Landelijk draaiboek Infectieziekten en Veiligheid Massavaccinatie Pokken Landelijke uitgangspunten en richtlijnen ten behoeve van een regionaal draaiboek voor de preparatie en uitvoering van massavaccinatie tegen pokken
Concept Versie 0.4 datum: 04 maart 2003
GGD Nederland Adriaen van Ostadelaan 140 Postbus 85300 3508 AH Utrecht Tel. 030 - 252 30 04 Fax 030 - 251 18 69 Email:
[email protected]
Versiebeheer Versienr. 0.1 0.2 0.3 0.4
Datum 13-01-03 21-01-03 05-02-03 04-03-03
Status 1e Concept aan GGD’en, RGF’en, GGD-kennisnet 2e Concept aan GGD’en, RGF’en, GGD-kennisnet 3e Concept aan GGD’en, RGF’en, GDD kennisnet 4e concept aan GGD’en, RGF,en, VWS tbv. def draaiboek, GGD kennisnet
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 2 van 43
Inhoudsopgave versie 0-4 Hoofdstuk 1
Inleiding _____________________________________________________ 5
1.1
Opdracht___________________________________________________________ 5
1.2
Samenstelling projectteam _____________________________________________ 5
1.3
Aanpak en werkwijze _________________________________________________ 6
1.4
Relatie met ringvaccinatie ______________________________________________ 6
1.5
Relatie met OOV_____________________________________________________ 7
1.6
Leeswijzer__________________________________________________________ 7
1.7
Technische beschrijving van draaiboek en bijlagen __________________________ 8
Hoofdstuk 2
Bestuurlijke context ____________________________________________ 9
2.1
Bestuurlijke context op landelijk niveau ___________________________________ 9
2.2
Bestuurlijke context op regionaal niveau __________________________________ 9
Hoofdstuk 3
Fasering massavaccinatie ______________________________________ 13
3.1
Schematische fasering ________________________________________________ 13
3.2
Toelichting fasering__________________________________________________ 14
Hoofdstuk 4
Medische en cijfermatige uitgangspunten__________________________ 16
4.1
Medische uitgangspunten _____________________________________________ 16
4.2
Cijfermatige uitgangspunten___________________________________________ 17
4.2.1 4.2.2
Rekenmodel primaire vaccinatieproces ___________________________________________ 17 Schatting aantal bijwerkingen na massavaccinatie ___________________________________ 18
Hoofdstuk 5
Distributie en infrastructuur ____________________________________ 19
5.1
Uitgangspunten_____________________________________________________ 19
5.2
Fasering __________________________________________________________ 19
Hoofdstuk 6
Oproep van de bevolking _______________________________________ 20
6.1
Oproepsystematiek __________________________________________________ 20
6.2
Vaccinatie personeel en bijzondere groepen _______________________________ 20
Hoofdstuk 7
Het vaccinatieproces___________________________________________ 21
7.1
Proces 1: De triage __________________________________________________ 21
7.2
Proces 2: Voorlichting, toestemming en registratie __________________________ 22
7.3
Proces 3: Vaccinatie en verbinden_______________________________________ 22
7.4
Proces 4: Uitreiken informatie - en verzorgingspakket _______________________ 23
7.5
Proces 5: Vaccinatie van niet-mobielen (dag 5 en 6). _________________________ 23
Hoofdstuk 8
Locatiekeuze en personeel ______________________________________ 25
8.1
Locatie -keuze ______________________________________________________ 25
8.2
Inzet van personeel __________________________________________________ 26
Hoofdstuk 9 9.1
Registratie___________________________________________________ 29
Registratie _________________________________________________________ 29
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 3 van 43
Hoofdstuk 10
Ketenpartners ______________________________________________ 30
Hoofdstuk 11
Psychosociale zorg __________________________________________ 31
Hoofdstuk 12
Communicatie en voorlichting_________________________________ 32
12.1
Uitgangspunten_____________________________________________________ 32
12.2
Fasering __________________________________________________________ 32
Hoofdstuk 13
Openbare orde en veiligheid___________________________________ 34
13.1
Uitgangspunten_____________________________________________________ 34
13.2
Quarantaine en isolatie _______________________________________________ 34
Hoofdstuk 14
Randvoorwaarden en juridisch kader___________________________ 35
14.1
Het algemene kader. _________________________________________________ 35
14.2
De Aansprakelijkheidsverdeling.________________________________________ 35
14.2.1 14.2.2
Aansprakelijkheid voor risico’s van (vrijwillig) personeel: __________________________ 36 Aansprakelijkheid voor organisatorisch falen. ____________________________________ 36
Hoofdstuk 15
Landelijke ondersteuning uitvoering campagne ___________________ 39
Hoofdstuk 16
Financiële aspecten _________________________________________ 40
Hoofdstuk 17
Beheer en borging van het draaiboek ___________________________ 41
17.1
Versiebeheer_______________________________________________________ 41
17.2
Behoud van verworvenheden __________________________________________ 41
17.3
De “next steps” _____________________________________________________ 41
Bijlagen overzicht__________________________________________________________ 42
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 4 van 43
Hoofdstuk 1
Inleiding
Het draaiboek “massavaccinatie pokken” is in opdracht van het Ministerie van VWS opgesteld door het landelijke projectteam Infectieziekten & Veiligheid – Massavaccinatie Pokken (I&V-MP). Dit projectteam is ingesteld door GGD Nederland, de opdrachtnemer van het project.
1.1
Opdracht
De opdracht van het Ministerie van VWS aan GGD Nederland betreft het maken van een draaiboek “massavaccinatie pokken” voor de acute situatie, waarbij de voorbereidingstijd uiterst gering kan zijn ( mogelijk 0-24 uur) en de gehele bevolking als gevolg van een besluit van de regering binnen 4 dagen gevaccineerd moet worden. In de week van 13 januari is deze opdracht verder afgebakend in het kader van de fasering van het gehele traject. Achtereenvolgens zijn te onderscheiden: • Fase A: planmatige voorbereiding, • Fase B: operationele voorbereiding op de uitvoering van massavaccinatie, • Fase C: daadwerkelijke uitvoering na besluit tot massavaccinatie, • Fase D: nazorg en afschaling. Conform de opdracht aan GGD Nederland vindt momenteel alleen de planmatige voorbereiding plaats (fase A). Dat betekent dat zowel landelijk als regionaal wordt gewerkt aan het opstellen van draaiboeken, waarin wordt uitgewerkt en vastgesteld wat er in de operationele voorbereiding moet gebeuren (fase B), teneinde het uitvoeren van de massavaccinatie (fase C) succesvol te laten verlopen in de gestelde 4 dagen. Op basis van bovenstaande definiëring van de fasering moet geconstateerd worden dat het in fase A niet mogelijk is om binnen 1 dag na het besluit tot massavaccinatie tot uitvoering over te gaan. Naar verwachting kan in het draaiboek van 1 april een uitspraak worden gedaan over de te verwachten tijdsduur van het realiseren van de voorbereidingen in fase B. In deze fase vindt immers de daadwerkelijke operationele voorbereiding van massavaccinatie plaats. Hierbij moet worden aangetekend dat de mate van operationaliteit mede wordt bepaald door beslissingen die door het Ministerie van VWS ter zake genomen dienen te worden. Het betreft bijvoorbeeld investeringsvragen op het gebied van: • distributie en regionale opslag van het vaccin; • aanschaf, distributie en opslag van verbandmiddelen, • het afsluiten van contracten met leveranciers van hulpmiddelen; • aanschaf van adresdatabases en oproepmateriaal; • aanschaf van voorlichting- en registratiemateriaal; • maken van afspraken met regionale partners; • oefenen en trainen.
1.2
Samenstelling projectteam
Het team bestaat uit een programmabureau, met een programmamanager (Herman van der Weide), een draaiboekredacteur (Frans Versteegen) en een bureau-ondersteuner (Claudia van der Togt). Binnen het programma zijn verschillende werkgroepen actief, die zorgdragen
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 5 van 43
voor de inhoudelijke productontwikkeling van het landelijke draaiboek massavaccinatie pokken. De werkgroepen en de trekkers zijn achtereenvolgens: 1. Regionaal draaiboek (Marianne Vijgenboom en Wim Huisman) 2. Oproep en registratie (Lisa Tober en Sabine Neppelenbroek) 3. GHOR: Openbare Orde en Veiligheid en landelijke vaccindistributie ( Jan Christiaanse en Will van Roessel) 4. Contra-indicatie en triage (Aura Timen) 5. Zorgplan en PSHO (Ciska Stom en Wim Lanphen) 6. Bijwerkingen, monitoring en onderzoek (Susan van den Hof) 7. Publieksinformatie en crisiscommunicatie (landelijk: Mathilde Slump, regionaal: Martijn Sobels) 8. Randvoorwaarden, juridische en bestuurlijke aspecten (André Jacobi en Martin de Vries) Communicatie met het programma en de werkgroepen vindt altijd plaats via het programmabureau middels de op het voorblad aangegeven adresgegevens. Tevens is het mogelijk om via het programma vragen te stellen aan de diverse werkgroepen of suggesties te doen. De antwoorden worden op kennisnet gepubliceerd in een “vragen & antwoordenlijst”. Naast suggesties voor het draaiboek zijn voortgangsrapportages uit de regio van harte welkom.
1.3
Aanpak en werkwijze
Voor het realiseren van het voorliggende draaiboek is met zoveel mogelijk betrokkenen overleg gevoerd en samengewerkt; hierbij is gezocht naar een optimale verhouding tussen efficiency, inzet van deskundigheid en vertegenwoordiging van alle relevante partijen. Gedurende het gehele traject is steeds nauw afgestemd met de opdrachtgever (Ministerie van VWS en gedelegeerd aan GGD Nederland), zodat de afstemming tussen bestuurlijke ontwikkeling en inhoudelijke voorbereiding gewaarborgd bleef. De korte termijn waarin het draaiboek moest worden gemaakt en het hoge tempo waarin de massavaccinatie mogelijk moet worden uitgevoerd (4 dagen) zijn redenen voor een zoveel mogelijk uniforme aanpak. Ook de borging van de beschikbaarheid van het vaccin (beveiligde aanvoer) en het voorkomen van onnodig vaccinverlies vergen eenduidigheid qua regie. De noodzaak tot uniformiteit heeft consequenties voor de regionale uitvoering met betrekking tot onder meer locatiekeuze, aantal priklijnen per locatie, logistieke planning (aanlevering van materialen en vaccin in vastgestelde hoeveelheden) en bewaking en opslag (voorgeschreven wijze van opslag en bewaking van vaccin).
1.4
Relatie met ringvaccinatie
Ringvaccinatie De bestrijding van infecties met het pokkenvirus (variola) vindt in eerste instantie en bij voorkeur plaats door middel van ringvaccinatie en isolatiemaatregelen. De principes van ringvaccinatie worden beschreven in het Conceptdraaiboek “Pokken” van het LCI (Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziekten), waarover de GGD-en reeds beschikken (zie ook de website van de LCI: www.infectieziekten.info). Massavaccinatie Massavaccinatie wordt pas overwogen wanneer ringvaccinatie niet meer toereikend is om verspreiding van het virus te voorkomen. De bijwerkingen van het vaccin tegen pokken
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 6 van 43
(vaccinia) maken een zorgvuldige afweging noodzakelijk. Het overgaan tot massavaccinatie is een besluit van de regering. Bij massavaccinatie geldt het voorliggende draaiboek.
1.5
Relatie met OOV
In de situatie, waarin tot massavaccinatie tegen pokken wordt overgegaan is sprake van een complexe situatie. Vanwege de implicaties voor de nationale veiligheid en de noodzaak tot multidisciplinair handelen zal de activiteit worden ingebed in de kaders van de nationale rampenstructuur. In de dan geldende situatie kan sprake zijn van paniek, terroristische aanslagen, onlusten en andere vormen van verstoringen van de openbare orde. Dit draaiboek gaat alleen in op de aspecten, welke direct samenhangen met het vaccinatieproces en benoemt de openbare orde en veiligheidsaspecten, die daar direct mee samenhangen. In andere draaiboeken wordt ingegaan op bestrijding van de andere mogelijke aspecten. Via de structuur van de rampenbestrijding zullen de diverse processen op elkaar worden afgestemd. In deze situatie is het de RGF, die tot taak heeft t.b.v. de gezondheidszorg voor multidisciplinaire afstemming zorg te dragen. De informatie daarover – die dus verder gaat als alleen dit proces - zal separaat met de regio’s worden gecommuniceerd.
1.6
Leeswijzer
Het voorliggende conceptdraaiboek is geordend naar het vaccinatieproces en de daar bijbehorende deelprocessen en randvoorwaarden. Enkele deelprocessen zijn, vanwege hun complexiteit, in een apart hoofdstuk uitgewerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor oproep, distributie, personeel, communicatie een aspecten rond openbare orde en veiligheid (OOV). Alle (deel)processen zijn, waar dat nodig is, gekoppeld aan de fasering zoals in hoofdstuk 3 is beschreven. Gekozen is voor een modulaire opbouw van het draaiboek. De redenen voor deze keuze zijn: • De toegankelijkheid van de informatie; in het draaiboek worden uitgangspunten en de hoofdlijnen omschreven, verdieping van de onderwerpen vindt in onderliggende documenten plaats. • De nadruk op het vaccinatieproces in plaats van de fasering; de fasering is een hulpmiddel gebleken om te benoemen in welke omvang de voorbereiding op een bepaald moment gereed moet zijn. Het proces en de daaronder liggende deelprocessen zijn leidend maar doorlopen allemaal de faseringsstappen: planmatige voorbereiding, operationele voorbereiding, uitvoering en nazorg/afschaling. • Het programma en de werkgroepen zijn geordend naar processen; in de verschillende regio’s zal ook op deze wijze gewerkt worden. Indien bijvoorbeeld een communcatie-adviseur het aspect communicatie gaat uitwerken, dan kan worden verwezen naar hoofdstuk 11 en de betreffende inhoudelijk bijlage. In de hoofdstukken 2 tot en met 4 worden uitgangspunten vastgesteld. De bestuurlijke context rond massavaccinatie en de organisatie daarvan wordt uitgewerkt op landelijk en regionaal niveau. Naast de fasering in hoofdstuk 3 zijn in hoofdstuk 4 de cijfermatige uitgangpunten verwoord. Daaronder zijn ook enkele hypotheses gemaakt, die op basis van de nu beschikbare kennis zijn vastgesteld als uitgangspunt. Zo wordt, conform de opdracht, ervan uitgegaan dat een massavaccinatie binnen vier dagen moet worden uitgevoerd. Tevens worden medische uitgangspunten benoemd, waarbij wordt verwezen naar onderliggende factsheets.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 7 van 43
In hoofdstuk 5 en 6 wordt een tweetal onderwerpen besproken, die vooraf gaan aan het vaccinatieproces, respectievelijk de vaccindistributie en het oproepen van de bevolking. Hoofdstuk 7 beschrijft het vaccinatieproces tijdens de uitvoering. Ondermeer komen voorlichting, triage, toestemming, registratie, toedienen, verbinden en de nazorg (voorlichting, verzorging en controle van de vaccinatieplaats) aan de orde. Daaropvolgend is de procesbeschrijving van dag 5 tot en met 30 beschreven, waarin onder meer de vaccinatie van niet-mobiele groepen en de vaccinatiecontrole plaatsvinden. Aansluitend daarop volgen de hoofdstukken met uitgewerkte deelprocessen, met in hoofdstuk 14 een uitwerking van juridische aspecten. Specifiek wordt aan het slot van het draaiboek de aandacht gevraagd voor beheer en borging van het draaiboek, zodat de verworven kennis behouden kan worden en inzet van het draaiboek nodig is wanneer dat nodig mocht zijn.
1.7
Technische beschrijving van draaiboek en bijlagen
Zoals eerder beschreven is het draaiboek modulair van opbouw. Alle nader uitgewerkte onderwerpen in het draaiboek zijn in een bijlage opgenomen. De bijlage is toegankelijk gemaakt door bij de inleidende tekst in het draaiboek een link naar het betreffende item op de nemen. Als u met de cursor op de betreffende link gaat staan, verschijnt de tekst in MSword “druk op CTRL en klik met de muis op de link om de link te volgen”. Daartoe moet het draaiboek wel samen met alle bijlagen in één map staan, zoals deze is rondgestuurd. Met het uitpakken van de ZIP-file gebeurt dat automatisch. Het gehele draaiboek met alle bijlagen zal ook in een PDF-file (Adobe Acrobat) verschijnen, zodat het eenvoudig is om desgewenst het draaiboek en alle bijlagen in één keer uit te printen. Dan kan overigens ook door alle bestanden in de map te selecteren en vervolgens het commando “afdrukken” te geven. Overigens zijn “actieve documenten” zoals powerpoint en excel niet in de PDF-file opgenomen. De definitieve versie van het draaiboek zal tevens op CD-rom verschijnen.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 8 van 43
Hoofdstuk 2 2.1
Bestuurlijke context
Bestuurlijke context op landelijk niveau
De bestuurlijke context op landelijk niveau is geformuleerd in de brief van de ministeries van VWS en BZK van 6 februari 2003, kenmerk POP/ZP 2.349.491 met als onderwerp “verantwoordelijkheidsverdeling in relatie tot voorbereiding eventuele massavaccinatie”. Uitgangspunt is, dat bij een uitbraak van pokken deze in eerste instantie bestreden zal worden via ringvaccinatie. Daarbij geldt de bestaande reguliere structuur van infectieziektebestrijding, waarbij de partijen GGD´en, Outbreak Management Team (OMT) en Bestuurlijk Afstemmings Overleg (BAO) zijn met het bijbehorende wettelijk regime. Indien de situatie daar aanleiding toe geeft, zal op rijksniveau besloten worden tot massavaccinatie. Dat is de situatie, waar dit draaiboek betrekking op heeft. De structuur, die dan van toepassing wordt is de nationale rampenstructuur, geregeld in de Wet Rampen en Zware Ongevallen. De bestuurlijke coördinatie geschiedt conform de regelingen in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming. De volgende aspecten zijn van belang: - de besluitvorming vindt plaats op nationaal niveau - massavaccinatie is aan de orde als gevolg van een aanslag met ziekteverwekkers, waardoor de aspecten van openbare orde en veiligheid een grote impact hebben op het verloop van de daadwerkelijke vaccinatie. - naast het bestrijden van pokken zijn ook andere aspecten van bedreigingen van openbare orde mogelijk, waarop voorbereid moet worden. Het proces massavaccinatie pokken moet in dat geval gezien worden als een van de processen, die in het kader van de rampenbestrijding uitgevoerd moet worden.
2.2
Bestuurlijke context op regionaal niveau
In bovengenoemde brief is het advies om de voorbereiding van het draaiboek te benaderen als een rampenbestrijdingsplan. Voor de fasering , die hierbij wordt aangehouden (voor de uitwerking van de fasering zie hoofdstuk 2) betekent dat het volgende: Fase A In deze fase wordt het draaiboek voorbereid. Het is een rampenbestrijdingsplan, waarin het zwaartepunt ligt op de gezondheidszorg. De daadwerkelijke vaccinatie (het kernproces in dit draaiboek), wordt onder verantwoordelijkheid van de GGD voorbereid. De RGF/GHOR draagt zorg voor de afstemming met de andere hulpverleningsdiensten, waarbij ook de continuïteit van de zorg betrokken wordt. (). De OOV-aspecten worden regionaal in multidisciplinair verband uitgewerkt. De RGF stemt dit af met de OOV-diensten. Bestuurlijk hebben zowel burgemeester als college van B&W (art 2 en 2a WRZO) een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Omwille van de bestuurlijke coördinatie wordt aanbevolen een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aan te wijzen, die zorg draagt voor afstemming met het lokaal en provinciaal bestuur.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 9 van 43
Deze bestuurlijk coördinator (CdK, coördinerend burgemeester, portefeuillehouder GHOR of korpsbeheerder) wordt terzijde gestaan door een stuurgroep, waarin tenminste vertegenwoordigd zijn de RGF, de korpschef van politie, de regionaal commandant brandweer (zijnde de vaste participanten in de rampenbestrijdingsstructuur), de directeur GGD (als inhoudelijk verantwoordelijke voor het vaccinatieproces), de projectleider GGD (als trekker van het draaiboek). Het secretariaat kan door de GHOR (of een van de andere hulpverleningsdiensten) worden vervuld. Deze stuurgroep kan beschouwd worden als voorbereidend regionaal beleidsteam. Er wordt gerapporteerd aan alle burgemeesters en colleges van B&W in de regio. De besturen van de hulpverleningsdiensten kunnen hierbij een ondersteunende of aanvullende rol vervullen. De ontwikkeling van het draaiboek wordt in fase A getrokken door een projectgroep pokken. In deze projectgroep zijn de diensten vertegenwoordigd, die een daadwerkelijke rol vervullen bij de uitvoering van het draaiboek. Naast GGD en GHOR zijn dat in elk geval: politie, gemeenten (ambtenaar volksgezondheid en/of openbare veiligheid en/ of andere contactambtenaar) en brandweer. De projectleider GGD is voorzitter van de projectgroep en rapporteert aan de stuurgroep. Ter uitwerking van het draaiboek kunnen de diverse hulpverleningsdiensten werkgroepen inrichten. Fase B1 In deze fase vindt de feitelijke operationele voorbereiding plaats en wordt een besluit genomen ten aanzien van het aangaan van verplichtingen om over de middelen te kunnen beschikken om de massavaccinatie ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren binnen de gestelde kaders. Deze fase start nadat op rijksniveau daartoe besloten is. Er is nog steeds sprake van de voorbereidingsfase. In deze fase kan nog steeds gewerkt worden met de structuur van fase A. Fase B2 Er is sprake van daadwerkelijke alarmering om concreet voor te bereiden om de massavaccinatie – na daartoe strekkend besluit – te starten. Deze situatie is van kracht, indien er concrete aanleidingen zijn. Het besluit wordt op rijksniveau genomen en via het NCC gecommuniceerd. De bestuurlijke en operationele structuur voor de rampenbestrijding zijn van toepassing, zoals beschreven in fase C. Fase C en D Fase C is de start van de daadwerkelijke vaccinatiecampagne, waartoe op rijksniveau een besluit zal worden genomen. Dit gebeurt door een aanwijzingsbesluit van de minister van BZK, op grond van artikel 1b Wet Rampen en Zware Ongevallen. 1 De hoogst opgeschaalde nationale structuur (veelal bekend als GRIP 4) als bedoeld in de WRZO is dan van toepassing. Deze loopt door in fase D, waarin nazorg en afschaling aan de orde zijn. De burgemeester is bevelhebber en bestuurlijk eindverantwoordelijk. Coördinerend bestuurder (CB) Omdat de uitvoering door de operationele diensten echter regionaal geschiedt, wordt geadviseerd een coördinerend bestuurder aan te wijzen. Veel regio´s kennen al een regeling, waarin een coördinerend burgemeester is ingesteld. (Waar dit niet het geval is, adviseert het ministerie van BZK om de korpsbeheerder als zodanig aan te wijzen. In regio´s die samenvallen met een provincie vervult de Commisaris van de Koningin (CdK) de rol van 1
Het aanwijzingsbesluit zal ook moeten vermelden, dat de Wet Rechtspositionele Voorzieningen Rampenbestrijders (WRVZ) van toepassing is, waardoor met name verzekeringstechnische aansprakelijksregelingen afgedekt zijn.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 10 van 43
coordinerend bestuurder.). De coördinerend bestuurder (kan de CdK zijn) stemt af met de burgemeesters van de gemeenten in de regio (die hun eigen bevoegdheid blijven houden) en met de Commissaris van de Koningin. Aanwijzingen vanwege het kabinet zijn bindend. De formele communicatie verloopt via het NCC naar de CdK´s naar de burgemeesters. De coordinerend bestuurder kan deze procesgang versnellen. Regionaal Beleidsteam De opgeschaalde structuur kent een regionaal beleidsteam (RBT)2, waarin de coördinerend bestuurder tenminste bijgestaan wordt door de korpschef van politie, de regionale commandant brandweer en de RGF (namens de hulpverleningsdiensten), alsmede door een voorlichter, een gemeentesecretaris en de hoofdofficier van justitie. In dit geval kan de CB besluiten de directeur GGD aan het RBT toe te voegen ter ondersteuning van de RGF 3. De RGF is in deze fase ambtelijk verantwoordelijk voor het verloop van het proces, waarbij de GGD de medisch-professionele verantwoordelijkheid blijft behouden. Wettelijk is geregeld, dat de operationele leiding van de rampenbestrijding berust bij de commandant van de regionale brandweer, tenzij de CB besluit dit aan een van de andere hulpverleningsdiensten op te dragen. In dit geval zou de RGF de Operationeel Leider (OL) kunnen zijn, maar als de OOV-aspecten zwaar wegen, kan ook de korpschef van politie deze rol toegewezen krijgen. Afhankelijk van de situatie zal dit besluit genomen moeten worden. Regionaal Operationeel Team In het regionaal operationeel team (ROT) worden de beleidsaanwijzingen van het RBT vertaald in samenhangende operationele uitvoeringsmaatregelen. Het ROT verzorgt de afstemming tussen het operationele en het strategische niveau. Het ROT draagt zorg voor de informatieverstrekking aan het RBT. In het ROT nemen tenminste zitting leidinggevenden van de GHOR (HsGHOR), politie, brandweer en gemeente, eventueel aangevuld met de projectleider GGD. Deze kan zich op onderdelen bij laten staan door de arts infectieziekten. De operationeel leider heeft ook de leiding over het ROT. Actiecentra De deelnemende hulpverleningsdiensten stellen ter uitvoering van hun activiteiten actiecentra in. Aandachtspunt voor de GHOR is daarbij, dat vanuit het actiecentrum GHOR zowel ondersteuning geboden moet worden tbv distributie vaccinatiecampagne als ondersteuning op andere trajecten, welke lopen in het kader van de rampenbestrijding en de continuïteit van zorg. Daarnaast stelt de GHOR het kernteam PSHO in als actiecentrum voor psychosociale hulpverlening. In de bijlage is een schematische uitwerking gegeven van de structuur in de diverse fasen.
1-1 Organogrammen in fase A tm D versie 04-03-03.doc
2-5 Verantwoordelijkheidsverdeling massavaccinatie 28-02-03.pdf 2
Het regionaal beleidsteam adviseert de bevelhebber over de te nemen besluiten op beleidsniveau. De RGF is tijdens de rampenbestrijding procesverantwoordelijk voor de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening. Dat laat de medisch-professionele verantwoordelijkheid van de diverse medische disciplines – in dit geval dus de GGD – onverlet. De opperbevelhebber heeft de bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan de diverse disciplines. De RGF draagt zorg voor uitvoering van deze aanwijzingen. Voor zover het noodzakelijk is in het beleidsteam medisch-inhoudelijke aspecten aan de orde te stellen kan de RGF zich daarvoor door de betreffende discipline laten ondersteunen. 3
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 11 van 43
Communicatie. Een goede afstemming van de communicatie met afspraken over de woordvoering is essentieel. De regie van de communicatie moet waar mogelijk landelijk neergelegd worden en waar noodzakelijk regionaal. Daarnaast moet de organisatie van de communicatie aansluiten bij de bestuurlijke organisatiestructuur. Communicatiemedewerkers vanuit alle betrokken hulpverleningsdiensten richten met elkaar een communicatieoverleg in. In fase B2/C/D is het aan te bevelen om dat onder voorzitterschap te doen van c.q. namens de gemeente, die in het kader van het rampenplan immers belast is met het proces communicatie. In fase A en B1 gebeurt dat binnen de projectstructuur.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 12 van 43
Hoofdstuk 3
Fasering massavaccinatie
In dit hoofdstuk wordt een fasering besproken, waarmee de diverse stappen rond het proces massavaccinatie inzichtelijk worden gemaakt. Het programma gebruikt de fasering om duidelijkheid te verkrijgen rond de vraag welke activiteiten daadwerkelijk gereed moeten zijn rond 1 februari en 1 april 2003, zodat na een positief besluit kan worden gegaan tot het uitvoeren van een pokkenvaccinatie van de gehele bevolking. Daarmee is de fasering een hulpmiddel geworden bij het systematisch opbouwen van het draaiboek en het plannen van de activiteiten. Het is zeker geen doel op zich; het doel is immers het proces massavaccinatie: het vooralsnog binnen 4 dagen vaccineren van de bevolking. De eerste stap naar een procesmatige uitwerking wordt gemaakt door de resultaten van de werkgroepen te ordenen naar het vaccinatieproces. Enkele onderdelen worden daarbij als randvoorwaarden uitgewerkt, zoals locaties, personeel en communicatie.
3.1
Schematische fasering
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 13 van 43
3.2
Toelichting fasering
De fasering van het proces is, zoals in het schema zichtbaar is, te onderscheiden in: Fase A: planmatige voorbereiding Fase B: B1: - operationele voorbereiding - aanloop B2: - alarmering Fase C: uitvoering Fase D: nazorg / afschaling. Fase A Planmatige voorbereiding In fase A worden alle theoretische voorbereidingen getroffen die nodig zijn om de operationele voorbereiding snel en efficiënt te laten verlopen: in deze fase wordt nagedacht over onder meer het verloop van het vaccinatieproces, de benodigde middelen (verband, naalden, vaccin), de personeelsinzet (bijvoorbeeld: formatieplan, roostering op functies) en de randvoorwaarden (bijvoorbeeld: welk personeel mag prikken, hoe is de verzekering geregeld). De oproepsystematiek wordt voorbereid en de criteria voor triage worden uitgewerkt. De voorlichtingsmaterialen worden uitgedacht en beschreven, en het communicatieplan wordt gemaakt. De logistieke organisatie wordt uitgewerkt. Met betrekking tot de OOV en de algehele medische zorg worden in samenwerking met de betreffende externe partners plannen beschreven (maar nog geen afspraken gemaakt). De locaties worden vastgesteld. Fase B Operationele voorbereiding In fase B1 start de operationele voorbereiding. Als er niet direct sprake is van alarmering start er eerst een voorlopige voorbereiding waarbij alle in A uitgedachte zaken in de regio worden vertaald naar de daar geldende situatie. De eerste operationele voorbereidingen worden getroffen: roosters worden ingevuld met namen; de vaccinopslag wordt voorbereid etc.. Ook zullen reeds mondeling gemaakte afspraken concreet worden ingevuld. In fase B2 wordt na alarmering (advies OMT, besluit BAO) opgeschaald en worden alle zaken in gereedheid gebracht die nodig zijn om de uitvoering te starten. Fase C Uitvoering De overgang naar fase C is een besluit van de regering. Als dit besluit genomen is, dan wordt de eerstvolgende ochtend na 24 uur nadat de beslissing bekend is gemaakt, tot vaccinatie overgegaan (om 8:00 uur). De uitvoering omvat het totale proces van inrichten van de locaties, het transport van de benodigde goederen, oproepen van personeel en startklaar maken van de setting tot en met de eerste vaccinatieronde. Deze bestaat uit vier dagen vaccineren in de daarvoor aangewezen locaties en 1 dag tot 2 dagen vaccineren van niet mobiele groepen. In deze fase spelen OOV aspecten en logistieke vraagstukken een grote rol, evenals communicatie (met name gericht op het managen van public confidence).
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 14 van 43
Fase D Nazorg en afschaling Op 9 dagen na de vaccinatie wordt er gecontroleerd of de vaccinatie het bedoelde effect heeft. Ook dit proces beloopt 6 dagen (4 dagen in de priklocaties en 1 dag to 2 dagen ambulant). De gevaccineerden worden in hun informatieset geattendeerd wanneer zij worden verwacht (op dezelfde locatie en op hetzelfde tijdsstip maar dan 9 dagen later) voor als de vaccinatie niet is aangeslagen. Indien nodig wordt er direct gerevaccineerd. Ook personen, die de eerste ronde wegens een tijdelijke contra-indicatie niet konden worden gevaccineerd, kunnen nu worden gevaccineerd. 9 dagen later herhaalt zich het controleproces voor diegenen die nu zijn gevaccineerd. Op advies van OMT/BAO volgt afschaling.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 15 van 43
Hoofdstuk 4 4.1
Medische en cijfermatige uitgangspunten
Medische uitgangspunten
Voor wat betreft een aantal medische uitgangspunten wordt gebruik gemaakt van de factsheets zoals deze zijn uitgegeven door het ministerie van VWS. Deze factsheets zijn in samenwerking met de Landelijke Coordinatiestructuur Infectieziekten (LCI) opgesteld. Het gebruik hiervan bevordert het gezamenlijk spreken over dezelfde uitgangspunten. In het onderstaande document vindt u drie factsheets van het ministerie van VWS. De eerste sheet stelt de problematiek, de geschiedenis en de actualiteit rond het verschijnen van pokken aan de orde. Geconstateerd wordt dat er geen behandeling tegen pokken bestaat en dat drie van de tien personen die geïnfecteerd zijn met het virus komen te overlijden. In Nederland is in 1976 gestopt met vaccineren. In de tweede sheet staan de symptomen van pokken beschreven en het verloop van de ziekte per dag. De vraag wordt gesteld in hoeverre besmetting met pokken weer actueel kan worden. Het vermoeden bestaat dat het pokkenvirus gebruikt kan worden in een bioterroristische aanslag, waarop in de derde factsheet de overheidsmaatregelen tegen pokken worden uitgewerkt. In de tweede factsheet wordt gesteld dat met de oude en nieuw aangemaakte voorraad pokkenvaccin de gehele Nederlandse bevolking gevaccineerd kan worden. Bepaalde groepen hebben grotere kans op bijwerkingen van het vaccin, zoals mensen met een verzwakt afweersysteem, mensen die recent een transplantatie hebben ondergaan of bepaalde huidproblemen hebben. Vaccinatie van zwangere vrouwen kan onder meer leiden tot vroeggeboorte van het kind. De contra-indicatie tot vaccinatie en de daaraan gerelateerde verhoogde kans op ernstige bijwerkingen wordt altijd afgewogen tegen het risico van een infectie met pokkenvirus en de gevolgen daarvan. Dus omstandigheden waarop besloten wordt tot massavaccinatie en de intensiteit van contact met een patiënt met pokken zijn zeer belangrijke factoren in deze afweging. Een infectie met het pokkenvirus is immers gevaarlijker dan vaccinatie. Ringvaccinatie (het vaccineren van de omgeving van de persoon waarbij een infectie met pokken wordt vermoed) is de belangrijkste manier om verspreiding van het pokkenvirus te voorkomen. Wanneer blijkt dat met ringvaccinatie (draaiboek pokken LCI) de pokkenuitbraak niet snel is in te dammen, zal de gehele bevolking vaccinatie worden aangeboden (draaiboek massavaccinatie). In het document “Technische informatie over pokken en pokkenvaccin” wordt de ontwikkeling van pokken in een tijdsbestek geplaatst. Tot slot wordt in factsheet 3, zoals eerder opgemerkt, gesproken over de overheidsmaatregelen tegen pokken. In het kort worden de meldingsketen en de maatregelen bij een constatering van een geval van pokken in Nederland uitgewerkt, conform het draaiboek pokken van de LCI. Aanvullende medische uitgangspunten die van belang zijn voor de uitwerking van het regionale draaiboek zijn opgenomen in het document “medische uitgangpunten”. De links zijn op de volgende pagina afgebeeld.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 16 van 43
2-0 Opmerkingen bij bijlage 2-1.pdf
2-1 Factsheets Ministerie van VWS versie 05-02-03.pdf
2-2 Technische info over pokken en vaccin versie 05-02-03.pdf
2-3 Medische uitgangpunten versie 05-02-03.doc
2-6 Hygiëneprotocol priklocatie versie 28-02-03.doc
2-8 Bijsluitertekst vaccinia versie 04-03-03.pdf
4.2
Cijfermatige uitgangspunten
4.2.1 Rekenmodel primaire vaccinatieproces In de diverse modellen die in dit draaiboek worden aangereikt is uitgegaan van gezamenlijke uitgangspunten. Enkele van deze uitgangspunten zijn hypothetisch, dat wil zeggen dat deze zijn vastgesteld op basis van de kennis die op dit moment beschikbaar is. Wanneer op basis van voortschrijdend inzicht een hypothese verandert, dan zal dat specifiek worden vermeld in het draaiboek. De volgende uitgangspunten gelden voor de uitgewerkte onderdelen van dit draaiboek: •
20 mensen prikken per uur per prikker De laatste routinematige vaccinatiehandelingen in het kader van pokken zijn in de begin jaren 70 uitgevoerd. Om deze reden is er geen ervaring meer met het toedienen van dit vaccin. De vaccinatie moet op een secure manier uitgevoerd worden. Daarnaast moet na het vaccineren de vaccinatieplaats zorgvuldig verbonden worden. Tevens wordt rekening gehouden met stressvolle omstandigheden, die niet te vergelijken zijn met bijvoorbeeld een meningokokken vaccinatie. Rekening houdend met het bovenstaande is een voorzichtige berekening gemaakt van 20 vaccinaties per uur per prikker. Het is natuurlijk mogelijk dat dit aantal per uur gedurende de dagen verhoogd wordt. Dit leidt alleen maar tot een vlottere doorstroom.
•
aantal prikkers per tafel Het totale proces vergt heel veel ruimte, derhalve wordt geadviseerd om twee prikkers en één assistent per tafel te hanteren. Dit betekent dat voor de kleinste
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 17 van 43
variant (small) twee eilandtafels nodig zijn; één van zes tafels en één van zeven tafels. •
12 productieve uren per dag. Het vaccineren begint ’s morgens om 08.00 uur en eindigt om 20.00 uur. Dit betekent 12 productieve uren per dag. Om dit te kunnen realiseren wordt uitgegaan van twee ploegen. Dit betekent dat prikkers elkaar voortdurend afwisselen waardoor de prikplaats continue bezet zal zijn.
•
30% ziekteverzuim In de rekentabel wordt uitgegaan van een ziektepercentage van 30%. Dit getal is mede bepaald door het te verwachte grote aantal medewerkers, die niet helemaal fit zijn door ziekte, angst of kort geleden gevaccineerd. Na vaccinatie is te verwachten dat 30% van de personen zich even “niet lekker” voelt. Dit kan individueel verschillen. Meestal varieert deze bijwerking van een stijve arm tot een lichte verhoging. Deze lichte reacties duren meestal niet langer dan 1 á 2 dagen. Paracetamol onderdrukt veelal deze bijwerkingen. Deze lichte bijwerkingen hoeven niet van invloed te zijn op arbeidsverzuim.
•
500 prikkers in een regio van 600.000 mensen (GHOR regio) Uitgaande van 20 mensen vaccineren per uur met een productiviteit van 12 uur per dag zijn 500 prikkers nodig om in 4 dagen tijd 480.000 mensen te vaccineren. 20% wordt niet gevaccineerd wegens contra-indicatie, vandaar 480.000.
•
20% uitval wegens contra-indicatie Voorlopig wordt rekening gehouden met een eerste uitval van 20% op basis van de gestelde contra-indicaties. De omstandigheden en het moment waarop besloten wordt om tot massavaccinatie over te gaan, kunnen van invloed zijn op dit percentage. Om die reden is het percentage uitval bij te stellen in de rekentabel.
•
locatie-inrichting gebaseerd op 25, 50 of 75 prikkers. Om in een korte tijd veel te kunnen realiseren, is gekozen voor zo veel mogelijk uniformiteit. Door uniformiteit is het mogelijk complete pakketten klaar te hebben staan, die snel ter plaatse kunnen zijn. Zodra de actie nodig is, wordt volgens vooraf afgesproken vraag, schematisch vanuit centraal de aanvoer in gang gezet. De keuze kan gemaakt worden uit small (25), medium (50) en large (75). Dit blijken goede eenheden te zijn voor de vooraf klaargemaakte pakketten. GGD’en kunnen naar keuze voor één of meerdere pakketten kiezen.
4.2.2 Schatting aantal bijwerkingen na massavaccinatie Er is een schatting gemaakt van het aantal te verwachten matig ernstige tot zeer ernstige postvaccinale verschijnselen bij massavaccinatie tegen pokken op basis van gegevens uit de Amerikaanse en Nederlandse literatuur. Alleen voor encefalopathieën zijn er aanwijzingen dat deze in Nederland vaker optraden dan in de Amerikaanse studies. De schattingen lopen uiteen van 1600 tot 5400 ziekenhuisopnames en 100 tot 600 overledenen door bijwerkingen.
2-7 Bijwerkingen versie 04-03-03
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 18 van 43
Hoofdstuk 5
Distributie en infrastructuur
In dit hoofdstuk wordt de distributie en opslag van het vaccin en materialen uitgewerkt. Uitgaande van een reeks theoretische scenario’s, wordt vastgesteld dat de distributie vanuit de landelijke opslagplaatsen naar de regio’s van het vaccin, de reconstitutievloeistof en overige materialen in fase B2 in gang zal worden gezet. Per fase wordt geïnventariseerd welke activiteiten uitgevoerd dienen te worden.
5.1
Uitgangspunten •
• • •
• •
In het kader van een voorbereiding op massavaccinatie zijn ten aanzien van de distributie 3 scenario’s theoretisch aangegeven. Het ministerie van VWS gaat uit van scenario 3, waarbij de distributie van vaccinatiematerialen naar de regio bij aanvang van fase B2 zowel het vaccin, de reconstitutievloeistof en het overige vaccinatiemateriaal van de landelijke opslagplaatsen naar de regio’s uitgereden wordt. Er hoeft derhalve geen langdurige opslag in de regio gerealiseerd te worden. Alle opslag in de regio kan bij kamertemperatuur plaatsvinden. Consequentie van landelijke opslag is, dat de distributie (van landelijke opslag naar regionale opslag en van regionale opslag naar de priklocaties) in zeer korte termijn moet plaatsvinden. Distributie van vaccinatiematerialen vindt dan ook plaats in gestandaardiseerde pakketten, waarbij als eenheid is aangehouden de hoeveelheid materialen voor 25 prikkers voor één prikdag (5000 doses). Deze standaardpakketten kunnen op grond van de huidige verpakking van het vaccin niet op korte termijn worden aangepast. Doelstelling is deze materialen op rolcontainers aan te leveren. Niet vaccinatiegerelateerde materialen zullen lokaal verkregen moeten worden.
5.2 Fasering In het onderstaande document is per fase een uitvoerige beschrijving van de activiteiten opgenomen.
3-1Vaccindistributie versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 19 van 43
Hoofdstuk 6 6.1
Oproep van de bevolking
Oproepsystematiek
Bij de oproep de bevolking wordt uitgegaan van een situatie met beperkte voorbereidingstijd; de oproep zal snel en simpel op postcode moeten plaatsvinden binnen enkele uren na de beslissing tot massavaccinatie. In document 6-1 is de oproepsystematiek uitgewerkt en schematisch in kaart gebracht. Tevens is een figuur opgenomen waarin de verschillende activiteiten per fase (A t/m D) zijn omschreven. In vergelijking met de vorige versie (0.3) zijn enkele wijzigingen en toevoegingen in dit document verwerkt: • In de vorige versie 0.3 werd onderscheid gemaakt in scenario 1 en scenario 2 waarbij de laatste gebaseerd was op individuele oproep en registratie. Na overleg met VWS is besloten dat bij massavaccinatie binnen vier dagen scenario 2 niet in aanmerking komt voor uitvoering gezien het feit dat in principe scenario 1 voldoet in het in het oproepen van elke Nederlander voor vaccinatie en met individuele oproep extra kosten en procedures gepaard gaan. In document 6-1 wordt scenario 2 niet meer beschreven. • In het document wordt aandacht besteed aan de communicatieaspecten omtrent de oproepschema’s. Er is onder andere een voorbeeld van een begeleidende brief bij het oproepschema. • In de bijlage zijn een aantal digitale bestanden opgenomen (de toelichting staat in bijlage 6-9 hieronder, de bestanden zelf staan op kennisnet, domein I&V massavaccinatie pokken, subdomein programmamanagementbureau). Eén van de bestanden bevat een programma dat een hulpmiddel kan zijn bij het genereren van de postcodeschema’s. Het programma kan postcodegegevens inlezen en groeperen per kwartier; het aantal inwoners dat per kwartier gevaccineerd wordt is variabel. De postcodegegevens die geleverd worden door de gemeenten moeten wel voldoen aan een bepaald format om ingelezen te kunnen worden.
6-1 Oproepsystematiek versie 28-02-03.doc
6-9 Toelichting bijlage digitale rekenbestanden versie 04-03-03.doc
6.2
Vaccinatie personeel en bijzondere groepen
In document 6-2 wordt aandacht besteed aan groepen die op een -niet reguliere- manier benaderd moeten worden (hulpverleners/prikkers en bijzondere groepen). In vergelijking met de vorige versie (0.3) zijn enkele wijzigen en toevoegingen in dit document verwerkt: • De procedure om personeel en hulpverleners op te roepen en te vaccineren is verder uitgewerkt. • Landelijk is inmiddels afgesproken dat twee dagen gereserveerd kunnen worden voor de vaccinatie van niet-mobiele groepen (dag 5 en 6). 6-2 Vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 28-02-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 20 van 43
Hoofdstuk 7
Het vaccinatieproces
Het totale proces van de voordeur tot en met de uitgang is in 4 processen gesplitst. Indien blijkt dat één of meerdere processen niet haalbaar of nodig zijn, kunnen ze eenvoudig in de berekening en uitvoering vervallen In een acute noodsituatie zal geen tijd zijn om de triage thuis voor te bereiden. Derhalve wordt de triage ter plaatse uitgevoerd. Dit is proces 1. Voor de voorlichting geldt hetzelfde, maar is ook afhankelijk van de ter beschikking staande middelen. De voorlichting inclusief de toestemming is proces 2. Het toedienen, verbinden is proces 3 en voorlichting over de controle van de vaccinatie is proces 4. Na het primaire proces komt de nazorg, vaccinatie controle en (re)vaccinatie en afschaling (proces 5 t/m 10). Onderstaand treft u schematisch de processen 1 t/m 4 aan.
7.1
Proces 1: De triage
In bovenstaand schema wordt ervan uitgegaan dat de triage ter plaatse wordt uitgevoerd. De ideale situatie is dat, wanneer voldoende tijd is, de triage grotendeels thuis plaatsvindt d.m.v goede informatie over de geldende contra-indicaties. In zo’n situatie kan men al thuis het triageformulier en de informed consent invullen. In dit draaiboek wordt echter rekening gehouden met een noodsituatie, wanneer niet voldoende tijd beschikbaar is om de triageformulieren en de criteria voor contra-indicaties te verspreiden en dus de triage op de vaccinatielocatie plaats moet vinden. Dit betekent dat iedereen een formulier uitgereikt krijgt, waarop de triage-ragen aangekruist kunnen worden. Degenen die geen kruisjes hebben gezet op het formulier (geen contra-indicaties) mogen verder het proces in. Degenen met een of meer kruisjes worden verwezen naar een triage-verpleegkundige. Indien nodig raadpleegt de triage-verpleegkundige de verantwoordelijke arts. Geschat wordt dat, afhankelijk van de situatie waarin gevaccineerd wordt, 20 % van de mensen, na het gesprek met de triage- verpleegkundige of arts, een contra-indicatie heeft voor vaccinatie.
4-1 Proces 1 formulieren en triage versie 04-03-03.ppt Het doel van triage is om te bereiken dat alleen personen gevaccineerd worden voor wie het risico op een bijwerking kleiner is dan het risico op pokken. Deze afweging verandert dus afhankelijk van de grootte van de reële pokkendreiging voor de betreffende persoon.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 21 van 43
In de situaties waarin geen pokkentransmissie in de wereld is en/of geen directe dreiging in Nederland is, is het doel om door middel van triage te voorkomen dat mensen ten onrechte gevaccineerd worden(dit geldt bij voorbeeld in de situatie waarin de hulpverleners ingeënt zouden worden, voordat er in Nederland sprake zou zijn van transmissie van het pokkenvirus). Wanneer een reële dreiging is in Nederland en/of wanneer het virus zo massaal verspreid is dat alle Nederlands als mogelijke contacten van patienten met pokken kunnen worden beschouwd, is het doel om door middel van triage te voorkomen dat mensen ten onrechte niet gevaccineerd worden. Bij het opstellen van criteria voor contra-indicaties heeft deze afweging een belangrijke rol gespeeld. De criteria voor contra-indicaties zijn heel streng wanneer er geen reële kans is op verspreiding van pokkenvirus. Naarmate de kans van verspreiding reëler wordt, wordt de noodzaak om het risico van bijwerkingen af te wegen tegen het risico van pokken, belangrijker. De contra-indicaties zijn uitgewerkt naar 4 theoretische situaties.
