landbouw-service M A G A Z I N E
Mei - Juni - Juli 2015 A FZENDER: L andbouw-Serv ice v z w, G asthuisstraat 31 b2 , 1000 Brussel , nummer 2 (driem aandelijks), afgif tek antoor Brussel X - P 915832
Een nieuw gamma tractoren MF 7700
Pöttinger Novacat 352 CROSSFLOW
Nieuwe testbanken bij Claas in Trangé
Dubbele knopers in de nieuwe L1500-serie:
Zorgt voor behoud van dichtheid in elke baal
De nieuwe blazer levert een luchtstroom van 200 km/u om het dubbele touwknoopsysteem vrij te houden van vuil en te zorgen voor een maximale bindefficiëntie, uur na uur, elke dag weer. De nieuwe John Deere L1500-serie. Fantastische balen beginnen bij een fantastische balenpers.
Peperstraat 4A - 3071 Erps-Kwerps Tel. : 02 759 40 93 - Fax.b: 02 759 99 28 - E-mail :
[email protected]
JohnDeere.com
VOORWOORD ERKENNING = RESPECT?
G
eachte Collega,
Meer en meer nemen vertegenwoordigers van politieke partijen contact met ons op om meer te weten te komen over de sector en de activiteiten van loonwerkers. In februari 2015 werd de voltallige raad van bestuur van LandbouwService uitgenodigd voor een gesprek met het kabinet van Federaal Minister Willy Borsus, Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie. De inhoud wordt in dit magazine besproken.
Daarnaast zijn er vooral binnen de Vlaamse Regering een aantal politici die de loonwerksector een warm hart toedragen. Hopelijk zal dat ook lukken met een aantal Waalse politici. Leden die contacten hebben met politici mogen zich steeds melden bij het secretariaat. We hopen in ieder geval dat dergelijke erkenning ook leidt tot het nodige respect voor onze sector. Binnenkort starten we met de sociale onderhandelingen binnen het paritair comité 132 (technische land- en tuinbouwwerken). De eisenbundel van de vakbonden zal pas in juni 2015 toegelicht worden. Het is de bedoeling dat er vóór de zomer een sociaal akkoord is in de loonwerksector. Hoewel er niet veel marge is, zal Landbouw-Service zich verzetten tegen elke verhoging van de loonlast. Bovendien willen we de instroom van laaggeschoolden bevorderen via bij voorbeeld financiële tussenkomsten vanuit het Waarborg en Sociaal Fonds. Daarnaast wordt er ook onderhandeld op interprofessioneel niveau, waarbij de nadruk gelegd wordt op de indexsprong, verlaging van de werkgeversbijdrage voor alle lonen. Andere aandachtspunten zijn het pensioenstelsel, brugpensioen (SWT – stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag), harmonisering van het statuut van arbeiders en bedienden, problematiek overuren, verplichte opleiding en dergelijke meer. In de volgende editie van Landbouw-Service gaan we dieper in op het (hopelijk dan behaalde) sectoraal akkoord voor de sector. Ook als loonwerksector moeten wij uitdrukkelijk nadenken over de toekomst van onze bedrijven, van onze sector en van de sectoren van onze klanten. We moeten ons dan ook een aantal vragen stellen en durven stellen. De landbouw is in beweging, en wij moeten mee bewegen of we dreigen de boot te missen. Leden die mee willen nadenken in een denktank over de toekomst van het loonwerk in België en eventueel in Europa kunnen zich melden bij het secretariaat. Tijdens de volgende winterperiode zullen we dan een aantal sessies organiseren en een aantal scenario’s ontwikkelen. De volgende editie van het magazine van LandbouwService mag u half juli in uw bus verwachten. Het is het Libramont-themanummer. Met vriendelijke groeten,
Johan VAN BOSCH Algemeen Secretaris Landbouw-Service
Johan Van Bosch verwacht uw reacties:
[email protected]
Landbouw-service /
3
7250 TTV WARRIOR. LIMITED EDITION. UNLIMITED PERFORMANCE.
Voel het vermogen. Neem de controle over! De 7250 TTV WARRIOR is een limited-edition speciaal ontwikkelt voor de agrarische ondernemers, met de hoogste standaard op het gebied van technologie, design en kwaliteit. De legendarische DEUTZ-motoren met maximaal 263 pk (194 kW) geven de 7250 TTV WARRIOR superieure tractie. De continu variabele ZF transmissie maakt ongeëvenaard soepele controle van de rij- en bedieningsfuncties - en een optimaal brandstofverbruik mogelijk. De 7250 TTV WARRIOR is ontworpen voor de zwaarste toepassingen in het veld en op de weg. De exclusieve extra‘s van de WARRIOR uitvoeringen: briljant zwarte kleur (ook verkrijgbaar in klassiek DEUTZ-FAHR groen), roestvrij stalen cover om de uitlaat, WARRIOR lichtpakket, exclusieve lederen bestuurdersstoel, WARRIOR vloermat, hydraulische topstang, SAUERMANN trekhaken en een garantie van drie jaar, zijn alleen beschikbaar voor de limited-edition van de DEUTZ-FAHR 7250 TTV WARRIOR.
Beter licht meer zicht: het WARRIOR licht pakket.
Een exclusief design: de controle post.
deutz-fahr.com DEUTZ-FAHR is een merk van
7250_TTV_Warrior_220x297_NL.indd 1
18/02/15 18.00
INHOUD VOORWOORD
3
TOEKOMST LOONWERK Staan we aan het begin van de digitale revolutie?
6
VOEDSELVEILIGHEID FOD Volksgezondheid reikte al 46.500 fytolicenties uit
7
Aanvraag fytolicentie
8
PhytofarRecover wordt AgriRecover
12
Systemische pesticiden met neonicotinoïden dramatisch voor biodiversiteit
14
Overheid maakt vergelijkende evaluatie van pesticiden
16
actueel Essay: Samenvatting strategisch beleidsplan in een loonbedrijf 18
CEETTAR NIEUWS
COLOFON
Italië: 60% van het landbouwareaal in handen van loonwerkers 21 Duitsland: de BLU lanceert een communicatiecampagne over het imago van de loonwerker
21
landbouw-service europees nieuws
“Landbouw-Service” is een periodieke nieuwsbrief voor de leden van de Nationale Centrale Landbouw-Service, de enig erkende beroepsvereniging voor aannemers van land- en tuinbouwwerken, loonsproeiers, handelaars in veevoeders en in meststoffen. Copyright: Nationale Centrale Landbouw-Service is niet aansprakelijk voor het gebruik van de informatie in deze publicatie. Citeren mag mits bronvermelding. Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Bosch, Algemeen Secretaris Nationale Centrale Landbouw-Service, Gasthuisstraat 31 B2, 1000 Brussel, T 02 274 22 00, F 02 400 71 26 e-mail:
[email protected] BTW-nummer BE0410.344.444
Investeringen bij Duitse loonwerkers blijven op hoog niveau ondanks omzetdaling in de landbouwsector
22
OVERLEG Overleg kabinet Borsus
24
DOUANE EN ACCIJNZEN Wees op uw hoede: controles komen er aan
26
SOCIALE ACTUALITEITEN Lonen PC 132
27
kilometerheffing Loonwerkers slachtoffer van kilometerheffing?
