STATEN VAN CURA~AO Ontv.: JUN No.:
2 9 2015
STATENVANCURA~AO
ZITTINGSJAAR 2014 - 2015 - 057
LANDSVERORDENING van de houdende wijziging van de Landsverordening comptabiliteit 2010 1
No.4
0 NTWERP ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES
VAN DE RAAD VAN ADVIES
I n naam van de Koning! D eGo u v ern e u r van Cur a <; a
0,
In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is om de Landsverordening comptabiliteit 2010 te wijzigen ten einde de mogelijkheid om de ministers persoonlijk financieel aansprakelijk te stellen voor schade aan derden, wettelijk vast te stellen; dat het tevens wenselijk is regels te stellen over de wijze waarop gelden onttrokken worden aan de begroting van het Land voor de oprichting of mede-oprichting van een privaatrechtelijk rechtspersoon dan weI de deelneming in een privaatrechtelijk rechtspersoon of vervreemding van een dergeIijke deelneming door de overheid; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Artikel I De Landsverordening comptabiliteit 2010 wordt gewijzigd ais voIgt: A. Artikel 40 word t gewijzigd als voIgt: Er worden twee leden toegevoegd, Iuidende: 8. Door de nietigheid, bedoeid in het zesde lid, treden jegens het Land geen rechtsgevolgen in, zoais een aanspraak tot nakoming of tot schadevergoeding. 1 A.B.
2010, no. 87, bijJage b.
9. Privaatrechtelijke rechtshandelingen die door of namens een minister zijn verricht in strijd met het eerste lid, verbinden de Minister slechts in persoon. B. Na artike140 wordt een artikel ingevoegd, Iuidende: Artike140a 1. Het oprichten of mede-oprichten, dan weI het doen oprichten van een
2.
3.
4.
5.
privaatrechtelijke rechtspersoon kan niet eerder plaatsvinden dan 30 dagen, nadat van het voomemen daartoe door de minister die het aangaat, in overeenstemming met het oordeel van de Raad van Ministers, schriftelijk mededeling is gedaan aan de Staten. Indien binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, door of namens de Staten de wens te kennen wordt gegeven nadere inlichtingen te ontvangen over de voorgenomen rechtshandeling, zal deze niet eerder plaatsvinden dan nadat deze inlichtingen zijn verstrekt en 14 dagen zijn verstreken. Indien de Staten birmen 30 dagen na de schriftelijke mededeling of birmen 14 dagen na de verstrekking van de bedoelde inlichtingen, als haar oordeel uitspreekt dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij landsverordening behoeft, zal de rechtshandeling eerst plaatsvinden nadat die machtiging is verleend. Het verwerven of mede-verwerven van aandelen door het Land in een privaatrechtelijke rechtspersoon of het vervreemden van de aan het Land toebehorende aandelen in privaatrechteIijke rechtspersonen, waarbij een geldelijk belang is gemoeid van meer dan NAf 100.000,-, kan niet eerder plaatsvinden dan 30 dagen nadat van het voornemen daartoe aan de Staten schriftelijk mededeling is gedaan. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing. Het verzoek om nadere inlichtingen, bedoeid in het tweede en vierde lid, of de machtiging, bedoeld in het derde en vierde lid, kan slechts met ondersteuning van ten minste 11 Statenieden worden ingediend.
C.
In artikel 44, tweede lid, onderdeel a, wordt "de oprichting of mede
oprichting" vervangen door: de oprichting of mede-oprichting, dan weI het
doen oprichten.
D.
