Landmacht
Werving: ‘Every soldier a recruiter’ Driesterrengeneraal als tweede verkenner Kleedpunt Utrecht verhuisd naar Soesterberg
Grenadiers in Gabon: ‘Met je kapmes een weg door de jungle banen’ achtste jaargang nummer 1, januari 2010 1
Redactie: Hoofdredacteur: kol Gerard Koot Eindredacteur: kap Corné Dalebout Redacteuren: elnt Anne-Marie Berndsen elnt Roel van de Wiel
Landmacht nummer 1 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
‘De wereld op zijn kop, maar in Uruzgan kan alles’
Vormgeving: Grafisch Bedrijf / AVDD, Frederikkazerne Den Haag
Druk: OBT bv Den Haag, ISSN: 1572-1248
Oplage: Oplage 53.000 stuks
8
Afghanistan-ervaringen gebundeld in boek
Fotografie in dit nummer: AVDD, Frank van Biemen, Erik Kriek (Boek Task Force Uruzgan), kpl-1 Joshua Laisina, kap Peter Jacobs, sm Liepke Plancken, kpl-1 Zadrach Salampessy, Leo van Westerhoven, kpl-1 Michiel Kruger (nr. 12, 2009)
Inhouds opgave
‘Met je kapmes een weg door de jungle banen, heerlijk’
Met dank aan: 104 Verkesk, Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
Redactieadres: Redactie Landmacht MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46039 KPN: 030-2146039
Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u mailen naar:
[email protected]
Adreswijzigingen: • Als in de code op uw adresstrook onder meer uw militaire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijziging aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpagina P&O-selfservice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet geautoriseerd om adressen te wijzigen. • Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun adreswijziging door te geven, kunnen het formulier ‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij noodgevallen’ downloaden op de www.landmacht.nl/reservist. Het formulier vervolgens opsturen naar: DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede. • Postactieven en veteranen kunnen bellen naar: 070-3397575, of een e-mail sturen naar:
[email protected]. • Betalende abonnees dienen contact op te nemen met Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per minuut) of via de website www.aboland.nl voor abonneren, adreswijzigingen en overige vragen.
Foto voorpagina:
15 Hoogste groepsonderscheiding voor
10
pionierswerk KCT
Grenadiers op oefening in Gabon
16 Kleedpunt Utrecht verhuisd naar Kamp Soesterberg
‘Every soldier a recruiter’
21 White Compound in Chora heropend
18
‘Afghanistan is laboratorium voor de toekomst’
Rubrieken 28
6 Gezien 22 Eenheid in beeld Personeelsmutaties 29 Reünies 30 Photoshoot 32 Waargenomen
Nieuwe manier van werven
24
Interview kolonel Martin Wijnen, voormalig hoofd plannen RC-S
Kpl-1 Tom van der Vlugt van 11 Luchtmobiele Brigade in de verbindingen tijdens de oefening M’bira in Gabon. Foto: kpl-1 Zadrach Salampessy (11 Luchtmobiele Brigade) landmacht is een uitgave van het commando landstrijdkrachten, sectie communicatie staf clas. reacties of ingezonden brieven worden zeer gewaardeerd. de redactie is vrij in haar keuze van het plaatsen van
- al dan niet ingekorte - ingezonden stukken. overname van (gedeelten van) artikelen uit de
landmacht is, na toestemming van de redactie, toegestaan.
landmacht februari 2009
3
Bevoorradings- en Transportbataljons ook op SAP / SPEER 100 en 200 Bevoorradings- en Transportbataljon en hun herstelpelotons zijn de volgende eenheden die deelnemen aan het invoeringstraject van SAP binnen het logistieke domein. De start van het invoeringstraject is medio februari. SAP is een informatievoorzieningssysteem dat tientallen verouderde systemen binnen de krijgsmacht gaat vervangen. De invoering van SAP binnen het herstelpeloton (onderdeel van 310 Herstelcompagnie) en zijn twee grote ‘klanteenheden’ maakt deel uit van het grootschalige project SPEER (Strategic Process of ERP Enabled Reengineering) dat is gericht op de vernieuwing van de besturing, bedrijfsvoering en informatievoorziening binnen de gehele krijgsmacht. Elke eenheid waar SAP wordt ingevoerd, krijgt te maken met een invoeringstraject. Daarin testen de gebruikers het nieuwe systeem, nadat ze uitgebreid zijn opgeleid. De invoering van SAP is belangrijk voor het CLAS en andere operationele commando’s, omdat dit systeem vooral is bedoeld voor de ondersteuning van het joint operationeel optreden. Daarnaast zal SAP alle verouderde logistieke systemen binnen de krijgsmacht gaan vervangen, en dus veel beheerskosten moeten gaan besparen. Bij de komende veranderingen in onderhoud, materieelbeheer en distributie gaat het vooralsnog om de (locatiegebonden) vredesbedrijfsvoering. De operationele bedrijfsvoering volgt later. Aangezien 200 Bevoorradings- en Transportbataljon is aangewezen als ‘hofleverancier’ voor de komende redeployment TFU, is 100 Bevoorradings- en Transportbataljon verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde capaciteit en kennis aan het project.
Stemmen in het buitenland Defensiepersoneel dat in het buitenland is geplaatst, inclusief personeel op uitzending, kan stemmen voor de gemeenteraadverkiezingen op 3 maart aanstaande. Dit geldt ook voor eventuele gezinsleden die in het buitenland verblijven. Het stemmen kan bij volmacht via een oproepingskaart of stempas, maar het kan ook via een door Defensie verstrekt L-8 formulier. Volmachtverlening via oproepingskaart of stempas Als de kiesgerechtigde (volmachtgever) en de te machtigen persoon (gevolmachtigde) voor hetzelfde stembureau een oproepingskaart hebben of in dezelfde gemeente over een stempas beschikken, is volmachtverlening mogelijk. Volmachtgever en gevolmachtigde moeten dan allebei deze kaart of pas ondertekenen. Doordat de kaart en pas vrij kort voor de verkiezingen worden toegestuurd, kan alleen personeel dat na ontvangst hiervan naar het buitenland vertrekt van deze mogelijkheid gebruik maken. Volmachtverlening via L-8 formulier Degenen die al in het buitenland verblijven, kunnen een schriftelijke aanvraag indienen om bij volmacht te stemmen via het L-8 formulier dat zowel de volmachtgever als de gevolmachtigde moeten ondertekenen. De aanvraag moet uiterlijk op 17 februari bij de gemeente zijn waar de volmachtgever staat ingeschreven. De gevolmachtigde ontvangt vervolgens een bewijs dat geldt als oproepingskaart of stempas.
Integriteitsorganisatie van start Vriendjespolitiek, corruptie, pesten, discriminatie; allemaal ongewenste zaken voor iedere organisatie of bedrijf en dus ook voor Defensie. Bij de onlangs opgerichte Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) zijn alle defensieinitiatieven en kennis op het gebied van integriteit nu gebundeld in één expertisecentrum voor advies, training, voorlichting, onderzoek en risicoanalyses omtrent integriteit. Wat is het belang van een integere organisatie? En hoe creëer je een organisatie waarin weinig integriteitsschendingen voorkomen? Moeilijke vragen waar geen eenduidig antwoord op te geven is. Het preventief voorkomen van schendingen en het vergroten van de bekendheid van de meldingsstructuur is al jaren een speerpunt voor Defensie. Voor meldingen of een vertrouwelijk gesprek kon je aankloppen bij een vertrouwenspersoon, voor advies of onderzoek was er de Functionaris Integriteitzorg. Ook in de nieuwe situatie is dit nog steeds het geval. Alleen zullen verschillende initiatieven op het gebied van integriteit nu gecoördineerd worden door één centrale organisatie, die ook dienst doet als expertisecentrum. Bij dit dienstencentrum kan men terecht voor advies, training, voorlichting, onderzoek en risicoanalyses over integriteit. Binnen Defensie maken we onderscheid tussen zakelijke en sociale integriteit. Bij zakelijke integriteit wordt het moreel onjuiste gedrag van medewerkers ten opzichte van de organisatie aan de kaak gesteld. Denk hierbij aan fraude, corruptie, belangenverstrengeling, vriendjespolitiek, oneigenlijk gebruik van bevoegdheden en handelen of nalaten wat het imago van Defensie kan schaden. Sociale integriteit is meer gericht op het signaleren en voorkomen van ongewenst gedrag als pesten, discriminatie, agressie, (seksuele) intimidatie en extremisme. Hoewel beide begrippen binnen Defensie worden gehanteerd, zal de COID streven naar een integrale benadering. Voor vragen en adviezen over integriteit in de meest brede zin en vragen over de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) is de COID in ieder geval een aanspreekpunt.
Intranetpagina over medezeggenschap ‘live’ Op intranet is op de startpagina van het Commando Landstrijdkrachten de link naar Medezeggenschap CLAS live gegaan. Tijdens een overleg met de Defensie Medezeggenschapscommissie (DMC) opende de plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten, generaal-majoor Marcel van den Broek, de link voor het eerst. Via de pagina Medezeggenschap CLAS kunnen ook de pagina’s van de DMC geopend worden. Het doel van deze website is werknemers van het CLAS en bezoekers te informeren over medezeggenschap bij het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Tevens biedt de site ondersteuning voor geïnteresseerden en betrokkenen bij medezeggenschap binnen het CLAS. Hiermee is een belangrijke stap in informatievoorziening rond medezeggenschap naar alle CLAS- medewerkers gezet. Meer informatie over medezeggenschap, is te vinden op de KL-homepage op intranet, onder de tabbladen ‘service’ en ‘personeel’.
Neem voor meer informatie contact op met het Dienstencentrum Human Resources (DC-HR), telefoon: *06-733-3 of 0800-22 55 733. landmacht februari 2009
5
Driesterrengeneraal als tweede verkenner ‘Ik ben jaloers op de trainingsfaciliteiten voor de militairen van tegenwoordig’, zo liet luitenant-generaal Rob Bertholee soldaat der eerste klasse Frank Willemink weten tijdens een bezoek aan het oefendorp Marnerwaard. Willemink counterde dat hij best een dag met de Commandant Landstrijdkrachten wilde ruilen. Beide mannen hielden woord. Vrijdag 8 januari liepen de generaal en de soldaat mee op elkaars werkplek. Generaal Bertholee moest ’s ochtends aan de bak bij het verkenningspeloton van 42 Bataljon Limburgse Jagers in Oirschot. Als tweede verkenner liep hij mee met een voetpatrouille door de sneeuw, waarbij het peloton op tegenstand stuitte en ‘tunnelend’ achterwaarts moest (hoofdfoto). Daarop volgde een oefening Optreden Verstedelijkt Gebied
(OVG) en een verplaatsing over de hei in een Fennek. Soldaat-1 Willemink: ‘Het is mooi te laten zien waar wij dagelijks mee bezig zijn.’ Ook Bertholee was enthousiast: ‘Het is goed om je als generaal een dagje bij een eenheid te voegen, om de sfeer te proeven en mee te maken wat zij iedere dag meemaken.’ Na de lunch kroop Willemink in de huid van Commandant Landstrijdkrachten en woonde in Utrecht een bijeenkomst bij van de persoonlijke staf van de C-LAS én een vergadering met vier generaals over operationele aangelegenheden (zie inzet). ‘Dit maak je als soldaat niet snel mee. Bij de ingewikkelde onderwerpen kreeg ik toelichting van de generaals zodat ik het gesprek kon blijven volgen. Erg interessant.’
Foto: kpl-1 Joshua Laisina. landmacht februari 2009
7
A f g h a n i s ta n - e r va r i n g e n
gebundeld in boek
‘De wereld op zijn kop, maar in Uruzgan kan alles’ Het lijkt zo makkelijk; je emoties op papier zetten. Maar probeer het maar eens. Onder begeleiding van schrijver Arnon Grunberg en Volkskrant-redacteur Noël van Bemmel, schreven naar Afghanistan uitgezonden collega’s hun ervaringen op. Tijdens literaire trainingskampen kregen zij tips en schrijfadviezen. Het boek ‘Task Force Uruzgan’ bevat hun persoonlijke verhaal. Rauw,
Eerste-luitenant Dennis Havermans Organisatiedeskundige (reservist) Ik heb kinderen weer zien lachen, hen een vak laten leren door het maken van de schoolbankjes. Ik heb mensen hun zelfrespect zien terugkrijgen door een onderneming te starten met microkrediet. Ik heb lokale bankiers zien groeien door te leren meedenken met ondernemers. Ik heb de adviseurs van de gouverneur kunnen helpen aan een eenvoudige internetverbinding via de satelliet, zodat ze niet meer acht weken hoeven te wachten op post uit Kabul. Maar ik heb ook een bazaar helpen opbouwen, waardoor er zes doden en vier gewonden zijn gevallen (een zelfmoordaanslag, red.). Zijn dat de zogenaamde casualties of war die vallen in ruil voor een beter bestaan van een heel dorp? Kan ik met zo’n berekening de opbouw rechtvaardigen? Ik kom er niet uit. Ik besluit de verliezen te accepteren en neem me voor me te blijven inzetten voor deze mensen.
eerlijk, recht uit het hart. Een aantal fragmenten.
