vorm daarvan. Artikel 14 1. Een verzekerde heeft aanspraak op in de apotheek op de welke betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven af te leveren genees- en verbandmiddelen, voorgeschreven door de huisarts, de medisch specialist, de tandarts of de verloskundige, tot wie hij zich, met inachtneming van deze landsverordening, voor zijn geneeskundige verzorging heeft gewend. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden lijsten van door contractanten of contracterende instellingen ten behoeve van het eigen gebruik of de zelfstandige toediening door de verzekerde voor te schrijven genees- en verbandmiddelen vastgesteld. De in de eerste volzin bedoelde lijsten kunnen bij regeling van de Minister worden aangevuld. Het indienen van declaraties voor de in de eerste volzin bedoelde producten geschiedt op de wijze, door het Uitvoeringsorgaan te bepalen. 3. Onverminderd het eerste en tweede lid, schrijft een tandarts of verloskundige slechts díe geneesmiddelen voor, tot het voorschrijven waarvan deze ingevolge de Landsverordening uitoefening tandheelkunde onderscheidenlijk de Verloskundigenverordening bevoegd is. Artikel 15 1. Een verzekerde heeft aanspraak op opname, verpleging en verzorging in de laagste klasse van een ziekenhuis, voor zover het uitvoeringsorgaan daarvoor toestemming heeft gegeven. 2. Het verzoek om toestemming wordt schriftelijk bij het uitvoeringsorgaan ingediend. Daarbij wordt een verklaring van de behandelende arts overgelegd, waarin de motivering voor het verzoek is vermeld. 3. Het uitvoeringsorgaan verleent toestemming, indien naar zijn oordeel de opname in het ziekenhuis redelijkerwijs noodzakelijk is. 4. Indien het uitvoeringsorgaan toestemming tot opname geeft, vermeldt het daarbij in welke ziekenhuis de opname kan plaatsvinden en zo mogelijk het aantal opnamedagen waarvoor de toestemming geldt. 5. Het uitvoeringsorgaan deelt de beslissing op het verzoek zo spoedig mogelijk schriftelijk mee: a. aan de verzekerde, 7
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
b. aan de medisch specialist die het onderzoek of de behandeling in het ziekenhuis verricht, c. aan het ziekenhuis en, d. indien het verzoek wordt afgewezen, aan de arts die het verzoek heeft gemotiveerd. 6. De toestemming kan worden verlengd. Op de verlenging is het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 16 (vervallen) Artikel 17 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden geregeld dat de verzekerde aanspraak heeft op de zorg vanwege een kruisinstelling, voorzover het betreft: a. de voor de verzekerde noodzakelijke verpleging, verzorging, begeleiding en voorlichting in verband met ziekte, herstel, invaliditeit, ouderdom en overlijden, en b. moederschapszorg en kinderhygiëne, omvattende de begeleiding, voorlichting en andere zorg tijdens de zwangerschap en gedurende de eerste levensjaren van het kind, met inbegrip van periodiek systematisch onderzoek naar de gezondheidstoestand van het kind. Artikel 18 1. Een verzekerde heeft aanspraak op tandheelkundige en mondhygienische hulp, naar de omvang te bepalen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de hulp aan degenen die de leeftijd van 15 jaren** nog niet, en degenen die die leeftijd wel reeds hebben bereikt. 2. De tandheelkundige hulp kan verleend worden door een tandheelkundig specialist op verwijzing van de tandarts bij wie betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven. De mondhygiënische hulp kan worden verleend door de tandarts bij wie de betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven, of door een mondhygiënist. Artikel 19 Een verzekerde heeft aanspraak op zieken- en ambulancevervoer, volgens bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels. Artikel 20 1. Een verzekerde heeft aanspraak op de verstrekking van de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgelegde hulpmiddelen. Daarbij kan tevens worden voorzien in de mogelijkheid van verstrekking in bruikleen. 2. In het landsbesluit, bedoeld in het eerste lid, kunnen regels worden gesteld inzake de kosten van normaal gebruik en van onderhoud van de hulpmiddelen.
**
ingaande 1 januari 2005 wordt de leeftijd van “15 jaren” gewijzigd in 16 jaren; ingaande 1 januari 2006 wordt de leeftijd van “16 jaren” gewijzigd in 17 jaren; Ingaande 1 januari 2007 wordt de leeftijd van “17 jaren” gewijzigd in 18 jaren.
8
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 21 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden geregeld dat de verzekerde die tijdelijk buiten Aruba verblijft, aanspraak heeft op een vergoeding voor zorg, behorende tot de bij deze landsverordening geregelde verstrekkingen, welke zorg niet kan worden uitgesteld tot diens terugkomst in Aruba. Artikel 22 1. Met het oog op de beheersing van de uit deze landsverordening voortvloeiende kosten kan in een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in deze paragraaf, worden bepaald dat op een in deze landsverordening vermelde verstrekking geen aanspraak bestaat, dan wel dat de aanspraak slechts bestaat onder daarbij omschreven voorwaarden, die kunnen inhouden het verschuldigd zijn van een eigen bijdrage in de kosten bij de aflevering, dan wel bij de verlening van de verstrekking. 2. De voordracht van een landsbesluit als bedoeld in het eerste lid, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld zowel van de toelichting als van het advies dat de Raad van Advies over het ontwerp aan de Minister heeft uitgebracht, en het advies van de Raad, aan de Staten is overgelegd en de Staten gedurende twee weken de gelegenheid is geboden hun wensen en bezwaren ter kennis te brengen van de Minister. PARAGRAAF II.2 HET GELDEND MAKEN VAN DE AANSPRAKEN Artikel 23 1. De verzekerde die een hem toekomende aanspraak geldend wil maken, wendt zich daartoe tot een contractant of contracterende instelling. 2. De verzekerde heeft vrijheid van keuze, voor zover artikel 24 niet van toepassing is. 3. Om aanspraak te kunnen maken op een hem toekomend recht toont de verzekerde of zijn wettelijke vertegenwoordiger aan de contractant of het behandelend personeelslid van een contracterende instelling het op hem betrekking hebbende bewijs van inschrijving; zolang het bewijs van inschrijving niet van een foto of van biometrische gegevens is voorzien, toont de betrokkene ten minste één op hem betrekking hebbend geldig identiteitsbewijs. 4. In het kader van deze landsverordening wordt aan een verzekerde geen dienst verleend, dan nadat de behandelende contractant of het behandelend personeelslid van de contracterende instelling zich van de identiteit van de verzekerde heeft verzekerd. 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op borelingen en in gevallen waarbij het leven van de verzekerde in gevaar is. Artikel 24 1. De verzekerde kan een aanspraak als bedoeld in de artikelen 10, 14 en 18, slechts geldend maken, indien hij zich wendt tot de huisarts of tandarts op wiens naam hij bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven, tenzij zulks redelijkerwijs niet mogelijk is. 2. Indien met inachtneming van artikel 39, vierde lid, een beperking in de praktijkomvang is overeengekomen, wordt dat kenbaar gemaakt 9