7-1 Inleiding criteria voor contra-indicaties versie 05-02-03.doc
7-2 Schematische weergave criteria voor contra-indicaties versie 05-02-03.doc
7-3 Uitgangpunten triage en procesbeschrijving versie 05-02-03.doc
7-4 Stroomschema triage versie 05-02-03.doc
7.2
Proces 2: Voorlichting, toestemming en registratie
Het uitgangspunt is, dat ondanks de hectiek iedereen zo goed mogelijk voorgelicht moet worden om een informed consent te laten tekenen. Het vertonen van de voorlichtingsfilm zal in fase B2 via de nationale en/of lokale zenders gaan. Dit betekent dat voorlichting thuis mogelijk is geworden en uit het proces is gehaald. Aan het begin van dit proces wordt op de locatie door middel van posters instructie en voorlichting over de vaccinatie getoond. Vervolgens komen ze op een plaats waar het informed consent getekend kan worden. Zijn er dan nog vragen, dan kan eerst nog een deskundige geraadpleegd worden. Wij houden er rekening mee, dat 2% alsnog besluit om zich niet te laten vaccineren.
4-2 Proces 2 voorlichting versie 04-03-03.ppt
7.3
Proces 3: Vaccinatie en verbinden
Het uitgangspunt is hier zorgvuldig en op de juiste manier prikken, zodat de beste garantie is gewaarborgd op een goed resultaat. De laatste routinematige vaccinatiehandelingen in het kader van pokken zijn in de begin jaren 70 uitgevoerd. Om deze reden is er geen ervaring meer op dit specifieke prikgebied. Ook moet de vaccinatie op een secure manier uitgevoerd worden en de vaccinatieplaats zorgvuldig verbonden worden. Specifieke instructie volgt.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 22 van 43
Tevens wordt rekening gehouden met stressvolle omstandigheden, die niet te vergelijken zijn met een meningokokken vaccinatie. Gezien het bovenstaande is een voorzichtige berekening gemaakt van 20 vaccinaties per uur per vaccinateur. Het is natuurlijk mogelijk dat dit aantal per uur gedurende de dagen verhoogd wordt. Dit leidt alleen maar tot een vlottere doorstroom.
4-3 Proces 3 vaccinatie versie 04-03-03.ppt
2-4 Protocol prikaccidenten versie 31-01-03.doc
7.4
Proces 4: Uitreiken informatie- en verzorgingspakket
Bij de uitgang krijgt de gevaccineerde informatie/behandelingspakket mee. Dit bestaat uit een folder over de wijze van verzorging. Men wordt verzocht om zelf de controle op aanslaan van de vaccinatie uit te voeren (korst controle). Is na 10 dagen nog geen korstje zichtbaar, dan wordt men verzocht om zich opnieuw te laten vaccineren.
4-4 Proces 4 nazorg versie 04-03-03.ppt
7.5
Proces 5: Vaccinatie van nie t-mobie len (dag 5 en 6).
Bij massavaccinatie zijn er mensen die niet mobiel zijn (zorgbehoevende en instellingsgebonden personen) en dus niet naar de vaccinatielocatie kunnen komen. Deze mensen zijn vooraf geïdentificeerd en worden op dag 5 en evt. 6 door mobiele prikteams bezocht. Er is gekozen om op dag 5 en 6 de niet mobiele bevolking te vaccineren. Om dit aan het eind van de eerste vier dagen massavaccinatie te doen is ingegeven door een praktische en logische keuze. Niet-mobielen hebben statistisch minder risico op besmetting door gemiddeld minder contactmomenten. De mobiele teams kunnen, gebruik makend van de ervaring van 4 dagen vaccineren, niet-mobiele groepen vlot bedienen.
7.6
Proces 6: Vaccinatiecontrole en revaccinatie mobielen (dag 10-13
Gevaccineerden zijn geïnstrueerd om, als men twijfelt of het vaccin is aangeslagen, 10 dagen na vaccinatie (dag 10-13) op hetzelfde tijdstip als waarop men was opgeroepen voor de eerste vaccinatie, terug te keren naar vooraf aangekondigde vaccinatielocatie voor controle en eventuele revaccinatie. Geschat wordt dat 20% van de gevaccineerden terugkomt voor vaccinatiecontrole, waarvan maximaal de helft opnieuw dient te worden gevaccineerd (factsheet). Inrichting van locatie en personele bezetting wordt hierop afgestemd. Op deze dagen (dag 10-13) wordt mensen die op de massavaccinatiedagen niet zijn geweest alsnog de gelegenheid geboden zich te laten vaccineren.
7.7 Proces 7: Vaccinatiecontrole en revaccinatie van niet-mobielen (dag 14 en 15) Vaccinatiecontrole en eventuele revaccinatie in instellingen voor op dag 5 gevaccineerden.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 23 van 43
7.8 Proces 8: Vaccinatiecontrole voor ge(re)vaccineerden op de GGD (dag 19-22) De personen die zijn gerevaccineerd op dag 11-14 worden 10 dagen later op de GGD opnieuw gecontroleerd indien de gevaccineerden twijfelen of de vaccinatie is aangeslagen.
7.9 Proces 9: Vaccinatiecontrole voor ge(re)vaccineerden bij instellingen e.d. (= dag 23 en 24) Mobiele teams zullen 10 dagen na de revaccinatieronde in instellingen (proces 7) opnieuw een laatste ronde langs de instellingen maken voor controle.
7.10 Proces 10: Afschaling (= dag 30) Na besluit OMT / BAO wordt er op dag 30 afgeschaald.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 24 van 43
Hoofdstuk 8 8.1
Locatiekeuze en personeel
Locatie-keuze
Voor de keuze van de locaties wordt verwezen naar de cijfermatige uitgangspunten zoals in hoofdstuk 4 zijn gedefinieerd. In de documenten bij hoofdstuk 8 (bij het processchema dag 1 tot en met 4) treft u een schematische opstelling van de locaties aan. De locatie kan worden ingericht in de small, medium en large uitvoering. Een programma van eisen ten aanzien van de locaties is in onderstaande bijlage opgenomen.
4-5 Programma van eisen locaties versie 31-01-03.doc Vanuit het landelijke draaiboek wordt een aantal handreikingen gedaan, met name met betrekking tot de berekening van aantallen personeel en locaties. Ook is in het hieronder aangegeven document een voorbeeldschets opgenomen. Hierop is een voorbeeld-indeling te zien met een indicatie van het aantal m2 in een ruimte. Vanuit het landelijk draaiboek wordt het benodigde aantal m2 niet verder gespecificeerd. De belangrijkste redenen hiervoor is, dat locaties verschillend van omvang en indeling zijn. Oplossingen op het gebied van indeling van de ruimte, toegankelijkheid voor gehandicapten en het reguleren van de toestroom van mensen dient vanuit lokaal perspectief nader te worden uitgewerkt. De genoemde schets en de drie tekenopstellingen bij de rekenmodellen moeten voldoende informatie geven om daarmee aan de slag te kunnen.
4-6 Voorbeelden inrichting locaties versie 05-02-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 25 van 43
8.2
Inzet van personeel
Om het primaire proces zo goed mogelijk te laten verlopen op het gebied van orde en kwaliteit, zal het nodige personeel ingezet moeten worden. Landelijk is gekozen voor een invulling van een hoeveelheid personeel die voldoende waarborging geeft aan de kwaliteit van de totale uitvoering. De volgende aspecten spelen hierbij een belangrijke rol: 1. Met voldoende medewerkers kan de doorstroming beter plaatsvinden en is het handhaven van de nodige rust beter te realiseren. Dit is belangrijk voor de mensen, die gevaccineerd worden en voor het personeel. 2. Zorgvuldig en op de juiste wijze vaccineren levert het beste resultaat op. Dit betekent hogere respons en minder terugkomers. 3. Vanuit landelijk draaiboek wordt een model geadviseerd, waarbij de medewerkers zich rustig en veilig kunnen werken en zich niet opgejaagd voelen. Tevens moeten de leidinggevenden redelijkerwijs de verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk (onder gegeven omstandigheden) kunnen dragen. 4. Het rekenmodel is een advies. Iedere lokale GGD heeft zijn eigen verantwoordelijkheid in deze. Naar aanleiding van de procesgang zoals is omschreven in de uitvoeringsfase zal landelijk per priklijn worden vastgesteld hoeveel personeel met welke kwalificatie nodig is. In hoofdstuk 4 zijn hiervoor een aantal uitgangspunten aangegeven. Werving van personeel wordt uitgevoerd binnen de regio’s. Opleiding van personeel: op basis van landelijk richtlijnen ten aanzien van het uitvoeren van de vaccinatie zal op landelijk niveau een instructie worden vastgesteld. Vaccinatie van personeel: indien relevant zal er besluitvorming plaatsvinden door het Kabinet na advies van OMT/BAO. De aspecten van voorbereiding ten aanzien van de werving en instructie van personeel worden gedetailleerd uitgewerkt in het volgende document.
5-4 Personeelsinzet op de priklocaties versie 31-01-03.doc
Bij het invullen van het personeel kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten: 1. Proces 1: Indien de triage niet thuis kan plaatsvinden, is een alternatief het buiten de locatie te doen door middel van grote posters met teksten in verschillende talen. Dit betekent beduidend minder mensen binnen. 2. Proces 2: De voorlichting kan via de landelijke en lokale zenders uitgezonden worden, dus dat betekent ook hier een reductie van het aantal medewerkers. 3. Proces 3: Per tafel kunnen twee prikkers aan beide kanten aan het werk zijn. Dit betekent bijvoorbeeld in de variant Small geen 25 tafels, maar 13. Bij de twee prikkers wordt één assistent ingezet, die vast kan houden, papieren in ontvangst nemen en de vaccinatie voorbereiden.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 26 van 43
4. Proces 3: Daar de artsen en verpleegkundigen op andere onderdelen ingezet moeten worden, zijn de vaccinateurs bij voorkeur paramedisch geschoold of in opleiding of desnoods niet medisch. Dit vergroot sterk het potentieel. 5. De medisch eindverantwoordelijke in de locatie moet bij voorkeur een infectieziektearts met ervaring zijn. 6. Indien het aantal EHBO’ers niet gehaald wordt, kunnen BHV’ers (Bedrijfs Hulp Verleners) hun plaatsen innemen. Iedere organisatie heeft inmiddels de wettelijke verplichting om BHV’ers in dienst te hebben. 7. Verwacht wordt dat inwoners, die geen Nederlands spreken, hun kinderen gebruiken om het Nederlands te kunnen vertalen en te begrijpen. Daarnaast speelt de VETC’er (Voorlichter Eigen Taal en Cultuur) in de regel een belangrijke rol hierin. Bij een tekort aan deze mensen wordt aanbevolen om een tolken instituut om bijstand te vragen. Een andere mogelijkheid is om in contact te treden met deze specifieke bevolkingsgroepen en in overleg met hun mensen selecteren, die bereid zijn als tolk op te treden. roosters maken. In fase B kunnen de roosters gemaakt worden. Voor de grotere locaties met veel personeel staat het nut van het maken van roosters ter discussie. Een alternatief hiervoor is: 1. Per proces wordt een overzicht gemaakt van het benodigd personeel met aantallen 2. De vitale plaatsen (zoals halmanager en eindverantwoordelijke arts) worden op naam ingevuld. 3. zover mogelijk het aantal artsen, verpleegkundigen, EHBO en VETCérs verdelen over de locaties 4. De rest aan personeel: per organisatie aangeven hoeveel en hoe laat zij in een aangewezen locatie zich moeten melden. 5. Ter plaatse de aanwezigen per proces verdelen over de in te vullen posten. De rekenmodellen In een elektronische bijlage (5-1 t/m 5-3) zijn de rekenmodellen in excel opgenomen waarmee de totale personele inzet per priklocatie kan worden berekend in de varianten small, medium en large. De functies zijn geordend naar het primaire proces en deelprocessen. Indien de grote aantallen personeel niet haalbaar zijn, zal het met minder uitgevoerd moeten worden. Het risico dat op onderdelen het minder goed zal verlopen wordt hiermee vergroot.
5-1 Rekenmodel pokken landelijk Large versie 04-03-03.xls
5-2 Rekenmodel pokken landelijk Medium versie 04-03-03.xls
5-3 Rekenmodel pokken landelijk Small versie 04-03-03.xls
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 27 van 43
Er zijn landelijke richtlijnen opgesteld ten aanzien van de vaardigheden van een vaccinateur en vindt u een voorbeeldbrief, die gebruikt kan worden om een globale inventarisatie uit te voeren onder het eigen personeel.
5-5 Richtlijn eisen vaccinateur versie 04-03-03.doc
5-6 Voorbeeld brief GGD medewerkers versie 31-01-03.doc
2-6 Hygiëneprotocol priklocatie versie 28-02-03.doc Tot slot is er op landelijk niveau overleg geweest over de inzet van het Nederlandse Rode Kruis bij de uitvoering van een massavaccinatie tegen pokken. In bijgevoegd document zijn de gemaakte afspraken opgenomen.
5-7 Inzet NRK versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 28 van 43
Hoofdstuk 9 9.1
Registratie
Registratie
Het doel van registratie is tweeledig: 1. Inzicht krijgen in het aantal gevaccineerden op regionaal en landelijk niveau. 2. Inzicht krijgen van vaccinatiestatus, contra-indicaties en gebruikt lotnummer op individueel niveau ten behoeve van veiligheidsbewaking. In het geval van een massavaccinatie tegen pokken hebben we te maken met verschillende registratie processen: • Registratie van aantal gevaccineerden per locatie • Registratie van partijnummers per locatie • Registratie per individu o Bewaren informed consent formulier (met NAW gegevens, contra indicaties en toestemmingsverklaring) na massavaccinatie o Vaccinatiebewijs • Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie • Registratie postvaccinale verschijnselen In document 6.3 wordt de registratie m.b.t. de eerste drie bovengenoemde punten beschreven. Ook is hier een voorbeeld opgenomen van het vaccinatiebewijs.
6-3 Registratie van vaccinatie versie 28-02-03.doc
6-4 Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-03-03.doc
6-5 Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03.doc
6-6 Meldingsformulier postvacc verschijnselen, versie 28-02-03.doc
6-7 Instructie meldingsformulier postvacc verschijnselen versie 28-02-03.doc
6-8 Informed consent versie 28-02-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 29 van 43
Hoofdstuk 10
Ketenpartners
De volgende ketenpartners in de zorg worden onderscheiden: huisartsen, medisch specialisten, ziekenhuizen, ambulancediensten, thuiszorginstellingen, verpleeg- en verzorgingshuizen, apothekers, Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ) en Algemene Maatschappelijk Werk (AMW). Een aparte plaats verdienen de hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, GHOR). Van elke ketenpartner worden achtereenvolgens de rollen beschreven in het kader van deze campagne en worden van deze rollen de taken per fase uitgewerkt. Daarbij wordt tevens de communicatie landelijk en regionaal uitgewerkt. In het onderstaande document wordt onderwerp nader gedetailleerd.
9-1 Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 30 van 43
Hoofdstuk 11
Psychosociale zorg
Psychosociale zorg dient een wezenlijk onderdeel te zijn van het vaccinatieproces. Dit zowel voorafgaand, tijdens en na afloop van een massavaccinatie. In de acute fase van het proces massavaccinatie (fase C) kan zowel op de priklocaties als daarbuiten een zodanige psychosociale problematiek manifest worden, dat professionele opvang noodzakelijk is. Bij de invulling van de priklocaties zal daar rekening mee gehouden moeten worden. Ook buiten de priklocaties zal zich problematiek kunnen manifesteren. Deze zorgvragen zullen in de regio in samenhang benaderd moeten worden. Daarbij wordt ook nog opgemerkt, dat de cliëntengroepen van de psh-instellingen onder deze omstandigheden voor extra zorgvragen kunnen zorgen. In achterliggend schema met de bijbehorende aandachtspuntenlijst wordt vanuit de optiek van het proces massavaccinatie een aantal aspecten bijeen gebracht om regionaal nader in te vullen. Daarbij wordt overwogen, dat er veel verschillen zijn in de wijze, waarop in regio’s een invulling gegeven is van de psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen. Regionaal zijn er grote verschillen in de wijze waarop de diverse ketenpartners georganiseerd en beschikbaar zijn. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de beschikbare personeelsformatie, waar een beroep op kan worden gedaan. Gezien deze verschillen is besloten om geen uitgewerkt landelijk protocol op te stellen, doch nu te volstaan met het geven van een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen vertrekken vanuit het voorstel, om regionaal het kernteam PSHOR bijeen te roepen, waarin binnen de structuur van de rampenbestrijding de betreffende pshorinstellingen vertegenwoordigd zijn. Dit kernteam zal zowel ten aanzien van de werkzaamheden binnen de priklocaties als daarbuiten de activiteiten verder in moeten vullen, en voorstellen uit moeten werken om schaarse menskracht optimaal in te zetten. Bijzondere aandacht zal gegeven moeten worden aan de nazorgperiode. De fase D, die het draaiboek massavaccinatie hanteert, beperkt zich tot 30 dagen. De nazorg aan personen, die daadwerkelijk psychosociale nazorg nodig hebben, zal echter na die periode nog doorlopen. Na deze periode kunnen zich ook nog nieuwe gevallen van psychische problematiek voordoen. Wij bevelen de kernteams aan, daar in de planvorming extra aandacht aan te geven. De stichting Impact, landelijk kenniscentrum psychosociale zorg na rampen, heeft ondersteuning geboden bij het samenstellen van achterliggend schema en aanbevelingen. Impact is beschikbaar voor aanvullingen en nadere consultatie. Impact is als volgt bereikbaar: postbus 78, 1110 AB Diemen, tel. 020 – 566 21 02, fax. 020 – 566 93 02, e-mail:
[email protected]. De website is www.impact-kenniscentrum.nl. De verdere invulling van het deelproces psychosociale invulling wordt gezien als een taak van de GHOR.
11-1 Doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 31 van 43
Hoofdstuk 12
Communicatie en voorlichting
In dit hoofdstuk wordt kort overzicht gegeven van de uitgangspunten en fasering zoals zijn omschreven in het bijgesloten communicatieplan. De voorbereiding en uitvoering van dit plan gebeurt in nauwe afstemming met het Ministerie van VWS, vanwege de vele landelijke uitgangspunten die zijn vastgesteld, teneinde communicatie en voorlichting naar de bevolking op soepele en uniforme wijze te laten verlopen. Tijdige communicatie van de juiste boodschappen leidt tot het voorkomen van paniek in het land.
12.1
Uitgangspunten
Het communicatieplan beschrijft de communicatieve ondersteuning van de operationele uitvoering van de vaccinatiecampagne door GGD’en. Communicatie over de vaccinatiecampagne maakt deel uit van communicatie over een breder onderwerp: de gevolgen van (bio)terrorisme en (inter)nationale veiligheid. Het verdient aanbeveling dit plan te toetsen aan de communicatie-activiteiten van de overige ministeries en organisaties die betrokken zijn bij de bestrijding van een nationale ramp en dus bij de uitvoering van deze vaccinatiecampagne. Dit geldt met name voor de RGF’en, vanwege hun regierol over de witte kolom partijen in een rampsituatie en de relatie met de partijen die betrokken zijn bij de openbare veiligheid (brandweer, politie).
12.2
Fasering
De fasering in de aanpak van de massavaccinatie pokken is richtinggevend voor de communicatie-aanpak. In alle fasen van de campagne is het van groot belang communicatie pro-actief in te zetten ter ondersteuning van de activiteiten die in de betreffende fase worden uitgevoerd. In fase A wordt (in overleg met de betrokken overheden) het communicatieplan geschreven. Tevens wordt een systeem van interne en externe informatievoorziening voor betrokken partijen opgezet. De interne informatievoorziening wordt opgestart. Er wordt een overzicht gemaakt van voor fase B2 en C benodigde informatiematerialen; de globale inhoud wordt per product aangegeven. Algemene publieksinformatie wordt voorbereid. In fase B1 wordt het communicatieplan verder uitgewerkt. De externe informatievoorziening aan betrokken partijen wordt opgestart. De tekst van de benodigde informatiematerialen wordt op maat van de realiteit uitgewerkt en de drukker wordt gewaarschuwd. Algemene publieksinformatie wordt gegeven; deze is gericht op het voorkomen van onnodige onrust door het tijdig verstrekken van informatie over de getroffen en nog te treffen maatregelen. In fase B2 worden de informatiematerialen gedrukt en verspreid in het land. Er wordt via alle in het communicatieplan benoemde kanalen informatie verspreid onder de bevolking, nu ook gericht op het vergroten van inzicht in wat er in fase C (de uitvoering van de vaccinatiecampagne) te gebeuren staat. De informatie richt zich onder meer ook op de contra-indicaties en wat men kan doen als men denkt dat dit aan de orde zou kunnen zijn. In fase C wordt de daadwerkelijke uitvoering ondersteund door voortdurende inzet van communicatie. De informatie richt zich nu op het proces, de contra-indicaties, de manier van vaccineren en de wondverzorging.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 32 van 43
In fase D worden voornamelijk de resultaten gecommuniceerd en wordt voorlichting gegeven over wat nu de stand van zaken is in het land ten gevolge van de campagne. Er wordt nadrukkelijk op de mogelijke bijverschijnselen gewezen en het publiek wordt gevraagd zich bij twijfel tot de huisarts te wenden. In het onderstaande document zijn per fase de communicatiedoelen, doelgroepen, de communicatiestrategie, communicatieboodschappen en –middelen en de activiteiten uitgewerkt.
10-1 Communicatieplan versie 28-02-03.doc
10-2 Uitwerking communicatiemiddelen versie 28-02-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 33 van 43
Hoofdstuk 13
Openbare orde en veiligheid
Er moet van uitgegaan worden, dat het proces massavaccinatie plaatsvindt binnen een ruimere context van bedreigingen van de openbare orde en veiligheid. Deze OOV-aspecten zullen in een separate multidisciplinaire procesbeschrijving (onder aansturing van de politie) uitgewerkt worden. De GHOR zal zorgdragen voor de inbreng vanuit de gezondheidszorg. Alle aspecten, die de openbare orde en veiligheid in en rond de vaccinatiecentra betreffen, zullen in dit afzonderlijke draaiboek opgenomen worden.
13.1 •
• • •
13.2
Uitgangspunten Het Nationaal Handboek Crisisbeheersing (down te loaden via www.minbzk.nl) is het kader voor de structuur en invulling van de rampbestrijdingsprocessen. Elke hulpverleningsdienst is daarbinnen verantwoordelijk voor de eigen rampbestrijdingsprocessen. Er is sprake van een landelijke aansturing , die regionaal uitgevoerd zal worden. VWS en BZK geven daarbij het kader aan. BZK en VWS dragen zorg voor het juridisch kader, waarin het proces van massavaccinatie zal plaatsvinden. Ook zal door hun een concept van de noodverordening opgesteld worden ten behoeve van de gemeenten. Bij de aanvang van de massavaccinatie wordt in de regio conform de daar geldende procedure multidisciplinair maximaal opgeschaald.
Quarantaine en isolatie
Quarantaine en isolatie zijn maatregelen, die niet primair gekoppeld zijn aan het proces massavaccinatie, maar met name aan het proces ringvaccinatie. Wel moet in alle gevallen worden voorbereid op deze maatregelen. Het betreft dan zowel zorgaspecten als OOV- / logistieke aspecten. Ook hier geldt, dat indien tot daadwerkelijke uitvoering op deze aspecten moet worden overgegaan, in de regio multidisciplinair maximaal zal worden opgeschaald. De basis van de maatregelen is gegeven in het draaiboek “uitbraak pokken” van de LCI. De meest recente versie van dit draaiboek is op de site van de LCI te downloaden zijn. ( www.infectieziekten.info). De aspecten van openbare orde en veiligheid worden in onderstaand document uitgewerkt. Het document geeft een algemene beschrijving van de OOV-aspecten, zoals die in het separate proces aan de orde gesteld zullen worden door de betrokken diensten. Informatie over de uitwerking zal in een volgende versie worden uitgewerkt. De RGF zal ook separaat worden geïnformeerd over de voortgang van het multidisciplinaire proces.
8-1 Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 34 van 43
Hoofdstuk 14 14.1
Randvoorwaarden en juridisch kader
Het algemene kader.
De uitvoering van vaccinaties vindt normaal gesproken plaats op grond van de bepalingen in de WCPV. In de WCPV is vastgesteld dat de collectieve preventie wat betreft infectieziekten onder verantwoordelijkheid van de gemeenteraad door de GGD wordt uitgevoerd. Waar andere, specifieke wetgeving zwijgt, is de WCPV van toepassing. Een besluit tot algemene vaccinatie tegen pokken zal echter slechts op nationaal niveau genomen (kunnen) worden en wel met de intentie dat dit besluit ook door alle gemeenten uitgevoerd zal worden. Het ministerie heeft aangegeven dat ervan uitgegaan dient te worden dat dan tevens de situatie zodanig is, dat de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO) van toepassing is (brief POG). Dit betekent dat bij opschaling van ringvaccinatie naar vaccinatie van de gehele bevolking de coördinerende verantwoordelijkheid op nationaal niveau overgaat van de Minister van VWS naar de Minister van BZK (art. 13-14a WRZO). De WRZO geeft de Minister van BZK de bevoegdheid om – ‘zo veel mogelijk in overleg’ middels de Commissaris van de Koningin aanwijzingen te geven aan de burgemeester (preventief toezicht). Daarnaast kan de Minister van VWS op grond van de WCPV de gemeente een dwingende aanwijzing geven, wanneer deze niet tijdig besluit om tot vaccinatie van de bevolking over te gaan (taakverwaarlozing – repressief toezicht). Tot slot geeft de Wet rampen en zware ongevallen de mogelijkheid om in buitengewone omstandigheden middels een koninklijk besluit de Minister van BZK bevoegd te verklaren om zonder overleg aanwijzingen te geven aan de CvK en de burgemeester (art. 21 WRZO). Deze buitengewone situatie heeft zich nog nooit voorgedaan. Wanneer de WRZO van toepassing is, liggen verantwoordelijkheden als volgt: De burgemeester voert het opperbevel over de bestrijding. De wet legt de algehele operationele leiding in handen van de commandant van de brandweer, “tenzij de burgmeester een andere voorziening treft” (art. 11, lid 2 WRZO). De leiding over de geneeskundige hulpverlening is in handen van de RGF (art. 2, lid 1 Wet Ghr), als lid van de rampenstaf. De RGF heeft – met uitzondering van aanwijzingsbevoegdheid over de CPA – geen nadere aanwijzingsbevoegdheid. Er is dus sprake van collegiaal leidinggeven van de RGF aan de directeur van de GGD, welke onderdeel is van de hulpverleningsketen. De verantwoordelijkheid voor voorbereiding en uitvoering van het ‘kernproces massale vaccinatiecampagne’ ligt bij de (directeur van de) GGD (brief POG).
14.2
De Aansprakelijkheidsverdeling.
Het Kabinet draagt de verantwoordelijkheid voor het besluit tot algehele vaccinatie van de bevolking. Bij dit besluit zullen de risico’s afgewogen zijn van de schade aan de volksgezondheid door een pokkenepidemie onder de bevolking en de schade aan de volksgezondheid door de bijwerkingen van het vaccin (een zeker aantal doden, ernstig zieken en geïnvalideerden). Op grond van epidemiologische kennis uit een wat verder wegliggend verleden bestaan hierover schattingen. De vaccinatie wordt aan de bevolking op vrijwillige basis aangeboden en ieder zal de afweging moeten maken of hij zich wil laten vaccineren, zoals dit ook voor de reguliere immunisatieprogramma’s het geval is.Het standpunt van het Ministerie van VWS is, dat daarmee het rijk noch de gemeente aansprakelijkheid draagt voor de schade die een groep mensen op zal lopen. Zou dit anders zijn, dan vraagt dat een politiek besluit om schade die
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 35 van 43
zich onvermijdelijk realiseert niet voor rekening te laten van de individuele slachtoffers en nabestaanden, maar ten laste te brengen van de gemeenschap. Daarmee is tevens de juridische strekking gegeven van de informed consent-verklaring, die van elke burger gevraagd wordt. Voor de gemeenten is dit van belang. Zij zullen in schadeprocedures geconfronteerd zullen worden met de moeilijke vraag of gezondheidsschade te vermijden was of gevolg was van een zich realiserend risico waarvoor de burger getekend had. De gemeente draagt verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en uitvoering van de vaccinatiecampagne: de GGD in casu voor het kernproces vaccinatiecampagne; de RGF/GHOR voor paraatheid en afstemming tussen ketenpartners in de witte kolom; zo nodig met de blauwe en rode kolom. Dit betekent in beginsel aansprakelijkheid van de gemeente voor (gezondheids-)risico’s van het personeel, voor organisatorisch falen en voor medischtechnisch falen. 14.2.1 Aansprakelijkheid voor risico’s van (vrijwillig) personeel: Wanneer vaccinatie van de bevolking wordt uitgevoerd op grond van de WCPV, dan komt de aansprakelijkheid voor het personeel dat bij de uitvoering betrokken is voor rekening van de gemeente. In de fase van ringvaccinatie zal dit het geval zijn. Wanneer na opschaling de Wet rampen en zware ongevallen van toepassing is, dan komt daarmee ook de Wet rechtspositionele voorzieningen rampenbestrijders in beeld (Wet van 9 september 1992, Stb. 1996-366 / Stb. 2001-481). Deze wet is van toepassing op bezoldigde en onbezoldigde rampenbestrijders. Personeel dat bijstand/inzet verleend en niet in dienst is bij een gezondheidsdienst (en brandweer, ambulancedienst, etc), moet deze inzet geleverd hebben op (vooraf dan wel achteraf) verzoek van de burgemeester. De wet regelt kort samengevat: - uitkering bij ziekte als gevolg van de rampbestrijding - uitkering bij invaliditeit - uitkering bij overlijden of vermissing - een vergoeding van ruim € 13,50 per uur dan wel een vergoeding van werkelijk gederfde inkomsten voor mensen die bijstand hebben verleend. De uitkeringen komen ten laste van de Minister van BZK.Let wel: dit zijn regelingen gericht op het individu en niet gericht op vergoedingen aan instellingen of organisaties. In het niet zeer waarschijnlijke geval van een koninklijk besluit ex art. 21 WRZO (buitengewone omstandigheden) treedt automatisch ook deze Wet rechtspositionele voorzieningen in werking (art. 1, lid 1b Wrvr). Buiten deze situatie is de Wrvr slechts van toepassing als de Minister van BZK op verzoek van de burgemeester daartoe besloten heeft (art. 3 Wrvr). Wil de gemeente weten op welke risico’s en personele lasten zij zich voor moet bereiden, dan zal in het nationale draaiboek duidelijkheid moeten worden gegeven door het Ministerie van BZK of de Wet rechtspositionele voorzieningen rampenbestrijders van toepassing wordt verklaard. 14.2.2 Aansprakelijkheid voor organisatorisch falen. Schade als gevolg van gebrekkige organisatie komt in beginsel voor rekening van de gemeente. Operationeel is de GGD verantwoordelijk voor een goed verlopend kernproces vaccinatie. Een belangrijk criterium zal hierbij zijn de snelheid waarmee de vaccinatiecampagne uitgevoerd wordt. Bij de huidige voorbereiding is deze gesteld op “een zekere voorbereidingstijd + 4 uitvoeringsdagen”, te rekenen vanaf het besluit van de Minister. Wie ziek wordt en niet binnen deze tijd gevaccineerd kon worden, zal de gemeente er op afrekenen. Voldoende gekwalificeerd personeel en bereikbare priklocaties zijn vanzelfsprekend van belang. Voorts is de tijdige aanwezigheid van voldoende vaccin een voorwaarde. Dit laatste heeft de GGD niet in eigen hand, omdat het vaccin centraal wordt beheerd, gedistribueerd en geleverd door het Ministerie van VWS. In het voorliggende conceptdraaiboek treedt de RGF/GHOR op als tussenpersoon bij de distributie.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 36 van 43
Het standpunt van het Ministerie van VWS is, dat de gemeente (i.c. de RGF/GHOR) aansprakelijk is voor organisatorisch falen en gevolgschade vanaf het moment dat het vaccin is afgeleverd op een van de 25 GHOR-lokaties. Vraag voor het Ministerie van VWS die nog niet beantwoord is: • wie is verantwoordelijk voor het besluit wie er wel en niet gevaccineerd wordt • wanneer de lokaal aanwezige middelen door welke omstandigheden ook onvoldoende zijn voor de gehele te vaccineren bevolkingsgroep? 14.2.3 Aansprakelijkheid voor medisch falen. Op de uitvoering van de vaccinatie bij de individuele burger is de WGBO van toepassing. Voor medisch-technische fouten en de gevolgschade daarvan zijn zowel de hulpverlener als de GGD-organisatie aansprakelijk (art. 462 WGBO jo. art. 6:74 en 6:170 BW). Voor de hulpverlener strekt de aansprakelijkheid niet verder dan hetgeen hem/haar onder de gegeven omstandigheden ook werkelijk verweten kan worden. Financiële consequenties zullen voor rekening van de GGD (de gemeente) komen. Beoordelingscriteria zijn gegeven in de Wet BIG en de protocollen en richtlijnen van de LCI en de IGZ. De gevolgen van een falende bescherming door bijvoorbeeld onbekwaam zetten van de vaccinatie komen dus voor rekening van de GGD (en van de hulpverlener als hem verwijt treft). Drie punten verdienen daarbij de aandacht: de bekwaamheid van de hulpverlener, het gegeven dat een niet-geregistreerd vaccin wordt toegediend en het informed consent van de cliënt. Vraag aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg: • Welke eisen van bekwaamheid worden aan hulpverleners gesteld om de vaccinatie uit te mogen voeren en hoe en door wie moet deze bekwaamheid getoetst en vastgelegd worden? Vraag aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg / het Ministerie van VWS: • Het pokkenvaccin is een niet-geregistreerd vaccin. Bij toediening van nietgeregistreerde medicatie moet de arts een zogenoemde ‘bewustheidverklaring’ opstellen en ondertekenen. Welke richtlijn c.q. eis stelt de IGZ op dit punt, rekening houdend met het grote aantal artsen dat bij een campagne betrokken zal zijn, de snelheid en de hectiek waarin e.e.a. zich zal voltrekken? Kan algehele dispensatie van deze verplichting gegeven worden? Het informed consent van de cliënt stelt een aantal eisen aan de informatieplicht van de hulpverlener. In dit geval zijn de twee belangrijkste: de informatie over de te verwachten gevolgen en risico’s van vaccinatie in het individuele geval en eventuele alternatieven c.q. risico’s indien niet gevaccineerd wordt. Een informed consent-verklaring vrijwaart de hulpverlener (c.q. de verantwoordelijke instantie) niet op voor hand van zijn aansprakelijkheid voor eventuele schadelijke gevolgen. Zeker niet wanneer individuele omstandigheden tot contra-indicatie hadden moeten leiden. Achteraf zal altijd getoetst worden of aan de informatieplicht door een professioneel deskundig hulpverlener juist en volledig voldaan is. Voor jeugdigen tot 16 jaar en voor wilsonbekwamen geldt dat de ouder/voogd resp. bewindvoerder/mentor het informed consent moet afgeven. Om schadeclaims bij de gemeenten te beperken zal er staande de campagne voldoende deskundig advies bereikbaar moeten bij de LCI om vragen van artsen en verpleegkundigen over contra-indicatie uit het veld te woord te kunnen staan. Is dit in de praktijk niet het geval, dan zal de gemeente bij toegekende schadevergoeding aan de burger regres hebben op het Ministerie van VWS, als verantwoordelijke voor voldoende voorwaardenscheppende faciliteiten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft toegezegd te regelen dat er voldoende professionele capaciteit beschikbaar zal zijn om adviesvragen te woord te kunnen staan.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 37 van 43
14.3
Conclusie op hoofdlijnen:
Voor de lagere overheden en hun uitvoerende diensten zal duidelijk zijn welke de legitimatiegrondslag, de bevoegdheidsverdeling en de aansprakelijkheid voor schade bij een algehele vaccinatie van de bevolking tegen pokken zal zijn, wanneer in het nationale draaiboek: 1. De keuze is vastgelegd om de Wet rampen en zware ongevallen al dan niet van toepassing te verklaren, én 2. Het voorgenomen besluit vanwege de Minister van BZK is vastgelegd en voorbereid om de Wet rechtspositionele voorzieningen rampenbestrijders al dan niet van toepassing te verklaren, óf 3. Het voorgenomen besluit van de Minister President al dan niet is vastgelegd en voorbereid om een koninklijk besluit ex art. 21 WRZO voor te dragen. Wanneer over de besluiten onder 2 of 3 niet een positief voornemen in het landelijke draaiboek is vastgelegd, dan zullen de gemeenten c.q. hun uitvoerende diensten in het kader van het regionale draaiboek moeten onderzoeken op welke wijze zij additioneel ingezet personeel zullen bekostigen en hoe zij hun aansprakelijkheid voor risico’s van personeel zullen afdekken.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 38 van 43
Hoofdstuk 15
Landelijke ondersteuning uitvoering campagne
Wordt nader uitgewerkt in versie 1-0
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 39 van 43
Hoofdstuk 16
Financiële aspecten
In dit hoofdstuk vindt een nadere uitwerking plaats van de middelen die nodig zijn om de geplande activiteiten in het draaiboek operationeel te maken. Specifieke uitwerking zal, na overleg met het Ministerie van VWS, worden opgenomen in versie 1-0.
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 40 van 43
Hoofdstuk 17
Beheer en borging van het draaiboek
17.1
Versiebeheer
17.2
Behoud van verworvenheden
17.3
De “next steps”
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 41 van 43
Bijlagen overzicht De bijlagen zijn geordend in mappen. Ten behoeve van het eenvoudig uitprinten van de bijlagen zijn deze in één map “draaiboek” opgenomen en via de links in het draaiboek of desgewenst direct te benaderen. 1. Structuur en coördinatie • 1-1 Organogrammen in fase A tm D versie 04-03-03.doc 2. Facts, medische uitgangspunten en protocollen • 2-0 Opmerkingen bij bijlage 2-1.pdf • 2-1 Factsheets Ministerie van VWS versie 05-02-03.pdf • 2-2 Technische info over pokken en vaccin versie 05-02-03.pdf • 2-3 Medische uitgangpunten versie 05-02-03.doc • 2-4 Protocol prikaccidenten versie 05-02-03.doc • 2-5 Verantwoordelijkheidsverdeling massavaccinatie 28-02-03.pdf • 2-6 Hygiëneprotocol priklocatie versie 28-02-03.doc • 2-7 Bijwerkingen versie 04-03-03.doc • 2-8 Bijsluitertekst vaccinia versie 04-03-03.pdf 3. Vaccindistributie • 3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03.doc 4. Vaccinatieproces • • • • • •
4-1 proces 1 formulieren en triage versie 04-03-03.ppt 4-2 proces 2 voorlichting versie 04-03-03.ppt 4-3 proces 3 vaccinatie versie 04-03-03.ppt 4-4 proces 4 nazorg versie 04-03-03.ppt 4-5 Programma van eisen locaties versie 31-01-03.doc 4-6 Voorbeelden inrichting locaties versie 05-02-03.doc
5. Personeel • 5-0 Rekenmodellen overzicht.pdf • 5-1 rekenmodel pokken landelijk Large versie 04-03-03.xls • 5-2 rekenmodel pokken landelijk Medium versie 04-03-03.xls • 5-3 rekenmodel pokken landelijk Small versie 04-03-03.xls • 5-4 Personeelsinzet op de priklocaties versie 31-01-03.doc • 5-5 Richtlijn eisen vaccinateur versie 04-03-03.doc • 5-6 Voorbeeld brief GGD medewerkers versie 31-01-03.doc • 5-7 Inzet NRK versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 42 van 43
6. Oproep en registratie • 6-1 Oproepsystematiek versie 28-02-03.doc • 6-2 vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 28-02-03.doc • 6-3 Registratie van vaccinatie versie 28-02-03.doc • 6-4 Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-03-03.doc • 6-5 Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03.doc • 6-6 Meldingsformulier postvacc verschijnselen, versie 28-02-03.doc • 6-7 Instructie meldingsformulier postvacc verschijnselen versie 28-02-03.doc • 6-8 Informed consent versie 28-02-03.doc • 6-9 Toelichting bijlage digitale rekenbestanden.doc 7. Contra-indicaties en triage • 7-1 Inleiding criteria voor contraindicaties versie 05-02-03.doc • 7-2 Schematische weergave criteria voor contra-indicaties versie 05-02-03.doc • 7-3 uitgangpunten triage en procesbeschrijving versie 05-02-03.doc • 7-4 Stroomschema triage versie 05-02-03.doc 8. OOV • 8-1 Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03.doc 9. Ketenpartners • 9-1 Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03.doc 10. Communicatie en voorlichting • 10-1 Communicatieplan versie 28-02-03.doc • 10-2 Uitwerking communicatiemiddelen versie 28-02-03.doc 11. PSHOR • 11-1 doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03.doc
0-4 landelijk draaiboek versie 0-4 04-03-03 t1200
Pagina 43 van 43
1-1 STRUCTUUR EN COöRDINATIE Organogrammen in fase A tm D versie 04-03-03
REGIONALE BESTUURSSTRUCTUUR EN OPERATIONELE UITWERKING DRAAIBOEK MASSAVACCINATIE POKKEN
FASE A en B1 Stuurgroep -
coördinerend bestuurder (CB) projectleider GGD directeur brandweer directeur GGD korpschef regiopolitie RGF secretaris
Projectgroep
De indeling in werkgroepen is een mogelijke optie.
Werkgroep Werkgroep Bijzondere zorg Bijzondere & zorg Nazorg &
Nazorg
Pagina 1 van 2
Werkgroep Communicatie & Publieks Voorlichting
- projectleider massavac. (GGD) - brandweer - communicatie - gemeenten - GGD - GHOR - politie
Werkgroep GGD / Medische Zaken
Werkgroep GHOR & Distributie
Werkgroep Locaties, Oproep & Registratie
Werkgroep Personeel
Werkgroep Politie / Orde & Veiligheid
1-1 STRUCTUUR EN COöRDINATIE Organogrammen in fase A tm D versie 04-03-03
REGIONALE BESTUURSSTRUCTUUR EN OPERATIONELE UITWERKING DRAAIBOEK MASSAVACCINATIE POKKEN
FASE B2, C en D Overleg van burgemeesters burgemeesters van aangesloten gemeenten coördinerend bestuurder
Regionaal Beleidsteam (RBT) Overleg communicatie-/ publieksvoorlichting voorlichters vanuit de diverse actiecentra
-
coördinerend burgemeester regionaal commandant brandweer directeur GGD (fac.) functionaris communicatie / voorlichting gemeentesecretaris hoofdofficier van justitie (fac.) korpschef regiopolitie RGF (evt. operationele leiding) (gemeente)voorlichter Regionaal operationeel Team (ROT)
- Operationeel Leider (RGF, korps chef, regcdt) - hoofd sectie GHOR - functionaris gemeente - functionaris brandweer - projectleider fase A GGD (fac.) - functionaris politie
De actiecentra kunnen eventueel (deels) worden samengevoegd
Actiecentrum brandweer
Pagina 2 van 2
Actiecentra gemeenten
Actiecentrum GGD
Actiecentrum GHOR
Actiecentrum politie
Kernteam pshor
Bijlage 2-1 Map: Facts, medische uitgangspunten en protocollen File: Factsheets ministerie van VWS versie 05-02-03 Opmerkingen: • • •
Onder Pokkenvaccin en vaccinatie: regel 2;"Dit vaccin is gemaakt van levend koepokkenvirus (varicella)" Het woord varicella, moet vervangen worden door VACCINIA In de factsheets wordt gesproken over vaccinatie vanaf de leeftijd van 1 jaar. Onlangs is deze leeftijd op 3 maanden gesteld. Pagina 5 ontbreekt; het betreft een lege pagina die niet is opgenomen in deze bijlage.
~
Factsheet
1
Pokken
Pokken is een ernstige, besmettelijke infectieziekte die veroorzaakt wordt door het pokkenvirus (variola of smallpox genoemd). De ziekte dankt zijn naam aan de blaasjes (pokken) die ontstaan op gezicht en lichaam wanneer iemand geïnfec-teerd is. Vanaf het moment dat een geïnfecteerde persoon koorts krijgt, tot en met het moment waarop het korstje van het laatste blaasje afvalt, is iemand besmettelijk. De verspreiding van het pokkenvirus Verspreiding van pokken gebeurt via druppels in de lucht die ontstaan door te praten, hoesten en te niezen. Verder kan de ziekte worden overgedragen door aanraking van de pokken of de korsten. De besmettelijkheid is het grootst voor personen die nauw contact hebben met een besmettelijk persoon (op minder dan twee meter afstand) of contact hebben met diens kleding of beddengoed. Dergelijke contacten kunnen leiden tot overdracht van de ziekte. Het pokkenvirus kan niet worden overgedragen door dieren of insecten. Geen behandeling mogelijk Er bestaat geen behandeling tegen pokken. Drie van de tien persorl,en die geïnfec-teerd zijn met het pokkenvirus, zullen aan de pokken overlijden. Er bestaat echter wel een vaccin om te voorkomen dat iemand met pokken besmet wordt. Voordat dit vaccin gebruikt werd, waren er door de eeuwen heen diverse epidemieën. In 1796 toonde Edward Jenner aan dat de pokken onder controle kan worden gehou-den door vaccinatie met het koepokkenvirus. In 1967 startte de WHO met een grootscheeps vaccinatieprogramma waarmee pokken uitgebannen werd. Het laatste natuurlijke geval werd in 1977 in Somalië vastgesteld. In 1980 werd de wereld pokkenvrij verklaard en is men gestopt met vaccineren. (In Nederland al in 1976). Pokken weer actueel? Na 11 september is pokken echter weer een actueelonderwerp geworden. Men vermoedt dat het pokkenvirus gebruikt kan worden in een bioterroristische aan-slag. Daarom treft de Nederlandse regering ut t voorzorg maatregelen om de bevolking te beschermen tegen een eventuele pokkenuitbraak. (zie factsheet 3: 'Overheidsmaatregelen tegen pokken') De symptomen van een pokkeninfectie Bij een persoon die in aanraking is geweest met het virus, met een pokkenpatiënt of met diens kleding, kunnen na ongeveer 7 tot 18 dagen (de incubatieperiode) ernstige griepachtige .Koorts (2 tot 4 dagen boven 38°C)
symptomen
ontstaan,
zoals
2
.Hoofdpijn .Rugpijn .Soms buikpijn en braken Kort na het ontstaan van bovenstaande sy ptomen, verschijnt een rode uitslag op de tong en in de mond. Deze uitsl g ontwikkelt zich tot blaasjes die openbreken en zich verspreiden in mond en keelholte. Binnen 24 uur verschijnen er dan ook rode bultjes in het g zicht en daarna op armen en benen. Er vormen zich blaasjes met vocht e in (dag 3). Op dag 5 wordt de vloeistof in de blaasjes t oebel en ziet hij eruit als pus. Meestal verhoogt de koorts zich op dit mom nt. Op dag 7 zijn alle blaasjes troebel en bevatten een pusachtige substan ie. Op dit moment kan de ziekte pokken goed worden vastgesteld, aangezie alle blaasjes er dan hetzelfde uitzien) . Tijdens dag 8 en 9 groeien de puistige blaas es nog wat in grootte. Ze voelen dan stevig aan. Vanaf dag 10 tot dag 14 dr gen de puistige blaasjes op. Er vormen zich donker gekleurde korsten op deze plekken. De korsten bevatten het pokken-virus en zijn dus besmettelijk. T tdat alle korsten van het lichaam zijn afgevallen kan iemand met pokken ande en besmetten. Op dag 20 zijn alle korsten van het lichaam fgevallen en hebben zich licht gekleurde plekken gevormd. Deze trekken in de weken er rIa weg. Er kunnen wel littekens in de vorm van putjes achterblijven op het lic:haam,met name in het gezicht. Voorkomen van een pokkeninfectie I Met vaccinatie kan voorkomen worden dat mensen geïnfecteerd raken met het pokkenvirus. Het vaccin biedt nog bescHerming wanneer gevaccineerd wordt binnen 4 dagen na het contact met eén besmettingsbron. Vaccinatie 4 tot 7 dagen na het contact kan ervoor zorgen dat de ziekte minder ernstig ~I verloopt. Vaccineren is echter niet zonder gevaar. Da rom zal Nederland niet op voorhand (zonder dat er een dreiging is) ma saai mensen gaan vaccineren.