28
loonwerkbedrijven Agrarisch gebied en steun voor loonwerkbedrijven?
30
DOSSIER Mechanisatie Nieuwigheden 34 Actualiteit 51
Landbouw-service /
5
> TOEKOMST LOONWERK
Staan we aan het begin van de digitale revolutie? Nederlands onderzoek wijst uit dat momenteel 5% van de ondernemers in de loonwerksector de digitale werkbon heeft ingevoerd in de bedrijfsvoering. Ruim 70% van de Nederlandse loonwerkers geeft aan geïnteresseerd te zijn om met de werkbon te gaan werken. Van deze groep is 95% bereid om hier binnen 3 jaar in te gaan investeren. Dit blijkt uit de internetenquête die uitgevoerd is door Joost Bierkens, afstuderend student aan de CAH Vilentum in samenwerking met CUMELA Nederland.
H
et verwachtingsniveau bij loonwerkers ligt hoog. Zeker als er rekening mee wordt gehouden dat 50% van de ondervraagde bedrijven de planning nog schriftelijk doet. Ondernemers denken met digitale werkbonnen vooral kosten te kunnen besparen in het administratieve traject (56% van de ondernemers), sneller te kunnen werken (34%) en kans op fouten terug te brengen (33%). “Het is verheugend om te constateren dat onze ondernemers grote interesse hebben maar er
Wellicht ook binnenkort voor de Belgische loonwerkers?
Nieuwe teelten, nieuwe activiteiten Maar niet alleen de digitalisering zal er aan komen. Ook zal de landbouwsector er over 20-30 jaar wellicht totaal anders uit zien. Land- en tuinbouwers werken nu al hard aan de diverse eisen in het kader van de voedselveiligheid. En dat zal alleen maar strenger worden. Uiteraard gaat dit gevolgen hebben voor loonwerkers. Ook daarover moet nagedacht worden. Daarnaast proberen veevoederfabrieken hun afhankelijkheid van Zuid-Amerika en andere continenten af te bouwen. Is dit een opportuniteit om in België of Europa meer activiteiten te ontplooien, en zo ja, welke teelten ziet deze sector dan haalbaar? Landbouw-Service denkt mee in de denktank van BEMEFA over de verantwoorde diervoederstromen. In een volgend nummer komen we hierop terug.
is een grote behoefte aan de uitwisseling van kennis en ervaringen.” Zo relativeer t Michiel Pouwels, directeur belangenbehartiging bij CUMEL A Ne derl a nd de positieve u it kom-
6
/ Landbouw-service
sten: “Ondernemers in de sector verwachten dat de implementatie van digitale werkbonnen eenvoudig kan, ‘Plug & Play’ bij wijze van spreken.” Hij schat in dat nog niet alle ondernemers zich terdege beseffen dat ze er zelf bedenktijd in moeten steken om de oplossing te krijgen die past en werkt. Pouwels: “Dat is een reden temeer om als brancheorganisatie de eerste ervaringen met de invoering van de digitale werkbon in de sector nauwgezet te volgen en om te organiseren dat ervaringen kunnen worden uitgewisseld.”
V O E D S E LV E I L I G H E I D >
FOD Volksgezondheid reikte al 46.500 fytolicenties uit De FOD Volksgezondheid heeft tot eind 2014 55.000 aanvragen voor fytolicenties ontvangen. Daarvan zijn er al 46.500 of 92 procent goedgekeurd. Dat blijkt uit het jaarverslag 2014 van het Directoraat-Generaal Plant, Dier en Voeding van de FOD Volksgezondheid. De fytolicentie is een certificaat voor professionele gebruikers, verdelers en voorlichters van gewasbeschermingsmiddelen. Vanaf november 2015 wordt de fytolicentie verplicht voor wie nog gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik wil kunnen toepassen.
D
e invoering van de fytolicentie is het gevolg van een Europese richtlijn voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Om de risico’s van deze producten voor mens, dier en milieu zoveel mogelijk te beperken heeft de overheid beslist om een onderscheid te maken tussen gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel en voor particulier gebruik. Vanaf november 2015 kunnen enkel personen die een fytolicentie op zak hebben, gebruikmaken van de middelen voor professioneel gebruik. Door
verplichte opleidingssessies te koppelen aan het behoud van die licentie wil de overheid professionele gebruikers beter op de hoogte houden van nieuwe evoluties op vlak van gewasbeschermingsmiddelen. Professionele gebruikers, verdelers en voorlichters kunnen sinds september 2013 zo’n fytolicentie aanvragen. Ondertussen ontving de FOD Volksgezondheid al 55.000 aanvragen, waarvan 88 procent online en 12 procent op papier. Al 92 procent van die aanvragen werd gunstig beoordeeld. Dat
betekent dat al 46.500 personen een fytolicentie hebben gekregen. Ruim 90 procent daarvan werd uitgereikt aan professionele gebruikers. Onder de professionele gebruikers is 60 procent landbouwer, 15 procent tuinbouwer en vier procent loonwerker, zeven procent is actief in de handel of voorlichting en de overige 13 procent is actief als tuinaannemer of bij de groendienst van een gemeente. Bron: VILT
Landbouw-service /
7
> V O E D S E LV E I L I G H E I D
Aanvraag fytolicentie Volgende overgangsmaatregelen zijn geldig tot en met 31/08/2015 voor de aanvraag van een fytolicentie.
1. Aanvraag op basis van een diploma/ getuiGschrift/ attest Diploma’s afgeleverd vóór 1/09/2015: er is een lijst van de geldige diploma’s/ getuigschriften/attesten afgeleverd vóór 1/09/2015.
2. Aanvraag op basis van ervaring Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). De aanvrager moet de overgangsmaatregel van toepassing selecteren in ‘stap 2’
8
/ Landbouw-service
van het online/schriftelijk aanvraagformulier en vervolgens naargelang de gekozen overgangsmaatregel verdere gegevens aanvullen. Onderstaande overgangsmaatregelen zijn gelijkwaardig. Het is daarbij mogelijk dat een aanvrager tegelijkertijd aan meerdere maatregelen voldoet. De aanvrager kiest zelf op basis van welke maatregel hij een aanvraag indient. De beschrijving van de overgangsmaatregelen voor de aanvraag van een fytolicentie P1 - ‘Assistent professioneel gebruik’ is momenteel nog niet beschikbaar.
Aandacht! Een fytolicentie wordt uitsluitend toegekend aan natuurlijke personen, niet aan rechtspersonen. Een aanvraag wordt ingediend in eigen naam.