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
aan de verzekerde die zich tot de contractant of de contracterende instelling wendt, indien de hulpverlening aan betrokkene zou leiden tot een overschrijding van de overeengekomen maximale praktijkomvang. Tenzij zulks redelijkerwijs niet mogelijk is, kan de verzekerde zijn aanspraak in dat geval slechts geldend maken indien hij zich wendt tot een contractant of een contracterende instelling, wiens maximale praktijkomvang nog niet bereikt is. Artikel 25 1. Indien door het uitvoeringsorgaan is vastgesteld dat de aanspraak van een verzekerde op een behandeling niet in Aruba verwezenlijkt kan worden, doet het de verzekerde behandelen in een instelling op het eiland Curaçao of in één van de landen Nederland, de Nederlandse Antillen, de Verenigde Staten van Noord-Amerika, Colombia of Venezuela, die voor het Fonds de minste kosten met zich brengt. Het regelt vervolgens al de organisatorische en financiële aspecten van de reis, het verblijf en de behandeling in de door het uitvoeringsorgaan aangewezen instelling. 2. Indien de verzekerde niet behandeld wenst te worden in de instelling, bedoeld in het eerste lid, stelt hij het uitvoeringsorgaan daarvan in kennis. Het uitvoeringsorgaan geeft hem vervolgens een keuze uit één instelling in elk van de overige in het eerste lid genoemde landen, met dien verstande dat de verzekerde zich tevoren schriftelijk zal moeten verplichten akkoord te zijn met het feit dat het uitvoeringsorgaan na zijn terugkeer in Aruba slechts vergoedt het bedrag dat ten behoeve van zijn behandeling uit het Fonds betaald zou zijn aan de ingevolge het eerste lid door het uitvoeringsorgaan aangewezen instelling. In een geval als bedoeld in de tweede volzin, zal de verzekerde zelf alle organisatorische en financiële aspecten van reis, verblijf en behandeling moeten verzorgen. 3. Op voorstel van de Raad kan bij regeling van de Minister het aantal landen, bedoeld in het eerste lid worden uitgebreid. PARAGRAAF II.3 UITZONDERINGSSITUATIE Artikel 26 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt geregeld de wijze waarop de verzekerden jegens het uitvoeringsorgaan, onder daarbij te stellen voorwaarden en tot een daarbij te bepalen bedrag, in plaats van aanspraak op de desbetreffende verstrekking, aanspraak hebben op een uitkering in geld wegens gemaakte kosten voor de daarbij te bepalen vorm van zorg. 2. Het in het eerste lid bedoelde landsbesluit of afzonderlijke artikelen daarvan treedt respectievelijk treden in werking op het tijdstip waarop de Minister heeft geconstateerd dat het uitvoeringsorgaan onvoldoende overeenkomsten heeft gesloten, dan wel zich plotseling een onvoorziene noodsituatie heeft voorgedaan. 3. De beschikking, houdende een constatering als bedoeld in het tweede lid, alsmede de intrekking daarvan worden onverwijld bekendgemaakt in het Afkondigingsblad van Aruba en in één of meer lokale dagbladen.
10
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
HOOFDSTUK III DE UITVOERINGSORGANISATIE § III.1 DE RAAD Artikel 27 1. Tot de taken van de Raad behoren in ieder geval: a. de beleidsvoorbereiding en de advisering van de Minister inzake aanpassing van deze landsverordening en de uitvoeringsregelingen daarvan; b. het houden van toezicht op de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de algemene ziektekostenverzekering door het uitvoeringsorgaan; c. het vaststellen van het te voeren beleid door het uitvoeringsorgaan. 2. Bij zijn werkzaamheden wordt de Raad bijgestaan door een stafbureau. De leiding van het stafbureau berust bij een hoofd. Het hoofd legt verantwoording af aan de Raad. 3. Het hoofd van het stafbureau is tevens secretaris van de Raad. 4. Op aanwijzing van de Raad neemt het uitvoeringsorgaan het personeel van het stafbureau in dienst. De indienstneming geschiedt op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. 5. De Raad stelt voor zijn werkwijze een reglement vast. De Raad legt het reglement voor een ieder ter inzage ten kantore van het uitvoeringsorgaan. 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen, de Raad gehoord, nadere regels worden gesteld ten aanzien van de verplichtingen en de bevoegdheden van de Raad en de honorering van de leden. Artikel 27a 1. De Raad bestaat uit vijf terzake kundige leden, te weten: twee onafhankelijke leden; een lid uit de kring van de werkgevers; een lid uit de kring van de werknemers, en een voorzitter die voorgedragen wordt door de in de onderdelen a tot en met c bedoelde leden. 2. De benoeming van de leden van de Raad geschiedt door de Minister. Hij is bij de benoeming van een lid als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, gebonden aan de voordracht die wordt gedaan door de bij landsbesluit aangewezen representatieve organisaties van werkgevers en van werknemers en bij de benoeming van de voorzitter gebonden aan de voordracht gedaan door de leden, bedoeld in de onderdelen a tot en met c. 3. Een benoeming geldt voor een aaneengesloten periode van maximaal drie jaren en kan slechts eenmaal voor eenzelfde aaneengesloten periode worden verlengd. 4. Voor benoeming als lid komt in aanmerking degene die de leeftijd van dertig jaren heeft bereikt en ingezetene is van Aruba. 5. In het geval dat de voordracht voor een voorzitter, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, niet binnen dertig dagen na de eerste bijeenkomst van de Raad wordt gedaan, wordt de functie van voorzitter waargenomen door de directeur van de Directie Volksgezondheid. a. b. c. d.
