Landmacht Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht | nummer 4 | juni 2011
Bezuinigingen:
Hoe nu verder? Vijftien jaar RMC's Kapitein Kroon wil weer vooruit Serious gaming = serious training Landmacht | 1
Landmacht | Colofon Adreswijzigingen:
• Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratie nummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpa- gina P&O-selfservice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. • Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier ‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen’ downloaden op de www.landmacht. nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. • Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 030-2181942, of een e-mail sturen naar:
[email protected]. • Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementen- land: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen.
9| Stilleggen eenheden
Laatste schot van de Leopard
Colofon Landmacht is een uitgave van de Koninklijke Landmacht, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia.
Voorpagina:
Jonge officieren steken de gracht rondom fort Vechten over voor een actie in het kader van hun Vaktechnische Opleiding Infanterie. Foto: kpl1 Joshua Laisina
Hoofdredactie: Kolonel Joland Dubbeldam Eindredactie: Eerste luitenant Roel van de Wiel Vormgeving: Grafisch Bedrijf | Audiovisuele Dienst Defensie | Den Haag Druk: OBT bv Den Haag, ISSN: 1572-1248
Oplage: 53.000 stuks Redactieadres: Kromhoutkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN *06 560 81036 KPN 030 2181036 E-mail:
[email protected] Bij geen gehoor: Dienstencentrum Defensiemedia 070 339 7806
Landmacht | nummer 4 | juni 2011 | Inhoud
14 |
22 |
26 |
Vijftien jaar RMC's
Simulatiecentrum Landoptreden
Oefenen in fort Vechten
Volwassen partner in veiligheid
De voordelen van virtueel trainen
Infanteristen jagen op de Wolf
6 | Marco Kroon kan verder met zijn militaire leven 12 | Personeelszorg rond bezuinigingen - vraag en antwoord 18 | Opbouw kamp Kunduz vordert gestaag 20 | Leiders van de Landmacht IV - inspireren 25 | 101 CBRN verdedigingscompagnie oefent mee bij “kernramp”
4 28 30 31 32
| | | | |
Korte berichten Personeelsmutaties Photoshoot Personeelsberichten Waargenomen
Landmacht | Korte berichten Pantserhouwitser terug in Nederland Met de terugverplaatsing van een Pantserhouwitser van de Taskforce Uruzgan is de bulk van het materieel uit Afghanistan terug in Nederland. Een C-17 transportvliegtuig bracht het zware rijdende geschut op de eerste vrijdagavond van mei naar vliegbasis Eindhoven. De redeployment is daarmee symbolisch afgerond.
Limburgse Jagers doen mee met rampoefening Bonaire Militairen van de A-compagnie van 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers hebben half mei geassisteerd bij het beoefenen van het rampenplan op Bonaire. Als de ingeroteerde eenheid in de West hielpen de “Ganzen” mee namens de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB). De afdeling Operaties van CZMCARIB had een scenario geschreven waarin sprake was van een zeer ernstig vliegtuigongeluk: een passagiersvliegtuig zakte door het landingsgestel, gleed van de landingsbaan en raakte diverse auto’s, die vlam vatten. Aan de rampenstaf de taak deze ramp zo goed en snel mogelijk te bestrijden en beheersen. Toen bleek dat de ramp te groot was om met de eigen hulpdiensten op te lossen, verzocht de staf militaire bijstand. De militairen van de landmachtcompagnie arriveerden snel en assisteerden het medisch personeel en de politie bij het behandelen van slachtoffers, wegdragen van gewonden en het afzetten van het terrein. Na afloop van de nagebootste ramp werden de “Ganzen” tijdens een bewakingsoefening nog getest op het handhaven van de orde, aanhouden en fouilleren van mensen. Waarde Voor de landmachtcompagnie, voor haar reguliere trainingsprogramma op Bonaire aanwezig, was de oefening van grote toegevoegde waarde. Voorafgaand leerden de militairen op het gebied van brandbestrijding en geneeskundige zorg allerlei vaardigheden, variërend van het aanleggen van een infuus tot aan het openknippen van auto’s. ‘Heel leerzaam’, vond soldaat-1 Yannick. ‘Deze brandweertaken zijn nieuw voor ons. We zijn weer een ervaring rijker.’ De commandant van de roulerende landmachtcompagnie van CZMCARIB, kapitein Ferry Aalbers: ‘De compagnie kan voor militaire bijstand ingezet worden op Bonaire. Het kan dus in de praktijk voorkomen dat we intensief met de lokale autoriteiten en hulpdiensten moeten samenwerken. Daarom is het ook zo nuttig dat we dit nu beoefenen.’
4 | Landmacht
Sinds 1 augustus vorig jaar zijn achthonderd containers en driehonderd voertuigen vanuit Afghanistan over zee of per vliegtuig naar Nederland vervoerd. Op die datum beëindigde Nederland haar taak als lead nation in Uruzgan en startte de grootscheepse terugverplaatsing van eenheden en materieel, het herstel van en onderhoud aan de stukken en de terugkeer naar de Defensieonderdelen. In juli vorig jaar ging de eerste lichting van de Redeployment Taskforce (RDTF) in Tarin Kowt van start met het inpakken van het materieel. Op 6 december droeg het de werkzaamheden over aan RDTF2 op Kandahar Airfield. RDTF2 beëindigde vorige maand haar taken. De Nederlandse ondersteuningseenheid op Kandahar, het National Support Element, werkte de resterende zaken af, zoals het leegruimen van het Nederlandse kamp. De komende twee maanden gaan de laatste kleinere voertuigen en containers vanuit de haven van het Pakistaanse Karachi op transport naar Nederland. De op vaderlandse bodem aangekomen Pantserhouwitser gaat, voordat het terugkeert naar de eigen eenheid, 11 Afdeling Rijdende Artillerie in 't Harde, terug naar de fabrikant KMW in Duitsland. Daar wordt de Pantserhouwitser geïnspecteerd en gedemonteerd. Ook wordt het kanon diepgaand gereinigd en waar nodig hersteld. Zware stukken zoals de YPR pantserrupsvoertuigen, Leopard-tanks en vele gepantserde en ongepantserde voertuigen, gingen de vuurmond voor.
C-LAS laat zich bijpraten tijdens werklunch Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Rob Bertholee, heeft zich op de tweede vrijdag van mei tijdens een informele werklunch op de Kromhoutkazerne laten bijpraten door jonge, veelbelovende collega’s vanuit alle delen van de organisatie. Onderwerp van gesprek: de bezuinigingen, en vooral de toekomst van de landmacht. In de Prinsenzaal, normaliter vergaderzaal voor de allerhoogste officieren van de landmacht, waren diverse, veelal jonge officieren en onderofficieren uitgenodigd om met de generaal te lunchen en tegelijk van gedachten te wisselen over de gevolgen van de beleidsvisie van de minister. Zo’n twintig militairen schoven vanuit alle windrichtingen van de landmacht bij de Commandant LandstrijdHard maken krachten en zijn belangrijkste stafofficieren aan - en spraken vrijuit. De generaal gaf eerlijk aan die zorg met ze te delen, maar zich boven alles voor een aantal zaken in de organisatie hard te maken. Paars? Bertholee: ‘Ten eerste de opdrachtgerichte commandovoering. Wij De generaal was erg benieuwd naar de mening van zijn gasten en de geloven in mission command, het is het grondbeginsel van de mensen die bij eenheden om hen heen staan. Hoe is de beleidsvisie landmacht van de toekomst. Ten tweede de brigades, wat mij betreft nou gevallen, vroeg hij zijn tafelgenoten. En: wat is eigenlijk jullie de hoeksteen van de landmacht. Vervolgens: beschikken over idee bij het woord “paars”? Zijn rondvraag luidde: Hoe zie je je eigen voldoende infanterie, want stabiliseren doe je altijd op de grond. En perspectief? De meeste gasten spraken uit nog wel gemotiveerd te als laatste de combinatie van de conceptuele, mentale en fysieke zijn bij de landmacht te blijven werken, maar waren ook duidelijk component. Daar mogen we nooit aan tornen.’ over hun onzekerheid wat betreft hun baan en over de kwaliteit van Deze sessie heeft op 19 mei een vervolg gekregen waar specifiek is het gezamenlijke product. gesproken over hoe wij om kunnen gaan met overtolligheid.
Geen grotere kans op kanker na uitzending Balkan Onderzoek van het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) wijst uit dat militairen die tussen 1993 en 2001 naar de Balkan zijn uitgezonden geen grotere kans op kanker hebben dan militairen die daar niet zijn geweest. Minister Hans Hillen nam vorige maand het RIVM-onderzoek in ontvangst naar een mogelijk verband tussen zo’n uitzending en leukemie. Het onderzoek is voortgekomen uit suggesties in de media in 2000 dat er meer leukemie voorkwam onder militairen die naar de Balkan waren uitgezonden. Dit zou komen door het werken met NAVO-antitankgranaten die licht radioactief verarmd uranium bevatten. Defensie liet de onafhankelijke kennisorganisatie TNO onderzoeken in hoeverre Nederlandse militairen in aanraking zijn geweest met verarmd uranium. In 2005 concludeerde TNO dat Nederlandse militairen zeer weinig zijn blootgesteld.
Een mogelijk verklaring voor de resultaten is het zogenoemde ‘healthy worker effect’: alleen gezonde militairen worden uitgezonden. Minister Hillen zei bij ontvangst van het onderzoek, uit handen van Reinout Woittiez, sectordirecteur RIVM, verheugd te zijn met de belangrijkste uitkomsten. FOTO: Vlnr: Minister Hans Hillen, Hoofddirecteur Personeel, generaal Hans Leijh en Reinout Woittiez, sectordirecteur RIVM.
Opvallend uit het onderzoek van het RIVM is dat in de periode 1993-2008 het aantal nieuwe gevallen van kanker en sterfgevallen onder de uitgezonden militairen zelfs lager is dan onder niet uitgezonden collega’s. In vergelijking met even oude Nederlandse mannen doen de ruim 18.000 uitgezonden mannen het zelfs nog beter. Voor het relatief kleine aantal vrouwen dat naar de Balkan is uitgezonden is ook geen verhoogd aantal kankergevallen gevonden.
Landmacht | 5
Marco Kroon kan verder met zijn militaire leven
6 | Landmacht
TEKST: Kap Klaas Daane Bolier
Landmacht | Interview
FOTO’S: Archief Landmacht
‘Behandel mij met hetzelfde respect als iedere kapitein, niet meer, niet minder.’ Kapitein Marco Kroon kan zich weer richten op zijn werk. Na anderhalf jaar kwam er op 2 mei een einde aan het proces tegen de drager van de Militaire Willemsorde. Kroon werd vrijgesproken van drugsbezit en kreeg een voorwaardelijke straf voor de handel in stroomstootwapens. ‘Ik wil nu weer gewoon mijn leven leiden. Ik ben zo moe van alle aandacht.’ Hoe heeft u het afgelopen anderhalf jaar beleefd? Heeft u vaak wakker gelegen? ‘In het begin zeker. Ik voelde ineens alle ogen op me gericht en kon mijn eigen leven niet meer leiden. Daarnaast voelde ik me machteloos. Ik werd van alles beschuldigd en kon mij niet verdedigen. Ik ben gewend te vechten en heb dat die eerste paar maanden ook gedaan. Ik greep iedere kans om mijn kant van het verhaal te vertellen, iedere journalist was welkom, maar je merkt op een gegeven moment dat het geen zin heeft. In de ogen van de media was ik schuldig en daarmee ook voor het grote publiek. Toen ben ik maar opgehouden met mijzelf te verdedigen en heb ik mij geconcentreerd op mijn naasten. Het wrange is wel dat je vaak je frustraties afreageert op degene die je het dierbaarst zijn. Onze relatie heeft daarbij behoorlijk onder druk gestaan. We hebben nu weer de tijd ons leven weer op de rails te zetten. Ik kreeg op een gegeven moment wel het idee dat er hogere machten in het spel waren die mij koste wat het kost wilden veroordelen; dat ik moest hangen. Dat vind ik nog steeds een heel eng idee.’ Welke verhalen die over u in de media verschenen deden het meest pijn? ‘De beschuldigingen van drugsgebruik. Dat van die tasers boeide me niet. Maar drugs heb ik nooit gebruikt en dan doet het pijn als heel Nederland denkt dat je dat wel gedaan hebt. Naarmate de zaak vorderde werd dat beeld alleen maar versterkt. Het Openbaar Ministerie onderzocht voor mijn zaak ook de klanten die hier in het café kwamen en sommigen daarvan handelden in drug en wapens. Daar had ik helemaal niks mee te maken, maar het kwam wel allemaal in het dossier Kroon. Hetzelfde geldt voor de drugs die waren aangetroffen op mijn kleding en in mijn auto. Al snel ontstaat het beeld dat ik mij verplaats in een
Kroon: 'Ik kreeg gelijk een vertrouwenspersoon toegewezen bij wie ik altijd terecht kon en die heeft mij heel goed terzijde gestaan.'