Na artikeI56 wordt een nieuw artikel ingevoegd:
Staten van Cura~ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 4
2-3
Artike157 De minister zendt, gehoord de Algemene Rekenkamer, binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de artikelen 40, achtste en negende lid, en 40a aan de Staten een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de effecten van de uitvoering van die artikelen in de praktijk. Artikel II Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum bekendmaking. Gegeven te Willemstad,
De Minister van Financien,
Uitgegeven de
De Minister van Algemene Zaken,
Staten van
Cura~ao,
zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 4
3-3
STATEN VAN CURA<::AO
ZITTINGSJAAR 2014 - 2015 - 057
LANDSVERORDENING van de houdende houdende wijziging van de Landsverordenmg comptabiliteit 20101
No.5
MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN ADVIES
§1. Inleiding Op 17 januari 2013 is in de Staten een motie aangenomen waarin door tussenkomst van de regering het oordeel van de Raad van Advies werd verzocht inzake de mogelijkheden die het Wetboek van Strafrecht, het Burgerlijk Wetboek en de principes van deugdelijk bestuur bieden om bestuurders aansprakelijk te stellen. Die motie vloeide voort uit de in de Cura~aose samenleving bestaande perceptie dat de financiele problemen waarin de openbare rechtspersoon het Land Cura~ao (hierna het Land) verkeert, mede veroorzaakt worden dan weI onvoldoende geadresseerd zijn door de na 10 oktober 2010 gevormde regeringen. Daarnaast waren er naar aanleiding van onderzoeken verricht door de interne accountant van de overheid voidoende aanwijzingen dat er inderdaad onregelmatigheden hebben plaatsgevonden. Gewezen kan bijvoorbeeid worden op het onderzoek naar huurcontracten door de overheid, zoals behandeid in de openbare vergadering van de Staten d.d. 4 februari 2013. In het advies van de Raad van Advies 2, naar aanieiding van de bovengenoemde motie, worden drie aanbevelingen gedaan die direct dan weI indirect kunnen leiden tot een "versterkte" I
A.B. 2010, no. 87, bijlage b.
Staten van Curac;:ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
1-11
bestuurdersaansprakelijkheid. Deze zijn (1) het burgerinitiatief, (2) de persoonlijke aansprakelijkheid en (3) de "klokkenluidersregeling"; Bij brief d.d. 22 augustus 2013 heeft de Parlementarier dhr. Alex Rosaria een voorstel houdende wijziging van de Landsverordening comptabiliteit 2010 aan de Minister van Financien aangeboden en aan de minister de vraag gesteld of een wijziging van de Landsverordening comptabiliteit 2010, ter introductie van de persoonlijke aansprakelijkheid, kan bijdragen aan een beter financieel beheer van landsmiddelen. Bij brief d.d . 11 december 2014 heeft de Minister van Financien een bevestigend antwoord gegeven op de bovengenoemde vraag. Daarnaast heeft de Minister opgesomd welke stappen de minister reeds heeft ondernomen om de besteding van overheidsmiddelen te beheersen en te controleren. Genoemd kan worden het vergroten van de effectiviteit van de administratieve procedures, het monitoren van het financieel beheer met behulp van de PEF A-methodiek, het bevorderen van de tijdige oplevering van jaarrekeningen en het versterken van de decentrale financiele kolom. Voorts heeft de minister aangegeven dat naast privaatrechtelijke rechtshandelingen, ook een beheersing van publiekrechtelijke rechtshandelingen met financiele gevolgen nodig is. Onder publiekrechtelijke rechtshandelingen wordt verstaan het toekennen van subsidies en overdrachten aan stichtingen en overheidsbedrijven, waarvoor de minister zijn bevoegdheid aan een wettelijke regeling ontleent. De overheid kent subsidies en andere financiele bijdragen toe aan stichtingen en overheidsbedrijven. De overheid kan ook beslissen om naast de reeds bestaande privaatrechtelijke rechtspersonen, nieuwe privaatrechtelijke organisaties in het leven te roepen om publieke belangen te behartigen. Het Land, met uitzondering voor wat betreft de oprichting van openbare lichamen en zelfstandige bestuursorganen als bedoeld in Hoofdstuk 8 van de Staatsregeling van Cura<;:ao en artikel 44, tweede lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010, kent geen bijzondere regels ten aanzien van oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen door de overheid en de wijze waarop hiervoor financiele middelen aangewend kunnen worden. Ondergetekenden zijn van mening dat dit het financieel beheer van landsmiddelen niet ten goede komt. Zo lang de regels en procedures van financieel beheer en comptabiliteit slechts van toepassing zijn op overheidsorganen, kunnen er door middel van de oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen dan weI deelname in dergelijke rechtspersonen, gelden vloeien in privaah'echtelijke rechtspersonen met
2
RvA no. RA/05-13-DIV te vinden op de website vvww.raadvanadvies.an.