Maatregel: OVERGANGSMAATREGEL 1 Personen die reeds gedurende minimum 2 jaar de gewasbescherming bepalen en/of uitvoeren voor een onderneming/ vestiging in de landbouwsector komen in aanmerking voor een fytolicentie P2 Professioneel gebruik. In te vullen gegevens in ‘stap 2’ van het aanvraagformulier: Het ondernemingsnummer en het vestigingseenheidsnummer, zoals geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Minstens 1 activiteit van de vestiging moet vermeld worden op bijlage 1 van dit document. Via onderstaande link van de KBO kan u uw ondernemings- en vestigingsgegevens nagaan: http://kbopub.economie.fgov.be/ kbopub/zoekwoordenform.html
>
Aandacht! • Indien de landbouwonderneming (nog) niet over een vestigingseenheidsnummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikt dient u dit eerst aan te vragen bij de Kruispuntbank van Ondernemingen vooraleer u uw aanvraag voor een fytolicentie indient. • Schriftelijke formulieren zijn beschikbaar via onderstaande link. Gelieve de Kruispuntbank van Ondernemingen te raadplegen voor eventuele verdere informatie. • http://economie.fgov.be/nl/modules/ publications/publicaties_kbo/donnees_manquantes_d_une_entreprise_agricole.jsp • Een vestigingseenheidsnummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen begint nooit met een ‘9’. • Indien u de gewasbescherming uitvoert/bepaalt voor meerdere vestigingen, volstaat het om in stap 2 van het aanvraagformulier 1 vestiging op te geven. • Indien u lid bent van een feitelijke vereniging vult u in stap 2 van het aanvraagformulier als afzonderlijk lid uw ondernemingsnummer als natuur-
lijk persoon en het vestigingsnummer in (niet het ondernemingsnummer van de feitelijke vereniging). In stap 3 van het aanvraagformulier vult u de benaming/adresgegevens van de feitelijke vereniging in. Maatregel: OVERGANGSMAATREGEL 2 Personen die de gewasbescherming bepalen en/of uitvoeren voor een onderneming/vestiging die voldoet aan minstens één van onderstaande sectorgidsen of IKKB-standaarden komen in aanmerking voor een fytolicentie P2 - Professioneel gebruik. • G-040: Sectorgids voor de primaire productie • G-033: Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie • G-012: Sectorgids autocontrole voor de primaire plantaardige productie • IKKB: Standaard voor de Primaire Plantaardige Productie • IKKB: Standaard voor de aannemers van Land- en Tuinbouwwerken voor de Primaire Plantaardige Productie
In te vullen gegevens in ‘stap 2’ en ‘stap 3’ van het aanvraagformulier: Het ondernemingsnummer en het vestigingseenheidsnummer, zoals geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Het controlepuntnummer (beginnend met een ‘9’), zoals geregistreerd bij het FAVV, wordt in ‘stap 2’ van de aanvraag ook aanvaard als identificatie van uw vestiging.
Aandacht! In stap 3 van de aanvraag (melding professionele activiteiten) worden uitsluitend vestigingseenheidsnummers van de Kruispuntbank van Ondernemingen aanvaard. Via onderstaande link van de KBO kan u uw ondernemings- en vestigingsgegevens nagaan: http://kbopub.economie.fgov.be/kbopub/zoekwoordenform.html Indien de landbouwonderneming (nog) niet over een vestigingseenheidsnummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen beschikt kan u dit aanvragen bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. Schriftelijke formulieren zijn beschik-
>
Landbouw-service /
9
> V O E D S E LV E I L I G H E I D
> baar via onderstaande link. Gelieve de Kruispuntbank van Ondernemingen te raadplegen voor eventuele verdere informatie. http://economie.fgov.be/nl/modules/ publications/publicaties_kbo/donnees_ manquantes_d_une_entreprise_ agricole.jsp Toe te voegen documenten: • Een bewijs van de sectorgids, met uitzondering van onderstaande. Conform de machtiging van het Sectoraal comité voor de Federale Overheid is er een uitwisseling van gegevens tussen het FAVV en de Dienst Pesticiden en Meststoffen, beheerder van de fytolicentie. Bij de elektronische aanvraag van een fytolicentie zal er bijgevolg geen bewijs van de sectorgids worden gevraagd indien gekend bij de bevoegde instantie (cfr. online aanvraag)
De verkregen gegevens worden door de Dienst Pesticiden en Meststoffen uitsluitend intern gebruikt en voor het beoogde doeleinde.
Mirfeld, Zur Schmiede 23, B - 4770 AMEL Importeur België/Luxemburg
BETROUWBAAR. ALTIJD BEREIKBARE SERVICE.
RONDEBALEN WIKKELMACHINES RONDEBALEN PERS G-1 F125 + G5040 G-1 F125
www.goeweil.com 02_G1_125x130mm.indd 1
10
/ Landbouw-service
28.04.2015 12:57:50
Maatregel: OVERGANGSMAATREGEL 1 Personen die beschikken over een onderstaande erkenning, afgeleverd in toepassing van het KB van 28/02/19941, komen in aanmerking voor een fytolicentie: • Een natuurlijk persoon die geniet van een erkenning als erkend verkoper, erkend gebruiker of speciaal erkend gebruiker; • Een natuurlijk persoon die als verantwoordelijk personeelslid wordt vermeld op een erkenning als erkend verkoper, erkend gebruiker of speciaal erkend gebruiker, afgeleverd aan een rechtspersoon; • Een natuurlijk persoon die beschikt over een attest van het met succes afgelegde mondeling examen van de federale overheid. Elke erkenning komt in aanmerking voor volgende fytolicentie: Erkend verkoper 1 P3 - Distributie/Voorlichting 1 NP - Distributie/Voorlichting producten voor niet-professioneel gebruik Erkend gebruiker 1 P1 - Assistent professioneel gebruik 1 P2 - Professioneel gebruik 1 Koninklijk besluit van 28/02/1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.
1
1 P3 - Distributie/Voorlichting Speciaal erkend gebruiker 1 PS - Specifiek professioneel gebruik Een natuurlijk persoon die in een erkenning als erkend verkoper, erkend gebruiker of speciaal erkend gebruiker wordt vermeld als personeelslid die de erkenningshouder bijstaat bij de verkoop of het gebruik (naargelang de erkenning) kan op basis hiervan geen fytolicentie aanvragen aangezien deze persoon niet zelf voldoet aan de gestelde opleidingsvoorwaarden om erkend te worden als erkend verkoper, erkend gebruiker of speciaal erkend gebruiker. Een fytolicentie “Specifiek professioneel gebruik” (Ps) kan worden beperkt tot één of meerdere producten, een bepaald gebruik, plaats, duur of hoeveelheid. Indien gedurende de overgangsperiode een fytolicentie “Specifiek professioneel gebruik” (Ps) wordt aangevraagd op basis van een erkenning als speciaal erkend gebruiker, dan wordt de fytolicentie Ps overeenkomstig beperkt. In te vullen gegevens in ‘stap 2’ van het aanvraagformulier: Het gevraagde type fytolicentie. Toe te voegen documenten: • Een bewijs van de erkenning, met uitzondering van onderstaande. Binnen de FOD Volksgezondheid is er een uitwisseling van de gegevens tussen de Dienst MRB-Biociden, beheerder van het huidige systeem van erkenningen erkend verkoper/gebruiker en de Dienst Pesticiden en Meststoffen, beheerder van de fytolicentie. Bij de elektronische aanvraag van een fytolicentie zal er bijgevolg geen kopie van de erkenning als erkend verkoper/ gebruiker moet worden opgeladen indien uw nodige gegevens correct gekend zijn bij de Dienst MRB-Biociden (cfr. online aanvraag). De verkregen gegevens worden door de Dienst Pesticiden en Meststoffen uitsluitend intern gebruikt en voor het beoogde doeleinde.