3
Factsheet
2
Pokkenvaccins
en
vaccinatie
~! Het vaccin ter voorkoming van pokken Er bestaat een effectief vaccin tegen pokke .Dit vaccin is gemaakt van levend koepokvirus {varicella). Het koepokvi us veroorzaakt bij gezonde mensen in het algemeen geen ziekte. Omda~ het koepokvirus veellijkt op het pokkenvirus, zorgt een injectie met {koe)pokvaccin er wel voor dat het immuunsysteem afweer opbouwt tegen het pokkenvirus. Nederland beschikt nog over een voorraad pokkenvaccin. Vanwege het mogelijke gebruik van pokken als biologische wapen door terroristjsche groepen, laat het kabinet uit voorzorg in ho~g tempo een nieuwe voorraad pokkenvaccin aanmaken. Met de voorraad o~d vaccin én een voorraad nieuw geproduceerd vaccin kan in principe de gehele Nederlandse bevolking gevaccineerd worden. Er is echter geen aanleiding het vaccin nu al beschikbaar te stellen. i
Het vaccin biedt 3 tot 5 jaar volledige bescherming tegen een pokkeninfectie. Hierna neemt de beschermende werking van het vaccin af. Mensen die als kind gevaccineerd zijn (in Nederland person l n die geboren zijn vóór 1976), zullen
daarom
worden.
in
geval
van
een
reële
De kans op bijwerkingen
blootst
Iling
gevaccineerd
van het v ccin voor deze personen
gering.
is zeer
1
De bijwerkingen Na vaccinatie Na
opnieuw
ongeveer
van het vaccin vormt een
zich binnen
week
ontstaat
I 4 dagen er
een
ee ~
blaa
rode .e
met
plek
op
pus.
de Dit
injectieplaats. blaasje
gaat
lekken en droogt uit. Er vormt zich en korst j op de injectieplaats. Dit korstje zal er gedu-rende de derde week na vaccinatie afvallen. Omdat het vaccin levend koepokvirus bevat, is het vaccin niet helemaal ongevaarlijk. Het koepokvirus kan zich verspreiden vanuit de vaccinatieplek naar andere plaatsen op het lichaam. De ge~accineerde personen krijgen last van uitslag (soms blaasjes), hoofdpijn en pij ~ OVer het gehele lichaam. Bovendien
kunnen
gevaccineerde
mensen,
z
lang
het
korstje
niet
is
afgevallen, het koepok-virus overdragen aanlandere personen. In het verleden kregen 1000 per miljoen gevaccineerde personen last van dergelijke bijwerkingen. Bij tientallen hiervan waren dele bijwerkingen ernstig. Eén a twee mensen per miljoen gevaccineerde per~onen zaloverlijden aan de gevolgen. van vaccinatie. I Mensen
met een grotere
Mensen
met een verzwakt
bijwerkingen
kans op bijwerking~n
van het vaccin.
afweersysteem Dat zijn onder
h~bben ánderen
grotere mensen
kans op met
hiv I mensen
4
die behandeld worden voor kanker of mens dn die recent een transplantatie hebben ondergaan. Ook voor mensen die h~idproblemen hebben of hebben gehad, bijvoorbeeld eczeem en ernstige acn~, kan het vaccin ernstige bijwerkingen hebben. Vaccineren van zwanqere vrouwen kan onder andere leiden tot vroeggeboorte van het kind . Deze groepen én kinderen jonger dan één ja~r worden pas gevaccineerd wanneer zij in direct contact geweest zijn mbt een besmettelijke persoon. Een infectie met het pokkenvirus is ook voo~ deze mensen altijd nog gevaarlijker dan vaccinatie. i Om ernstige voorraad
het bloed
Wie wordt Vaccinatie
bijwerkingen
immunoglobulinen
van personen
gevaccineerd? is noodzakelijk
te kunnen (VIG)
behand~len, I
aan.
Dezei
I
legt de overheid
antistoffen
die (opnieuw)
gevaccineerd
wanneer
iemand ti contact
worden
een gewonnen
uit
zijn.
is geweest
met een
(ver-moedelijk) geïnfecteerde persoon. Hulp erleners die direct betrokken zijn bij de opsporing en behandeling van pokken ien/of bij het vervoer en de verzorging van pokkenpatiënten komen in p~lincipe als eerste in aanmerking voor vaccinatie. Ook alle overige personen dlie zich in de nabije omgeving ( < twee meter) van een pok-kenpatiënt bevinden worden gevaccineerd. Dit noemen we ringvaccinatie. Bij een daadwerkelijke uitbraak van pokken zullen meer hulpverleners worden gevacci-neerd. Wanneer blijkt dat met ringvaccinatie de pokkenuitbraak niet snel is in te dammen, zal de gehele bevolking worden gevaccineerd. I Vaccinatie is niet verplicht I Vaccinatie is niet verplicht. Ook wanneer ierf,and in contact is geweest met een (vermoedelijke) pokkenpatiënt, kan vacciinatie geweigerd worden. In het geval van ringvaccinatie zullen mensen die nliet gevaccineerd willen of kunnen worden maar mogelijk wel besmet zijn, gedurende 18 dagen in quarantaine geplaatst worden. Dit wil zeggen dat deze p~rsonen worden afgezonderd van hun omgeving totdat met zekerheid is vast te stellen dat zij niet geïnfecteerd zijn met het pokkenvirus. Ontwikkelen deze mensen ziektesymptomen dat zullen zij verzorgd worden in speciale afdelinlgen van ziekenhuizen. Zo niet, dan kunnen ze na 18 dagen weer terugkereri naar huis.
6
Factsheet
3
Overheidsmaatregelen
tegen
pokken
Nederland bereidt zich voor Laboratoria en artsen in Nederland zijn wettelijk verplicht om bepaalde infectie-ziekten te melden bij de GGD. De GGD's informeren de Landelijke Coordinatie-structuur Infectieziektebestrijding (LCI) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Bij een geval van pokken roept de LCI direct een team van deskundigen bij elkaar. Dat team adviseert de landelijke en lokale overheid over vervolgmaat-regelen. Bij de uitvoering hiervan spelen de huisartsen en ziekenhuizen, GGD'en en het RIVM een belangrijke rol. Er gelden ook internationale
procedures.
Zodra de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) tot de conclusie komt dat er een infectieziekte is uitgebroken, stellen de wereldwijd samenwerkende bestrijdingsorganisaties menskracht en middelen beschikbaar. Ervaren en goed uitgeruste teams van de WHO kunnen binnen 24 uur na de uitbraak afreizen naar de betreffende plek. Zodra in Nederland een geval van pokken wordt geconstateerd, spoort de GGD onmiddellijk alle mensen op die met de geïnfecteerde persoon contact hebben gehad, (Waaronder ook hulpverleners). Om meer besmettingen te voorkomen, worden deze mensen gevaccineerd Dit noemen we een ringvaccinatie. Als dit snel en effectief gebeurt, blijft het aantal besmettingen tot een minimum beperkt en komt het niet tot een echte uitbraak. Mocht de infectie zich toch verder versprei-den, dan gaat Nederland over tot het vaccineren van de gehele bevolking . Wie beslist over vaccinatie ? Bij een pokkenuitbraak moet duidelijk zijn wie welke beslissingen neemt. Ook een open en eenduidige communicatie is van groot belang. Daarom heeft het kabinet het Ministerie van VWS aangewezen als leidend ministerie in geval van een uit-braak van infectieziekten. Ongeacht of deze op een 'natuurlijke' wijze is ontstaan of opzettelijk is veroorzaakt (bioterrorisme). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Informatie ministerie
over dit onderwerp (www.minvws.nl).
is ook te vinden op de internetsite
van het
BIJLAGE
IV: Technische
informatie
over pokken
en pokkenvaccin
Pokken' Pokken
is een ernstige,
zeer besmettelijke,
soms fatale
ziekte.
Er bestaat
geen specifieke
behandeling. De enige bescherming bestaat uit vaccinatie, die wereldwijd routinematig werd toegepast. Er zijn verschillende uitingsvormen van de ziekte. Historische data laten zien dat ca. 30%
van de geïnfecteerde
Verspreiding
personen
van de ziekte gebeurt
kan niet door dieren op mensen Uitbraken
kwamen
decennia
in het verleden
de vorige
waargenomen
eeuw wereldwijd
Po kkenvaccin/
Het vaccin
-vacci
bestaat
uit levende
De ziekte
persoon.
Het virus
komt sinds ruim twee
eradicatie-campagne
plaatsvond.
Vanwege
om routine
vaccinia
beschermt
In 1977 tegen
die onder leiding
is het laatste
de eradicatie
vaccinatie
na vaccinatie,
een blaasje gevuld
en vormt
zich een korst.
Wanneer
niet gevaccineerde
3 dagen ervoor
virusdeeltjes,
3-5 jaar, hoewel
is de bescherming
Vaccinatie
voor.
(WHO)
besloten
personen. vormt zich binnen
beloop
met een besmet
van de succesvolle
in Somalië.
gevaccineerde Na vaccinatie
verloopt.
contact
~Iinische
is in de 'BO-erjaren
pokken
van
te stoppen.
natie2
De eerste vaccinatie Na re-vaccinatie
aan de ziekte.
overgebracht.
regelmatig
Gezondheidsorganisatie
geval van pokken
eerste
door direct
worden
niet meer voor als gevolg
van de Wereld
overlijdt
veellanger.
Het vaccin
met pus. In de 2" week
personen
tussen
besmet
dat de ziekte
is effectief
worden
virussoort.
in ca 95%
bult. Deze vormt,
na vaccinatie
af. Wat achterblijft met pokken
niet doorbreekt,
4-7 dagen na infectie
verwante
van 10 jaar is geraplPorteerd.
3 tot 4 dagen een jeukende
Deze valt in de derde week
zorgen
een aan pokken
bescherming
droogt
van de
ca. een week het blaasje op
is een litteken.
kan een vaccinatie
of belangrijk
zal enige bescherming
minder tegen
in de
ernstig het ernstig
van de ziekte geven.
Bijwerkingen Het huidige
van het vaccin: vaccin
is niet zonder
bijwerkingen.
Historische
data laten zien dat vooral
zwangere vrouwen, personen met een (historie van) huidaandoening3 en personen met een minder goed werkend of onderdrukt immuunsysteem4 hoge risico's op ernstige bijwerkingen hebben.
Deze aandoeningen
zijn een contra-indicatie
voor het toedienen
van het
pokkenvaccin. Het is niet exact bekend wat het percentage levensbedreigende bijwerkingen is na pokkenvaccinatie. Voorzichtige schattingen gaan uit van circa 15 op de 1 miljoen personen die voor het eerst gevaccineerd worden. Hiervan zouden er één of twee overlijden. Er zijn echter ook schattingen die hoger uitvallen. Voor een gedetailleerder overzicht van de bijwerkingen
verwijs
ik u naar de relevante
publicatie
van het Centre for Disease
(CDC)5.
1 bron:
http:/
/www
.bt.cdc.gov/agent/smallpox/overview/disease-facts.asp
2 bron:
http:/
/www
.bt.cdc.gov/agent/smallpox/vaccination/facts.asp
3 met
name
eczeem
4 transplantatiepatiënten, 5 bron:
http:/
/www
HIV
positieven,
kankerpatiënten
ed.
.bt.cdc.gov/agent/smallpox/vaccine-safety/adverse-events-chart.asp
Control
Incubatie Periode
Blootstelling aan het virus wordt gevolgd door een incubatie periode waarin de besmette persoon geen symptomen ervaart en zich goed voelt. Deze incubatieperiode kan 12-14 dagen duren, met uitschieters van 7-17 dagen. In deze periode zijn de personen niet besmettelijk.
Eerste
De eerste symptomen van pokken zijn o.a. koorts, malaise, pijn in hoofd en lichaam, soms braken. Meestal is de koorts hoog (3840 graden Celsius). Dit voorloperstadium duurt meetstal twee tot vier dagen. In dit stadium zijn de patiënten meestal te ziek om normaal te functioneren.
symptomen
Dag 1-4
Huiduitslag komt het eerst voor als kleine rode vlekjes op de tong en in de mond. Deze vlekjes ontwikkelen zich tot zweren die openbreken en grote hoeveelheden virus in de mond- en keelholte verspreiden. Gedurende deze fase is de patiënt het meest besmettelijk.
Huiduitslag Verspreiding.
Binnen 24 uur ontstaat uitslag op de huid, het eerst op het gezicht, waarna het zich uitspreidt naar de armen en benen en handen en voeten. Vervolgens verspreidt de uitslag zich over alle delen van het lichaam binnen 24 uur. Wanneer de uitslag begint zakt koorts meestal en voelt de persoon zich beter . Na ca. 3 dagen
ontstaan
verhoogde
bulten
Rond dag 4 vullen de bulten zich met een dikke ondoorzichtige vloeistof en hebben vaak een "in gedrukt" centrum (ziet er een beetje uit naar een "navel"). Dit is een belangrijke diagnostische karakteristiek voor pokken. De koorts neemt vaak weer toe en blijft hoog tot zich korsten vormen op de bulten.
Dag 5-10
De volgende S tot 10 dagen vormen zich puistjes uit de bulten. Deze zijn meestal "rechtop staand", rond, en ze voelen stevig aan. Ze voelen aan alsof er een klein rond object onder de huid zit.
Dag 11-14
De puisten vormen een korst. Na ca. 14 dagen hebben alle zweertjes een korst.
Dag 15 -21
De korsten beginnen af te vallen waarbij ze littekens achter laten. De persoon is nog steeds besmettelijk totdat alle korsten zijn afgevallen. De meeste korsten zullen afgevallen zijn vóór het eind van de 3e week.
Na dag 21
De korsten
6 bron:
hUp:/
/www
zijn afgevallen,
de persoon is niet langer besmettelijk.
.bt.cdc.gov/agent/smallpox/overview/disease-facts.asp
2-3 FACTS MEDISCHE UITGANGSPUNTEN EN PROTOCOLLEN Medische uitgangpunten versie 05-0203
Medische uitgangpunten • • • •
•
In het geval van vaccinatie van de totale bevolking bedraagt de verwachte cq. geschatte mortaliteit ten gevolge van het vaccin bedraagt ... (nog nader uit te werken door werkgroep bijwerkingen en onderzoek). Het geschatte aantal personen met serieuze bijwerkingen bedraagt …(nog nader uit te werken door werkgroep bijwerkingen en onderzoek). Dit zijn bijwerkingen die in meer of mindere mate klinische zorg behoeven (van IC - tot Medium Care zorg). Na vaccinatie wordt ervan uit gegaan dat de gevaccineerde het vaccinia verder kan verspreiden. Dit duurt totdat het korstje van de wond is afgevallen, meestal na ongeveer drie weken. In dat kader kan ongewilde verspreiding worden voorkomen door: o Vaccinatieplaats drooghouden; bij douchen waterdicht afplakken. o Hulpverleners dienen de vaccinatieplaats afgedekt te houden. o Het afdekken dient te gebeuren met absorberend ademend materiaal. o Dit wordt bedekt met semi permeabele wondafdichting (landelijke richtlijn volgt). o Hand- hygiëne. Overdraagbaarheid van het virus naar dieren wordt nader uitgewerkt.
Pagina 1 van 1
2-4 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Protocol prikaccidenten versie 0502-03
Protocol prikaccidenten Risico bij een prikaccident en eerste aanpak Koepokvirus is een levend virus dat na enting op de huid uitgroeit tot een entpok. Omdat de vaccinateur pas recent voor de eerste maal is geënt, is de afweer nog niet optimaal en kan de prikplaats uitgroeien tot entpok. Met entpokken op andere locaties dan de bovenarm is geen ervaring en derhalve niet wenselijk. Bij een prikaccident dient de contactplek direct gereinigd te worden met een 70% alcoholoplossing. De overdracht van bloedoverdraagbare virussen bij een prikaccident is vrijwel uitgesloten. Toch zal uit zorgvuldigheid elk prikaccident door de aanwezige arts (of GGD-arts) beoordeeld worden. Vervolgstappen bij een vermeend bloedcontact Bij prikaccidenten wordt gewerkt volgens het protocol prikaccidenten van het LCI (aanwezig bij elke GGD). • Personeel Iedere GGD hoort een goede afspraak te hebben met zijn ARBO-dienst hoe hierin te handelen. Het betreft immers een ARBO-taak uitgaand van het feit dat het hier personeel betreft. •
Cliënten Daarnaast kan een prikaccident natuurlijk ook bij een klant gebeuren. Ook daar dient de GGD een uitwerking beschikbaar te hebben over hoe te handelen en bovendien dienen er afspraken te zijn met bijvoorbeeld de EHBO van een ziekenhuis of de afdeling infectieziektebestrijding van de GGD voor de verdere afhandeling.
Pagina 1 van 1
~2. -5" Ministerie
Aan Aan Aan Aan
r
van Volksgezondheid,
Welzijn
en Sport
,
de Burgemeester het College van Burgemeester en Wethouders het bestuur en directeur GGD het bestuur en de RGF van de GHOR regio
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
POG/ZP
J.S.
070-3407500
2.349.491
van
Onderwerp Verantwoordelijkheidsverdeling voorbereiding
eventuele
Vliet
Den Haag
Uw brief
Bijlsge(n)
in relatie
tot
massavaccinatie
Inleiding Op 16 december 2002 heb ik u, mede namens de minister van BZK, een brief gestuurd getiteld "Versterking infectieziektebestrijding" (POG/ZP/2344291 }. Naar aanleiding van deze brief hebben enkele geadresseerden om nadere uitleg gevraagd over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de infectieziektebestrijding en de rampenbestrijding bij de voorbereidingen voor massavaccinatie. Gaarne voldoe ik, mede namens mijn collega van het ministerie van BZK, met deze brief aan dit verzoek. Als het gaat om taakafbakeningen, domein- en competentiediscussies ben ik van mening dat we vooral de inhoud voorop moeten stellen. Hierbij moeten de reeds geregelde taken en bevoegdheden worden gehanteerd. Een lange discussie hierover tast de slagkracht van de witte kolom aan, ten tijde van de voorbereiding en ten tijde van de repressie. Er zijn het afgelopen jaar verschillende discussies geweest om die slagkracht verder te vergroten in de witte/gele kolom. Dit kan naar mijn oordeel allereerst door personele unies te bevorderen binnen/tussen de witte schakels die vallen onder verantwoordelijkheid van openbaar bestuur (GGD, RAV/CPA/Ambulancezorg, GHOR bureau). Zie hiervoor de u bekende COT rapportage1 die is opgesteld in opdracht van de Raad van RGF'en in samenwerking met het beraad van GHOR burgemeesters. Met mijn brief van 16 december 2002 heb ik u op de hoogte gebracht van het feit dat ik het bureau van de Landelijke Coordinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI, gevestigd bij GGD Nederland) heb gevraagd om draaiboeken ~oterrorisme te ontwikkelen, te beginnen met een draaiboek pokken. Inmiddels is er een conceptdraaiboek pokken gereed dat gebaseerd is op de bestrijding van een uitbraak door ringvaccinatie. Dit draaiboek is binnenkort op de website2 van het LCI beschikbaar.
1 COT Instituut
voor Veiligheids-
en Crisismanagement,
2002."Niet
langer
niemandsland"
optie 2 en 3.
2 www.infectieziekten.info
Postbus 2500
EJ
Telefoon Fax (070)
20350
Bezoekadres"
DEN HAAG (070)
34079
340 78 34
Correspondentie
Parnassusplein
11
2511
v x
DEN
5 HAAG
richten
uitsluitend
aan het postadres
vermelding het kenmerk
van de datum
Internetadres: met en
van deze brief.
www.minvws.nl
Ministerie
van Volksgezondheid,
Welzijn
en Sport
Blad 2 Kenmerk POG/ZP
2.349.491
Zoals ik eerder heb aangegeven in mijn standpunt dat op 13 december naar de Tweede Kamer is gezonden, wil ik op deze plaats nogmaals benadrukken dat ringvaccinatie nog altijd het uitgangspunt is bij de bestrijding van een uitbraak van pokken. Dit laatste kan ik niet voldoende blijven benadrukken. In dat geval wordt dan ook de normale structuur voor infectieziektebestrijding gevolgd. Het bovengenoemde draaiboek pokken is hierbij uitgangspunt. Mocht de situatie daar aanleiding toe geven, dan is het mogelijk dat overgegaan moet worden tot massavaccinatie. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er zoveeloverlappende ringen zijn, dat er feitelijk sprake is van massavaccinatie, of wanneer bijvoorbeeld gedurende het verloop van de epidemie zou blijken dat de uitbraak niet middels ringvaccinatie in te dammen is. Afhankelijk van de situatie kan massavaccinatie dus binnen enkele dagen tot enkele weken plaats hebben. Daarom vind ik het noodzakelijk dat als onderdeel van het draaiboek pokken, naast een draaiboek voor ringvaccinatie, tevens een draaiboek voor massavaccinatie wordt opgenomen. Ik heb GGD-Nederland gevraagd om dit onderdeel met spoed separaat uit te werken. Een dergelijke massale vaccinatie is gecompliceerd, zowel vanwege de grootschaligheid als vanwege het multidisciplinaire karakter. Daarom wordt dit draaiboek in samenwerking met de vertegenwoordigers van de diensten die verantwoordelijk zijn voor de openbare orde en veiligheid verder uitgewerkt. Inmiddels is een eerste concept van dit draaiboek massavaccinatie naar de GGD-en en Regionaal Geneeskundig Functionarissen (RGF'en) gezonden. Het zal in de definitieve versie van het draaiboek pokken worden opgenomen. Of en zo ja op welk moment dat de regering, in een onverhoopte situatie dat sprake is van een pokkenuitbraak tot ringvaccinatie dan wel tot massavaccinatie, zal besluiten, wordt in deze brief nu niet verder behandeld. Deze brief gaat dus alleen over de te treffen voorbereidingen voor het maximaal opgeschaalde scenario van massavaccinatie . Massavaccinatie Om massavaccinatie op enig moment mogelijk te maken, dienen vooraf voorbereidingen te worden getroffen en moet overeenstemming bereikt zijn over de dan te volgen stappen. Daarom heb ik u gevraagd om uw GGD respectievelijk de RGF ieder voor hun deel in staat te stellen om lokale/regionale draaiboeken massavaccinatie op te stellen op basis van de richtlijnen en informatie die GGD-Nederland in opdracht van het ministerie van VWS ontwikkelt. Uiteraard doet GGD-Nederland dit in samenwerking met de Raad van Regionaal Geneeskundig Functionarissen. Ik heb u gevraagd een voorlopig draaiboek massavaccinatie gereed te hebben vóór 1 februari 2003. Op basis hiervan moet een definitief draaiboek gereed zijn vóór 1 april 2003. Het definitieve draaiboek bevat alle elementen die massavaccinatie in het meest extreme geval binnen 4 dagen mogelijk maken, wanneer hiertoe op nationaal niveau besloten wordt. Het voorlopig draaiboek bevat tenminste de noodzakelijke elementen en beschrijving van randvoorwaarden die het mogelijk maken om, in geval van nood, met de feitelijke voorbereiding van een massavaccinatie van de gehele bevolking te kunnen aanvangen. Naast inhoudelijke aspecten op het gebied van de volksgezondheid, moeten ook aspecten van openbare orde en veiligheid, in het geval van een massale en hoog opgeschaalde inzet, een integraalonderdeel zijn van de draaiboeken. Separaat aan deze brief ontvangen de burgemeesters en de Commissarissen der Koningin een brief, met betrekking tot de meer algemene voorbereiding op een eventuele aanval op Irak, inclusief de daaruit voor Nederland
4':'J' Ministerie
van Volksgezondheid,
Welzijn
en Sport
Blad 3 Kenmerk POG/ZP
2.349.491
voortvloeiende OOV aspecten. Uiteraard betekent dit dat óók de hulpverleningsdiensten die hiervoor verantwoordelijk zijn zo snel mogelijk betrokken moeten worden bij het opstellen van het draaiboek massavaccinatie, zonder de primaire verantwoordelijkheid hiervoor van de GGD aan te tasten. De organisaties die betrokken zijn bij de preparatie en eventuele repressie functioneren binnen verschillende structuren, te weten de rampenbestrijding en de infectieziektebestrijding. Deze structuren moeten goed op elkaar aansluiten om onduidelijkheden en inefficiëntie te voorkomen. Op 13 december heb ik een standpunt op het Vervolgadvies Bioterrorisme van de Gezondheidsraad van juni 2002 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin heb ik de belangrijkste uitgangspunten van de organisatie van de infectieziektebestrijding en de relatie met de rampenbestrijding beschreven. Dit standpunt heb ik u als bijlage I bij de brief "Versterking infectieziektebestrijdingn van 16 december toegestuurd. Onderstaand zal ik aangeven hoe deze uitgangspunten van toepassing zijn op de voorbereiding en uitvoering van massavaccinatie. Uitgangspunten In Nederland is de uitvoering van de rampenbestrijding neergelegd bij dezelfde organisaties die verantwoordelijk zijn voor de reguliere dienstverlening/hulpverlening, die door middel van opschaling kunnen worden ingezet. Voordelen hiervan liggen op het gebied van kosten, kwaliteit en het nuttig gebruiken van bestaande voorzieningen. Meer in het bijzonder is de GHOR het proces van opschaling van de witte/gele kolom voorde taken geestelijke verzorging/psychosociale hulpverlening, geneeskundige hulpverlening en volksgezondheid. Dit betreft de elementen pro-aktie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Het GHOR-bureau (onder leiding van de RGF) is ondersteunend aan de witte schakels bij proaktie, preventie, preparatie. Daarmee is aangegeven dat de verantwoordelijkheid voor deze drie stappen bij de witte schakels ligt. De betreffende organisaties zijn hierop ook aanspreekbaar, dus bijvoorbeeld de GGZ, de GGD, de ziekenhuizen, de RAV's etc, iedervoor hun eigen taakveld. In geval van uitbraken van infectieziekten hebben wij in Nederland al een bestaande structuur die in het geval van ook pokken ongewijzigd aan de orde is. Het gaat om de reguliere structuur van infectieziektebestrijding via GGD, Outbreak Management Team (OMT) en Bestuurlijk Afstemmings Overleg (BAO). Deze structuur is beschreven in mijn bovengenoemde standpunt. Vanwege het multidisciplinaire karakter en vanwege de implicaties voor de nationale veiligheid zal, in geval van een grootschalige aanslag met ziekteverwekkers en een daaropvolgend eventueel besluit tot massavaccinatie van de gehele bevolking, in aanvulling op een ringvaccinatie direct de nationale rampenstructuur in werking treden (art. 1 b, WRZO). Gezien de aard en omvang van die situatie zal in dit bijzondere geval de bestuurlijke coordinatie zeer waarschijnlijk ook direct bij de Minister van BZK te liggen, conform het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming. Het bevelover de feitelijke bestrijding in de gemeente ligt conform artikel 11 WRZO bij de burgemeester. Voor de leiding over het geneeskundig deel hiervan is in dat geval de Regionaal Geneeskundig
Functionaris aangesteld (art. 2 Wet Geneeskundige Hulpverlening
bij Rampen (WGHR)). Met betrekking tot de voorbereiding op de situatie van een ringvaccinatie en een massale vaccinatie is kort gezegd het volgende van toepassing. De gemeenteraad is op basis van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (art. 2 en 3 WCPV) verantwoordelijk voor de voorbereiding op en uitvoering van de infectieziektebestrijding. De burgemeester en het college van B&W zijn op basis van de Wet Rampen en Zware Ongevallen (art. 2 en 2a WRZO),
Ministerie
van Volksgezondheid.
Welzijn
en Sport
Blad 4 Kenmerk POG/ZP
2.349.491
verantwoordelijk
voor de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de
gemeente. U ziet dat een in de kern gezondheidskundige aangelegenheid, die belegd is bij de GGD, in dit bijzondere geval veel gevolgen voor de openbare orde en veiligheid heeft. Dit vergt al bij de voorbereiding ook een bestuurlijk en operationeel gecoordineerde aanpak. Hieronder wordt daarop nader ingegaan. Voorbereiding GGD en afgestemd met de GHOR. Om voorbereid te zijn op massale vaccinatie, is het dringend gewenst dat u een draaiboek ringvaccinatie en een draaiboek massavaccinatie opstelt. Vanwege de hierbovengeschetste implicaties wordt u in samenspraak met het ministerie van BZK het volgende geadviseerd. 1 De voorbereiding van dit draaiboek massavaccinatie te benaderen als een rampbestrijdingsplan (art. 7 WRZO). Hiermee wordt namelijk direct voorzien in de noodzaak van een gecoOrdineerde, multidisciplinaire aanpak volgens een bestaande en bekende structuur, waarbij de verantwoordelijkheid voor het kernproces vaccinatie bij de GGD ligt en via de GHOR afgestemd wordt met de andere betrokken hulpverleningsdiensten. Van belang daarbij is aan te geven dat het kernproces in dit 2
3
draaiboek de feitelijke vaccinatie betreft. Uiteraard maakt u voor dit kernproces gebruik van uw GGD, die hiertoe een reguliere taak heeft in het kader van de infectieziektebestrijding. De RGF vergewist zich ervan, niet meer en niet minder, dat de GGD deze voorbereidingen treft, voor zover deze hiervoor zelf nog geen contact met de RGF heeft opgenomen. Voor de aspecten van openbare orde en veiligheid die verder aan dit kernproces en de consequenties ervan verbonden zijn, wordt op regionaal niveau in multidisciplinair verband het draaiboek opgesteld3. De RGF stemt hieromtrent nauw af met de politie (brandweer),
4
GGD'en en de overige geneeskundige hulpverleningsdiensten. De GGD'en en (hulpverlenings)regio's/-diensten maken voor punt 3 gebruik van een landelijk (model)draaiboek dat thans door GGD-Nederland in opdracht van VWS wordt ontwikkeld. Dit landelijk draaiboek wordt in nauwoverleg met de Raad van RGF'en opgesteld, vanwege de schakelpunten van het kernproces met die van de andere hulpverleningsdiensten in het kader van de OOV. Met de ontwikkeling van een nationaal draaiboek wordt de uniformiteit tussen de verschillende gemeenten zoveel mogelijk gewaarborgd. Op dit punt ga ik hieronder nog nader in.
3 Voor de goede orde meld ik u nog dat op landelijk niveau een multidisciplinaire
werkgroep in het leven is
geroepen die scenario's zal uitwerken van de mogelijke consequenties die massavaccinatie zal kunnen hebben voor de openbare orde en veiligheid. Deze scenario's worden op 11 februari 2003 besproken en vastgesteld in een zogenaamd schakelpuntoverleg. Aan dit overleg nemen deel de directeuren-generaal van o.a. BZK en VWS en vertegenwoordigers van operationele diensten. Deze scenario's worden vervolgens aan u en de hulpverleningsdiensten beschikbaar gesteld. De consequenties van het draaiboek massavaccinatie voor de openbare orde en veiligheid worden daarin eveneens meegenomen. In de regio ligt het voor de hand de gebruikelijke procedure voor de opstelling van een (multidisciplinair) rampbestrijdingsplan te hanteren. U wordt daarbij geadviseerd de geneeskundige invalshoek in acht te nemen van het kernproces dat in deze brief centraal staat, inclusief de richtlijnen uit het landelijke draaiboek hiervoor, alsmede rekening te houden met de scenario's die voortvloeien uit het hier bovengenoemde schakelpuntoverleg. Een gecoordineerde, multidisciplinaire aanpak vanuit de optiek van zowelopenbare gezondheidszorg als openbare orde en veiligheid doet recht aan de beginselen van integraal veiligheidsmanagement en zalook voor andersoortige situaties in de toekomst van nut en toepassing (kunnen) zijn.
Ministerie
van Volksgezondheid,
Welzijn
en Sport
Blad 5 Kenmerk POG/ZP
2.349.491
Voorbereiding G GD-GHOR-OO V-hulpverleningsdiensten Voor de aspecten van openbare orde en veiligheid die aan een massale operatie verbonden zijn, zoals bijvoorbeeld de zorg voor een geordend verloop van vaccinatie, maar ook de bescherming van vitale infrastructuren bij eventuele uitval van mensen gedurende dit proces, is de inzet van de hierboven genoemde verantwoordelijke organisaties vereist. GGD-Nederland heeft, in het kader van de ontwikkeling van een nationaal draaiboek massavaccinatie, een aparte werkgroep in het leven geroepen om de consequenties van massavaccinatie in relatie tot OOV aspecten, zoals onder andere transport, distributie van vaccins, uit te werken. De Raad van RGF'en betrekt in deze werkgroep onder andere de (koepels van de) overige hulpverleningsdiensten. Bestuurlijke aandacht Ik ga ervan uit dat u binnen het bestaande raamwerk van de infectieziektebestrijding en van de rampenbestrijding om redenen zoals in mijn brief van 16 december genoemd, voorzover dat niet reeds gebeurd is in Uw regio, prioriteit geeft aan de activiteiten die noodzakelijk zijn om het draaiboek massavaccinatie te realiseren. Daarbij is het tevens van belang dat er een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag wordt aangewezen voor de bestuurlijke cobrdinatie die kan zorgdragen voor de informatielafstemming met het lokaal en provinciaal bestuur. Voor de goede orde memoreer ik hier de goede resultaten die met name door de GGD'en is geboekt volgens de eerste monitoring, die afgelopen maand is uitgevoerd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Consequenties opstelling draaiboek massavaccinatie Aan de opstelling van een regionaal draaiboek, evenals een landelijk modeldraaiboek, zijn uiteraard personele en financi~le consequenties verbonden. T.a.v. de opstelling van het landelijk modeldraaiboek zijn deze in de projectopdracht aan GGD NL opgenomen. Van de regio's wordt vooralsnog verwacht dat zij, ten behoeve van de activiteiten en randvoorwaarden voor uitvoering van massavaccinatie in die regio, binnen de staande organisatie -met prioriteit -een regionaal draaiboek opstellen. Ten aanzien van de feitelijke operationele voorbereiding voor ringvaccinatie en massavaccinatie voor 1 april 2003 en daadwerkelijke inzet van middelen daartoe dient op rijksniveau nog een nader besluit te worden genomen. U ontvangt hierover zo spoedig mogelijk nader bericht. Implementatie In het geval dat, naast ringvaccinatie, op een gegeven moment op nationaal niveau wordt besloten tot massavaccinatie -en dus tot grootschalig optreden in uw regio -is de burgemeester bevelhebber en bestuurlijk eindverantwoordelijk (zie ook passages op pagina 2 hieromtrent). Conform de WGHR is de RGF ambtelijk procesverantwoordelijk voor de geneeskundige hulpverlening. Over de algehele operationele leiding beslist de burgemeester (art. 11 WRZO). Hij kan deze eveneens bij de RGF beleggen. De GGD is in dat repressieve en operationele geval deelnemer in de keten van geneeskundige hulpverlening. Dit laat overigens de medischprofessionele verantwoordelijkheid van de GGD (of andere onderdelen van de geneeskundige keten) in de voorbereidings- en uitvoeringsfase onverlet. Communicatie In de voorbereidende publieksvoorlichting massavaccinatie. OD Riiksniveau
fase is VWS verantwoordelijk over de opdrachtverstrekking
VWS stemt dit interdepartementaal bestaat.
voor de persvoorlichting
en
voor het project ter voorbereiding af binnen de normale
structuur
op een die hiervoor
Ministerie
van Volksgezondheid,
Blad 6 Kenmerk POG/ZP
2.349.491
Welzijn
"rj'
en Sport
Voorlichting door o.a. GGD-Nederland, gemeente, GHOR-regio's, GGD'en etc. kan plaatsvinden conform de regels die o.a. de WCPV en WRZO voorschrijven. U wordt uitdrukkelijk geadviseerd dit bij voorkeur te doen na afstemming met VWS. Mocht het ooit zover komen dat daadwerkelijk tot massavaccinatie moet worden overgegaan, dan zal de woordvoering op rijksniveau verlopen via het Nationaal Voorlichtings Centrum (NVC) bij het Ministerie van BZK, in nauwe afstemming met alle betrokken Ministeries, inclusief de Rijks Voorlichtings Dienst. Medewerkers van de Ministeries van VWSzijn vanzelfsprekend bereid om de komende maand in de diverse relevante gremia een toelichting te geven op hetgeen in deze brief is gesteld. Met vriendelijke
groet,
mede namens de minister van BZK, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid,
ir. J.I.M. de Goeij
Deze brief werd tevens verzonden naar: VNG GGD Nederland Commissarissen
der Koningin
IPO RGF Raad Raad van Hoofdcommissarissen; NVBR
.Expeltisecentrum
Conflict en Crisisbeheersing;
NPI
2-6 FACTS MEDISCHE UITGANGSPUNTEN EN PROTOCOLLEN Hygiëneprotocol priklocatie versie 28-02-03 Hygiëneprotocol priklocatie Voor alle medewerkers - De video persoonlijke hygiëne na vaccinatie is gezien en begrepen. - Op de werkplek wordt niet gerookt of gegeten. - De entplaats bij u (hulpverlener) is besmettelijk en dient niet in contact te komen met anderen. Zorg voor afdekking met een vierzijdig plakkend, hypoallergeen en absorberend verbandpleister - Op een centrale plaats staat een afsluitbare emmer met 0,1% hypochlorietoplossing (1000 ppm chloor) in water om alle restanten van de entstof op schoonmaaktissues te vernietigen. Bij de vaccinbereiding - De video pokkenvaccinatie is gezien en begrepen. - Er worden handschoenen en een spatbril gedragen. - Als ondanks de voorzorgsmaatregelen toch spatten van entstof in het oog komen, dan niet wrijven maar wel direct uitspoelen met een oogdouche. Vervolgens beoordeelt en rapporteert de aanwezige arts de besmetting. - Spatten reconstitutievloeistof worden op huishoudelijke wijze gereinigd. - Spatten entvloeistof op de grond, kleding of huid worden direct gereinigd met een 70% alcoholoplossing op een tissue. Daarna de gebruikte tissue in de emmer met chlooroplossing deponeren. - Tijdens de verplaatsing van de entvloeistof van en naar de enttafel wordt het flesjes, om risico van vervuiling van de entstof, niet afgesloten. - Na afloop van een sessie wordt de tafel schoongemaakt met een 70% alcoholoplossing. - Gebruik bijvoorkeur tafels die makkelijk te reinigen zijn. Bij de enttafel - De video pokkenvaccinatie is gezien en begrepen. - Zowel vaccinateur als assistent dragen handschoenen. - Maak gebruik van de naaldcontainer. - Fixeer het potje met entstof in de houder. - Tijdens het enten van de bezoeker wordt het naaldje niet meer in de entstof teruggeplaatst. Met anderen woorden: Als je tijdens het enten bemerkt dat je te weinig entstof op de naald hebt, dan neem je een nieuwe naald en ga je op dezelfde entplek verder. - Zie toe dat tussen de patiënt en de naaldcontainer niemand staat. Hiermee voorkomt u dat u iemand prikt. - Alvorens u de naald in de naaldcontainer deponeert, kijk u eerst naar de container. Hiermee voorkomt u dat u iemand prikt die alsnog achter u is komen staan, bijvoorbeeld nieuwsgierige kinderen. - De naald verdwijnt volledig in de naaldcontainer. - Zorg ervoor dat kinderen geen hand in de opvallend gekleurde naaldcontainer kunnen steken. - Voorkom verdere besmetting door de entplaats zorgvuldig af te dekken met een vierzijdig plakkend, hypoallergeen en absorberend verbandpleister. - Spatten van entstof in het oog worden direct met een oogdouche uitgespoeld, vervolgens beoordeeld en gerapporteerd door de aanwezige arts.
Pagina 1 van 2
2-6 FACTS MEDISCHE UITGANGSPUNTEN EN PROTOCOLLEN Hygiëneprotocol priklocatie versie 28-02-03 -
-
Spatten entvloeistof op de huid worden direct gereinigd met een 70% alcoholoplossing op tissues. Na afloop de gebruikte tissues in de emmer met chloor deponeren. Een onbedoelde prikplaats wordt direct schoongemaakt met 70% alcoholoplossing. Prikaccidenten worden door de arts afgehandeld volgens het prikaccidentenprotocol LCI. Na afloop van de tweede sessie worden de restanten entstof gedeponeerd in de afsluitbare emmer met chlooroplossing.
Afvalverwerking - De naaldcontainers en restanten in de afgesloten emmer met chloor worden verwerkt als zijnde besmettelijk ziekenhuisafval. ----------------------------------------------------------------------Gevolgen van dit protocol: - aanschaf van handschoenen - aanschaf spatbrillen - aanschaf papieren tissues - aanschaf afsluitbare emmers - aanschaf van chloortabletten, een pot per locatie - verwerken van de naaldcontainers en de afsluitbare emmers als besmettelijk ziekenhuisafval - aanschaf alcohol 70%
Pagina 2 van 2
2-7 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Bijwerkingen versie 04-03-03 Schatting van het aantal bijwerkingen als gevolg van massavaccinatie pokken
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Centrum voor Infectieziekten Epidemiologie
Uitgaande van een gemiddelde vaccinatiegraad van 29% in de groep geboren tussen 1971 en 1975 en van 89% in de bevolking geboren voor 1971 1* , zijn 10 miljoen Nederlandse inwoners minimaal eenmaal gevaccineerd tegen pokken.
Verwachte bijwerkingenpercentages zijn grotendeels gebaseerd op twee grote studies met 14, respectievelijk 1,6 miljoen gevaccineerden tijdens een van de laatste jaren van pokkenvaccinatie (stam NYBH) in de Verenigde Staten (Tabel 1 en 2)2,3,4 . Het is niet gezegd dat de cijfers uit deze Amerikaanse studie uit 1968 gelden voor de hedendaagse Nederlandse bevolking aangezien wij een andere vaccinstam (ListerElstree) gebruiken, mogelijk überhaupt anders reageren op pokkenvaccinatie, en door een toename in het aantal immunogecompromiteerde inwoners. Om tot een schatting van het aantal bijwerkingen in Nederland te komen, gebruik en wij voornamelijk gegevens uit de zogenaamde tien-statenstudie waar gegevens actief zijn verzameld2 . Indien het aantal gevaccineerden te klein was om de frequentie van zeldzame bijwerkingen betrouwbaar te kunnen berekenen, werden gegevens uit de nationale studie gebruikt waar gegevens passief werden verzameld 3 . Alleen voor encefalopathieën zijn er aanwijzingen dat deze in Nederland vaker optraden dan volgens de data uit bovengenoemde Amerikaanse studies. Het is niet helemaal duidelijk of dit te wijten is aan populatiekenmerken en/of aan de vaccinstam. De weinige gegevens die er zijn over het percentage encefalopathieën in Nederland met de Lister- Elstree stam geven wel een lager percentage dan voor de tot 1963 gebruikte Kopenhagenstam, maar waarschijnlijk toch hoger dan in de USA5,6 . De spaarzame Nederlandse gegevens die er zijn, geven een incidentie van 12-13 encephalopathieën per miljoen vaccinaties bij kinderen jonger dan twee jaar. Voor *
Eind jaren twintig van de twintigste eeuw is vaccinatie ongeveer tien jaar opgeschort. Het percentage gevaccineerden in deze geboortecohorten zal dan ook lager zijn. Echter, vaccinatie in militaire dienst verhoogt het vaccinatiepercentage in alle cohorten. Daarom nemen we aan dat het vaccinatiepercentage gemiddeld toch op 89% uitkomt.
Pagina 1 van 5
2-7 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Bijwerkingen versie 04-03-03 jong volwassenen zijn ons alleen gegevens bekend over het gebruik van de ListerElstree stam in combinatie met immunoglobulinen: 1 case per 21.000 (13 (95% betrouwbaarheidsinterval (BI)) 0-40 per miljoen) en 1 case per 75.000 vaccinaties (48 (95% BI 0-143) per miljoen). Bij de Kopenhagenstam werd het aantal encefalopathieën na simultane toediening van immunoglobulinen gereduceerd tot grofweg een derde. Dit extrapolerend naar Lister- Elstree kom je uit op een schatting van 39 (95% BI 17-63) en respectievelijk 144 (95% BI 60-225) per miljoen. Het is daarom aannemelijk dat de incidentie van post-vaccinale encefalopathieën bij Nederlandse volwassenen na vaccinatie met Lister-Elstree toch hoger is dan na vaccinatie met de NYBH-stam in Amerika (incidentie 3,5 per miljoen). Voor kinderen tussen de 2 en 18 jaar zijn geen Nederlandse gegevens over de incidentie van encefalopathieën. Bij de Kopenhagen-stam bleek de incidentie toe te nemen sterk af te hangen van de leeftijd. Waarschijnlijk ligt deze incidentie tussen die van de jonge kinderen en de volwassenen.
In Tabel 3 staat het aantal te verwachten bijwerkingen waarvoor men medische zorg behoeft en letaliteit als gevolg van deze bijwerkingen in de Nederlandse bevolking, uitgesplitst naar leeftijd en vaccinatiestatus, uitgaande van 80% vaccinatiegraad (10% van de bevolking heeft contra- indicatie voor vaccinatie, en 10% van bevolking is gezinslid van persoon met contra-indicatie), gelijkelijk verdeeld over de leeftijdsgroepen. De eerste schatting (Tabel 3a), waarbij we aannemen dat mensen die vroeger gevaccineerd zijn reageren als gerevaccineerden, moet gezien worden als een minimum aantal te verwachten bijwerkingen. Door de lange tijd sinds de laatste pokkenvaccinatie en daarmee samenhangende mo gelijkheid voor (gedeeltelijk) verdwenen immuniteit, zou het percentage gerevaccineerden met bijwerkingen hoger kunnen uitvallen dan in deze studie. Daarom hebben we een alternatieve risicoschatting (worst-case scenario, Tabel 3b) gemaakt door er van uit te gaan dat iedereen zal reageren als bij een primaire vaccinatie. Dit moet gezien worden als een maximum aantal te verwachten bijwerkingen, omdat we verwachten een onderregistratie van het aantal bijwerkingen hiermee verdisconteerd te hebben.
Als we er van uitgaan dat alle eerder gevaccineerden enige restimmuniteit hebben en dus op vaccinatie reageren als zijnde een revaccinatie, zouden 5.000 personen Pagina 2 van 5
2-7 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Bijwerkingen versie 04-03-03 verschijnselen vertonen waarbij ze medische hulp (minimaal contact huisarts) nodig hebben, waarvan 1.600 in het ziekenhuis dienen te worden opgenomen, ± 100 overlijden, en 1.2500 permanente restverschijnselen overhouden als gevolg van encefalopathie (Tabel 3a). Als we er van uitgaan dat geen van de eerder gevaccineerden enige restimmuniteit hebben en dus op vaccinatie reageren als zijnde een primaire vaccinatie, zouden bij algehele vaccinatie van de Nederlandse bevolking 13.000 personen ernstige complicaties oplopen, warvan 4.000 in het ziekenhuis opgenomen dienen te worden, ± 200 overlijden, en 3.000 permanente restverschijnselen overhouden als gevolg van encefalopathie (Tabel 3b).
N.B. Als gezinscontacten van personen met een contra- indicatie toch gevaccineerd worden, zal het aantal bijwerkingen meer dan evenredig met het aantal extra gevaccineerde personen toenemen doordat een deel van deze personen met een contra- indicatie, en dus een verhoogd risico op bijwerkingen, besmet zullen worden met vacciniavirus.
Literatuur 1. IGZ-jaarverslagen 2. Lane JM, Ruben FL, Neff JM, Millar JD. Complications of smallpox vaccination, 1968: national surveillance in the United States. N Engl J Med 1969: 281: 1201-8. 3. Lane JM, Ruben FL, Neff JM, Millar JD. Complications of smallpox vaccination, 1968: results of ten statewide surveys. J Infect Dis 1970: 122: 303-9. 4. Lévy-Bruhl D, Guérin N. The use of smallpox virus as a biological weapon: the vaccination situation in France. Eurosurveillance Monthly 2001; 6: 171-8. 5. Polak MF. Complications of smallpox vaccination in the Netherlands, 1959-1970. International symposium on smallpox vaccine. Symposia series in immunobiological standardization 1973; 19: 235-42. 6. Gezondheidsraad. Pokkenvaccinatie bij zuigelingen. Den Haag: Staatsuitgeverij, 1968.