Majoor Haran Gorissen Commandant verkenners en trainer Afghaanse militairen in 2008 Ik kijk erdoorheen en waan me in een zwart/wittijdperk. Ik zie een van mijn Operational Mentoring & Liaison Teams (OMLT) – Nederlanders die met Afghaanse soldaten opereren om hen op te leiden en te trainen – samen met Afghaanse militairen en enkele Nederlandse militairen een klassieke ontplooide aanval uitvoeren op een quala; allemaal naast elkaar, op linie, in de aanval over een open weiland. De kogels slaan om hen heen in de keiharde grond. De aarde spat op. Mijn mannen rennen, vallen, staan op, rennen, vallen… Ongelooflijk wat ik zie. Er gaat een euforisch gevoel door mij heen. Het gevoel van mijn mannen, zo dapper, zo professioneel. Ik twijfel geen moment aan hun kunnen. Tegelijk bekruipt me het gevoel dat ik ze wel allemaal terug wil zien. Dat zal in ieder geval niet liggen aan hun vakmanschap en moed, bedenk ik. Louter pech en ongeluk zal… ‘k ben stiekem toch bezorgd. Mijn mannen!! Kapitein Justin Buitenhuis Commandant infanteriepeloton in 2007 ‘Hé luit, daar is die hond van je’, roept een van de tirailleurs. Hij wijst naar het dier dat twee waarschuwingsschoten van me kreeg. De hond staat nog steeds, met zijn staart tussen de benen, pootdiep in de sloot. Bibberend van angst kijkt hij ons aan, en ik voel voor het eerst tijdens deze missie medelijden. Gijs, net als ik een dierenvriend, herkent de blik in mijn ogen en probeert de hond op het droge te krijgen. Twee tot de tanden bewapenende tirailleurs, die zich druk maken om een arme hond. De wereld op zijn kop, maar in Uruzgan kan alles. landmacht februari 2009
Sergeant Gerben van Es Defensiefotograaf in 2006 ‘We rijden met gedimde lichten terug naar Wolverine. Ik maak me zorgen en tuur door het voorraam. Er zijn maar weinig begaanbare paden en het is nu echt pikkedonker. Ik merk dat het konvooi over hetzelfde zandweggetje terugrijdt. Na enkele minuten zie ik iets raars. In het schijnsel van de lampen doemt een klein heuveltje op. Niets bijzonders eigenlijk… of toch? Het lijkt alsof iemand haastig iets heeft ingegraven. Snel kijk ik naar de chauffeur, die niets lijkt te zien. STOP!, roep ik vanuit mijn tenen. De Hummer staat ongeveer twee meter voor een nieuwe bermbom. ‘Close one’, is het enige wat de laconieke chauffeur weet uit te brengen.’
Kapitein Jasper Gorissen Bedrijfsmaatschappelijk werker in 2007 Terwijl ik op Kaas afstapte, deed ik mijn uiterste best om de juiste woorden te vinden als openingszin voor een gesprek. Maar hoe ik ook mijn best deed om een goede zin te formuleren, ik kon geen geschikte woorden vinden. Wat zeg je tegen iemand die door het oog van de naald is gekropen? Welke geruststellende woorden zijn er te vinden voor iemand die een afgerukt lichaamsdeel in zijn handen heeft gehad? ‘Dit is fucked up, hè cap!’ begroette Kaas me met opgeheven armen. Er verscheen een cynische lach op zijn gezicht. Het was niet de meest poëtische beschrijving van de situatie, maar wel de enige accurate. ‘Zal ik je even helpen met leegruimen?’, was het enige wat ik over mijn lippen kreeg. ‘Als u dat zou willen, cap, dan graag. Wat een mafketel moet je zijn om jezelf op te blazen. Toch? Dit is toch gewoon fucked up, hè cap.’ ‘Dat is het zeker, Kaas, dat is het zeker.’
Eerste-luitenant Martine Hofstede Verpleegkundige veldhospitaal in 2006 Ik maak mijn hardloopschoenen vast en doe mijn camelbak om. Hoe lang ik ga lopen weet ik niet, maar dat ik moet hardlopen is duidelijk. Met een brok in mijn keel neem ik de eerste stappen. Het is in de middag in Uruzgan, dertig graden, het heetst van de dag. Maar dat kan me niet schelen. Ik zit vol emoties. Mijn hoofd moet leeg en terwijl ik de eerste kilometers ren, voel ik dat het zwaar gaat. Ik heb mijn ademhaling nog niet onder controle. De warmte maakt het er niet makkelijker op. Tien minuten geleden stond ik nog op de intensive care van Kamp Holland met airco en nu ren ik in de hitte van de woestijn.
Luitenant-kolonel Gijs Scholtens Jurist (reservist) Soms doe je, achteraf gezien, rare dingen na een uitzending. De eerste keer thuiskomend moest ik er niet aan denken mijn bed weer op te maken, met lakens en een donzen dekbed. Ik schudde mijn plunjebaal leeg en kroop die nacht, gewoontegetrouw, in mijn slaapzak. De grootste cultuurshock is ook niet de overgang van Nederland naar Afghanistan, daar was je op voorbereid, maar die bij terugkeer. ’s Ochtends stond ik nog met volle bepakking, met helm en scherfvest op het militaire vliegveld in Kabul, en koud twaalf uur later sta ik in mijn voortuin in Rotterdam. Toen kon ik opeens, voor het eerst na drie maanden, weer gewoon op straat lopen zonder helm, scherfvest, pistool en militaire beveiligers. Dat was een vreemde gewaarwording; een gevoel van luxe, in plaats van de vanzelfsprekendheid van vroeger.
Kapitein Larry Hamers Compagniescommandant 13 Infanteriebataljon in 2007 ‘Kapitein, bent u wel eens bang?’ vraagt Richard, een jonge korporaal die koffie zet op het trappetje van de White Compound in Chora. Het is half twee ’s nachts. Met uitzondering van de wachtposten op het dak zijn wij de enige nachtbrakers op de patrouillebasis. Ik heb net mijn dagelijkse verslag verzonden naar Kamp Holland. Dat staat weer vol avonturen en dreigingen. Ben ik bang? Die vraag had ik liever niet gekregen. Ik kijk de blonde mortirist uit Friesland aan en besluit een vaag antwoord te geven. Om niet te veel onrust te creëren bij de rakkers. ‘Ik ben bezorgd, jongen. Heel bezorgd.’ Rondom de mortierstukken liggen twee collega’s bloedend op de grond. Jos ligt gestrekt op zijn rug naast het mortier. Onherkenbaar. Mijn wereld staat stil. Ondanks de hectiek om me heen hoor ik even helemaal niets meer. In gedachten wil ik het uitschreeuwen. Nee, nee, nee!! Op mijn knieën gezeten pak ik heel even zijn hand. En neem afscheid. ‘Dag Jos’, zeg ik zacht. Ik druk mijn verdriet weg en loop naar een gewonde. Hij bloedt en wordt door de rakkers al verzorgd. ‘Is Jos dood?’, vraagt hij me. Weer zo’n vraag uit de categorie liever niet. ‘Ja jongen, Jos is dood.’
9
Grenadiers oefenen in Gabon
‘Met je kapmes een weg door de jungle banen, heerlijk’ Terwijl Nederland gebukt ging onder vrieskou, grepen grenadiers van 11 Luchtmobiele Brigade in de jungle van het Afrikaanse Gabon naar zonnebrand en klamboes. Samen met het 6e Bataillon d’Infanterie de Marine van het Franse leger en de Gabonese strijdkrachten deden de rode baretten mee aan de oefening M’Bira 2009.
Pelotonscommandant Roel van Esch van 11 Luchtmobiel is gereed voor de oefening met Franse en Gabonese troepen in Afrika.
landmacht februari 2009
11
Overal inzetbaar zijn, betekent ook overal oefenen. Alleen op die manier ben je het beste voorbereid op je taken in verschillende omstandigheden en klimaten. Dus naast Europese bossen, Noorse sneeuw en Afghaanse woestijn, maken de luchtmobiele infanteristen van de A-compagnie ook kennis met Afrikaanse jungle. Het klimaat van Gabon, gelegen op de evenaar, kenmerkt zich door een stabiele temperatuur van dertig graden en een luchtvochtigheid van 80 tot 99 procent. Op z’n Hollands gezegd: vies warm weer. Maar, alles went. Ook voor de grenadiers van de A-compagnie die met tweeëneenhalve week jungletraining niet beter weten dan dat een gevechtspak klam is. Het acclimatiseren aan deze omstandigheden gaat in rap tempo. Na een dagje op Camp Charles de Gaulle, bij hoofdstad Libreville, stijgen de militairen met hun uitrusting al de Franse drietonners in. Die brengen hen richting oerwoud, waar de eerste drie dagen kennismaking met het loodzware terrein op het programma staat. Franse collega’s van de ‘Troupes de Marine’ geven les in het oriënteren door de jungle, het zetten van vallen en de lokale vegetatie. Grenadiers die goed Frans spreken, vertalen de les voor hun collega’s. Kapitein Ron Plender, commandant van de A-compagnie, geniet van de eerste dagen in het bos: ‘De lessen zijn duidelijk en worden afgewisseld met praktijkopdrachten. Die opbouw draagt prima bij aan onze acclimatisatie.’ Ook bij de manschappen vallen de lessen in goede aarde. Voor de meesten is het een eerste kennismaking met dit
type terrein. Korporaal-1 Peter Keulen kan zijn energie vooral kwijt tijdens de les oriënteren: ‘De praktijkopdracht was opgezet als wedstrijd. Het team dat bij de oriëntatietocht als eerste alle punten had, won. Met je kapmes een weg door de jungle banen, heerlijk.’ Ook de zogeheten ‘pièges’, ofwel valstrikken, worden met belangstelling gevolgd door de cursisten. Bij wijze van geintje hebben de Fransen onder de vijftig kilo zware olifantenval een gecamoufleerde kuil met water gevuld. De golf water die het afzetten van de val veroorzaakt, vormt dan ook een welkome afwisseling voor het zweet, waarmee de gevechtstenues zijn doordrenkt. Staalkabel Het toetje van de drie dagen vindt plaats aan de rand van het oefengebied, waar de jungle abrupt overgaat in een hagelwit “bounty”strand. Met uitzicht over de oceaan wachten de grenadiers om met het Franse geweer, de FAMAS, een uitzonderlijke schietbaan te nemen. Ook voor korporaal-1 Keulen een onvergetelijke ervaring: ‘Je staat in de zee met het water tot boven je middel en loopt zo van het strand de dichte jungle in, waar doelaanbod en contactdrills volgen. Schitterend om te doen.’ Na dit hoogtepunt staan de Franse commando’s Rick en Gordon al te wachten bij het volgende onderdeel. In looppas volgen de luchtmobielers hen de jungle in, waar een uitdagende survivalbaan wacht. Containers, horizontale ladders en vooral veel staalkabels leiden enkele kilometers het oerwoud in. Korporaal Niels Moree, Schutter Lange Afstand (SLA), vermaakt zich goed: ‘Voor mij is dit het
hoogtepunt van de eerste week. De baan is niet zozeer zwaar, maar wel erg afwisselend.’ Zeker leuk is de laatste hindernis. Toeschouwers vermaken zich met de enkele militair die het einde net niet haalt en zichzelf zo op een modderbad trakteert. Amfibische aanval Na het weekend, waarbij het Nederlandse team de eerste prijs van een voetbaltoernooi voor de Franse en Gabonese neuzen wegkaapt, maken de grenadiers zich op voor de actie van de laatste week. Een unicum voor de rode baretten:
‘Bijzonder om als luchtmobiele infanterist vanaf een schip in actie te komen’ een amfibische landing. Doel: het neutraliseren van een criminele organisatie met een coalitie van Franse, Gabonese en Nederlandse eenheden. De gehele eenheid wordt hiervoor ingescheept op het Franse landingsschip Sirocco. Na een nacht varen, die volgens de militairen “leuk om mee te maken, maar veel te krap voor een luchtmobieler” is, volgt de aanval op een oord. Met helikopters en landingsbootjes wordt eerst een bruggenhoofd gecreëerd op het strand. De mannen van luchtmobiel nemen het voortouw en beginnen al aan de opmars naar het dorp wanneer de volgende Frans/Gabonese aanvalsgolf op het strand neerstrijkt. Oefenleiding Het oefendorp ligt op een heuvel midden in het woud. Het is omgeven door een open terrein met hoog gras en
Genisten knappen hospitaal Gabon op
wordt doorsneden door een vallei. De temperatuur in dit stukje Gabon is moordend zonder schaduw en de altijd hoge luchtvochtigheid. In het dorp zelf wachten de nodige verrassingen: vrijwel elke deur blijkt geboobytrapped. Dit is niet de enige uitdaging waar de rode baretten tegenaan lopen. Er is geen Mobile Combat Training Centre aanwezig bij de oefening. In plaats daarvan lopen scheidsrechters rond. Maar die letten niet altijd even scherp op, stelt korporaal-1 Bas Gobee vast. ‘We schakelden de ene na de andere tegenstander uit. Maar als ze gewoon door blijven vechten, schiet het niet echt op natuurlijk.’ Na een nacht op het vermeesterde doel volgt een aanval op een laatste bastion van de rebellen. Een gecombineerde aanval met gevechtshelikopters, infanterie en tanks moet de laatste rebellen overrompelen. Hierna verplaatsen de troepen zich per helikopter terug naar de Sirocco, het schip waar de oefening van start ging. Korporaal-1 Keulen heeft genoten, maar plaatst ook een kanttekening: ‘Ik vond de acties mooi en erg uitdagend door de hitte en het prachtige terrein. Soms ging er wat mis in de coördinatie tussen de verschillende nationaliteiten. Hierdoor spraken eenheden elkaar soms tegen en ontstond wat vertraging in het gevecht. Wel erg bijzonder om als infanterist vanaf een schip als dit in actie te komen.’ Zadel De samenwerking met de Gabonezen en Fransen verloopt vanwege de taalbarrière en de verschillende manieren van
‘Ik merk dat ze onder de indruk zijn van ons optreden en materieel’
Genisten van 11 Geniecompagnie van de Luchtmobiele Brigade hebben tijdens de oefening M’Bira 2009 in Gabon opknapwerkzaamheden verricht in het kader van CIMIC (Civil Military Cooperation, civiel-militaire samenwerking). In de leprozenwijk is een nieuwe waterleiding aangelegd met een aantal wasbakken en kranen. Een diep uitgesleten straat is met grind opgehoogd en verstevigd en een gemeenschapsgebouw is door de genisten versterkt. De genisten voerden de opknapbeurt uit samen met Gabonese militairen. Sergeant-1 Rob Kerkhoff, groepscommandant van de geniecompagnie: ‘De weg die we verstevigd hebben was eerst een geul van een meter diep met kraters erin. Door de hevige regenval sleet het steeds verder uit. Wat we doen zijn hele kleine, basale dingen, maar ze zijn er hier zielsgelukkig mee.’ Het contact met de bewoners van Lambaréné was hartelijk, ondanks de taalbarrière. Enkele genisten spreken een beetje Frans en er kon ook een beroep worden gedaan op een tolk. Een andere CIMICklus werd uitgevoerd in het dorpje Kango, halverwege Libreville en Lambaréné. Daar waren ook collega’s van de Franse en Gabonese strijdkrachten bij betrokken. De Gabonese militairen in Kango lopen trots met een Nederlands genie-embleem op de borst. In Kango is een medische post opgeknapt en van ‘nieuw’ materieel voorzien. De verschillende CIMIC-projecten zijn geopend door de Franse brigadegeneraal Commins, commandant van de Force Française au Gabon, en de Nederlandse commodore Bart Hoitink van de Bestuurstaf.