Landmacht | 7
Landmacht | Interview ‘Ik kan nog heel wat leren bij 17 Pantserinfanteriebataljon.’ wolk van wit poeder, terwijl het echt om minieme hoeveelheden ging. De cocaïnesporen in mijn auto zaten op de vloer. Als ik gebruiker was geweest, hadden er ook sporen op het stuur moeten zitten, maar dat verhaal hoorde je nooit. Dan krijg je wel een goed inzicht in hoe de media werkt. Op de eerste dag van het proces, toen het OM haar zaak tegen mij uiteenzette, stierf het van de journalisten. Op de tweede dag, toen de verdediging aan het woord kwam: geen kip. Het is nu eenmaal een mooier verhaal als ik schuldig ben.’ Hoe heeft u de steun ervaren vanuit Defensie tijdens die periode? ‘Echt heel goed. Ik kreeg gelijk een vertrouwenspersoon toegewezen bij wie ik altijd terecht kon en die heeft mij heel goed terzijde gestaan de afgelopen anderhalf jaar. Daarnaast kreeg ik alle ruimte vanuit het Kenniscentrum van het Korps Commandotroepen, waar ik nog steeds werk, om mij voor te bereiden op mijn rechtszaak. Ze zijn daar erg flexibel met de hele situatie omgegaan en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Wat dat betreft had ik mij geen betere werkgever kunnen wensen. De organisatie heeft mij nooit laten vallen en dat is belangrijk voor me geweest. Ook vanaf de werkvloer heb ik talloze steunbetuigingen gekregen, niet alleen van mijn maten bij het KCT maar vanuit de hele organisatie. Nog steeds krijg ik een hoop brieven en mailtjes met felicitaties binnen.’ U wilt graag compagniescommandant bij 17 Pantserinfanteriebataljon worden. Is dat niet een stapje terug als je van het KCT komt? ‘Nee, zeker niet. Ik kan daar nog heel wat leren. Kijk, ik ben een echte mierenneuker, een micromanager. Als groeps- en pelotonscommandant ben ik gewend geweest me altijd overal mee te bemoeien. Voor mij zal het een grote uitdaging zijn dat meer los te laten en me meer te focussen op het grotere geheel. Daarnaast zal het allemaal wat strakker geregeld zijn bij het 17 de dan bij het KCT, waar zo’n beetje alles kan en iedereen een hele grote mate van vrijheid heeft. Met name de vredesbedrijfsvoering met alle regeltjes die daarbij horen, zal voor mij wennen zijn, maar daar zie ik wel de uitdaging in.’ Denkt u niet dat uw status als ridder u zal belemmeren in de omgang met uw personeel? U bent dan natuurlijk niet zomaar een cc. ‘Dat went snel genoeg als je dagelijks met elkaar optrekt. Het is eigenlijk heel simpel: behandel mij met hetzelfde respect als iedere kapitein, niet meer, niet minder. Je hoeft mij niet te groeten als je me ergens tegenkomt, maar je hoeft me ook niet meteen Marco te noemen. Ik merk dat sommige jongens die klik niet altijd kunnen maken. Die zijn hier dan een keer in de kroeg geweest en dan was het altijd al snel ‘Marco’. Dat is hier ook geen probleem, maar als je ze dan op een kazerne tegenkomt is het nog steeds ‘Marco’. Ik ben zelf nogal van de oude stempel. Een sergeant-majoor is bij mij altijd ‘u’ en ook iedereen die ouder is, spreek ik aan met ‘u’. Wat dat betreft vind ik Defensie soms wel eens te veel een afspiegeling van de maatschappij, waarin iedereen elkaar maar met je en jij aanspreekt. Als het er echt om gaat, moet het bij Defensie duidelijk zijn wie de leiding heeft en dat kan niet als iedereen elkaar maar bij de voornaam noemt.’
8 | Landmacht
Bent u de laatste anderhalf jaar nog veel bezig geweest met zaken in het kader van de Willemsorde of is dat op een laag pitje gezet? ‘Nee zeker niet. Ik heb er bewust voor gekozen om daar gewoon mee door te gaan, dus alle nationale herdenkingen heb ik gewoon meegedaan. Dat was eigenlijk het enige statement dat ik kon maken tegenover die mensen die dachten dat ik schuldig was; ik wilde me niet verstoppen. Deze en volgende maand zijn er nog traditioneel veel herdenkingen, dus daar ben ik dan nog wel druk mee. Daarna wil ik mijn werk bij het Kenniscentrum weer oppakken, dat heeft nu lang stilgelegen omdat dat niet meer te combineren was met de rechtszaak. Ik ben in ieder geval blij dat alles achter de rug is en dat ik weer verder kan met mijn eigen leven.’ Heeft de Militaire Willemsorde door dit alles iets van zijn glans verloren voor u? ‘Aan mij persoonlijk zal altijd iets blijven kleven en dat vind ik wel heel jammer. Maar die Willemsorde is boven iedere twijfel verheven. Hij staat ook los van de hele rechtszaak. Ik heb nooit bij iemand enige twijfel bespeurd aan het feit of ik hem wel of niet verdiend zou hebben. Daar ging het ook niet om. Daar komt bij dat die onderscheiding ook groter is dan ikzelf ben. Ik heb hem wel gekregen, maar mijn hele peloton van destijds heeft hem verdiend.’
KL neemt met ferme dreun afscheid van Leopard
Een zwarte dag voor zwarte baretten
Landmacht | 9
Menig huzaar had het zwaar tijdens het laatste schot. De muziek speelde de begintune van Band of Brothers, toen adjudant Gerrit Buurman van de eerste Feuerstellung terugliep naar de plaat. Vervolgens overhandigde hij de hulsbodem aan wapenoudste generaal-majoor b.d. Harm de Jonge. Het moment was gekomen om afscheid te nemen. Van een hoogwaardig wapensysteem, en van door en door getrainde huzaren. Op schietterrein Bergen Hohne viel op 18 mei het doek voor de zware cavalerie. De brul van de Leopard is definitief verstomd.
In zijn toespraak liet De Jonge doorklinken dat hij de beslissing de gevechtstank weg te bezuinigen resoluut afkeurt. Tegelijkertijd vroeg hij begrip voor de beslissing van Defensieminister Hans Hillen. Aan veel huzaren was die oproep niet besteed. Zij zijn nog druk bezig met het verwerken van het verlies. De Leopard was een geliefd wapensysteem, de kameraadschap binnen de eenheden bijzonder hecht en voor de meesten kwam dienen bij de cavalerie neer op een levenswijze. “Nederland is het eerste serieuze land in Europa dat zijn tanks uit de bewapening haalt”, verzucht eskadronscommandant bij 11 Tankbataljon ritmeester Robert Buisman. “Dat is nogal wat.” Die beslissing heeft niet alleen vergaande consequenties voor het betrokken personeel, maar ook voor de wijze van optreden. “De landmacht is vanaf nu niet meer in staat conform de doctrine te opereren”, constateert collega en ranggenoot Chiel Nieuwenhuis. “Zonder tanks zijn manoeuvres als de omvatting en doorbreking domweg onuitvoerbaar. Dit besluit heeft verregaande gevolgen voor de pantserinfanterie. Met het verdwijnen van de tank verdwijnt ook de helft van de antitank-capaciteit.”
10 | Landmacht
Koud staal Met het afvuren van vier schoten nam de landmacht definitief afscheid van de zware pantsers. Dat hiervoor baan 6 werd uitgekozen, was geen toeval. Onder leiding van de ritmeesters b.d. Maarten Korting en Wout Schoonbeek vond hier in 1981 het conformatieschieten met de toen nieuwe Leopards 2 plaats. Dat hier nu het einde van een tijdperk werd gemarkeerd, bracht luitenant-kolonel Kees Koek tot een momentje van bezinning. “Ik heb hier meer dan twintig jaar herinneringen liggen.” De commandant van 11 Tankbataljon mocht samen met ranggenoot Pieter van Egmond (42 Tankbataljon) de eerste schoten lossen. “Zorg er wel voor dat het een treffer wordt, drukte hij de bemanning op het hart. Beide schoten zaten perfect op het doel. Als derde mocht commandant Cavalerieschool de afvuurknop indrukken. Generaal De Jonge sloot het rijtje af. In plaats van de tank terug te rijden, liep de wapenoudste terug naar de plaat, minuten later gevolg door ‘gelegenheidslader’ adjudant Buurman, die hem de hulsbodem overhandigde. Op de tribune pinkten enkele oudgedienden een traantje weg.
“Natuurlijk voelden we het einde al aankomen. Maar wanneer het dan gebeurt, komt het toch nog aan als een donderslag” Begrafenis Medebedenker van de ceremonie, Van Egmond, volgde het geheel aandachtig en zag dat het goed was. In navolging van eerder opgeheven tankbataljons moesten ook de laatste eenheden met een klap, liever dreun, van het toneel verdwijnen. “Eentje die nagalmt tot in Den Haag. Als een soort van reminder”, aldus de commandant 42 Tankbataljon “Weet wat je weggooit.” “Deze dag voelt aan als een begrafenis”, vindt ritmeester Johnny Romein. Klinkt die uitspraak een buitenstaander iets te serieus in de oren, de gemiddelde cavalerist kent de gevoelswaarde precies. “Een tank is meer dan zeventig ton koud staal. Wanneer je hem aanzet, komt ‘ie tot leven”, aldus de commandant Stafstafeskadron, 11 Tankbataljon. “De gehele bemanning is gericht op hetzelfde doel. Dat schept een heel hechte band.” “Natuurlijk voelden we het einde al aankomen. Maar wanneer het dan gebeurt, komt het toch nog aan als een donderslag”, vervolgt Buisman. De eskadronscommandant vertelt dat de tankbataljons momenteel wachten op instructies om het materieel op te leggen. “Sinds 8 april doen we dat al. Het wordt langzamerhand tijd dat er wat wordt besloten.” Lader korporaal-1 Albert Kingma van 42 Tankbataljon: “Niemand weet momenteel waar hij aan toe is. Hopelijk horen we vandaag of morgen wie wel en wie niet bij de brigade geplaatst kan worden. Zelf solliciteerde ik op de functie van bestuurder genietank. Maar of dat lukt?”
Goed nest Dat niet een kleiner aantal tanks behouden blijft, vindt generaal De Jonge niet erg slim. De kennis van dit wapensysteem vloeit in vier, vijf jaar volledig weg. “Moet je opschalen, dan moet je van verre komen en dat is onverstandig.” Overste Van Egmond sluit zich hierbij aan. Maar met het laatste schot achter de rug wil hij iedere cavalerist op het hart drukken niet te lang stil blijven staan. Er moet weer brood op de plank komen. Met vierhonderd jaar cavaleriecultuur als fundament moet dat lukken. Want al is de rol van het wapen door de aard van conflicten de afgelopen decennia veranderd, de wijze van denken is dat niet. Initiatief nemen, omgaan met sterk wisselende omstandigheden, daarop kunnen anticiperen en uitdagingen oppakken, zijn eigenschappen waarmee huzaren elders ook aan de slag kunnen.” Bij 11 Tankbataljon hebben zeventig van de 275 militairen al een andere baan. “, vertelt overste Koek. Dit heeft momenteel onze de prioriteit. Ik heb er goede hoop op dat meer personeel snel emplooi vindt. Moet geen probleem zijn. Ten slotte komen ze stuk voor stuk uit een goed nest.”