Pagina 3 van 5
2-7 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Bijwerkingen versie 04-03-03
Tabel 1. Schatting aantal ernstige postvaccinale verschijnselen per miljoen vaccinaties, uitgesplitst naar bijwerking accidentale inoculatie 3 507
gegeneraliseerde vaccinia 3 394.4
eczema vaccinatum3
1-4 jaar 5-19 jaar >= 20 jaar
577.3 371.2 606.1
<1 jaar 1-4 jaar 5-19 jaar >= 20 jaar
109.1 47.7 25
leeftijd Primaire vaccinatie
Revaccinatie
<1 jaar
postvaccinale encefalitis* 12 (42.33 )
overig3
14.1
progressieve vaccinia 2 0
233.4 139.7 212.1
44.2 34.9 30.3
0.4 1.8 6.9
39-146 (9.53 ) 39-146 (8.73 ) 39-146 (3.52 )
236,6 214 636,4
9.9 9.1
2 4.5
0 6.8
0 4.5
18,2 23,9 54,5
-: aantal observaties was te klein om incidentie van bijwerkingen te berekenen *: grove schatting op basis van gege vens uit Nederland 1963-19705,6 , terwijl schatting uit Lane et al. 2,3 in haakjes staat vernoemd
Tabel 2. Schatting hospitalisatie en letaliteit naar ernstige postvaccinale verschijnselen Bijwerking accidentele inoculatie gegeneraliseerde vaccinia eczema vaccinatum progressieve vaccinia postvaccinale encefalitis * overig
Hospitalisatie 30% 30% 100% 100% 100% 10%
* Permanente neurologische restverschijnselen: 25%
Pagina 4 van 5
Letaliteit --6% 45% (range 30%-60%) 30% (range 9% -57%) --
154,9
2-7 FACTS MEDISCHE UITGANGPUNTEN EN PROTOCOLLEN Bijwerkingen versie 04-03-03
Tabel 3a. Schatting van het aantal personen met ernstige bijwerkingen, aantal hospitalisaties, aantal overledenen en aantal personen met restverschijnselen als gevolg van encefalopathie na vaccinatie van 80% van de Nederlandse bevolking, er van uitgaande dat alle eerder gevaccineerden enige restimmuniteit hebben en dus op vaccinatie reageren als zijnde een revaccinatie. Leeftijd <1 jaar 1-4 jaar 5-19 jaar 20-25 jaar = 26 jaar totaal
80% van aantal inwoners 165678 635190 2325574 929122 8734096 12789660
Accidentele inoculatie
Gegeneraliseerde vaccinia
eczema vaccinatum
progressieve vaccinia
postvaccinale encefalitis*
overig
84 367 863 563 5294 7171
65 148 325 197 1853 2588
2 28 81 28 265 404
0 0 4 6 60 71
2 25 91 36 341 494
26 98 360 144 1353 1981
Totaal medische zorg 179 700 1794 1021 1219 4914
Aantal ziekenhuisopnames 52 223 582 263 511 1631
Aantal overledenen 1 9 34 12 52 109
Aantal met permanente restverschijnselen 45 178 459 258 306 1245
* incidentie PVE 39 per miljoen bij primovaccinatie. Als incidentie postvaccinale encefalitis 144 ipv 39 per miljoen vaccinaties, dan in totaal 5528 gevaccineerden die zorg behoeven als gevolg van postvaccinale verschijnselen, 2112 hospitalisaties, 253 overledenen en 1330 met permanente restverschijnselen
Tabel 3b. Schatting van het aantal personen met ernstige bijwerkingen, aantal hospitalisaties, aantal overledenen en aantal personen met restverschijnselen als gevolg van encefalopathie na vaccinatie van 80% van de Nederlandse bevolking, er van uitgaande dat geen van de eerder gevaccineerden enige restimmuniteit hebben en dus op vaccinatie reageren als zijnde een primaire vaccinatie Leeftijd <1 jaar 1-4 jaar 5-19 jaar 20-25 jaar = 26 jaar totaal
80% van aantal inwoners 165678 635190 2325574 929122 8734096 12789660
accidentele inoculatie
Gegeneraliseerde vaccinia
eczema vaccinatum
progressieve vaccinia
postvaccinale encefalitis*
overig
84 367 863 563 5294 7171
65 148 325 197 1853 2588
2 28 81 28 265 404
0 0 4 6 60 71
2 25 91 36 341 494
26 98 360 144 1353 1981
Totaal medische zorg 179 666 1724 975 9165 12710
Aantal ziekenhuisopnames 52 217 569 313 2945 4096
Aantal overledenen 1 9 34 15 145 205
Aantal met permanente restverschijnselen 45 165 424 241 2266 3140
* incidentie PVE 39 per miljoen bij primovaccinatie. Als incidentie postvaccinale encefalitis 144 ipv 39 per miljoen vaccina ties, dan in totaal 14035 gevaccineerden die zorg behoeven als gevolg van postvaccinale verschijnselen, 5421 hospitalisaties, 602 overledenen en 3372 met permanente restverschijnselen
Pagina 5 van 5
Bijlage I. SPC/Bijsluitertekst Pokkenvaccin (Smallpox vaccine) (onder voorbehoud) Het betreft een bijsluitertekst van het “oude vaccin” met 100 doses per ampul wat opgelost dient te worden met 0,2 ml reconstitutievloeistof. Zoals aangegeven is de tekst onder voorbehoud en kan aan verandering onderhevig zijn! 1. Naam van het geneesmiddel Smallpox vaccine - freeze dried NB: de vermelding van de naam op de ampullen van het “oude vaccin” is getiteld: POKSTOF. 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Pokkenvaccin bevat vacciniavirus, stam Lister/Elstree, gekweekt in de huid van het levende kalf. Na resuspensie met 0,2 ml reconstitutievloeistof bevat het vaccin tenminste 108 levende virusdeeltjes /ml. 3. Farmaceutische vorm Poeder voor injectievloeistof. 4. Klinische gegevens 4.1 Indicaties Actieve immunisatie tegen vaccinia virus, en door kruisbescherming tevens tegen variola virus (pokkenvirus). Ter bescherming tegen het pokkenvirus wordt gevaccineerd met vaccinia virus-vaccin. Het vaccinvirus geeft kruisbescherming tegen het pokkenvirus. 4.1.1 Indicaties onder normale omstandigheden Sinds in 1978 voor het laatst een patiënt met pokken is geconstateerd en de WHO in 1980 de wereld officieel vrij van het pokkenvirus (variola) heeft verklaard, is vaccinatie tegen pokken op grote schaal overbodig geworden. Sinds 1978 zijn alleen nog mensen gevaccineerd die beroepshalve met vaccinia in aanraking kunnen komen. Onder normale omstandigheden, dat wil zeggen zonder dat er sprake is van een (dreigende) calamiteit, vormt dit beroepsrisico de enige indicatie voor een revaccinatie met pokkenvaccin. Wegens de verhoogde kans op bijwerkingen na primovaccinatie worden alleen beroepsbeoefenaren gevaccineerd die reeds eerder één of meerdere malen met pokkenvaccin zijn gevaccineerd. 4.1.2 Indicaties bij (dreigende) calamiteiten Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 kan het niet langer uitgesloten worden geacht dat pokkenvirus (variola) gebruikt kan worden bij terroristische aanslagen. Bij een dergelijke calamiteit zal de overheid via daartoe geëigende kanalen kenbaar maken of, en zo ja op welke wijze en schaal, de indicaties voor toediening van pokkenvaccin uitgebreid moeten worden. 4.2 Dosering en wijze van toediening Alvorens het vaccin te kunnen toedienen, moet het gevriesdroogde pokkenvaccin gereconstitueerd worden (zie 6.6). Voor het aanbrengen van het vaccin maakt men gebruik van een gevorkte naald (bifurcated needle), die bij het vaccin wordt geleverd. De naald is steriel verpakt en bestemd voor eenmalig gebruik.
Zie bijgaande tekeningen ter verduidelijking van de hieronder beschreven vaccinatietechniek (bron: WHO).
De vaccinatie wordt verricht op de bovenarm (proximale deel van de Musculus deltoideus). Voor het gemak van de patiënt vaccineert men op de andere arm dan de voorkeursarm. De huid hoeft vooraf niet te worden gedesinfecteerd. Indien men dat toch wenst, moet met vaccineren worden gewacht tot de desinfecteervloeistof volledig is opgedroogd. Een instructiefilm is in ontwikkeling bij het NVI.
De vaccinatie wordt uitgevoerd door de naald in de vaccinvloeistof te dopen en deze vervolgens 10 maal (bij primovaccinatie) of 15 maal (bij revaccinatie) met lichte druk in de opperhuid (epidermis te drukken (multipuncture technique). Het is daarbij van belang dat de entstof slechts in het Stratum Malpighi van de opperhuid terecht komt; intradermaal is te diep. Bij een goede vaccinatietechniek verschijnt geen bloed. De prikjes moeten op een beperkt gebied worden gegeven (1 – 2 mm doorsnede). 4.3 Contra-indicaties (zie hiervoor ook bijlage III.) 4.3.1 Contra-indicaties onder normale omstandigheden Als iemand door beroepsrisico in aanmerking komt voor bescherming tegen het vacciniavirus, dan mag deze persoon niet met vaccinia worden gevaccineerd bij: • ontbreken van bewijs van eerdere vaccinatie(s) tegen pokken (inentingsbewijs en/of litteken) • bekende allergie voor één van de bestanddelen van het vaccin • N.B.: door het productieproces is het niet geheel uitgesloten dat het vaccin sporen neomycine bevat; daarom geldt een aangetoonde allergie voor dit antibioticum als contraindicatie voor vaccinatie met pokkenvaccin • actief of anamnestisch constitutioneel eczeem of een andere uitgebreide huidafwijking; • een ziekte die gepaard gaat met een gestoorde (cellulaire) immuniteit • immunosuppressieve therapie, zoals corticosteroïden, cytostatica, radiotherapie korter dan drie maanden voor vaccinatie • HIV-seropositiviteit • (kans op) zwangerschap. 4.3.2 Contra-indicaties bij (dreigende) calamiteiten In geval van (dreigende) calamiteiten kunnen – op aanwijzing van de overheid – andere afwegingen worden gemaakt met betrekking tot het hanteren van contra-indicaties. Deze lijst is als bijlage III bij dit draaiboek opgenomen (concept).
4.4 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Pokkenvaccin is infectieus en dient als zodanig te worden gehanteerd. Het vaccinatiewondje, het blaasje en de puist die als reactie op (re-)vaccinatie ontstaan, zijn infectieus totdat het korstje dat zich op de laesie heeft gevormd, is afgevallen. Tot die tijd moet voorkomen worden dat de patiënt zichzelf of anderen direct of indirect via het wondje besmet. Ter voorkoming van directe besmetting moet na vaccinatie het wondje goed worden afgedekt, bij voorkeur met een waterbestendig verband, zodat douchen mogelijk blijft. Indien geen waterbestendig verband wordt gebruikt, moet tijdens douchen het verband worden afgedekt met plastic. Ter voorkoming van indirecte besmetting dient men het onbeschermd aanraken van de zijde van het verband dat met het wondje in aanraking is gekomen te vermijden. Verband waarmee de wond bedekt is geweest moet conform de vigerende hygiënerichtlijnen als infectieus materiaal worden behandeld, afgevoerd en vernietigd. (nb in de thuissituatie gelden andere regels, deze worden nog uitgewerkt) 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Over interactie met andere geneesmiddelen zijn geen gegevens bekend. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Onder normale omstandigheden geldt (de kans op) zwangerschap als tijdelijke contraindicatie. Bij dreigende calamiteiten kan een andere afweging worden gemaakt. Over de kans op bijwerkingen voor het kind dat borstvoeding krijgt, zijn geen gegevens bekend. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Voor zover bekend heeft pokkenvaccin geen directe nadelige invloed op het vermogen om een voertuig te besturen of machines te bedienen. Als reactie op de vaccinatie kunnen pijn en een zwaar gevoel in de betreffende arm, hoofdpijn en algehele malaise wel het vermogen hiertoe indirect nadelig beïnvloeden. 4.8 Bijwerkingen Bij revaccinaties is de kans op complicaties veel kleiner dan bij een primo-vaccinatie. Onder normale omstandigheden zal altijd sprake zijn van selectieve vaccinatie van personeel dat beroepshalve in aanraking kan komen met vaccinia virus. Omdat eventuele contra-indicaties dan zeer zorgvuldig en strikt kunnen worden toegepast, zal de kans op bijwerkingen geringer zijn dan bij vaccinatie van grote groepen van de bevolking in het geval van (dreigende) calamiteiten. Lokale reacties Algemene ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling en wat pijn of een branderig gevoel) zijn zeer vaak voorkomende reacties. Veel mensen klagen over jeuk op de plaats waar werd gevaccineerd. De jeuk kan enkele dagen aanhouden en kan intens zijn. Na revaccinatie met vaccinia ontstaat bij de meeste mensen binnen enkele uren een zwaar, loom gevoel in de betreffende arm. Na 3 tot 7 dagen ontstaat een blaasje dat overgaat in een (etterige) puist. Uit beide kan vocht komen. Dit vocht is infectieus (zie bij 4.4 voor de te nemen beschermingsmaatregelen). Op de puist vormt zich na enkele dagen een korstje dat enige dagen daarna afvalt. Op de plaats van de revaccinatie kan wekenlang enige roodheid blijven bestaan. Een geslaagde promovaccinatie laat een litteken achter, na revaccinatie is dat zelden het geval. Bij patiënten die regelmatig met vaccinia zijn gevaccineerd kan de beschreven reactie
minder uitgesproken verlopen en beperkt blijven tot wat roodheid en zwelling op de plek van vaccinatie. Een zeer zelden voorkomende gelokaliseerde bijwerking is het per ongeluk besmetten van de eigen huid of de huid van een ander. Dit komt bij ongeveer 8 op de 10 miljoen revaccinaties voor. De kans op accidentele besmetting na primovaccinatie is aanzienlijk hoger: ongeveer 250 gevallen op 10 miljoen vaccinaties. De kans daarop is te verkleinen door het nemen van goede voorzorgsmaatregelen (zie bij punt 4.5). Systemische reacties Ongeveer de helft van gerevaccineerde personen klaagt over een of twee dagen lichte hoofdpijn. Een koortsig of grieperig gevoel is niet ongewoon, maar de temperatuur kan desondanks normaal zijn. Bij personen die geen goedwerkend afweersysteem hebben, kan het voorkomen dat op andere plaatsen op het lichaam dan waar gevaccineerd werd meerdere puisten verschijnen, die niet of slecht genezen (vaccinia progressiva). De kans om te overlijden is dan zeer hoog (30 - 50%). Personen met een niet goed functionerend afweersysteem mogen dan ook niet gevaccineerd worden (zie punt 4.3). Vaccinia progressiva doet zich in ongeveer 7 op 10 miljoen revaccinaties voor. Na primo-vaccinatie ligt dit aantal iets hoger (9 op 10 miljoen). Het betreft dan mensen van wie op het moment van vaccinatie niet bekend was dat zij een afweerstoornis hadden. Het goed afnemen van een anamnese kan de kans op deze bijwerking zo klein mogelijk houden. Indien daar aanleiding toe bestaat kan een HIV-test overwogen worden alvorens te vaccineren. Ook bij gezonde mensen kan het na revaccinatie voorkomen dat zich pokpuisten ontwikkelen op andere plekken dan waar is gevaccineerd, zonder dat er sprake was van zelfbesmetting (vaccinia generalisata). Ondanks dat deze mensen van deze complicatie behoorlijk ziek kunnen worden, is de afloop meestal gunstig. Vaccinia generalisata doet zich in ongeveer 12 op de 10 miljoen revaccinaties voor. Na primo-vaccinatie komt deze bijwerking frequenter voor: ongeveer 230 gevallen per 10 miljoen vaccinaties. Er kunnen geen maatregelen getroffen worden om de kans op het optreden van deze bijwerking te verkleinen. Het zogeheten eczema vaccinatum is een ernstige huidreactie die kan optreden bij personen die een ernstige huidaandoening hebben of hebben gehad. Met name bij patiënten met constitutioneel eczeem treedt deze bijwerking op. Bij ongeveer 9 op de 10 miljoen revaccinaties treedt deze complicatie op. Na primo-vaccinatie treedt deze bijwerking vaker op: ongeveer 100 gevallen per 10 miljoen. De kans op deze complicatie kan worden verkleind door alleen mensen met een gave huid te vaccineren. Een zeer ernstige bijwerking van revaccinatie met vaccinia is ontsteking van de hersenen (encefalitis postvaccinalis). De kans op deze bijwerking is groter bij mensen die lijden aan een aandoening van het zenuwstelsel, zoals bijvoorbeeld epilepsie. Deze mensen mogen dan ook niet worden gevaccineerd. Maar ook bij gezonde personen is de kans op hersenontsteking aanwezig, zij het dat deze kans na revaccinatie zeer klein is (minder dan 10 per 10 miljoen). Na primo-vaccinatie wordt de kans op encefalitis postvaccinalis geschat op 100 gevallen per 10 miljoen vaccinaties. Ongeveer één op de drie personen die hersenontsteking krijgt, overlijdt aan de gevolgen daarvan. 4.9 Overdosering Bij de beschreven vaccinatietechniek is overdosering uitgesloten.
5. Farmacologische eigenschappen Geen informatie beschikbaar. 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hulpstoffen 1 ml gereconstitueerd pokkenvaccin bevat naast het werkzame virus: • pepton 50 mg • sorbitol 50 mg • fenol max. 3 mg • glycerol 400 mg fosfaat-citraatbuffer tot 1 ml 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Pokkenvaccin mag niet met andere vaccins of geneesmiddelen worden gemengd. 6.3 Houdbaarheid De houdbaarheid van pokkenvaccin is niet vastgesteld. Op het etiket is de productiedatum vermeld. Per uitgifte zal separaat een expiratiedatum worden vastgesteld. Gereconstitueerd vaccin kan maximaal 8 uur worden bewaard. 6.4 Speciale voorzorgen bij bewaren Na uitgifte moet pokkenvaccin bij een temperatuur tussen +2 en +8 °C worden bewaard. De reconstitutievloeistof mag niet bevriezen. Als het gevriesdroogde pokkenvaccin per abuis bij een temperatuur onder het vriespunt is bewaard, heeft dit geen nadelige invloed op het vaccin. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Pokkenvaccin wordt geleverd in een verpakking met 25 flesjes per doos, zonder bijsluiter. Separaat worden meegeleverd: • 25 flesjes reconstitutievloeistof • 25 kokers à 100 steriele naalden (bifurcated needle) • 25 exemplaren van deze bijsluiter. Spuiten en naalden, benodigd om het vaccin te reconstitueren, worden niet meegeleverd. N.B. deze verpakkingseenheden kunnen nog veranderen. 6.6 Instructies voor gebruik, verwerking en verwijdering Vóór gebruik moet het gevriesdroogde pokkenvaccin gereconstitueerd worden met 0,2 ml van de bijgeleverde reconstitutievloeistof. De reconstitutievloeistof wordt met behulp van een steriele spuit + naald bij het gevriesdroogde pokkenvaccin gevoegd. Na bijvoeging van de reconstitutievloeistof moet men de flacon voorzichtig zwenken totdat een homogene suspensie is ontstaan. Let op: deze suspensie kan gemakkelijk uitzakken, indien dit wordt geconstateerd volstaat omzwenken om het vaccin weer tot een homogene suspensie te brengen. De aldus gemaakte vloeistof is voldoende voor 100 vaccinaties, mits uitgevoerd met een speciale gevorkte naald (bifurcated needle). De naald wordt in het opgeloste pokkenvaccin gedoopt. In de opening tussen de twee poten van de vork blijft voldoende pokkenvaccin achter om één persoon te vaccineren. Voor elke persoon wordt een nieuwe naald gebruikt. Overtollig gereconstitueerd vaccin kan op een veilige manier onschadelijk worden gemaakt door de geopende flacon in water gedurende 10 minuten te koken. Verlopen, niet gereconstitueerd vaccin kan op dezelfde wijze worden vernietigd, nadat de betreffende
flacons zijn geopend. Gebruikte naalden moeten in speciale naaldencontainers worden afgevoerd en vernietigd. Indien die niet aanwezig zijn, moeten de naalden eveneens 10 minuten worden uitgekookt om het daarop aanwezige pokkenvaccin onwerkzaam te maken. 7. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Smallpox vaccine - freeze dried is niet in het register ingeschreven. Onder normale omstandigheden vindt aflevering slechts plaats op bewustheidsverklaring van een arts ten behoeve van een daarop aangegeven persoon. In geval van calamiteiten kunnen andere regelingen gelden. Fabrikant Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven 8. Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen Smallpox vaccine - freeze dried is niet in het register ingeschreven. 9. Datum van goedkeuring/vernieuwing van de vergunning Smallpox vaccine - freeze dried is niet in het register ingeschreven. 10. Datum van herziening van de samenvatting/bijsluiter Bron: RIVM 20 mei 2002 Aanpassing: OMT 27 januari 2003: “toediening van bloed of bloedproducten in de maand voorafgaande aan de vaccinatie is komen te vervallen als contra-indicatie voor het vaccin”.
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Project Infectieziekten en Veiligheid/ Massavaccinatie pokken Projectgroep GHOR, distributie vaccinatiematerialen
Inhoudsopgave Begrippenlijst 1
Distributie en opslag
1.1 1.2 1.3 1.4
Fase A: planmatige voorbereiding Fase B1 en B2: operationele voorbereiding Fase C: distributie regionaal - decentraal Fase D: nazorg
Bijlagen Bijlage 1: Verpakkingseenheid per priklijn Bijlage 2: Aantallen verpakkingseenheden per regio Bijlage 3: Eisen opslag materialen
Pagina 1 van 13
1
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Begrippenlijst Fasering GHOR In tabel 1 zijn de opschalingfases vermeld die te onderscheiden zijn voor, tijdens en na de massavaccinatie pokken. In de onderstaande tabel is de fasering toegelicht voor het proces distributie en opslag van het vaccin en de overige materialen. Tabel 1: Fasering GHOR toegelicht voor distributie en opslag Fase Toelichting Fase A • Planvorming, beheer en evaluatie. • Ambtelijk overleg multi- en monodisciplinair. Fase B1 • Voorbereiding tot uitvoering massavaccinatie. • Fase B start na daartoe strekkend besluit van VWS. • VWS geeft opdracht aan de coördinerend burgemeester, die is opdrachtnemer. Instelling Regionaal Beleidsteam (RBT). • Ambtelijk procesverantwoordelijk: RGF Fase B2 • Start distributie van de centrale opslag naar de RGF, na daartoe strekkend besluit via het NCC. Fase C
Fase D
• • • • •
Pagina 2 van 13
Start van de uitvoering massavaccinatie. Opschaling in de rampenorganisatie. De eerstvolgende dag om 08.00 uur start het vaccineren van de bevolking. Ambtelijk procesverantwoordelijk: RGF Nazorg. Vanaf dag 12 tot dag 30. Ambtelijk procesverantwoordelijk: RGF
2
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 Schematisch zijn de fases als volgt weer te geven (figuur 1):
Opschaalperiode
Fase A
Afschaling
Fase B1, B2
Fase C
Fase D
dag 1
Figuur 1: schematische weergave fasering De tijdsduur van de verschillende fases is niet in figuur 1 weergeven en kan fluctueren. Fase A is van kracht zolang er geen formeel besluit is genomen door het ministerie van VWS. Tijdens fase A vindt alleen planmatige voorbereiding plaats. Op het moment dat het ministerie van VWS een daartoe strekkend besluit neemt, start Fase B1; de operationele voorbereiding, gevolgd door Fase B2: het uitrijden van het vaccin van de landelijke centrale opslag naar de regio’s. Binnen fase B geldt een minimale voorbereidingsduur (opschaalperiode), die nodig is om op dag 1 te beginnen met de massavaccinatie. Wat betreft de distributie en logistiek geldt een minimale voorbereidingstijd van 48 uur. Indien de voorbereidingstijd korter is, is de kans aanwezig, dat de start van de daadwerkelijke vaccinatie niet op dag 1 van fase C kan aanvangen. Na de massavaccinatie neem de coördinerend burgemeester het besluit tot afschaling, wat het begin is van fase D. Hierin wordt de rampbestrijdingsstructuur afgebouwd en vindt overdracht plaats naar de reguliere zorg. Opgemerkt wordt, dat er door verschillende hulpverleningsdiensten en verschillende draaiboeken afwijkende benamingen en omschrijvingen gehanteerd worden. Het ministerie van BZK zal een voorstel uitwerken om synchronisatie van terminologie tussen de kolommen te bevorderen.
Pagina 3 van 13
3
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
1
Distributie en opslag
1.1
FASE A: planmatige voorbereiding
In fase A dient de regio zich te beperken tot een planmatige (papieren) voorbereiding. Uitgaande van de landelijk geformuleerde uitgangspunten kunnen regionale uitgangspunten afgeleid worden. De onderwerpen die in de regionale draaiboeken terug dienen te komen, zijn in dit draaiboek terug te vinden onder fasen B, C en D. Dit is samengevat in tabel 2. Daar waar voorgesteld wordt om, in het kader van distributie en opslag, in overleg te treden met de multidisciplinaire partners is dit tevens vermeld. Tabel 2: fase A, planmatige regionale voorbereiding Wie Planmatig voorbereiden (regio) GHOR Distributie • regionaal – decentraal (Fase C) • bewaking continue goederenstroom (Fase C) • decentraal – regionaal (Fase C) • restvaccin naar landelijk (Fase D) • bewaking transporten Opslag • opslagruimte vaccin, reconstitutievloeistof (Fase B) en overige materialen (verband, naalden, formulieren e.d) (Fase B) • bewaking Politie # Distributie • bewaking distributie vaccin Opslag • bewaking opslag vaccin Gemeente # • Overlegpartner opslag, distributie Brandweer# • Overlegpartner distributie
Opmerking
Onderdeel* • •
CI C III
• • •
C IV DI B, C
•
B
•
i.o.m. politie
•
B, C
•
i.o.m GHOR
•
B, C
• • •
i.o.m GHOR i.o.m GHOR i.o.m GHOR
• • •
B, C B, C B, C
* Onderdeel: B, C en D staan voor de fasen. De nummering (I – V) verwijst naar de paragraafonderdelen. #: De beschreven bijdrage beperkt zich tot distributie en opslag. In het geval van een massavaccinatiecampagne pokken hebben de multidisciplinaire partners ook een aandeel in de processen rond Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Deze vallen buiten de doelstelling van dit hoofdstuk.
1.2
FASE B1 en B2: operationele voorbereiding
1. Het ministerie van VWS draagt zorg voor het afleveren van het vaccin en vaccinatiemateriaal, zoals hieronder en in bijlage 1 omschreven. Indien daar andere materialen aan toegevoegd worden, zal dat in een volgende versie van het draaiboek worden opgenomen. 2. Na daartoe strekkend besluit van het ministerie van VWS, vindt uitlevering van de vaccins en materialen plaats naar de regionale opslagplaatsen bij de RGF . 3. De RGF is de enige ontvangende partij. Hij/ zij kan deze bevoegdheid delegeren (te regelen in fase A).
Pagina 4 van 13
4
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 4. De RGF onderhoudt t.a.v. distributietechnische problemen contact met het Nationaal Coördinatie Centrum.. (Na start Landelijk Actiecentrum Brandweer GHOR, LABC, kan dit daarbij ondersteunen) 5. De RGF draagt zorg voor naleving van de wettelijke regelingen (wet Geneesmiddelen 1993, aanvullend besluit met betrekking tot opslag en beheer immunologische en farmacologische producten). 6. De niet vaccinatiegerelateerde logistieke materialen (tafels/stoelen/kantoorbenodigdheden) worden niet in dit plan geregeld. De GGD zal dat in overleg met de gemeente in het kader van het inrichten van de locatie moeten regelen. De onderstaande materialen (I – XII) worden bij ingang van fase B2 vanuit de centrale opslagplaats(en) naar de regio’ s uitgereden. Deze dienen in de regio’s te worden opgeslagen tbv distributie naar de priklocaties. De eisen aan de opslag zijn vermeld in bijlage 3. I.
Vaccin
De hoeveelheid vaccin is bepalend voor het meeleveren van de daarmee gerelateerde vaccinatiematerialen, waarop in de volgende onderdelen (II - XII) ook wordt ingegaan. De RGF draagt zorg voor een tijdelijk opslag- annex distributiecentrum voor de ontvangst van het vaccin en al het andere materiaal dat in de regio komt. De opslagruimte dient een ‘verboden kamer’ te zijn, in een gebouw dat niet publiek toegankelijk is. Kamertemperatuur is noodzakelijk. De volgende GHOR-regio’s ontvangen 15% extra vaccin: Amsterdam e.o, Haaglanden, Midden-Brabant, Rotterdam Rijnmond, Utrecht, West Brabant, Zuid Limburg, Zuid-Oost Brabant. De overige GHOR-regio’s ontvangen 10% extra vaccin. Dit gegeven dient betrokken te worden in de berekening van het aantal benodigde priklijnen voor de regio. Tevens dient rekening gehouden te worden met het percentage contra-indicatie (10%) en verspilling (10%). Rekenv oorbeeld Regio Utrecht 1.100.000 inwoners. Totaal: 1.265.000 vaccins Onderbouwing: Op grond van inwonersaantal: 1.100.000 vaccins + 15% = 1.265.000 vaccins - 10% = 1.138.500 vaccins (incl. contra-indicatie) + 10% = 1.265.000 vaccins (incl. verspilling)
II. • III. •
Naalden (voor vaccin) Er is niet voorzien in hergebruik van naalden. Reconstitutievloeistof (ampullen) 1 ampul reconstitutievloeistof wordt gebruikt bij 1 flacon vaccin.
Pagina 5 van 13
5
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 IV. •
Naalden (reconstitutievloeistof) Per ampul reconstitutievloeistof 1 naald.
V. •
Spuiten (reconstitutievloeistof) Per ampul reconstitutievloeistof 1 spuit (en 1 naald; zie IV).
VI. •
Verbandmateriaal Per gevaccineerde is uitgegaan van voldoende verbandmateriaal voor de gehele periode.
VII. •
Naaldcontainers Per prikker 3 naaldcontainers per dag.
VIII. • •
• IX. • • X. • • XI. • XII. •
Registratiemateriaal (set)
Per verpakkingseenheid (container) 1 trackings-formulier Op dit moment wordt uitgegaan van een set registratiemateriaal met in ieder geval een: o Registratieformulier (ten behoeve van anamnese en informed consent), o Informatiepakket o Vaccinatiebewijs De GGD’ en zijn verantwoordelijk voor de inname en de archivering van alle ingevulde registratieformulieren. ATD’ s (Anti Tumbling Device) De ATD is een plastic houder waarin de ampul (met het vaccin) geplaatst wordt. 1 ATD per ampul vaccin. Dopsleutels De dopsleutel is een kunststof hulpmiddel, dat wordt gebruikt voor het openen van de naaldenkoker (naalden voor vaccin). 2 dopsleutels per naaldenkoker Productbijsluiters 1 bijsluiter per vaccin. Patiëntbijsluiter 1 bijsluiter per vaccin
Er moet nog een besluit worden genomen over mogelijk centrale distributie van beschermingsmaterialen als brillen en handschoenen, ontsmettingsmaterialen, en ondersteunde hulpmiddelen als nierbekkens. Vooralsnog gaat VWS er van uit, dat deze materialen, evenals medische apparatuur (bloeddrukmeters etc), kantoorartikelen en meubilair in de regio verkregen kunnen worden.
Pagina 6 van 13
6
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Pagina 7 van 13
7
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 1.3
FASE C: distributie regionaal - decentraal
C I Bewaakte distributie door RGF naar priklocaties • De RGF is verantwoordelijk voor de distributie van al het materiaal (de verpakkingseenheden) naar de priklocaties en deelt daarvoor de taken toe. • Geadviseerd wordt om daadwerkelijke distributie in de regio (naar de priklocaties) bij voorkeur te regelen in overleg met de brandweer. • De RGF stemt in het multidisciplinaire overleg de wijze van beveiliging van het distributieproces in de regio af. • De verpakkingseenheid (bijlage 1) wordt zo veel mogelijk met 1 lotnummer naar 1 locatie uitgereden • De RGF draagt zorg voor levering van het vaccin op de decentrale locaties voor 07.00 uur. • Op de locaties dragen door de RGF geaccrediteerde personen zorg voor de ontvangst en verdere afhandeling van het vaccin en ander materiaal. C II Actiecentrum GHOR • Het AC GHOR (monodisciplinair) is 24 uur actief vanaf de start van het distributieplan. • Het AC GHOR is ten behoeve van de logistieke distributie. • De GHOR zorgt voor een liaison met het actiecentrum van de brandweer. • Afstemming tussen diverse actiecentra vindt plaats via de sectie GHOR (verbinding via ROT). C III Bewaking continuïteit goederenstroom • De RGF draagt zorg voor het continue verloop van de goederenstroom. C IV Distributie decentraal – regionaal • De RGF is procesverantwoordelijk voor de dagelijkse afvoer van besmet materiaal , inclusief niet gebruikt vaccin. van de priklocaties naar de veilige regionale opslagplaats. • De afvoer van besmet materiaal gebeurt conform de reeds bestaande regelingen. • De RGF draagt zorg voor de distributieformulieren.
1.4
FASE D: nazorg
D I Distributie regionaal – landelijk • De RGF is procesverantwoordelijk voor retournering van het restvaccin naar het centrale (landelijke) depot.
Pagina 8 van 13
8
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Bijlage 1: Verpakkingseenheid 5000 doses Het vaccin is op 2 manieren verpakt: in een flacon goed voor 300 doses en in een ampul voor 100 doses. Voor beide verpakkingsmogelijkheden is de verpakkingseenheid vastgesteld (zie tabellen 1A en 1B). In tabel 1A staat de verpakkingseenheid waarbij uitgegaan is van: • Een flacon vaccin goed voor 300 doses • De verpakkingseenheid bevat materiaal voor 1 dag. • Een locatie met 25 prikkers • 12 werkzame uren per dag • 20 vaccinaties per uur per prikker • De aantallen zijn inclusief 10% contra- indicaties en 10% verspilling Op de eerste dag van de massavaccinatiecampagne worden per priklocatie 2 verpakkingseenheden geleverd. Indien de priklocatie begint aan haar 2e eenheid, kan ze het AC GHOR verzoeken een volgende eenheid te leveren. Tabel 1A: Verpakkingseenheid per vaccin van 300 doses voor een locatie met 25 prikkers
Onderdelen verpakkingseenheid I. Vaccin II. Naalden (voor vaccin) III. Reconstitutievloeistof (ampullen) IV. Naalden (reconstitutievloeistof) V. Spuiten (reconstitutievloeistof) VI. Verbandmateriaal (pleisters) VII. Naaldcontainer (afval) VIII. Registratiemateriaal (set) IX. ATD’ s (Anti Tumbling Device) X. Dopsleutels XI. Productbijsluiters XII. Patiëntbijsluiter
Aantal Opmerkingen (stuks) 5.000 Permanent bewaakt Kamertemperatuur Flacon à 300 doses 5.000 Verpakt in kokers à 100 stuks 17 Kamertemperatuur 17 17 100.000 20 pleisters per persoon 75 Per prikker 3 containers per dag 5.000 20 100 2 per naaldenkoker (à 100 stuks) 5.000 5.000
Voorlichtingsmateriaal en oproepmateriaal worden separaat vervoerd.
Pagina 9 van 13
9
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 In tabel 1B staat de verpakkingseenheid waarbij uitgegaan is van: • Een ampul vaccin goed voor 100 doses • De verpakkingseenheid bevat materiaal voor 1 dag. • Een locatie met 25 prikkers • 12 werkzame uren per dag • 20 vaccinaties per uur per prikker • De aantallen zijn inclusief 10% contra- indicaties en 10% verspilling Verder uitgaande van 1 van de 3 opties uit tabel 1 Tabel 1B: Verpakkingseenheid per vaccin van 100 doses voor een locatie met 25 prikkers
Onderdelen verpakkingseenheid I. Vaccin
II. Naalden (voor vaccin) III. Reconstitutievloeistof (ampullen) IV. Naalden (reconstitutievloeistof) V. Spuiten (reconstitutievloeistof) VI. Verbandmateriaal (pleisters) VII. Naaldcontainer (afval) VIII. Registratiemateriaal (set) IX. ATD’ s (Anti Tumbling Device) X. Dopsleutels XI. Productbijsluiters XII. Patiëntbijsluiter
Aantal Opmerkingen (stuks) 5.000 Permanent bewaakt Kamertemperatuur Ampul à 100 doses 5.000 Verpakt in kokers à 100 stuks 50 Kamertemperatuur 50 50 100.000 20 pleisters per persoon 75 Per prikker 3 containers per dag 5.000 50 100 2 per naaldenkoker (à 100 stuks) 5.000 5.000
Voorlichtingsmateriaal, oproepmateriaal en overige kantoorartikelen worden separaat vervoerd.
Pagina 10 van 13
10
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Bijlage 2: Aantallen verpakkingseenheden per regio In tabel 1 staan het aantal gewenste verpakkingseenheden vermeld per GHOR-regio. Bij het bepalen van de genoemde aantallen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Verpakkingseenheid van 5000 vaccindoses - 1 Vaccindoses per inwoner - Aantal verpakkingseenheden per regio betreft totaal (4 dagen voorraad) - Spillage en contra-indicatie: beiden 10%: heffen elkaar op - De volgende GHOR-regio’s ontvangen 15% extra vaccin: Amsterdam e.o, Haaglanden, Midden-Brabant, Rotterdam Rijnmond, Utrecht, West Brabant, Zuid Limburg, Zuid-Oost Brabant. De overige GHOR-regio’s ontvangen 10% extra vaccin. Tabel 1: aantallen verpakkingseenheden per GHOR-regio GHOR regio Inwoners Subtotaal Totaal** Aantal (x1000)# 1. Groningen 570 114 126 2. Fryslân 630 126 139 3. Drenthe 475 95 105 4. IJssel-Vecht 420 84 93 5. Twente 615 123 136 6. Stedendriehoek/ Noord-West Veluwe 600 120 132 7. Achterhoek 280 56 62 8. Gelderland-Midden 630 126 139 9. Gelderland-Zuid 515 103 114 10. Utrecht* 1100 220 253 11. Noord-Holland Noord 615 123 136 12. Amsterdam en omstreken* 1300 260 299 13. Zuid- en Midden-Kennemerland 400 80 88 14. Gooi en Vechtstreek 260 52 58 15. Haaglanden* 950 190 219 16. Hollands Midden 750 150 165 17. Rotterdam Rijnmond* 1200 240 276 18. Zuid-Holland Zuid 450 90 99 19. Zeeland 375 75 83 20. West-Brabant* 655 131 151 21. Midden-Brabant 400 80 92 22. Brabant-Noord 600 120 132 23. Zuid-Oost Brabant* 700 140 161 24. Noord- en Midden-Limburg 500 100 110 25. Zuid-Limburg* 650 130 150 26. Flevoland 360 72 80 Totaal: 3598 16.000 3200 #: Bron: GHOR atlas 2002 (COT 2002) *: De GHOR regio ontvangt 15% extra vaccin (overige GHORregio’s ontvangen 10% extra). **: alles naar boven afgerond In totaal zijn 3598 verpakkingseenheden nodig voor levering aan de GHOR regio’s in geval een massavaccinatiecampagne. Het streven is dat 1 verpakkingseenheid op 1 rolcontainer past. Dit zou betekenen dat er dan ook 3598 rolcontainers nodig zijn.
Pagina 11 van 13
11
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03 Voor de verschillende onderdelen van de verpakkingseenheid gelden de volgende totalen (tabel 2): 1
Tabel 2: Totalen verpakkingseenheid (ve) per vaccin van 100 doses
Onderdelen verpakkingseenheid (ve) Aantal per ve Aantal totaal (stuks) (voor 3598 ve) 5.000 XIII. Vaccin 17.990.000 XIV. Naalden (voor vaccin) 5.000 17.990.000 XV. Reconstitutievloeistof 50 179.900 (ampullen) XVI. Naalden (reconstitutievloeistof) 50 179.900 XVII. Spuiten (reconstitutievloeistof) 50 179.900 XVIII. Verbandmateriaal (pleisters) 100.000 359.800.000 XIX. Naaldcontainer (afval) 75 269.850 XX. Registratiemateriaal (set) 5.000 17.990.000 XXI. ATD’ s (Anti Tumbling Device) 50 179.900 XXII. Dopsleutels 100 359.800 XXIII. Productbijsluiters 5.000 17.990.000 XXIV. Patiëntbijsluiter 5.000 17.990.000 Voorlichtingsmateriaal, oproepmateriaal en overige kantoorartikelen worden separaat vervoerd. Het vaccin is momenteel ook (nog) verpakt in flacons van 300 doses. Hiervan uitgaande betekent dit voor de onderdelen van de verpakkingseenheid de volgende totalen (tabel 3): Tabel 3: Totalen verpakkingseenheid (ve) per vaccin van 300 doses Onderdelen verpakkingseenheid (ve) Aantal per ve Aantal totaal (stuks) (voor 3598 ve) 5.000 XIII. Vaccin 17.990.000 XIV. Naalden (voor vaccin) 5.000 17.990.000 XV. Reconstitutievloeistof 20 71.960 (ampullen) XVI. Naalden (reconstitutievloeistof) 20 71.960 XVII. Spuiten (reconstitutievloeistof) 20 71.960 XVIII. Verbandmateriaal (pleisters) 100.000 359.800.000 XIX. Naaldcontainer (afval) 75 269.850 XX. Registratiemateriaal (set) 5.000 17.990.000 XXI. ATD’ s (Anti Tumbling Device) 20 71.960 XXII. Dopsleutels 100 359.800 XXIII. Productbijsluiters 5.000 17.990.000 XXIV. Patiëntbijsluiter 5.000 17.990.000 Voorlichtingsmateriaal en oproepmateriaal worden separaat vervoerd.
1
Deze lijst is nog aan aanpassing/aanvulling onderhevig
Pagina 12 van 13
12
3-1 VACCINDISTRIBUTIE Vaccindistributie versie 04-03-03
Bijlage 3: Eisen opslagomstandigheden (bron: NVI 2002) Voor alle materialen gelden de volgende eisen met betrekking tot de opslag (NVI 2002): Beveiliging Er dient: • een deugdelijk brand-detectiesysteem aanwezig te zijn. • een deugdelijk inbraak alarm te zijn • rekening gehouden worden met mogelijke terroristische aanslagen • Er dienen maatregelen tegen ramkraak genomen te worden • Er moet een restricted toegangssysteem zijn • De garantie moet geboden kunnen worden dat in geval van een calamiteit: iemand binnen 1 uur aanwezig is die de deur open kan doen. Overig • De opslag dient huishoudelijk schoon te zijn • De opslag dient ongedierte vrij te zijn. • Er mag geen verwisseling met ander materiaal mogelijk zijn. De regionale opslag (fase B2) van het vaccin en de reconstitutievloeistof dient bij kamertemperatuur te gebeuren. Onder deze condities blijft het vaccin een maand in goede staat.
Pagina 13 van 13
13
Coördinator doorstroom lijnverdeler
doorstromer
ingangsfuik
doorstromer
exit
EHBO (2 mens)
exitmedewerker
Coördinator exit
exitmedewerker doorstromer
“Lost - and found -” medewerker
exitmedewerker
doorstromer
lijnverdeler
doorstromer
exitmedewerker
lijnverdeler
Voorlichtingspakketeiland 1 (10 tafels, 10 medewerkers Formulieren, 1 logistiek)
Pre-screeneiland 1 (18 tafels , 18 verpleegkundigen, 2 artsen 8 VETC’e rs*)
lijnverdeler
doorstromer
File: proces 1 formulieren en triage versie 04-03-03
Voorlichtingspakketeiland 1 (10 tafels, 10 medewerkers Formulieren, 1 logistiek)
Map: vaccinatieproces
Voorlichtingspakketeiland 1 (10 tafels, 10 medewerkers Formulieren, 1 logistiek)
Halmanager
doorstromer
V 0.4
V 0.4
Proces 1 Informatieset uitdelen en triage (Large)
EHBO (2 mens)
Halmanager
EHBO (2 mens)
Coördinator doorstroom
10 ls, tafe tiek) 10 1 ( logis nd , 1 eila lieren et kk rmu pa gs ers fo tin ch erk orli ew ler Vo Med rde
lijnverdeler
exitmedewerker
doorstromer
ve lijn
Voorlichtingspakketeiland 1 (10 tafels, 10 medewerkers Formulieren, 1 logistiek)
lijn ve rde ler
doorstromer
exit exitmedewerker
logist. Coördinator doorstroom
Pre-screeneiland 2 (6 tafels , 6 verpleegkundigen, 4 VETC’e rs*)
Halmanager
EHBO (2 mens)
Coördinator exit
doorstromer
ingangsfuik
“Lost - and found -” medewerker
exitmedewerker
exitmedewerker
arts
doorstromer
lijnverdeler doorstromer
V 0.4
Proces 1 Informatieset uitdelen en triage (Medium)
exitmedewerker
r ele erd lijnv
Pre-screeneiland 2 (6 tafels , 6 verpleegkundigen, 4 VETC’e rs*)
lijnverdeler
Voorlichtingspakketeiland 2 (10 tafels, 10 medewerkers Formulieren, 1 logistiek)
doorstromer
Pre-screeneiland 1 (6 tafels , 6 verpleegkundigen, 1 arts 4 VETC’e rs*)
doorstromer
ingang exitmedewerker
EHBO (2 mens)
exit
exitmedewerker
V 0.4
Proces 1 Informatieset uitdelen en triage (Small)
1
Algemeen processchema voorlichting (deel 1) dit onderdeel is vervallen!
voorlichting in verschillende ruimtes (max. 15 minuten). verdelen naar taal
ingang
Map: vaccinatieproces File: 4-2 proces 2 voorlichting versie 04-03-03
EHBO (2 mens)
* V 1 t/m 3: Voorlichtingseilanden (8 tafels, 8 verpleegkundigen, 4 VETC -ers* ) exitmedewerker
exit
logist.
video medewerkers
medewerkers voorlichting + 1 coördinatie
logistiek
doorstromers
exit
0
0
0
0
0
0
S
0
0
0
0V
0
0
M
0
0
0
0
0
0
L
Halmanager
ingangsfuik
3 assistenten
exitmedewerker
doorstromer
2 assistenten
V1* doorstromer
doorstromer
lijnverdeler
1 alg. arts, 1 arts IZ V2* V3
logist.