Sergeant-1 Kerkhoff geeft uitleg aan overste Timmermans, commandant 11 Infbat, en brigadeadjudant Peters over de door genisten nieuw aangelegde natte groep in het dorpje
landmacht februari 2009
Lambaréné.
Grenadiers tijdens een aanval op een oefendorp nabij Libreville, de hoofdstad van Gabon. 13
leiding geven niet helemaal vlekkeloos. Slechts een paar Nederlanders zijn het Frans machtig en de kennis van de Engelse taal is bij veel Fransen afwezig. Ook de bevelvoeringprocedures zijn verschillend; Nederlanders zijn erg gewend aan hun Eerste en Tweede Commandantenterugkoppeling en bereiden een uitgebreid plan voor. De Fransen geven een opdracht en sturen daarna bij “vanuit het zadel”. Dat geeft meer flexibiliteit maar garandeert niet altijd succes. Tijdens de oefening maken twee Nederlandse kapiteins tijdelijk deel uit van de Franse bataljonsstaf. Kapitein Barry Visscher: ‘Tijdens het OBP-proces krijgt elke sectie spreektijd. Net als bij ons. Maar bij de Fransen zijn slechts enkele functionarissen ‘spreekgerechtigd’. Dat is voor ons wennen omdat bij onze staven iedereen zijn mening geeft. De schriftelijke stukken kunnen wij redelijk volgen, maar zodra een gesprek een discussie wordt is het voor ons ondoenlijk om het bij te benen.’
een schietdag voor de Franse gastheren. Zo’n vijftig Franse collega’s offerden hun vrije zaterdag hier graag voor op. De groep Schutters Lange Afstand begint met een demonstratie “vuur en beweging” met scherpe munitie. Om het geheel een nog realistischer tintje te geven krijgt een oefengewonde onder het oog van de geïmponeerde Fransen infuus en naso-tube. Het daadwerkelijk inbrengen van de naald, maakt veel indruk bij de Fransen. Daarna volgt een les in Nederlandse wapensystemen en mag er geschoten worden met “onze” C7, C8, Minimi, MAG en Glock. Je hoeft geen Frans te spreken om het enthousiasme en de waardering van de Franse Para’s af te lezen, nadat zij de wapens weer op de schietpunten neerleggen. Schutter Lange Afstand Gobee kijkt tevreden terug: ‘Ik merk dat ze onder de indruk zijn van ons optreden en ons materieel. Ook de demo kwam goed over. Dit is zeker een geslaagde dag. Een mooie afsluiting voor een geslaagde oefening.’
Tevreden Als dank voor alle bijzondere ervaringen organiseren de grenadiers aan het eind van oefening M’Bira in Gabon
Hoogste groepsonderscheiding voor pionierswerk KCT ‘Een uitstekende prestatie. Individueel, maar vooral ook als team.’ Zo werd het optreden van 108 Commandotroepencompagnie van het Korps Commandotroepen (KCT) in Uruzgan in 2006 beoordeeld. De compagnie ontving in december het Bronzen Schild uit handen van de Commandant Landstrijdkrachten.
C’est l’Afrique M’Bira 2009, wat zoveel betekent als ‘spirituele xylofoon 2009’, is de eerste “stepping stone” voor een serie oefeningen in Afrika die moeten leiden tot Joint African Lion (JAL) in 2013. JAL wordt een grootschalige oefening op het Afrikaanse continent. De beste manier om Afrika te leren kennen is via de Fransen. Frankrijk trad jarenlang op als kolonisator in Afrika. Vanuit dat verleden beschikken de Fransen nog steeds over enkele permanente bases op het continent. In Djibouti, Gabon en Senegal en op het eiland Réunion, ten noorden van Madagascar. Met onderdelen van het Vreemdelingenlandmacht februari 2009
legioen en de Infanterie de Marine kan Frankrijk in zeer korte tijd op tweederde deel van het Afrikaanse continent militair optreden. De reden om deze bases in stand te houden is regionale veiligheid. Daarnaast draagt Frankrijk bij aan enkele missies in Afrika; de vredesmacht in Tsjaad en in Ivoorkust. In de Centraal Afrikaanse Republiek is een eenheid van driehonderd personen belast met de herstructurering van de defensieorganisatie in dat land (security sector reform, ssr).
Op hun thuisbasis in Roosendaal ontving 108 Commandotroepencompagnie de hoogst mogelijke groepsonderscheiding vanwege ‘uitzonderlijk en lovend optreden’ in de Afghaanse provincie tijdens de Deployment Taskforce (DTF) in 2006. De gedecoreerde compagnie ging als eerste Nederlandse eenheid Uruzgan in. Als 1 (NLD) Special Forces Task Unit (SFTU) hadden zij de taak om de situatie in het Nederlandse deel van de provincie zo compleet mogelijk in beeld te brengen. De commando’s voerden zesendertig operaties uit in Uruzgan, altijd vrijwel volledig zelfstandig. Zodoende plaveiden zij de weg voor alle ISAF-eenheden die na hen in Uruzgan gestationeerd zijn geweest. Die operaties vonden plaats onder extreem moeilijke en vijandige omstandigheden. De compagnie had hierbij veelvuldig gevechtscontact met de toen nog sterk aanwezige Opposing Militant Forces. Tijdens de operaties werden het gebied en de vijandelijke activiteiten daarbinnen in kaart gebracht. Ook werden wapen- en munitieopslagplaatsen ontdekt en vernietigd.
Dit pionierswerk onder deze bijzondere en verzwarende omstandigheden is de belangrijkste reden voor deze groepsonderscheiding. Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Rob Bertholee, stelde in zijn toespraak: ‘Uw inzet legde de lat hoog en daarmee begon een ervaringsopbouw en verdere professionalisering die de landmacht bracht waar het nu staat: op hoog niveau.’ Kapitein Marco Kroon, in mei 2009 nog individueel onderscheiden met de Militaire Willems-Orde, stond nu tussen zijn mannen bij de uitreiking. ‘Ik heb altijd gezegd: “De sokkel waar ik toen op stond, moest eigenlijk groot genoeg zijn voor de hele eenheid”. Vandaag staan we hier zij aan zij, net als in 2006, om met zijn allen het schild in ontvangst te nemen. Dat voelt goed.’ Hoge uitzondering Het Bronzen Schild is de hoogste groepswaardering die de Commandant Landstrijdkrachten kan verlenen en wordt alleen bij hoge uitzondering uitgereikt. De onderscheiding werd pas zes keer eerder uitgereikt, de laatste keer in 1983 aan 44 Pantserinfanteriebataljon voor het bijzondere optreden in Libanon als onderdeel van UNIFIL.
Kleedpunt Utrecht
v e r h u i s d n aa r
Kamp Soesterberg
Nieuw Centraal Kleedpunt
De streepjescodes op de loopmaatbrief en op de KPU-producten zijn cruciaal voor het Ze vertellen de KPU-medewerker bijvoorbeeld hoeveel jassen een militair
logistieke systeem.
‘top of the bill’
Geprinte A4’tjes doen tijdelijk dienst als wegbewijzering, het gloednieuwe scansysteem kent nog kleine kinderziektes. Het zijn ongemakken van tijdelijke aard. Het nieuwe, in januari geopende Centraal Kleedpunt van het KPU-bedrijf op Kamp Soesterberg is operationeel en van alle moderne gemakken voorzien.
mee moet krijgen en bij het scannen van het product wordt de overdracht automatisch bevestigd.
Als door de uitgifte de voorraad jassen onder het vastgestelde aantal zakt, wordt
er automatisch een nieuwe bestelling voorbereid.
Ook het Depot Ceremoniële Tenues (DCT) is meeverhuisd naar Soesterberg. Het complete assortiment van tenues, inclusief wapens en alle toebehoren, is vanuit de oude locatie in Rijswijk overgebracht naar de eerste verdieping van het Kleedpunt. Holtslag: ‘Het DCT hoort bij het KPU, dus hoort het ook hier in Soesterberg. De diverse onderdelen hechten waarde aan hun historie en aan hun ceremoniële tenues.
Daar is vanuit het Wij vinden
hele land constant behoefte aan. het belangrijk dat het
De verhuizing van het KPU-bedrijf vanuit Utrecht naar een nieuw pand in Soesterberg is niet een kwestie geweest van ‘domweg een grote hal neerzetten’, aldus kolonel Marcus Holtslag, commandant KPUbedrijf. ‘De inrichting van het pand, de
Depot dus ook hier is
ondergebracht, centraal gelegen en onder
één dak met de rest van het KPU-bedrijf. Zo hebben we hier van de meest historische tot de modernste kleding bij elkaar op voorraad.’
automatiseringsslag en de omslag voor de
medewerkers zijn forse uitdagingen geweest.
De oplevering vond plaats in november 2009, we konden niet meer proefdraaien of
een schaduwversie van het nieuwe logistieke systeem mee laten draaien.
Toen we 4 januari “big bang” en was alles nog helemaal nieuw voor ons. We open gingen, was dat met een
doen er alles aan zo snel mogelijk zo soepel mogelijk te draaien. het
Zodra dat het geval is, is Centraal Kleedpunttop of the bill.’
Vooral het geautomatiseerde scansysteem is een noviteit voor het
Centraal Kleedpunt. Bezoekers melden
zich aan bij de voordeur, kunnen met een
3D-scan hun maten laten opnemen en
kunnen vervolgens met een loopmaatbrief langs de schappen.