Lijst van activiteiten (Nacebel) die in aanmerking komen voor een fytolicentie P2. Aandacht! De eerste 5 cijfers (subcategorie) zijn van toepassing. Verdere onderverdelingen van deze subcategorieën worden als gelijkwaardig beschouwd (bv. codes met 7 cijfers waarvan de eerste 5 in onderstaande tabel voorkomen). Minimum 1 activiteit van uw vestigingseenheid moet op onderstaande lijst voorkomen. Nacebel
Omschrijving
01.110
Teelt van granen (m.u.v. rijst), peulgewassen en oliehoudende zaden
01.120
Teelt van rijst
01.130
Teelt van groenten, meloenen en wortel- en knolgewassen
01.140
Teelt van suikerriet
01.150
Teelt van tabak
01.160
Teelt van vezelgewassen
01.191
Teelt van bloemen
01.199
Teelt van andere eenjarige gewassen, n.e.g.
01.210
Teelt van druiven
01.220
Teelt van tropisch en subtropisch fruit
01.230
Teelt van citrusvruchten
01.240
Teelt van pit- en steenvruchten
01.250
Teelt van andere boomvruchten, kleinfruit en noten
01.260
Teelt van oliehoudende vruchten
01.270
Teelt van gewassen bestemd voor de vervaardiging van dranken
01.280
Teelt van specerijgewassen en van aromatische en medicinale gewassen
01.290
Teelt van andere meerjarige gewassen
01.301
Boomkwekerijen, m.u.v. bosboomkwekerijen
01.309
Overige plantenvermeerdering
01.410
Fokken van melkvee
01.420
Fokken van andere runderen en buffels
01.430
Fokken van paarden en andere paardachtigen
01.440
Fokken van kamelen en andere kameelachtigen
01.450
Fokken van schapen en geiten
01.461
Fokvarkenshouderijen
01.462
Varkensvetmesterijen
01.471
Kippenkwekerijen
01.479
Pluimveehouderijen, m.u.v. kippenkwekerijen
01.490
Fokken van andere dieren
01.500
Gemengd bedrijf
01.610
Ondersteunende activiteiten in verband met de teelt van gewassen
01.620
Ondersteunende activiteiten in verband met de veeteelt
01.630
Activiteiten met betrekking tot gewassen na de oogst
01.640
Zaadbewerking met het oog op vermeerdering
02.100
Bosbouw
02.200
Exploitatie van bossen
10.311
Verwerking en conservering van aardappelen, exclusief productie van diepgevroren aardappelbereidingen
81.300
Landschapsverzorging
Nacebel-activiteiten, zoals geregistreerd in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), in uitvoering van de wet van 16 januari 2003 en haar uitvoeringsbesluiten.
Landbouw-service /
11
> V O E D S E LV E I L I G H E I D
PhytofarRecover wordt AgriRecover De vereniging PhytofarRecover is in 1997 gecreëerd door de gewasbeschermingsindustrie om de inzameling te organiseren van de lege verpakkingen die door de leden op de markt worden gebracht. Daardoor voldoet de gewasbeschermingsindustrie aan haar verplichtingen zoals bepaald in de Europese Verpakkingsrichtlijn 2004/12/EG, in de Europese Afvalstoffenrichtlijn 2008/98/EG en in het Interregionaal Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008.
T
ijdens de jaarlijkse collectes komen landbouwverpakkingen van andere sectoren in de PhytofarRecover inzameling terecht. Om meer duidelijkheid te geven over welke verpakkingen wel in de collecte thuishoren werd door de leden beslist om het PhytofarRecover logo op de etiketten van de verpakkingen te
12
/ Landbouw-service
drukken. Enkel verpakkingen met het logo van PhytofarRecover gaan in de PhytofarRecover zakken. Het logo is sinds 2013 op de verpakkingen geplaatst; er werd een overgangsfase ingelast om verpakkingen van gewasbeschermingsproducten van vóór 2013 niet te weren uit de collecte. In de toekomst zullen
enkel de verpakkingen waarop het logo van de vereniging staat, in de zakken mogen gedeponeerd worden. PhytofarRecover is bereid om met andere sectoren uit de landbouwtoeleveringsindustrie samen te werken zodat ook zij aan hun klanten een oplossing kunnen
>
bieden voor het afvalprobleem. Een aantal bedrijven hebben besloten om zich bij onze vereniging aan te sluiten, en het logo op hun verpakkingen te laten drukken. PhytofarRecover vertegenwoordigt nu naast de producenten van gewasbeschermingsmiddelen ook producenten van meststoffen, landbouwbiociden en zaden.
zakken met AgriRecover logo meebrengen naar de site, samengebonden in pakketten van 20 stuks. Ook de zakken van meststoffen (meestal in polypropyleen) mogen in pakketten van 20 stuks afgegeven worden. Basisregel is wel: enkel verpakkingen met het nieuwe AgriRecover of het bestaande PhytofarRecover logo worden aanvaard.
De naamsverandering van PhytofarRecover naar AgriRecover is een logisch gevolg van deze evolutie. Er is de verwachting dat nog meer bedrijven zullen aansluiten bij de vereniging. In de praktijk betekent dit dat meerdere van de nieuw aangesloten bedrijven pas vanaf volgend jaar verpakkingen met logo op de markt zullen brengen.
Service aan het cliënteel, duurzaam gebruik en respect voor het milieu zijn basiswaarden voor onze leden. De
Door de aansluiting van andere bedrijven komen er nieuwe afvalstromen bij. De gebruikers kunnen vanaf nu zaad-
land- en tuinbouwsector in België is een voorloper op gebied van vakkennis en duurzaamheid. Dat zorgt voor een positief imago, zowel in de professionele wereld als bij het grote publiek. AgriRecover draagt bij aan het imago van de sector en van de bedrijven die lid zijn van de vereniging. Dit imago is het resultaat van de samenwerking van de hele keten: producenten, distributeurs en gebruikers. AgriRecover ziet dankzij deze samenwerking de toekomst positief tegemoet.
i Voor verdere inlichtingen kunt u steeds terecht bij: AgriRecover August Reyerslaan 80 • 1030 Brussel • T: 02 238 98 56 E:
[email protected] • URL: www.agrirecover.eu
Landbouw-service /
13
> V O E D S E LV E I L I G H E I D
Systemische pesticiden met neonicotinoïden dramatisch voor biodiversiteit Uit een nieuw rapport van de European Academies Science Advisory Council (EASAC) blijkt dat de negatieve effecten van de systemische pesticiden met neonicotinoïden verder reiken dan eerder aangenomen. Neonicotinoïden hebben een uitgesproken nadelige impact op de biodiversiteit en dus ook op ecosysteemdiensten, die instaan voor onder meer bestuiving en de natuurlijke bestrijding van plagen. Europees Parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) woonde de voorstelling van de studie bij en noemt de resultaten bijzonder zorgwekkend.