Artikel 28 1. Niet voor benoeming als lid van de Raad komt in aanmerking: 11
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
a. b. c. d. e.
een Statenlid; een minister; een contractant; degene die lid is van een beroepsvereniging in de gezondheidszorg; degene die een dienstverband of een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten heeft met een contractant of contracterende instelling; f. de echtgenoot of bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad van beroepsbeoefenaren. g. degene die wegens misdrijf onherroepelijk is veroordeeld; h. degene die bij het uitvoeringsorgaan in dienst is; i. degene die lid is van het bezwaaradviescommissie, bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (AB 1993 no. 45). 2. Echtgenoten of bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad zijn niet tezamen lid van de Raad. 3. Onder een beroepsvereniging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt in deze landsverordening verstaan een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie. Artikel 28a 1. Een lid van de Raad wordt ontslagen: a. op eigen verzoek; b. bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd; c. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij een zodanige uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; d. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld of wegens schulden is gegijzeld; e. indien hij, naar het oordeel van de Raad, uit hoofde van ziekte of gebrek blijvend ongeschikt is geworden zijn functie te vervullen; f. indien hij, naar het oordeel van de Raad, zijn functie verwaarloost; g. indien hij in staat van faillissement is verklaard, dan wel aan hem surséance van betaling is verleend. 2. Een lid uit de kring van werkgevers of werknemers wordt, onverminderd het eerste lid, ontslagen op voordracht van de organisatie die hem voorgedragen heeft, behoudens in de gevallen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b. 3. Het ontslag wordt verleend door de Minister. 4. Binnen 30 dagen nadat een plaats in de Raad is opengevallen, wordt voorzien in de vacature. Artikel 29 1. De Minister wint vooraf het advies van de Raad in over iedere maatregel die betrekking heeft op de rechten en de verplichtingen van de verzekerden. 2. Op verzoek of uit eigen beweging geeft de Raad aan de Minister advies of informatie over onderwerpen die deze landsverordening raken.
12
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
§ III.2 HET UITVOERINGSORGAAN Artikel 30 1. Het uitvoeringsorgaan wordt geleid door een directie, bestaande uit ten hoogste twee directeuren. 2. Een directeur wordt door de Minister benoemd uit een voordracht door de Raad van ten minste twee en ten hoogste drie kandidaten. 3. Een directeur wordt op voordracht van de Raad door de Minister geschorst en ontslagen. 4. Bij het ontslag van een directeur voorziet de Raad in de vervulling van de functie, totdat er overeenkomstig het tweede lid, een nieuwe directeur is benoemd. Artikel 31 1. Het uitvoeringsorgaan is, de Raad gehoord, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten ter zake van: a. het aan derden verlenen van diensten op het gebied van ziektekostenadministratie; b. het aan verzekerden aanbieden van andere diensten dan die, genoemd in de artikelen 10 tot en met 20. 2. De eventuele uit de in het eerste lid bedoelde activiteiten voortvloeiende baten komen ten goede aan het Fonds. 3. In afwijking van artikel 27 van de Landsverordening toezicht verzekeringswezen (AB 2000 no. 82) zijn de artikelen 10 tot en met 13, 14, tweede en derde lid, 24 en 25 van toepassing op het uitvoeringsorgaan. In afwijking van artikel 28 wordt het daar bedoelde verslag ten aanzien van het uitvoeringsorgaan uitgebracht aan de Minister in de zin van deze landsverordening. Artikel 32 1. De directie van het uitvoeringsorgaan houdt zich bij het uitvoeren van haar werkzaamheden aan de bepalingen van een door de Raad vastgesteld reglement. 2. Zij treft, al dan niet op verzoek van de Raad, de maatregelen die nodig zijn ter verbetering van de uit deze landsverordening voortvloeiende zorg voor de verzekerden en ter voorkoming van het doen van onnodige verstrekkingen en het maken van onnodig hoge kosten. Artikel 33 Het uitvoeringsorgaan neemt met het oog op de door hem te verrichten werkzaamheden het benodigde personeel in dienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Artikel 33a Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen, de Raad gehoord, ten aanzien van de personeelsomvang en de hoogte van de beheerskosten van het uitvoeringsorgaan nadere regels worden gesteld. Het besluit tot niet overnemen van dit advies wordt met redenen omkleed.
13
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 34 1. Jaarlijks stelt het uitvoeringsorgaan voor het komende kalenderjaar een overzicht vast van de geraamde kosten, investeringen en middelen ten laste onderscheidenlijk ten gunste van het Fonds. 2. Het uitvoeringsorgaan zendt het door de Raad vastgestelde overzicht uiterlijk 1 april van het lopende kalenderjaar aan de Minister; het door de Raad vastgestelde overzicht gaat vergezeld van een nauwkeurige en volledige toelichting omtrent de financiële gegevens waarop het door de Raad vastgestelde overzicht berust. 3. Het uitvoeringsorgaan verstrekt aan de Minister de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bepaalde financiële en statistische gegevens die voor de Minister van belang zijn voor de samenstelling van het financieel overzicht, bedoeld in artikel 7 van de Gezondheidsverordening (AB 1989 no. GT 28). Artikel 35 (vervallen) Artikel 35a (vervallen) Artikel 36 1. Een door de Raad aangewezen registeraccountant is belast met de controle van de jaarrekening van het uitvoeringsorgaan. 2. De minister van Financiën kan aan het uitvoeringsorgaan schriftelijke aanwijzingen geven inzake het bijhouden van de financiële administratie van het Fonds en inzake de inrichting daarvan. 3. De centrale accountantsdienst van het Land heeft te allen tijde toegang tot en inzage in de financiële administratie van het Fonds. Artikel 36a 1. Voor ten laste van het Fonds gebrachte kosten heeft het uitvoeringsorgaan verhaal op: a. degene die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, aanspraken als verzekerde heeft doen gelden; b. degene die, wetende of redelijkerwijs kunnende vermoeden dat betrokkene geen verzekerde is, medewerking verleent aan het toekennen van aanspraken als bedoeld in onderdeel a; c. degene die in verband met het veroorzaken van een feit dat aanleiding geeft tot het maken van die kosten jegens de desbetreffende verzekerde naar burgerlijk recht aansprakelijk is; d. de verzekerde wiens letsel het gevolg is van handelen zijnerzijds in strijd met een wettelijk gebod of verbod. 