Landmacht | 11
Vraag en antwoord over de ‘P’
Hoe nu verder? Je kunt geen bezuinigingen schrijven zonder de P. De P van personeelszorg, welteverstaan. Nu op 9 mei eenheden van het CLAS zijn stilgezet en anderen worden gereorganiseerd, komt het personeel van de landmacht met vele vragen te zitten. Veel is nog onduidelijk, maar gelukkig zijn er ook al een aantal antwoorden.
12 | Landmacht
Hoe zien de reorganisatietrajecten eruit? Om de veranderingen in de organisatie door te voeren, starten vanaf 1 augustus 2011 diverse reorganisatietrajecten. Zodra het Definitief Reorganisatieplan (DRP) is opgesteld, is duidelijk hoe de nieuwe eenheden eruit komen te zien (waarschijnlijk vanaf het eerste kwartaal 2012). Dat is ook het moment dat het personeel duidelijkheid krijgt over boventalligheid en overtolligheid. Binnen de betreffende eenheden wordt per 9 mei nog niemand herplaatsingkandidaat. De medewerker, militair of burger, die een andere functie krijgt, kan in de toekomst door andere reorganisaties of functietoewijzing alsnog boventallig raken. Dit als gevolg van bijvoorbeeld de numerus fixus (dit is het maximaal aantal functies in een bepaalde rang of schaal) of de eisen aan de opbouw van het personeelsbestand. Met het vinden van een andere functie ontstaat dus nog geen veilige haven!
Hoe weet ik of mijn eenheid tot een bepaalde categorie behoort? Een aantal eenheden is met onmiddellijke ingang stilgezet om de personele en materiële kosten al in 2011 te kunnen verlagen. In de bijlage van de commandantenbrief is aangegeven welke eenheden als gevolg van het stilzetten tot een bepaalde categorie behoren. Uw commandant en de P&O-adviseur kunnen aangeven of uw eenheid tot een bepaalde categorie behoort. Vanaf 1 augustus gaan de reorganisaties van start. Deze hebben niet alleen betrekking op de eenheden die in de commandantenbrief zijn vermeld. Veel meer eenheden van het CLAS worden vanaf 1 augustus gereorganiseerd.
Wat wordt precies verstaan onder het stilzetten van eenheden? Dit betekent het staken van operationele activiteiten: niet meer rijden, oefenen, opleiden, schieten et cetera. Het formeel reorganiseren van eenheden zal in een later stadium plaatsvinden.
Hoe wordt het personeel van de stilgezette eenheden de komende tijd ingezet? De commandanten de eenheden stellen een plan op. In dat plan wordt ook aangegeven op welke wijze en in welke mate het betrokken personeel de komende tijd wordt ingezet. Een deel van het personeel is nodig voor het stilzetten van de eenheid, het overdragen van het materieel en doorlopende activiteiten. Voor het personeel dat daarvoor niet wordt ingezet, wordt bekeken welke andere passende werkzaamheden zij de komende tijd kunnen uitvoeren – bijvoorbeeld bij andere eenheden. Bij uitzondering kan aan personeel waarvoor geen werkzaamheden zijn “vrij van dienst” worden gegeven (waarbij bereikbaarheid wordt zekergesteld).
Er zijn natuurlijk nog veel meer vragen. Wat gebeurt er met technisch en geneeskundig personeel? Hoe verloopt de reorganisatie van de herstelpelotons en de Bevoorradings- en transporteenheden? Op intranet vind je meer antwoorden: Koninklijke Landmacht > Publicaties > Communicatie > Bezuinigingen
‘Samarinda’ levert regimentsvlag in Onderdeel van de bezuinigingen is het onderbrengen van alle luchtverdedigingcapaciteit bij het nog op te richten Defensie Grondgebonden Luchtverdediging Commando op De Peel. Als gevolg wordt 11 Luchtverdedigingcompagnie (AASLT) Regiment van Heutz ‘Samarinda’ opgeheven. Tijdens een ceremonie op Bronbeek leverde de eenheid op 9 mei de regimentsvlag in bij het regiment Van Heutz. ‘Op de dag dat we hoorden van onze opheffing, hebben we het initiatief genomen’, legt opperwachtmeester Francesco Wessels, oud-compagniesopperwachtmeester van de stilgelegde eenheid uit. ‘Wachten op wat komen gaat, bood te veel onduidelijkheid: niemand weet nog hoe het operationele concept er uit gaat zien, hoe en waar luchtverdediging wordt ondergebracht en wat er op De Peel gaat gebeuren. We zijn daarom meteen begonnen met het inleveren en herverdelen van materiaal en het herplaatsen van personeel. Het was mooi om te zien dat alle mensen zich militair loyaal en rationeel opstelden, dat we deze klus met z’n allen hebben afgemaakt.’ Op 9 mei, de officiële datum waarop de betreffende eenheden werden stilgelegd, was 11 Luchtverdedigingcompagnie klaar met opruimen. ‘De kasten en gangen waren leeg, tachtig procent van het personeel had een ander plekje gevonden. Er zitten alleen nog een paar kaderleden, druk bezig met de administratieve afronding. Over het herplaatsen van kaderleden maken we ons wel zorgen, dat blijkt erg moeilijk. Desondanks konden we er op 9 mei gezamenlijk echt een punt achter zetten. We hebben die dag ingevuld met een ceremonie op Bronbeek, de locatie bij uitstek voor het regiment Van Heutz. Daar hebben we onze vlag “teruggegeven”. Een heel bijzondere dag en een duidelijke streep onder dit traject.’ De opruimactie van de compagnie heeft veel extra leed voorkomen, denkt de opper, die zelf de dienst uit gaat. ‘Door het initiatief te pakken, voorkom je dat mensen ook daadwerkelijk stil komen te zitten. Zo wordt de pijn relatief beperkt: opruimen, afsluiten, opnieuw beginnen.’
Landmacht | 13
Vijftien jaar RMC's
Volwassen partner
Landmachters helpen bij het bestrijden van de brand op de Strabrechtsche Heide (2010).
Het Regionaal Militair Commando bestaat niet meer. Sinds deze zomer is het takenpakket verdeeld over verschillende defensieonderdelen. Het RMC deed veel meer dan steun verlenen bij Landmachtdagen, Prinsjesdagen en de Nijmeegse Vierdaagse. Een verzameling van enkele opvallende wapenfeiten van de RMC’s in hun ruim vijftienjarige bestaan. 14 | Landmacht
Brugfunctie
De Regionaal Militair Commando's (RMC's) bestaan niet meer, maar de ‘Regionaal Militair Commandant’ leeft voort. De brigadestaven in Havelte, Schaarsbergen en Oirschot hebben nu de taak om bij rampen en calamiteiten in Nederland de militaire steunverlening met civiele autoriteiten te coördineren. De drie brigadestaven hebben daarvoor de functie 'Regionaal Militair Commandant' , met de nodige capaciteit van de RMC-staven en de Nationale Reserve, overgenomen. In hun gezagsgebied hebben ze ook de brugfunctie naar de maatschappij gekregen. De verantwoordelijkheid voor het dagelijkse gebruik van kazernes en oefenterreinen is verdeeld over vijf CLAS-commandanten: dezelfde drie brigades, het OOCL en het OTCo. Voor de facilitaire ondersteuning is per 1 juni het Facilitair Bedrijf Defensie opgericht en de Beveiliging ligt sinds 1 november 2010 in handen van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie. De RMC’s als organisatieonderdelen van de Koninklijke Landmacht, zijn daarmee geschiedenis.
in veiligheid 1995
1997
1998
Mei Na een reorganisatie bij de landmacht telt Nederland drie Regionaal Militaire Commando’s (RMC’s) die gezamenlijk heel Nederland afdekken. Elk RMC bestrijkt een aantal provincies en beschikt over enkele garnizoenen die de facilitaire ondersteuning op kazernes en oefenterreinen verzorgen en goede contacten met de civiele maatschappij onderhouden.
Januari De zwaarste Elfstedentocht sinds de legendarische tocht van 1963 vindt plaats. Het Regionaal Militair Commando Oost is betrokken bij de voorbereidingen. Tijdens de tocht ondersteunen militairen de organisatie onder meer met transport, duikers voor veiligheid en geneeskundige capaciteit.
Mei Oefening ‘Active Interface’. De Multinationale Divisie (MND) traint haar staven op militaire oefenterreinen en kazernes in West-Brabant. RMC Zuid ondersteunt de circa tweeduizend deelnemende militairen facilitair.
1996 Juli Het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht, een eenheid van het RMC Zuid, keert op 15 juli terug na een glansrijk optreden in Modena, Italië. Het gezelschap reist met een Hercules van de Belgische luchtmacht, die tijdens de landing op luchtmachtbasis Eindhoven verongelukt. Er vallen 34 doden, waarvan 29 muzikanten. Het RMC Zuid is verantwoordelijk voor opvang en nazorg van relaties.
Herdenking Indiëmonument.
April In februari krijgt Nederland te kampen met een epidemie van klassieke varkenspest. Vanaf april coördineren meerdere RMC’s met civiele partijen op regionaal niveau. De RMC’s stellen locaties en faciliteiten beschikbaar voor civiele crisisteams en verzorgen de randvoorwaarden voor een goede inzet van de militairen, die helpen met afzettingen, ontsmettingstraten inrichten en kadavers opruimen. Oktober Defensieministers van de NAVO-landen komen bijeen in een informele vergadering in Maastricht. Minister van Defensie Joris Voorhoeve is gastheer en RMC Zuid verzorgt de facilitaire organisatie.
Prinsjesdag 2003.
2000 Mei In Enschede ontploft een vuurwerkfabriek. Uit eigen beweging bieden Natres-militairen hun diensten aan en bewaken ze een ring om het rampgebied. Via de Koninklijke Weg vragen de civiele autoriteiten militaire steun. Het RMC Oost richt een actiecentrum in en vaardigt een liaison uit naar het gemeentehuis. Het actiecentrum blijft twee weken 24/7 actief en zorgt onder meer voor medische en logistieke steun van militairen.
2001 Januari Met een nieuwe organisatiewijziging komt een einde aan het fenomeen garnizoen. Nederland krijgt vijf RMC’s met elk een gezagsgebied van twee of drie provincies. Met Lokaal Facilitaire Diensten regelen zij voortaan alle randvoorwaarden op de militaire objecten in hun gebied. De RMCstaven verzorgen de contacten en samenwerking met de civiele omgeving. Maart Tijdens een Europese Mond- en Klauwzeercrisis besluit Nederland preventief te gaan ruimen, wat tot grote maatschappelijk ophef
Landmacht | 15
Controle tijdens de MKZ-crisis.
leidt. De RMC’s coördineren de inzet van militairen ter ondersteuning van politie bij afzettingen en grenscontroles. Ook stellen zij diverse locaties en faciliteiten beschikbaar en zorgen voor ontsmettingstraten.
Oktober Onder de titel Waakvlam organiseert RMC Noord de eerste grootschalige multidisciplinaire oefening met civiele autoriteiten en alle mogelijke hulpdiensten om de samenwerking tijdens rampen en calamiteiten te verbeteren. Later volgen bij alle RMC’s nog vele van dergelijke oefeningen op regionaal en landelijk niveau: Alert, Wake Up, Active Response, Bonfire, Waterproof, Floodex, Rino Redland. De RMC’s verbeteren hiermee de aansluiting bij de civiele partijen.
April In het voorjaar van 2002 treden Zijne Koninklijke Hoogheid prins Willem Alexander en prinses Maxima in het huwelijk. Het Koninklijke evenement gaat gepaard met veel decorum en militair ceremonieel. Het RMC West is verantwoordelijk voor de coördinatie van de militaire bijdrage.
Oefening Floodex.