V 0.4
2 alg. artsen, 1 arts IZ
Proces 2 voorlichting en informed consent (Large)
EHBO (2 mens)
exitmedewerker
na-invuleiland (10 tafels)
doorstromer
5 assistenten
exitmedewerker
V2
exitmedewerker
logist.
invuleiland 2 (10 tafels)
doorstromer
lijnverdeler
5 assistenten
invuleiland 4 (10 tafels)
doorstromer
invuleiland 3 (10 tafels)
5 assistenten
doorstromer
V1
doorstromer
doorstromer
na-invuleiland 7 (10 tafels)
5 assistenten
exitmedewerker doorstromer
doorstromer
Halmanager
doorstromer
invuleiland 1 (10 tafels)
doorstromer
exitmedewerker
posterpresentaties
ingangsfuik
exit
EHBO (2 mens)
lost and found
invuleiland 2 (10 tafels)
5 assistenten
posterpresentaties
doorstromer
0.4
Coördinator doorstroom
doorstromer
lost and found
einde voorlichting 1
formulier invullen; in rij voor vragen (40%)
doorstromers
doorstromer
Coördinator exit
invuleiland 1 (10 tafels)
5 assistenten
Coördinator doorstroom
ja
* als er geen video’s beschikbaar zijn: voorlichting door voorlichters
V 0.4
Halmanager
formulier invullen; klaar proces 2 (60%)
nee
vragen?
video’s in verschillende talen draaien afhankelijk van de vertegen woordigde bevolkings groepen*
V 0.4
Proces 2 voorlichting en informed consent (Medium)
* V 1 t/m 2: Voorlichtingseilanden (8 tafels, 8 verpleegkundigen, 4 VETC-ers*)
EHBO afgezonderde ruimte (2 mens)
exitmedewerker
sis as
r me
t ten sis as
Voorlichtings eiland (8 tafels, 8 verpleeg kundigen, 4 VETC’e rs, 1 arts infectieziekten)
lijnverdeler
t ten sis as tro ors do ies tat en es rpr ste po
ls) tafe 10 d( ilan ule t Inv ten
r me tro ors do
t ten sis as t ten sis as
assistent
Na-invuleiland (5 tafels) doorstromer exitmedewerker
ingang exitmedewerker
exit
V 0.4
Proces 2 voorlichting en informed consent (Small)
1
Halmanager
Coördinator exit
(2 bedden, 2 ervaren VPK)
exit
EHBO (2 mens)
afgeschermde ruimte
“Lost - and found -” medewerker Coördinator doorstroom
exitmedewerker
Eiland 1 (10 tafels , 20 prikkers, 10 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
Coördinator Vacc.proces
Eiland 2 (10 tafels , 20 prikkers, 10 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
lijnverdeler
lijnverdeler
doorstromer
EHBO (2 mens)
doorstromer
Map: vaccinatieproces
exitmedewerker
exitmedewerker
doorstromer
ingangsfuik
doorstromer
exitmedewerker
doorstromer doorstromer doorstromer
File: 4-3 proces 3 vaccinatie versie 04-03-03
doorstromer
lijnverdeler 3 Vaccin voorbereider
lijnverdeler
Eiland 4 (8 tafels , 15 prikkers, 8 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
Eiland 3 (10 tafels , 20 prikkers, 10 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
exitmedewerker
V 0.4
V 0.4
afgeschermde ruimte
Proces 3 vaccinatie (Large)
Halmanager
exit
EHBO (2 mens)
exitmedewerker
exitmedewerker
exit
(2 bedden, 2 ervaren)
Halmanager
afgeschermd gebied voor prikken ´lastige´ gevallen
EHBO (2 mens)
exitmedewerker
2 Vaccin voorbereiders Coördinator doorstroom/ lijnverdelers
(bed, 1 ervaren VPK)
Coördinator doorstr./ lijnverdelers
Eiland 1 (10 tafels , 20 prikkers, 10 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
exitmedewerker
Eiland 1 (7 tafels , 14 prikkers, 7 assistentie, 1 vacc. coördinatoren, 1 logistiek)
exitmedewerker
doorstromer lijnverdeler
ingangsfuik doorstromer
Eiland 2 (5 tafels , 10 prikkers, 5 assistentie, 1 vacc. coördinatoren, 1 logistiek)
lijnverdeler
Coördinator exit
arts lijnverdeler
“Lost - and found -” medewerker
vaccin voorbereider
exitmedewerker
doorstromer doorstromer
(2 bedden, 2 ervaren VPK)
Eiland 2 (6 tafels , 11 prikkers, 6 assistentie, 1 vacc. coördinatoren, 1 logistiek)
exitmedewerker
exitmedewerker
EHBO afgezonderde ruimte (2 mens)
lijnverdeler
Eiland 3 (10 tafels , 20 prikkers, 10 assistentie, 1 arts, 2 vacc. coördinatoren, 2 logistiek)
lijnverdeler
ingang exitmedewerker exitmedewerker
V 0.4
Proces 3 vaccinatie (Medium)
afgeschermde ruimte voor ´lastige´ gevallen
V exit 0.4
Proces 3 vaccinatie (Small)
1
exit
Halmanager
EHBO (2 mens) Coördinator doorstroom
exitmedewerker exitmedewerker
“Lost - and found -” medewerker
Eiland 1 (10 tafels , 10 medewerkers nazorg, 1 verpleegkundige, 4 VETC’e rs, 1 logistiek mdw)
1 arts
lijnverdeler
File: 4-4 proces 4 nazorg versie 04-03-03
(40 bedden, (12 medewerkers EHBO)
doorstromer doorstromer
rustruimte
exitmedewerker
doorstromer
lijnverdeler
ingangsfuik
Eiland 2 (10 tafels , 10 medewerkers nazorg, 1 verpleegkundige, 4 VETC’e rs, 1 logistiek mdw)
Map: vaccinatieproces
doorstromer
lijnverdeler
Eiland 3 (10 tafels , 10 medewerkers nazorg, 1 verpleegkundige, 4 VETC’e rs, 1 logistiek mdw)
exitmedewerker
exitmedewerker
V 0.4
V 0.4 EHBO (2 mens)
Proces 4 nazorg (Large)
Halmanager
exit
EHBO (2 mens)
Halmanager
rustruimte
EHBO (2 mens)
er erk ew ed
“Lost - and found -” medewerker
m rs exit rke we )* de e, w me ndig md 10 ku k ls , leeg tie tafe erp logis (10 , 1 v , 1 d 1 rg rs an zo ’ e Eil na ETC 4V
Coördinator doorstroom
exit
(10 bedden, 4 medewerkers EHBO)
exitmedewerker
ler rde ve lijn
exitmedewerker
Eiland (10 tafels , 10 nazorg medewerkers, 1 verpleegkundige,4 VETC’e rs, 1 logistiek mdw.)
doorstromer
ingangsfuik
lijnverdeler
1 arts doorstromer
exitmedewerker
)
ex itm ed ew erk er
lijnverdeler
md w
Eil lijn an ve d rd ele na 1 (1 r 4 V zor 0 ta ET g, 1 fels C’ ve , 1 er rplee 0 m s* gk ed , 1 un ew log dig er isti e, ker ek s
exitmedewerker
V 0.4
Proces 4 nazorg (Medium)
rustruimte doorstromer
(30 bedden, 8 medewerkers EHBO)
ingang exitmedewerker
V exit 0.4
Proces 4 nazorg (Small)
1
4-5 VACCINATIEPROCES Programma van eisen locaties versie 31-01-03 Programma van eisen locaties Bij het kiezen van een geschikte locatie is het aan te bevelen dat op de locaties al zoveel mogelijk tafels, stoelen, kantinefaciliteiten en mogelijk tv-toestellen reeds aanwezig zijn. •
Te denken aan: - grote scholengemeenschappen - sporthallen - conferentiecentra - theaters - voetbalstadions
• • •
Goede doorstroommogelijkheden Goed openbaar vervoer& Goede parkeerfacilitieten Mogelijkheden om in aparte ruimtes informatie over te dragen (bijv video, dvd) aan diverse bevolkingsgroepen (7 talen) en triage uit te voeren Voldoende sanitaire voorzieningen Terugtrekmogelijkheden voor personeel/catering Tafels stoelen stabiel neer te zetten EHBO-ruimte Verstrekken van informatieset Communicatiemogelijkheden (portofoons) voor medium en large lokaties
• • • • • •
Pagina 1 van 1
4-6 VACCINATIEPROCES Voorbeelden inrichting locaties versie 05-02-03
Voorbeelden inrichting locaties
Bron: Expovorm Standbouw Almelo
Pagina 1 van 1
5-0 PERSONEEL Rekenmodellen overzicht In de bestanden 5-1 tot en met 5-3 zijn opgenomen: 5-1 5-2 5-3
Rekenmodel Large Rekenmodel Medium Rekenmodel Small
Deze modellen zijn niet afgedrukt en dienen actief te worden gebruikt in Microsoft Excel.
Pagina 1 van 1
5-4 PERSONEEL Personeelsinzet op de priklocaties versie 31-01-03
Personeel beschikbaar op prikplaatsen Uitgangspunten •
• •
Naar aanleiding van de procesgang zoals is omschreven in de uitvoeringsfase zal landelijk per priklijn worden vastgesteld hoeveel personeel met welke kwalificatie nodig is. Dit wordt in hoofdstuk 4 nader uitgewerkt. Werving van personeel wordt uitgevoerd binnen de regio’s. Opleiding van personeel: op basis van landelijk richtlijnen ten aanzien van het uitvoeren van de vaccinatie zal op landelijk niveau een instructie worden vastgesteld. Vaccinatie van personeel: indien relevant zal er besluitvorming plaatsvinden door het Kabinet na advies van OMT/BAO.
Uitwerking actiepunten per fase In de voorbereiding om het personeel in te kunnen zetten onderscheiden we de volgende activiteiten: 1. werving personeel 2. roosters maken. 3. niet medische verzorging personeel Deze activiteiten worden per fase beschreven
In fase A:
Werving personeel a) het in kaart brengen van de benodigde functies en het kwantificeren ervan per regio op basis van het rekenmodel (bijlage). b) c) Onderzoeken wie van het GGD / GHOR –personeel al eerder gevaccineerd zijn en indelen in categorieën artsen, verpleegkundigen, paramedisch (of andere raakvlakken met de medische zorg) en overig. d) De zorginstellingen worden benaderd met als doel te informeren over de voorbereidingen. e) het verkrijgen van een globaal beeld (indicatie) of het benodigde personeel beschikbaar kan zijn in de regio. Uitgesloten van deelname aan het massavaccinatieproces zijn in ieder geval huisartsen, ziekenhuispersoneel en ambulancepersoneel omdat deze hun eigen primaire proces in stand moeten houden. Inzet van medewerkers van de volgende organisaties is te overwegen: * verzorgings- en verpleeghuizen; * thuiszorgorganisaties * medewerkers Regionaal Indicatieorgaan (RIO) * gehandicaptenzorg; * universiteiten; * laboratoria; MOA * vrijwilligers organisaties
Pagina 1 van 3
5-4 PERSONEEL Personeelsinzet op de priklocaties versie 31-01-03 * gemeenten, provincie, ministeries en overige overheidsinstellingen in de regio; * particuliere bedrijven; f) Vrijwilligersorganisaties informeren over de voorbereidingen. Tevens aangeven dat bij het in werking treden van fase B een beroep op de medewerkers gedaan gaat worden. Verder kan gedacht worden aan verenigingen voor gepensioneerd (para)medisch personeel.
Roosters maken Op regionaal niveau wordt een plan gemaakt op welke wijze de roosters gemaakt kunnen worden. Het werkelijk invullen van de roosters is hier nog niet van toepassing. Niet medische verzorging personeel Tijdens de prikdagen zijn de volgende zaken minimaal nodig a) voldoende toiletten voor de medewerkers b) een plaats waar de medewerkers zich even kunnen terugtrekken (b.v. in een kleedkamer) c) per 3 uur vaccineren een halve liter water, koffie en thee d) tussen de middag een lunch e) tussen 5 en 7 uur een warme maaltijd Voor a en b geldt dat dit moet worden meegenomen met de keuze van de locatie. Voor c, d, en e geldt dat een cateringsbedrijf gezocht moet worden, die in staat is om op kort termijn de benodigde hoeveelheid kan leveren. In fase B: Werving personeel a) De overzichten van het personeel van de GGD en GHOR worden gecheckt. b) De zorginstellingen worden gevraagd om een inventarisatie te maken van personeel, die ingezet kunnen worden. Hierbij moet rekening gehouden worden met de inzet van medisch personeel voor leveren van zorg tijdens een massavaccinatiecampagne/outbreak van pokken. Uitgesloten van deelname aan het massavaccinatieproces zijn in ieder geval huisartsen, ziekenhuispersoneel, ambulancepersoneel en thuiszorgorganisaties c) Het maken van nadere afspraken over de inzet van personeel, kwalificaties, beschikbaarheid, vaccinatiestatus, scholing, training en de wijze van alarmering (wordt nader uitgewerkt in conceptcontract). d) Alarmeringsschema wordt opgesteld waarbij van tevoren duidelijk is bij welke locatie men zich zal moeten vervoegen. Een tip hierbij is om het personeel van één instelling zoveel mogelijk naar één locatie te laten gaan. Roosters maken Met de overzichten van beschikbaar personeel wordt per locatie een rooster gemaakt. Alle medewerkers worden schriftelijk op de hoogte gebracht van datum, aanvang, tijdsduur enz..
Pagina 2 van 3
5-4 PERSONEEL Personeelsinzet op de priklocaties versie 31-01-03 Niet medische verzorging personeel Contracten afsluiten met cateringsbedrijven voor het leveren van de drank en maaltijden. Indien nodig geldt dit ook voor het huren van toiletten en andere zaken.
Pagina 3 van 3
5-5 PERSONEEL Richtlijn eisen vaccinateur versie 04-03-03 VACCINATEUR Benodigde kennis/ervaring Vaccineren tegen pokken gebeurt door een kleine hoeveelheid koepokvirus in de oppervlakkige huidlaag aan te brengen. Deze handeling is niet voorbehouden aan BIG geregistreerden. Binnen de kaders van het draaiboek massavaccinatie pokken dienen vaccinateurs goed getrainde vrijwilligers te zijn, bij voorkeur met medische kennis en/of medische ervaring en/of medische achtergrond. Denk bijvoorbeeld aan paramedici, studenten HBO-V, oud-verpleegkundigen, EHBO-ers. Pokkenvaccinatie is als handeling eenvoudig te leren en kent vrijwel geen risico voor de vaccinateur. Wel moet de vaccinateur voldoen aan een aantal voorwaarden. Voorwaarden om een medewerker in te zetten als vaccinateur: - Geen contra- indicatie voor enting. - De inzet is op basis van vrijwilligheid. - Lezen en begrijpen van (het protocol / de paragraaf) algemene hygiëne. - Lezen en begrijpen van (het protocol / de paragraaf) vaccinbereiding en toediening. - Het zien en begrijpen van de instructievideo pokkenvaccinatie. - Het zien en begrijpen van de instructievideo persoonlijke hygiëne na de enting. - Voor de vaccinateur die geen (recente) ervaring heeft met vaccineren in algemene zin, geldt een inwerkperiode van minimaal 2 uur. Minimaal 20 entingen worden onder toezicht van een verpleegkundige of arts uitgevoerd. - De vaccinateur wordt gecontroleerd door een procesbewaker, die nadere instructies over de handeling en veiligheid geeft. - Bij voorkeur is de vaccinateur reeds gevaccineerd tegen hepatitis B. - Op de locatie ligt het protocol prikaccidenten van het LCI ter inzage. - De vaccinateur krijgt mondeling instructie wat te doen bij een vermeend prikaccident. - De vaccinateur meldt een (vermeend) prikaccident aan de locatiemanager. - Goede visuele en motorische vaardigheden. - Dragen van handschoenen en een spatbril tijdens de enting. - De vaccinateur is geënt.
Pagina 1 van 1
5-6 PERSONEEL Voorbeeld brief GGD medewerkers versie 31-01-03 Voorbeeld/brief aan GGD-medewerkers inzake eerdere vaccinatie
Aan alle GGD-medewerkers, Zoals u waarschijnlijk hebt begrepen worden landelijk voorbereidingen getroffen voor het geval dat er een grootschalige vaccinatiecampagne tegen pokken zou moeten plaatsvinden. Om te beginnen willen we een beeld krijgen van het aantal medewerkers dat al eerder gevaccineerd is (personen geboren na 1974 zijn niet gevaccineerd), dus we verzoeken u om het onderstaande strookje in te vullen en te retourneren aan
Naam: Functie: Al gevaccineerd: ja/nee Vaccinatiebewijs beschikbaar: ja/nee
Pagina 1 van 1
5-7 Personeel Inzet NRK versie 04-03-03 Inzet Nederlandse Rode Kruis in geval van Massavaccinatie Pokken. (document opgesteld als samenvatting van een schrijven van G. van der Meer, Landelijk Coördinator Grootschalige Hulpverlening van Het Nederlandse Rode Kruis (NRK). 1. Inleiding. In vrijwel alle regio’s is in het kader van een eventuele massavaccinatie tegen Pokken aan het Nederlandse Rode Kruis gevraagd, welke diensten vrijwilligers van het NRK bij de uitvoering van een massa- vaccinatie zouden kunnen leveren. Het is de bedoeling van het Rode Kruis landelijk om te voorkomen dat er 25 verschillende regelingen worden getroffen en om de mogelijkheid tot enige centrale regie op de te verwachten grote inzet open te houden. 2. Beschikbaarheid vrijwilligers. Het Nederlandse Rode Kruis beschikt over ca. 34.000 vrijwilligers, waarvan er ca. 25.000 inzetbaar zijn in de hulpverlening. Daarvan zijn er ca. 10.000 in het bezit van een EHBOdiploma. Al deze vrijwilligers wonen gespreid over het hele land. In geval van een massa- vaccinatie en uitgaande van de enorme impact op het maatschappelijk leven in het hele land kan het landelijk bureau van het NRK onmiddellijk alle plaatselijke afdelingen verzoeken om maximale ondersteuning te bieden. Dat komt neer op een mobilisatie van de gehele organisatie. Uitgaande van een bereik van 80 % (= 8.000 vrijwilligers) en van een gemiddeld uitvalpercentage van 25 % (5 procent normaal en 20 procent ten gevolge van de vaccinatie) zijn (gegevens NRK) voor de vaccinatie zelf dan landelijk 6.000 NRK-vrijwilligers met een EHBO-diploma inzetbaar. Onder die vrijwilligers bevinden zich dan ca 1.400 SIGMA- leden. Het is raadzaam om hen niet in te zetten zodat zij standby blijven voor calamiteiten.4.600 vrijwilligers met EHBO kunnen dus verdeeld over het land worden ingezet en getraind tot vaccinateur. Overige vrijwilligers kunnen worden ingezet voor “hand- en spandiensten” (assistentie bij registratie en catering van medewerkers) en eerste opvang van personen met een contraindicatie. Uitgaande van dezelfde percentages als voornoemd zijn daarvoor dan landelijk 15.000 vrijwilligers beschikbaar. 3. Spreiding over de regio’s Het aantal van 4.600 vrijwilligers, dat inzetbaar is op de priklocaties, betekent een gemiddelde van 184 vrijwilligers per regio. 15.000 vrijwilligers voor de overige ondersteunende diensten komt neer op een gemiddelde van 600 per regio. Afwijkingen van deze gemiddelden zullen in de komende periode per regio geïnventariseerd moeten worden. Over de wijze waarop dat wordt uitgevoerd dienen nadere afspraken per regio te worden gemaakt. Contactpersoon daarvoor is de Coördinator Grootschalige Hulpverlening, hetgeen niet betekent dat deze functionaris zelf de inventarisatie zal uitvoeren. Die zal voornamelijk per district moeten geschieden, vooral omdat het voor een groot deel de inzet betreft van vrijwilligers die niet actief zijn in één van de drie taken van het NRK in de rampenhulpverlening en die dus niet op het niveau van de regio zijn georganiseerd. 4. Reikwijdte van het aanbod in het huidige stadium. De huidige inschatting van he t aantal beschikbare vrijwilligers is globaa en moet zoals aangegeven regionaal worden uitgewerkt. Ook kunnen nog andere (vrijwilligers)organisaties, zoals de EHBO-verenigingen, worden benaderd voor ondersteuning, dit ter afweging per regio.
Pagina 1 van 2
5-7 Personeel Inzet NRK versie 04-03-03 5. Vervolgafspraken met NRK. Om de inzet van de vrijwilligers van het NRK goed te regelen zijn landelijke afspraken nodig met het NRK over onder meer: • De wijze van informatieverstrekking aan de Vereniging Het Nederlandse Rode Kruis en haar vrijwilligers. • De daadwerkelijke recrutering van vrijwilligers per district (in Nederland 75 districten). • Inzetprotocollen (zoveel als mogelijk benutten van de bestaande communicatielijnen). • Standby- functie van SIGMA-vrijwilligers. • Randvoorwaarden. Afstemming met het regionale niveau en met centrale instanties als het Ministerie van VWS, GGD Nederland en de Raad van RGF-en kan vanuit het NRK indien noodzakelijk plaatsvinden binnen één werkdag.
Pagina 2 van 2
6-1 OPROEP EN REGISTRATIE Oproepsystematiek versie 28-02-03
1.
Oproepsystematiek
1.1
Uitgangspunten Bij massavaccinatie binnen 4 dagen wordt de gehele bevolking in Nederland opgeroepen. Na de beslissing tot massavaccinatie is weinig voorbereidingstijd. De oproep zal snel en simpel moeten plaatsvinden binnen enkele uren na de beslissing tot massavaccinatie. Iedereen die mobiel is komt naar de vaccinatielocatie voor vaccinatie 1.
• •
•
Opmerking: In de vorige versie 0.3 werd onderscheid gemaakt in scenario 1 en scenario 2 (gebaseerd op individuele oproep en registratie). Na overleg met VWS is besloten dat bij massavaccinatie binnen vier dagen scenario 2 niet in aanmerking komt voor uitvoering gezien het feit dat in principe scenario 1 voldoet in het oproepen van elke Nederlander voor vaccinatie en met individuele oproep extra kosten en procedures gepaard gaan. 1.2 Oproep op postcode Bij een situatie waarbij - relatief onverwachts - van de een op de andere dag over gegaan moet worden op massa vaccinatie binnen vier dagen is een eenvoudig oproepsysteem nodig. Landelijk is gekozen voor een oproep op basis van indeling op postcode. In figuur 1 worden de acties per fase schematisch weergegeven.
Beslissing massavaccinatie Productie oproepschema’s door GGD i.s.m. gemeenten. Oproepschema ligt digitaal klaar bij gemeenten en GGD
In de regio in kaart brengen:
Overgaan tot oproep:
àdrukken en verspreiden oproep-schema’s
àoproepschema’s binnen 12 uur huis aan huis verspreiden per gemeente
àevt. overige communicatiekanalen
àBekend maken via andere kanalen in de regio àLandelijke website, call centre
A
B1
B2
C
D
Up to date houden oproepschema’s bij zowel gemeenten als GGD
Figuur 1.
Oproepsystematiek voor massavaccinatie binnen vier dagen: acties per fase
Fase A 1
Zie paragraaf bijzondere groepen voor de vaccinatie van niet mobiele personen.
Pagina 1 van 4
6-1 OPROEP EN REGISTRATIE Oproepsystematiek versie 28-02-03
• •
•
• •
Per gemeente worden één of meerdere vaccinatielocaties uitgekozen afhankelijk van het aantal inwoners en het aantal priklijnen per vaccinatielocatie. Gemeenten kunnen ook worden samengevoegd. De regio’s (GGD i.s.m. gemeenten) stellen oproepschema’s op waarmee iedere inwoner kan opzoeken waar en wanneer men wordt verwacht voor vaccinatie. Uitgangspunten voor het opstellen van de oproepschema zijn: o Priklocaties en aantal priklijnen zijn bekend o Oproep op basis van postcode2. Afhankelijk van de grootte van het postcodegebied zullen postcodes ofwel samengevoegd worden of gesplitst worden in straten. Voor de indeling kan men desgewenst gebruik maken van de indeling naar stemdistricten. Spreiding in straten/wijken (in het kader van de openbare veiligheid) kan bijvoorbeeld aangebracht worden door ‘oneven’ postcodes op een ander tijdstip op te roepen dan ‘even’ postcodes.3 o Oproep per kwartier om de doorstroom te bevorderen o Vier dagen vaccinatie van 8.00 tot 20.00 uur (12 uur per dag). In de bijlage zijn een aantal digitale bestanden opgenomen. Eén van de bestanden bevat een programma dat een hulpmiddel kan zijn bij het maken van de postcodeschema’s. Het programma kan postcodegegevens inlezen en groeperen per kwartier; het aantal inwoners dat per kwartier gevaccineerd wordt is variabel. De postcodegegevens die geleverd worden door de gemeenten moeten wel voldoen aan een bepaald format om ingelezen te kunnen worden. Het oproepschema wordt digitaal opgeslagen bij de gemeenten en GGD’en, bij voorkeur in excel formaat. GGD’en wordt verzocht de oproepschema’s in hun regio te verzamelen en te sturen naar
[email protected]. De werkgroep krijgt dan enig inzicht op welke wijze de regio’s de schema’s hebben uitgewerkt. De werkgroep zal de schema’s niet bundelen tot een landelijk oproepschema. Gedurende fase A en B dienen de oproepschema’s zo nu en dan ge-update worden. Het is naar eigen inzicht hoe vaak de oproepschema’s herzien moeten worden. Het bovengenoemde computerprogramma kan hierbij een handig hulpmiddel zijn. De GGD’en/gemeenten dienen alvast na te denken over de logistieke consequenties van deze oproepsystematiek als de beslissing tot massavaccinatie valt, waaronder: o Drukken en huis aan huis verspreiden van oproepschema’s o Bekend maken van oproepschema’s op andere manieren o Eventueel extra busvervoer inzetten voor goede bereikbaarheid van priklocaties
Fase B Regionaal moet in kaart gebracht worden (GGD i.s.m. gemeenten) via welke kanalen men de oproepschema’s wil bekendmaken. Zo nodig moeten afspraken gemaakt worden en contacten gelegd worden. Het advies is dat de oproepschema’s per gemeente huis aan huis verspreid worden. Derhalve moeten de gemeenten verantwoordelijkheid krijgen over vermenigvuldiging en de huis aan huis verspreiding van de oproepschema’s. Verder valt te denken aan bekendmaking via regionale radio en televisie zender, regionale bladen, affiches en eventueel omroepwagens. Landelijk wordt een internet systeem ingesteld (nader uit te werken) waaraan regionale databases/websites met daarin de regionale oproepschema’s zijn gelinkt. De 40 GGD’en dragen i.s.m. de gemeenten zorg voor het up to date houden van oproepschema’s. 2
Gemeenten kunnen over het algemeen bestanden aanleveren van aantal inwoners per postcode. NB: via de site van het CBS zijn alleen 4 cijferige postcodes op te zoeken. Dit zijn meestal te grote gebieden. 3 Vaak zijn postcodes gebonden aan even of oneven nummers in een straat.
Pagina 2 van 4
6-1 OPROEP EN REGISTRATIE Oproepsystematiek versie 28-02-03
Fase C Landelijk • Radio/televisie/rampenzenders Na de beslissing tot massa vaccinatie wordt landelijk de oproepsystematiek bekend gemaakt door middel van massacommunicatie. In de communicatie moet aandacht zijn voor de volgende zaken: - Oproep geschiedt op basis van oproepschema’s per postcode - De oproep schema worden per gemeente huis aan huis verspreid - De vaccinatielocatie is op te zoeken op internet met behulp van het intoetsen van de postcode - Vaccinatie geldt voor iedere bewoner van Nederland - Men moet dringend verzocht worden zich aan de juiste plaats en tijd te houden. - Niet-mobiele mensen worden op dag vijf en zes gevaccineerd. - ‘Help uw buur naar de locatie’ - Medisch gezien maakt het niet uit of men op dag 1 of dag 5 gevaccineerd wordt - NB: Mogelijkheden voor spijtoptanten moet niet openbaar gecommuniceerd worden • Internet De landelijke website is operationeel. Men kan door middel van het intoetsen van de postcode opzoeken waar men verwacht wordt voor vaccinatie. • Call centre Het landelijke call centre heeft tevens de beschikking over de oproep schema’s via de website Regionaal Het advies is dat de oproepschema’s onder de verantwoordelijkheid van elke gemeente vermenigvuldigd (kopiëren/drukken) en huis aan huis bezorgd wordt. Gemeente medewerkers zouden hiervoor ingezet kunnen worden. Op de volgende pagina is een brief voor de burger weergegeven die samen met het oproepschema verspreid kan worden (deze brief wordt dus niet landelijk gedrukt). De oproepschema’s met brief moeten binnen 12 uur na de beslissing tot massavaccinatie bij de burger thuis zijn4. 1.3 Non-respondenten Personen die tijdens de vier dagen van massavaccinatie niet gevaccineerd kunnen worden (bijvoorbeeld door koorts of ziekte), kunnen doorverwezen worden naar de dagen van vaccinatiecontrole (10-13) om alsnog gevaccineerd te worden.
4
Maximaal 24 uur na de bslissing tot massavaccinaie, moet de eerste vaccinatiedag kunnen aanvangen
Pagina 3 van 4
6-1 OPROEP EN REGISTRATIE Oproepsystematiek versie 28-02-03 Voorbeeld van begeleidende brief bij het oproepschema --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Dit is de oproep voor vaccinatie tegen pokken. Leest u onderstaande informatie zorgvuldig door. Geef deze informatie door aan alle be woners van dit adres.
LOGO pokken campagne
Logo gemeente/GGD
Aan alle bewoners van dit adres
Alle mensen in Nederland krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen pokken. Dit is uw oproep voor de vaccinatie en voor de overige bewoners van dit adres. Leest u deze brief aandachtig door en bewaar de informatie zorgvuldig. In onderstaande tabel kunt u zien waar en wanneer u wordt gevaccineerd tegen pokken. Het is belangrijk dat u op het aangegeven tijdstip op de juiste locatie aanwezig bent. De vaccinatie tegen pokken is gratis. Vaccinatie is niet verplicht, maar wij raden dringend aan de vaccinatie te halen. De vaccinatie beschermt u tegen pokken. In bijgevoegde folder kunt u lezen wat pokken is. Ook kunt lezen hoe de vaccinatie precies werkt. Sommige mensen mogen vanwege gezondheidsredenen niet worden gevaccineerd. In de folder kunt u lezen om wie het precies gaat. Lees alle informatie in de folder aandachtig door. Meer informatie Heeft u nog vragen over het oproepschema of over pokkenvaccinatie, dan kunt u bellen met de gratis pokken informatie lijn: 0800-….. Ook kunt u kijken op de volgende website: www.. Adres en routebeschrijving locaties Locatie X……… Locatie Y………… Gemeente X Postcodes
Dag
Tijd
Locatie
Postcodes
Dag
Tijd
Locatie
1234 AA - AF 1234 AG 1234 AH
1 1 1
8.00 …… 20.00
X X X
1235 AA- AZ 1235………. 1235………
4 4 4
8.00 …… 20.00
X X X
1234 BA - …. 1234…….. 1234……. 1234 ……..
2 2 2 2
8.00 ….. ….. 20.00
X X X
1235…….. 1235…….. 1235…….
1 1 1
8.00 …… 20.00
Y Y Y
1236 1234 …….. 1234……..
3 20.00
8.00 8.15
X X
2 2 etc.
8.00 8.15 etc.
Y Y
etc.
-------------------------------------------------------------------------------------------------
Pagina 4 van 4
6-2 OPROEP EN REGISTRATIE vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 2802-03
6.2 6.2.1
Oproep/vaccinatie van personeel en bijzondere groepen Personeel op locatie
In een eerdere paragraaf staat de werving van het personeel omschreven. In deze paragraaf wordt per fase de logistieke invulling van het personeel op de priklocatie beschreven. Met personeel op locatie bedoelen we iedereen die mee werkt aan het vaccinatieproces: artsen, verpleegkundigen, administratief personeel, route begeleiders etc. Fase A In fase A moet in de regio inzetbaar personeel globaal in kaart gebracht worden. Het gaat hierbij om: 1. Inventariseren welke organisaties personeel kunnen leveren. Hiervoor moet gedacht worden aan organisaties als verzorgings- en verpleeghuizen, gehandicaptenzorg, universiteiten, gemeenten, etc. 2. Informeren van betreffende organisaties 3. Verkrijgen van een indicatie door betreffende organisaties hoeveel personeel geleverd kan worden. Met behulp van de verkregen informatie kan de GGD een schema opstellen: • Hoeveel personen met welke kwalificatie zijn nodig per shift? • Hoeveel personen met welke kwalificatie van welke organisatie kunnen globaal worden ingezet? Er hoeven nog geen namen in het rooster te staan. • Het is wenselijk om personeel van één instelling zoveel mogelijk naar één locatie te laten gaan (i.v.m. collegialiteit, samenwerking gewend, bekende gezichten etc) • Er dient rekening gehouden te worden met uitval bij aanvang van fase C. Niet iedere ingeplande werknemer zal daadwerkelijk op komen dagen. Een fictief voorbeeld van een dergelijk schema is weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Dag/shift
Locatie sporthal, gemeente X Soort personeel Nodig per shift (incl. uitval) Dag 1 shift1 Verpleegkundigen 20 p. Artsen
5 p.
Administratief
10 p.
Organisatie Rode Kruis Verzorgingstehuis GGD Verzorgingste huis Gemeente
Inzet personeel 15 p. 5 p. 3 p. 2 p. 10 p.
Dag 1 shift 2
Verpleegkundigen 20 p.
Rode Kruis Thuiszorg
15 p. 5 p.
Dag 2 shift 1
etc
etc
etc
etc.
Fase B1/B2 Het rooster van tabel 1 kan verfijnd worden met namen. Nog steeds dient rekening gehouden te worden met uitval; niet iedereen die zich aanmeldt in fase B zal beschikbaar zijn tijdens de uitvoeringsfase C. Er moet goed gecommuniceerd worden naar deze personen wanneer en waar ze verwacht worden, wanneer de beslissing tot massavaccinatie is genomen.
Pagina 1 van 4
6-2 OPROEP EN REGISTRATIE vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 2802-03 Communicatie aspecten personeel Landelijk worden badges ontwikkeld voor alle hulpverleners. Aan de GGD’en wordt het campagne logo beschikbaar gesteld op cd-rom. Verder worden T-shirts landelijk ingekocht (zie ook hoofdstuk communicatie). Alle andere aspecten van communicatie in verband met personeel wordt aan de regio’s overgelaten. Hierbij kunnen wel enkele aandachtspunten en suggesties gegeven worden: • Hulpverleners kenbaar maken in fase B waar en wanneer ze verwacht worden tijdens massavaccinatie. Eventueel al materiaal verzenden/verspreiden naar hulpverleners. • Voor extra herkenbaarheid van het personeel kan nog gedacht worden aan petjes, hesjes, armbanden etc. Verschillende kleuren voor verschillende functies zijn denkbaar. • Hoe krijgen hulpverleners toegang tot de locatie? Hoe krijgen ze voorrang op het grote publiek? § Voorrangskaart (vergelijkbaar met perskaart) § Gebruik maken van achteruitgang § Legitimatie § Schema’s moeten klaar liggen op locatie. Wie wordt wanneer verwacht? Fase C Prikkers en andere betrokken hulpverleners dienen op de ingeroosterde tijd naar de werklocatie te komen. Het is te adviseren dat op locatie lijsten klaar liggen van ingeroosterd personeel. Personeel kan zich identificeren en voorrang krijgen op het publiek. Prikkers en ander personeel op locatie worden op de eigen werklocatie gevaccineerd op het moment dat ze ingeroosterd zijn. Voor de vaccinatie van de eerste shift personeel zal het uur voordat het publiek naar de locatie komt hiervoor dienen (7.00 - 8.00 uur). De tweede shift kan gevaccineerd worden door de eerste shift etc. Al naar gelang de hoeveelheid in te zetten personeel kan meer tijd nodig zijn om iedereen gevaccineerd te krijgen. Personeel wordt niet tegelijkertijd op dag 0 of 1 gevaccineerd om grootschalige uitval te voorkomen.
6.2.2 Hulpverleners buiten de vaccinatielocatie Hierbij valt te denken aan politie, brandweer, ambulance personeel, buschauffeurs etc. • Uitgangspunt is, dat deze groepen participeren volgens de reguliere postcode schema’s. Hier is voor gekozen, aangezien geen duidelijke groepsafbakeningen mogelijk zijn die een andere benadering rechtvaardigen. Daardoor zouden elementen van willekeur een rol kunnen gaan spelen. • Regionaal kan besloten worden om toch specifieke groepen hulpverleningspersoneel mee te nemen tussen 7.00 uur - 8.00 uur. • Militairen kunnen tijdens massavaccinatie mogelijk een belangrijke rol spelen voor het handhaven van de openbare orde, regulering van verkeer etc. Landelijke worden afspraken gemaakt met het Ministerie van Defensie hoe militairen gevaccineerd gaan worden. In principe voorziet Defensie in het vaccineren van het militair personeel.
6.2.3 Bijzondere groepen Landelijk wordt iedereen die mobiel is geadviseerd naar de vaccinatielocatie te komen voor vaccinatie. Het merendeel van de bevolking zal gehoor kunnen geven aan deze oproepsystematiek. Echter, 1) er zijn mensen die niet mobiel zijn, 2) er zijn mensen die alleen met begeleiding naar de vaccinatielocatie kunnen komen en 3) er zijn mensen die moeilijk bereikbare mensen omdat zij bijvoorbeeld geen vaste verblijfplaats hebben.
Pagina 2 van 4
6-2 OPROEP EN REGISTRATIE vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 2802-03 1. Wie kunnen niet naar de vaccinatielocatie komen? • Zorgbehoevenden die niet naar de vaccinatielocatie kunnen komen: § Patiënten in ziekenhuizen § Ouderen in instellingen § Niet-mobiele mensen in een instelling voor (verstandelijk) gehandicapten § Niet-mobiele mensen in thuissituatie (vanwege ziekte/handicap) • Personen in instellingen die de locatie niet mogen verlaten (bijvoorbeeld penitentiaire inrichtingen, psychiatrische inrichtingen) Groepen en/of personen die niet naar de vaccinatielocatie kunnen komen zullen in hun eigen huis of instelling gevaccineerd moeten worden. Hiervoor moeten mobiele prikteams ingezet worden. Op het moment van massavaccinatie tijdens 4 dagen is het logistiek waarschijnlijk niet haalbaar mobiele teams in te zetten. Landelijk is afgesproken dat dag 5 en 6 kan dienen voor vaccinatie van niet mobiele groepen. Acties regio De regio zal vooraf globaal in kaart moeten brengen hoeveel personen onder de niet mobiele groep vallen en waar deze groepen zich bevinden. Hiervoor zouden zorginstellingen, thuiszorginstellingen en andere hulpverlenende instanties benaderd kunnen worden. • In de regio moet bekeken worden door wie deze mensen op een later tijdstip gevaccineerd kunnen worden. • Personen in penitentiaire instellingen kunnen gevaccineerd worden door de geneeskundige dienst van de instelling 1. 2. Wie hebben extra begeleiding nodig naar de vaccinatielocatie? • Kinderen wonend in een internaat en gezinsvervangende tehuizen • (Verstandelijk) gehandicapten die wel mobiel zijn • Auditief en visueel gehandicapten • Ouderen die wel mobiel zijn maar begeleiding nodig hebben • Asielzoekers Acties regio • De regio zal vooraf in kaart moeten brengen welke personen extra begeleiding nodig hebben om naar de locatie te komen en hoe begeleiding gerealiseerd kan worden. • Per priklocatie zou een aparte ingang/priklijn ingericht kunnen worden voor ouderen en gehandicapten. 3. Wie zijn moeilijk bereikbaar vanwege geen vaste verblijfplaats? • Dak – en thuislozen • Illegalen in Nederland • Binnenschippers, rondtrekkende zigeuners, circus artiesten, kermis medewerkers. • Evt. buitenlanders die tijdelijk in Nederland verblijven Personen die geen vaste verblijfplaats hebben zullen niet direct benaderd worden met behulp van de postcodeschema’s. Acties regio • De regio zal vooraf in kaart moeten brengen welke groepen geen vaste verblijfplaats hebben.
1
De Dienst Justitiële Inrichtingen wordt als koepel op de hoogte gebracht door de landelijke werkgroep.
Pagina 3 van 4
6-2 OPROEP EN REGISTRATIE vaccinatie van personeel en bijzondere groepen versie 2802-03 •
De regio moet een plan van aanpak opstellen hoe en wanneer deze groepen gevaccineerd kunnen worden. Bijvoorbeeld tijdens de 4 dagen van massavaccinatie, op dag 5/6 of op dag 10 bij controle van de vaccinatie.
Pagina 4 van 4
6-3 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie van vaccinatie versie 28-02-03
Registratie van vaccinatie De registratie van vaccinatie is gebaseerd op het ‘informed consent’ formulier. Op dit formulier kan men individueel NAW (naam, adres en woonplaats) gegevens, contra indicaties en een toestemmingsverklaring invullen. Het informed consent formulier wordt landelijk uitgewerkt en geproduceerd en is opgenomen in de bijlagen van het draaiboek. Gegevens die in ieder geval geregistreerd moeten worden: • Aantal gevaccineerden per priklocatie De ingevulde ‘informed consent’ formulieren worden per locatie gescheiden in drie categorieën. Op de locatie worden de formulieren op drie verschillende punten ingezameld: - Niet gevaccineerd - Wel gevaccineerd met contra indicaties - Wel gevaccineerd De formulieren worden op locatie per categorie geteld en aantallen worden dagelijks door de GGD doorgegeven aan GGD Nederland via
[email protected]. Op deze wijze kan dagelijks landelijk inzicht van de vaccinatiegraad verkregen worden. Na een vaccinatiedag zullen de gesorteerde formulieren worden opgehaald door de GHOR en naar de GGD gebracht. • Partijnummer per priklocatie en eventueel tijdseenheid In principe wordt uitgegaan van het gebruik van één lotnummer per priklocatie. In fase B moet duidelijk zijn (regionaal en landelijk) welk partijnummer op welke locatie wordt gebruikt. Er komt in ieder geval een speciaal trackingsformulier vanuit het NVI, dat de partijen identificeert. Mocht het niet mogelijk zijn om één lotnummer per locatie te leveren dan dient het gebruikte lotnummer genoteerd te worden per tijdseenheid. Bovendien moet het lotnummer op het vaccinatiebewijs worden genoteerd. • Registratie per individu Informed consent De informed consent formulieren moeten systematisch opgeslagen worden (nader uit te werken), zodat men eventueel later formulieren terug kan terugzoeken (in het kader van veiligheidsbewaking en wettelijke verplichting). Vaccinatiebewijs De vaccinatie bewijzen worden landelijk gedrukt en regionaal bij het vaccin geleverd. Het bewijs heeft de layout en het formaat van een pagina uit het bekende vaccinatieboekje (gele boekje). Zowel vaccinatie als revaccinatie kunnen ingevuld worden op het vaccinatiebewijs. Het vaccinatiebewijs staat weergegeven in onderstaande figuur. Het bewijs bestaat uit een aantal velden: - Naam, geboortedatum, geslacht en handtekening zijn door de gevaccineerde zelf in te vullen. Dit kan thuis na vaccinatie. - Datum vaccinatie: door de GGD in te vullen. Kan vooraf gestempeld worden. - Partijnummer: door GGD in te vullen. Kan bij één of enkele partijnummer(s) eventueel vooraf gestempeld worden. - Handtekening vaccinateur: zonder handtekening/paraaf door de prikker is bewijs niet geldig. - Stempel GGD: zonder GGD stempel is bewijs niet geldig. - Vaccinatiecontrole datum en resultaat: dient door GGD ingevuld te worden
Pagina 1 van 3
6-3 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie van vaccinatie versie 28-02-03 Op locatie Als men besloten heeft zich te laten vaccineren, levert men de toestemmingsverklaring in. Op dat moment wordt door iemand van de administratie de datum van vaccinatie, partijnummer en stempel GGD ingevuld op het vaccinatiebewijs (als deze velden nog niet van tevoren zijn gestempeld). Vervolgens loopt men door naar de vaccinatietafel waar men gevaccineerd wordt. Na vaccinatie zet de vaccinateur een handtekening op het bewijs en eventueel een ‘professional status’ stempel. De gevaccineerde dient het bewijs te bewaren. Als men een vaccinatieboekje bezit is het advies om het bewijs hieraan toe te voegen. In geval van vaccinatiecontrole en revaccinatie door de GGD moet het bewijs worden meegenomen. Wanneer men bij vaccinatiecontrole zijn/haar bewijs is vergeten, kan een zelfde nieuw bewijs afgegeven worden.
Pagina 2 van 3
6-3 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie van vaccinatie versie 28-02-03
Figuur 1.
Landelijk concept vaccinatiebewijs
Pokken Smallpox Dit is een bewijs dat
Internationaal bewijs
van vaccinatie of revaccinatie tegen pokken
International certificate
of vaccination or revaccination against smallpox
(naam, voorletters)
This is to certify that
Bewaar dit vaccinatie bewijs goed. Wanneer u een vaccinatieboekje bezit dient u dit bewijs hieraan toe te voegen. Neem dit bewijs bij eventuele revaccinatie tegen pokken mee.
(surname, initials )
geboren op date of birth
-- / -- / -----
geslacht
man/vrouw
sex
(dag/maand/jaar) (day/month/year )
This certificate must be kept safely and added to other vaccination certificates . In case of revaccination against smallpox please take this certificate with you.
male/female
handtekening signature
een vaccinatie of revaccinatie tegen pokken heeft ontvangen. has been vaccinated or revaccinated against smallpox.
Vaccin en producent
Datum
Vaccine and manufacturer
Date 1
1
Officiële stempel vaccinatie centrum
Partijnummer vaccin
Handtekening vaccinateur
Batch no. of vacine
Signature vaccinator
Official stamp of vaccinating centre
1
1
2
2
1
Smallpox vaccine freeze dried, RIVM Bilthoven Controle/control dd…………… Resultaat/result………………….. 2
2
2
Smallpox vaccine freeze dried, RIVM Bilthoven Controle/control dd ……………. Resultaat/ result.…………………
Internationaal Pokken Vaccinatiebewijs
Vaccination against Smallpox International Certificate Pagina 3 van 3
6-4 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-0303
Vaccinatiecontrole en revaccinatie Uitgangspunt Men gaat er van uit dat het opkomen van een pokpuist op de vaccinatieplek aangeeft dat immuniteit is verworven door de pokkenvaccinatie (vaccinia), dus de pokpuist is een proxy voor vaccineffectiviteit, dat wil zeggen het ‘aanslaan’ van het pokkenvaccin.
Doel van (registratie van) vaccinatiecontrole en revaccinatie Doel van controle van de vaccinatieplek en revaccinatie in geval geen pokpuist is opgekomen, is het alsnog beschermen van personen waarbij het vaccin niet is aangeslagen, waardoor de effectieve vaccinatiegraad wordt verhoogd. Doelen van registratie van het opkomen van de pokpuist na vaccinatie en revaccinatie zijn: 1. Registratie van het aantal effectief gevaccineerde personen in Nederland om inzicht te krijgen in de immuniteit van de Nederlandse bevolking. 2. Registratie werkzaamheid vaccin (vaccine efficacy). Door registratie van aantal gevaccineerden en registratie van percentage personen waarbij het vaccin niet is aangeslagen (pokpuist niet is opgekomen), kan inzicht in de werkzaamheid van het vaccin worden verkregen. Door registratie van partijnummer per vaccinatielokatie kan dit uitgesplitst worden naar partijnummer en lokatie/regio. 3. Voorlichting ten tijde van een massavaccinatiecampagne over de werkzaamheid van het vaccin. 4. Onderzoek naar vaccineffectiviteit (vaccine effectiveness) in geval van variolaverspreiding in Nederland.
Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie Vaccinatiecontrole en revaccinatie 1 Gevaccineerden worden geinstrueerd om, als men twijfelt of het vaccin is aangeslagen, 10 dagen na vaccinatie (dag 10-13), op hetzelfde tijdstip als waarop men was opgeroepen voor de eerste vaccinatie, terug te keren naar de vaccinatielokatie voor controle van de vaccinatieplek en voor eventuele revaccinatie. Op dag 14 en 15 worden via mobiele teams de personen in instellingen, die op vaccinatiedag 5 en 6 zijn gevaccineerd, bezocht indien door de instelling aan de GGD is aangegeven dat in de betreffende instelling personen zijn waarbij de vaccinatie mogelijk niet is aangeslagen. Het percentage mensen waarbij een pokpuist is opgekomen na vaccinatie wordt geregistreerd door dagelijks per vaccinatielokatie te registreren: 1. Het aantal personen dat gevaccineerd wordt naar partijnummer, 2. Het aantal mensen dat terugkomt voor controle naar partijnummer, 3. Het aantal dat volgens de richtlijnen gerevaccineerd moet worden omdat het vaccin (waarschijnlijk) niet is aangeslagen, Pagina 1 van 5
1
6-4 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-0303 4. Het aantal dat daadwerkelijk gerevaccineerd wordt. Inhaalmogelijkheid voor vaccinatie Deze revaccinatiedagen wordt ook gebruikt om personen die om wat voor reden dan ook niet gevaccineerd zijn tijdens de massavaccinatiedagen, alsnog gelegenheid te bieden voor vaccinatie. Deze ‘inhaalmogelijkheid’ wordt pas bekend gemaakt tijdens de vaccinatiedagen (dag 1-4) aan personen op de vaccinatielokatie wordt aangeraden zich op dat moment niet te laten vaccineren omdat zij bijvoorbeeld koorts hebben (zie hoofdstuk triage en contra-indicatie). Via de landelijke media zal deze ‘inhaalmogelijkheid’ bekend worden gemaakt, zodat ook personen die niet op de vaccinatielokatie zijn geweest op dag 1-4, maar die zich alsnog willen laten vaccineren, op de hoogte zijn. Vaccinatiecontrole en revaccinatie 2 De personen die ge(re)vaccineerd zijn op dag 10-13 worden 10 dagen later op de GGD (opnieuw) gecontroleerd indien de gevaccineerde twijfelt of de vaccinatie is aangeslagen. Indien nodig worden instellingen opnieuw bezocht op dag 14 en 15. Hier kan dezelfde systematiek worden aangehouden als hiervoor: de controle vindt plaats tien dagen na (re)vaccinatie, op hetzelfde tijdstip als de (re)vaccinatie.