S
ystemische pesticiden zoals neonicotinoïden worden door de plant opgenomen en naar alle weefsels getransporteerd, zowel naar de bladeren, bloemen, wortels en stengels als naar de pollen en de nectar. Neonicotinoïden werden tot nu toe vooral in verband gebracht met hun schadelijke invloed op honingbijen. Daarom voerde Europa eind 2013 ook een verbod in op vier van de negen bestaande neonicotinoïden. Het rapport, dat besteld werd door de Europese Commissie, toont echter aan dat neonicotinoïden ook erg schadelijk zijn voor andere bestuivers en ook voor vogels. “De studie toont vooral aan dat de focus van het politieke debat ruimer moet. Dit draait niet enkel om de toekomst van de
14
/ Landbouw-service
bijen, maar om de hele biodiversiteit. Het preventief gebruik van neonicotinoïden strookt niet met de Europese basisprincipes van duurzame landbouw en geïntegreerde gewasbescherming”, zegt Demesmaeker. Demesmaeker roept daarom de bevoegde ministers in zowel de Vlaamse als de federale regering op om de studie van EASAC grondig te bekijken en actie te ondernemen. “Ik stel vast dat onze noorderburen onmiddellijk initiatief hebben genomen. Nederlands staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma heeft de bevoegde Europese Commissaris Andriukaitis verzocht om de studie zo snel mogelijk te laten beoordelen door het Europese Agentschap voor Voed-
selveiligheid. Ook aan het Nederlands college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden vroeg Dijksma om zich over deze kwestie te buigen.” Zelf zal Demesmaeker alvast via een schriftelijke vraag aan Europees Commissaris Andriukaitis nagaan welke implicaties deze studie heeft voor het tijdelijk verbod op vier neonicotinoïden. Demesmaeker wil nu dat het verbod gehandhaafd wordt en waar mogelijk uitgebreid. “In de EU vertegenwoordigen bestuivers in de ecosysteemdiensten een geschatte waarde van 14,6 miljard euro. Hopelijk helpen economische argumenten om de ernst van de bedreiging te doen inzien”, besluit Demesmaeker.
FASTRAC 4000 SERIE
De nieuwe Fastrac 4000 serie: geschikt voor al uw veldwerk en transport. Nog comfortabeler, betrouwbaarder en veiliger!
Bezoek ook onze facebook pagina www.facebook.com/jcbbenelux
Voor meer info, contacteer : JCB Belgium nv. - Tel: +32 (0)89 69 50 50 - Email:
[email protected] - www.jcb.be
Landbouw-service /
15
> V O E D S E LV E I L I G H E I D
Overheid maakt vergelijkende evaluatie van pesticiden Vanaf 1 augustus 2015 zal de FOD Volksgezondheid een aantal gewasbeschermingsmiddelen geleidelijk aan vervangen door middelen die minder belastend zijn voor het milieu en de gezondheid of door niet-chemische preventie- of bestrijdingsmethoden. “Dit zal gebeuren op basis van een grondige vergelijkende evaluatie die er ook over waakt dat de bescherming van landbouwgewassen doeltreffend blijft”, zo wordt beloofd.
M
edio maart publiceerde de Europese Commissie een lijst van 77 actieve stoffen die voor vervanging in aanmerking komen. Daar zijn heel wat bestrijdingsmiddelen bij die vandaag courant ingezet worden in de Vlaamse landbouw. De Europese Commissie heeft een lijst samengesteld van 77 werkzame stoffen voor gewasbescherming die in aanmer-
16
/ Landbouw-service
king komen voor vervanging door andere chemische middelen of vormen van gewasbescherming. Het gaat om stoffen met bepaalde ongewenste eigenschappen. Sommigen zijn veel schadelijker voor de gezondheid dan de meeste andere werk za me stof-
fen, anderen breken moeilijk af in het milieu en zijn bovendien giftig of ze houden een hoog risico voor grondwatercontaminatie in. Heel wat van de geviseerde middelen zullen landbouwers
<
bekend in de oren klinken: linuron tegen onkruid in de groente- en aardappelteelt, diquat als loofdoder en metribuzin als onkruidbestrijder in aardappelen, chloortoluron tegen onkruid in gerst, epoxiconazool en propiconazool tegen graanziekten en een herbicide als flufenacet dat toepassingen in verschillende teelten (o.a. maïs) heeft. Indien een fabrikant een toelatingsaanvraag voor een gewasbeschermingsmiddel met één van deze stoffen indient, dan zullen de nationale autoriteiten dit middel moeten vergelijken met de andere die al voor hetzelfde gebruik zijn toegelaten. Als de risicobeoordeling aantoont dat een bestaand product aanzienlijk veiliger voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu is, dan zal het nieuwe middel niet worden toegelaten. Dit geldt trouwens ook als er een alternatieve niet-chemische bestrijdings- of preventiemethode bestaat. Op
termijn kan een werkzame stof volledig van de markt verdwijnen want ook oude, op één of andere manier schadelijke middelen kunnen hun bestaande maar in tijd beperkte erkenning verliezen. De FOD Volksgezondheid heeft het over “een heel geleidelijk proces” omdat de eventuele vervanging van ieder betrokken gewasbeschermingsmiddel apart wordt beoordeeld. Bovendien worden er een aantal belangrijke voorwaarden gekoppeld aan de vergelijkende evaluatie. Zo mag een eventuele vervanging niet nadelig zijn voor de zogenaamde ‘kleine toepassingen’ (b.v. teelten met klein areaal), waarvoor al te weinig gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn. Ze mag bovendien geen significante economische of praktische nadelen inhouden. Tot slot moet een voldoende divers aanbod aan middelen met een verschillende werking behouden blijven, om het risico op resistentie
van plagen en ziekten te verminderen. Deze werkwijze zal volgens de federale overheid toelaten om verder te evolueren naar een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zonder de doeltreffendheid van de bescherming van landbouwgewassen in gevaar te brengen. Belangrijk om weten is dat de stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen, niet worden verboden. Ze zijn immers goedgekeurd op het niveau van de Europese Unie, omdat is aangetoond dat ze wel degelijk op een veilige manier kunnen worden gebruikt. Ze voldoen immers aan dezelfde normen als alle andere toegelaten middelen. Dat het de lidstaten in tweede instantie toch toekomt om op zoek te gaan naar minder schadelijke alternatieven voor bepaalde gewasbeschermingsmiddelen is ingegeven door het verschillend productaanbod in de lidstaten. Bron: VILT
Landbouw-service /
17
> actueel
Essay: Samenvatting strategisch beleidsplan in een loonbedrijf Het beroep van loonwerker is een belangrijke tak in de landbouw. Zo kopen de loonwerkers de landbouwmachines om de landbouwbewerkingen te kunnen uitvoeren in opdracht van de landbouwer. Doordat er geregeld nieuwe loonwerkers bijkomen en deze ook de traditionele gewassen oogsten, komt er een overaanbod aan sommige diensten. Door dit overaanbod kan er een prijzenoorlog ontstaan wat ongunstig is voor de loonwerker. Naast de problematiek van overaanbod van diensten zijn er ook onzekerheden voor bepaalde gewassen, het grote voorbeeld hierbij is de suikerbietenoogst. iedereen zeven gelijke vragen gesteld. Deze vragen werden zo opgesteld om een toekomstvisie te krijgen voor de landbouwers en landbouwtechnologie met de impact op de loonwerkers. Nadat de interviews werden afgenomen, werden alle antwoorden naast elkaar geëvalueerd om zo een trend te ontdekken. Om te weten hoe de stakeholders krachten kunnen uitvoeren op een loonwerker, wordt het Vijfkrachtenmodel van Porter toegepast. De krachten hierbij zijn leveranciers, klanten, substituten, nieuwe krachten in de markt en de huidige concurrentie. >
Inleiding Door deze aspecten is het in het belang van de loonwerker om een strategisch beleidsplan uit te werken om een toekomst te verduidelijken. Bij dit strategisch beleidsplan staat de loonwerker centraal en wordt duidelijk omschreven met welke veranderingen een loonwerker te kampen kan hebben of hoe hij zich hieraan moet aanpassen. Om een toekomstvisie te formuleren moeten verschillende theorieën toegepast worden. De gebruikte theorieën zijn het Vijfkrachtenmodel van Porter, PESTEL, interviews en de Value Chain.