Staten van Curac;ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
2 -11
voorbijgaan aan de controle en het budgetrecht van het Parlement, ten-vijl niet noodzakelijkerwijs het algemeen belang wordt gediend.
§2. Vergelijkend onderzoek Bij een vergelijking van de regels van comptabiliteit van de Ianden van het Koninkrijk valt op dat Curac;ao en Sint Maarten in tegenstelling tot Aruba en Nederland geen regels kennen inzake de te hanteren procedure bij de oprichting dan weI mede-oprichting van privaatrechteIijke rechtspersonen door de overheid. In de Arubaanse Comptabiliteitslandsverordening 1989 wordt bepaald dat de oprichting of mede-oprichting van een privaatrechteIijke rechtspersoon, dan weI de deelneming in een privaatrechteIijke rechtspersoon of vervreemding van een dergelijke deelneming, waarbij een geldelijk belang is gemoeid van Afl. 100.000,- of meer, geschiedt met machtiging verkregen bij landsverordening. In andere gevallen is een machtiging bij landsbesluit, na advies van de Raad van Advies, noodzakelijk. In de Nederlandse Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald dat het oprichten of mede-oprichten, dan weI het doen oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon door de Staat niet eerder zal plaatsvinden dan 30 dagen, nadat van het voomemen daartoe door de betrokken Minister, in overeenstemming met het oordeel van de ministerraad, schriftelijk mededeling is gedaan aan de Staten-Generaal. Voor wat betreft deelnemingen door de Staat, waarvan de Staat ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt dan weI door die deelneming zal verkrijgen, geld ook een overlegplicht met de Staten-Generaal, indien een bepaald financieel belang is gemoeid. De vraag die zich voordoet bij de bestudering van bovengenoemde wettelijke regelingen is, of er reden bestaat om in Curac;ao afwijkende regels te stellen ten aanzien van de oprichting of mede-oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen, alsook deelnemingen door de overheid, waardoor er geen parlementaire betrokkenheid behoeft te bestaan. Ondergetekenden menen dat er geen redenen bestaan om het .b udgetrecht van de Staten te ondermijnen en de regering de vrije hand te geven om gelden van de algemene middelen te ontrekken en deze zonder parlementaire toetsing c.q. controle in privaatrechtelijke rechtspersonen te stoppen.