2. Het verhaalsrecht, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, bestaat tot het bedrag waarvoor de betrokken derde, bij het ontbreken van aanspraken krachtens deze landsverordening, naar burgerlijk recht aansprakelijk zou zijn, verminderd met het bedrag, gelijk aan dat van de schadevergoeding tot betaling waarvan die derde jegens de verzekerde naar burgerlijk recht aansprakelijk gehouden is. 3. Het uitvoeringsorgaan neemt verhaal als bedoeld in het eerste lid, tenzij aanstonds duidelijk is dat: a. de kosten van verhaalsneming meer zullen bedragen dan de daaruit te verkrijgen opbrengsten; b. aan de derde op reguliere basis bijstand wordt verleend krachtens de Landsverordening maatschappelijke hulp (AB 1989 no. GT 27). 14
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 37 1. Jaarlijks stelt het uitvoeringsorgaan over het afgelopen kalenderjaar een jaarverslag op, bestaande uit een algemeen verslag, een financieel verslag en een verslag inzake de rechtmatigheid van de zorgdeclaraties. 2. Het algemeen verslag geeft een overzicht van de in het afgelopen kalenderjaar verrichte werkzaamheden. 3. Het financieel verslag geeft inzake het afgelopen kalenderjaar een overzicht: a. van de door het uitvoeringsorgaan ten laste van het Fonds werkelijk gemaakte kosten en investeringen en b. van de door het uitvoeringsorgaan ten gunste van het Fonds ontvangen middelen; c. van de door het uitvoeringsorgaan verrichte inspanningen ter voldoening aan de in deze landsverordening aan hem toegekende verhaals- en invorderingsrechten. 4. Het door de Raad vastgestelde jaarverslag en de jaarrekening, vergezeld van de verklaring van de in artikel 36, eerste lid, bedoelde registeraccountant, worden aan de Minister en aan de Staten aangeboden uiterlijk 1 april van het jaar, volgend op dat waarop het verslag betrekking heeft. Artikel 38 1. Het uitvoeringsorgaan kan van degene die zonder daartoe gerechtigd te zijn aanspraken als verzekerde heeft doen gelden, alsmede van degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk het bedrag vorderen van de ten onrechte of te veel verleende verstrekkingen dan wel de geschatte geldswaarde daarvan. 2. Het uitvoeringsorgaan heeft voor de ten laste van het Fonds gebrachte kosten verhaal op een derde die, in verband met het veroorzaken van een feit dat aanleiding geeft tot het maken van die kosten, jegens de verzekerde naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Het verhaalsrecht bestaat tot ten hoogste het bedrag waarvoor de derde, bij het ontbreken van de aanspraken krachtens deze landsverordening, naar burgerlijk recht aansprakelijk zou zijn, verminderd met een bedrag, gelijk aan dat van de schadevergoeding tot betaling waarvan de derde jegens de verzekerde naar burgerlijk recht gehouden is. 3. Van een ongeval dat tot kosten voor het Fonds heeft geleid, en waarvoor naar het oordeel van de verzekerde, de contractant of de contracterende instelling een derde naar burgerlijk recht aansprakelijk is of gesteld zou kunnen worden, doet de verzekerde, de contractant of de contracterende instelling melding aan het uitvoeringsorgaan. HOOFDSTUK IV DE PREMIE Artikel 38a De middelen tot dekking van de verstrekkingen ingevolge paragraaf I van hoofdstuk II en van de aan de uitvoering van die paragraaf verbonden kosten bestaan uit: a. de van de premieplichtigen te heffen premies; b. een bijdrage van het Land en c. de overige inkomsten.
15
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 38b 1. Premieplichtig voor de algemene ziektekostenverzekering is de verzekerde die premie-inkomen geniet. 2. Onder premie-inkomen wordt verstaan het onzuiver inkomen. 3. De premie wordt geheven van het door de premieplichtige in een kalenderjaar genoten premie-inkomen en vastgesteld als een percentage van dat inkomen. Ten aanzien van degene die slechts een gedeelte van een kalenderjaar verzekerd is geweest, treedt voor de berekening van de premie dit gedeelte voor het kalenderjaar in de plaats. 4. Ten aanzien van premieplichtigen die in dienstbetrekking werkzaam zijn, kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden bepaald dat de premie deels in de vorm van een nominaal bedrag en deels in de vorm van een percentage van het premie-inkomen wordt geheven. 5. Indien het premie-inkomen meer bedraagt dan een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag, wordt over het meerdere geen premie geheven. Het bedrag, bedoeld in de eerste volzin, wordt evenredig verlaagd ten aanzien van degene die slechts een gedeelte van een kalenderjaar verzekerd is geweest. 6. (vervallen) 7. Van premieplichtigen die niet of niet het gehele kalenderjaar in dienstbetrekking werkzaam zijn, en wier premie-inkomen minder bedraagt dan het in het vijfde lid bedoelde bedrag, wordt de in het tweede lid bedoelde premie, voor zover deze niet bij wijze van inhouding is geheven, overeenkomstig bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regelen niet of slechts voor een deel geheven. 8. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen met betrekking tot de bepalingen van dit artikel ten aanzien van specifiek aan te duiden groepen van premieplichtigen bijzondere voorschriften worden gesteld. 9. Met het oog op een richtige uitvoering van de voorschriften, gesteld in het eerste tot en met vijfde lid of krachtens het zevende en achtste lid, kunnen bij regeling van de minister van Financiën in overeenstemming met de Minister nadere regels worden gesteld. Artikel 38c 1. Het in het derde lid van artikel 38b bedoelde premiepercentage wordt vanaf het jaar 2008 telkens voor een periode van twee jaar vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Het in dat landsbesluit op te nemen premiepercentage wordt uiterlijk twee maanden voor de aanvang van het eerste van de desbetreffende twee kalenderjaren bekendgemaakt. 2. Indien van kracht is een landsbesluit als bedoeld in het vierde lid van artikel 38b, worden voor de in dienstbetrekking werkzame premieplichtigen de voor hen vastgestelde geldende nominale premie en het voor hen geldende premiepercentage eveneens om de twee jaar vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen. 3. De voordracht van een landsbesluit als bedoeld in het eerste of het tweede lid, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van de concept-nota van toelichting daarop en het advies, bedoeld in artikel 29, eerste lid, is aangeboden aan de Staten en daar ten minste tien dagen ter inzage heeft gelegen. 4. Ingeval op het in het eerste lid genoemde tijdstip geen nieuwe percentages bekend gemaakt zijn, blijft het voor het lopende kalenderjaar geldende percentage van kracht gedurende het daarop volgende kalenderjaar. 16