Procesbeschrijving Dag 1-4* 5-6* 10-13
– – – –
14-15
–
19-22 23-24
– –
Vaccinatie op de vaccinatielokaties Vaccinatie bij instellingen e.d. door mobiele vaccinatieteams Vaccinatiecontrole en eventuele revaccinatie op de vaccinatielokaties voor op dag 1-4 gevaccineerde personen Vaccinatie op de vaccinatielokaties voor personen die niet op dag 1-4 gevaccineerd zijn op de vaccinatielokaties Vaccinatiecontrole en eventuele revaccinatie in instellingen voor op dag 5-6 gevaccineerde personen door mobiele vaccinatieteams Vaccinatiecontrole voor ge(re)vaccineerden op de GGD Vaccinatiecontrole voor ge(re)vaccineerden bij instellingen e.d. door mobiele vaccinatieteams
* zie oproep en registratie
Vaccinatiecontrole en revaccinatie 1. Gevaccineerden worden in de informatiefolder geïnstrueerd het vaccinatiebewijs mee terug te nemen naar de controle. 2. Een aangewezen persoon beoordeelt de vaccinatieplek. 3. De beoordeling (positief/twijfelachtig/negatief) wordt opgeschreven op het registratieformulier. 4. Bij een positieve beoordeling wordt dit aangegeven op het vaccinatiebewijs. 5. Bij een twijfelachtige of negatieve beoordeling wordt revaccinatie aangeboden. 6. Indien revaccinatie wordt geaccepteerd, wordt dit op het registratieformulier aangegeven.
Pagina 2 van 5
2
6-4 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-0303 7. Bij revaccinatie wordt een nieuw informed consent-formulier ingevuld, en de nieuwe vaccinatie op het bewijs bijgeschreven. Als een persoon zijn/haar vaccinatiebewijs niet bij zich heeft, wordt een nieuw vaccinatiebewijs afgegeven en wordt hij/zij geïnstrueerd de oude te verscheuren en weg te gooien. 8. Registratieformulieren voor (re)vaccinatie worden dagelijks gefaxed naar GGD NL (verzameld op gemeenteniveau door de RGF-en). De vaccinatiecontrole vindt plaats op een aparte plek binnen de vaccinatielokatie. Indien de reactie als negatief of twijfelachtig wordt beschouwd, wordt deze persoon doorverwezen naar een priklijn.
Beoordeling reactie op vaccinatie Men dient er van uit te gaan dat het opkomen van een pokpuist op de vaccinatieplek (positieve reactie) aangeeft dat immuniteit is verworven door de vaccinatie met vaccinia, terwijl het uitblijven van een pokpuist op de vaccinatieplek aangeeft dat geen immuniteit is verworven. Primaire vaccinatie of revaccinatie na lange tijd levert meestal (vroeger >95%) een positieve reactie (pokpuist) op. Slechts weinig mensen zullen dus een twijfelachtige of negatieve reactie vertonen. Geschat wordt dat 20% van de gevaccineerden terugkomt voor vaccinatiecontrole, waarvan maximaal de helft opnieuw gevaccineerd dient te worden.
Samenvatting beoordeling reactie op vaccinatie Beoordeling vaccinatiereactie Positief Typische reactie na primaire vaccinatie of lange tijd sinds vaccinatie
Uiterlijk vaccinatieplek
Actie
Duidelijk afgebakende puist
Vaccinatie succesvol; Aftekenen op vaccinatiebewijs
De laesie (wond) ontwikkelt zich sneller tot een puist dan bij een primaire reactie.
Vaccinatie succesvol; Aftekenen op vaccinatiebewijs
Twijfelachtig
Elke andere reactie zonder laesie, bijvoorbeeld alleen roodheid en zwelling
Negatief
Geen enkele reactie
Revaccinatie (vaccinatie mogelijk niet succesvol); Revaccinatie bijschrijven op vaccinatiebewijs Revaccinatie (vaccinatie niet succesvol); Revaccinatie bijschrijven op vaccinatiebewijs
Typische reactie na revaccinatie
Pagina 3 van 5
3
6-4 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-0303 Vaccinatiereactie in meer detail Positieve reactie 1. Typische reactie na primaire vaccinatie of lange tijd sinds vaccinatie Dag 3-4 5-6 7-11 12-16 17-21
Reactie op de vaccinatieplek De vaccinatieplek wordt rood en jeukerig; er ontstaat een wondje (laesie) Het wondje (de laesie) wordt een blaasje (pokpuist), het rode en gevoelige gebied rond het blaasje wordt groter Het blaasje wordt etterig (pustel) Er vormt zich een korstje op de pustel Korst valt af en een littekentje blijft achter
2. Typische reactie na revaccinatie Het bovengenoemde tijdpad kan iets sneller verlopen, er vormt zich een kleinere pokpuist, de het aangedane gebied rond de vaccinatieplek is kleiner, en de algemene symptomen zijn milder. Naast een pokpuist gaat een positieve reactie vaak gepaard met gevoeligheid, roodheid en zwelling op de vaccinatieplek. Ook kunnen koorts en gezwollen lymfeklieren in de oksel optreden. Twijfelachtige reactie Vertraagde ‘allergische’ reactie in de huid Een vertraagde huidreactie waarbij de huid rood en gezwollen wordt (meestal 24-48 uur) na vaccinatie, maar zich geen blaasje ontwikkelt. Deze respons houdt een reactie in tegen een eiwit in het vaccin in eerder gesensitiveerde personen. Het is niet vast te stellen of de immuunreactie succesvol was. Deze personen dienen gerevaccineerd te worden. N.B. Deze vertraagde allergische reactie kan optreden bij personen zonder immuniteit tegen pokken en bij personen die een hoge mate van immuniteit (recent of regelmatig gevaccineerd) hebben. Men kan er van uit gaan dat bij personen die minimaal 30 jaar geleden gevaccineerd zijn, wel een pokpuist opkomt. Bij de hoge uitzonderingen waarbij geen pokpuist opkomt terwijl wel immuniteit bestaat, levert revaccinatie overigens geen gevaar op voor de gevaccineerde. Negatieve reactie Geen reactie Als er totaal geen reactie optreedt na vaccinatie, is geen immuniteit ontwikkeld. Deze persoon dient gerevaccineerd te worden.
Pagina 4 van 5
4
6-4 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie vaccinatiecontrole en revaccinatie versie 04-0303 Registratieformulier vaccinatiecontrole en revaccinatie Registratie van – Aantal gevaccineerden dat terugkomt voor controle – Beoordeling van vaccinatieplek van deze personen (positief / twijfelachtig / negatief) – Aantal dat gerevaccineerd wordt, naar beoordeling vaccinatieplek Registratie naar vaccinatielokatie, partijnummer vaccin (staat op vaccinatiebewijs dat mensen mee dienen te nemen), en leeftijdsgroep Voorbeeldregistratieformulier Vaccinatielokatie: ……………………….. partijnummer beoordeling 0 jaar
revaccinatie 1-4 jaar
5-19 jaar
20-64 jaar
65+ jaar
Positief Twijfelachtig negatief
|||| |||| |||| ||
||||
|||| | ||
||||
Positief Twijfelachtig negatief
|||| ||
||| | |
||||
|| ||
……….
|
|
|||| ||||
………. ||| |
N.B. Deze registratieformulieren dienen aanwezig te zijn op de vaccinatielokatie (dag 10-13), bij de mobiele teams (dag 14) en op de GGD (dag 19-22)
Pagina 5 van 5
5
6-5 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03
Postvaccinale verschijnselen pokken-massavaccinatie Doelen van registratie van postvaccinale verschijnselen Het doel van registratie van postvaccinale verschijnselen (adverse events) is het vaststellen van de aannemelijkheid van een causaal verband met vaccinatie. Dit is van belang voor 1. veiligheidsbewaking 2. voorlichting ten tijde van de massavaccinatie 3. onderzoek: welke milde en ernstige postvaccinale verschijnselen komen voor, in welke frequentie en bij wie? Zijn er verschillen met vroeger en zo ja welk? (het is immers jaren na de vorige vaccinaties, de samenstelling van de bevolking is nu anders, het is een nieuw gemaakt vaccin).
Typen postvaccinale verschijnselen Naar verwachting veel voorkomende klachten: • Gevoeligheid, roodheid en zwelling van vaccinatieplek • Lymfeklierzwelling in de oksel • Koorts • Vlekjes op lichaam, door verspreiding vanuit vaccinatieplek via het bloed • Pokplek(ken) op lichaam, door verspreiding vanuit vaccinatieplek via de huid Ernstige,naar verwachting zeldzame klachten (vooral voorkomend bij mensen met een afweerstoornis of huidziekte): • Secundaire pok in oog, door verspreiding vanuit vaccinatieplek via de huid • Pokken op hele lichaam (gegeneraliseerde vaccinia) • Pokken bij mensen met eczeem (eczema vaccinatum) • Hersenweefselontsteking (encefalitis) • Ernstige infectie op vaccinatieplek die zich kan verspreiden (progressieve vaccinia/ vaccinia gangrenosa) • Andere
Registratie van postvaccinale verschijnselen Er wordt op twee manieren informatie verzameld: 1. Ernstige postvaccinale verschijnselen via GGD-en en artsen 2a. Frequente postvaccinale verschijnselen via een steekproef van de bevolking 2b. (Een deel) van deze steekproef zal gebeld worden om snel een indruk te krijgen van frequente postvaccinale verschijnselen Ad 1. Registratie van ernstige postvaccinale verschijnselen via artsen GGD-en, personeel van de vaccinatielocaties, artsen (huisartsen via GGD; dermatologen, kinderartsen, infectiologen, neurologen, internisten en EHBO-artsen via het ziekenhuis) en ziekenhuizen ontvangen meldingsformulieren (zie bijlage) waarmee zij ernstige postvaccinale verschijnselen kunnen melden aan het RIVM. De formulieren kunnen ook van internet gedownload worden. Hiermee kan een indicatie van de frequentie van postvaccinale verschijnselen verkregen worden, mede voor vergelijking met historische gegevens. Tevens kunnen zo nieuwe postvaccinale verschijnselen, eventuele interacties, problemen met risicofactoren,
Pagina 1 van 4
1
6-5 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03 toedieningsfouten en zaken die tot onrust leiden opgemerkt worden. Een vermoede bijwerking moet snel worden gemeld, ook als de informatie nog niet volledig is (uiteraard volgt follow-up in dit geval). Dit om snel zicht te krijgen op het voorkomen van bepaalde (geclusterde) bijwerkingen. NB1 Ook secundaire vaccinia (vaccinia bij contact van een gevaccineerde) is een bijwerking! Melding gebeurt via de gebruikelijke routine van het RVP, d.w.z. de melder faxt het formulier naar het RIVM (030-274 4430). Indien gewenst kan er gebeld worden met het RIVM voor overleg. Op het RIVM wordt een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat een bepaald postvaccinaal verschijnsel causaal verband houdt met de vaccinatie. Het RIVM verzorgt tevens de terugrapportage aan de melder. NB2 Het (concept) meldingsformulier en de bijbehorende instructie kunnen als bijlage gevoegd worden bij de circulaire voor professionals die IGZ in fase oranje zal verspreiden. Ad 2a. Dagboekjes voor frequente postvaccinale verschijnselen in een steekproef Op iedere vaccinatiedag (dag 1 tm. 4) worden op twee vaccinatielokaties door RIVM-teams dagboekjes uitgedeeld aan een steekproef van de mensen die daar gevaccineerd worden. Hiermee kan een indicatie van de frequentie van naar verwachting veel voorkomende postvaccinale verschijnselen verkregen worden, mede voor vergelijking met historische gegevens. Tevens wordt de ontwikkeling van de pokpuist nagevraagd. Gedurende 4 weken, te starten op de dag van vaccinatie, vullen de deelnemers dagelijks de dagboekjes in. De dagboekjes worden portvrij teruggestuurd naar het RIVM voor datainvoer, -analyse en rapportage. NB De dagboekjes worden getest wanneer er tijdens de voorbereidingsfase personen tegen pokken gevaccineerd worden. Steekproef naar leeftijd Omdat er mogelijk verschillen zijn in de frequentie van postvaccinale verschijnselen tussen verschillende leeftijdsgroepen, moeten we per leeftijdscategorie voldoende deelnemers hebben. Daarom nemen we een leeftijdsspecifieke steekproef. Naar analogie met ernstige bijwerkingen, komen veel voorkomende post-vaccinale verschijnselen mogelijk vaker voor bij primo-gevaccineerden dan bij gerevaccineerden. Dat pleit voor een indeling in personen geboren vóór en nà 1976. Vanwege een periode met veel onrust over pokkenvaccinatie zijn ook ouderen (vooral degenen geboren in de dertiger jaren van de vorige eeuw) vaak niet gevaccineerd. Ook deze zouden als een aparte groep gezien kunnen worden. In de literatuur is een groot verschil in ernstige bijwerkingen genoemd voor personen jonger en ouder dan één jaar. Voor de naar verwachting frequent voorkomende klachten is er vaak een verschil tussen kinderen jonger en ouder dan 2 jaar. Daarnaast kun je denken aan een indeling naar tijd die is verstreken sinds de primo-vaccinatie. Ook de subjectieve beleving van verschijnselen is van belang. Vanuit praktisch oogpunt streven we naar niet te veel leeftijdsgroepen. Dit alles in overweging nemend hebben we gekozen voor de volgende indeling: 0 tot en met 2 jaar 3 tot en met 9 jaar 10 tot en met 19 jaar 20 tot en met 39 jaar 40 tot en met 59 jaar 60 jaar en ouder Aantal personen per leeftijdsgroep Power berekening laat zien dat er circa 500 personen per groep nodig zijn om de kans dat een bepaalde bijwerking voorkomt met een bepaalde frequentie met een redelijke precisie (power van 80%) te schatten (met een onbetrouwbaarheid van 5%):
Pagina 2 van 4
2
6-5 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03
Frequentie 5% 10% 20% 25% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Precisie bij n=500 0,019 0,026 0,035 0,038 0,040 0,043 0,044 0,043 0,040 0,035
Precisie bij n=600 0,017 0,024 0,032 0,035 0,037 0,039 0,040 0,039 0,037 0,032
Precisie bij n=750 0,016 0,021 0,029 0,031 0,033 0,035 0,036 0,035 0,033 0,029
Uitgangspunten: • verschillende postvaccinale verschijnselen komen in verschillende frequenties voor • naarmate een bepaald postvaccinaal verschijnsel vaker voorkomt, is een wat mindere precisie ook acceptabel • we zijn geïnteresseerd in postvaccinale verschijnselen die bij minimaal 5-10% van de gevaccineerden voorkomen • niet iedereen die toezegt het dagboekje in te vullen zal ook daadwerkelijk een ingevuld dagboekje opsturen; we houden daarom rekening met een uitval van 50%, d.w.z. dat er 1000 personen per groep geworven moeten worden, dus in totaal 1000 * 6 groepen = 6000 personen. Praktische uitvoering Twee teams van RIVM-ers (circa 10-15 personen per team) bezoeken iedere vaccinatiedag (dag 1 tm. 4) een vaccinatielocatie zodat er in totaal 8 verschillende vaccinatielocaties bezocht kunnen worden. Spreiding in locaties is gewenst om eventuele specifieke locatieinvloeden enigzins uit te middelen. Om praktische redenen kiezen we voor alleen Nederlandstalige dagboekjes. Dit heeft waarschijnlijk een selectie naar blanke personen tot gevolg. Door de keuze van de vaccinatielocatie treedt er waarschijnlijk ook een selectie naar sociaal-economische status op. Aangezien er geen aanwijzingen zijn dat sociaal-economische status en herkomst invloed hebben op het optreden van postvaccinale verschijnselen, is dit geen probleem. Uitgaande van de getallen genoemd in het draaiboek, komen er op een kleine vaccinatielocatie 6.000 personen per dag en op een grote locatie 18.000. Het lijkt dus mogelijk om per locatie de benodigde hoeveelheid dagboekjes uit te delen, mits de teams voldoende groot zijn (6 leeftijdsgroepen à 1000 personen gedeeld door 8 locaties = 750 dagboekjes per locatie per dag). Op dag 1 en 2 van de vaccinatiecampagne kunnen de teams mensen at random benaderen voor deelname aan het onderzoek, daarbij de verschillende leeftijdsgroepen in het achterhoofd houdend. Door per leeftijdsgroep de nummers van de uitgedeelde dagboekjes op te schrijven, weet je voor dag 3 en 4 aan welke leeftijdsgroep(-en) extra aandacht besteed moet worden. Het het aantal weigeraars wordt geturfd, indien mogelijk naar leeftijdsgroep. Het volgende moet genoteerd worden van de deelnemers: naam, postcode, huisnummer, geboortedatum en het telefoonnummer i.v.m. de telefonische interviews (zie onder). Formulieren hiervoor worden nog ontwikkeld door de landelijke werkgroep. PM Het is ook belangrijk om binnen een leeftijdscategorie homogeen mensen te werven. We kiezen ervoor om per gezin/huishouden één persoon te vragen voor deelname aan het onderzoek. Als men alleen deel wil nemen als ieder lid van het huishouden een dagboekje
Pagina 3 van 4
3
6-5 OPROEP EN REGISTRATIE Registratie postvaccinale verschijnselen versie 28-02-03 krijgt, of als je het dochtertje hebt uitgekozen en de vader of moeder zegt: “ik vul het liever in voor m’n zoontje, dat is gemakkelijker?”, dan wordt de gevraagde persoon als weigeraar beschouwd. Deze werkwijze kan aangepast worden als blijkt dat er relatief weinig mensen aan het onderzoek mee willen doen.
Ad 2b. Telefonisch interview bij (deel van) de personen die een dagboekje invullen Om al snel na een dergelijke grote campagne een indruk te krijgen van frequente postvaccinale verschijnselen en de impact hiervan, wordt één en drie weken na de vaccinatie een deel van de personen met een dagboekje opgebeld en ingevulde gegevens nagevraagd. Tevens worden eventuele onduidelijkheden over het invullen van het dagboekje verhelderd, foutieve invulling bijgestuurd, en de respons (invullen, terugsturen) verhoogd. Het streven is om per leeftijdscategorie 100 mensen te bellen. De vragen uit het dagboekje worden nagelopen. Bij het telefonische interview na 1 week wordt tevens een algemene vraag gesteld over hoe men de vaccinatie vond. Bij het telefonische interview na 3 weken wordt tevens gevraagd om een schatting te geven van de omvang van de pokpuist. Een instructie voor de telefonische interviews wordt nog ontwikkeld door de landelijke werkgroep.
Nog (nader) uit te werken • Opzet en instructie telefonisch interview • Functioneel ontwerp database voor dagboekjes • Functioneel ontwerp database voor telefonische interviews • Opschaling personeel RIVM in geval van massavaccinatie (telefoon-beantwoorders voor meldingen postvaccinale verschijnselen, telefoon-beantwoorders voor vragen over de dagboekjes, telefonische interviewers, data-invoerders voor de dagboekjes) • Opzet verkrijging gegevens over achtergrondprevalentie klachten die veroorzaakt kunnen worden door vaccinatie
Pagina 4 van 4
4
Meldingsformulier Verschijnselen na Pokkenvaccinatie eerste melding ? follow up
?
Registratienummer melder:
Datum invullen: Naam: Telefoon: Fax:
Gegevens melder: Adres: Functie:
Patiëntgegevens: Naam:
Geboortedatum:
Adres:
Plaats:
geslacht: m / v Postcode:
Telefoon:
Toestemming
Vaccin:
Partij-nr::
Vaccinatiedatum:
?
Tijdstip:
Lokatie: Van wie zijn gegevens verkregen:
Klachtenanamnese: beschrijving van welke verschijnselen, ernst en uitbreiding, wanneer begonnen en hoe lang en welke actie ondernomen.
vervolg eventueel op tweede bladzijde
Lokale klachten: ernst, interval, duur, omvang
Pijn:
Pokpuist:
Lymfeklierzwelling, b.v. in oksel:
Roodheid en zwelling:
Jeuk:
Algemene klachten:
Duizeligheid, flauwvallen:
Koorts:
ernst, interval, duur
gemeten j/n
Hangerig, moe
Hoofdpijn:
Maagdarmklachten
Spierpijn:
Jeuk, huiduitslag:
Gewrichtsklachten:
Pokken elders:
Rugpijn:
Minder eetlust:
Huilen:
Slechter slapen:
Restverschijnselen : The rapie meerdere
geen
?
⇒
nog ziek ?
Blijvend letsel:
Datum HA-telefonisch:
mogelijkheden Paracetamol:
Overleden dd: of -HA-bezoek:
ZH-bezoek:
Anders:
Bijzonderheden: Eerdere pokvaccinaties (zo ja, litteken/datum/vaccinatiebewijs ): Andere vaccinatie in 4 weken voorafgaand aan pokkenvaccinatie: Onderliggende ziekte: Medicijngebruik ten tijde van vaccinatie: Ziekte in familie: Pokkenvaccinatie in familie: Huisarts:
Adres:
Tel:
Ziekenhuis: CB bij < 4 jaar: opsturen naar :
2424 telefax : 030-274 4430
RIVM Postbak 70, Postbus 1, 3720 BA BILTHOVEN
telefoon: 030-274
P.E.Vermeer-de Bondt, C.Wesselo, A.Dzaferagic
CONCEPT
[email protected]
Meldingsformulier Verschijnselen na Pokkenvaccinatie eerste melding ? follow up Registratienummer melder:
? Datum invullen:
Vervolg ziektegeschiedenis:
opsturen naar :
2424 telefax : 030-274 4430
RIVM Postbak 70, Postbus 1, 3720 BA BILTHOVEN
telefoon: 030-274
P.E.Vermeer-de Bondt, C.Wesselo, A.Dzaferagic
CONCEPT
[email protected]
6-7 OPROEP EN REGISTRATIE Instructie meldingsformulier postvacc verschijnselen versie 28-02-03
Instructie Meldingsformulier Verschijnselen na Pokkenvaccinatie Doel is veiligheidsbewaking Met het Meldingsformulier worden ernstige verschijnselen na pokkenvaccinatie gemeld aan het RIVM (Afdeling Klinisch Onderzoek, LTR). Centrale registratie van ernstige verschijnselen na vaccinatie is noodzakelijk voor veiligheidsbewaking en draagt bij tot goede dossiervorming. Tevens biedt het zicht op: • de frequentie van ernstige postvaccinale verschijnselen, • nieuwe postvaccinale verschijnselen, • (interacties tussen) risicofactoren, • toedieningsfouten, • zaken die tot onrust leiden, • aannemelijkheid van een causaal verband met vaccinatie. Meldcriteria Het volgende dient u te melden: • alle ernstige verschijnselen na pokkenvaccinatie, ongeacht de aannemelijkheid van een oorzakelijk verband met de pokkenvaccinatie, • alle bijzondere of onverwachte verschijnselen na pokkenvaccinatie, ongeacht de aannemelijkheid van een oorzakelijk verband met de pokkenvaccinatie, • alle verschijnselen na pokkenvaccinatie die vragen oproepen over behandeling of vervolgvaccinaties, ongeacht de aannemelijkheid van een oorzakelijk verband met de pokkenvaccinatie, • alle verschijnselen na pokkenvaccinatie die aanleiding geven tot (publieke) onrust, ongeacht de aannemelijkheid van een oorzakelijk verband met de pokkenvaccinatie. Snel faxen en follow-up Een vermoede bijwerking van het pokkenvaccin moet snel worden gemeld, ook als de informatie nog niet volledig is. Dit is nodig om snel zicht te krijgen op het vóórkomen van bepaalde (geclusterde) mogelijke bijwerkingen. Uiteraard dient een follow-up te volgen in het geval de eerste melding niet volledig was. Daarvoor kan hetzelfde formulier gebruikt worden. Ingevulde formulieren kunt u faxen: 030-274 4430. U ontvangt een bevestiging van ontvangst van het RIVM en een terugrapportage. Als u wilt, kunt u telefonisch overleggen met deskundigen bij het RIVM-LTR: 030-274 2424. Extra formulieren Extra formulieren kunt u kopiëren, downloaden van internet of aanvragen via 030274 2424 of via
[email protected]. Toelichting invullen formulier • Het is praktisch (bijvoorbeeld bij follow-up informatie) om een uniek registratie nummer in te vullen, bijvoorbeeld het nummer waaronder u uw eigen patiënt registreert (registratienummer melder). • Beschrijf zo uitgebreid mogelijk de klachtenanamnese, gebruik daarvoor indien nodig ook de achterzijde van het formulier. • Ook secundaire vaccinia (vaccinia bij een niet-gevaccineerd contact van een gevaccineerde persoon) is een bijwerking van het pokkenvaccin en dient dus via dit formulier gemeld te worden.
Pagina 1 van 1
Verklaring WEL of GEEN toestemming voor vaccinatie / informed consent Instructie: beide kanten volledig invullen! Voor ieder gezinslid (inclusief kinderen) apart formulier invullen Naam ……… Adres………………
Geslacht: m/v Postcode…….
geboren op: ddmmjj Woonplaats…………
Hebt U, of heeft iemand in uw gezin1, een of meer van de volgende aandoeningen? Aandoening
2
Ja, ik
Ja, gezinslid
Nee
opmerkingen
Eczeem of (nu of in het verleden) Atopische dermatitis (nu of in het verleden) Andere huidziekte(n) op dit moment? Darier's disease (keratosis follicularis) HIV/AIDS (CD4-aantal bekend?) Orgaan-transplantatie (recent of in het verleden) Kwaadaardige aandoening (kanker) Aandoening die de afweer verzwakt Auto-immune aandoeningen (b.v. lupus) Ooit hersenontsteking na vaccinatie gehad? Ooit hersenontsteking gehad? Lijdt u aan een aandoening van het zenuwstelsel?3 Bent u hemo-dialysepatient? indien u ja of weet niet invult, moet er een gesprek plaatsvinden met de verpleegkundige/arts op de vaccinatielocatie voordat u ingeënt mag worden
Hebt U, of heeft iemand in uw gezin, een behandeling 4 ondergaan met: Behandeling
Ja, ik
Ja, gezinslid
Nee
opmerkingen
Middelen tegen kanker (welke? Invullen bij opmerkingen) Bestraling? (waarvoor? Invullen bij opmerkingen) Corticosteroïden (welke? Dosering? Invullen bij opmerkingen) Andere medicijnen? (welke? Invullen bij opmerkingen) indien u ja of weet niet invult, moet er een gesprek plaatsvinden met de verpleegkundige/arts op de vaccinatielocatie voordat u ingeënt mag worden.
Bent U of is iemand uit uw gezin : Ja, ik Ja, gezinslid Nee Zwanger Van plan om op korte termijn (1maand) zwanger te worden? indien u ja of weet niet invult, moet er een gesprek plaatsvinden met de verpleegkundige/arts op de vaccinatielocatie voordat u ingeënt mag worden.
Is bij U sprake van een of meer van de onderstaande situaties? Ja
Nee
Allergische reactie gehad op het pokkenvaccin of allergische reactie gehad op een van de componenten van dit vaccin (neomycine, pepton, sorbitol, natriumglutamaat, fenol, glycerol, fosfaat-citraat)
Op dit moment ziekte met koorts, spierpijn, grieperig gevoel Borstvoeding geven? Vaccinatie tegen bof, mazelen, rodehond, gele koorts of waterpokken minder dan 4 weken geleden? indien u ja of weet niet invult, moet er een gesprek plaatsvinden met de verpleegkundige/arts op de vaccinatielocatie voordat u ingeënt mag worden. Het kan zijn dat de inenting uitgesteld wordt.
Gaarne de achterkant nu invullen!
1
Ook personen met wie u contacten heeft die vergelijkbaar zijn met contacten binnen het gezin (langdurig intieme contacten) moet u in dit verband beschouwen als gezinscontacten. Bijvoorbeeld personen die u verzorgt (zoals bejaarde ouders) of personen met wie u seks heeft. 2 Bij opmerkingen kunt u, waar van toepassing, aangeven om welke aandoening het gaat en welke medicijnen u daarvoor gebruikt. 3 B.v. epilepsie, MS, andere degeneratieve aandoeningen? 4 Het gaat om een behandeling die nu plaatsvindt of die korter dan 3 maanden geleden plaats heeft gevonden
6-8 OPROEP EN REGISTRATIE Informed consent versie 28-02-03
o o o
Ik heb alle folders toegestuurd gekregen en gelezen (naam folders) Ik heb alle informatie over vaccinatie, contra-indicaties, bijwerkingen begrepen Ik heb dit formulier naar waarheid ingevuld
o
Ik heb nog vragen voordat ik verder ga:
Toestemming voor vaccinatie : dit formulier meenemen naar de vaccinatielocatie o
Ik heb een antwoord gekregen op alle vragen
o
Ik heb begrepen waarom vaccinatie tegen pokken wordt aangeboden, ik heb begrepen wat de contra-indicaties en de bijwerkingen zijn, en op grond van deze informatie besluit ik , geheel bewust van de risico’s van het vaccin tegen pokken, om de vaccinatie vandaag te nemen / om mijn kind vandaag te laten vaccineren:
Naam van degene die toestemming geeft:
Handtekening
Datum:
Hoedanigheid waarin getekend wordt: o Voor mijzelf o Als wettelijke vertegenwoordiger van onderstaande persoon Naam van degene voor wie getekend wordt (indien niet dezelfde persoon): Naam:
U weet zeker dat u een contra-indicatie he bt of degene voor wie u het invult een contra-indicatie heeft voor vaccinatie : formulier opsturen naar: Naam van de persoon met contra-indicatie: Naam wettelijke vertegenwoordiger (indien van toepassing)
U weigert vaccinatie: formulier opsturen naar: Naam van de persoon die niet gevaccineerd wil worden: Naam wettelijke vertegenwoordiger (indien van toepassing):
In te vullen door vaccinateur: Datum vaccinatie: Batch nummer:
6-8 OPROEP EN REGISTRATIE Informed consent versie 28-02-03
6-9 OPROEP EN REGISTRATIE Toelichting bijlage digitale rekenbestanden versie 04-03-03 Bijlage
Digitale bestanden als hulpmiddel voor het genereren van postcodeschema’s
Aan de volgende link zijn een aantal bestanden gekoppeld die een hulpmiddel kunnen zijn bij het genereren van oproepschema’s. Het programma pokken.exe kan postcodes groeperen per oproepkwartier. De gegevens die hiervoor nodig zijn: • • •
Postcode gegevens volgens bepaald format Hoeveelheid te vaccineren inwoners per kwartier Te vaccineren tijden (bijvoorbeeld van 8.00-20.00uur)
Verder zitten onder de link ‘digitale bestanden’ een voorbeeld postcode bestand: hh31.txt en het postcodeschema van de gemeente Vlaardingen die mede met behulp van dit programma is gegenereerd. A. Maken van in te lezen bestand vanuit gemeente gegevens Maak van tevoren met behulp van de gemeente gegevens een bestand wat in te lezen is. Hh31.txt is een voorbeeld van een goed in te lezen bestand. Huisnummer (3 posities), toevoegsel (1positie), postcode (6 posities), aantal inwoners (maximaal 4 posities) Voorbeeld: 179a 3131ZA 2 Wanneer alleen postcodes en inwoner aantallen bekend zijn, alleen die posities invullen in een txt bestand! B Inlezen bestand en groeperen van postcodes per tijdseenheid Open de bijgevoegde ZIP file door de link aan te klikken. Kopieer alle bestanden naar een aparte map. Ga naar deze map en open pokken.exe Probeer het scherm niet te vergroten. Dit wordt niet ondersteund door het programma. Vul het aantal te vaccineren personen per kwartier in: bijvoorbeeld 125 [Enter] Stap 1 Klik met de muis op invoeren Bestandsnaam: vul hier de naam van het in te lezen bestand in. In dit geval als voorbeeld: Hh31.txt à [Enter] Vul een J in als de naam goed is ingevuld. Nu verschijnt onmiddellijk het ingelezen bestand. Stap2 Voor het opgeven van de tijden waarop u wilt inplannen klikt u met de muis op ‘muteren’. Nu verschijnt een veld met oproeptijden. Met behulp van Control Y kan een volgende tijd worden ingevoerd tot de gewenste eindtijd. Als het programma bij de laatste tijd komt start hij bij het begin!
Pagina 1 van 2
6-9 OPROEP EN REGISTRATIE Toelichting bijlage digitale rekenbestanden versie 04-03-03 Stap3 Druk op escape en klik met de muis op inplannen. Het programma gaat groepen formeren van in dit geval 125 personen. Per n=7000 duurt het circa 7 minuten om het programma te runnen. Stap 4 Sluit het programma door op verlaten te klikken met de muis Ga terug naar de map met alle bestanden en open een van de volgende bestanden: plansdf.txt, plandel.txt of hh.dbf. Wanneer met de muis geklikt wordt op het hh.dbf bestand, kan deze in excel worden ingelezen en bewerkt worden.
Pagina 2 van 2
7-1 CONTRA-INDICATIE TRIAGE Inleiding criteria voor contraindicaties versie 05-02-03
Inleiding De bestrijding van infecties met het pokvirus (pokken) vindt plaats d.m.v. ringvaccinaties. De principes van ringvaccinatie worden beschreven in het Conceptdraaiboek “Pokkenbestrijding”van het LCI. Het moment waarop het besluit wordt genomen om over te gaan tot massavaccinatie is afhankelijk van het effect van ringvaccinatie. Op dit moment gaan we er vanuit dat massavaccinatie pas uitgevoerd wordt wanneer de ringvaccinatie niet meer toereikend is om verspreiding van het virus te voorkomen. De bijwerkingen van het vaccin tegen pokken (vaccinia) maken een zorgvuldige afweging noodzakelijk, voordat een algemeen aanbod gedaan kan worden aan de hele bevolking of delen daarvan. In deze afweging dienen te worden meegenomen: de kans van bijwerkingen van het vaccin en de mate van risico op het oplopen van de infectie met het pokkenvirus. Bij het opstellen van criteria voor contra-indicaties heeft deze afweging een belangrijke rol gespeeld. De criteria voor contra-indicaties zijn heel streng wanneer er geen reële kans is op verspreiding van pokkenvirus. Naarmate de kans van verspreiding reëler wordt, wordt de noodzaak om het risico van bijwerkingen af te wegen tegen het risico van pokken, belangrijker. De contra-indicaties zijn uitgewerkt naar 4 theoretische situaties. De IGZ zal aangeven welke situatie wordt gehanteerd wanneer massavaccinatie wordt overwogen.
Pagina 1 van 1
7-2 CONTRA-INDICATIE TRIAGE Schematische weergave criteria voor contra-indicaties versie 05-02-03 Schematische weergave criteria voor contra-indicaties, in verschillende situaties ? Gegeven het (politieke) besluit tot massavaccinatie ? Er zullen altijd mensen vaccinatie weigeren; onbekend hoeveel er dat zullen zijn Situatie (zie ook per situatie de bijbehorende tabellen) A = geen pokkentransmissie in de wereld B1 = geen directe dreiging in Nederland B2 = reële dreiging in Nederland
Gezonde Gezonde persoon persoon primo-vacc. revaccinatie
Contra-indicatie patiënt
Contra-indicatie Effect (door gezinscontact)
niet vaccineren
vaccineren
niet vaccineren
niet vaccineren
niet vaccineren1
vaccineren
niet vaccineren
niet vaccineren
vaccineren
vaccineren
niet vaccineren
C = alle Nederlanvaccineren ders mogelijk contact met pokken D = ringvaccinatie3
Pagina 1 van 2
Vaccineren conform protocol en draaiboek LCI
vaccineren (‘isolatie’ contacten CI 2) vaccineren Niet vaccineren, Vaccineren tenzij zeer intensief Met goede contact, per geval instructies voor beoordelen thuis Vaccineren Niet vaccineren tenzij Vaccineren conform zeer intensief contact (isolatie contacten protocol en (eerste ring); met verhoogd draaiboek LCI individuele risico!) beoordeling
géén herd immunity beperkte individuele bescherming géén herd immunity beperkte individuele bescherming individuele bescherming individuele bescherming
Individuele bescherming na blootstelling
1
7-2 CONTRA-INDICATIE TRIAGE Schematische weergave criteria voor contra-indicaties versie 05-02-03 Belangrijke kanttekeningen 1. Eventueel vaccinatie van gezonde kinderen ouder dan 3 maanden en jonger dan 2 jaar omdat zij relatief een laag risico op bijwerkingen hebben bij primovaccinatie t.o.v. personen ouder dan 2 jaar en jonger dan 3 maanden. (zie ook uitgewerkte situatie B1) 2. Het kan praktisch gezien onuitvoerbaar zijn om alle contacten van gevaccineerden met een contra-indicatie te ‘isoleren’ omdat het er te veel zijn. 3. Wanneer er gevallen van pokken in Nederland worden vastgesteld, wordt aanvankelijk het principe van ringvaccinatie toegepast. De bestrijdingsstrategie van pokken is gebaseerd op ringvaccinatie
toelichting situaties A = geen pokken-transmissie in de wereld; massavaccinatie puur uit voorzorg B1 = geen directe dreiging in Nederland; bijvoorbeeld een pokkengeval in een ver gelegen gebied, weinig contactmogelijkheden B2 = reële dreiging in Nederland; bijvoorbeeld pokkentransmissie in Antwerpen of Hong Kong of op een paar plaatsen in Nederland C = veel pokkengevallen verspreid over Nederland d.w.z. alle Nederlanders mogelijk contact met pokken
Pagina 2 van 2
2
7-3 CONTRA-INDICATIE TRIAGE uitgangpunten triage en procesbeschrijving versie 05-02-03
Triage Doel Het doel van triage is om te bereiken dat alleen personen gevaccineerd worden voor wie het risico op een bijwerking kleiner is dan het risico op pokken. Deze afweging verandert dus afhankelijk van de grootte van de reële pokkendreiging voor de betreffende persoon. In situatie A (geen pokkentransmissie in de wereld) en B1 (geen directe dreiging in Nederland) is het doel om d.m.v. triage te voorkomen dat mensen ten onrechte gevaccineerd worden. In situatieB2 (reële dreiging in Nederland) en C (alle Nederlands mogelijk contact met pokken) is het doel om d.m.v. triage te voorkomen dat mensen ten onrechte niet gevaccineerd worden. Uitgangspunt Het streven is om de triage zoveel mogelijk niet op de priklocaties uit te voeren. Dat wil zeggen dat er z.s.m. publieksinformatie beschikbaar moet komen (b.v. vragen met antwoorden op internet en een folder) en ook informatie voor medische professionals (een brochure) zodat bewustwording al begint. Mensen gaan dan al nadenken, en kunnen zaken opzoeken of navra-en (pokken-vaccinatiebewijs en/of litteken, medicijnnamen, info over ziekte van huisarts en/ of specialist). Risicogroepen voor HIV-infectie kunnen gewezen worden op het nut van zich laten testen op HIV (aangeven waar). Urine-zwangerschapstesten kunnen onder de aandacht gebracht worden (aangeven waar die gekocht kunnen worden). Iedereen kan dan zelf, al dan niet na het raadplegen van de huisarts, een eerste afweging maken. Voorlichting vooraf Naast voorlichting ver vooraf zoals hierboven beschreven, dient er specifiekere voorlichting te zijn op het moment dat opgeroepen gaat worden voor massavaccinatie (welke situatie geldt dan). Idealiter worden er tevens triageformulieren verspreid waarop vragen beantwoord kunnen worden die een persoon helpen een inschatting te maken of hij/zij een (tijdelijke) contra-indicatie heeft of niet. Daarbij hoort ook informatie voor personen die een (tijdelijke) contraindicatie hebben over wat (niet) te doen. Eerste afweging door persoon zelf: zeker contra-indicatie Als iemand zeker weet een contra-indicatie te hebben, moet hij/zij niet naar de priklocatie gaan, maar het triageformulier invullen en opsturen met daarop naam, adres, geboortedatum en contra-indicatie (mogelijk deels voorgecodeerd). Er moet wel informatie zijn voor dergelijke personen wat ze wel/niet moeten doen! Eerste afweging door persoon zelf: zeker tijdelijke contra-indicatie Als iemand zeker weet een tijdelijke contra-indicatie te hebben (b.v. griep), moet hij/zij niet naar de priklocatie gaan op dag 1-4 maar op dag 10-13 wanneer personen bij wie de pokpuist niet is opgekomen gerevaccineerd worden. Als een persoon op dag 10-13 nog steeds een tijdelijke contra-indicatie heeft, dient de persoon contact op te nemen met de huisarts of GGD (nog bepalen). Er moet wel informatie zijn voor dergelijke personen wat ze wel/niet moeten doen zolang ze de contra-indicatie hebben!
___________________________________________________________________________________ Pagina 1 van 2
7-3 CONTRA-INDICATIE TRIAGE uitgangpunten triage en procesbeschrijving versie 05-02-03 Eerste afweging door persoon zelf: zeker geen contra-indicatie Als iemand zeker weet geen contra-indicatie te hebben en gevaccineerd wil worden, moet hij of zij naar de priklocatie gaan volgens het oproepschema met het ingevulde triageformulier. Eerste afweging door persoon zelf: twijfel over contra-indicatie Als iemand niet zeker weet of hij/zij een (tijdelijke) contra-indicatie heeft, moet hij/zij naar de priklocatie gaan volgens het oproepschema met het zo ver mogelijk ingevulde triageformulier. Eerste afweging door persoon zelf: wil niet gevaccineerd worden Als iemand zeker weet niet gevaccineerd te willen worden, hoeft hij/zij niet naar de priklocatie te komen, maar dient een triageformulier op te sturen met daarop naam, adres, geboortedatum en reden voor weigering. Procesbeschrijving op de priklocatie Op de priklocatie loopt een goed geschoolde verpleegkundige het (deels) ingevulde triageformulier langs samen met de persoon en geeft zo nodig aanvullende informatie en stelt zo nodig aanvullende vragen. Wanneer er geen contra-indicatie is, en de persoon gevaccineerd wil worden (informed consent) gaat de persoon door naar de priklijn. Registratie vaccinatie (partijnummer). Wanneer de verpleegkundige, aan de hand van aanvullende vragen geen advies kan geven, wordt de artsachterwacht geraadpleegd. Deze beoordeelt of de persoon gevaccineerd kan worden of niet. Mocht de arts niet een (contra)-indicatie kunnen stellen aan de hand van de informatie van de patiënt, dan overlegt de arts met de deskundige van het landelijke callcentre. Wanneer er een (tijdelijke)contra-indicatie is en persoon het advies tot (nu) niet vaccineren opvolgt, gaat de persoon naar een uitgang waar hij/zij informatie krijgt over wat (niet) te doen. Registratie contra-indicatie en besluit tot (nu) niet vaccineren. Voor twijfel over zwangerschap zijn er urine-zwangerschapstesten aanwezig (liever al vooraf opnemen bij de informatieverstrekking dat men een zwangerschapstest kan doen en aangeven waar die gekocht kan worden). Zie schema triage, vanaf moment van oproep thuis tot na de vaccinatie Nog te ontwikkelen en nader uit te werken door de landelijke werkgroep • Publieksinformatie over contra-indicaties • Informatiebrochure voor medische professionals over contra-indicaties • Triageformulieren (verschillende versies voor verschillende scenario’s?) • Protocol verpleegkundige - welke besluiten kan de verpleegkundige zelfstandig nemen? - welke aanvullende vragen? - wanneer raadplegen arts? • Informed-consent formulier • Verfijnde contra-indicaties in overleg met deskundigen
___________________________________________________________________________________ Pagina 2 van 2
7-4 CONTRA-INDICATIE TRIAGE Stroomschema triage versie 05-02-03 Schema triage Informatie over (tijdelijke) contra-indicaties thuis Bij voorkeur ruim vóór de daadwerkelijke oproep tot massavaccinatie Indien nodig: informatie opvragen bij huisarts medicijnenlijst maken aanvullende informatie opvragen bij specialist Dit alles bij voorkeur ruim vóór de daadwerkelijke oproep tot massavaccinatie
Zekerheid m.b.t. (tijdelijke) contra-indicatie
Onzekerheid m.b.t. (tijdelijke) contra-indicatie
Formulier invullen Formulier opsturen per post Niet naar de vaccinatielokatie komen Als tijdelijke contra-indicatie: op dag 10-13 komen
Formulier invullen Naar de vaccinatielokatie komen
Video?
Gesprek met vpk
(tijdelijke) contra-indicatie
Aanvullende info; registratie
Indicatie
Informed consent naar de priklijn registratie + info
Onduidelijk
Overleg arts –achterwacht
Aanvullende vragen
(tijdelijke) contra-indicatie
Indicatie
Onduidelijk
Aanvullende info registratie informed consent naar de priklijn registratie + info
(tijdelijke) contra-indicatie Aanvullende info Registratie
Overleg medische callcenter
Indicatie naar de priklijn registratie + info
_________________________________________________________________________________ Pagina 1 van 1
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03
Inhoudsopgave OOV 1.
Openbare Orde en Veiligheid bij Massavaccinatie
1.1 1.2 1.3 1.4
Fase A: planmatige voorbereiding Fase B1 en B2: operationele voorbereiding Fase C: uitvoering massavaccinatie Fase D: nazorg
Pagina 1 van 6
1
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03
1
Openbare Orde en Veiligheid bij Massavaccinatie
Dit draaiboek beperkt zich tot die onderdelen van Openbare Orde en Veiligheid (OOV), welke direct gerelateerd zijn aan een massavaccinatiecampagne pokken. Andere OOV aspecten, bijvoorbeeld ten gevolge van verstoring van de openbare orde, maatschappelijke onrust of ten behoeve van de beveiliging van ambassades en openbare gebouwen, worden in dit hoofdstuk niet besproken. Er komt daarvoor een aparte multidisciplinaire procesbeschrijving, welke onder regie van de politie wordt uitgewerkt. Uiteraard heeft de GHOR daar ook een rol in, maar die wordt niet in dit bestek behandeld. In dit hoofdstuk worden daarom met name de OOV-aspecten benoemd, die direct gerelateerd zijn aan dit proces en aan de gevolgen, die dit proces met zich meebrengt. De massavaccinatiecampagne pokken dient voorbereid te worden als een rampenbestrijdingsplan. Hierin dient als uitgangspunt gehanteerd te worden dat een pokkenuitbraak één van de onderdelen is, waarop een regio multidisciplinair voorbereid dient te zijn. Bij terroristische aanslagen dient op een breder scala van RNBC (Radiologische, Nucleaire, Biologische en Chemische) -incidenten voorbereid te worden. Dit brede kader wordt nader ingevuld door het NCC, waarbij ter ondersteuning via het schakelpunt OOV overleg gevoerd wordt tussen betrokken departementen en de operationele diensten.. De RGF draagt, binnen het multidisciplinaire kader, zorg voor adequate afstemming ten aanzien van de direct aan de massavaccinatie pokken gerelateerde OOV aspecten zoals genoemd in dit hoofdstuk, bijvoorbeeld voor de beveiliging en toegankelijkheid van de priklocaties.
1.1 Fase A In fase A dienen de verschillende hulpverleningsdiensten zich planmatig voor te bereiden op de mogelijke gevolgen in het kader van Openbare Orde en Veiligheid (OOV) in geval van een massavaccinatiecampagne pokken.Daarbij worden in het rampenplan verschillende deelprocessen aangehouden. In tabel 1 wordt per hulpverleningsdienst aangegeven voor welke processen planmatige voorbereiding getroffen dient te worden (vermeld met +). Daar waar bij brandweer, politie en/ of gemeente een ‘+’ vermeld staat, betreft dit een bijdrage aan het betreffende proces in het kader van een massavaccinatie pokken.