§3. Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid privaatrechtelijke rechtshandeling
gerelateerd
aan de
Er kan geen aansprakelijkheid van de minister bestaan, zonder de bijbehorende verantwoordelijkheid. Elk minister is conform artikel 39, tweede
Staten van Cura"ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
3 -11
lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 verantwoordelijk voor de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bedrijfsvoering van zijn ministerie. Hiervoor is de minister met het financieel beheer belast en daarvoor worden hem jaarlijks bedragen ter beschikking gesteld. Met die gelden moet de minister zijn ministerie besturen en hiermee publieke belangen behartigen. Het besturen kan op een verantwoorde(lijke) manier geschieden, of niet. De rekening krijgt het Land en daarmee het yolk pas achteraf gepresenteerd met de vaststelling van de jaarrekening. Wanneer vast komt te staan dat een minister onbevoegd overeenkomsten heeft gesloten (dan weI heeft laten afsluiten) en daarmee gelden onterecht en onbevoegd heeft uitgeven, kan door de minister financieel aansprakelijk te stellen, worden overgegaan tot terugvordering bij de minister van de niet bevoegd uitgegeven gelden. Verwezen wordt naar de uitspraak van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 21 september 2010, waarin de Arubaanse minister veroordeeld is tot betaling aan het Land van het onbevoegd uitgegeven bedrag. 3 §3.1. Het sluiten van overeenkomsten met financiele gevolgen namens de overheid voor 10 oktober 2010 Voor 10 oktober 2010 golden v~~r de Nederlandse Antillen de regels zoals onder andere vastgelegd in de Comptabiliteitslandsverordening. 4 Voor wat betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen kende het Land de Nederlandse Antillen een uitgebreide set van regels, waarbij privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals koop/verkoop, schenking, het sluiten van een vaststellingsovereenkomst boven een bepaald bedrag niet zonder een bijzondere machtiging/goedkeuring van het Parlement kon geschieden. Verwezen word t naar de Afdelingen II en III van de Comptabili tei tslandsverordening. Ook het eilandgebied Cura~ao kende dergelijke regels waarin bijvoorbeeld in artikel 12 van de Eilandsverordening financieel beheer5 werd bepaald tot welke bedragen het Bestuurscollege overeenkomsten kon sluiten zonder een openbare aanbesteding, voor welke periode bepaalde overeenkomsten konden worden aangegaan (artikel 5) en in welke gevallen een goedkeuring van de eilandsraad nodig was voor het sluiten van een vaststellingsovereenkomst (artikeI5). §3.2. Het sluiten van overeenkomsten met financiele gevolgen namens de overheid na 10 oktober 2010 Bij het ontstaan van het nieuwe land Cura~ao, is de tot dan gehanteerde wijze van voorafgaand toezicht, middels parlementaire goedkeuring, dan weI uitspraken.rechtspraak.nl/ECLI:NLOGHNAA:2010:B03018.
P.B. 1953, no. 1.
5 P.B. 53, no. 6.
3 4
Staten van Curac;ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
4 -11
goedkeuring door de eilandsraad vooraf, verla ten. Gekozen is v~~r een
systeem van zelfstandig budgetbeheer. Dit laatste is uitgewerkt in artikel 40,
eerste lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010.
Conform de nieuwe regels beschikt de minister over de bedragen die in zijn
begroting aan hem zijn toegekend. Begrenzingen in de vorm van een
voorafgaande goedkeuring door het Parlement zijn komen te vervallen.
Is de wijze waarop het financieel beheer van het Land is ingericht, effectief en
doelmatig? Ondergetekenden hebben geen antwoord op de bovengenoemde
vragen, maar achten het weI zeer belangrijk om deugdelijke en onderbouwde
beslissingen te nemen ten aanzien van het financieel beheer.
Ondergetekenden willen niets anders dan dat het financieel beheer van het
Land van dien aard is, dat zo min mogelijk misbruik kan worden gemaakt
van de openbare middelen. Gezien het vorenstaande wensen
ondergetekenden een evaluatiebepaling ill de Landsverordening
comptabiliteit 2010 in te voeren, aan de hand waarvan kan worden bepaald of
het nieuw gekozen systeem, zoals voorgesteld in dit ontwerp, weI effectief is.
§4. FinancieIe gevolgen
Deze landsverordening bevat twee wijzigingsvoorstellen, te weten de
persoonlijke financiele aansprakelijkheid van de minister en de bijzondere
overeenkomsten waarvoor een speciale procedure wordt gecreeerd.
De invoering van de persoonlijke financiele aansprakelijkheid heeft geen
financiele gevolgen voor het l.and. Integendeel, wanneer de overheid actie
ondemeemt om een minister persoonlijk aansprakelijk te stellen, kunnen
gelden die onrechtmatig uitgegeven zijn, terugvloeien in de Landskas.