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 38d 1. De Inspecteur heft de krachtens deze landsverordening verschuldigde premie; de Ontvanger der belastingen vordert de premie in. 2. De minister van Financiën doet jaarlijks de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premies berekenen volgens tabellen, met inachtneming van het voor dat jaar vastgestelde premiepercentage; de tabellen liggen gedurende kantooruren ter inzage van een ieder. In de tabellen kunnen afrondingen worden aangebracht naar hele bedragen in florin. Artikel 38e 1. Tenzij bij of krachtens deze landsverordening anders is bepaald, geschiedt de heffing van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premie onder verrekening van eventueel krachtens het vierde lid ingehouden premies. 2. Het bedrag van de verschuldigde premie wordt vastgesteld bij wege van aanslag. 3. Een aanslag als bedoeld in het tweede lid wordt eveneens opgelegd in het geval dat een aanslag inkomstenbelasting achterwege blijft. 4. Van premieplichtigen die in dienstbetrekking werkzaam zijn, wordt de premie geheven bij wege van inhouding door hun werkgever. Indien de ingevolge artikel 38b, derde lid, in totaal over een jaar verschuldigde premie door inhouding is geheven, is het eerste lid niet van toepassing. 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen andere overheidslichamen en andere instanties die aan premieplichtigen periodiek inkomen verstrekken, als inhoudingsplichtig op het door hen uitgekeerde inkomen worden aangewezen. 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld aangaande de wijze van heffing van de premie van bijzondere groepen premieplichtigen. Artikel 38f 1. Ten aanzien van de invordering van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premies zijn de voor de invordering van directe belastingen geldende voorschriften van overeenkomstige toepassing. De vordering wegens premie met inbegrip van alle kosten is bevoorrecht op alle roerende en onroerende goederen, en heeft voorrang boven alle bevoorrechte schulden, met uitzondering van de directe belastingen, van hypotheek en van de gerechtskosten, bedoeld in artikel 1165, onderdeel a, en artikel 1175, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (AB 1989 no. GT 100). 2. Artikel 38e, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de invordering en de afdracht van de premie. Artikel 38g 1. De werkgever draagt de premie die hij over een tijdvak van een maand of korter heeft ingehouden of had moeten inhouden, binnen vijftien dagen na het einde van die maand op aangifte af. Indien de inhouding over een tijdvak van langer dan een maand geschiedt, draagt de werkgever de premie binnen vijftien dagen na het einde van dat tijdvak op aangifte af. 2. De aangifte wordt gelijktijdig met de afdracht gedaan. 17
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
3. De Inspecteur kan onder door hem te stellen voorwaarden uitstel van het indienen van een aangifte verlenen. 4. De Inspecteur kan van de werkgever die de premie over een tijdvak van langer dan een maand moet afdragen, vorderen dat hij binnen vijftien dagen na het einde van elke maand een gedeelte van de in te houden premie bij wijze van voorlopige afbetaling afdraagt. 5. Ook in de gevallen waarin geen premie behoeft te worden ingehouden, dient de werkgever de aangifte in, met inachtneming van het bij of krachtens het eerste tot en met het vierde lid bepaalde. Een door de Inspecteur uitgereikt aangiftebiljet wordt steeds ingediend, ook al stelt degene die het uitgereikt heeft gekregen geen inhoudingsplichtige te zijn. 6. De Inspecteur verstrekt de inhoudingsplichtige het benodigde aantal aangifteformulieren, hetzij op diens verzoek, hetzij ambtshalve. Artikel 38h 1. Indien de premie geheel of gedeeltelijk niet binnen de voorgeschreven tijd is afgedragen, kan de te weinig afgedragen premie door middel van een aanslag, op te leggen ten name van de werkgever, worden ingevorderd. De werkgever is gerechtigd het nageheven bedrag te verhalen op de bij hem in dienstbetrekking zijnde premieplichtige, voor zover het betrekking heeft op van de premieplichtige ten onrechte niet ingehouden premie. 2. Het bedrag van de in een aanslag vermelde niet afgedragen premie kan bij wijze van boete worden verhoogd met ten hoogste honderd procent, doch met ten minste vijfentwintig florin. De werkgever verhaalt deze boete niet op de bij hem in dienstbetrekking zijnde premieplichtige. 3. Indien niet wordt voldaan aan de verplichting, opgelegd in het vijfde lid van artikel 38g, en ten gevolge daarvan de aanslag moet worden verminderd, bedraagt de boete vijfentwintig florin. Artikel 38i 1. Indien bij het vaststellen van het premie-aanslag of bij de controle van door de werkgevers ingehouden premie blijkt dat te weinig of te veel is ingehouden, dan wel te weinig of te veel is betaald op een voorlopige premie-aanslag, wordt het mindere alsnog door de Ontvanger ingevorderd het meerdere door hem gerestitueerd vanuit de door hem ten behoeve van het Fonds aangehouden gelden. 2. Geen restitutie of invordering als bedoeld in het eerste lid, heeft plaats, indien het te restitueren of alsnog in te vorderen bedrag minder bedraagt dan vijf florin. 3. In een geval als bedoeld in het tweede lid, blijft het opleggen van de definitieve premie-aanslag achterwege. Artikel 38j 1. Degene op wie volgens deze landsverordening de plicht rust premie te betalen, doet aangifte van zijn inkomen voor de inkomstenbelasting. 2. In de gevallen waarin geen aangifte is gedaan en als gevolg daarvan ten onrechte geen of onvoldoende premie is betaald, is de premieplichtige over het desbetreffende jaar schuldig nalatig in de betaling van de premie.