2005
Oktober Behalve feestelijkheden kent het Koninklijk Huis ook verdriet, als op 6 oktober prins Claus overlijdt. Wederom coördineert RMC West de inzet van militairen voor het ceremoniële eerbetoon. Ook in 2004 is RMC West verantwoordelijk voor de coördinatie van CP100 als Nederland het laatste afscheid neemt van achtereenvolgens prinses Juliana (maart) en Prins Bernhard (december).
Juli Het aantal RMC's wordt teruggebracht van vijf naar drie. Voor de indeling van de gezagsgebieden kiest de landmacht zoveel mogelijk aansluiting bij de regio-indelingen van civiele crisisbeheersingspartners. In de reorganisatie is binnen de RMC’s ook ruimte gecreëerd voor de Officier Veiligheidsregio en een reservistenorganisatie voor Nationale Operaties. Met deze nieuwe functionarissen groeit Defensie tot fulltime partner in de binnenlandse crisisbeheersingstructuur.
2003
2006
Februari Tijdens de uitbraak van vogelgriep in 2003 coördineert het RMC Zuid de inzet van militairen, die in Noord-Brabant en Limburg de politie en het AID steunen bij controlemaatregelen. Het bezoek van staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap aan de gebieden waar de militairen actief zijn, wordt begeleid door het RMC Zuid.
Oktober De Nationale Taptoe vindt voor het eerst plaats in Rotterdam. Tijdens de ‘streetparade’ die eraan vooraf gaat rijden verschillende militaire voertuigen mee. De oorsprong van de Taptoe ligt in Breda en kent een korte tussenstop in Den Bosch. RMC West doet nu de facilitaire, logistieke en organisatorische ondersteuning, die de tien jaar daarvoor door RMC Zuid was gedaan.
Oefening Waterproof.
Juli De Amerikaanse krijgsmacht laadt in Nederland materieel uit Duitsland over op voorraadschepen. De RMC’s regelen het Host Nation Support. In overleg met civiele en havenautoriteiten verklaart de Regionaal Militair Commandant havendelen tot tijdelijk militair terrein. Zijn eenheid verzorgt daar vervolgens de bewaking- en beveiliging en de facilitaire ondersteuning van de Amerikaanse logistieke organisatie.
16 | Landmacht
November Met de civiel-militaire bestuursafspraken creëert Defensie duidelijkheid over de militaire capaciteiten die het gegarandeerd kan leveren bij rampen of calamiteiten in Nederland. De RMC’s voeren actief campagne om die boodschap uit te dragen.
Mei President Bush woont de herdenkingsplechtigheden in Margraten bij. Defensie verleent militaire bijstand voor de beveiliging van het bezoek. De coördinatie ligt bij het RMC Zuid, evenals de organisatie van logistieke steun en ceremoniële taken.
September Twee vliegtuigen boren zich in de twee torens van het World Trade Centre in New York. In heel de Westerse wereld gaat het dreigingsniveau omhoog. De RMC’s zorgen dat de ‘alert states’ uitvoering krijgen op de militaire objecten in hun regio.
2002
2004
2007 Juli Met de catalogus Intensivering Civiel Militaire Ontwikkeling krijgt de samenwerking met civiele partijen verdere invulling. Het accent verschuift van kwantitatieve partner naar kwalitatieve partner. Specifieke, militaire deskundigheden krijgen meer aandacht.
December Een luchtmachthelikopter vliegt tegen een hoogspanningskabel in Bommelerwaard waardoor een stroomstoring ontstaat in de Bommeler- en Tielerwaard. Defensie levert aggregaten en genisten helpen met het herstellen van de stroomvoorziening.
2010
2011
April
Januari Bij wateroverlast in Limburg zorgen RMC’s voor transportcapaciteit om burgers uit overstroomde gebieden te ontzetten.
2008 Januari Vanwege een bacteriële besmetting is de Intensive Care (IC) van het Medisch Centrum Twente niet langer beschikbaar. RMC Noord coördineert de bouw van een mobiele IC pal naast het ziekenhuis.
Mobiele IC in Enschede.
2009 September Een Leopard bergingstank (Buffel) trekt na een treinongeluk bij Barendrecht twee gebotste locomotieven onder een viaduct weg. De goederentreinen kwamen frontaal met elkaar in botsing. Doordat de treinstellen precies onder de rijksweg A15 lagen, was het niet mogelijk de locomotieven met een hijskraan te bergen. De civiele autoriteiten die de berging coördineerden, besloten daarom Defensie om bijstand te vragen.
Inzet Raven bij duinbrand Bergen.
Defensie zet op verzoek van de burgermeester van de gemeente Bergen een team in met onbemande verkenningsvliegtuigjes. Deze Ravens kunnen met hun speciale warmtebeeldcamera’s het gebied in de gaten houden waar een grote duinbrand nasmeult. Oplaaiende en smeulende vuurtjes worden vanuit de lucht eerder gedetecteerd. De brandweer kan brand zo in de kiem smoren. Juli Op de Strabrechtsche Heide in de gemeente Heeze woedt een grote brand. Ongeveer 200 hectare bos en heide gaan verloren. De lokale en regionale brandweer hebben onvoldoende (kwalitatieve en kwantitatieve) capaciteit en voortzettingsvermogen om deze ramp te bestrijden. Defensie verleent vijf dagen lang Militaire Bijstand aan de civiele autoriteiten.
Maart Genisten helpen twee dagen lang zoeken naar een vermiste vrouw in het Mallebos bij Spijkenisse. De landmachtmilitairen ondersteunen het politieonderzoek met specialistische kennis. De inzet, onder leiding van de politie, leverde nieuwe voorwerpen en mogelijke aanwijzingen op. De combinatie van de specialistische Defensiecapaciteit en het Nederlands Forensisch Instituut is een goed voorbeeld van militaire bijstand aan de civiele autoriteiten. Mei Bij een duinbrand bij het Noord-Hollandse Schoorl regelt RMC West voor de civiele brandweer ondersteuning van Defensie met materieel en enkele honderden militairen. Met zogenoemde vuurzwepen en schoppen woelen landmachtmilitairen de grond om en voorkomen zo dat de brand opnieuw oplaait. Ook zorgen landmachters 's nachts voor bewaking van het gebied. Juni Door groeiende samenwerking tussen de krijgsmachtdelen raken RMC’s hun ondersteunende taken kwijt. Het vormt aanleiding de coördinatie van de nationale taken bij de brigades te leggen, die in de praktijk ook vaak het grootste deel van de uitvoering voor hun rekening nemen.
Militairen evacueren burgers in Limburg.
'Buffel' trekt treinen los.
Landmacht | 17
Opbouw kamp Kunduz vordert gestaag
18 | Landmacht
Tekst: Tlnt Wouter Helders Foto’s: SM Gerben van Es, AVDD
De militairen van het begin april naar Kunduz afgereisde Deployment Element werken zich in het zweet. De politietrainers, die medio dit jaar in Kunduz arriveren, moeten bij aankomst meteen aan de bak kunnen. Het is aan de kwartiermakers ervoor te zorgen dat alles op tijd up and running is. Een pionierstaak. ‘Er moet nog veel gebeuren’, vertelt eerste luitenant Maarten van 101 Geniebataljon. De komende maanden worden op verschillende delen van het overvolle kamp onder andere een containerpark, vijftien containerclusters, een herstelloods en een “welfaretent” neergezet. De lat ligt hoog. De meeste wegen op de basis zijn bestraat en de veelal stenen en betonnen bebouwing oogt degelijk. Overal zijn bomen en bloemenstruiken aangeplant. ‘Als de Duitsers iets opzetten, doen ze het degelijk’, zegt overste Tjeerd Blankestijn, commandant 1 (NLD) DE (Deployment Element). ‘Ook wij leggen de lat zo hoog mogelijk.’ Clusters De handen moeten dus flink uit de mouwen gestoken worden. Sinds 1 mei hebben de Duitsers hun voorlopig ter beschikking gestelde transitielegering en oude sportzaal zelf weer nodig. De Nederlandse militairen
worden tijdelijk ondergebracht in een atrium (vierkant betonnen gebouw met binnenplaats) waar slaapplekken gecreëerd zijn. Op het aangrenzende terrein, werkgebied Noord / Zuid, werken de genisten ondertussen hard door aan de bouw van vijftien “prefab clusters”. Deze blokken van zes aan elkaar gekoppelde containers (clusters) worden overdekt zodat geclusterde werkplekken ontstaan. ‘Aan vijf van deze clusters wordt momenteel de laatste hand gelegd. De planning is de clusters rond half juni af te hebben, maar of dit gehaald wordt, hangt onder andere af van de levering van materieel’, licht luitenant Maarten toe. Loodgieter korporaal Sadiek, 102 Constructiecompagnie, is samen met een collega verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud van de riolering, de “natte fabs” en de boilers. Als er op dit gebied minder te doen is, springen zij bij en helpen ze met timmeren of
andere werkzaamheden. Hij vindt het mooi “hier als eerste te zijn en het kamp al bouwend te zien groeien”. Welfaretent ‘Buiten de slaap- en werkvertrekken moet er ook een voorlopig werkgebied voor het Support Detachement en de AS-hokken van de POMLT’s (Police Observing Mentoring Liaison Teams, red.) komen’, vertelt majoor Mark, hoofd Operatiën. Op het zogenoemde containerpark zullen ‘sunshades’ tussen groepen containers worden opgehangen om schaduwrijke werkplekken te creëren. Ook aan ontspanning is gedacht. Hoewel de Nederlanders tijdelijk gebruik mogen maken van het Duitse “Lummerland” als ontspanlocatie, wordt er hard gewerkt aan een eigen plek. Op terrein Noord zal medio juni een “Welfaretent” verrezen zijn waar de toekomstige trainers en militairen van de Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM) na het werk stoom kunnen afblazen.
‘Het is mooi hier als eerste te zijn en het kamp al bouwend te zien groeien’
Landmacht | 19
Landmacht | Leiders van de landmacht (4)
‘Iedereen kan met zijn ervaring ‘Goed leidinggeven kun je leren’. ‘Als leidinggevende ben je eigenaar van je eigen ontwikkeling en verantwoordelijk voor de begeleiding van je ondergeschikten’. Mooie theorieën, maar nu de praktijk nog. Aan de hand van diverse thema’s vertellen vijf leidinggevende landmachters in deze serie over hun ervaringen en valkuilen. In deel 4: Leidinggeven en inspireren. In Afghanistan kreeg het medisch personeel de afgelopen jaren heel wat voor hun kiezen. Van gewonde kinderen, tot scherfverwondingen en amputaties. Voor de vaak jonge hulpverleners hadden deze indringende verwondingen impact. Terug in Nederland is het contrast groot. Algemeen Militair Verpleegkundige, sergeant-1 Moniek Vlijmen (29), kan daar over mee praten. Na vier uitzendingen weet zij als geen ander waarom inspirerend leiderschap zo belangrijk is. ‘Mijn liefde voor het vak, is wat ik anderen hoop mee te geven. ’ Motivatie ‘Door Afghanistan hadden we jarenlang een duidelijk doel voor ogen. Collega’s stonden in de rij om op uitzending te gaan. Je wist waarvoor je trainde en dat zorgde per definitie voor veel motivatie. Als leidinggevende hoefde je op dat gebied dus weinig bij te sturen. Nu is de situatie anders. De bezuinigingen zorgen voor onrust en onzekerheid. Deze periode is voor niemand leuk. Er wordt veel geschoven met het rooster, er zijn minder steunverleningen, grote oefeningen zijn geschrapt en we oefenen in principe alleen nog tussen acht en vijf uur. Als leidinggevende moet je soms alle zeilen bijzetten om het personeel gemotiveerd te houden. Ook ik geef aan dat ik het vervelend vind, maar uiteindelijk ben ik de eerste die zich moet herpakken. Je zoekt naar manieren om het werk toch aantrekkelijk te houden, bijvoorbeeld door de lessen leuker en origineler te maken. Daarnaast blijf ik benadrukken wat er wél goed gaat en zorg ik dat ik goed op de hoogte ben van de ontwikkelingen binnen het dienstvak. Wat ik weet, horen mijn mensen ook. Een veelgehoorde uitspraak binnen defensie is: ‘Informatie is motivatie’. Dit raakt wat mij betreft de kern. Gelukkig ziet iedereen in dat trainen voor vormbehoud minstens zo belangrijk is. Als er een beroep op ons wordt gedaan, moeten we er wel staan.’ Uit de praktijk ‘In het Role-3 hospitaal (Kandahar, red.) was ik de Nederlandse commandant in een Amerikaans team. We werkten in 24-uurs diensten. Soms waren we twaalf uur onafgebroken aan het behandelen. De trauma’s die voorbij kwamen, maakten op iedereen diepe indruk. Het zijn gevallen waar je tijdens stages in een Nederlands ziekenhuis niet snel mee te maken krijgt. Hoe mensen daadwerkelijk reageren, wordt dan pas duidelijk.