Voor wat betreft de uitvoering van de speciale procedure voor de bijzondere
overeenkomsten, zoals voorgesteld in artikel 40a, van de Landsverordening
comptabiliteit 2010, kan deze geschieden binnen de bestaande kaders van het
ambtelijk apparaat van zowel de overheid als de Staten. Slechts indien de
meerderheid van de Staten besluit dat een voorafgaande machtiging bij
landsverordening nodig is, zullen er extra kosten verbonden zijn voor zowel
het Land, de Staten en de Raad van Advies, die belast zullen worden met
respectievelijk het voorbereiden, de behandeling en advisering omtrent de
machtigingslandsverordening.
§5. Raad van Advies Op 9 april 2015 heeft de Raad van Advies advies (RvA no. RA/38-14-LV) uitgebracht. Hieronder wordt in de door de Raad van Advies gehanteerde volgorde ingegaan op de wijze waarop de adviespunten van de Raad van Advies zijn verwerkt in het ontwerp.
Staten van
Cura~ao,
zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
5-11
De procedure bij deelnemingen De tegenstrijdigheid inzake de voorgestelde procedure bij deelnemingen van het Land, waar de Raad de aandacht voor vraagt, is uit het ontwerp gehaald. Door het schrappen van het begrip deelnemingen uit het eerste lid van artikel 40a, is slechts de procedure zoals opgenomen in het vierde lid van toe passing op deelnemingen en is de tegenstrijdigheid komen te vervallen. Thans wordt in het vierde lid bepaald dat deelnemingen door het Land in een privaatrechtelijke rechtspersoon of vervreemding van een dergelijke deelneming, waarbij een geldelijk belang is gemoeid van meer dan NAf 100.000,- niet eerder kan plaatsvinden dan 30 dagen, nadat van het voomemen daartoe aan de Staten schriftelijk mededeling is gedaan. Er is dus een ondergrens ingevoegd in de vorm van een financiele barriere, waarvoor de voorhangprocedure zal gelden. Slechts voor die deelnemingen of vervreemdingen waarbij een geldelijk belang is gemoeid van meer dan NAf 100.000,- geldt de mededelingsplicht aan de Staten. Gekozen is voor een ondergrens van NAf 100.000,- omdat het systeem van toezicht en medezeggenschap door het Parlement op overheidsuitgaven middels een voorafgaande goedkeuringsprocedure effectief en doelmatig dient te zijn. Indien de overheid voor elke deelneming of vervreemding de voorhangprocedure dient te hanteren, kan dat ten nadele zijn van een voortvarend optredende overheid. Hiermee is een balans gezocht tussen effectiviteit en risico, omdat hogere bedragen ook hogere financiele risico's met zich meebrengen. Daarnaast is de ondergrens van 5% van het geplaatste aandelenkapitaal uit het ontwerp gehaald. Het kan voorkomen het Land bijvoorbeeld 3% van een aandelenkapitaal houdt, maar desondanks een financieel belang heeft van meer dan 1 miljoen, door bijvoorbeeld garantiestelling dan weI erfpachtverlening. In een dergelijk geval zou de voorhangprocedure niet van toepassing zijn. Ten behoeve van de duidelijkheid en om risico's te voorkomen, wordt voorgesteld om slechts een ondergrens van een bepaalde waarde, te weten NAf 100.000,- van toepassing te doen zijn, ongeacht het percentage van geplaatst aandelenkapitaal. Ook in de openbare aanbestedingsprocedure, zoals die gold voor 10 oktober 2010 en vastgelegd in artikel 12 van de Eilandsverordening Financieel Beheer en laatstelijk gewijzigd bij A.B. 1998, no. 46, bestaat een ondergrens van NAf 100.000,-. Bij de introductie van nieuwe regels van openbare aanbestedingsprocedure zou ten behoeve van de consistentie, voorzover er een nieuwe ondergrens wordt vastgesteId, de bedragen in beide regelingen op elkaar aangepast kunnen worden. De besloten vennootschap De speciale procedure, omschreven in het vierde lid van artikel 40a, is van toepassing op deelnemingen in privaatrechtelijke rechtspersonen en dat is inderdaad zoals de Raad van Advies heeft opgemerkt de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap. Het begrip besloten
Staten van Cura<;:ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
6 -11
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een Nederlands begrip dat
voorkomt in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.