18
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 38k 1. Indien een premieplichtige nalatig is gebleven de over een bepaald jaar verschuldigde premie geheel of gedeeltelijk te betalen, houdt het uitvoeringsorgaan, indien zij besluit, dat van een schuldig nalaten sprake is, daarvan aantekening. Hiervan wordt de premieplichtige in kennis gesteld. 2. Indien de Ontvanger geen invorderingshandelingen verricht jegens degenen ten aanzien van wie het uitvoeringsorgaan schuldige nalatigheid ter zake van de afdracht van de premie heeft geconstateerd, treedt het uitvoeringsorgaan van rechtswege in de bevoegdheden die de Ontvanger heeft op grond van de artikelen 7 tot en met 12 van de Landsverordening invordering directe belastingen (AB 1991 no. GT 4); 3. Het uitvoeringsorgaan is bevoegd een premieplichtige de door hem aan het Fonds verschuldigde premies kwijt te schelden, indien het geconstateerd heeft dat zijn pogingen om gedurende een periode van vijf jaar de verschuldigde premie met toepassing van het tweede lid in te vorderen, geen succes hebben gehad. Artikel 38l 1. De werkgever bij wie een premieplichtige in dienstbetrekking werkzaam is, betaalt aan deze ter compensering van de door hem verschuldigde premie een toeslag op het loon in de zin van artikel 6 van de Landsverordening loonbelasting, waarbij de werkgever bij de berekening van de toeslag rekening houdt met de navolgende verminderingen: - met 3% van het loon tot een maximumbedrag van Afl. 500,- in geval van een bestaande dienstbetrekking; - met aan het loon verbonden verplichte bijdragen van de werknemer voor pensioen en pensioenfondsen; - met 5% van het loon tot een maximumbedrag van Afl. 840,- voor de aan het loon verbonden verplichte bijdrage in spaar- en voorzieningsfondsen. 2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten minste een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen percentage van het loon waarover krachtens deze landsverordening premie verschuldigd is. Indien toepassing is gegeven aan artikel 38b, vierde lid, bedraagt de toeslag het bedrag van de door de werkgever verschuldigde nominale premie. 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen overheidslichamen en instanties die periodiek inkomen uitkeren, wat betreft de in het eerst lid bedoelde plicht, met een werkgever worden gelijkgesteld. Artikel 38m 1. Hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde premie en de administratieve boete is: a. voor een niet in Aruba wonende of gevestigde inhoudingsplichtige: de leider van zijn vaste inrichting in Aruba, zijn in Aruba wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger, dan wel degene die de leiding heeft van de hier te lande verrichte werkzaamheden; b. voor een in Aruba wonende of gevestigde rechtspersoon: ieder bestuurder; c. voor een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap of vereniging: iedere van de bestuurders; d. voor twee of meer inhoudingsplichtigen: iedere van de inhoudingsplichtigen. 19
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
2. De in dienstbetrekking zijnde premieplichtige kan hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de van hem ten onrechte niet ingehouden premie, tenzij hij het uitvoeringsorgaan en de Ontvanger tijdig van de nalatigheid van diens werkgever in kennis heeft gesteld. 3. Indien de inhoudingsplichtige niet in Aruba woont of gevestigd is, kan de bij hem in dienstbetrekking zijnde premieplichtige mede aansprakelijk worden gesteld voor de verschuldigde premie. 4. In afwijking van artikel 38g, eerste lid, kan de premieplichtige die in dienstbetrekking is bij een niet in Aruba wonende of gevestigde inhoudingsplichtige, en die Aruba wenst te verlaten, terstond mede aansprakelijk gesteld worden voor de verschuldigde premie. Artikel 38n 1. De Ontvanger stort de aan hem afgedragen en de door hem ingevorderde premies uiterlijk op de vijftiende van de maand, volgende op die waarin die premies afgedragen respectievelijk ingevorderd zijn, in het Fonds. Voor elke dag dat niet aan het voorschrift van de eerste volzin wordt voldaan, is voor over het niet-afgedragen bedrag de wettelijke rente verschuldigd. 2. De op de premies betrekking hebbende invorderings- en heffingsrentes ingevolge de voorschriften, geldende voor de invordering van directe belastingen, en de boeterenten, bedoeld in de tweede volzin van het eerste lid komen ten gunste respectievelijk ten laste van de door de Ontvanger aangehouden gelden van het Fonds. Artikel 38o 1. Naar gelang de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premies en boeten bij wege van aanslag, dan wel bij wijze van inhouding worden geheven, zijn de voor de heffing van de loonbelasting en de inkomstenbelasting geldende regelen inzake de rechtsmiddelen van overeenkomstige toepassing. 2. De Inspecteur doet op een bezwaarschrift eerst uitspraak, nadat is komen vast te staan dat geen feiten of omstandigheden in geding zijn, die tevens van belang zijn voor de heffing van de inkomstenbelasting, dan wel, voor zover zulks wel het geval is, de beslissing daaromtrent voor de heffing van die belasting onherroepelijk is geworden. 3. Met betrekking tot een navorderingsaanslag die geheel of gedeeltelijk berust op feiten die mede tot het opleggen van een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting ten laste van belanghebbende aanleiding hebben gegeven, neemt de termijn voor het instellen van beroep eerst een aanvang op de datum waarop laatstbedoelde navorderingsaanslag onherroepelijk is komen vast te staan. 4. Tegen hetgeen omtrent het belastbaar inkomen in de zin van de Landsverordening inkomstenbelasting onherroepelijk is komen vast te staan, is geen beroep mogelijk. Artikel 38p 1. De bijdrage van het Land, bedoeld in artikel 38a, onderdeel b, wordt jaarlijks vastgesteld in de begroting van het ministerie van de Minister. De Landsbijdrage wordt in twaalf gelijke delen op de eerste werkdag van iedere maand op een bankrekening ten behoeve van het Fonds overgemaakt. 2. Het bedrag van de Landsbijdrage weerspiegelt zoveel mogelijk de door het uitvoeringsorgaan aangegeven verwachte reële kosten van 20
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
het Fonds, verminderd met de premies, bedoeld in artikel 38a, onderdeel a, en de verwachte overige inkomsten, bedoeld in artikel 38a, onderdeel c. 3. In een geval waarin op 1 januari van een dienstjaar de landsverordening tot vaststelling van de begroting van het ministerie van de Minister niet is vastgesteld, geldt, totdat die landsverordening is vastgesteld, als Landsbijdrage de in de Landsverordening tot vaststelling van de begroting van de Minister van het voorafgaande dienstjaar het daarvoor opgenomen bedrag. Artikel 38q 1. Ingeval in een dienstjaar bij het Fonds een zodanig liquiditeitstekort is opgetreden, dat de in artikel 2, vierde lid, neergelegde bevoegdheid tot het aangaan van leningen geen uitkomst biedt, stelt het uitvoeringsorgaan de minister, belast met financiën, daarvan onverwijld in kennis. De kennisgeving is vergezeld van een verslag van zijn inspanningen om overige inkomsten binnen te krijgen en de termijn waarbinnen dergelijke inkomsten verwacht worden bij het Fonds in te komen. 2. De minister, belast met financiën, stelt, uiterlijk vijfenveertig dagen na de datum van verzending van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, het verzochte bedrag ter beschikking aan het Fonds. In zodanig geval wordt de betalingsregeling, bedoeld in artikel 38p, eerste lid, tweede volzin, naar rato verminderd met het ter beschikking gestelde bedrag. 