20 | Landmacht
Van wie je in het voortraject dacht dat het een ‘koele’ was, blijkt het ineens zwaar te hebben. Als leidinggevende zijn zulke situaties dubbel. Aan de ene kant wil je er voor je personeel zijn, aan de andere kant moet de zaak blijven draaien. Een vaste procedure onder medisch personeel is het nabespreken van zoveel mogelijk ‘cases’. Deze momenten waren voor mij heilig. Even stoom afblazen en, aan wie behoefte had, een luisterend oor bieden. Die laagdrempeligheid is mijn manier om te zorgen dat het team achter mij blijft staan.’ Eigen inzicht ‘Het is situatie afhankelijk, maar in principe doe ik graag dingen in overleg. Zeker in een medisch team vallen de rangen snel weg. Je werkt close samen onder zware omstandigheden, die letterlijk over leven en dood gaan. Maar ook in Nederland, waar de urgentie van samen sparren minder van toepassing is, geldt dat ik het personeel betrek bij mijn besluitvorming. Voor mij is dat de manier om mensen te laten groeien. Door prikkelende vragen te stellen, komen ze zelf tot andere inzichten. Hetzelfde geldt voor verantwoordelijkheid geven. Eerst kijk ik wat voor vlees ik in de kuip heb, daarna geef ik best veel ruimte. Aan die inspraak zitten natuurlijk grenzen. Iemand mag even klagen of spuien, maar daarna neem ik de beslissing. Hoe vervelend ook.’ Inspiratiebron ‘De liefde voor het vak, is wat ik anderen hoop mee te geven. Niet alleen het medische, maar juist de combinatie met defensie maakt dit werk zo leuk. Uitzendingen zijn de krenten in de pap. Als genezerik geeft dat jouw vak meerwaarde. Door alle ervaring die ik inmiddels heb opgedaan, heb ik het gevoel dat ik mijn personeel echt op de juiste manier kan voorbereiden. Die feedback krijg ik ook. Mijn proactieve houding en kennis wordt op waarde geschat. Als ik een beslissing neem, hoef ik niet steeds weer in discussie. De noodzaak tot bewijzen, is weg. De eenheid vertrouwt erop dat ik weet wat ik doe. Ik vind het lastig om te zeggen dat ik daardoor een inspirerende leider zou zijn. Dat heeft al gauw met charisma te maken. Of ik dat heb, moeten anderen beoordelen. Ik geloof wel dat iemand die weet waar hij voor staat, respect afdwingt. Zelf haal ik mijn inspiratie overal vandaan. Iedereen kan met zijn of haar (levens)-ervaring een voorbeeld voor de ander zijn.’ Sergeant-1 Moniek Vlijmen werkt bij 472 Mogoscompagnie in Ermelo. Ze is naast AMV’r opgeleid als SEH-verpleegkundige.
TEKST: ELNT Marlous de Ridder FOTO'S: SGT1 Dave de Vaal | AVDD
een voorbeeld zijn’
Kijk voor alle informatie over (hulp en begeleiding bij) leidinggeven bij de landmacht, op de intranetpagina van het Expertisecentrum Leidinggeven CLAS: Koninklijke Landmacht > Links: Nuttige Links > Alles over leidinggeven.
Landmacht | 21
Serious gaming is serious training
De voordelen van
Een levensechte, virtuele actie, inclusief Nederlands gevechtstenue. ‘Natuurlijk moet een game er “gelikt” uitzien, maar het gaat er vooral om dat je op een realistische wijze een trainingsdoel kan halen.'
Je virtueel verplaatsen door Kunduz. Binnenkort moet dat mogelijk zijn. Met serious games als Virtual Battle Space-2 en Steel Beasts Pro ontwikkelt de landmacht zich razendsnel op het gebied van virtueel trainen. Het individueel of in teamverband oefenen in een virtuele omgeving leidt in de praktijk tot een reëler beeld van de gevechtsomgeving, waardoor de militair zich nog beter kan voorbereiden op een toekomstige missie. TEKST: Elnt Marlous de Ridder ILLUSTRATIES: Simulatiecentrum Landoptreden
22 | Landmacht
virtueel trainen De specialisten op het gebied van simulatie zitten bij het Opleidingsen Trainingscentrum Operatiën in Amersfoort. Het Simulatiecentrum Landoptreden (Simcen Land) is een walhalla voor elke gamer. Logisch dat studenten van de opleiding Gamedesign maar wat graag stage lopen bij de landmacht. Bij het Simcen Land worden in brede zin de laatste innovaties op het gebied van simulatie bijgehouden. Ook wordt er in het Battlelab geëxperimenteerd met allerlei nieuwe ontwikkelingen, zoals het koppelen van Command and Control (C2)- systemen aan de virtuele omgeving. Volgens kapitein Wouter Bolderman, bureau Advies & Assistentie, vervult het Simcen Land de rol van kenniscentrum. ‘Wij adviseren en begeleiden de eenheden bij het gebruik van simulatoren in hun Opleiding- en Trainingstraject (O&T). Wat we uit gesprekken halen, is dat veel eenheden niet weten wat de mogelijkheden zijn van simulatie op O&T-gebied. Laat staan van serious games. Daardoor wordt er nog te weinig een beroep op ons gedaan.’ Voordelen Een kortere opleidingstijd, kostenbesparing, de mogelijkheid om nieuw materieel of een toekomstig missiegebied in een game te verwerken en een beter trainingseffect door After Action Review. Voordelen genoeg om je als eenheid toe te leggen op virtual training. Toch is dit moderne onderwijsmiddel nog niet opgenomen als vast element in het O&T-beleid. ‘Juist hier gaat het mank’, zegt majoor Adjan van Andel, hoofd bureau Advies & Assistentie. ‘Het is aan de commandant of hij zijn mensen hier de ruimte voor geeft. In de meeste gevallen grijpen ze toch vaak terug op de traditionele vormen van O&T. Gelukkig weten eenheden andere simulatoren steeds vaker te vinden, zoals de klein kaliber wapensimulator en de Stingerdome. De uitdaging is nu om simulatie breder te trekken. In onze ogen is het ook een perfect middel bij de commandovoering en missievoorbereiding.’ Hoewel Serious Gaming het meest tot de verbeelding spreekt, zijn er veel meer simulatiemiddelen te bedenken. Een voorbeeld is het simulatiesysteem Mobile Combat Training Center (MCTC), waarbij elk wapensysteem is voorzien van lasers en detectiesensoren om bewegingen en treffers te registreren. Daarnaast bestaat op bataljons- en brigadeniveau de
mogelijkheid om zonder troepen te velde de commandovoering te trainen: het zogenoemde Command and Staff Trainer- model (CST). Eye-opener Dat besluitvorming met behulp van een virtuele omgeving erg verhelderend werkt, ondervonden toekomstige majoors tijdens de Module Militair Optreden afgelopen maart. Door hun bedachte plannen om te zetten in de game Steel Beasts Pro werd duidelijk of hun keuzes tactisch gezien slim waren. Een verkeerde opstelling van eenheden werd namelijk meteen afgestraft door de vijand en mogelijke risico’s werden inzichtelijk. Een betere feedback kun je niet krijgen. Om dit op een realistische manier te kunnen doen, werd de Duitse plaats Altenhasungen één op één nagemaakt in de virtuele wereld. Aan de hand van kaartmateriaal, lucht- en satellietfoto’s kon het terrein tot op de boom nauwkeurig worden nagebootst. De cursisten gingen uiteindelijk zelf richting Duitsland om het terrein te bekijken en herkenden exact de contouren van het landschap. ‘Een van de meeste gehoorde opmerkingen was dat de game een zeer goed beeld geeft van de complexiteit van gemechaniseerd optreden’, vertelt Bolderman. ‘Daarnaast kon de discussie achteraf beter inhoudelijk worden gevoerd en was er sprake van een daadwerkelijk eindresultaat van een “uitgevoerd” plan.’ Zeker voor de mensen die weinig ervaring hadden met grootschalig gemechaniseerd optreden was deze oefening een eye-opener, vult Van Andel aan. ‘In het begin zijn veel mensen sceptisch, maar na het zien van het resultaat zijn ze erg enthousiast.” Serious games Terug naar gaming. De jonge generatie is er mee opgegroeid: computerspelletjes. Een organisatie als de landmacht kan daar haar voordeel mee doen. Maar wat zijn serious games eigenlijk? In de meeste gevallen gaat het om spellen die gewoon op de commerciële markt verkrijgbaar zijn, maar zijn aangepast aan de eisen van de militaire gebruiker. Zo is een game pas geschikt voor trainingsdoeleinden als er een mogelijkde Duitse plaats Altenhasungen werd één op één nagemaakt in de virtuele wereld. Aan de hand van kaartmateriaal, lucht- en satellietfoto’s kon het terrein tot op de boom nauwkeurig worden nagebootst.
Landmacht | 23
Bekend terrein? Een virtuele weergave van de rotonde in Tarin Kowt.
heid tot After Action Review inzit. Ook moeten scenario’s naar eigen bevindingen kunnen worden aangepast. Denk aan cases met IED’s. Er moet ook een mogelijkheid in zitten om eigen (Nederlands) materieel en data in te voeren. Op dit moment gebruikt het CLAS twee spellen: Steel Beasts Pro en Virtual Battle Space-2 (VBS-2). Het eerste spel richt zich op het gemechaniseerd optreden en is minder geschikt voor het uitgestegen optreden. Met VBS-2 is in principe alles te trainen waar het gaat om de militair te voet of met zijn voertuig in zijn specifieke missieomgeving. Van een verkenningspatrouille met diverse dreigingen (IED’s, hinderlaag etc.) tot zelfs helikoptertransport. Een serious game is overal te gebruiken; op de kazerne, thuis en zelfs in het uitzendgebied, individueel of met meerdere mensen, op een laptop of pc. Op dit moment is er bij CLAS een aantal lokalen ingericht in Havelte, Oirschot, Schaarsbergen en in Amersfoort. Vooral realistisch Waar het bij commerciële spellen om entertainment en fantasie gaat, moeten serious games vooral realistisch zijn. Van Andel: ‘Natuurlijk moet een game er “gelikt” uitzien, maar het gaat er vooral om dat je op
Het Simulatiecentrum Landoptreden werkt nauw samen met het Opleiding- en Trainingscentrum Manoeuvre. In diverse opleidingen is het gebruik van VBS-2 of Steel Beasts Pro ingebed. Het Simcen Land ondersteunt instructeurcursussen om kaderleden op het gebied van Serious Games. Neem voor meer informatie over simulaties, Serious Gaming of de beschikbare opleidingen, contact op met majoor Adjan van Andel of kapitein Wouter Bolderman van het Bureau Advies & Assistentie Simulatiecentrum Landoptreden.