In aansluiting op artikel 44, tweede lid, is ook voor het vierde lid van artikel
40a, het begrip privaatrechtelijke rechtspersoon gebruikt.
Artikel44, tweede lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 Niet in alle gevallen hebben de afzonderlijke ministers het zelfstandige beheer over hun begroting. In geval van (a) de oprichting of medeoprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen van het Land, (b) de verwerving of medeverwerving van aandelen in privaatrechtelijke rechtspersonen door het Land en (c) de vervreemding van aan het Land in eigendom toebehorende aandelen in privaatrechtelijke rechtspersonen, is conform artikel 44, tweede lid, steeds de medewerking van de Minister van Financien vereist. Met de in dit ontwerp voorgestelde speciale procedure is behalve de medewerking van de Minister van Financien ten behoeve van een doelmatige financieel beheer, ook de medewerking van de Staten vereist voor de activiteiten genoemd onder a tot en met c, hierboven. Een landsbesluit als bedoeld In artikel 44, tweede lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 houdende machtiging van de Minister van Financien indien het hemzelf aangaat, dan weI de minister die het aangaat gezamenlijk met de Minister van Financien, kan pas worden vastgesteld, nadat de speciale procedure zoals opgenomen in artikel 40a is doorlopen. Het voorgestelde artikel 57 De evaluatiebepaling zoals bepaald in artikel 57 is aangepast opdat slechts de nieuw ingevoegde artikelen vijf jaar na inwerkingtreding op hun. toepassing geevalueerd worden.
De financiele implicaties Een financiele paragraaf, dat is paragraaf 4, is in de memorie van toelichting gevoegd. Nietigheid of vernietigbaarheid Zoals de Raad terecht heeft opgemerkt is een rechtshandeling door of namens de Minister aangegaan, nietig indien diegene die de rechtshandeling is aangegaan niet of niet voldoende gemachtigd zijn. In een dergelijk geval is een overeenkomst, vanaf het moment van het sluiten ongeldig, zonder dat daar een beroep op gedaan hoeft te worden. De minister wordt krachtens het nieuwe negende lid, persoonlijk aansprakelijk voor de nietige overeenkomst, wat inhoudt dat reeds uitgegeven gelden en aIle mogelijke civiele acties die te herleiden zijn tot de nietige overeenkomst op de minister verhaald kunnen worden.
Staten van Cura<;:ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
7 -11
Ten slotte wordt opgemerkt dat alle redactionele onvolkomenheden zijn gecorrigeerd, zoals de Raad van Advies heeft voorgesteld. §6 Artikelsgewijs toelichting A.
Om de nietigheid van een privaatrechtelijke rechtshandeling vast te kunnen stellen, moet eerst vast komen te staan dat de rechtshandeling zonder volmacht is verricht. De volmacht aan ambtenaren is in artikel 40, eerste lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 vastgelegd. Hier is sprake van een zogenaamde algemene machtiging. Het zij opgemerkt dat bij een volmachtverlening, als bedoeld in dat lid, de volmachtgever, dus de minister, verantwoordelijk blijft voor de uitoefening van de privaatrechtelijke rechtshandeling door de gevolmachtigde (artikel 3:66 Burgerlijk Wetboek). Rechtens geldt een bij een volmacht verrichte rechtshandeling als een rechtshandeling van de volmachtgever. De volmachtgever kan te allen tijde de gegeven volmacht intrekken of zonder de volmacht in te trekken, de handeling zelf verrichten. De bevoegdheid tot het verlenen van volmacht is beperkt tot het bevoegdheidsdomein waarbinnen de volmachtgever zelf gemachtigd is de overheid te vertegenwoordigen. Dit domein is voor de ministers in algemene zin omschreven in artikel 40, eerste lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 en betreft de privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien uit het begrotingsbeheer dat wordt gevoerd. Daamaast is in artikel 40, zevende lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010, de procedure voar de bijzondere volmacht vastgelegd. Slechts de Minister van Financien kan in incidentele gevallen dan als volmachtgever optreden.