De KPU-medewerker
reikt de producten uit, scant de
loopmaatbrief en houdt zo de afname, de status van de klant en de voorraad in
“bliep” up-to-date. ‘Erg gemakkelijk’, Holtslag. ‘Maar wel even wennen voor onze medewerkers, die een
weet kolonel
soms al tientallen jaren met pen en papier werken.
De leercurve is gelukkig ook bij
hen erg steil.’
landmacht februari 2009
Nieuw scansysteem in een nieuw pand of niet: het uitreiken van nieuwe tenues blijft Want je 3D-gescande broekmaat is toch net iets anders dan een pasmaat: hij moet ook lekker zitten. En dus wordt de klant van het Centraal Kleedpunt nog altijd gevraagd het nieuwe artikel te passen. En omdat het kledingwarenhuis van het KPU-bedrijf ruim honderd paxen per dag verwerkt, kan dat ook in het nieuwe pand nog weleens leiden tot een winkelwagenfile. mensenwerk.
17
niet meer aankunnen. Mensen die nu aangenomen worden, moeten we vertellen dat ze pas over een half jaar de opleiding in kunnen. Dat betekent helaas niet dat onderbezetting op de werkvloer nu in één keer overal opgelost is. Vullen kost tijd. Nieuwe collega’s moeten na selectie en keuring opgeleid en ingewerkt worden. En bepaalde categorieën, zoals technici, blijven lastig te vullen. Gezien het grote aanbod werven we nu specifieker op doelgroepen. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld hard op zoek naar tandartsen.’
Nieuwe manieren van werving
“Every soldier a recruiter” ‘De banenwinkel’ is niet meer. Daarvoor in de plaats zijn zestig Banen Informatie Centra geopend. De aanmeldingen voor werken bij de landmacht stromen binnen. Alles over het nieuwe werven. Drie vriendinnen lopen voorzichtig om de stand van de landmacht heen. Ze zijn met hun klas naar de studiebeurs in Zwolle gekomen; een jaarlijks evenement waar middelbare scholieren zich kunnen voorbereiden op hun toekomst. De landmacht is niet het eerste waar de meisjes aan denken. Toch zijn ze nieuwsgierig. Sergeant-1 Hans Kuiper merkt het op en spreekt ze aan. ‘Wisten jullie dat er bij de landmacht maar liefst 2200 verschillende banen zijn? Waar ligt jullie interesse bijvoor-
‘De stand op de huishoudbeurs was een geniale zet. We kregen veel publiciteit voor deze stunt.’
landmacht februari 2009
beeld?” De vriendinnen antwoorden dat ze de verpleging in willen. ‘Nou, dat kan bij ons ook. Alleen werken onze verplegers niet in een ziekenhuis, maar op een kazerne of buiten tijdens een oefening. Of op missie in Afghanistan.’ De meiden kijken elkaar verrast aan. Na tien minuten lopen ze met een tas vol folders naar de volgende stand.
Moeders, tantes, zussen - desnoods de buurvrouw - hebben veel invloed op een puber van zestien die nog niet weet wat hij wil. Als wij vertellen dat werken bij de landmacht meer is dan vechten en dat wij uitstekende carrièreperspectieven bieden, dan stelt dat
arbeidsmarkt kan zo weer omslaan.’
Hoe staat het nu met de werving binnen de KL?
Sluiting banenwinkels Het is de nieuwe aanpak van werven. Niet meer wachten tot mensen naar je toe komen, maar zelf actief op zoek gaan naar de doelgroep. ‘Vroeger had werving nogal een braderiegehalte’, vertelt majoor Arend Brinkman, Hoofd Sectie Werving PVKL (Perso-
In 2008 zat heel Nederland, inclusief de Koninklijke Landmacht, nog te springen om personeel. Bij Defensie stonden maar liefst 7000 vacatures open. Door de economische crisis sloeg de arbeidsmarkt binnen drie maanden om. Ook voor de landmacht. Majoor Arend Brinkman, Hoofd Sectie Werving: ‘Op zo’n moment ontstaat onmiddellijk vraag naar banen die zekerheid bieden, zoals een baan bij de landmacht. Heel apart om te zien hoe wij voor die tijd moesten knokken voor elke man en vrouw, terwijl we nu, amper een paar maanden later, de aanmeldingen bijna
‘We zijn geen gratis klimtorenverstrekkingsbedrijf’ neelsvoorziening Koninklijke Landmacht). ‘Je kon ons regelmatig vinden op dorpsmarkten, gewapend met een klimtoren. Daar wilden we vanaf. We zoeken nu van te voren uit waar onze doelgroep zich ophoudt. Op een studiebeurs of evenement bijvoorbeeld, of op een Regionaal Opleidingscentrum (ROC). Vaak richten we ons op een specifieke doelgroep, zoals technisch personeel. Onlangs was er een oefening van 400 Geneeskundig Bataljon in Rotterdam, waar we studenten genees- en verpleegkunde voor hadden uitgenodigd. Een groot succes. Ook zoeken we de mensen, zoals ouders en leraren, op die veel invloed hebben op de doelgroep, de zogeheten influentials. Toen we dit jaar op de huishoudbeurs stonden, werd daar in eerste instantie vreemd naar gekeken. Maar het was een geniale zet.
Majoor Arend Brinkman, Hoofd Sectie Werving PVKL: ‘De
Brinkman benadrukt nog eens het belang van werving, ook als het zoals nu heel goed gaat. ‘De arbeidsmarkt doet wat hij wil. Voor je het weet zit je weer in een ‘vechtmarkt’. Daarom moeten we steeds verdacht zijn op veranderingen in de markt en ons daar vlot en flexibel op aanpassen. We zijn nu al bezig om de werving op scherp te zetten voor als de markt straks weer weerbarstig wordt.’ Ritmeesters De Vries en Bosgraaf: ‘Omdat we voor dit jaar goed gevuld zijn, kijken we op een evenement als de studiebeurs in Zwolle niet alleen naar de achttienjarigen, maar ook naar de toekomstige doelgroep: de vijftien-, zestienjarigen die we over een paar jaar misschien hard nodig hebben. Hun interesse proberen we nu al te wekken.’ Vmbo’ers die bij de landmacht willen, kunnen in het kader van loopbaanlint bij een ROC terecht voor de beroepsopleiding Veiligheid en Vakmanschap. Met deze opleiding (voorheen Vrede en Veiligheid) haal je een mbo-diploma en is er, mits je volledig goedgekeurd wordt en je diploma haalt, grote kans op een baan in deze sector. De opleiding leidt op in een echt vak, zoals bijvoorbeeld logistiek of verpleging. Vandaar de nieuwe term vakmanschap.
Vrouwenkennismakingsdagen: een voorbeeld van wervingsactiviteiten die
specifiek op een doelgroep zijn gericht. Vrouwenkennismakingsdagen: een voorbeeld van wervingsactiviteiten die specifiek op een doelgroep zijn gericht.
het werk bij de KL in een heel ander daglicht. Buiten dat kregen we veel free publicity voor deze stunt.’ In het verlengde van deze meer actieve manier van werving ligt de sluiting van de banenwinkels. Op Rotterdam na, zijn alle banenwinkels in 2009 gesloten. In plaats van de banenwinkels zijn er nu zestig Banen Informatie Centra Koninklijke Landmacht (BICKL’s) ingericht. Deze ‘informa-
tiepunten’ zijn verspreid over heel Nederland en bevinden zich bijvoorbeeld op kazernes, UWV-locaties en ROC’s, maar ook in de skybox van het FC Utrecht-Stadion, het PSV-stadion en op het KMAR-complex in Delfzijl. Op internet is terug te vinden waar de punten zich bevinden en wanneer ze open zijn.* Want dat is een groot verschil met de banenwinkels. Die waren altijd (tijdens kantoortijden) open. Brinkman: ‘Een winkel openhouden kost nou eenmaal veel mankracht, en bindt je aan een locatie. De nieuwe aanpak is effectiever en klantvriendelijker, want je kunt met hetzelfde aantal wervers op veel meer plekken
tegelijk zijn. We kunnen daardoor nog beter inspelen op de wensen van de klant, bijvoorbeeld als een school ‘s avonds een lezing wil.’ Ritmeester Jeroen de Vries, regiocoördinator Midden, vult aan: ‘Als het moet, komen we zelfs bij iemand thuis. Als de werver en de geïnteresseerde in hetzelfde dorp wonen, waarom zou je dan ergens anders afspreken?’ Lan-party De BICKL’s vallen onder vijf wervingsregio’s die gelinkt zijn aan brigades: Regio Noordwest (Amsterdam) en Zuidwest (Rotterdam) aan OOCL, Regio Midden aan 11 Luchtmobiele
Brigade (Schaarsbergen), Regio Zuidoost aan 13 Mechbrig (Eindhoven) en Regio Noordoost aan 43 Mechbrig (Havelte). ‘De brigades vormen namelijk het hart van onze organisatie’, legt Brinkman uit. ‘Daarom zijn veel contactpunten dicht bij de kazernes gepositioneerd. Voor het OOCL is dit lastiger, omdat deze brigade verspreid is over meerdere locaties. Die hebben we daarom gekoppeld aan de regio’s in de Randstad. In tegenstelling tot andere regio’s is er in het westen veel minder landmachtactiviteit. Daarom zijn er plannen om met behulp van het OOCL als landmacht vaker zichtbaar te zijn in de Randstad.’
19
Een moeder kruipt in de huid van een schutter tijdens huishoudbeurs
Elke wervingsregio bestaat uit een team van elf fulltime wervers. Per regio zijn er drie ‘mobiele teams’ van elk drie wervers, aangevoerd door een regiocoördinator en een plaatsvervanger. De wervers uit de regio beman-
‘De brigades vormen het hart van onze organisatie’ nen op afroep de BICKL’s en worden ingezet bij alle wervingsactiviteiten in de regio. ‘Zoals de onderwijsbeurs, die elk jaar een groot succes is’, vertelt ritmeester Wilfred Bosgraaf, regiocoördinator Noord. ‘Of Go-Sports (sportief evenement voor jongeren) of de Lan-party (bijeenkomst voor computerliefhebbers). We kijken altijd naar de doelgroep, en afhankelijk daarvan bepalen we of en zo ja hoe we gaan werven. Sommige uitnodigingen slaan we af. We zijn geen gratis klimtorenverstrekkingsbedrijf.’ Werven: een vak Tijdens grote landelijke evenementen zoals de landmachtdagen worden wervers uit alle regio’s ingezet. Ook worden de parttime wervers van de brigades weleens opgeroepen. Dit zijn militairen die naast hun eigen functie worden ingezet ter ondersteuning van de werving. Ritmeester De Vries: ‘Dat is heel handig, want zij kunnen als geen ander vertellen over hun werk bij de landmacht; werk waar ze dagelijks mee bezig zijn. Bovendien zijn ze meestal ongeveer even oud en spreken dus dezelfde taal als de geïnteresseerden.’ Maar ook de fulltime wervers uit de regio’s weten waar ze over praten. Brigadegeneraal Theo Vleugels
landmacht februari 2009
Ritmeester Bosgraaf: ‘Onze wervers hebben vrijwel allemaal ervaring in het operationele veld en zijn op uitzending geweest. Een goede werver heeft kennis van zaken, moet deuren kunnen openen én is heel goed in het overbrengen van enthousiasme. Wij zijn geen selecteurs – we kunnen immers niemand aannemen of afwijzen – maar hebben wel een adviserende rol. Als iemand nog met zijn studie bezig is en bij de landmacht wil, zeggen wij: “joh, maak eerst je studie af, en kom dan naar ons”.’ ‘Wat mensen zich vaak niet realiseren, is dat werven echt een vak is’, zegt majoor Brinkman. ‘Ga maar eens voor een aula vol pubers met een grote
mond en kritische decanen staan. Dat is nog niet zo eenvoudig.’ Naast de professionele wervers en de parttime wervers noemt Brinkman nog een derde categorie wervers: de gelegenheidswervers. ‘Eigenlijk is iedere militair dat. Een enthousiast verhaal van een militair zelf, is de beste werving die je kunt hebben. Een militair die in de voetbalkantine vertelt hoe gaaf zijn werk is; daar kan geen reclamecampagne tegenop. Het zou goed zijn als alle collega’s zich realiseren hoe belangrijk ze zelf zijn voor werving. Every soldier a recruiter.’ *Voor een exact overzicht van de Banen Informatie Centra (BICKL’s), kijk op www.werkenbijdelandmacht.nl onder het kopje ‘Ontmoet de landmacht’.
In de Randstad rijdt sinds enige tijd de gecamoufleerde wervingstram. Het camouflagepatroon is opgebouwd uit portretten van jonge militairen.