24 | Landmacht
een realistische wijze een trainingsdoel kan halen. Een ander verschil is de manier waarop je serious games speelt. Wij willen dat de spellen worden gezien als leermiddel met de bijbehorende waarden en normen. Dus niet zomaar in het wilde weg mensen gaan doodschieten. Zo treden we in het echte leven ook niet op.’ Missievoorbereiding Bij een eenheid als het Simcen Land is het innovatie wat de klok slaat. Logisch dat ze daar continu op zoek zijn naar simulatiemiddelen om militairen nog beter te trainen. Zo was er al een digitale omgeving van Tarin Kowt van vijftig bij vijftig kilometer beschikbaar. Nu wordt er hard gewerkt aan een virtueel Marnehuizen, compleet met een ondergronds gangenstelsel. Terreindata om virtueel te trainen voor Kunduz is nu ook beschikbaar. De financiële en personele randvoorwaarden moeten nog worden ingevuld om het middel operationeel te krijgen. Van Andel: ‘Het is nog toekomstmuziek. Maar in welk terrein je ook wakker wordt, straks kunnen we alles virtueel trainen. Onze lijfspreuk is niet voor niets ‘ready for the next mission’.’
101 CBRN verdedigingscompagnie
Fuchsen oefenen mee bij “kernramp” in Zeeland Twee Fuchsen van het Commando Landstrijdkrachten hebben in april deelgenomen aan een oefening van de Veiligheidsregio Zeeland. De verkenningsvoertuigen, rijdende meetlaboratoria van 101 CBRN verdedigingscompagnie, zorgden bij een geënsceneerde kernramp bij kerncentrale Borssele dicht bij de bron voor broodnodige gegevens.
Een ongeluk bij kerncentrale Borssele, een grote stralingsdreiging in het Zeeuwse buitengebied; twee ingrediënten voor een reëel oefenscenario voor de Veiligheidsregio Zeeland. En een goede reden om de hulp van 101 CBRN verdedigingscompagnie in te roepen. Twee Fuchsen en een stafunit werden in april vanuit Wezep richting de ‘kernramp’ gestuurd. ‘Als je het kunt bedenken, is het nuttig om te beoefenen’, stelde opperwachtmeester Fred de Koff vast over de oefening rondom de Zeeuwse kerncentrale. De opper opleiden en operatieën van 11 Pantsergeniebataljon keek als waarnemer toe tijdens de oefening. De Koff: ‘De recente kernramp in Japan is geen logisch scenario voor ons. Gaat dat snel gebeuren in Nederland? Nee. Maar er kan natuurlijk iets misgaan met een kerncentrale of een ander industrieel gebouw Daarom heeft zo’n oefening altijd zin.’ Ongeluk De twee Fuchsen manoeuvreerden zich in de avonduren over de smalle wegen in het
buitengebied rondom Borssele, aangestuurd vanuit de commandopost bij de Veiligheidsregio in Middelburg en op zoek naar goede posities om metingen te verrichten. Op het kantoor van de Veiligheidsregio schoven de pelotonscommandant van het verkenningsen detectiepeloton en zijn second aan om de bemanning van de Fuchsen via de radio aan te sturen. Namens het regionale brandweerkorps was stralingsdeskundige Pieter Bezems coördinator van de oefening. Bij een ongeluk in de kerncentrale van Borssele is de betreffende Veiligheidsregio in the lead van de rampbestrijding, de ingezette landmachteenheid vervult een ondersteunende rol. De Fuchsen waren volgens Bezems in dit scenario meer dan welkom. ‘Wij zetten de militaire voertuigen dicht bij de bron in. De Fuchs is een zwaar gepantserd voertuig. Bij hoge radioactieve straling heb je goede bescherming nodig, bij voorkeur dik staal. De voertuigen van de landmacht kunnen dus het dichtst bij de ramplocatie komen. Met de gegevens die de Fuchsen in de nabije
omgeving van de ramp kunnen verzamelen, kunnen wij de benodigde maatregelen in de regio bepalen en in gang zetten.’ Overdruk 101 CBRN verdedigingscompagnie is een gespecialiseerde operationele eenheid van 11 Pantsergeniebataljon (43 Mechbrig). De compagnie bestaat uit drie ontsmettingspelotons en een verkenningspeloton. De TPz Fuchs 1 is een gepantserd verkenningsvoertuig met meetapparatuur aan boord dat bij een kernramp de radioactieve waarden in de lucht kan meten. Het voertuig heeft een overdruk met filters, waardoor personeel zonder persoonlijke beschermende middelen in het afgesloten voertuig kan werken. Met de speciale voertuigen en materieel en haar specialistische kennis en kunde is de eenheid bij uitstek een gewild product voor civiele autoriteiten. De landmacht biedt haar CBRN-capaciteit aan in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS), waarin de militaire bijstand bij rampen en ongelukken is vastgelegd.
Landmacht | 25
VTO’ers oefenen op historische grond
TEKST: Elnt Roel van de Wiel FOTO'S: Kpl1 Joshua Laisina
Op zoek naar de Wolf Ze zijn bijna klaar voor het echte werk bij de infanterie-eenheden. Een peloton jonge landmachtofficieren in de afrondende fase van hun Vaktechnische Opleiding Infanterie, werd vorige maand op historische grond nog eens getest door de instructiegroep van het OTC Manoeuvre. Landmacht ging embedded mee - en was zelfs even Missing in Action. Rondom het historische fort Vechten nabij Bunnik moest het peloton een afgrendelings- en opsporingsoperatie uitvoeren. Een toplocatie voor het oefenen van een spoedoperatie - en dat op civiele bodem. Doel: het arresteren van een rebellenleider, codenaam Wolf. Beperkende omstandigheden: een omringende gracht, opstandige burgers en een embedded journalist. De Wolf werd snel gevonden, overmeesterd en afgevoerd. Alleen werd de journalist vergeten in vijandig gebied. Terug dus. Een pijnlijke, maar wijze les. ‘Die vergeten we dus nooit weer’, aldus de zwetende pelotonscommandant van dienst.
26 | Landmacht
De oversteek van de gracht. Hoewel de actie zelf redelijk standaard is, geeft onder andere de oversteek de oefening een extra dimensie. ‘Dat maakt de locatie zo ideaal’, zegt kapitein Rob Knoben, docent aan de Infanterieschool. ‘En het is eenvoudig geregeld. Als je creatief nadenkt over oefenlocaties, kan je met civiele partners in de buurt heel veel regelen.’
Overleg op weg naar de beoogde locatie van Wolf. Vaandrig Laurens Varel (rechts) is door de instructeurs aangewezen als commandant. Zijn pelotonsgenoten voorzien hem – soms meer dan hem lief is – van advies. ‘Dat krijg je als je een peloton vult met nieuwe officieren’, weet kapitein Rob Knoben. ‘Ze denken in ieder geval allemaal na, dat is goed.’
De rebellenleider is snel gevonden. Het kost de nieuwbakken officieren wel nog behoorlijke moeite om de Wolf te overmeesteren.
Een extra uitdaging: de embedded journalist is kwijt. Terwijl de groep met Wolf snel richting de boot is teruggetrokken, is de schrijver achtergebleven op de locatie. Een cruciale fout, die snel wordt hersteld door een groep te laten zoeken. ‘Eigenlijk te laat’, realiseert Varel zich. ‘In het vervolg wijs ik specifiek iemand aan die een embedded persoon op de voet volgt en begeleidt. Eén ding is zeker: een journalist vergeet ik dus nooit weer.’
Het heeft wat extra zweetdruppels gekost, maar de laatste shift – met journalist – kan de oversteek per boot weer maken. Einde actie. Varel: ‘Dit zijn ideale oefeningen om jezelf en je kerels te trainen. Deze locatie is ideaal: het is dichtbij en je kunt er ongestoord je gang gaan. Ook daardoor gaat de oefening lekker snel. Een mooie actie: er gebeurde van alles en iedereen leerde veel. Hiervoor wil je paraat worden.’
Landmacht | 27
Landmacht | Personeelsmutaties Militair personeel bevorderd Kolonel
T.T.J. Romein (inf ), C. Schaaf (log td), B.B.M.
Y. Mantz (inf ), S. Meester (inf ), D. Middelkoop
L.A. de Vos (inf ) (mrt/apr)
Schenkels (art), N. Streekstra (inf ), R.R.A.
(inf ), G.H.D. Netters (inf ), D.B. Noordman (art),
Troisfontaine (cav), G. Waizman (vbdd), A.
P.H. Oudman (vbdd), E.J. Plante (log b&t), P. Pul
Westerterp (inf ), G.A. Wibbelink (art) (mrt/apr)
(art), R.M. van der Rijt (inf ), B.M.G. Rutten (art),
Luitenant-kolonel
J.L. Sayers (inf ), R. Schipper (inf ), G.J.F. Sibbald
M.S. van Draanen (log ma), R.A.J.P. Hendriks (log b&t), M.G. Lelkes (log gnk), W.M. van
Tweede-luitenant
(log b&t), A.N.J. Smal (inf ), J. Sprangers (art), R.
Melis (log ma), J.J.W.M. van Elderen (log td)
L. van Beek (log gnk), C.M. Jut (art), W.P.F.
van Steijn (inf ), J. van Veenendaal (inf ), A. Vlak
(apr/mei); L.M. van den Broeck (log ma), J. van
Klaus (luart), R. Kleijer (art), R.P. Rietveld
(log td), D.M.F. de Vries (inf ), S.H.W. Wisseborn
Ginkel (gn), H.U.S. de Lange (log b&t) (mrt/apr)
(art), C.G. de Vries (log td) (apr/mei); G.J. van
(art) (apr/mei); R. Adriaensen (inf ), A. de Blois
Duijvenboden (art), H.J. Harrewijn (gn), K.
(log b&t), J.P. Bont (inf ), M. Buurmeijer (log
Majoor
Janssens (art), T.B. Scheuer (cav), S.L. Sijbesma
b&t), D. van Dam (vbdd), W. van Dooren (inf ),
J.P. Haasnoot (art), R.P.M. van den Kieboom
(cav), T. Venema (cav) (mrt/apr)
K.A.G. van Emmen (log gnk), R.J.W. Fransen (inf ), R.H.C. Geurts (vbdd), M. van Gog (lo/s),
(log gnk), N.J.A. Kluijver (log b&t), K.C. Koster (gn), E.P. Verdiesen (log b&t) (apr/mei); H.J.
Adjudant
P. de Graaf (log b&t), R. Gubbels (inf ), L.D. Guyt
Dubbelhuis (gn), P.J. van Hemert (log gnk),
N.J.M. Bosman (log td), G.C.L.S. Brokken (inf ),
(vbdd), S. ter Haar (vbdd), R.J.C. Hartman (vbdd),
P.H.P.L. Mommers (log b&t), C.J.P. Peek (log
H.D. Hoencamp (log b&t), R.E. Huwaë (log
Y.F. Hu (vbdd), A.S. Imamdi (log b&t), K. Jansen
b&t), H. Scharroo (art), A.Vromans (gn), C.R.
b&t), R.L.V. van Oostrom (inf ), J.A.A. Puntman
(vbdd), S.J. Jansma (inf ), C. van de Kuilen (vbdd),
Wesseling (gn) (mrt/apr)
(inf ), F.J.C. Roeken (gn), P.A. Ros (log td),
T.B. Lamers (vbdd), B.J. Leuwerink (inf ), G.J.
M.M. Scherpenkate (cav), J.W.B. Vermeulen
Lubberman (art), J.C.M. van Opstal (vbdd), R.I.
Kapitein/ritmeester
(vbdd), E.R.P. Vrijdag (log b&t) (apr/mei); E.J.
Pril (log b&t), J.A. Reijns (log b&t), M. van Rijn
V.A.D. Bekker (log ma), J.M. van den Berg (art),
Baanvinger (log b&t), A. Dijkstra (log b&t), M.S.