18
/ Landbouw-service
Doordat dit een samenvattend werk is van een thesis, worden hier enkel het Vijfkrachtenmodel van Porter en de interviews toegelicht.
Methodologie Het belangrijkste element uit deze essay zijn de interviews. Daar er nog geen werken geschreven zijn over loonwerkers, kan geen beroep gedaan worden op voorgaande literatuurstudies. De interviews werden afgenomen bij alle stakeholders van een loonbedrijf, dus zowel klanten als leveranciers als loonwerkers. Tijdens deze interviews werd aan
Marijn Patfoort
ir h p a s n e e anwirkt BeleBend u vBlau r e k e z r e v l eesaphir D Die mechanische Drillmaschine – r o o v a r t x met e robust unD zuverlässig Blauw werkt live op zijn Best Dat is een mooi spektakel
u wilt meer presteren voor minder geld? wij hebben iets voor u! nu is er de mogelijkheid om een zaaicombinatie zirkon-saphir met extra voordeel aan te schaffen. wat moet u daarvoor doen? Heel éénvoudig, met uw leMken dealer een afspraak maken voor een demonstratie, laat u overtuigen en bestel een actiemachine met extra voordeel. Meer over de saphir vindt u op saphir.lemken.nl
www.lemken.com
voor meer informatie omtrent de saphir-actie kan u steeds terecht bij uw lokale leMken dealer of verkoopmanager: stijn vercauteren, gsm: 0474 974 622, email:
[email protected]
> actueel
Figuur 1: Vijfkrachtenmodel van Porter
Potential Entrants Threat of New Entrants
Suppliers
Bargaining Power of Suppliers
Industry Competitors
Bargaining Power of Buyers
Buyers
Rivalry among existing firms Threat of Substitute Productsor Service
Substitutes
> Resultaten A. Interviews De interviews werden afgenomen aan negen verschillende stakeholders. Uit deze interviews zijn volgende bevindingen geconstateerd. Een loonwerker moet werken met goed onderhouden materiaal en moet weten hoe een goeie planning te maken. Daarna moet de loonwerker zich dan ook aan de afspraken houden met de landbouwer, om het vertrouwen te behouden. Om te weten wat de prijzen zijn, moet er een kennis zijn van kostprijscalculatie. Zodat er geen woekerprijzen ontstaan, maar dat er ook niet gewerkt wordt onder de kostprijs. De toekomst zal aantonen dat de landbouwbedrijven veel groter zullen zijn, maar zullen dalen in aantal. Zo zullen de resterende landbouwbedrijven meer gespecialiseerd zijn en hogere verwachtingen hebben van de loonwerker. Hierdoor moet een loonbedrijf zich specialiseren in bepaalde gewassen en dus zorgen voor meer differentiatie en minder diversificatie. Onderhoud in de winter is op die manier noodzakelijk om pannes in het werkseizoen zo laag mogelijk te houden en zo efficiënt te werken. Doordat de winst op suikerbieten fors zal dalen vanaf 2017, zullen landbouwers
20
/ Landbouw-service
meer andere gewassen telen. Voorbeelden hiervan zijn vlas, tarwe, koolzaad of soja. Als gevraagd werd aan de landbouwers of er een prijsverandering moet zijn bij de loonwerkers, werd telkens van deze vraag afgeweken en werd volgende stelling door elke landbouwer vermeld: “Eerst moeten de melk- en veeprijzen stijgen vooraleer de loonwerker meer kan rekenen.” Tijdens de interviews werden ook coöperatieven besproken. Hierbij werd tot de conclusie gekomen dat dit in de toekomst niet voordelig zou uitkomen voor de landbouwer. Daar deze teveel werk zal hebben op het landbouwbedrijf en geen tijd zal hebben om zelf veldwerk uit te voeren. Alsook is het grote probleem er dat een machinecoöperatieve nooit kan blijven duren zonder goeie afspraken. Enkele landbouwers antwoorden hierop: “Schoenmaker, blijf bij je leest.” B. Vijfkrachtenmodel van Porter Kracht van nieuwe krachten in de industrie – Deze kracht is zeer groot. Om loonwerker te worden is er geen diploma vereist zodat iedereen loonwerker kan zijn. Ondanks de grote investeringen is hierbij enkel een goed businessplan nodig om een lening te krijgen. Een ves-
tigingswet zou deze kracht doen dalen. Kracht van substituten – Deze kracht is afhankelijk van loonwerker tot loonwerker. Voor veel diensten is er geen substituut aanwezig. Zo moet de maïs nog steeds geoogst worden met machines op het veld. Voor bijvoorbeeld sproeiwerken is dit anders, er kan namelijk gesproeid worden met kleine vliegtuigen om zo geen sporen na te laten op het veld. Kracht van kopers – De kracht van de landbouwers is zeer groot, want er zijn geen overschakelingskosten. De landbouwer kan meerdere loonwerkers in dienst nemen en kan van de ene dag op de andere omschakelen van loonwerker. Kracht van de leveranciers – De kracht van de leveranciers is zeer klein, want ook hier zijn er geen overschakelingskosten. Zo is geen enkele loonwerker verplicht om een bepaald merk van landbouwmachines aan te schaffen, maar service na verkoop blijft het belangrijkste aspect. Concurrentie tussen bestaande bedrijven – Veel loonwerkers hebben enkele gemeenschappelijke diensten. Zo zijn er meerdere loonbedrijven die tarwe oogsten of drijfmest verspreiden. Om te zorgen dat een loonbedrijf weinig hinder ondervindt van andere loonbedrijven, moet een loonbedrijf aan diversificatie doen.
Besluit Voor een loonwerker is het belangrijk dat er een vestigingswet komt, zodat roekeloze beginners de markt niet kunnen verstoren. Voor de loonwerker zelf is het noodzakelijk dat deze het begrip van kostprijscalculatie kent, zodat zowel het voortbestaan van het loonbedrijf als van het landbouwbedrijf verzekerd is. Naast deze factoren is de toekomst van de suikerbietenteelt voor verscheidene loonwerkers een problematiek. Uit het Vijfkrachtenmodel van Porter is geconstateerd dat vooral de kracht van nieuwe krachten in de industrie het grootste gevaar brengt. UGent Faculteit Economie en Bedrijfskunde Auteur: Patfoort Marijn
C E E T TA R N I E U W S >
Italië: 60% van het landbouwareaal in handen van loonwerkers I
n zijn hoofdartikel van de decembereditie 2014 van het magazine Contoterzista, benadrukt Silvano Ramadori, de voorziter van Unima, de belangrijke rol van de loonwerkers voor de Italiaanse landbouw. “De loonwerkers bewerken bijna 60% van het landbouwareaal, wat overeenkomt met 5,6 miljoen hectare”, bevestigt Silvano Ramadori, die eraan toevoegt dat loonwerkers meer en meer werken voor grote landbouwbedrijven. Dit statistisch overzicht van het beroep is het resultaat van een studie uitgevoerd door Nomisma. Het werd voorgesteld tijdens de laatste editie van Eima in november 2014 en werd ook gepubliceerd als bijlage bij het magazine Contoterzista in december 2014.