White Compound in Chora na ruim twee jaar heropend De White Compound, het regeringsgebouw in het Afghaanse Chora, is op 14 januari heropend. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de verdere ontwikkeling van zelfbestuur in Uruzgan. Tijdens de Slag om Chora in juni 2007 werd vanuit de White Compound hevig weerstand geboden door militairen van 13 Infanteriebataljon Regiment Stoottroepen Prins Bernhard (13 Infbat RSPB) aan een overmacht van opposing millitant forces (OMF). De toenmalig commandant TFU, kolonel Hans van Griensven, besloot vanaf dat moment een peloton per toerbeurt permanente aanwezig houden in het district, met als uitvalsbasis de White Compound. Nu, ruim twee jaar later, is het gebied rondom Chora door Nederlandse militaire inzet zodanig stabiel, dat de Task Force Uruzgan (TFU) het gebouw op heeft kunnen knappen. Het pand is overgedragen aan Afghaanse districtbestuurders in Chora. Grote stap vooruit Commandant TFU, brigadegeneraal Marc van Uhm, opende samen met civiel vertegenwoordiger Michiel Rentenaar en gouverneur van Uruzgan Asadullah Hamdam de herbouwde White Compound. ‘De opening betekent een grote stap vooruit in de ontwikkeling van het lokale bestuur in Uruzgan en specifiek het district Chora’, zei Rentenaar over de door het Provinciaal Reconstructieteam (PRT) begeleide verbouwing.
Gouverneur Hamdam van Uruzgan heropent samen met directeur Provinciaal Reconstructieteam Michiel Rentenaar en commandant TFU brigadegeneraal Marc van Uhm de White Compound.
Na de plechtige overdracht vond meteen de eerste shura (vergadering) plaats. Deze stond onder leiding van gouverneur Hamdam en districtchief Mohammed Daoud en werd bijgewoond door een aantal stamoudsten. Tijdens deze vergadering over onder meer bestuur en ontwikkeling kwamen het districtsniveau en provinciaal niveau weer dichter tot elkaar. Bestuur en ontwikkeling staan centraal in het zogenoemde 3D-concept, volgens welke de krijgsmacht werkt tijdens de missie in Uruzgan: we treden militair op (defence) om veiligheid te creëren en te behouden, ondersteunen de ontwikkeling (development) en helpen mee aan de ontwikkeling van het civiele bestuur (diplomacy). In de Nederlandse aanpak zijn deze drie ‘pijlers’ duidelijk geïntegreerd, wat wil zeggen dat Defensie nauw samen werkt met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. Gezamenlijk optreden Tegenwoordig treden Nederlandse militairen, samen met Afghaanse veiligheidstroepen en Australische collega’s, in het gebied rond Chora op vanuit de nabijgelegen post Mirwais. Net als in 2007 zijn de militairen afkomstig van 13 Infbat RSPB.
In zijn toespraak stond Rentenaar ook stil bij het sneuvelen van de 44-jarige sergeant-majoor Jos Leunissen op 18 juni 2007. Hij kwam om bij de verdediging van het regeringsgebouw. Hierbij raakten ook drie collega’s gewond.
21
KORPS COMMANDOTROEPEN
‘Nunc aut Nunquam’ (‘Nu of Nooit’)
Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aandacht in de rubriek ‘Eenheid in Beeld’. Deze keer is het de beurt aan het Korps Commandotroepen (KCT) uit Roosendaal. Het KCT is de special forces-eenheid van de Landmacht.
Geschiedenis
De oprichtingsdatum van het KCT is vastgesteld op 22 maart 1942. Op die dag begonnen 48 Nederlandse militairen aan hun commando-opleiding in het Schotse Achnacarry. Uiteindelijk ontvingen er 25 de groene baret. Zo ontstond in juni 1942 No 2 (Dutch) Troop, een geheel uit Nederlanders bestaande commando-eenheid, die deel uitmaakte van No 10 (Interallied) Commando. In 1944 werd de Troop ingezet bij de grootste luchtlandingsactie uit de Tweede Wereldoorlog, operatie Market Garden, terwijl zij ook een bijdrage leverde aan de bevrijding van Walcheren. Tegelijk met de Troop werd in het Verre Oosten Korps Insulinde opgericht voor onder meer het verzamelen van inlichtingen en het organiseren van guerrilla-activiteiten op het door de Japanners bezette Sumatra. Na de oorlog werden beide eenheden ontbonden. Een deel van het personeel kwam terecht bij Stormschool Bloemendaal en een ander deel bij het Depot Speciale Troepen (groene baretten) en de School Opleiding Parachutisten (rode baretten) in het voormalig NederlandsIndië. Later werden deze eenheden samengebracht in het Regiment Speciale Troepen. Begin 1950 werd dit regiment ontbonden. In 1949 ging de Stormschool Bloemendaal naar Roosendaal, waar het begin 1950 werd omgevormd tot het Korps Commandotroepen (KCT). Het KCT is de afgelopen decennia uitgebouwd tot een speciale eenheid, die in relatief korte tijd haar sporen heeft verdiend. De eenheid kan zich meten met de meest gerenommeerde special forces-eenheden in het buitenland.
Het Schorumlied De thuisbasis van het KCT is de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal.
Wij zijn jongens, één bonk schorum we laten de moed niet zakken, we hadden van de week zo’n belazerende week de hele compagnie die was van streek,
Wapenfeiten
De belangrijkste missies op rij. • Voormalig Joegoslavië: United Nations Protection Force (UNPROFOR, Bosnië-Herzegovina-Srebrenica, 19941995); Implementation Force (IFOR, Bosnië-Herzegovina, 1995-1996); Stabilization Force (SFOR, Bosnië-Herzegovina, 1996-1998); Joint Commision Observers (JCO, Bosnië-Herzegovina, 1998-2000); Task Force Harvest (Macedonië, 2001); Task Force Fox (Macedonië, 2002) • Irak: Provide Comfort (1991); Stabilization Force (SFIR, 2003); Field Liaison Teams (FLT, 2004-2005 • Afghanistan: International Security Assistance Force (ISAF, 2002-2003); Operation Enduring Freedom (OEF) / Taakgroep Speciale Troepen (TST, 2005-2006); Task Force Uruzgan (TFU, 2006 - 2007); Task Force 55 (NLD Special Operations Task Group) (SOTG, 2009 – heden)
Tradities
• Om de traditie van het Korps levend te houden, is een aantal gebouwen, kampen en inrichtingen genoemd naar locaties en personen die een rol in de geschiedenis van het Korps hebben gespeeld. Bijvoorbeeld hindernisbaan ‘Hollandia’ (op Nieuw-Guinea; waar commando’s hun para-opleiding kregen) en de touwbaan ‘Bloemendaal’ (naar de locatie van de Stormschool).
Huidige commandant Korpscommandant: kolonel Rob Querido Korpsadjudant: adjudant Frans van Zeeland
• Groen koord voor de groene baret dragenden; dit is overgenomen van het avondtenue voor officieren. • Viering korpsverjaardag op 22 maart met dodenappel, waarbij omgekomen commando’s herdacht worden. • Korpskerstdiner, waarbij het kader serveert. • Nieuwjaarsloop, op eerste werkdag van het nieuwe jaar. • Vijfjaarlijkse reünie.
van je hela van je hola ......... wij zijn de jongens van het KCT van je hela van je hola ......... wij zijn de jongens van het KCT we hebben een K, we hebben een C, we hebben een T, K-C-T
Vaandels en emblemen
Op 22 december 1955 werd het Vaandel van het KCT door koningin Juliana overhandigd aan de toenmalige korpscommandant, luitenant-kolonel De Bruin. Het vaandel had de opschriften ‘Arakan 1944’, ‘Nijmegen 1944’, ‘Vlissingen 1944’ en Westkapelle 1944’. In 1980 werd het vaandel aangevuld met de opschriften ‘Djokjakarta 1948’ en ‘MiddenSumatra 1948-1949’. Het korpsvaandel is bij nagenoeg alle officiële plechtigheden aanwezig, bewaakt
EENHEID AAN HET WOORD Kapitein Sebastiaan
Sergeant-majoor Angelo
Sergeant-majoor Rik
Korporaal Jaimie
Pelotonscommandant 104
CSM Staf-staf
Instructeur OTCSO (Opleiding
Onlangs groene baret gehaald,
Commandotroepencompagnie
verzorgingscompagnie
en Trainingscompagnie Speciale
nu VTO Speciale Operaties
Operaties)
Standplaats en taken
De commando’s van het KCT voeren speciale operaties (specops) uit ter ondersteuning van crisisbeheersing en verdedigingstaken. Kenmerkend voor het optreden van de commandoploegen is dat ze lange tijd zelfstandig kunnen optreden. Alle ploegen kunnen te voet, met ploegvoertuigen, per helikopter en per parachute ingezet worden, onder de meest extreme omstandigheden. Bij de uitvoering van hun taken staan ze volledig op zichzelf en hebben dus geen aanvullende logistieke ondersteuning. Voorbeelden van specops zijn waarnemings- en verkenningsopdrachten en het aanvallen van vijandelijke doelen door middel van hinderlagen, overvallen of sabotage. Ook het ontzetten van gegijzelde burgers of militairen, terreurbestrijding in
Liederen en spreuken
crisisgebieden en het uitvoeren van evacuaties behoren tot het takenpakket.
• Vooral tijdens de opleiding zijn er veel tradities. Zo wordt de opleiding in een tentenkamp gehouden, dragen de cursisten een speciaal tenue (bestaande uit mutsdas, toggle en overall), vindt er in de laatste week een ‘afmatting’ plaats en wordt dit alles beloond met de feestelijke baretuitreiking. De ‘best man’ uit de opleiding drinkt dan uit de generaal Sturgess-cup, samen met de best man uit de vorige lichting en de commandant KCT.
‘Voordat ik naar de KMA ging, wist
‘Uitdaging was de belangrijkste fac-
‘Het OTCSO verzorgt alle interne
‘Hiervoor zat ik bij luchtmobiel.
ik al dat ik naar het KCT wilde.
tor bij mijn keuze om bij het KCT
opleidingen en trainingen binnen
Toen ik terug kwam van uitzending
Mijn vader heeft hier ook gezeten.
te gaan. Ik wilde voor het beste en
het KCT. Ik zit bij de instructie-
wist ik eigenlijk alles wel en was ik
Het is de hele sfeer: hoe we
hoogst haalbare gaan. Hier vind ik
groep optreden bergachtig terrein.
toe aan een nieuwe uitdaging. En
omgaan met elkaar, hoe we trainen
collegialiteit, flexibiliteit en kame-
Daarvoor reizen we vaak af naar
dat is het KCT zeker: alles is an-
en dat we werken met de allerbeste
raadschap in optimale vorm. Velen
de Alpen. In 1994 ben ik als
ders. Hier is het écht op je tanden
mensen. Toch is de omgang heel
binnen mijn eenheid dragen geen
dienstplichtig soldaat bij het KCT
bijten: kou, honger, slaap, alles. Ik
familiair en amicaal en blijft ieder-
groene baret, maar ondersteunen
opgekomen, en ik heb nog geen
heb zelfs al twee keer moeten jan-
een bescheiden. Ik denk dat het
verbindingstechnisch, administra-
seconde spijt gehad van hier te
ken. Voordat ik mijn groene baret
werk hier uitdagender is dan bij
tief, logistiek en geneeskundig de
blijven. We krijgen veel mogelijk-
haalde was een spreekbeurt hou-
andere eenheden, maar het leiding-
andere compagnieën. Hier zitten
heden tot ontplooiing en komen
den mijn spannendste en mooiste
geven simpeler omdat iedereen
ook veel vrouwen bij. Ik heb niet
overal: van jungle tot woestijn. Je
moment uit mijn leven, nu is dat
zo’n hoog niveau heeft: korporaals
het idee dat er met hen anders
leert elkaar hier snel goed kennen.
het halen van mijn groene baret.
zijn te vergelijken met onderoffi-
wordt omgegaan. De uitzendingen
Wat mij ook bevalt, is dat ze bij het
Wat mij verder goed bevalt, is dat
cieren elders. Ook een voordeel: de
die ik met het KCT heb meege-
KCT van mensen verwachten dat
de instructeurs hier heel vakkundig
faciliteiten en het materiaal waar
maakt, zijn de mooiste tijden uit
ze veel initiatief nemen.’
zijn en een volwassen benadering
wij gebruik van maken zijn tiptop
mijn leven. Hierdoor kennen we el-
in orde.’
kaar door en door. We slapen vaker
hanteren.’
bij elkaar dan bij onze vrouwen.’ landmacht februari 2009
23
Kolonel Martin Wijnen:
Een jaar lang was Nederland command nation in ZuidAfghanistan. Hoe ‘Nederlands’ was de staf op het Regional Command South, RC-(S)?