(vbdd), A.C. van der Schilt (vbdd), A.A. Schipper
A. van Binsbergen (log b&t), N.W. Bobeldijk
Koster (cav), D. Landkroon (log td), R.J. Marteau
(vbdd), S.G.J. Scholten (log td), N.G. Sint Jago
(log gnk), N.L. Dierckx (gn), J.A. Dirven (gn),
(vbdd), P. Mast (art), E.R. Oberije (log ma),
(vbdd), J. Snijder (inf ), J. Stolwijk (log gnk),
T. van Driel (art), M.S. Gaal (log ma), C. Gielen
J.D.M. Odekerken (log td), M.W.M. Romijnders
D.M.F. de Vries (inf ), R.F.J. Wout (vbdd) (mrt/apr)
(log gnk), R.L.M.J. de Groot (log td), N.N. Stam
(log b&t), S.A.F. de Ruiter (art), J.G.B. ten
(log b&t), J.M.K. de Jong (log td), J. Landman
Voorde (art) (mrt/apr)
(cav), S.T. Leertouwer (gn), C.G. van Maris (log
Sergeant / wachtmeester M.H.A. van Eeden (inf ), R.P.R. Huijs (inf ) (apr/
gnk), G. van der Meer (log b&t), H.D. Meijeringh
Sergeant-majoor/opperwachtmeester
mei); R. Berkouwer (inf ), J. Bisschop (cav), A.F.
(inf ), J.P. Schönefeld (inf ), N. Schoone (art),
A.D. Boot (log td), L.J. Brunink (log b&t), H.R.
Blokker (cav), A.B. Bras (log td), P. Folkers (inf ),
L.J.W. Tijssen (log gnk), M.M.E.M. Vaessen (log
Bulters (art), V.J.G. Jager (log gnk), A.P.H.
J.R.J. Haaijer (inf ), S. Handstede (inf ), R. van der
b&t), J. Veenema (gn), D. Ypma (cav) (apr/mei);
van den Kieboom (log td), J. Krans (art), N.L.
Heijden (inf ), M.A. Klazema (cav), S.S. van der
A.M.T. Arts (log gnk), A.K. Prinsen (log gnk),
Pennings (log b&t), D. de Poorter (log b&t),
Loo (inf ), L.A. Mook (inf ), W.T. Pekema (inf ),
M.W.T. Engels (log td), D.C.M. Geers (log ma),
P.A.M. van Raaij (log td), M. Schulte (log b&t), J.
P. van der Ploeg (inf ), N.J. Rijs (inf ), T.G.A.M.
R.L.M.J. de Groot (log td), J.J. van de Hesseweg
Springer (log td), I. van Stee (log gnk), A. Terol
Weijers (inf ) (mrt/apr)
(log b&t), D. ten Hove (log gnk), P.A.M. van
(inf ), D.G.S. van der Velden (log gnk), C.D.H.L.
den Hoven (log gnk), J.T.M. Jansen (log ma), O.
Wolters (log td) (apr/mei); R. Agema (log td), A.
Korporaal der eerste klasse
Köse (vbdd), J.S. Lalleman (vbdd), G.L. van der
de Boer (inf ), J.F. Bolhuis (log td), T.W.J. Brands
R. Ariaans (gn), G.M. Bacas (inf ), D.C.P. Bakker
Meer (gn), H.J. Meijer (log gnk), J. Peters (log
(log td), M.M. van Es (cav), E. Goossen (log td),
(gn), E.K. Bakker (cav), L.J.H. Barents (log
gnk), G. de Sain (gn), B. Schellekens (inf ), G.
A.P. Kleijer (cav), D.H. Klein Entink (lo/s), N.
ma), N. Berends (luart), R. Biemans (gn), R.S.
Schoonhoven (art), G.H.H. Slebos (log gnk), A.
Kourtakis (log b&t), G.D. Leemker (cav), M.J.A.
Bluijs (log b&t), T. Bonder (inf ), M. Bos (inf ),
Visser (gn), B. Wielhouwer (inf ), Q.A. Yap (art)
Muijlkens (gn), G. Roelofsen (cav), R.K. Schaap
M.M.M. Boumans (inf ), P. van Boxcel (inf ), K.R.
(mrt/apr)
(cav), P.W.M. Vogels (log td) (mrt/apr)
Brinkgreve (cav), R.J.J.M. Crone (log b&t), J.
Eerste luitenant
Dijken (inf ), G.T. Driessen (log b&t), L. van Ek
M.W.A. Boeree (vbdd), J.E. Buis (log gnk), W.A.L.
Sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse
Buitenhuis (log td), J.C.H. Deneke (log b&t),
L.F.J. Appelhof (log td), G.S. den Bakker (inf ),
gnk), K.A.J.M. van Etten (vbdd), P.L. Fonville
A.L. van Dijk (log ma), P.A. Spaander (cav) (apr/
R. van Beek (art), W.R.R. Beijen (art), W.J.
(inf ), B. de Groot (log td), J.J. Groot (inf ),
mei); J.P.E. van den Berg (art), J.H.H. Boelsen
Benjamins (inf ), J. Blankespoor (art), J.J. Bömer
R.A.H. Heijnen (luart), H. Heldoorn (gn), C.
(art), M.J. de Bruijn (vbdd), H.A. Druncks (inf ),
(inf ), F. van Croonenburg (cav), R. Damen (inf ),
Hogeweg (log b&t), N. Hondijk (log b&t), M.M.
M. van Efferen (art), J.A. van der Eijk (vbdd),
B. Dang (art), M.N.H. van Dinther (log gnk)
Horsting (log td), T.M. in 't Hout (log gnk), R.
M.P.H. van Esch (inf ), H.J. Evenboer (inf ), J.
L.L. van Engelen (log gnk), J.P. Feliciano Rebelo
Janssen (gn), V.G. de Jong (gn), M.S. Junge (gn),
Folkersma (art), I.B. Francis (art), M. Gaakeer
(inf ) G.J. van Ginkel (art), M. van Groningen
W.M. Knippenbergh (cav), P. Korlaar (inf ), D.
(inf ), W.J. Hopstaken (cav), P. IJben (log td),
(gn), D. Guit (inf ), T.J.A. Hagelaar (inf ), L.
Kreuninger (log td), D.J.P. van der Kroft (luart),
W.J.G. Kap (log td), F. Kramer (art), T. van der
Hamers (inf ), I.W. Horn (art), K.H. Kirkenier
S. de Kuijer (gn), M.J. Kuipers (inf ), E.G. Leito
Linde (art), M.P. Merz (art), E.L.M. Niessen
(inf ), H.W.J. Kraus (cav), S.A. van der Leest (inf ),
(art), M.H.C. Louvet (luart), B.P.J.C. Mantel
(art), M.C.W. Peltenburg (art), J.S. Ploeg (inf ),
J. Ligtermoet (art), N.C.M.L. Manders (inf ),
(inf ), R.H. Moorman (luart), J. Nauta (log td),
van Dam (mil muz), M. van Die (luart), R.F. van
28 | Landmacht
(log gnk), E. van Elburg (log gnk), D. Esser (log
Militair personeel dienst verlaten R.C.H. Niessink (log b&t), M.A. Noordzij (gn),
Kolonel
A. Mussa (inf ), V.J.A. Nugter (log b&t), M.
M. Oudejans (inf ), M.F.E. Plusje (luart), R.J.T.
J.A. van den Elsen (mil jd) (mrt/apr)
Nuis (log gnk), M.A. Osten (log b&t), J. Pieters (cav), J. de Ruiter (inf ), B. Schuddeboom (gn),
Reubsaet (log td), J. Rodenburg (inf ), J. Roele (log b&t), H. Roos (art), J.M.M. Salman (log td), J.W.
Luitenant-kolonel
J.H.G. van Tongeren (log td), N. Twigt (log
Schipper (gn), J.J.A. Schreuder (inf ), J. Siegersma
J.S. van der Laan (art) (apr/mei)
b&t), M.C. Veenendaal (log b&t), M. Vos (log td), F. Vrielink (log td), R.E. van der Leest (log
(log gnk), M. Slangewal (log b&t), B.A.M. Spijker (gn), P. Spoler (inf ), R. Spreeuw (log b&t), M.M.M.
Kapitein / ritmeester
b&t), L. Zuiderveld (log b&t) (apr/mei); S.M.
Sprenkels (luart), S.K. Steensma (log td), A. Stoker
R.R. van den Berg (vbdd), M.H.A Hendriks (mil
Blank (log td), L.A. Breeman (log b&t), M.A.
(log b&t), R.W.G. Theunissen (gn), N.A.B. van Tiel
psd), J.I. Kappert (art), W. Mulder (log ma), B.
van Bueren (art), R. Christiaans (log ma), R.J.L.
(gn), A.C.W. Toorenaar (log gnk), B. Valken (log
Sijtsma (log b&t), J.A.M. Smeets (log gnk), G.H.
Derckx (log b&t), B.A. van Dongen (log b&t),
td), J.J. Verbeek (cav), R.P. Verkaart (inf ), A.F.B.
Zonneveld (inf ) (apr/mei); M. Blom (log gnk),
M. van Dongen (log td), T. Duinmaijer (log
Vuijk (log gnk), P. van de Wal (log b&t), M. de
B. van den Doel (log gnk), I.R.B. de Graaf (log
td), J.P. Durman (vbdd), F. Eikenaar (inf ), P.
Wijn (inf ) (apr/mei); J. Baauw (inf ), A. Balfoort
gnk), N.S. Hessel (log gnk) (mrt/apr)
Galema (inf ), C.R.A. Geurtse (lu art), D.C.A.H. Goorsenberg (log b&t), W. van Hassel (log b&t),
(gn), D. Bastiaan (inf ), J. van Beelen (log td), L.W.A. Bergsma (log b&t), K. van Bodegom (log
Eerste luitenant
B. van der Heijden (inf ), J. Houtsma (log b&t),
td), K. de Boer (log td), R. Boer (log gnk), P.P. van
W.A. van Berkel (log gnk), R. Blokland (cav), J.
M.P.D.G. Janssen (gn), D. van de Langenberg
Borssum Waalkes (inf ), B.D. Bos (cav), N. van
van Eldik (alg) (apr/mei)
(log td), J. Livramento De Oliveira (inf ), D.J.W.F.T. de Louw (log gnk), P.M.P. van Maanen
Braam (inf ), A. van Bree (log td), M. van Bremen (log ma), C.J. de Bruine (inf ), K. Diederen (inf ),
Vaandrig
(log td), N.A.M. Martens (lu art), M. Palmen (log
R.H.M. Donkers (log td), K. Dumas (inf ), A.F.
B. Arts (log gnk), M. Dekkers (art), I.S. Wierda
td), S. Poeser (vbdd), R.A.M. Portegies (log gnk),
Eroglu (inf ), N. van den Esschert (log td), M.K. van
(gn) (apr/mei)
A. Rook (log gnk), M.M. Roozendaal (log b&t), E.A. Rosa (log b&t), D. de Ruiter (vbdd), C.A. van
Gessel (log td), W.G. van Gils (inf ), D.M. Glerum (gn), M.R. Graber (log ma), G.J. te Grotenhuis
Adjudant
Benten (log b&t), S.J.H. Schoenmakers (log td),
(inf ), R.H.J. Gulikers (vbdd), F.A.T.W. Gunsing
A. Paauwe (inf ), S. van de Werff (luart) (apr/
A.B.C. van der Spek (log td), M. Stello (cav), C.R.
(cav), R. de Haas (inf ), R. 't Hart (inf ), M. Hekman
mei)
Velsma (log ma), T. Verkooijen (log td), P. Visser (log b&t), S. Wesdorp (gn) (mrt/apr)
(log td), G.G.J.M. Hendrikx (gn), M. Hiemstra (cav), H.J. Hillinga (log gnk), J. Homan (inf ), M.A.
Sergeant-majoor / opperwachtmeester
Hoving (vbdd), H. Jager (gn), E.J. Jansen (log gnk),
M.H.E. van Dorp (art) (apr/mei)
R.A.J.G. Jansen (log b&t), D.G. de Jong (log td), D.
Burgerpersoneel bevorderd
Komen (inf ), J. Koops (inf ), H. van Kooten (inf ),
Sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse
Schaal 9
P.C. Korving (vbdd), R. Koster (inf ), M. Kroon
J.P. van den Arend (vbdd), D. Becker (log b&t),
A. van Essen, S. Moerman
(art), M.W.E. Labordus (log gnk), N. Lageveen (log
M.D. Elzinga (log td), C. van der Gaag (log b&t),
gnk), A.V.H. Lai (log td), H.W.J. Lancel (inf ), R.J.