Pagina 2 van 6
Politie
GHOR
Gemeente
Alarmering (1) Bron- en Effectbestrijding (2)# Commandostructuur Communicatie (3) - Multidisciplinairoverleg - Ketenpartneroverleg
Brandweer
Tabel 1: Openbare Orde en Veiligheidsprocessen en procesverantwoordelijken Proces (nr*) Opmerking Fase (A - D)
+ -
+ -
+ + + +
+ -
i.s.m. GGD, LCI
C C C A,B,C,D
2
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03 Continuïteitsplan + + + + Economie en Logistiek + Interne organisatie + + + + Ontruimen en evacueren (5) + PSHOR (24) + Richtlijnen Quarantaine + - Draaiboek LCI Transport en beveiliging (8) + - i.o.m. GHOR Uitvaartverzorging (17) + Verbindingen (27) + Verkeer regelen (7) + Verslaglegging en evaluatie (31) + Voortgang Evenementen + + - i.o.m. GHOR *: conform nummering rampbestrijdingsprocessen **: de fasering verwijst naar het onderdeel in deze rapportage #: bron- en effectbestrijding blijft conform het draaiboek van de LCI
A,C C B,C C C,D C B,C,D D C C D C
Per proces moeten de verschillende hulpverleningsdiensten zich inhoudelijk en planmatig voorbereiden op de effecten indien het scenario van dit draaiboek, een massavaccinatie binnen 4 dagen, uitgevoerd moet worden. De voorbereiding daarop dient in fase A te gebeuren. Deze activiteiten worden hieronder per hulpverleningsdienst besproken (tabel 2).
Tabel 2: OOV processen per hulpverleningsdienst in FASE A Wie Proces GHOR Bepalen aard en aantal priklocaties • De GHOR stemt de inhoudelijke keuze van de GGD voor de priklocatie af met de hulpverleningsdiensten. Bij het bepalen van het aantal priklocaties dient rekening gehouden te worden met ondersteuning vanuit politie en brandweer. De multidisciplinaire capaciteit, die planmatig ter beschikking is, is niet vastgesteld. Deze zal echter beperkt zijn in verband met andere inzetwensen. Hierdoor zal slechts een beperkt percentage van de operationele capaciteit in de regio’s inzetbaar zijn ten behoeve van de massavaccinatie pokken.Er is verzocht om een landelijke richtlijn. Continuïteitsplan. • De witte kolom (zorginstellingen) dient al in Fase A betrokken te worden in de planvorming en dient intern voorbereidingen te treffen m.b.t. het te verwachten continuïteitsprobleem.
Pagina 3 van 6
3
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03 Wie
Proces De GHOR/ RGF stemt de continuïteitsplannen van deze ketenpartners onderling af. • Andere hulpverleningsdiensten dienen al in Fase A betrokken te worden in de planvorming en dienen intern voorbereidingen te treffen m.b.t. het te verwachten continuïteitsprobleem. De RGF informeert initieel de andere hulpverleningsdiensten. Ketenpartner overleg • Het ketenoverleg zal plaats vinden in het regionaal GHOR overleg • De regionale GGD hebben gedurende deze activiteiten een prominente plaats in het ketenoverleg. De RGF adviseert over de locatie van de priklocaties. Multidisciplinair overleg • De communicatie moet plaats vinden in het (voorbereidend) RBT • De regionale communicatie, zover aanvullend op de landelijke communicatie (VWS en BZK) , wordt verzorgd via de coördinerend burgemeester. Richtlijnen Quarantaine • Het RBT is verantwoordelijk voor het aanwijzen van de quarantaineplaatsen. • Voorkeur voor quarantaineplaatsen gaat uit naar een te bewaken (personencontrole) bungalowpark. • Het RBT maakt de quarantaineplaatsen bekend aan het LCI. Voortgang Evenementen • De RGF meldt aan de burgemeester om in de vergunning verlening een passage op te nemen omtrent de doorgang van activiteit. Deze vindt doorgang behoudens bijzondere omstandigheden. •
Politie
Verkeer regelen • Realisatie van een verkeerscirculatieplan bij priklocaties, inclusief begidsing (crowd control), bewegwijzering, afzetten en afschermen Gemeente Brandweer De ministeries van BZK, VWS en Justitie dragen zorg voor het juridisch kader waarin het proces van massavaccinatie zal plaatsvinden. Tevens is toegezegd, dat er door hen een concept noodverordening opgesteld zal worden ten behoeve van gemeenten, zodat landelijk eenduidigheid bestaat over het optreden van de overheid. Het openbaar ministerie levert haar bijdrage voor het juridisch kader vanuit de 5hoek/ (voorbereidend) RBT. Naast de coördinerend burgemeester neemt in het (voorbereidend) RBT in ieder geval plaats: de RGF, de Korpschef, de Regionale Brandweercommandant, een vertegenwoordiger namens de gemeentelijke bestuursdiensten en de hoofdofficier van justitie. Uitgangspunt is, dat de besluitvormingsstructuur van de rampenhulpverlening onverkort van toepassing is. Daarbij geldt, dat de hulpverleningsdiensten ieder verantwoordelijk zijn voor hun eigen rampbestrijdingsprocessen zoals omschreven in het Nationaal Handboek Rampenbestrijding. Het (voorbereidend) RBT zal in de regio in overleg moeten treden met regionale hulpverleningsdiensten. De RGF draagt daarbij zorg voor afstemming vanuit de gezondheidszorg,
1.2
Fase B: operationele voorbereiding
Tabel 3: OOV processen per hulpverleningsdienst in FASE B Wie Proces
Pagina 4 van 6
4
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03 GHOR
Ketenpartneroverleg • Uitzetten acties, welke voortvloeien uit dit overleg Psychosociale hulpverlening • Opstart operationele fase kernteam Politie Transport en Beveiliging • De politie is verantwoordelijk voor de objectbeveiliging (o.a. priklocaties). • De politie is verantwoordelijk voor de beveiliging van het vaccin gedurende: o Transport o Opslag Brandweer Gemeente Economie en logistiek • de gemeente draagt zorg voor inrichting van de priklocaties
1.3
Fase C: uitvoering massavaccinatie
Onderstaande punten gelden zowel voor GHOR als Brandweer, Politie en Gemeente Algemeen • Het (voorbereidend) RBT zal in de regio in overleg moeten treden met (regionale) koepelorganisaties. • Het ministerie van VWS adviseert de ministeries van EZ en Defensie over de gevolgen van de massavaccinatie Continuïteitsplan • De hulpverleningsdiensten dienen rekening te houden met een maximale piekuitval van 40% van de hulpverleners voor werkzaamheden. • Er dient rekening gehouden te worden met de uitval van vrijwilligers Interne organisatie • Hulpverleningsdiensten dienen tijdens de massavaccinatie rekening te houden met een maximale piekuitval van 40% van de hulpverleners (wegens ziekte en afwezigheid om zelf gevaccineerd te worden) voor werkzaamheden. • De gecontra-indiceerde niet-gevaccineerden, mogen niet met gevaccineerden in aanraking komen. • Personeel dat niet gevaccineerd en niet gecontra-indiceerd is, zijn gehouden aan hun normale dienstverplichtingen. Commandostructuur • Er dient maximaal opgeschaald te worden bij aanvang van de massavaccinatie. Verslaglegging • Een ieder dient een logboek bijhouden ten behoeve van de evaluatie. Tabel 4: OOV processen per hulpverleningsdienst in FASE C Wie Proces GHOR Alarmering • In praktische zin wordt de coördinerend burgemeester en de RGF gealarmeerd door het NCC via de regionale alarmcentrale. PSHOR • Het proces PSHOR valt onder regie van de RGF gedurende de periode van opschaling plus 11 dagen.
Pagina 5 van 6
5
Formatted: Bullets and Numbering
8-1 OOV Openbare orde en veiligheidsaspecten versie 04-03-03 Wie
Proces De RGF adviseert de burgemeester over het moment van afschaling (via beleidsteam). Voortgang Evenementen • Gedurende de massavaccinatie (Fase C) worden grootschalige evenementen opgeschort. Politie Transport en beveiliging • De politie is verantwoordelijk voor het ordentelijk verloop op de priklocaties zoals: o Het verkeerscirculatieplan o Onrust op de prikplaatsen o Diefstal • De politie is verantwoordelijk voor de object beveiliging • De politie is verantwoordelijk voor de beveiliging van het vaccin gedurende: o Transport o Opslag Ontruimen en evacueren • Er dient een specifiek juridisch kader te zijn (opgesteld door VWS) voor massavaccinatie wat in de regi o beheert wordt door de hoofdofficier van justitie. Brandweer Verbindingen • In fase C wordt gebruik gemaakt van de verbindingen conform rampenbestrijdingsplan waarbij er zorg gedragen dient te worden voor een rechtstreekse verbinding met de priklocaties en de quarantaineplaatsen Gemeente Economie en logistiek • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de logistieke ondersteuning van de priklocaties: o Catering o Meubilair o Inzameling besmette waren •
1.4
Fase D: nazorg
Tabel 5: OOV processen per hulpverleningsdienst in FASE D Wie Proces GHOR PSHOR • Het proces PSHOR valt onder regie van de RGF gedurende de periode van opschaling plus 11 dagen. • De RGF adviseert de burgemeester over het moment van afschaling (via beleidsteam). Politie Brandweer Gemeente Uitvaartverzorging • Voor het proces uitvaartverzorging is de gemeente verantwoordelijk en wordt uitgevoerd door de begrafenisondernemers, conform richtlijnen van de LCI.
Pagina 6 van 6
6
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
Ketenpartners: rollen en communicatie De volgende ketenpartners in de zorg worden onderscheiden: huisartsen, medisch specialisten, ziekenhuizen, ambulancediensten, thuiszorginstellingen, verpleeg- en verzorgingshuizen, apothekers, Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ) en Algemene Maatschappelijk Werk (AMW). Een aparte plaats verdienen de hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, GHOR). Van elke ketenpartner worden achtereenvolgens de rollen beschreven in het kader van deze campagne en worden van deze rollen de taken per fase uitgewerkt. Daarbij wordt tevens de communicatie landelijk en regionaal uitgewerkt. 1.
Huisartsen
Rol -
behandelen en/of verwijzen bij complicaties na het vaccineren conform het behandelprotocol. behandelen en/of verwijzen bij psychische problemen richting PSHO.
FASE
TAKEN
A
Bij vermoeden van een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie voor artsen”: een vermoeden melden bij de GGD. 1)
B
Bij vermoeden van
Pagina 1 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging stuurt IGZ de huisartsen een brief per post met als bijlagen een lijst met contra-indicaties (vooralsnog die uit het concept LCIdraaiboek), algemene informatie over pokken, meldingsplicht, wat te doen bij een pokkeninfectie (zie concept LCIdraaiboek), behandelprotocol bij bijwerkingen t.g.v. vaccinatie, hygiënerichtlijnen, verwijzing naar een landelijk telefoonnummer en website voor artsen (dit telefoonnummer blijft in gebruik gedurende alle fasen van het draaiboek). Voorzover nog niet
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging krijgen de GGD-en de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden met de vraag of zij deze naar de huisartsen willen verspreiden.
Voorzover nog niet
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
C
een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie voor artsen”: een vermoeden melden bij de GGD. 1)
gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset.
Bij vermoeden van een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie voor artsen”: een vermoeden melden bij de GGD. 1)
Informatie door IGZ per post over de medisch inhoudelijke gevolgen van opschaling naar uitvoeringsfase C, met aangepaste lijst contra-indicaties (de relativiteit van de contra-indicaties wordt mede bepaald door de aanleiding die tot daadwerkelijke uitvoering leidt).
Volgens het behandelprotocol bijwerkingen na vaccinatie mensen behandelen en/of doorverwijzen.
D
Behandelen en/of doorverwijzen van mensen voor psychische hulp (PSHO). Behandelen en/of doorverwijzen van mensen voor psychische hulp (PSHO).
gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset met de vraag of zij deze naar de huisartsen willen verspreiden. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de massavaccinatie. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden met de vraag of zij deze naar de huisartsen willen verspreiden. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. De GGD/GHOR (afstemming) geven informatie over de regionale organisatie van de PSHO.
Informatie door IGZ per post over de medisch inhoudelijke gevolgen van doorschalen naar fase D.
De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegez onden met de vraag of zij deze naar de huisartsen willen verspreiden. Informatie van de GGD/GHOR
Pagina 2 van 14
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
(afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. De GGD/GHOR (afstemming) geven informatie over de regionale organisatie van de PSHO. 1)
Huisartsen en specialisten kennen het concept LCI-draaiboek nog niet. IGZ stelt zich op het standpunt dat zij pas bij concrete dreiging de genoemde informatieset van IGZ ontvangen. Wel hebben de huisartsen en specialisten vorig jaar (december 2001) van IGZ informatiemateriaal ontvangen dat hen in staat stelt patiënten te herkennen met aandoeningen die aan bioterrorisme zijn gerelateerd. 2.
Medische specialisten
Rol -
behandelen en/of verwijzen bij complicaties na het vaccineren conform het behandelprotocol. behandelen en/of verwijzen bij psychische problemen richting PSHO.
Relevante specialisten voor wat betreft somatiek zijn: internisten, kinderartsen, medisch microbiologen, neurologen, dermatologen, ziekenhuishygiënisten. Dit zijn tevens de specialismen die in de mailinglijst van IGZ zijn opgenomen voor dit draaiboek massavaccinatie pokken. N.B. VOOR DE BEHANDELING VAN MENSEN MET COMPLICATIES DOOR DE VACCINATIE WORDEN APARTE ZIEKENHUIZEN AANGEWEZEN (ZIE VERDER). DE OVERIGE ZIEKENHUIZEN WORDEN GEACHT DERGELIJKE PATIENTEN DOOR TE VERWIJZEN NAAR DEZE ZIEKENHUIZEN.
FASE
TAKEN
A
Bij vermoeden van een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie voor artsen”: een
Pagina 3 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging stuurt IGZ de specialisten een brief per post met als bijlagen een lijst met contra-indicaties (vooralsnog die uit het concept LCIdraaiboek), algemene informatie over
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging krijgen de GGD-en in afschrift de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
vermoeden melden bij de GGD. 1)
B
C
Pagina 4 van 14
Bij vermoeden van een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie voor artsen”: een vermoeden melden bij de GGD. 1)
Bij vermoeden van een geval van pokkeninfectie handelen conform de in december 2001 door IGZ verspreide brochure “Bioterrorisme; praktische informatie
pokken, meldingsplicht, wat te doen bij een pokkeninfectie (zie concept LCIdraaiboek), behandelprotocol bij bijwerkingen t.g.v. vaccinatie, hygiënerichtlijnen, verwijzing naar een landelijk telefoonnummer en website voor artsen (dit telefoonnummer blijft in gebruik gedurende alle fasen van het draaiboek). Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset.
Informatie door IGZ per post over medisch inhoudelijke gevolgen van opschaling naar uitvoeringsfase C, met aangepaste lijst contra-indicaties (de relativiteit van de
ziekenhuizen wordt mogelijk door IGZ gevraagd, met het verzoek aan het ziekenhuis om deze info onder de specialisten te verspreiden.
Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de ziekenhuizen wordt mogelijk door IGZ gevraagd, met het verzoek aan het ziekenhuis om deze info onder de specialisten te verspreiden. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de massavaccinatie. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de ziekenhuizen wordt
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
voor artsen”: een vermoeden melden bij de GGD. 1) Volgens het behandelprotocol bijwerkingen na vaccinatie mensen behandelen en/of doorverwijzen.
contra-indicaties wordt mede bepaald door de aanleiding die tot daadwerkelijke uitvoering leidt).
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie.
Behandelen en/of doorverwijzen van mensen voor psychische hulp (PSHO).
D
Behandelen en/of doorverwijzen van mensen voor psychische hulp (PSHO).
mogelijk door IGZ gevraagd, met het verzoek aan het ziekenhuis om deze info onder de specialisten te verspreiden.
Inform atie door IGZ per post over de medisch inhoudelijke gevolgen van doorschalen naar fase D.
De GGD/GHOR (afstemming) geven informatie over de regionale organisatie van de PSHO. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de ziekenhuizen wordt mogelijk door IGZ gevraagd, met het verzoek aan het ziekenhuis om deze info onder de specialisten te verspreiden. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. De GGD/GHOR (afstemming) geven informatie over de regionale organisatie van de PSHO.
Pagina 5 van 14
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
1)
Huisartsen en specialisten kennen het concept LCI-draaiboek (nog) niet. IGZ stelt zich op het standpunt dat zij pas bij concrete dreiging de genoemde informatieset van IGZ ontvangen. Wel hebben de huisartsen en specialisten vorig jaar (december 2001) van IGZ informatiemateriaal ontvangen dat hen in staat stelt patiënten te herkennen met aandoeningen die aan bioterrorisme zijn gerelateerd.
3.
Ziekenhuizen
Rol -
bovenregionaal zal door VWS/IGZ 1 ziekenhuis worden aangewezen als behandelziekenhuis voor complicaties (zal gaan om academische ziekenhuizen en grote regionale ziekenhuizen).
FASE
TAKEN
A
Geen
B
Pagina 6 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging zal bovenregionaal door VWS/IGZ 1 ziekenhuis worden aangewezen als behandelziekenhuis voor complicaties (zal gaan om academische ziekenhuizen en grote regionale ziekenhuizen).
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging worden de GGD-en geïnformeerd over de gekozen ziekenhuizen door IGZ via inf@ct.
Bij concrete dreiging (gezien afhankelijkheid van keuzemoment aanwijzing door IGZ) afstemming GGD -en, ziekenhuizen, GHOR over informatieverstrekking in fase C over patiëntenstromen algemeen en aantal en ernst complicaties in het bijzonder. Preparatie (zoals Voorzover nog niet Voorzover nog niet draaiboek gebeurd in fase A, zal gebeurd in fase A, opnamestop voor alle bij concrete dreiging zullen de GGD-en ziekenhuizen, bovenregionaal door worden geïnformeerd draaiboek VWS/IGZ 1 over de gekozen pokkenbehandeling ziekenhuis worden ziekenhuizen door aangewezen aangewezen als IGZ. ziekenhuizen). behandelziekenhuis
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
voor complicaties (zal gaan om academische ziekenhuizen en grote regionale ziekenhuizen).
C
Aangewezen ziekenhuizen hebben operationele behandelunits, overige ziekenhuizen wijzen in geval van complicaties na pokkenvaccinatie door.
Informatie van IGZ over relevante ontwikkelingen.
“SITRAPS” (situatierapporten) vanuit ziekenhuizen naar GGD/GHOR (afstemming) over patiëntenstromen algemeen en aantal en ernst complicaties in het bijzonder.
D
Pagina 7 van 14
geen
Voorzover nog niet gebeurd in fase A, afstemming GGD -en, ziekenhuizen, GHOR over informatieverstrekking in fase C over patiëntenstromen algemeen en aantal en ernst complicaties in het bijzonder. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de massavaccinatie. GGD-en ontvangen van IGZ “in afschrift” de aan de ziekenhuizen verzonden informatie van IGZ over relevante ontwikkelingen via inf@ct. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie.
Informatie van IGZ over relevante ontwikkelingen.
“SITRAPS” (situatierapporten) vanuit ziekenhuizen naar GGD/GHOR (afstemming) over patiëntenstromen algemeen en aantal en ernst complicaties in het bijzonder. GGD-en ontvangen van IGZ “in afschrift” de aan de ziekenhuizen verzonden informatie van IGZ over
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de landelijke organisatie via inf@ct. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. “SITRAPS” (situatierapporten) vanuit ziekenhuizen naar GGD/GHOR (afstemming) over patiëntenstromen algemeen en aantal en ernst complicaties in het bijzonder.
4.
Ambulancediensten
Rol -
het vervoer van mensen met complicaties ten gevolge van de vaccinatie naar het aangewezen behandelziekenhuis. Zowel het algemeen hygiëneprotocol is van toepassing (OP TE STELLEN DOOR ZORGPLAN) alsmede een ontsmettingsprotocol voor de ambulances (reeds gereed, IGZ).
NB. Voor de behandeling van pokken patiënten is het Calamiteitenhospitaal aangewezen. Zo nodig wijst VWS nog andere ziekenhuizen hiervoor aan. In principe worden deze patiënten uitsluitend vervoerd door de RAVU (zie draaiboek LCI)
FASE
TAKEN
A
Geen.
Pagina 8 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging stuurt IGZ de ambulancediensten een brief per post met als bijlage het ontsmettingsprotocol, hygiënerichtlijnen,
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging krijgen de GGD -en in afschrift de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden, met het
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
B
C
D
Pagina 9 van 14
Preparatie.
Vervoer van mensen met complicaties na vaccinatie naar de aangewezen behandelziekenhuizen. Werken volgens de hygiënerichtlijnen, ambulances ontsmetten volgens het ontsmettingsprotocol.
Geen.
alsmede een lijst van verzoek deze de aangewezen informatie door te behandelziekenhuizen. geven aan de in de regio werkzame ambulancediensten. Voorzover nog niet Voorzover nog niet gebeurd in fase A, gebeurd in fase A, alsnog verspreiding alsnog verspreiding door IGZ van door IGZ van genoemde genoemde informatieset. informatieset, met het verzoek deze informatie door te geven aan de in de regio werkzame ambulancediensten.
Informatie door IGZ per post over eventuele medische inhoudelijke gevolgen van opschaling naar uitvoeringsfase C.
Informatie door IGZ per post over eventuele medisch inhoudelijke gevolgen van doorschalen naar fase D.
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de massavaccinatie. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden, met het verzoek deze informatie door te geven aan de in de regio werkzame ambulancediensten. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden, met het verzoek deze informatie door te geven aan de in de regio werkzame ambulancediensten.
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie.
5.
Thuiszorginstellingen
Rol -
geen specifieke rol
FASE
TAKEN
A
geen
B
geen
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging stuurt IGZ de thuiszorginstellingen per post een algemene circulaire met oa. hygiënerichtlijnen. Bijzondere maatregelen zijn niet nodig (m.u.v. hygiënisch werken). Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset.
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging krijgen de GGD-en in afschrift de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de thuiszorginstellingen wordt niet gevraagd, mag wel. Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset. toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de thuiszorginstellingen wordt niet gevraagd, mag wel. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de
Pagina 10 van 14
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
C
geen
D
geen
Informatie door IGZ per post over eventuele medisch inhoudelijke gevolgen van opschaling naar uitvoeringsfase C.
massavaccinatie. De GGD-en krijgen de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de thuiszorginstellingen wordt niet gevraagd, mag wel.
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. Informatie door IGZ De GGD-en krijgen per post over de genoemde eventuele medisch informatieset van IGZ inhoudelijke gevolgen via inf@ct van doorschalen naar toegezonden. Het fase D. doorzenden van deze informatie door GGDen aan de thuiszorginstellingen wordt niet gevraagd, mag wel. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie.
6.
Verpleeg- en verzorgingshuizen
Rol -
geen specifieke rol.
FASE
TAKEN
A
geen
Pagina 11 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
stuurt IGZ de verpleeg- en verzorgingshuizen per post een algemene circulaire met oa. hygiënerichtlijnen. Bijzondere maatregelen zijn niet nodig (m.u.v. hygiënisch werken). B
C
D Pagina 12 van 14
geen
geen
geen
Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset.
krijgen de GGD-en in afschrift de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de verpleegen verzorgingshuizen wordt niet gevraagd, mag wel. Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de verpleegen verzorgingshuizen wordt niet gevraagd, mag wel.
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over de regionale organisatie van de massavaccinatie. Informatie door IGZ De GGD-en krijgen per post over de de genoemde eventuele medisch informatieset van IGZ inhoudelijke gevolgen via inf@ct van opschaling naar toegezonden. Het uitvoeringsfase C. doorzenden van deze informatie door GGDen aan de verpleegen verzorgingshuizen wordt niet gevraagd, mag wel.
Informatie door IGZ
Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie. De GGD-en krijgen
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
per post over de eventuele medisch inhoudelijke gevolgen van doorschalen naar fase D.
de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de verpleegen verzorgingshuizen wordt niet gevraagd, mag wel. Informatie van de GGD/GHOR (afstemming) over relevante ontwikkelingen en/of aanpassing in de regionale organisatie.
7.
Apothekers
Rol -
geen specifieke rol
FASE
TAKEN
A
geen
B
geen
C D
geen geen
Pagina 13 van 14
COMMUNICATIE LANDELIJK Bij concrete dreiging stuurt IGZ de apothekers per post een algemene circulaire, alsmede inhoudelijke informatie over het vaccin.
COMMUNICATIE REGIONAAL Bij concrete dreiging krijgen de GGD-en in afschrift de genoemde informatieset van IGZ via inf@ct toegezonden. Het doorzenden van deze informatie door GGDen aan de apothekers wordt niet gevraagd.
Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset. geen geen
Voorzover nog niet gebeurd in fase A, alsnog verspreiding door IGZ van genoemde informatieset. geen geen
9-1 KETENPARTNERS Ketenpartners rollen en communicatie versie 04-03-03
6.
GGZ en AMW
Rol FASE
nazorg/PSHO (NADERE INVULLING VOLGT VAN ZORGPLAN) TAKEN
COMMUNICATIE LANDELIJK
COMMUNICATIE REGIONAAL
A B C D
5.3
Hulpverleningsdiensten: politie, brandweer en GHOR
Vanaf fase A zal er afstemming plaatsvinden landelijk en regionaal in multidisciplinaire platforms waar de genoemde hulpverleningsdiensten vertegenwoordigd zijn. Landelijk en regionaal zal daarbij reeds in fase A het algemeen hygiëneprotocol door de GGD-en aan de hulpverleningsdiensten worden aangereikt. Regionaal verdient het aanbeveling om op actiecentrumniveau een ingang bij de GGD te creëren voor vragen vanuit hulpverleningsdiensten aangaande medische en hygiënische zaken, gedurende de fasen B t/m D.
Pagina 14 van 14
10-1 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Communicatieplan versie 28-02-03
Concept Concept Concept Concept Concept Concept
Communicatieplan Landelijke vaccinatiecampagne pokken
Pagina 1 van 16
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding ............................................................................................................ 3 1.1. De opdracht ..................................................................................................................... 3 1.2. Afbakening communicatieplan ....................................................................................... 3 Schematische samenvatting ..................................................................................................... 4 Hoofdstuk 2: De uitvoering van de campagne in 4 fasen ..................................................... 5 Hoofdstuk 3: Communicatiedoelstellingen............................................................................ 6 3.1. Algemene communicatiedoelstellingen .......................................................................... 6 3.2. Doelstellingen tijdens de fase van planvorming (A) ....................................................... 6 3.3. Doelstellingen tijdens de fase van voorbereiding op de uitvoer (B)............................... 6 3.4. Doelstellingen tijdens de fase van uitvoering (C) ........................................................... 6 3.5. Doelstellingen tijdens de fase van nazorg (D) ................................................................ 6 Hoofdstuk 4: Communicatiedoelgroepen............................................................................... 8 4.1. Bevolking ........................................................................................................................ 8 4.2. Professionals/ hulpverleners............................................................................................ 8 4.3. Media ............................................................................................................................... 9 4.4. Uitgangssituatie doelgroepen.......................................................................................... 9 Hoofdstuk 5: Uitgangspunten in de communicatiestrategie .............................................. 10 5.1. Algemene uitgangspunten............................................................................................. 10 5.2. Landelijke uitgangspunten en randvoorwaarden........................................................... 10 5.2. Strategie in de fase van planvorming (A)...................................................................... 11 5.3. Strategie in de fase van voorbereiding op de uitvoer (B1 en B2) ................................. 11 5.4. Strategie in de fase van uitvoer (C)............................................................................... 11 5.5. Strategie in de fase van nazorg (D) ............................................................................... 11 Hoofdstuk 6: Communicatieboodschappen......................................................................... 12 6.1. Algemene communicatieboodschappen........................................................................ 12 6.2. Boodschappen in de fase van planvorming (A) ............................................................ 12 6.3. Boodschappen in de fase van voorbereiding op de uitvoer (B1 en B2) ........................ 12 6.4. Boodschappen tijdens de fase van uitvoering (C)......................................................... 12 6.5. Boodschappen in de fase van nazorg (D) ...................................................................... 12 Hoofdstuk 7: Communicatiemidde len.................................................................................. 13 Hoofdstuk 7: Communicatiemiddelen.................................................................................. 13 7.1. Mate van uitwerking en timing ..................................................................................... 13 7.2. Bronnen van informatie................................................................................................. 13 Bijlage 1: Gebruikte afkortingen.......................................................................................... 16 Separate bijlage Bijlage A : Uitwerking communicatiemiddelen
2
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. De opdracht Het ministerie van VWS heeft GGD Nederland de opdracht gegeven om een draaiboek uit te werken, waarin beschreven staat hoe de gehele Nederlandse bevolking binnen vier dagen gevaccineerd kan worden tegen pokken, na een aanval van bioterrorisme. Binnen het kader van deze opdracht aan GGD Nederland, verwacht de opdrachtgever een communicatieplan dat is afgestemd op de activiteiten van dit draaiboek. De communicatie moet de werkwijze die in het draaiboek is gekozen adequaat ondersteunen. Het draaiboek beschrijft hoe de GGD’en de vaccinatiecampagne zo goed mogelijk kunnen voorbereiden en uitvoeren. In aansluiting hierop bevat dit communicatieplan adviezen aan de opdrachtgever over de communicatie en publieksvoorlichting rond het vaccinatieproces. Het richt zich daarbij met name op de voorlichting aan publiek, professionals en pers. Dit plan biedt een raamwerk waarbinnen de omschreven middelen in de betreffende fasen specifiek kunnen worden ingezet. GGD’en en andere bij de uitvoering betrokken organisaties kunnen op basis van dit plan –bij voorkeur na vaststelling door de opdrachtgever- de eigen activiteiten hierop afstemmen. 1.2. Afbakening communicatieplan Het uitgangspunt van de opdracht, vaccinatie in vier dagen, vraagt om een aanpak die past bij een crisissituatie. In geval van de bestrijding van een ramp zijn er zowel op nationaal als regionaal niveau afspraken over de structuur van communicatie. Deze afspraken zijn ook van toepassing tijdens de vaccinatiecampagne door GGD’en. Communicatie gericht op de uitvoering van een vaccinatiecampagne door GGD’en maakt echter deel uit van communicatie over een veel breder onderwerp: de gevolgen van (bio)terrorisme en (inter)nationale veiligheid. Het verdient daarom aanbeveling dit plan te toetsen aan de communicatie-activiteiten van de overige ministeries en organisaties die betrokken zijn bij de bestrijding van een nationale ramp en dus bij de uitvoering van deze vaccinatiecampagne. Dit geldt met name voor de RGF’en, vanwege hun regierol over de witte kolom partijen in een rampsituatie en de relatie met de partijen die betrokken zijn bij de openbare veiligheid (zoals brandweer, politie en gemeente).
NB: de professionele informatie-uitwisseling met de ketenpartners staat beschreven in een ander hoofdstuk van het draaiboek.
3
Schematische samenvatting
Doelstellingen van communicatie Algemene doelstellingen •Stimuleren dat mensen zich laten vaccineren •Beheersen van onrust door Public confidence .
huisstijl en slogan
A
Productie van communicatielandelijke website middelen landelijke folder over pokken landelijke folder over de vaccinatie landelijke folder voor na de vaccinatie (bijwerkingen) landelijk informed consent en triage formulier persberichten over landelijke aspecten van de campagne
landelijk vaccinatiebewijs video -instructie voor vrijwilligers voor op locatie Q&A voor professionals
• De bij de planvorming betrokken organisaties informeren.
Landelijke oproep •Agenda setten . •De doelgroepen bekend maken met begrippen als quarantaine, triage , etc. •Emoties rond pokken in juiste perspectief plaatsen •Inzicht bieden in het draaiboek (toelichten van ‘als..dan’ -scenario) •Oormerken van betrouwbare zenders van de boodschap in de fase van uitvoering (C).
Video / dvd voor op locatie Landelijk callcenter
B1
Landelijke website Redactionele persartikelen Factsheets voor pers QenA’s voor pers Landelijk callcenter voor professionals Teletekst Landelijke folders voor niet-gevaccineerden Radio spot TV spot Nationale tv zender
B2
Nationale radio zender Landelijke advertenties Instructieposters voor op locatie
Doelstellingen van communicatie •Kennis overdragen over wat van de doelgroepen wordt verwacht en stimuleren dat de doelgroepen zich ook zo gedragen •Adequaat reageren/ inspelen op de vragen van de doelgroepen. •Emoties rond de pokkenvaccinatie in het juiste perspectief plaatsen •Angst, onrust en paniek beheersen (hysterie voorkomen) •Vertrouwen wekken; de situatie is onder controle •Beheersbaar houden van de informatiestromen en de toegang tot deze informatie zo goed mogelijk faciliteren . •Emoties rond de afgeronde vaccinatiecampagne in het juiste perspectief plaatsen •Markeren van de afgeronde periode • (herdenken, vastleggen)
B2
Vlaggen voor op locatie E-mail bestand professionals Brief met informatie over bijwerkingen Brief met instructies Landelijk protocol behandeling Campagne badges en t-shirts voor op locatie
Besluit tot massavaccinatie
C
Persconferentie / persbriefing
D
Uitleg kleurgebruik Communicatiemiddelen gericht op publiek Communicatiemiddelen gericht op professionals en hulpverleners Communicatiemiddelen gericht op pers
In de separate bijlage van dit plan is de nadere uitwerking van de communicatiemiddelen beschreven.
4
Hoofdstuk 2: De uitvoering van de campagne in 4 fasen De fasering in de aanpak van de massavaccinatie pokken is richtinggevend voor de communicatie-aanpak. In alle fasen van de campagne is het van groot belang communicatie pro-actief in te zetten ter ondersteuning van de activiteiten die in de betreffende fase worden uitgevoerd. Fase A: planmatige voorbereiding Plan van aanpak communicatie en publieksvoorlichting wordt geschreven. Er wordt een overzicht gemaakt van alle communicatiemiddelen die nodig zijn in fase B1, B2 en C; de globale inhoud wordt per product aangegeven. Fase B1: start van de operationele voorbereiding In fase A/ B1 wordt het communicatieplan verder uitgewerkt en worden voorbereidingen getroffen voor de productie van de beschreven communicatiemiddelen. Dit betekent concreet dat bijvoorbeeld teksten voor folders en scripts voor video’s worden geschreven. De voorbereidingen stoppen bij de daadwerkelijke productie van de communicatiemiddelen, tenzij de opdrachtgever anders beslist of middelen in kleinere oplagen t.b.v. ringvaccinatie nodig zijn. Fase B2: voorbereiding op uitvoering massavaccinatie Het staat vast dat binnen afzienbare tijd de gehele Nederlandse bevolking wordt gevaccineerd tegen pokken. De in fase B1 gemaakte afspraken worden geoperationaliseerd. De communicatiemiddelen worden volgens plan in productie genomen en beschikbaar gesteld. Beslissing tot massavaccinatie door de regering Face C: uitvoering van de massavaccinatieà dag 1, 2, 3, 4 en 5 • Dag 0 voorbereidingstijd (24 uur) • Dag 1-4 vaccinatie grote publiek • Dag 5 vaccinatie niet mobiele personen De uitvoering van de vaccinatiecampagne wordt continu ondersteund met behulp van communicatie. Fase D : nazorg en afschalingà vanaf dag 5 • Dag 10-13 vaccinatiecontrole • Dag 30 afschaling De communicatie is erop gericht inzicht te geven in de stand van zaken en helpt de uitgevoerde vaccinatieperiode af markeren.
5
Hoofdstuk 3: Communicatiedoelstellingen 3.1. Algemene communicatiedoelstellingen De communicatiedoelstellingen volgen uit de centrale organisatiedoelstellingen: de gehele Nederlandse bevolking binnen vier dagen vaccineren tegen pokken. Alle communicatie is gericht op beïnvloeding. • Stimuleren dat mensen zich laten vaccineren • Beheersen van onrust door Public confidence: collectief herstel en behoud van vertrouwen in de overheid en de bij de uitvoering van de campagne betrokken organisaties. 3.2. Doelstellingen tijdens de fase van planvorming (A) • De bij de planvorming betrokken organisaties (GGD’en en GHOR-bureaus) informeren over de planvorming. 3.3. Doelstellingen tijdens de fase van voorbereiding op de uitvoer (B) • Agenda setten. De onderwerpen infectieziektebestrijding en vaccinatiecampagne bekend maken bij de doelgroepen • De doelgroepen bekend maken met begrippen als quarantaine, triage, etc. • Emoties rond pokken in juiste perspectief plaatsen • Inzicht bieden in het draaiboek massavaccinatie (toelichten van ‘als..dan’-scenario) • Oormerken van betrouwbare zenders van de boodschap in de fase van uitvoering (C). 3.4. Doelstellingen tijdens de fase van uitvoering (C) • Kennis overdragen over wat van de doelgroepen wordt verwacht en stimuleren dat de doelgroepen zich ook zo gedragen1 . • Adequaat reageren/ inspelen op de vragen van de doelgroepen. • Emoties rond de pokkenvaccinatie in het juiste perspectief plaatsen • Angst, onrust en paniek beheersen (hysterie voorkomen) • Vertrouwen wekken; de situatie is onder controle • Beheersbaar houden van de informatiestromen en de toegang tot deze informatie voor doelgroepen zo goed mogelijk faciliteren. 3.5. Doelstellingen tijdens de fase van nazorg (D) • Emoties rond de afgeronde vaccinatiecampagne in het juiste perspectief plaatsen • Markeren van de afgeronde periode (herdenken, vastleggen) Box 1: risico’s In rampsituaties kunnen onverwachte effecten optreden die om een verandering van de aanpak van communicatie vragen. Een greep: mensen durven de straat niet op (bijvoorbeeld uit angst voor besmetting) roof en plundering als gevolg van massahysterie communicatie vindt onvoldoende aansluiting door volledige afsluiting voor boodschap/zenders als gevolg van shocktoestand bijkomende rampen: uitval communicatiemiddelen, oorlog. etc. 1
Communicatie is één van de factoren die kan bijdragen aan het behalen van deze doelstelling.
6
Hoewel zoveel mogelijk rekening is gehouden met verschillende scenario’s, blijft communicatie tijdens een rampsituatie in belangrijke mate afhankelijk van improvisatie. Hiermee moet altijd rekening worden gehouden. Het is niet exact te voorspellen hoe mensen reageren. Hierdoor kan een volledig eigen dynamiek ontstaan, waarop alle bij de uitvoering betrokken personen en organisaties berekend moeten zijn.
7
Hoofdstuk 4: Communicatiedoelgroepen De communicatiedoelgroepen zijn te onderscheiden naar hoofddoelgroepen en subdoelgroepen die allen sterk verschillen voor wat betreft voorkennis, houding t.a.v. zender en boodschap en mediagebruik. Hoofddoelgroepen 1. Bevolking 2. Professionals / hulpverleners 3. Media Binnen deze hoofddoelgroepen zijn de volgende subdoelgroepen te onderscheiden: 4.1. Bevolking a. de te vaccineren personen - mensen die tot 1976 de vaccinatie hebben gehad - mensen die nog niet eerder gevaccineerd zijn - anderstaligen - zwangere vrouwen (worden na bevalling gevaccineerd) - auditief gehandicapten (alleen schriftelijke informatie) - visueel gehandicapten (alleen gesproken informatie) - de bijzondere groepen die binnen de oproepsystematiek gedefinieerd zijn. b. de personen die van vaccinatie uitgesloten zijn, al bekend of na triage. 4.2. Professionals/ hulpverleners a. Op landelijk niveau: - ministeries - IGZ - RIVM - LCI - NVZ - LHV - LVT - NRK - VNG - GGD Nederland b. Op regionaal niveau: - de burgemeesters - de wethouders zorg - ambtenaar volksgezondheid - ambtenaar openbare orde en veiligheid - brandweer - ambulancemedewerkers - wijkverpleegkundigen - maatschappelijk werkenden - consultatiebureau-artsen - bejaarden verzorgenden - kraamverzorgenden - bibliotheken - postkantoren
- Raad van RGF’en - VAZ - NVZ - NIGZ - NHG - NIZW - AZN - Stichting Korrelatie - provincies - etc.
- huisartsen - apothekers - politie - GGD medewerkers - ziekenhuispersoneel - scholen - peuterspeelzalen - kinderdagverblijven - buurtcentra / wijkcentra - beheerders sportzalen/ zwembaden - etc.
8
4.3. Media a. regionale media - regionale radio- en televisiezenders - teletekst regionale televisiezender - regionaal dagblad - huis-aan-huis bladen / wijkkranten - websites lokale media b. nationale media - landelijke dagbladen - landelijke televisieprogramma’s - landelijke radioprogramma’s - tijdschriften en vakbladen - websites nationale media c. internationale media - internationale televisiezenders - internationale radiozenders - websites internationale media 4.4. Uitgangssituatie doelgroepen Voorkennis t.a.v onderwerp/thema Wat weten de doelgroepen momenteel over pokken en een mogelijke vaccinatiecampagne? - geen onderzoek gedaan / o-meting - neemt men de bedreiging serieus? - januari /februari 2003: aandacht in regionale en nationale media voor opdracht. - wekelijks digitaal nieuwsbericht van GGD Nederland voor interne betrokkenen. - brieven vanuit VWS om bestuurlijk kader te informeren over opdracht Houding t.a.v. onderwerp, boodschap en zender - te verwachten houding publiek: not in my backyard, tot fase C. Wel: ‘goed dat eraan wordt gewerkt’. - houding t.a.v. overheid: geloofwaardig afzender van informatie. - zender: medisch professional ‘naar de dokter moet je luisteren’, sociaal/mediapsycholoog: inspelen op stemming bevolking. Weerstand Weerstand is te verwachten van: - vereniging kritisch prikken - bewoners bible belt - critici De weerstand za l gericht zijn op: - wijze van organisatie uitvoering campagne - wijze van voorlichting - politieke keuzes - etc.
Pagina 9 van 16
Hoofdstuk 5: Uitgangspunten in de communicatiestrategie 5.1. Algemene uitgangspunten • De gekozen strategie moet aansluiten bij de strategie van de overige organisaties die bij de campagne betrokken zijn (zie inleiding). Het advies is om hierover op landelijk niveau, met de verschillende ministeries eenduidige schriftelijke principe-afspraken te maken. • Communicatie beoogt tijdig de juiste boodschap aan de relevante doelgroepen te verstrekken. Hiermee ondersteunt communicatie op een zo effectief mogelijke wijze de activiteiten die in het draaiboek massavaccinatie pokken beschreven staan. Openheid en transparantie zijn sleutelbegrippen. • De boodschap en de gekozen communicatiemiddelen zijn afgestemd op de onderscheiden fasen in het draaiboek massavaccinatie. • De campagne krijgt vanwege het nationale karakter een herkenbare uitstraling door middel van een huisstijl en slogan (zie uitwerking middelen) • Pers en publiek moeten zoveel mogelijk overtuigd zijn van de boodschap dat de betrokkenen zijn voorbereid en weten wat zij moeten doen. 5.2. Landelijke uitgangspunten en randvoorwaarden • In geval van de bestrijding van een ramp zijn er zowel op nationaal als regionaal niveau afspraken over de structuur van communicatie. Deze afspraken zijn ook van toepassing tijdens de vaccinatiecampagne door GGD’en. • Bij een reële dreiging of uitbraak van pokken wordt het Nationaal Voorlichtingscentrum (NVC) geactiveerd: een vast team van speciaal opgeleide persvoorlichters is dan verantwoordelijk voor de voorlichting aan publiek en pers. Het voorzitterschap van het NVC is formeel in handen van de directeur communicatie van BZK. • Het NVC bepaalt samen met de Rijksvoorlichtingsdienst het beleid rond de nationale en regionale rampenzenders • Het NVC is verantwoordelijk voor de afwikkeling van landelijke persvragen. • De inhoudelijke informatie t.b.v. het NVC is afkomstig van de betrokken departementen en de landelijke koepelorganisaties (GGD Nederland, VNG, LHV, NVZ, VAZ, LVT, etc.). • De landelijke koepelorganisaties zijn verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan de eigen professionele achterban. • De GGD’en zijn verantwoordelijk voor de persvoorlichting over de regionale aspecten van de campagne. Alle overige perscontacten worden verwezen naar de landelijke koepels of naar het NVC. • Voor een optimale inrichting van de communicatiefunctie stellen GGD’en minimaal 3 FTE’s vrij. Functionaris 1 is verantwoordelijk voor de persvoorlichting, functionaris 2 is verantwoordelijk voor de afstemming met de ketenpartners op regionaal niveau en functionaris 3 is verantwoordelijk voor de interne communicatie. • Voor een optimale inrichting van de communicatiefunctie stelt GGD Nederland minimaal 3 FTE’s vrij. Functionaris 1 is verantwoordelijk voor de persvoorlichting, functionaris 2 is verantwoordelijk voor het verzamelen van informatie en de afstemming met VWS/NVC, functionaris 3 is verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan GGD’en.
10
5.2. Strategie in de fase van planvorming (A) • In eerste instantie heeft ministerie van VWS gekozen voor een low-profile strategie. Aan alle betrokken organisaties en medewerkers is herhaaldelijk verzocht zeer terughoudend te communiceren over het draaiboek massavaccinatie pokken. Het ministerie van VWS heeft eveneens verzocht alle pers- en publiekscontacten naar het departement te verwijzen. Naar aanleiding van een persconferentie van de premier Balkenende en een brief van de directeur- generaal VWS is bovengenoemde richtlijn versoepeld. GGD’en mogen –indien gewenst- de regionale media informeren over de regionale voorbereidingen op het draaiboek massavaccinatie. Geadviseerd wordt om hierover afstemming te zoeken met de gemeenten binnen het verzorgingsgebied. Het ministerie van VWS neemt de landelijke perscontacten voor haar rekening. Deze richtlijn is via het wekelijkse digitale nieuwsbericht bekend gemaakt. 5.3. Strategie in de fase van voorbereiding op de uitvoer (B1 en B2 ) • Strategie is kwalitatief van aard. • De communicatie- inspanningen in deze fase leggen het fundament voor de communicatie-inspanningen tijdens de fase van uitvoering. Gedoseerde, objectieve en inhoudelijk juiste informatie zorgt ervoor dat het onderwerp infectieziektebestrijding in het algemeen breder bekend wordt bij de doelgroepen. Juist in deze fase is het belangrijk om te communiceren over infectieziektebestrijding en de (papieren) voorbereidingen op een eventuele vaccinatiecampagne pokken, nu de doelgroepen deze informatie los van eventuele latere persoonlijke emoties percipiëren. Los van de paniek en onrust die tijdens de fase van uitvoering te verwachten zijn. • De communicatie is informatief (gericht op kennisvermeerdering) en educatief (gericht op vorming) van aard. 5.4. Strategie in de fase van uitvoer (C) • De fase van uitvoer vraagt om een kwantitatieve aanpak van de communicatie: zoveel mogelijk informatie met dezelfde tone of voice beschikbaar stellen aan de doelgroepen via zoveel mogelijk kanalen. De autoriteitswaarde van de zender bepaalt de verantwoordelijkheid in de keuze van de afzender en de boodschappen. De toon van de informatie is instructief van aard (gebiedende wijs). De communicatie is participatief van aard: met alle partners die bij de uitvoering betrokken zijn: met elkaar werken aan hetzelfde doel. • De communicatie is persuasief (gericht op overreding) van aard. 5.5. Strategie in de fase van nazorg (D) • Tijdens de fase van nazorg is communicatie gericht op het markeren van de voorbije periode. Terug naar de situatie voor de vaccinatiecampagne. De te kiezen strategie in deze fase is uiteraard sterk afhankelijk van het verloop van de vaccinatiecampagne.