‘Afghanistan is een laboratorium voor de toekomst’
Kolonel Martin Wijnen werkte een half jaar lang onder generaal-majoor Mart de Kruif op het Regional Command South als CJ5 (Hoofd Operatieplannen). Terug in Nederland zette hij zijn bevindingen op papier voor de Commandant Landstrijdkrachten. ‘Als we internationaal willen meedoen, moeten wíj ons aanpassen.’
Ook de Amerikanen werken steeds meer ‘population centric’:
mens om zich te kunnen ontwikkelen. Pas daarna kan aan andere behoeftes als sociaal contact en zelfontplooiing worden voldaan. In zogenoemde “falende staten” zoals Afghanistan is dit heel complex, door een scala aan problemen als terrorisme, criminaliteit, IEDs, de narco-industrie, een fragiele overheid, corruptie én het feit dat dit geen oorlog tussen staten is maar ‘war amongst the people’. Die complexiteit vind je niet alleen in Afghanistan, maar ook elders in het Midden-Oosten, in Afrika en Zuid-Amerika.’
‘Met - toen - honderdveertig Nederlanders op een staf van in totaal ruim vierhonderd man, was de staf behoorlijk Nederlands georiënteerd. We hebben er een goede, Nederlandse flavour aan gegeven. Maar ondanks dat ons land command nation was, heerste er duidelijk een Angelsaksische cultuur op de staf. In 2005 is besloten dat afwisselend Nederland, Groot-Brittannië en Canada het commando Gaan we wat die stabilisatieoperaties betreft als organisatie nog zouden voeren over Regional Command South en onderwel mee met onze tijd? Is er, bijvoorbeeld, nog wel behoefte aan tussen is daar ook de Verenigde Staten bijgekomen. Naast tanks? Nederland en enkele kleinere landen allemaal ‘ABCAlanden’ (Amerika, Groot-Brittannië, Canada en Australië/ ‘Ook in stabilisatieoperaties hebben we zeker wat aan Nieuw Zeeland, red.), dus dat merk je meteen. Ten eerste tanks. Het gaat er maar net om waarvoor je ze gebruikt. natuurlijk door de taal. Maar ook door Wanneer er daadkrachtig opgetreden ‘Onze brigades zijn de moet worden met zware wapens in de cultuur. Die is anders, de omgangsvormen zijn formeler. “Noem mij maar het kader van escalatiedominantie (het kweekvijver’ Piet” werkt daar gewoon niet. Ik vind dat vermogen om bij het ernstiger worden de Nederlanders zich in deze omgeving heel goed hebben van een conflictsituatie tenminste even sterk op te treden gemanifesteerd.’ als de tegenstander en, indien nodig, de tegenstander te overheersen, red.) is een tank heel geschikt; gegarandeerde Wat waren de belangrijkste kenmerken van de operatie in RCvuursteun. De waarneming van een tank is bovendien (S) ten tijde van uw uitzending? uitstekend. Verder kun je een tank 24/7 gebruiken, onder elk weertype. Prima geschikt voor landoptreden dus. Maak ‘In de eerste plaats markeerde de komst van de nieuwe maar eens de vergelijking met de Pantserhouwitser. Die ISAF-commandant, de Amerikaanse generaal Stanley Mcwordt anders ingezet dan we weleens bedacht hebben, Chrystal, een belangrijke omslag. Hij veranderde de stratemaar in deze stabilisatiemissie bewijst dit systeem zijn gie naar population centric: minder gericht op het bestrijoperationele waarde. En dat met een concept dat wel lijkt te den van de Taliban, meer op bescherming van de bevolking. stammen uit de Middeleeuwen, maar het werkt uitstekend Zo wilde hij dat we meer terughoudendheid betrachtten om binnen het landoptreden.’ luchtwapens in te zetten. “Als je een quala uitschakelt, tref je niet alleen een persoon of familie, maar heeft dat effect Prima geschikt voor landoptreden, zegt u. Hoe belangrijk is die op het hele dorp”, zei hij. “Zie dan nog maar eens de hearts landcomponent nog? De missies worden toch steeds paarser? and minds van de bevolking te winnen.” Nu doen ook de De staf op RC-(S) zal ongetwijfeld ook ‘paars’ zijn geweest. Amerikanen meer een counter insurgency operatie dan terrorismebestrijding. Het is meer nation building en komt ‘De missies worden inderdaad paarser en laat ik voorop aardig in de buurt van de ‘Nederlandse’ 3D-benadering. Een stellen dat we niet zonder onze collega’s van de luchttweede kenmerk van deze operatie vloeide hieruit voort en macht, marine en marechaussee kunnen. Maar juist bij is de troepenuitbreiding. Het commando groeide in 2009 stabilisatieoperaties is het landdomein van wezenlijk al van 20.000 militairen tot meer dan 40.000 militairen; belang. Deze missies zijn altijd gericht op mensen. En hoofdzakelijk een uitbreiding aan Amerikaanse kant. Maar mensen vind je nou eenmaal op het land, net als de probleals gevolg van die nieuwe strategie hebben we gewerkt aan men van die mensen trouwens. Daarom heb je voor zo’n de verdere vergroting van de troepenmacht in het Zuiden. stabilisatieopdracht ook gewoon echt veel mensen op het Die heeft President Obama inmiddels beschikbaar gesteld land nodig. De Amerikanen hebben niet voor niets hun en dat plan wordt nu uitgevoerd.’ troepenmacht in het Zuiden zo uitgebreid. Gevolg is dan ook dat je relatief veel landmachters op de staf van Is die meer bevolkingsgerichte manier van optreden uniek voor de RC-(S) ziet. Vaak zijn dat mensen die de Afghanistan? ervaring meebrengen die ze eerder hebben opgedaan op het land. Zij weten goed waar ‘Nee. We zien dit soort operaties – stabilisatiemissies – ook ze over praten.’ op andere plekken en dat zal in de toekomst nog veel meer gebeuren. Bevordering van de internationale rechtsorde Wat betekent het voor de Nederlandse landmacht staat met koeienletters in onze grondwet. Het is dus een dat we een jaar lang command nation zijn belangrijke taak en een morele plicht dit soort missies uit geweest in RC-(S)? te voeren; alles begint met een veilige leefomgeving. Vraag een Afghaan wat hij wil en hij zal antwoorden: “Veiligheid”. ‘Ik zie het als een warm bad waar we Dat zal voor een Afrikaan niet anders zijn. En dus verschilt een jaar in hebben mogen liggen; de doelstelling van de missie niet. Ik vergelijk het weleens we mogen trots zijn op wat we met de piramide van Maslow. Na lichamelijke behoeften hebben bereikt en hoe we dat als eten en drinken is veiligheid het belangrijkst voor een hebben gedaan. Maar, nadat je
minder gericht op het bestrijden van de
Taliban, meer op het
beschermen van de bevolking.
Kolonel Martin Wijnen. landmacht februari 2009
beheersen, de operationele processen kennen en in staat zijn je aan de heersende stafcultuur aan te passen.’ Wat kan of moet er dan echt beter of anders?
Lopen we er zo slonzig bij dan? ‘Ik heb er wel een aantal gezien, ja. Maar goed, het punt is dat je jezelf meteen al op achterstand zet als je uniform niet in orde is,. Geen uiterlijke discipline betekent namelijk voor veel internationale collega’s dat je geen innerlijke discipline hebt en professioneel dus als minder waard wordt beschouwd. Ik zeg niet dat die houding goed is, maar de vraag is of wij hén gaan overtuigen dat een uniform maar buitenkant is. Waarschijnlijk niet en bovendien zonde van de tijd; er zijn echt wel betere dingen te doen in zo’n operatie. We moeten er dus voor zorgen dat we van meet af aan vakkennis wordt je respect afdwingen en voor vol worden aangezien.’
‘Mijn eerste advies aan iedereen die op een internationale staf gaat werken is: spreek beter – militair – Engels. In Nederland hameren we bij de inburgering erg op de Nederlandse taal. Waarom zou dat anders zijn als we zelf inburgeren in een internationale, vaak ABCA-gedomineerde, staf? De mate waarin iemand zijn mondelinge communicatie beheerst, bepaalt vaak of hij genegeerd, gedoogd, ‘Door uitstraling en geaccepteerd of gevolgd wordt. Naast de taal zijn als professionele partner beschouwd. ’ ook het militaire jargon, de afkortingen en kennis van de Dus we doen ons pak netjes, onze processen op operationeel niveau belangrijk. We moeten baret op en we leren de ABCA-cultuur kennen. Wat kunnen bovenal zorgen dat we bij blijven. Door over vakkennis te we nog meer doen om ons voor te bereiden op het werk in een beschikken, worden we als professioneel beschouwd.’ internationale omgeving? Geldt dat alleen voor stafofficieren?
Kolonel Wijnen: ‘Stabilisatieoperaties zijn altijd gericht op mensen. Landoptreden is daarom van wezenlijk belang.’
uit bad stapt, moet je je afdrogen om niet af te koelen en aankleden om verder te gaan. Wat ik bedoel te zeggen is dat voor ons de fase van afdrogen en aankleden is aangebroken oftewel we moeten lessen trekken uit het afgelopen jaar, of eigenlijk uit de vier jaar die we nu in Afghanistan zitten, en moeten ons continu blijven doorontwikkelen. Wat we nu leren aan lessen in Afghanistan, moeten we straks kunnen gebruiken bij een vervolg of bij andere operaties elders ter wereld. Bijvoorbeeld het PRT-denken, dat is nog niet zo oud, dat zullen we moeten meenemen. En denk aan bijvoorbeeld de Counter-IED-operaties, iets waarmee we vier jaar geleden net waren begonnen. Lessen die op alle niveaus, ook binnen de staven, voorkomen. Ik zie Afghanistan daarom ook wel als een soort laboratorium; een plek waar we creatieve lessen omtoveren tot doctrine. We zullen moeten blijven doorontwikkelen.’
kunnen en moeten. Ik maak weleens de volgende typering van de wijze waarop mensen in een staf functioneren: er zijn mensen die gevolgd worden, mensen die geaccepteerd worden, mensen die gedoogd worden en mensen die genegeerd worden. Het mag duidelijk zijn dat je als stafofficier er voor moet zorgen ten minste geaccepteerd te worden; dat je een speler bent die volwaardig meedoet, eentje die zijn operationele steentje bijdraagt Gevolgd worden is natuurlijk nog beter; generaal De Kruif is bijvoorbeeld zo iemand. En zo zat er op de staf nog wel een aantal. Waaraan dat ligt? Het begint met goed Engels spreken, je vak
Wat betekent dit voor de individuele militair? Welke ‘lessen’ kunnen zij leren van een jaar op de RC(S)-staf? ‘Laat ik voorop stellen dat we het heel goed gedaan hebben. Dat Nederland überhaupt het commando heeft gevoerd over meer dan 40.000 militairen, is een prestatie van formaat en daar mogen we trots op zijn. Maar, ik vind meedoen niet net zo belangrijk als winnen. We moeten willen winnen en daarom kritisch zijn over zaken die echt beter
Het team van het CJ5 Plans branch van het hoofdkwartier RC(S). landmacht februari 2009
‘Nee, het gaat ook over onze stafonderofficieren en in mindere mate ook onze korporaals en soldaten. Ook zij moeten de taal beheersen, het jargon kennen en hun vak verstaan. Wat onze onderofficieren betreft zouden we nog eens goed moeten kijken hoe Engelse clerks functioneren. Ik heb overigens een Nederlandse onderofficier in Deh Rawod een presentatie in het Engels horen geven waar de internationale stafcollega’s nog lang over napraatten. Dan maak je indruk. Overigens geldt voor alle Nederlandse militairen dat we ons aan de spelregels van de Angelsaksische stafcultuur moeten kunnen conformeren, door bijvoorbeeld formele omgangsvormen te kennen en een onberispelijk tenue te hebben.’
‘Ik pleit voor meer programma’s om ervaring op te doen. Dat kan in een uitwisselingsprogramma (exchange officers – XO’s, red.) of een plaatsing als liaison. Een Brit hier, een Nederlander daar, dat hoeft niet veel geld te kosten. Een alternatief kunnen operationele stages bij Engelstalige divisiestaven vormen of deelname aan internationale oefeningen. Verder veel kennis en ervaring opbouwen, wat bij ons wat het werken op een internationale staf betreft eigenlijk alleen op de brigades en het 1 Duits-Nederlandse Legercorps kan. Als je internationaal wilt meedraaien, is het brigadeniveau goud waard. Alleen daar werk je op hetzelfde operationele niveau. Onze brigades en de staf in Münster vormen een niet te onderschatten kweekvijver.’
Werken in een internationale stafomgeving vereist dat je goed militair Engels spreekt.