Vit het register als bedoeld in artikel 40, derde lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010, zal moeten blijken of een ambtenaar namens de minister gemachtigd (volmacht) is om overeenkomsten te sluiten en dus privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Hoe vollediger het register is, hoe beter uitvoering kan worden gegeven aan het nieuwe achtste lid van artikel 40 van de Landsverordening comptabiliteit 2010. Door de openbaarmaking van register kan iedereen kennis nemen van de bevoegdheden en bedragen tot welke de overheid gebonden kan worden. Diegenen die met de overheid een privaatrechtelijke overeenkomst sluiten, doen er goed aan om eerst in het personenregister na te gaan of de minister of de namens de minister gemachtigde ambtenaar, bevoegd· is om de overeenkomst te sluiten. Indien de gemachtigde of de minister niet gemachtigd zijn, kan de particulier als contractspartij geen schadevergoeding of nakoming eisen, indien de overheid een beroep doet op de nietigheid van de overeenkomst, aldus het bepaalde in het nieuwe zevende lid van artikel 40 van de Landsverordening comptabiliteit 2010.
Staten van Curar;ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
8 - 11
Onder verwlJzmg naar de uitspraak van 16 september 20036 van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba wordt hier volledigheidshalve vermeld dat het Land niet onder alle omstandigheden zijn contractspartij kan tegenwerpen dat de minister niet bevoegd was, en daarom niet aan de gevolgen van de overeenkomst is te houden. Er kunnen situaties zijn dat van een contractspartij niet verlangd kan worden dat hij onderzoek pleegt naar de bevoegdheid van de minister. Met de wijziging, zoals geformuleerd in het nieuwe achtste lid, wordt beoogd de persoonlijke financiele aansprakelijkheid in te voeren. Hiermee wordt wettelijk bepaald dat privaatrechtelijke rechtshandelingen die door of namens een minister zijn verricht, zonder dat de benodigde machtiging, bedoeld in het eerste lid is verleend, slech ts de minister in persoon verbinden. Zijdens de overheid dient er na constatering van het gegeven dat er geen (voldoende) volmacht was, actie ondernomen te worden om de minister aansprakelijk te stellen. Conform de regels, zoals vastgeIegd in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, zal de overheid de overeenkomst nietig verklaren krachtens een buitengerechtelijke verklaring dan weI een rechterlijke uitspraak.
B. Met dit nieuwe artikel wordt een voorhangprocedure bij de Staten ingevoerd, wanneer de overheid bepaalde privaatrechteIijke rechtshandelingen wil verrichten, in het bijzonder gaat het om de oprichting of mede-oprichting van een privaatrechtelijke rechtspersoon dan weI het doen oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon. Onder het "doen oprichten" dient te worden verstaan dat de privaatrechtelijke rechtspersoon door derden is opgericht, maar dat deze zonder betrokkenheid van de overheid, bijvoorbeeld via een vermogensbijdrage of een afnamegarantie, niet zou zijn opgericht. Curac;ao is niet onbekend met een voorhangprocedure. Zie aanwijzing 29 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze voorhangprocedure houdt in dat de overheid alvorens de bovengenoemde privaatrechtelijke rechtshandeling te kunnen verrichten, de Staten moet hebben ingelicht over het voornemen tot oprichting of mede oprichting van een privaatrechteIijke rechtspersoon. Hierbij heeft de Staten 30 dagen, indien daarvoor door ten minste 11 leden van de Staten de behoefte kenbaar is gemaakt, om met de betrokken Minister in overleg gaan. De periode van dertig dagen kan vervolgens nog worden verlengd met ten minste 14 dagen, waarna de Staten de Minister moet Iaten weten of zij het wenselijk acht dat voor de voorgenomen rechtshandeling een wettelijke machtiging bij Iandsverordening nodig is. Indien de wens wordt uitgesproken om de oprichting, mede-oprichting dan weI deelneming in een 6
uitspraken.rechtspraak.nlIECLI:NL:OGHNAA:2003:BQ0649.