Duitsland: de BLU lanceert een communicatiecampagne over het imago van de loonwerker D e abonnees van het magazine LU aktuell, dat wordt uitgegeven door de BLU, kregen bij het februarinummer
een brochure als supplement, getiteld “10 Punkte für Image und Akzeptanz”, of nog “10 aandachtspunten voor het imago
en de acceptatie”. Deze communicatiecampagne werd voorgesteld tijdens de laatste editie van DeLuta. Aan de hand van foto’s beschrijft het concrete situaties waarmee loonwerkers geconfronteerd worden bij hun werkzaamheden, onder andere ook op de weg. “Op de weg kan alles goed verlopen als iedereen een beetje verdraagzaamheid aan de dag legt,” verduidelijkt Klaus Pentzlin, de voorzitter van de BLU in het hoofdartikel van Lu aktuell. Zo kunnen kleine details of concrete handelingen in het rijgedrag bijdragen tot een beter imago van de loonwerker. “Deze louter preventieve campagne is slechts een eerste stap. Het vergt trouwens twee jaar om aangeleerde gewoontes te wijzigen,” voegt de voorzitter van de BLU eraan toe.
Landbouw-service /
21
> euro p ees nieuws
Investeringen bij Duitse loonwerkers blijven op hoog niveau ondanks omzetdaling in de landbouwsector De redactie van de Duitse federatie Lohnunternehmen ondervroeg 100 bedrijfsleiders en merkte dat meer dan de helft van de Duitse bedrijven volop blijven investeren: 53% zal meer of minstens hetzelfde bedrag investeren aan machines. Ongeveer 21% van de bedrijven heeft geen investeringsplannen in 2015. Wat wel opvalt is dat in 2014 slechts 7% aangaf niet te zullen investeren. Dat aantal is dus verdrievoudigd op één jaar tijd.
H
et gevoel dat het slecht gaat wordt niet bevestigd door de resultaten van de enquête. Jens Noordhof (Lohnunternehmen): “er is vaak een verschil tussen de gevoelstemperatuur en daadwerkelijke gemeten temperatuur”. Bij landbouwers merken Duitse machineverkopers wel een achteruitgang van de vraag (-8 tot -10%) maar bij loonwerkers ziet men een ander beeld. Zij investeren uiteindelijk vaker en voor grotere bedragen in machines. Het aantal bedrijven dat wil investeren, is uiteindelijk niet alleen belangrijk. Lohnunternehmen ging ook na voor welke bedragen de bedrijven willen investeren. De organisatie berekende dat er door de investerende
22
/ Landbouw-service
bedrijven gemiddeld 362.500€ per bedrijf zal besteed worden. Dat komt neer op 1,43 miljard € voor de gehele sector van Duitse loonwerkers. Ze zijn dus een belangrijke factor voor de Duitse handel en de industrie. De investeringen zelf gaan voor 39% van de bedrijven zuiver om het vervangen van het bestaande materiaal. Voor 61% gaat het dus helemaal (36%) of gedeeltelijk (25%) om uitbreiding van het bestaande machinepark. De lage rentevoeten zijn voor 70% van de Duitse bedrijven erg belangrijk. Maar voor twee op de drie bedrijven heeft die lage rentevoet geen grote rol gespeeld bij investeringsbeslissingen. De economische noden van het bedrijf blijken dus belangrijker dan de macro-
economische factoren die het investeren goedkoper maken. Men kijkt naar de noden van het eigen bedrijf en beslist vanuit die vaststellingen om te investeren. Tenslotte vroegen ze ook naar de bedrijfsresultaten. Daar blijkt eveneens dat de situatie lang niet zo slecht is als men zou verwachten. Voor 54% van de bedrijven is het eigen vermogen gestegen, voor 35% bleef het constant en bij 10% is het gedaald. De situatie in Duitsland lijkt dus positief. Een kleine randbemerking bij dit resultaat is dat we niet weten hoe sterk het eigen vermogen gestegen of gedaald is en dat we niets weten over de rendabiliteit en het rendement van de ondernemingen.
UW ONTSTOPPELWERK OMVORMEN DANKZIJ DE HORSCH TECHNOLOGIE
Terrano FX (3 tot 6 m) – de universele ontstoppelaar om oppervlakkig en dieper te werken ✔ TerraGrip tanden met uitbreekkracht van 570 kg ✔ Verschillende mogelijkheden nalooprollen voor alle soorten grond ✔ MulchMix schaar om intensief te mengen, LD schaar om te diepwoelen ✔ Geen smeernippel op de 3 m en 3.5 m uitvoeringen ✔ Gering trekvermogen dankzij de speciale vorm van de tandhouder ✔ Top service dankzij een opgeleid en bekwaam netwerk
HORSCH Belgium Rue d’Audregnies - B-7608 Wiers Tel : 0475 255 755 - 0478 255 496
[email protected]
Landbouw-service /
23
> OVERLEG
Overleg kabinet Borsus Op 3 februari 2015 werd de voltallige raad van bestuur van Landbouw-Service ontvangen door het kabinet van Federaal Minister Willy Borsus, Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie. Het was de eerste keer dat een minister zelf een sector uitnodigt om de problemen in de sector aan te kaarten. Volgende items kwamen daarbij aan bod: Rechtszekerheid voor ondernemen • Het beroep van loonwerker is niet erkend. Ook is er geen duidelijke definitie van wat een loonwerker is. Voor Landbouw-Service zijn loonwerkers: alle aannemers van land- of tuinbouwwerken, ongeacht of deze dienstverlening gratis gebeurde of in familieverband. Iedereen die dus land- of tuinbouw werken uitvoert voor derden is volgens ons een loonwerker. Die definitie moet ook op nationaal en op Europees vlak meer
24
/ Landbouw-service
uitstraling krijgen. Op die manier kan het beroep erkend worden en kan de sector in aanmerking komen om te genieten van Europese of regionale steunmaatregelen. • Oneerlijke concurrentie met de landbouwsector: vele leden-loonwerkers klagen over oneerlijke concurrentie met landbouwers die machines aankopen met Europese of regionale steun en zo goedkoper kunnen werken. Daarnaast heeft LandbouwService tijdens het gesprek met het kabinet ook de problematiek van het zwartwerk aangekaart, een aantal
bedrijven werkt onder de prijs om toch maar de machines te kunnen inzetten. • Tenslotte is er een probleem bij de inplanting van bedrijven. Meer en meer landbouwloonwerkers ontplooien andere bedrijfsactiviteiten, zoals grondverzet, onderhoud van voetbalvelden of vervoersactiviteiten. Dit kan niet meer gezien worden als een landbouwactiviteit, hoewel de bedrijven zich meestal bevinden in landbouwzone. Deze problematiek is geregionaliseerd en wordt ook besproken met de regionale kabinetten.