3. De minister, belast met financiën, is, ter voldoening aan de verplichting van het Land, bedoeld in het tweede lid, bevoegd bij elders in het Koninkrijk gevestigde of plaatselijk kredietinstellingen in de zin van de Landsverordening toezicht kredietwezen (AB 1998 no. 16) een geldlening aan te gaan, met dien verstande dat: a. slechts eenmaal per dienstjaar van deze machtiging gebruik kan worden gemaakt; b. het bedrag van de lening niet meer bedraagt dan het in het verzoek van het uitvoeringsorgaan genoemde bedrag; c. het bedrag van de lening niet meer bedraagt dan een halve maandelijkse bijdrage van het Land; d. dat de lening wordt afgelost op uiterlijk 31 december van het desbetreffende dienstjaar. 4. In geval van toepassing van het derde lid, kan een vermindering van de aanspraken als bedoeld in artikel 22, eerste lid, verwezenlijkt worden bij regeling van de Minister, die van kracht blijft voor ten hoogste de resterende periode. Op een ministeriële regeling als bedoeld in de eerste volzin, is artikel 29 niet van toepassing. Artikel 38r 1. Indien zich in een dienstjaar bij het Fonds een structureel tekort dreigt voor te doen, stelt het uitvoeringsorgaan de minister, belast met financiën, en de Raad daarvan onverwijld in kennis; artikel 38q, eerste lid, tweede volzin, is van toepassing, met dien verstande dat het verslag tevens voorstellen bevat tot beperking van dat tekort. De minister, belast met financiën, beslist binnen dertig dagen na ontvangst van een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, of de Landsbijdrage verhoogd wordt. 2. Indien ‘s Lands middelen delging van het structureel tekort toelaten, dienen de minister, belast met financiën en de Minister onverwijld bij de Staten een ontwerp in tot wijziging van de landsveror21
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
dening tot vaststelling van de begroting van het ministerie van de Minister en storten het desbetreffende bedrag binnen dertig dagen na de beslissing, bedoeld in de tweede volzin van het eerste lid, op een rekening van het Fonds. 3. Indien ‘s Lands middelen een verhoging van de Landsbijdrage niet toelaten stelt de minister, belast met financiën, na overleg met de Minister, de Raad en het uitvoeringsorgaan in kennis van deze beslissing. Alsdan gaat de bevoegdheid van de regering, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van rechtswege over op de Raad. Het uitvoeringsorgaan geeft geen toepassing aan de tweede volzin dan na overleg met de Minister; artikel 22, tweede lid, is alsdan niet van toepassing. Een beslissing van de Raad tot beperking van de aanspraken van de verzekerden geldt voor ten hoogste de resterende periode van het desbetreffende kalenderjaar; zij wordt in ten minste drie lokale dagbladen en drie lokale radiostations, alsmede op ten minste één televisiestation bekendgemaakt, alvorens de beperking van kracht worden. Artikel 38s 1. Ingeval de rekening van het Fonds over het voorafgaande jaar een tekort vertoont, kan de minister, belast met financiën, bij landsbesluit worden gemachtigd om een lening aan te gaan ter dekking van dit tekort. 2. De voordracht voor een landsbesluit als bedoeld in het tweede lid, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp van het landsbesluit en een toelichting met betrekking tot de overige in het voorafgaande jaar genomen maatregelen om de kosten van het Fonds te beheersen of deszelver inkomsten te verhogen, voorzien van het advies van de Raad van Advies dienaangaande, aan de Staten is overgelegd en de Staten gedurende twee weken de gelegenheid is geboden hun wensen en bezwaren ter kennis te brengen van de minister, belast met financiën, en de Minister. HOOFDSTUK V DE OVEREENKOMSTEN Artikel 39 1. Het uitvoeringsorgaan sluit met beroepsbeoefenaren en instellingen, die aan de op dezen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften voldoen, overeenkomsten in zodanige omvang en van zodanige inhoud, dat het in staat is om zijn verplichtingen jegens de verzekerden naar behoren na te komen. 2. Een overeenkomst wordt voor ten hoogste twee jaar aangegaan. Na het verstrijken van de betrokken periode zal een nieuwe overeenkomst telkens worden aangegaan voor ten hoogste twee jaar, indien de beroepsbeoefenaar of de instelling: a. een daartoe strekkend verzoek aan het uitvoeringsorgaan heeft gedaan, en b. de voorschriften van de beëindigde overeenkomst heeft nageleefd. 3. Een overeenkomst wordt schriftelijk vastgelegd en houdt ten minste bepalingen in over: a. het tijdstip waarop zij aanvangt te werken en de periode waarvoor zij is aangegaan, b. de soort hulp die verleend wordt en de kwaliteit van de hulpverlening, c. de vergoedingen die bij het uitvoeringsorgaan in rekening kunnen worden gebracht, e. de verplichtingen van administratieve aard, waartoe partijen zich verbinden, 22
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
f. standaardbehandelingsvoorschriften of -protocollen of een verwijzing naar elders bestaande voorschriften of protocollen, g. de controle op de naleving van de overeenkomst, h. de gegevensverstrekking ten behoeve van deze controle, en i. de wijze waarop de overeenkomst kan worden beëindigd. 4. Partijen kunnen overeenkomen dat de praktijkomvang van de contractant onderscheidenlijk van de contracterende instelling een daarbij bepaald maximum niet te boven gaat. 5. Het uitvoeringsorgaan brengt een overeenkomst ter kennis van de Minister. Artikel 40 Omtrent de inhoud van de met beroepsbeoefenaren te sluiten overeenkomsten wordt overleg gepleegd met de naar het oordeel van de Minister representatieve organisaties van beroepsbeoefenaren. Artikel 41 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen criteria worden gesteld waaraan overeenkomsten moeten voldoen. De criteria hebben betrekking op de overeenkomsten die na de inwerkingtreding van het landsbesluit tot stand komen; het landsbesluit heeft geen terugwerkende kracht. 2. De Minister wint ter zake van een landsbesluit als bedoeld in het eerste lid, tevoren het advies van de Raad in. Het besluit tot het niet overnemen van dit advies wordt met redenen omkleed. Artikel 42 De Minister kan, de Raad gehoord en met inachtneming van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Gerecht in Eerste Aanleg verzoeken de nietigheid van een door het uitvoeringsorgaan met een contractant of contracterende instelling gesloten overeenkomst in te roepen, indien de inhoud daarvan in strijd is met deze landsverordening of ter uitvoering daarvan gestelde voorschriften. HOOFDSTUK VI HET VERSTREKKEN VAN INLICHTINGEN Artikel 43 1. Op een daartoe strekkende schriftelijk verzoek verstrekt een instelling of instantie die behoort tot de openbare dienst van het Land, en die beschikt over gegevens die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de omvang van de kring der verzekerden, onverwijld en kosteloos aan het uitvoeringsorgaan de namen en adressen van personen die zich in haar administratie bevinden. 2. De korpschef van het Korps Politie Aruba verschaft in de eerste volle week van iedere maand aan het Uitvoeringsorgaan de namen van de in Aruba woonachtige personen, van wie op grond van door politiepersoneel opgemaakte rapporten of processen-verbaal de zekerheid of het vermoeden bestaat dat zij letsel hebben opgelopen, waarvan de behandelingskosten uit het Fonds zijn bestreden of zouden kunnen zijn, alsmede de datum van het voorval waarop het rapport of proces-verbaal betrekking heeft.