Militair personeel bevorderd generaal-majoor T.A. Middendorp (gn) kolonel H.C.M. Snellen (mjd) luitenant-kolonel G. Bijlenga (inf), A.J.W. Frieling (inf), G.J. van Nes (mpsd), H.J. Peters (log ma), F.J.L. Pols (art), H.H. Schellings (hum gv), H.H.P.M. van den Tempel (cav), R. Tollenaar (vbdd), F.J.M. Wessels (log gnk) majoor M.M. Bolsius (log gnk), L.Y.T. Brus (vbdd), F.J.H. Dijkmans (lua), G.F.G. Dolmans (inf), L.M. van Eupen (inf), P. Grijpstra (inf), D. de Heus (log b&t), C.J. van het Hoofd (cav), G.J.T.A. Jansen (inf), M.C.J.J. Janssen (gn), P.J.G. Jongenelen (log gnk), A.C.J.W. van den Munckhof (vbdd), J.T.M. Schepers (log gnk), J.C. Seijkens (inf), M.E. Smeets (log ma), J.J.M. van de Ven (log gnk) kapitein / ritmeester C.P.M. Bakhuizen (lo/s), C.S.C. Bruls (log ma), G.A. Chrispijn (cav), W.D. van Ede (lua), R. van Grinsven (log ma), E. Hesselink (log ma), A. van der Hout (log gnk), H.G.P. Kemp (art), M.P.J.J.M. Kerstens (inf), R.P.M. van den Kieboom (log gnk), M.G. Klein (log gnk), C.M. Klomp (log td), G.H. Luttik (inf), B. Mulder (log td), G. Ouwekerk (cav), W.J.G. Penning de Vries (log td), J.M.M. Smits (log b&t), M.E. Verhagen (log gnk), J.A.C.M. Versteden (log gnk), D.J. Villanueva (inf), P.T.M. van Woensel (log ma), A. Yüce (art), J.W. Zoutendijk (log gnk) eerste-luitenant G.H. Bongers (art), R.W.J Bovendeerd (log td), K. Dijkstra (log ma), J.H. van Gulik (log b&t), A.M. ten Heuvel (log b&t), J.C. van de Put (log b&t), P.M. Scholten (vbdd), R. Strelitski (log gnk), C.A. Weber (lod td) tweede-luitenant F.H.A. Groeneveld (inf), G.C. Huijs (inf), J.T. Sonneveld (art) adjudant B.J.H.M. Analbers (gn), H.G. Arnoldus (vbdd), R.P. de Boer (cav), G.J. van den Brink (log gnk), B.J. Bruns (log ma), M. Das (cav), R.Y. van Dieren (log b&t), J.H.M. Dibbelink (inf), G.G.M. Doedée (lua), T.J.M. van Dongen (log b&t), J.M. van den Eerenbeemt (gn), S.N. Hameleers (log gnk), E.L. Helsloot (log gnk), M.T.H.M. Kuijpers (cav), P.J.G.G. Miljoen (log b&t), P.H.G.A. van Opheusden (log ma), A.F.E. Poolen (log b&t), P. van Schepen (log td), S.P. Schouten (log gnk), F.E.W. Schuurman (log ma), J.H.P. Simons (log td), J.J.C. Sprangers (art), A.J.H. Swinkels (log ma), R.A. van der Veen (art), J.H.M. Verberk (log b&t), H.E.J. Verstegen (vbdd), P.C. de Vogel (gn), E.P.A. Vorst (log td) sergeant-majoor / opperwachtmeester E.G. van Bennekom (vbdd), R. van den Berg (inf), J.A. Berkien (log b&t), M.J. van Bree (log gnk), A.J. Breukelman (vbdd), M.J.G. Dijkstra (inf), R.R.P. van Dommelen (gn), K.L. Duursma (log td), M. de Graaff (inf), M. ten Harmsen (inf), R. Hinzen (log ma), X.R. Hollard (lua), R.T.J. Jansen (log td), F.M.E. van de Kamp (cav), R.C. van Kleef (art), E.K. Koops (inf), H. Lambrechts (inf), H.A. Luijks (log td), M. Massa (vbdd), D.J. Nijhof (vbdd), G. van Pagee (log td), R. Saelmans
landmacht februari 2009
Actieve dienst verlaten (vbdd), J.S. Scholten (inf), H.R. Scholtens (log b&t), D. Schuurman (inf), L.C. Stedehouder (log ma), C.P.H. Vermeulen (log b&t), R.van der Vlis (art), B.H. Vos (log gnk), C.S. Wittenberg (cav) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse R.J. Alkema (cav), A.H. Arends (log b&t), W.M. van der Ark (log ma), W.H. Bakker (cav), P.C. Becker (lo/s), B. Brave (art), R.N. van Dillen (inf), M.H. Docter (cav), P.C. van Geldere (lo/s), R.T.A.M. Geurts (cav), S.M.J. Gommeren (lo/s), D.H.M. Heijlands (vbdd), A.M. Jager (lua), J.M. Jansen (vbdd), M. de Just (vbdd), H.M.L. Kartoidjojo (log gnk), R. Klunder (vbdd), A.M. van Kooten (inf), T. Koster (cav), A.J.C. Lagé (vbdd), D. Lamain (lo/s), H.R.P. Leewis (lua), E.F.W. de Maar (vbdd), S. Markvoort (log b&t), F.M.J. Massuger (vbdd), T.R. Messelink (inf), M. Mooibroek (cav), E. Moorman (gn), J.M.H. van Moorsel (gn), T. Musch (cav), D.J. Nijholt (art), E. Osendarp (log td), F.P.M. Peters (vbdd), A. Pitlo (log b&t), W. Plaisier (lo/s), W.M. van Schaik (vbdd), W.A. Schulting (lo/s), F.P. Snijkers (cav), R. Snoek (cav), R.G.M. Spelthaen (cav), J. Stienstra (log td), E.F. Stokkel (cav), P. Stoute (log b&t), P. Swiers (vbdd), G.J.P. Tempels (lo/s), R.F.G.L.H. Thijssen (log ma), K.J.G. Wijnen (cav), F. Wildeboer (log td) sergeant / wachtmeester B. van den Berg (log b&t), P. Boven (vbdd), J.A. Breel (vbdd), M.F.H.B. van Broeckhuysen (vbdd), D.R. Cox (vbdd), J.R.M. Creutzburg (log b&t), O. Dalsem (vbdd), B. van der Dennen (vbdd), H.A. de Fijter (vbdd), S.A. Frenks (vbdd), O. Hoekstra (log b&t), D. de Hollander (vbdd), K. Koutzoukou (log gnk), J.D.A. Nieuwenhuizen (inf), W. van de Peppel (vbdd), M. Plasman (vbdd), A. Schepman (vbdd), R.A.N. Siahaya (vbdd), R.H. Smits (inf), P.N. Spierenburg (art), M.P. Swart (vbdd) korporaal der eerste klasse M.P.J. Aarts (inf), L.A. Aerdts (inf), Z.T.R. Altaai (log td), D.F. Baars (log td), W. Bakker (art), F.J. Berndt (inf), M. Boersma (gn), J.M. Boks (inf), M. van den Bor (log b&t), G. Bossinga (log b&t), H.J. den Braven (log gnk), J. den Breejen (log gnk), M. Breek (art), W.W.H.J.R. van den Broek (lua), R.F. Buitenkamp (log td), W.W. Busby (log td), S.P. Cassidy (gn), M.I. Chambome (inf), P. Clerx (log td), B.R. Daalen (gn), P.H.A.M. Dankers (inf), H.J. Dekker (inf), Y. van Denderen (inf), C.M. van Dongen (log b&t), T.M. Dost (vbdd), D. van der Eijk (log b&t), E.B.J. Eikens (inf), J. Engel (log gnk), G.J.L. van Engelenhoven (log gnk), F.N.M. Esser (gn), F.P.S. van Ettinger (inf), R. Evers Zuidweg (inf), F.M. Flierman (log td), G. Glazenburg (vbdd), A.J. de Haan (log b&t), E. de Haan (cav), B de Haas (inf), M.J.M. Habets (inf), M. Hendriks (log td), E. Hennipman (inf), C.N.J. Herrebrugh (inf), J.W.P. Heuckeroth (gn), M. van den Heuvel (inf), A.J.H.N. Hoek (vbdd), B. Hogenbosch (inf), C.L. d’Hollosy (inf), S.C.A. Hooiveld (log b&t), A.M.A. Houps (gn), R.H. Huitema (gn), M.R. Huurman (gn), K. de Jager (inf), R.J.A. Jansen (inf), R.S.D. Jansen (log gnk), W.T. Jansma (inf), D.J.M. Janssen (inf), R.R. de Jong (inf), H.J. de Jonge (inf), I.M.W. Kaal (log alg), S. Keuben (inf), J. Kim (log gnk), B. de Klerk (inf), R.P.F. Klomp (log b&t), M.J.R. Kneppers (inf), E. Koek (inf), D.J.A. Koevoets (gn), K. Koorevaar (inf), A. Kramp (log td), D. Kruijd (log gnk), W.J. van der Laan (log b&t), A.J. Leemhuis (log td), B. Markies (inf), B. Martens (art), R. Martens (cav), R.F. Meekes (cav), L. Meesters (gn), L.F.