J. Gruppen (log gnk), M. van Nieuw-Amerongen
Schaal 8
Lap (gn), B. Lenselink (log td), D. Lodewijk (inf ),
(vbdd), R. Offerman (log gnk), A. de Wit (log
K.H. Noppe
J. Lok (log b&t), W.H.A. Loor (art), M. Merkus
gnk) (apr/mei); M.P. Bak (log b&t), R. Bloot (log
(inf ), H.H.C.D. van de Merwe (gn), A. de Mik (inf ),
gnk), D. Stoutjesdijk (inf ), E.J.J.E. Thomas (inf ),
Schaal 7
J. Mik (inf ), R. Morssink (log td), B.W.J. Mulders
J.S. Tilders (log td), J.S. Wirjadi (log td) (mrt/apr)
K. Beerens, R.M. Klaver
Jurriens (log gnk), E.J..M. Koerhuis (log gnk), M.P.
(inf ), R.N. Neuvel (inf ), G.J.W. Nieuwbroek (log td), G.T. Noor (log ma), P.W.A. Overdijk (gn), A.S.
Sergeant / wachtmeester
van der Plaat (cav), K. Pols (log gnk), T. Rath (log
B.C.A. de Bruijn (inf ), T. van Evert (luart), D.J.H.
ma), K. Ringeling (gn), J. Römkens (inf ), B.P. van
van Lil (log gnk), I.A. Mohamed (log td), J.
Duinen (log gnk), L. Schaap (gn), R.F.W. Schetters
Molenaar (gn), J.F. Tazelaar (log gnk), R.H.J.
Schaal 9
(inf ), M. van Schoonhoven (art), R. Schuurman
Westendorp (cav) (apr/mei); B.P.A. van den
M.P. Pfaff
(gn), M. Six (gn), R. Slof (inf ), S.M. van de Sluis
Boogaard (log gnk), J.J.J. van Greunsven (vbdd),
(log ma), S. Smid (inf ), B.F. Snellink (inf ), C.A.
M.M.C.A. Kuijpers (gn) (mrt/apr)
Soto Alvarez (log b&t), R.S. Stapert (inf ), A.J. Stolk
Burgerpersoneel dienst verlaten
Schaal 8 P.J.A.G. Dekker
(inf ), W. Tiekstra (inf ), A.F. Timmerman (log td),
Korporaal der eerste klasse
A. Tuinman (gn), H. van der Veen (log gnk), J. van
A.A. Bakker (log b&t), J. Berghuis (log td),
Schaal 7
der Veen (art), A. Veldman (log b&t), R. Verbaten
H. Boersma (log gnk), L. Boonstra (log gnk),
J.A.M. Duijvekam, A.A.H.M.J. Janssen , J.L.
(gn), B.J.F. Verdegen (inf ), R.C. Verheijen (cav), R.
C.C. Broere (log b&t), R.J. Eliveld (log td),
Rijsdijk, E.M. van Rooij, J.P. Spiering
Verrips (log b&t), J. Volkers (art), S.L. Vrieling (gn),
C.L. d'Hollosy (inf ), S.C.A. Hooiveld (log
W.H. de Vries (gn), S. van Weelden (inf ), G. van
b&t), I.A.M. Huiberts (vbdd), F. Jahic (inf ),
Schaal 6
Wegberg (cav), K. Wildeboer (inf ), E. Zijlstra (art),
P.J. Kieftenbeld (log b&t), S. Neuteboom (log
A.E. Bais, N. van den Berg Jeths, H.J. Korzelius,
D.P.M.J.W. van Zundert (log b&t), D.N. van der
b&t), S.L.G.J. Meulman (log td), K. Middelbos
J. van Kuijl F. van der Loos, J.H.A.W. Toussaint
Zwan (log td), J.J. Zwiggelaar (log td)
(art), M. Moes (log b&t), R.M.J.E. Müller (cav),
Landmacht | 29
Landmacht | Photoshoot
We waren het na zoveel zomerse lentedagen alweer bijna vergeten, maar de afgelopen winter bood eenheden voldoende kans om een oefening of training van een extra ijzige uitdaging te voorzien. Neem de tweedaagse training van de luchtmobielers van 13 Infanteriebataljon, waarin zij eind 2010 hun
Oproep | Photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar:
[email protected] Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool!
30 | Landmacht
vaardigheden in en onder helikopters op peil hielden. Lekker, met al die sneeuw, ijs en kou. Luitenant Elwyn Latul, waarnemend functionaris Heli-ops bij het luchtmobiele bataljon, maakte er een foto van en stuurde die op. ‘Het was ijzig koud, maar het leverde wel mooie foto’s op’, aldus de luit.
Landmacht | Redactieraad Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kun je terecht bij de leden van de redactieraad: OTCLog: Staf OOCL: ISK Harskamp: KCT: Korps Natres: OTCMan: OTCOpn: OOCL: Staf OTCO: DP&O: 1 (GE/NL) Corps:
smi Erik Vriens maj Tjeerd Dijkstra aooi Paul Fontein kap Sven de Bruijn elnt (r) Fred Warmer maj Henri Kuijpers kap Corné van den Berg aoo (R) Roel van Essen Daniëlle Broer-Warnar kap Anne-Marie Berndsen lkol Ronald Weemering
*06 500 19166 *06 573 71426 *06 538 54212 *06 589 58021 *06 573 73107 *06 500 63025 *06 500 63086 *06 573 71708 *06 560 81807 *06 560 81169 *06 801 2091
Is jouw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat je graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:
[email protected]
Landmacht | Personeelsberichten In memoriam Adjudant D. Jager, werkzaam bij CIS battalion 1(GE/NL) Corps Sergeant-majoor H.G.W. Schepers,
zoekt nabestaanden van de slachtoffers. Alle
(niet-actief dienenden)
documentatie is terug te vinden op de website
Bijzonderheden: pendeldienst station - KMS.
www.gedenkteken-tarakan.nl.
Parkeerplaats buiten KMS aanwezig. Geen legering mogelijk. Deelnemerplafond 2500 personen. Drank
werkzaam bij de Militaire Muziek Koninklijke
SFIR-reünie VVRTT
en voeding op eigen kosten
Datum: vrijdag 17 juni 2011
Info: Maud Verheijen 0495-462602 (kantooruren),
Soldaat der eerste klasse J.J.P. Smeets,
Locatie: Oranjekazerne, Schaarsbergen
http://intranet.mindef.nl/kl/KMS/index.aspx.
werkzaam bij 412 Pantsergeniecompagnie
Bijzonderheden: de reünie is bedoeld voor
Aanmelden: vóór 1 augustus 2011 o.v.v. KMS 60 en
iedere TD’er die uitgezonden is geweest voor
voornaam, achternaam, KMS-lichting en e-mailadres
SFIR. De reünie is ook bedoeld voor diegenen die
bij mevr. Maud Verheijen via: MW.Verheijen.
ingedeeld waren bij een andere eenheid.
[email protected]. Indien niet in bezit van
Aanmelden:
[email protected], of
internet: 0495-462602.
Landmacht
Reünies
schriftelijk naar het postadres van de VVRTT
Nabestaanden gezocht Tarakan 1942
(zie www.veteranen-technischedienst-rtt.nl).
Reünie KEK-gebouw Spoorkazerne
Op 19 januari 1942 werden door de Japanse marine
Vermeld lichting en met/zonder partner.
Datum: zaterdag 10 september 2011 Locatie: KEK-gebouw Spoorkazerne, Ermelo
215 man van de kustbatterij op Zuidwest-Tarakan vermoord als wraak voor het vernietigen van twee
Reünie KMS 1951-2011
Bijzonderheden: welkom zijn alle medewerkers en
Japanse mijnenvegers. Zij werden vermoord vanaf
Datum: donderdag 1 september 2011
oud-medewerkers die vanaf de opening van het KEK-
het dek van een oorlogsschip op de plaats waar
Locatie: Koninklijke Militaire School, Weert
gebouw (1994) tot heden geplaatst zijn geweest als
de mijnenvegers tot zinken waren gebracht en
Tijdstip: 10.30 – 18.00 uur
commandant MPV/Voka, keuken- kantinepersoneel
hebben daardoor een zeemansgraf gekregen. Op
Wie: Allen die de KMS-opleiding sinds 1951 deels/
en administratie- en magazijnpersoneel
initiatief van Wieteke van Dort is een Commissie
geheel hebben gevolgd of verbonden zijn/waren
Aanmelden: Aoo bd Louis Broersma, 06-51341765,
Monument Tarakan opgericht. De commissie
aan de KMS. Tenue: gvt (actief dienenden) / civiel
[email protected].
Landmacht | Korte berichten Applicatie ‘Melden voorval’; leren en verbeteren! Het onderwerp 'Melden voorvallen' is door C-LAS gekozen als veiligheidsthema voor 2011. Doel van dit thema is het vergroten van het veiligheidsbewustzijn. Naast ongevallen is het de bedoeling ook incidenten en onveilige situaties te melden. Zo kan in de toekomst op bepaalde onveilige situaties beter ingespeeld worden. Belangrijk met het oog op het voorkomen van ongevallen is het melden van incidenten en onveilige situaties, de 'bijna-ongevallen'. Hier is sprake van als 'er iets mis is gegaan, maar dit (net) niet heeft geleid tot letsel of schade (incident) of een situatie die, wanneer er geen actie wordt ondernomen, zou kunnen leiden tot een incident of ongeval’. Iedereen herkent een situatie 'dat ging maar net goed', terwijl we bedoelen dat het eigenlijk niet goed ging maar de
gevolgen meevielen. Door dit soort voorvallen te melden, kunnen onveilige of gevaarlijke situaties mogelijk tijdig worden onderkend. Het is voor iedereen met een Mulan-account mogelijk ongevallen, incidenten, onveilige situaties en andere voorvallen te melden via de Peoplesoft-applicatie 'Melden voorval'. Deze applicatie is te vinden op intranet via 'P&O Selfservice'. De melding wordt digitaal ingevoerd en wordt verspreid door één druk op de knop. Zodra de commandant (die als Bevoegd Gezag is aangemerkt) een melding indient, krijgen bepaalde functionarissen de melding via een automatisch e-mailbericht binnen. Doordat de melding nu digitaal verloopt, zijn bijvoorbeeld arbofunctionarissen snel op de hoogte van arbogerelateerde meldingen en kan geconcludeerd worden waar het misging. De medewerkers en het Bevoegd Gezag worden gestimuleerd de melding dan ook zo volledig mogelijk in te vullen. Een ander voordeel is de mogelijkheid een ingediende melding door middel van een vervolgmelding aan te vullen met later bekend geworden gegevens over het voorval of over mogelijk letsel of schade.
Landmacht | 31
Landmacht | Waargenomen Een volle bak dampende pasta carbonara voor de militairen van de D-compagnie van 13 Infanteriebataljon. De ‘stoters’ krijgen stevige kost voorgeschoteld tijdens de helikopter-oefening TacBlaze in het Engelse Carlisle. Vers bereid in hun eigen mobiele veldkeuken (MVK). Een steeds zeldzamer beeld, want de Mobiele Satelliet Keukens met hun magnetronmaaltijden zijn Defensie-breed bezig met een opmars. Tijdens TacBlaze staan vier militaire koks van 11 Bevoorradingscompagnie aan het fornuis om voor hun infanteristen een lekker en machtig maaltje te bereiken. Per dag kan de veldkeuken tot 250 monden voorzien van een warme maaltijd. En omdat het overvloedig regent, vindt de ambachtelijk gemaakte warme hap gretig aftrek bij de luchtmobiele militairen. Bovendien is het zeker niet alleen pasta wat de pot schaft. In samenspraak met de ‘groene’ tak van Paresto op het MOB-complex Bathmen zorgen de koks voor de nodige variatie in de oefenmenu’s. Met ‘blauwe hap’, ovenschotels en eigengemaakte desserts houden de veldkeukens het moreel van de oefenende militairen hoog. Foto: Sgt. Eva Klijn, AVDD
32 | Landmacht