23
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 43a 1. Met het oog op een richtige uitvoering van zijn taak, bedoeld in artikel 37, derde lid, stelt iedere verzekerde die weet of vermoedt dat aan hem toegebracht letsel waarvan de behandelingskosten uit het Fonds zijn bestreden, het gevolg is van onrechtmatige handelen van een derde, het uitvoeringsorgaan in kennis van zijn wetenschap of vermoeden terzake. 2. Eenzelfde plicht als bedoeld in het eerste lid, bestaat voor de contractant of de contracterende instelling ten aanzien van door hem in het kader van deze landsverordening aan de verzekerde verleende diensten. Artikel 43b 1. Het als zodanig door het uitvoeringsorgaan aangewezen personeel is, voor zover dat voor de uitvoering van zijn taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd om: a. van een ieder alle inlichtingen te verlangen en b. van een ieder inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en gegevensdragers en daarvan afschrift te nemen; c. van een ieder een copie te verlangen van het origineel van een verwijsbrief, een laboratoriumformulier of een recept. 2. Een ieder verleent aan personen als bedoeld in het eerste lid, alle medewerking die zij in het kader van hun taakuitvoering vorderen. Deze medewerkingsplicht kan met zich brengen dat een voor betrokkene bestaande bijzondere geheimhoudingsplicht wordt opgeheven. 3. Indien aan een vordering als bedoeld in het tweede lid, betrekking heeft op de taak, bedoeld in artikel 37, niet of onvoldoende medewerking wordt verleend, is het uitvoeringsorgaan bevoegd zijn verhaalsrecht uit te oefenen jegens de desbetreffende persoon. HOOFDSTUK VII TOEZICHT Artikel 44 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanig landsbesluit wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba. 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd: a. alle inlichtingen te vragen; b. inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen; c. alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen. 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, verschaft met behulp van de sterke arm. 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen. 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen, die in het kader van de toezichtsuitoefening op grond van het tweede lid wordt gevorderd. 24
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
6. Artikel 45 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 45 Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. HOOFDSTUK VIII STRAFBEPALINGEN Artikel 46 1. Degene die op andere wijze dan bedoeld in artikel 230 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, opzettelijk een opgave in strijd met de waarheid doet, zulks met het oogmerk om aldus een verstrekking of een grotere verstrekking, een vergoeding of een hogere vergoeding ingevolge deze landsverordening te verkrijgen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of geldboete van ten hoogste vijftigduizend florin. 2. Degene die op grond van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken, een aangifte of mededeling te doen of een verklaring af te leggen, en daarbij opzettelijk een valse opgave doet dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of geldboete van ten hoogste vijftigduizend florin. 3. De in het eerste en tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven. Artikel 47 1. Degene die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 6, derde lid, of artikel 7, derde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste tienduizend florin. 2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding. Artikel 48 1. De werkgever die niet voldoet aan een voorschrift als bedoeld in artikel 38g, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van ten hoogste honderdduizend florin. 2. De werkgever die niet voldoet aan het voorschrift, bedoeld in artikel 38l, eerste lid, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste tienduizend florin. Deze straf kan worden opgelegd voor elk geval waarin een werkgever voor een van zijn werknemers het in dit lid bedoelde voorschrift niet nakomt. 3. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf; het in het tweede lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.
25
************************* *CENTRAAL WETTENREGISTER* maart 30, 2007 ************************* ==================================================================== AB 1992 no. 18
Artikel 49 1. Overtreding van een bepaling, krachtens deze landsverordening vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt, voor zover uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van dit artikel aangeduid, gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste tweeduizend vijfhonderd florin. 2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding. Artikel 50 1. Met de opsporing van de bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba bedoelde personen, belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren. Een zodanig landsbesluit wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren dienen te voldoen. Artikel 51 1. De Landsverordening inzake de dienst der geneeskundigen, werkzaam bij de gezondheidsdienst, wordt ingetrokken. 2. Tegelijkertijd met de intrekking vervalt de aanstelling van de gouvernementsgeneeskundigen, bedoeld in artikel 2 van de ingetrokken landsverordening. Het Wachtgeldbesluit (AB 1996 no. GT 11) is op hen niet van toepassing. Artikel 52 1. Deze landsverordening is niet van toepassing op de navolgende categorieën personen: a. de personen en hun gezinsleden, die, ingezetene zijnde, op grond van internationale overeenkomsten waarbij het Land partij is, vrijgesteld zijn van de deelname aan de sociale verzekeringen; b. de personen en hun gezinsleden, die, ingezetene zijnde, elders een dienstverband hebben met een elders in het Koninkrijk gevestigde rechtspersoon en daaruit een inkomen genieten; c. degenen aan wie rechtens hun vrijheid is ontnomen. 2. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, is een gezinslid dat inkomen heeft uit Arubaanse bron, verzekerd en premieplichtig. Artikel 53 1. Het percentage, bedoeld in artikel 38b, derde lid, bedraagt voor de jaren 2006 tot en met 2009: 9,5. 2. Het percentage, bedoeld in artikel 38l, tweede lid, bedraagt: 7,9. Artikel 54 1. Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip. 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening algemene ziektekostenverzekering. 26