Staten van
Cura~ao,
zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
9 -11
privaatrechtelijke rechtspersoon, te doen geschieden bij landsverordening, dient dus eerst een machtigingslandsverordening te worden opgesteld. Deze machtigingslandsverordening dient dan door de Staten te worden goedgekeurd. Voar zover er aan de rechtshandeling financiele consequenties zijn verbonden, is er altijd nog een budgettaire voorziening nodig via een (suppletoire) begrotingslandsverordening. De voorhangprocedure komt dus niet in de plaats van het budgetrecht, maar is een extra controlemiddel van de Staten. Het doel van deze procedure is dat de Staten vooraf een oordeel kunnen uitspreken over de juistheid van het voomemen van de regering om een bepaalde privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten. Het gaat om een beperkt aantal categorieen privaatrechtelijke rechtshandelingen die tot gevolg hebben dat activiteiten met een sterk publiek karakter of met aanzienlijk maatschappelijke gevolgen buiten de directe invloed van de Staten worden geplaatst, dan weI dat op incidentele basis publieke middelen aan bepaalde privaatrechtelijke rechtspersonen worden verstrekt ter versterking van het vermogen. Voor wat betreft deelnemingen door het Land, hebben ondergetekenden weI gekozen voor een ondergrens. Slechts wanneer er sprake is van een financiele deelneming van NAf 100.000,- of meer, dient de hierboven vermelde voorhangprocedure te worden ingezet. C.
Een wijziging van artikel 44, tweede lid, onderdeel a, opdat de woorden "doen oprichten" zoals bepaald in het nieuwe artikel 40a, eerste lid, in dit artikel worden gevoegd. Deze wijziging dient ter realisering van een consistent gebruik van de begrippen in de Landsverordening comptabiliteit 2010. Wat onder "doen oprichten" dient te worden verstaan, is reeds uitgelegd hierboven. D.
In de Curac;aose aanwIJzmg voor de regelgeving is een standaard evaluatiebepaling opgenomen. Hierin is bepaald dat een landsverordening eenmalig of periodiek kan worden geevalueerd en daarover kan een verslag worden gemaakt. Ondergetekenden achten het zeer belangrijk om te evalueren of de wijze waarop Curac;ao haar finandeel beheer met ingang van 10 oktober 2010 heeft vorm gegeven, waarin sprake is van een zelfstandig budgetbeheer, zonder een voorafgaande goedkeuringsprocedure van het Parlement, effectief en gewenst is en/of dat de in dit voarstel ge·introduceerde privaatrechtelijke aansprakelijkheid van de minister en goedkeuringsprocedure het financieel beheer ten goede komt.
Staten van Curac;ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
10 -11
Ondergetekenden wensen graag dat bij deze evaluatie het standpunt van de Algemene Rekenkamer wordt betrokken, omdat de Algemene Rekenkamer het orgaan is dat controle uitoefent op de uitgaven van de overheid en goed inzicht heeft in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het zelfstandig financieel beheer in het perspectief dat hierboven is geschetst. Omdat in het algemeen een evaluatietermijn van vijf jaar in de rede lijkt te liggen, is ook hier deze standaardtermijn overgenomen.
De Indieners,
~r Alex Rosaria
l
/
Mike Franco
Eugene Cleopa
Staten van Curac;ao, zittingsjaar 2014 - 2015 - 057, no. 5
Marilyn Moses
11-11