Middel (cav), J. Molenaar (inf), T.E. Moonen (log td), J.W. Muis (log td), N. Mullink (inf), T.J. Nieland (inf), P. Nieuwenhuijse (inf), N. Noort (inf), R.W. Nulle (inf), A.W. van Ooijen (inf), S.J. van den Oudenrijn (inf), J.W.M. Over (log gnk), L. Peters (inf), R. Peters (log td), T. Peters (inf), M. Piek (inf), N. Pokker (inf), S.J. voor de Poorte (cav), N.G.A. Price (inf), R. Prijt (log b&t), H. Rafiei Dehbani (vbdd), M.L.H. Ravestein (inf), T. Reuver (log td), M.D. de Rijk (log td), D. Rombouts (inf), K.T.P. Ruijgrok (inf), J. Schaafsma (cav), M. Saelmans (vbdd), A. Sahertian (log b&t), S.J.H.B. Schenk (vbdd), P. Scholten (log td), H.N. van de Schootbrugge (log td), H. Schutrups (log td), J. Sellis (cav), B.A.S. Smeekens (inf), T.A.P.G.H. Smits (vbdd), C.E.J. Sprenkels (log b&t), S. Suers (log td), H.J.M. Syahailatua (log gnk), R.E. Timmerman (log b&t), J. Treffers (inf), R. van Veen (inf), F.B. Veenman (cav), A.M.G. Veldman (log td), E.M.H. Verspaget (inf), J. Visser (cav), C. Vissers (gn), N. van Voorn (log gnk), B. Vos (vbdd), J. Wagenaar (log td), S. Weijs (inf), T. Wensink (log b&t), D. Wever (gn), R.L.C. de Wolf (cav), R.R. Wortel (log b&t), R. van ’t Wout (gn), T.N. van Zandvliet (inf)
Mutaties burgerpersoneel bevorderd Schaal 10 J.F. Krijgsman, R.L. Mulder Schaal 9 A. Faeseler Schaal 8 R. Sukkel Schaal 7 S.S.E. Adriaansen, G. van de Kraats, A.J.M. Otten, J. Sjollema, I.A.B. Bartels, R. Tienstra Schaal 6 K. Beerens, Y. Halli, H. van de Kamp, R.F.J. Simons Schaal 5 W. de Graaf, R.J. Ringeling Schaal 4 P.F.J. Douw, S.G.C. Giebels, J. van de Hoef, F.D. Keegstra, J. lafors, D. Meijer, A.J. van der Schouw, T.M. Stijen, T.H. Vogels
Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten Schaal 12 F.A.J. van Deventer, P.G.M. van Lieshout Schaal 11 P.J. de Keyser, B. Poll Schaal 10 P.H.A. Cranen Schaal 8 G. Brink Schaal 5 J. Koops Schaal 4 F.C. Adriaansen, H.J. Gerritsen, H. Kreft, W.J.M. op den Kelder, M.M.W. Kolleé Schaal 3 P.H.P. de Nijs Tandarts D.M. Wilmes
kolonel L. de Hartog (log gnk) luitenant-kolonel M.C. Engbersen (inf), A.J.P. Mentink (log b&t), H.J.M. van Rijssen (art), D.A. Wiegersma (art) majoor R.C. Aarts (log gnk), N.G. Hulsman (mpsd), J.A.M. Kuppens (inf), R.P. Stegeman (inf) kapitein / ritmeester H.J.F. Bultink (lo/s), R.E. Hoornveld (art), A.K. Reeder (log b&t) eerste-luitenant B.M. Koelman (gn), S.H. Sypkens (cav) adjudant R. van der Weele (vbdd) sergeant-majoor / opperwachtmeester M.H.J. Schols (log b&t) sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasse E.H.Antonio (log b&t), G.M.M. Antonis (log b&t), R.J. Bruijninx (log b&t), C. Dévilé (lua), D.G.C. Leemeijer (gn), P. de Leeuw (log b&t), W.T.P. Linssen (inf), M. van der Louw (log gnk), R.E.W. Mohr (log b&t), J.A.P. Mol (log b&t), C.D. Vennema (inf), J. Vink (vbdd), N.R.H.H. Westra (log b&t), G.N. Zandstra (inf), R.J. van der Zeijs (cav) sergeant / wachtmeester N. van Abshoven (log gnk), T.A. Reinders (inf), E. Uenk (vbdd) korporaal der eerste klasse G.I. Bek (log gnk), P.A.C. Brocken (log td), V.P.L. Derksen (gn), J. Diender (log ma), A.J. Halman (inf), K. Hanegraaf (log b&t), A. Jager (cav), F. Kabal (cav), M. Kerkstra (gn), M.A. Koenen (inf), M.R.J. de Kort (log b&t), J. Leferink (log td), F. Lempers (inf), P.C.M.E. Maes (log td), S. Meerkerk (cav), J.A. Miller (log b&t), J.A. Oosterveen (inf), L. Peeks (log gnk), N.T.J. Piris (cav), M.J.M. Rongen (inf), D. Verhage (inf), M. de Vreugd (vbdd), H. Welten (inf), H. van Wijk (log td), T.J. Wolters (inf), M.R. Zijlstra (vbdd), A.E. Zuidema (log td)
In Memoriam Militairen † Eerste-luitenant G.W. van Huffelen, geplaatst bij 102 Constrcie † Korporaal der eerste klasse C.J. Aasman, geplaatst bij DC-R CLAS † Korporaal J. Maks, geplaatst bij KCT/OTCSO/Opleiding Burgerpersoneel † L. Verolme, geplaatst bij RPD ’t Harde † G.P.W. Ernst, geplaatst bij LFD Roosendaal † P.W. Janssen, geplaatst bij KMS Logpel † J.J. Okken, geplaatst bij GBB Noord
D
Reünies Reünie Kosovo-missies
Datum: vrijdag 26 maart 2010, van 10.00 tot 16.00 uur Bijzonderheden: voor deelnemers alle Kosovomissies (alle krijgsmachtdelen) inclusief partner Locatie: Voormalige vliegbasis Soesterberg Aanmelden: vóór 15 maart, door betaling van tien euro op banknr. 454591780, t.n.v. Bond van Wapenbroeders te Oosterwolde, of via I-deal op de website: www.vredesmachten.nl Meer info: Frank Kluiters, secretaris IVM,
[email protected]
18/19e A.A.T/Hupva/Veld.H
Datum: vrijdag 9 april 2010 Locatie: Generaal Spoorkazerne, Ermelo Aanmelden: Job Teunissen, tel.: 0180-617130
Ook uw reünie op deze pagina? Om er zeker van te zijn dat zoveel mogelijk (oud-)collega’s naar de reünie van uw voormalige) eenheid komen, is het verstandig om de bijeenkomst Landmacht-breed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht. Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar:
[email protected]. Of stuur een briefje naar: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. Redactie Landmacht Aankondiging reünie MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht
Hohne/Langemannshof
Datum: vrijdag 30 april tot en met zondag 2 mei 2010 Locatie: Sudsee Camp Wietzendorf, nabij exlegerplaats Langemannshof Informatie en aanmelden: www.hohne-reunie-2010.studio-7.nl,
[email protected]
Reünie A-coy Dutchbat 4 Griffin (Bosnië juni ‘95 tot november ‘95) Datum: zaterdag 9 oktober 2010 Locatie: ‘t Harde Helaas mist de reüniecommissie de adresgegevens van zo’n veertig oud-collega ‘ganzen’ uit die tijd en willen wij ons huidige bestand updaten. Oud-collega’s wordt daarom verzocht het adres en/of e-mail gegevens van oude maten door te geven. Daarnaast ook graag de eigen gegevens mailen t.b.v. het updaten van het bestand. Deze gegevens sturen naar Henk Ottens,
[email protected] of 0525-658525. Medio maart 2010 worden de uitnodigingen voor de reünie verzonden.
Oprichting Veteranenvereniging Regiment B&T (VVRB&T) Op 30 september 2009 is de Veteranenvereniging Regiment Bevoorradingsen Transporttroepen officieel opgericht. Het oprichten van de vereniging is een antwoord om voor alle veteranen van het regiment B&T en de stamregimenten AAT en Intendance iets te betekenen waaronder het helpen bij het organiseren van herdenkingen en reünies. De vereniging is aangesloten bij het Veteranenplatform (VP) en heeft goede contacten met het Veteraneninstituut (VI). Door vier maal per jaar een periodiek, het Veteranen Contact uit te geven en met haar internetsite www.veteranencontact.nl hoopt het regiment haar veteranen (beter) te bereiken. Een deels actief dienend bestuur o.l.v. voormalig regimentscommandant Fred de Beer is onder het postadres van het regiment te bereiken: Postbus 109, MPC 53A, 3769 ZJ Soesterberg. Maar ook de regimentsadjudant staat u graag te woord, 033-4219287 of 06-10608038.
eze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door het Bureau Rapportages van het Dienstencentrum Human Resources (DC HR) in Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, kan contact opgenomen worden met DC HR: *06-733-3 / 0800-225573 of uw eigen regionale P-dienst.
Lotgenotendag voor gewonden ISAF-missie! Op donderdag 18 maart 2010 organiseert het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) een lotgenotencontactdag voor alle militairen die op enigerlei wijze gewond zijn geraakt tijdens de International Security Assistance Force (ISAF) missie in Afghanistan. De dag vindt plaats op de Generaal-majoor de Ruijter van Steveninckkazerne te Oirschot. De kern van de dag is natuurlijk elkaars ervaringen delen, samen hiervan leren en ook anderen betrekken. Daarnaast staat deze dag in het teken van aandacht en erkenning voor de gewonde collega’s. Heb je nog geen uitnodiging ontvangen en wil je toch deelnemen neem dan contact op met:
[email protected].
Dankbetuiging Wij hebben op 13 november veel te vroeg afscheid genomen van Jeff in zijn geliefde Ermelo. Het was waardig en indrukwekkend. Mede door de grote belangstelling van familie, vrienden en militairen is het een afscheid geweest wat Jeff verdient. Wij vonden het fijn dat u hierbij aanwezig was, of dat u op een ander wijze ons uw medeleven heeft laten blijken. Wij danken u daarvoor oprecht. Theo Karen Natascha Linda Jeffrey Maks, korporaal KCT * 29-03-1987, † 7-11-2009
Via deze weg willen wij het personeel van de Landmacht te Ede hartelijk bedanken voor de belangstelling en medeleven en hulp na het overlijden van Annette Schoenmaker in augustus jl. Met vriendelijke groet, De familie Schoenmaker. 29
Oefenrit kaartlezen MCAM vanaf Lunettenkazerne
Photoshoot
De Militaire Commissie voor Automobiel- & Motorwedstrijden (MCAM) organiseert op zaterdag 17 april 2010 een oefenrit kaartlezen voor al het burger en militair (inclusief Reserve en NatRes) personeel van alle krijgsmachtdelen. De rit heeft een lengte van ongeveer 105 kilometer en voert in zijn geheel over verharde wegen. De oefenrit start om 10.00 uur vanaf de Lunettenkazerne in Vught. Deelname is in teamverband (een chauffeur en een kaartlezer) in een gevorderden- of beginnersklasse mogelijk. De kosten voor deelname aan de oefenrit bedragen € 7,50 per equipe. Tijdens deze oefenrit geldt voor de beginners een aanzienlijk vereenvoudigd reglement. Omdat het een oefenrit is, zal er vooraf en tussen de te rijden trajecten door de uitzetters en de commissieleden uitleg worden gegeven met een presentatie over het reglement, de kaartleessystemen en na afloop van een traject over de ideale route. Voor de gevorderden telt deze rit mee voor het Defensiekampioenschap Kaartlezen. De tweede rit die meetelt voor dit kampioenschap is de 18-uursrit op 1 en 2 oktober 2010 vanaf de Johannes Postkazerne in Havelte.
Een bijzondere foto uit vervlogen tijden. De zwart-witte plaat is gemaakt halverwege de vorige eeuw, toen de Echocompagnie van 41 Bataljon Stoottroepen was geplaatst op een buitenpost in de omgeving van Kaimana, toenmalig Nieuw-Guinea. ‘We zaten met acht man op een tjot (heuvel, red.)’, weet Joop Verwoert, inzender van de foto. De oudStoter staat gehurkt op de foto en herinnert zich de situatie nog goed. ‘We hadden uitzicht op de baai, waar we zware mitrailleurs in stelling hadden om een eventuele aanval af te slaan.’ Verwoert (1942) herinnert zich nog de namen van de anderen “in alternatief tropentenue” om hem heen. ‘Van links naar rechts Roel Slinger, Emons, hospik Dankers die af en toe op bezoek kwam om ringpier en apenpokken te bestrijden, Joop van de Spek en Mutsaars. Ik denk nog met weemoed terug aan die spannende tijd.’
Oproep Photoshoot Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de afdrukkwaliteit. De foto, bij voorkeur, mailen naar:
[email protected] Postadres: Staf CLAS, sectie Communicatie T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht Geplaatste inzendingen worden beloond met een Victorinox Multi Tool! landmacht februari 2009
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kun je terecht bij de leden van de redactieraad: OTCLog: Colua: Staf OOCL: ISK Harskamp: KCT: KMS: Korps Natres: OTCMan: Persco: Artillerie: 11 Luchtmobiele Brigade: OOCL: Staf OTCO: 1 (GE/NL) Corps:
smi Erik Vriens kap Arjen Nijkamp maj Tjeerd Dijkstra aooi Paul Fontein kap Marcel Krul aoo Leo Wijntjes elnt (r) Fred Warmer maj Jeff Rutten Ad Duimel kap Corné van den Berg maj Peter Grotens aoo (R) Roel van Essen Daniëlle Broer-Warnar lkol Ronald Weemering
*06 500 19166 *06 494 2035 *06 573 71426 *06 538 54212 *06 589 58021 *06 578 62660 *06 573 73107 *06 500 61731 *06 580 7632 *06 549 65690 *06 564 32374 *06 573 71708 *06 557 66129 *06 801 2091
Is jouw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en praat je graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:
[email protected]
Inschrijven voor de oefenrit kan op drie manieren. Via de website www.mcam.info, per e-mail: a.balm.d.pruis@ mindef.nl of telefonisch (alleen op maandag en dinsdag) op 0346-338661. Voor meer info: www.mcam.info
Gezocht: Deelnemers Marche de l’Armée in Diekirch In het Luxemburgse Diekirch vindt op 29 en 30 mei 2010 de Marche de l´Armée plaats. Dit is een tweedaags internationaal wandelevenement voor militairen en burgers. Aan de wandelmars doen Nederlandse en buitenlandse militairen individueel of in detachementverband mee. De start en finish van het parcours liggen in het centrum van Diekirch, nabij de bierfabriek. De route loopt door heuvelachtig terrein met soms sterke stijgingen. 30 Natres-bataljon verzorgt de legering en voeding voor Nederlandse militairen in het Tweedaags Tentenkamp Diekirch (TTD). Wie wil worden gelegerd op het TTD kan zich van 1 januari tot 23 april 2010 inschrijven. Voor meer informatie en inschrijven: www.natres.nl onder het kopje ‘evenementen’.
31
Waar genomen Naam: majoor Cor Hoogerwerf Functie: legerpredikant Onderdeel: A-compagnie Schoolbataljon Zuid Een geestelijk verzorger, zitten jongens en meiden tijdens hun Algemene Militaire Opleiding (AMO) daar nou op te wachten? ‘Zeker’, weet majoor Cor Hoogerwerf. ‘Soldaten zijn altijd in voor een praatje. Ik ontmoet ze tijdens de bivakken, lessen op school, het ontspannen in het Echos Home. Tijdens conferenties Geestelijke Verzorging op Beukbergen neem ik ze twee dagen mee om zichzelf in beeld te krijgen en aan groepsprocessen te werken. In de vierde groene week van de AMO is er een meditatie in het veld. Als je dat met passende muziek begeleidt, komt dat wel over. Borsato dus, geen orgelwerken.’ Maar jongeren zijn toch helemaal niet meer religieus? ‘Je moet geestelijke vorming niet verwarren met religie. Ik wil er vooral zíjn voor de soldaten, bij blijdschap en tranen. Dat zit heel diep. Het schuilt ook in Gods naam. “Jahwe”: Ik ben er. Ik voel mij geroepen “er te zijn”.’
landmacht februari 2009