11
Hoofdstuk 6: Communicatieboodschappen De inhoud van de boodschap per doelgroep wordt uitgewerkt bij de communicatiemiddelen. 6.1. Algemene communicatieboodschappen2 • Blijft u rustig en volg de instructies • Voorkom paniek • Werk zoveel mogelijk mee aan de vaccinatiecampagne 6.2. Boodschappen in de fase van planvorming (A) • Belang van communicatie in de toekomst onderkennen 6.3. Boodschappen in de fase van voorbereiding op de uitvoer (B1 en B2) • Eén van de taken van GGD’en is de bestrijding van infectieziekten. • Er zijn ‘schijnbaar niet meer bestaande infectieziekten’. • Nederland bereidt zich in alle rust goed voor op een mogelijk brioterroristische aanval. • De GGD’en werken samen aan de voorbereiding van een draaiboek massavaccinatie pokken. • Uitleg van de werkwijze tijdens de uitvoering van de vaccinatiecampagne. Toon: geruststellend, zeker niet bagatelliserend: ‘we werken eraan, we bereiden ons voor, misschien komt het nooit tot uitvoering, maar we mogen niets uitsluiten’. 6.4. Boodschappen tijdens de fase van uitvoering (C) • We weten wat we moeten doen. We zijn goed voorbereid • Nederland is goed voorbereid • Hulpverleners weten wat zij moeten doen • Werk zoveel mogelijk mee aan de vaccinatiecampagne • Boodschap slogan • Nog 4, 3, 2 of 1 dag en Nederland is gevaccineerd 6.5. Boodschappen in de fase van nazorg (D) • Opvang praktisch/ emotioneel (rouwverwerking, traumaverwerking) • De dreiging is voorbij • Van deze periode moeten we leren • Deze periode mogen we niet vergeten: herdenken en vastleggen is belangrijk
2
Het is essentieel dat deze boodschappen zijn afgestemd op de boodschappen vanuit het Nationaal Voorlichtings Centrum. Deze informatie is momenteel niet beschikbaar.
12
Hoofdstuk 7: Communicatiemiddelen Uitgangspunt bij de uitwerking van de communicatiemiddelen is dat wat landelijk kan worden, ook landelijk gedaan moet worden. Reden hiervoor is om de regio’s zoveel mogelijk te ontlasten van communicatie-activiteiten en daarnaast biedt het voordelen de communicatie zoveel mogelijk centraal te orkestreren. In de bijlage van dit plan is de nadere uitwerking van de communicatiemiddelen beschreven aan de hand van de volgende vaste punten: • Soort informatie • Beschrijving inhoud • Oplage • Wijze van verspreiding • Verantwoordelijkheid productie • Overige informatie • Wanneer gereed • Te verwachten productietijd na opdracht 7.1. Mate van uitwerking en timing • Momenteel is er geen actuele aanleiding om de vaccinatiecampagne uit te voeren. Het is daarom nu niet zinvol en niet kostenefficiënt de communicatiemiddelen daadwerkelijk te produceren. • Gezien het grote belang van uniforme, landelijke communicatiemiddelen en de veelal lange productietijd is het aan te raden een aantal basale middelen nu al te ontwikkelen. Deze middelen zijn in het overzicht van communicatiemiddelen met een * aangeme rkt en staan in de schematische samenvatting van dit plan bij fase A vermeld. Een aantal middelen kan ook in het kader van ringvaccinatie in een kleinere oplage worden geproduceerd. • De inhoud van alle overige middelen kan in de vorm van halffabrikaten, scripts etc. worden voorbereid, zodat de stap naar uiteindelijke productie zo klein mogelijk is. De financier is verantwoordelijk voor de keuze om producten wel of niet te (laten) realiseren. 7.2. Bronnen van informatie De inhoudelijke input voor de uitwerking van de communicatiemiddelen is afkomstig van deskundigen vanuit onder andere de volgende organisaties: • ministerie van VWS • ministerie van BZK • GGD Nederland • Raad van RGF’en • LCI • RIVM • IGZ Adviezen Het advies is om alle landelijke communicatiemiddelen inhoudelijk te laten toetsen door Stichting Impact, het Landelijk Kenniscentrum Psychosociale Zorg na Rampen. Doel hiervan is reductie van het aantal personen dat een beroep doet op de psychosociale zorg.
13
Doelgroep Alle
Communicatiemiddel 1. Huisstijl en slogan *
Doelgroep
Communicatiemiddel 2. Landelijke website * 3. Landelijk callcenter 4. Landelijke folder over pokken* 5. Landelijke folder over de vaccinatie* 6. Landelijke folders voor niet gevaccineerden 7. Landelijke folder voor na vaccinatie (bijwerkingen)* 8. Tv spot 9. Radio spot 10. Teletekst 11. Nationale tv zender 12. Nationale radiozender 13. Landelijke advertenties
Wanneer gereed Fase A/B1 Fase B1/B2 Fase A/B1
Productie VWS VWS VWS
Fase A/B1
VWS/ GGD NL
Fase B2
VWS/ GGD NL
Fase A/B1
VWS/ GGD NL
Fase B2 Fase B2 Fase B2 Fase B2 Fase B2 Fase B2
14. Landelijke oproep 15. Landelijk informed consent en triage formulier* 16. Landelijk vaccinatiebewijs* 17. Dagboek registratie milde bijwerkingen 18. Video/dvd voor op locatie 19. Instructieposters voor op locatie 20. Vlaggen voor op locatie
Fase B1 Fase B1
VWS/ GGD NL VWS/ GGD NL VWS/ GGD NL VWS / NVC VWS/ NVC VWS / GGD NL/ GGD’en en GHOR VWS/GGD NL LCI
Fase B1 Fase B1/B2
GGD NL IGZ
Fase B1 Fase B2
GGD NL GGD NL
Fase B2
GGD NL
Wanneer gereed Fase B1 Fase B1 Fase B1
Productie VWS / IGZ VWS/ IGZ VWS/ GGD NL
Fase B2
VWS/ IGZ
Fase B2
VWS/ IGZ
Fase B2 Fase B2
VWS/ GGD NL VWS/ IGZ/ LCI
Fase A/B1 Fase B2
VWS/ LCI GGD NL
De burgers
Doelgroep
Communicatiemiddel 21. Landelijk callcenter 22. Landelijke website 23. Video- instructie voor vrijwilligers voor op locatie* 24. e-mail bestand Professionals, professionals hulpverleners 25. Brief met informatie over bijwerkingen 26. Brief met instructies 27. Landelijk protocol behandeling 28. Q&A voor professionals 29. Campagne badges en tshirts voor op locatie
Wanneer gereed Fase A
Productie VWS/NVC
14
Doelgroep
De media
Communicatiemiddel 30. Persconferentie, persbriefing 31. Persberichten over landelijke aspecten campagne* 32. Internet (publiekssite) 33. Redactionele artikelen 34. Q&A via publiekswebsite
Wanneer gereed Fase B/C
Productie VWS/ NCC/ NVC
Fase B/C/D
35. factsheets
Fase B1
VWS/GGD NL/ GGD’en/ GHOR VWS/ GGD NL VWS/ GGD NL VWS/ GGD NL/ GGD’en/ GHOR VWS/ GGD NL/ GGD’en/ GHOR
Fase A/B/C/D Fase B1 Fase B1
Box 2: informatievoorziening aan burgers Informatieset per adres: 1. oproepschema 2. oproepbrief 3. folder over pokken 4. folder over de vaccinatie 5. triage formulier Informatieset op vaccinatielocatie: 6. informed consent formulier 7. vaccinatiebewijs 8. folder over bijwerkingen 9. indien relevant: folder voor niet gevaccineerden
Box 3: vertalingen De meest basale informatie voor het algemene publiek (teksten folders, teksten website, triage en informed consent formulier) zal in onderstaande tien talen worden vertaald door een beëdigd vertaalbureau: Talen • Engels • Frans • Spaans • Turks • Arabisch • Somalisch • Farsi • Servisch • Kroatisch • Portugees Om de kwaliteit van de vertalingen te waarborgen is het verstandig de vertalingen ‘terug te vertalen’ naar het Nederlands. Ook is het belangrijk om bij de vertalingen duidelijk (in het Nederlands) aan te geven welke taal het betreft. Hiermee wordt voorkomen dat bij het gebruik van de teksten niet meer te achterhalen is om welke taalversie het gaat.
15
Bijlage 1: Gebruikte afkortingen AZN EHBO GGD GGD NL GHOR IGZ LCI LHV LVT NCC NHG NIGZ NIZW NRK NVC NVZ RIVM RGF VAZ VNG VWS
Ambulancezorg Nederland Eerste Hulp bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijke gezondheidsdienst GGD Nederland Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Inspectie voor de Gezondheidszorg Landelijk Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Landelijke Huisartsen Vereniging Landelijke Vereniging voor Thuiszorg Nationaal Crisis en Commandocentrum Nederlands Huisartsen Genootschap Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn Nederland Rode Kruis Nationaal VoorlichtingsCentrum Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Regionaal Geneeskundig Functionaris Vereniging voor Academische Ziekenhuizen Vereniging Nederlandse Gemeenten Volksgezondheid, Welzijn en Sport
16
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03
Bijlage A: Uitwerking communicatiemiddelen
Werkwijze : Voor de beschrijving van de uitwerking van de communicatiemiddelen: Sta met de cursus op het onderwerp, druk op ‘ctrl’ en klik met de muis.
Middelen gericht op publiek................................................................................................ 2 1. Huisstijl en slogan................................................................................................................. 2 2. Landelijke website ................................................................................................................ 3 3. Landelijke callcenter............................................................................................................ 4 4. Landelijke folder over pokken............................................................................................ 6 5. Landelijke folder over de vaccinatie................................................................................... 7 6. Landelijke folders voor niet-gevaccineerden..................................................................... 8 7. Landelijke folder voor na de vaccinatie ............................................................................. 9 8. TV Spot................................................................................................................................ 10 9. Radio spot............................................................................................................................ 11 10. Teletekst............................................................................................................................ 12 11. Nationale TV zender ........................................................................................................ 13 12. Nationale radio zender..................................................................................................... 14 13. Landelijke advertenties.................................................................................................... 15 14. Landelijke oproep ............................................................................................................ 16 15. Landelijk informed consent en triage formulier........................................................... 17 16. Landelijk vaccinatiebewijs .............................................................................................. 18 17. Dagboek registratie milde bijwerkingen........................................................................ 19 18. Video/ DVD voor op locatie ............................................................................................. 20 19. Instructieposters voor op locatie ..................................................................................... 21 Middelen gericht op professionals en hulpverleners ....................................................... 23 21. Landelijk callcenter.......................................................................................................... 23 22. Landelijk website.............................................................................................................. 24 23. Video instructie voor vrijwilligers voor op locatie ........................................................ 25 24. E-mail bestand.................................................................................................................. 26 25. Brief met informatie over bijwerkingen......................................................................... 27 26. Brief met instructies......................................................................................................... 28 27. Landelijk protocol behandeling ...................................................................................... 29 28. Q&A’s voor professionals................................................................................................ 30 29. Campagne badges en t-shirts voor op vaccinatielocaties.............................................. 31 Middelen gericht op de media ........................................................................................... 32 30. Persconferentie, persbriefing ......................................................................................... 32 31. Persberichten over landelijke aspecten campagne ........................................................ 33 32. Internet.............................................................................................................................. 34 33. Redactionele artikelen...................................................................................................... 35 34. Q&A’s................................................................................................................................ 36 35. Factsheets .......................................................................................................................... 37
Pagina 1 van 37
1
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03
Middelen gericht op publiek 1. Huisstijl en slogan Soort informatie Beschrijving inhoud
Het karakter en de grootschaligheid van de vaccinatiecampagne vragen om een helder en breed toe te passen huisstijl en slogan. Een huisstijl en slogan die de herkenbaarheid van en de betrokkenheid bij de landelijke vaccinatiecampagne vergroten bij de diverse doelgroepen. Die de uitvoering van de vaccinatiecampagne ondersteunen. De introductie van de huisstijl zou low profile kunnen plaatsvinden tijdens de fase van voorbereiding (B) en proactief tijdens de fase van uitvoering (C). Het verdient aanbeveling de huisstijl en het logo bij de doelgroepen te pretesten.
Oplage Wijze van verspreiding
1 Op cd rom naar GGD’en Toepassingen huisstijl en slogan: - alle foldermateriaal - badges medewerkers - formulieren - locatie-aanduidingen - persberichten - website - etc.
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
VWS / NVC • • • • • • • • •
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 2 van 37
herkenbaar/ onderscheidend breed toepasbaar (ook voor evt. andere infectieziekten) in kleur en zwart-wit krachtig ook gekopieerd visueel sterk sterke afzenders focus op eindresultaat, samenwerking, nationaal karakter woord ‘pokken’ niet in slogan geen verwijzing naar bedreiging of ziekte goed te combineren met logo’s andere afzenders van informatie (VWS, BZK, GGD Nederland, GHOR, etc.)
Fase A 4 weken (briefing, ontwerp, pretest, reproductie)
2
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 2. Landelijke website Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Achtergrondinformatie, sturingsinformatie - algemene informatie, hoe en waarom van de vaccinatiecampagne, Q&A’s, alle informatie uit de landelijke folders, persberichten, bijzondere groepen, niet-gevaccineerden, bijwerkingen, factsheets etc. – verwijzen naar landelijk telefoonnummer/informatienummer – verwijzen naar Postbus 51 - applicatie om via invoer van de postcode de vaccinatietabel op te vragen 1 Internet VWS -
-
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 3 van 37
Dagelijkse updates Scripts ter beschikking stellen van (regionale) callcentra 24/7 bemanning webredactie eenvoudig woordgebruik heldere navigatiestructuur conform huisstijl pokkenvaccinatie technische mogelijkheden: aantal bezoekers (het voorkomen van de mogelijkheid dat de website onbereikbaar wordt door het grote aantal bezoekers). Regionale websites nemen verwijzing op/doorklikmogelijkheid op naar deze site
Fase A/B1 2 weken (gebruik makend van structuur site meningokokkencampagne)
3
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 3. Landelijke callcenter Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Achtergrondinformatie, sturingsinformatie, service Gesproken informatie via voice dialling, beantwoorden van vragen publiek aan de hand van één landelijk script. Eén landelijk callcenter voor de landelijke vragen en de regiospecifieke vragen n.v.t. VWS -
gratis informatie 24/7 gesproken informatie met mogelijkheid tot persoonlijk contact. - Dagelijks update scripts - Mogelijkheid onderzoeken van één nummer, doorschakelen naar regio callcenter met landelijk script. Fase B1/B2 8 weken
Voorstel werkwijze callcenter Wilt u algemene informatie over de vaccinatie tegen pokken? A Eén landelijk, gratis telefoonnummer Wilt u informatie over de vaccinatie in uw regio? Toetst uw postcode
Vragen over pokkenvaccinatie: toets 1 = doorsturen naar A
Pagina 4 van 37
Persoonlijk contact:
informatievoorziening op basis van een landelijk geproduceerd en continu te actualiseren telefoonscript
Aanlevering van de regiospecifieke informatie door GGD’en Eén contactpersoon voor updates
B Telefooncentrale GGD
Overige vragen: toets 2 = doorsturen naar telefoniste GGD
Keuzemenu van ingesproken algemene informatie over pokken, één optie is persoonlijk contact
Reguliere inrichting telefooncentrale GGD Vragen over pokken doorsturen
Uitvoering door centraal aangestuurde landelijke organisatie met vestigingen voor regionale informatie
4
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03
Advies Het verdient aanbeveling een grote callcenterorganisatie de opdracht te geven om een gedetailleerd plan van aanpak te maken om bovengenoemde structuur te toetsen op haalbaarheid en voorbereidingen te treffen. Het is onmogelijk dat één organisatie de telefooncontacten verwerkt. Daarom is het nodig te werken met een groot aantal samenwerkende callcentra (commerciële en de callcentra van grote organisaties als KPN en financiële instellingen). Speciale aandacht hierbij is nodig voor: • de gangbare systematiek voor wat betreft de updates van scripts en de gebruikte software. • de capaciteit van het telefoonnet (OOV-aspect) • de huidige samenwerking van GGD’en met callcentra • de expertise van Postbus 51 op dit gebied • de snelheid van opschaling Organisaties die eveneens veel telefonische vragen van publiek kunnen verwachten (zoals gemeenten, ziekenhuizen), zouden ook bovenstaande werkwijze kunnen hanteren.
Pagina 5 van 37
5
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 4. Landelijke folder over pokken Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 6 van 37
Informatief, achtergrond Antwoorden op alle algemene vragen over pokken. 10 miljoen Op huisadres binnen informatieset + via postkantoren, bibliotheken, huisarts, ziekenhuizen, GGD, scholen, Postbus 51, 'download' via website. VWS -
foto’s en illustraties uitgevoerd in braille meerdere talen
Fase A/B1 (tekst + foto's + illustraties in fase A beschikbaar) 6 weken (briefing, schrijven, 2 correctieronden, pretesten, vormgeven en drukken)
6
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 5. Landelijke folder over de vaccinatie Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 7 van 37
Gericht op kennisvermeerdering, positieve houding t.a.v. vaccinatiecampagne. Hoe verloopt de vaccinatie? Wat kan ik verwachten? Waar kan ik terecht met vragen? Wie mag niet worden gevaccineerd en waarom niet? Wat moet ik voorafgaand aan de vaccinatie weten? Andere maatregelen dan vaccineren: waarom controle na 18 dagen, waarom quarantaine, etc. 16 miljoen Op huisadres binnen informatieset + via postkantoren, bibliotheken, huisarts, ziekenhuizen, GGD, scholen, Postbus 51, 'download' via website. VWS/ GGD Nederland - instructieve informatie - veel foto’s en illustraties Fase A/B1 (tekst + foto's + illustraties in fase A beschikbaar) 6 weken (briefing, schrijven, 2 correctieronden, pretesten, vormgeven en drukken)
7
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 6. Landelijke folders voor niet-gevaccineerde n Soort informatie Beschrijving inhoud
Achtergrondinformatie, sturingsinformatie Eén folder per contra-indicatie! - Consequenties van niet- vaccineren. - Antwoorden op vragen. - wat kunnen of moeten zij zelf doen om niet ziek te worden? - Handelingsperspectief! - Wat mag ik wel en wat mag ik niet? - Hoe moet ik omgaan met mensen die gevaccineerd zijn? - Waar moet ik op letten?
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Nader te bepalen (schatting LCI) Via vaccinatielocaties, GGD, huisartsen, apotheken, website. VWS/ GGD Nederland
Pagina 8 van 37
Meerdere talen Fase B2 (tekst + foto's + illustraties in fase A beschikbaar) 6 weken (briefing, schrijven, 2 correctie ronden, pretesten, vormgeven en drukken)
8
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 7. Landelijke folder voor na de vaccinatie Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 9 van 37
Kennisoverdracht, bieden handelingsperspectief, verwijsinformatie Bijwerkingen, wat is normaal en wat niet? Waar kan ik terecht met vragen? 14 miljoen Op de vaccinatielocaties verspreiden. Ook beschikbaar stellen via huisarts, ziekenhuizen, GGD en website. VWS - foto’s en illustraties van wonden, verbandmiddelen. Wat is normaal, wanneer moet ik naar de dokter? A/B1 (tekst + foto's + illustraties in fase A beschikbaar) 6 weken (briefing, schrijven, 2 correctieronden, pretesten, vormgeven en drukken)
9
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 8. TV Spot Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 10 van 37
Instructie en verwijsinformatie Hoe verloopt de vaccinatiecampagne? Wat kan ik verwachten? Landelijk telefoonnummer, website, etc 500 Aanbieden aan landelijk en regionale televisiestations, huisartsenpraktijken, ziekenhuizen, GGD’en. Werkwijze NVC volgen. VWS/ GGD Nederland -
Duur maximaal 10 minuten Niveau: Mavo 3 Meerdere talen/ondertiteld Spot kan ook op vaccinatielocaties vertoond worden Spot op videoband zetten voor vertoning in wachtruimtes huisartsen, ziekenhuizen, GGD.
Fase A: script gereed. Uitvoering: fase B2 5 weken (conceptontwikkeling, pretest, productie)
10
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 9. Radio spot Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 11 van 37
Instructie en informatie Verwijzing naar site, uitgiftepunt schriftelijke informatie, landelijk callcenter. 100 Landelijke radiozenders, regionale radiozenders VWS/ GGD Nederland -
Dwingend appel op medewerking Spot als ‘stopper’aanbieden Mogelijkheid bekijken om landelijk zendtijd in te kopen
Fase B2 (Fase A, net als TV spot script gereed) 3 weken (conceptontwikkeling, pretest, productie)
11
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 10. Teletekst Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkhe id productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 12 van 37
Praktische instructie en verwijsinformatie - hoe werkt de vaccinatiecampagne? Waar kan ik terecht met mijn vragen. Aantal pagina ’s tekst Informatie per mail aanbieden Teletekstpagina’s achter landelijke omroepen (NL 1/2/3), commerciële omroepen, regionale omroepen Werkwijze NVC volgen. VWS/ GGD Nederland -
verwijzing naar andere middelen verwijzing naar teletekst regionale media max. 4 pagina’s tekst omdat het anders te lang duurt (wachttijd 8 sec. per pagina) Fase B2 1 week (procedure informatievoorziening, ordening)
12
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 11. Nationale TV zender Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 13 van 37
Informatief, opiniërend, achtergrondinformatie - waarom vaccinatie, belang van deelname aan vaccinatie - hoe verloopt de vaccinatiecampagne? - verwijzing naar website en landelijk telefoonnummer Via free publicity zoveel mogelijk aandacht genereren (naast evt. inkopen zendtijd voor TV spot) Via nationale TV zender. Werkwijze NVC volgen. VWS / NVC Gekoppeld aan het inkopen van zendtijd voor de TV spot proberen extra aandacht/tijd te krijgen d.m.v. free publicity Fase B2/ C Te bepalen door NVC, gekoppeld aan opgeschaalde structuur
13
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 12. Nationale radio zender Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 14 van 37
Informatie, opiniërend, achtergrondinformatie - waarom vaccinatie, belang van deelname aan vaccinatie - hoe werkt de vaccinatiecampagne? - verwijzing naar website en landelijk telefoonnummer Via free publicity zoveel mogelijk aandacht genereren (naast evt. inkopen zendtijd voor radiospots) Via nationale radio zender. Werkwijze NVC volgen. VWS / NVC Gekoppeld aan het inkopen van zendtijd voor de TV spot proberen extra aandacht/tijd te krijgen d.m.v. free publicity Fase B2/ C Te bepalen door NVC, gekoppeld aan opgeschaalde structuur
14
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 13. Landelijke advertenties Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage
Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 15 van 37
Sturingsinformatie, verwijsinformatie, instructie - Zo werkt de vaccinatie - Waar kunt u meer informatie krijgen - Landelijk telefoonnummer - verwijzing naar website Afhankelijk van de voorbereidingstijd: - Weinig voorbereidingstijd (tot 1 week): dagelijks een advertentie tot aan de vaccinatie - Langere voorbereidingstijd: 2 keer per week advertentie tot aan de vaccinatiedagen Landelijke en regionale dagbladen (Informatie per mail naar mediabureau. Dat bureau draagt zorg voor plaatsing in landelijke en regionale dagbladen). VWS - conform huisstijl pokkenvaccinatie - landelijk telefoonnummer, website, etc Fase B2 (Fase A: platte tekst gereed) 2 weken (verzamelen relevante informatie, pretesten, vormgeving, plaatsing)
15
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 14. Landelijke oproep Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Instructie, oproepschema (tabel) + brief - Datum, tijdstip, locatie voor vaccinatie. - Procedure en gang van zaken - Wat moet u verder nog meenemen - Evt. persoonlijke gegevens 16 miljoen Conform draaiboek op huisadres binnen informatieset VWS/GGD Nederland Zie voor werkwijze draaiboek oproepsystematiek Fase B1 (Fase A: platte tekst gereed) 3 weken (inhoud vaststellen, pretesten, vormgeven, drukken)
Voorstel tekst voor brief bij oproepschema Dit is de oproep voor vaccinatie tegen pokken. Leest u onderstaande informatie zorgvuldig door. Geef deze informatie door aan alle bewoners van dit adres. LOGO GGD/GEMEENTE
LOGO CAMPAGNE
Aan alle bewoners van dit adres Alle mensen in Nederland krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen pokken. Dit is uw oproep voor de vaccinatie en voor de overige bewoners van dit adres. Leest u deze brief aandachtig door en bewaar de informatie zorgvuldig. In onderstaande tabel kunt u zien waar en wanneer u wordt gevaccineerd tegen pokken. Het is belangrijk dat u op het aangegeven tijdstip op de juiste locatie aanwezig bent. De vaccinatie tegen pokken is gratis. Vaccinatie is niet verplicht, maar wij raden dringend aan de vaccinatie te halen. De vaccinatie beschermt u tegen pokken. In bijgevoegde folder kunt u lezen wat pokken is. Ook kunt lezen hoe de vaccinatie precies werkt. Sommige mensen mogen vanwege gezondheidsredenen niet worden gevaccineerd. In de folder kunt u lezen om wie het precies gaat. Lees alle informatie in de folder aandachtig door. Meer informatie Heeft u nog vragen over het oproepschema of over pokkenvaccinatie, dan kunt u bellen met de gratis pokken informatie lijn: 0800-….. Ook kunt u kijken op de volgende website: www.. Adres en routebeschrijving locaties Locatie X……… Locatie Y…………
Pagina 16 van 37
16
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 15. Landelijk informed consent en triage formulier Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 17 van 37
Instructie - Informatie over pokken/vaccinatie gelezen/gehoord en begrepen - Duidelijk maken dat vaccin niet geregistreerd is. - Naar waarheid invullen => en dus instemmen met vaccinatie - Persoonlijke gegevens 16 miljoen Informed consent: uitreiken bij binnenkomst vaccinatieruimte Triage formulier: in informatieset op huisadres LCI: àzie voor voorlopige uitwerking Hoofdstuk oproep en registratie van het draaiboek. Zijn er nog vragen na video en informed consent, dan is er nog de mogelijkheid om een deskundige te raadplegen. Fase B1 (Fase A: platte tekst gereed) 3 weken (inhoud vaststellen, pretesten, vormgeven, drukken)
17
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 16. Landelijk vaccinatiebewijs Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 18 van 37
Instructie Bewijs van vaccinatie 16 miljoen Via GGD’en naar vaccinatielocaties. Uitreiken bij verlaten vaccinatieruimte. GGD Nederland à Zie ook hoofdstuk oproep en registratie draaiboek - Het vaccinatiebewijs ontvangt men bij de uitgang. - De vaccinatiebewijzen zijn al ingevuld/gestempeld - Vaccinatiebewijzen achter slot en grendel bewaren om te voorkomen dat mensen onterecht een vaccinatiebewijs kunnen bemachtigen Fase B1 (Fase A: platte tekst gereed) 3 weken (inhoud vaststellen, pretesten, vormgeven, drukken)
18
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 17. Dagboek registratie milde bijwerkingen Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 19 van 37
Informatie Bijwerkingen die gevaccineerden ervaren 160.000 (als bij 1 op de 100 gevaccineerden de bijwerkingen geregistreerd worden) Via GGD’en naar vaccinatielocaties. Uitreiken gelijk met de brochure voor na de vaccinatie. IGZ Format aan te leveren door IGZ Eenvoudig in te vullen door gevaccineerde Makkelijk te coderen voor onderzoek Fase B1/B2 6 weken (briefing, schrijven, 2 correctieronden, pretesten, vormgeven en drukken)
19
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 18. Video/ DVD voor op locatie Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 20 van 37
Instructie, kennisoverdracht Informatie over vaccin, contra- indicaties, wijze van selectie vanwege contra- indicaties, groepsimmuniteit, secundaire besmettingen (voorkomen), controle of vaccin is aangeslagen, wat te doen bij bijwerkingen 1500 Via GGD’en naar vaccinatielocaties. Vertonen in ruimte voordat de vaccinatie plaatsvindt. GGD Nederland -
maximaal 10 minuten krijgt men direct bij aankomst op vaccinatielocatie te zien - diverse talen en ondertiteld - werken met pictogrammen, makkelijk taalgebruik, heldere beelden Fase B1 (script gereed in fase A) 8 weken (inhoud vaststellen, opnamen, pretesten, productie)
20
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 19. Instructieposters voor op locatie Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informa tie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 21 van 37
Instructie Weergave praktische handelingen: wat kan ik verwachten. Aantal afhankelijk van vaccinatielocatie small/ medium /large Via GGD’en naar vaccinatielocaties. Worden opgehangen in ontvangstruimtes en vaccinatieruimte GGD Nederland -
foto’s duidelijk leesbaar conform huisstijl campagne
Fase B2 4 weken (inhoud vaststellen, pretesten, vormgeving, productie)
21
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 20. Vlaggen voor op locatie Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 22 van 37
Verwijsinformatie Conform huisstijl pokkenvaccinatie 2 per vaccinatielocatie Via GGD’en naar vaccinatielocaties. Ophangen buiten het gebouw en in de vaccinatieruimte. GGD Nederland Indien geen mast aanwezig, bevestigingsmateriaal meenemen. Fase B2 3 weken
22
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03
Middelen gericht op professionals en hulpverleners 21. Landelijk callcenter Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 23 van 37
Achtergrondinformatie, sturinginformatie Inhoudelijke achtergrond informatie voor artsen, verpleegkundigen en andere (para)medici. 1 Beroepsgroepen via koepelorganisaties informeren over dit informatienummer voor hulpverleners. VWS/ IGZ Nummer goed communiceren naar professionals en hulpverleners Dagelijks updates van Q&A, nieuwste informatie over vaccinatie, vaccin, bijwerkingen etc. Fase B1 8 weken
23
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 22. Landelijk website Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 24 van 37
Achtergrondinformatie Informatie op 2 niveaus’s: beleidstechnisch en medisch inhoudelijk. Daarnaast algemene informatie, hoe en waarom van de vaccinatiecampagne, Q&A, alle informatie uit de folders, persberichten, bijzondere groepen, nietgevaccineerden, bijwerkingen, 1 Internet VWS/ IGZ -
Dagelijkse updates 24/7 bemanning webredactie eenvoudig woordgebruik heldere navigatiestructuur conform huisstijl pokkenvaccinatie - evt. ontwikkelen als gesloten domein van de publiekswebsite. Hulpverleners en professionals kunnen dan via een wachtwoord specifieke informatie bezoeken. Fase B1 2 weken
24
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 23. Video instructie voor vrijwilligers voor op locatie Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 25 van 37
Instructie Via beeld en geluid handelingen voor het uitvoeren van de vaccinatie weergeven. 1000 Via GGD NL naar GGD’en VWS/GGD NL - helder en eenduidig - max. 15 minuten Fase B1 8 weken (inhoud vaststellen, pretesten, productie)
25
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 24. E-mail bestand Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 26 van 37
Informatie, actualiteit - laat je leiden door professionaliteit en niet door emoties! - laatste stand van zaken - actuele ontwikkelingen, informatie, Q&A Via mailinglist kunnen professionals/hulpverleners zich aanmelden hiervoor. Via e- mail VWS /IGZ Indien nodig dagelijks laatste informatie mailen. Actueel blijven Fase B2 1 week (adressen verzamelen, boodschappen vaststellen en afstemmen)
26
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 25. Brief met informatie over bijwerkingen Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding
Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 27 van 37
Instructie, informatie Wat zijn de mogelijke bijwerkingen? Hoe te handelen bij bijwerkingen/ Waar bijwerkingen registreren i.c. melden? Bijwerkingenformulier wordt meegestuurd. 5000 Via koepelorganisaties van huisartsen (LHV), KNMG, verenigingen van medisch specialisten, LVT, GGD Ned etc. verspreiden naar leden i.c. medewerkers. VWS/ IGZ Indien mogelijk ruim voor de daadwerkelijke vaccinatie verspreiden, in ieder geval z.s.m. nadat bekend is dat er gevaccineerd gaat worden. Fase B (opzet brief in fase A) 1 week (adressen verzamelen, inhoud vaststellen, productie en verspreiding)
27
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 26. Brief met instructies Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed
Pagina 28 van 37
Instructie 5000 (?) Via koepelorganisaties naar leden i.c. medewerkers VWS/ GGD NL
Fase B2
28
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 27. Landelijk protocol behandeling Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed
Pagina 29 van 37
Instructie Hoe te handelen bij (verdenking van) pokken. 5000 (?) Via koepelorganisaties naar leden i.c. medewerkers VWS/ IGZ/ LCI
Fase B2
29
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 28. Q&A’s voor professionals Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 30 van 37
Informatie, actualiteit Overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden 1 Via website (evt. gesloten domein), e-mail, brief met instructies. VWS/ LCI De Q&A lijst moet dagelijks geactualiseerd kunnen worden. Fase A/ B1 1 week
30
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 29. Campagne badges en t-shirts voor op vaccinatielocaties Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 31 van 37
Herkenbaarheid vergroten Naam en functie (badge), logo campagne (badge en t-shirt) - t-shirt (katoen, wasbaar, dun, lange mouw) Vast te stellen na inventarisatie aantal medewerkers per dag per locatie. Via GGD’en naar betrokkenen GGD NL Mogelijkheid om naam en functie in te vullen (badge). Fase B 2 weken (badge), 4 weken t-shirts
31
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03
Middelen gericht op de media 30. Persconferentie, persbriefing Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 32 van 37
(Achtergrond)informatie, sturingsinformatie Belangrijke momenten voorafgaand/tijdens/na afloop van de vaccinatiecampagne worden bekend gemaakt worden via persconferenties. Dit kan zowel op landelijk als regionaal niveau. Belangrijk is om boodschappen af te stemmen. Op locatie via persbericht, via e-mail of website VWS/ NCC/ NVC De verstrekte informatie is verkrijgbaar via toelichting op het persbericht dat op de persconferentie wordt uitgereikt. Het persbericht is vervolgens via e-mail of website te verkrijgen. Fase B/ C 1 dag (aankondigen, uitnodigen)
32
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 31. Persberichten over landelijke aspecten campagne Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 33 van 37
Informatief en sturingsinformatie Belangrijke momenten voorafgaand/tijdens/na afloop van de vaccinatiecampagne bekendmaken via persbericht. In ieder geval volgt een persbericht een eerder gehouden persbijeenkomst op. Via e- mail of website VWS/ GGD NL/ GGD’en en GHOR Het uitdoen van persberichten kan op landelijk en/of regionaal niveau. Fase B/ C/ D 1 dag (inhoud vaststellen, akkoord inhoudelijk betrokkenen, interne verspreiding nieuws)
33
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 32. Internet Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed
Pagina 34 van 37
Achtergrondinformatie en sturingsinformatie Algemene informatie, hoe en waarom van de vaccinatiecampagne, Q&A, alle informatie uit de folders, persberichten, bijzondere groepen, niet- gevaccineerden, bijwerkingen, etc. (Landelijk telefoonnummer) 1 Internet: landelijke websites en regionale websites VWS/ GGD NL -
Dagelijkse updates 24/7 bemanning webredactie eenvoudig woordgebruik heldere navigatiestructuur conform huisstijl pokkenvaccinatie Fase A/B/C/D
34
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 33. Redactionele artikelen Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 35 van 37
Achtergrondinformatie Diverse ‘pokkengerelateerde’ onderwerpen belicht aan de hand van interviews of achtergrondinformatie Via e- mail of website VWS/ GGD Nederland Onderwerpen: geschiedenis pokken, feitelijke dreiging bioterrorisme, bestrijding pokken, etc Fase B1 (Fase A: platte tekst gereed) 2 weken (doel artikel vaststellen, woordvoerder aanwijzen, interviewen, schrijven, akkoord op tekst)
35
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 34. Q&A’s Soort informatie Beschrijving inhoud Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden
Wanneer gereed
Pagina 36 van 37
Achtergrondinformatie en sturingsinformatie Opsomming van feitelijke gegevens over pokken verwerkt aan de hand van meest gestelde vragen en antwoorden. Via e- mail of website VWS/ GGD Nederland/ GGD’en en GHOR Informatie betreft verspreiding, behandeling, waarom, symptomen, voorkomen, vaccin, bijwerkingen, wie wordt gevaccineerd, verplicht?, welke organisaties spelen welke rol, wie beslist? Fase B (Fase A: platte tekst gereed)
36
10-2 COMMUNICATIE & VOORLICHTING Uitwerking communicatiemiddelen versie 2802-03 35. Factsheets Soort informatie Beschrijving inhoud
Oplage Wijze van verspreiding Verantwoordelijkheid productie Overig informatie / randvoorwaarden Wanneer gereed Te verwachten productietijd na opdracht
Pagina 37 van 37
Achtergrondinformatie Feitelijke informatie over pokken: verspreiding, behandeling, symptomen, voorkomen, bijwerkingen, wie wordt gevaccineerd, wie beslist 1 Via e- mail of website VWS/ GGD NL/ GGD’en en GHOR Alle informatie is via website op te vragen danwel te downloaden Fase B1 (Fase A: platte tekst gereed) 1 week (inhoud verzamelen, controleren, productie en verspreiding)
37
11-1 PSHOR doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03
DOELGROEPEN PSYCHOSOCIALE ZORG MASSA POKKENVACCINATIE
HULPVERLENERS PSHOR-hulpverleners
Personeel dat vaccins toedient
BEVOLKING Algemene bevolking
Gecontraïndiceerden
Andere riscogroepen
FASE
A Planmatige voorbereiding
B Operationele Voorbereiding
Pagina 1 van 5
• Voor alle regio’s en • Zie hiernaast alle groepen: Roep het kernteam/een groep die de PSHOR voorbereidt bijeen. Zie voor aandachts punten voor dit beleids team bijlage 1.
• Zie hiernaast
• Zie hierna ast
Landelijk: Landelijk • Informatie over pokken, • Wijzen op wat men pokkenvaccin en zelf kan doen. • Regionaal: bijwerkingen • Gedegen Indien nodig bijscholing • Zeer duidelijke risicocommunicatie (noodzaak ter instructie over wat voor o Door beoordeling betrokken reacties ze kunn en gezaghebbend instellingen) verwachten van persoon Zie ook bijlage 1 punt degenen die geprikt o Via diverse media 13 worden en hoe ze o In diverse talen hierop moeten o Betrek reageren sleutelfiguren (denk aan. • Advies over wijze waarop personeel dat leerkrachten ivm kinderen) Zie ook vaccins toedient eigen bijlage 1 punt 16. hyperarousal kan verlagen in de acute fase
1
• Zie hiernaast
• Zie hiernaast
Landelijk • Uitleg: o Wie? o Waarom? o Welke risico’s lopen ze zonder / na vaccinatie o Alternatieven aanbieden: wat kan men zelf doen? o Wijzen op huisarts of behandelend arts.
Regionaal: • Identificeren van deze risicogroepen (bijv. illegalen, dak- en thuislozen, specifieke groepen allochtonen, religieuze gewetensbezwaarden, antroposofen) • Plan van aanpak om deze groepen te bereiken
Deleted: op Deleted: op gebied
11-1 PSHOR doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03
HULPVERLENERS PSHOR-hulpverleners
Personeel dat vaccins toedient
BEVOLKING Algemene bevolking
Gecontraïndiceerden
Andere riscogroepen
FASE
C Daadwerkelijke uitvoering
Pagina 2 van 5
• Dienen observerende houding in te nemen, tenzij er hulp gevraagd wordt, dan actieve en directieve houding • 1 persoon die psychosociale triage (enige diagnostische ervaring heeft) kan verrichten • Worden ondersteund door een coördinator die ook aanwe zig is. • Regelmatig contact tussen coördinator en medewerkers; leider mag niet te zeer belast zijn met overleg naar ‘buiten’. • Werkdag nabespreken • Complimenten (zie hiernaast)
• Personeel dat vaccins • Triage/wachten: toedient heeft prikken o Voorlichting dmv als hoofdtaak en mag video, niet teveel worden o mogelijkheid geven afgeleid door om vragen psychosociale individueel te zorgtaken beantwoorden • Voor het personeel dat vaccins toedient is • Prikruimte: ondersteuning in o Slachtofferhulp praktische zin eventueel aanwezig; iemand om observerend op terug te vallen aanwezig o Sticker voor • Werkdag nabespreken kinderen • Advies over de wijze o Aparte mogelijkwaarop personeel dat heden voor vaccins toedient eigen prikangstigen met hyperarousal kan meer tijd/aandacht verlagen • Complimenten. Ook • Uitgang: van gezaghebbende o Zoveel mogelijk persoon (MP, minister mensen gewoon VWS, directeur GGD) naar huis, maar ook ruimte voor koffie/ thee/ zoet/ gesprek o Ballon voor kinderen
2
• Triage: • Triage/wachten: o Apart nemen o Voorlichting dmv video o Serieus nemen o mogelijkheid geven om o Verhaal aanhoren vragen individueel te o Woede/verdriet beantwoorden laten uiten o Uitleg geven bijv. • Prikruimte: door sociaal o Slachtofferhulp verpleegkundigen of eventueel observerend spv’ers. aanwezig o Sticker voor kinderen o Aparte mogelijkheden voor prikangstigen met meer tijd/aandacht • Uitgang : o Zoveel mogelijk mensen gewoon naar huis maar ook ruimte voor koffie/ thee/ zoet/ gesprek o Ballon voor kinderen
11-1 PSHOR doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03
HULPVERLENERS PSHOR-hulpverleners
Personeel dat vaccins toedient
BEVOLKING Algemene bevolking Gecontraïndiceerden
Andere riscogroepen
FASE
D Afschaling en nazorg
• Via eigen instellingsprocedures
• Erkenning van de bijzondere inzet en prestatie via normale instellingsmogelijkheden + nazorg idem
• Een loket (denk aan IAC), waar callcentrum deel van uitmaakt • Sleutelfiguren (o.a. leerkrachten goed informeren)
• Een loket (denk aan • Via de organisaties die deze IAC), waar doelgroepen zo mogelijk wel callcentrum deel van bereiken, denk aan Leger des uitmaakt Heils, opvangcentra dak- en thuislozen, methadon• Huisarts, uitdeeladressen, behandelend arts vluchtelingenwerk, kerken (zie bijlage 1 punt 15) • Tweede kans bieden zich te laten vaccineren, kleinschaliger, dichterbij
Overig
NB In dit schema is niet opgenomen de psychosociale nazorg aan zieken, mensen die littekens (of verminkingen?) overhouden na de ziekte en nabestaanden van overledenen. Afhankelijk van de inschatting van de aantallen en de verwachte spreiding (of juist niet) over het land besluiten of nazorg via doorverwijzing van huis- of behandelend arts kan verlopen. Experts voor psychosociale hulp in verband met littekens vanuit het brandwondencircuit. Voor het berekenen van de in te zetten capaciteit voor de psychosociale na zorg in fase D dient hiermee uiteraard wel rekening gehouden te worden. Daarbij zal gerekend moeten worden met percentages zieken/complicaties, zoals vermeld in de factsheets in dit draaiboek. Per regio kan zo bekeken worden of er voldoende PSHOR -inzet te bieden is in de nazorg voor deze groep op langere termijn. Ziekenhuizen zullen zelf de psychosociale zorg op zich nemen voor hun patiënten. Zij kunnen een beroep doen op de RGF wanneer zij over onvoldoende capaciteit beschikken.
Pagina 3 van 5
3
11-1 PSHOR doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03 Bijlage 1. Aandachtspunten voor het kernteam/beleidsteam PSHOR 1. Laat u goed informeren over de feiten rond pokken en massa vaccinatie en draag deze feiten uit. 2. Gebruik en actualiseer procesplan 24 uit uw regio, of gebruik het landelijke conceptmodelprocesplan PSHOR dat eind februari 2003 aan het GHOR bureau in de regio is toegestuurd. 3. Als ondersteunende informatie kan de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele Prestaties (bij de GHOR -bureaus aanwezig of op te vragen via het Ministerie van BZK of het Nederlands Instituut Voor Urgentiegeneeskunde (020-4444202, PB 7057, 1007 MB Amsterdam). 4. Betrek de ketenpartners: GGZ, AMW, BSH, GGD en vraag eventueel ondersteuning van vrijwilligers; realiseer u dat deze mensen mogelijk ook al door andere hulpdiensten zijn gevraagd voor extra inzet. Afstemming hieromtrent kan verlopen in het regionale I & V- team. 5. In sommige regio’s is het aan te bevelen in een vroegtijdig stadium religieuze sleutelfiguren bij de voorbereidingen te betrekken om te bevorderen dat eventuele religieuze bezwaren besproken kunnen worden. 6. Per priklocatie (small) naast een PSHOR -locatiemanager voor met name interne zaken en eventueel externe communicatie twee mensen met diagnostische deskundigheid (bijvoorbeeld crisisdienst-ervaring) en daarnaast twee mensen voor leun - en steuncontacten (e.e.a. in afstemming met EHBO en Rode Kruis vrijwilligers die ook aanwezig zijn in deze locatie) 7. Mogelijk is in punt 6 genoemde (en op grond van het rekenmodel uit het draaiboek gemaakte) ideaalbezetting per priklocatie niet haalbaar. Het advies is dan om via het kernteam de schaarste te verdelen over de priklocaties in de regio. Wanneer de risicocommunicatie op landelijk niveau goed is verlopen zal de kwantitatieve inzet van PSHOR -personeel beduidend minder hoeven zijn dan wanneer er geen gelegenheid is geweest voor adequate risicocommunicatie. 8. Denk niet alleen aan de benodigde menskracht voor de priklocaties, maar ook voor het gemeentelijke advies- en informatiecentrum. Stuur niet al het beschikbare personeel naar de priklocaties; laat zoveel mogelijk het normale leven doorgaan. Dit voorkomt grootschalige ontregeling en maakt het mogelijk dat personeel in de instellingen beschikbaar is als achterwacht. 9. Maak een continuïteitsplan voor uw eigen instelling in verband met verhoogde uitval (in verband met ziekte, zelf gevaccineerd worden, andersoortige inzet). De verwachting is dat 25 – 40 % van de medewerkers (tijdelijk) niet aanwezig zijn. 10. In fase D komt nog een inhaalslag vvor hervaccinatie en voor mensen die in fase C om wat voor reden dan ook niet gevaccineerd konden worden. Ook dan moet de PSHOR weer gaan draaien. Waarschijnlijk zijn er dan meer personen uit bijzondere groepen die gevaccineerd moeten worden en dit vraagt mogelijk een wat stevigere PSHOR- inzet (regionaal in te schatten). 11. Goede risicocommunicatie dient zowel korte - als lange termijn doelen. Op de korte termijn het minimaliseren van massahysterie, het minimaliseren van irrationele angst en het behoud van een gevoel v an controle. Op de lange termijn het voorkomen van attributies (ideeën die mensen hebben over oorzakelijke relaties tussen bepaalde factoren - bijvoorbeeld het pokkenvaccin en gezondheidsklachten), het voorkomen van wantrouwen jegens de overheid en de gezon dheidszorg en het voorkomen van complottheorieën. 12. Het is belangrijk zich te realiseren dat psychosociale zorg rondom pokkenvaccinatie ook noodzakelijk zal zijn na het beëindigen van de vaccinatiecampagne. Uit ervaring met recente rampen is bekend dat de g evolgen vaak langer duren dan men denkt, soms zelfs enige jaren.
Pagina 4 van 5
4
11-1 PSHOR doelgroepen psychosociale zorg versie 04-03-03 13. Thema’s bijscholing: (irrationele) angst, massahysterie, paniek, psychosociale triage, ter beoordeling betrokken regio. Maak gebruik van deskundigheid in de regio of eventueel van landelijk werkende opleidingsinstituten. 14. PSHOR -coördinatie in het operationele team is vanzelfsprekend. 15. Inventariseer de risicogroepen in uw regio. 16. Kinderen worden vaak ‘vergeten’ bij dergelijke grootschalige calamiteiten. Ouders zullen veel vragen h ebben over de gezondheidsrisico’s van hun kinderen. Kinderen vragen derhalve speciale aandacht. 17. Wees bereikbaar voor vragen van huisartsen en specialisten. 18. Maak in uw eigen registratiesysteem een mogelijkheid om hulpvragen in verband met massavaccinatie te registreren. 19. In de voorbereidingstijd (Fase B) is het mogelijk via een door stichting Impact/Raad van RGF nog op te zetten e -mailgroep met kernteamleden van andere regio’s te overleggen. 20. In fase C zal een call-centrum voor hulpverleners ingericht zijn. Via hen zal dan ook Stichting Impact bereikbaar zijn voor consultatie en advies. 21. De handreiking IAC- Enschede is te vinden op www.IAC.Enschede.nl (PDF- formaat) en op papier te verkrijgen bij het Logistiek Centrum Zoetermeer, Chroomstraat 151, 2718 RJ Zoetermeer, of per fax: 079-36 14 986. Het nummer van de handreiking is 7610027024.
Pagina 5 van 5
5