<
Tewerkstelling • Tijdens het onderhoud met het kabinet werd de problematiek van de tijdelijke arbeiders versus seizoensarbeiders besproken. Ook de invulling van de risicogroepen en de problematiek economische werk loosheid en werk loosheid wegens slecht weer kwam uitgebreid aan bod. Reglementering • De sector heeft de laatste jaren te maken gekregen met een aantal nieuwe reglementeringen, zoals het Koninklijk Besluit over de nummerplaten (inschrijving voertuigen), die volgens ons geen enkel nut heeft. Daarnaast is er een duidelijk Koninklijk Besluit over de periodieke keuring van landbouwtractoren. Er is een Koninklijk Besluit over de accijnzen, dat voor de meeste loonwerkers te onduidelijk en onwerkbaar is. Andere reglementeringen waar
Minister Borsus
de sector mee kampt, is de BTWreglementering, de reglementering van werken in onroerende staat (art. 30bis) en de zogenaamde werfmelding.
KUHN, DAT IS MIJN KRACHT!
Landbouw-Service is erkentelijk dat het kabinet en de minister rekening wil houden met de verzuchtingen van onze sector. We komen later terug op de (hopelijk) behaalde resultaten.
LSB 1270
doeltreffend
✔ ✔ ✔ ✔ ✔
www.packoagri.be
Meer dan 30 jaar ervaring Integral Rotor: capaciteit en eenvoud Power Density voorkamer Twin-Step knoopsysteem Stevige, strakke en mooi gevormde balen
PACKO AGRI WERKT UITSLUITEND MET
EEN PROFESSIONEEL DEALERNET. KENNIS EN SERVICE BIJ DE DEUR.
Landbouw-service /
25
> DOUANE EN ACCIJNZEN
Wees op uw hoede: controles komen er aan In de vorige edities van het magazine gingen we dieper in op de problematiek van de accijnsreglementering, het gebruik van witte of rode diesel (zowel de vrijgestelde rode diesel als de rode diesel voor industriële en commerciële doeleinden).
L
andbouw-Service heeft een film gemaakt waar de reglementering wordt uitgelegd. De link naar deze film, die via internet kan worden bekeken, kan worden opgevraagd bij het secretariaat. Een aantal leden heeft ons reeds gecontacteerd omdat ze geconfronteerd worden met controles door de douane. Daarom lichten we nogmaals de huidige reglementering toe.
Geen periodieke keuring ? Loonwerkers die alleen land- en tuinbouwwerken doen met een land- of bosbouwtractor, moeten deze voertuigen niet aanbieden voor periodieke keuring. Evenwel moeten wel accijnzen betaald worden:
• Voor land- en bosbouwactiviteiten op het veld: vrijgesteld van accijnzen, indien de gebruiker een vergunning energieproducten en elektriciteit (contingentnummer) heeft. • Voor alle trajecten tussen hoeve en veld: vrijgesteld van accijnzen, indien de gebruiker een vergunning energieproducten en elektriciteit (contingentnummer) heeft. • Voor alle andere trajecten (aan- of afvoeren van of naar andere locaties, gekoppeld aan het loonwerk op het veld): gasolie belast tegen het tarief industriële en commerciële doeleinden (22,68 euro per 1.000 liter) • Activiteiten buiten de landbouw, evenals transport is verboden met deze tractoren.
Of wel periodieke keuring? Wordt een landbouw- of bosbouwtractor ook ingezet voor activiteiten buiten de landbouw? Of wordt een landbouw- of bosbouwtractor ook ingezet voor het vervoeren van producten, zonder dat dit gekoppeld is aan landbouwloonwerk op het veld? Dan is deze tractor onderhevig aan periodieke keuring. Er zijn wel enkele uitzonderingen. Landbouwtrekkers gebruikt door de wegbeheerders of hun aannemers voor het onderhoud van de omgeving van wegen of tijdens de winter voor het ruimen van sneeuw of het uitstrooien op de openbare weg van stoffen om het verkeer te beveiligen bij gevaarlijke weersomstandigheden of andere blijven tevens vrijgesteld van deze periodieke technische keuring. 1. De land- en bosbouwtractoren die onderhevig zijn aan periodieke keuring, en waarvan er op jaarbasis minimum 50 % van de uren worden gepresteerd voor land- of bosbouwactiviteiten (alleen de vrijgestelde activiteiten worden geteld, dus land- of bosbouwactiviteiten en trajecten tussen hoeve en veld): - Voor land- en bosbouwactiviteiten op het veld: vrijgesteld van accijnzen (rode diesel, de gebruiker moet immers een vergunning energieproducten en elektriciteit (contingentnummer) hebben. - Voor alle trajecten tussen hoeve en veld: vrijgesteld van accijnzen (rode diesel, de gebruiker moet immers een vergunning energieproducten
26
/ Landbouw-service
SOCIALE ACTUALITEITEN ¡
en elektriciteit (contingentnummer) hebben. - Voor aan- of afvoeren van of naar andere locaties, gekoppeld aan het loonwerk op het veld: vrijgestelde rode gasolie met bijbetaling van een supplement witte gasolie (forfait van 0,2 liter per gepresteerd uur en per kilowatt van de betrokken tractor) - Activiteiten buiten de landbouw, evenals transport: vrijgestelde rode gasolie met bijbetaling van een supplement witte gasolie (forfait van 0,2 liter per gepresteerd uur en per kilowatt van de betrokken tractor) - Alle activiteiten die niet vallen onder de definitie van land- en bosbouwactiviteiten op het veld en trajecten tussen hoeve en veld moeten geregistreerd worden via een registratieformulier. Dit formulier moet per kwartaal en per tractor bijgehouden worden en moet altijd voorhanden zijn in de desbetreffende tractor bij de uitvoering van niet-vrijgestelde activiteiten. Vóór de aanvang van elke nietvrijgestelde activiteit moet het registratieformulier aangevuld worden;
2. De land- en bosbouwtractoren die onderhevig zijn aan periodieke keuring, en waarvan er op jaarbasis maximum 50 % van de uren worden gepresteerd voor land- of bosbouwactiviteiten (alleen de vrijgestelde activiteiten worden geteld, dus land- of bosbouwactiviteiten en trajecten tussen hoeve en veld): - Voor land- en bosbouwactiviteiten op het veld: vrijgesteld van accijnzen, indien de gebruiker een vergunning energieproducten en elektriciteit (contingentnummer) heeft. - Voor alle trajecten tussen hoeve en veld: vrijgesteld van accijnzen, indien de gebruiker een vergunning energieproducten en elektriciteit (contingentnummer) heeft. - Voor aan- of afvoeren van of naar andere locaties, gekoppeld aan het loonwerk op het veld: witte gasolie, waarbij geen contaminatie is toegestaan. - Activiteiten buiten de landbouw, evenals transport: witte gasolie, waarbij geen contaminatie is toegestaan. - Registratie van de activiteiten is niet nodig.
Lonen PC 132 Technische land- en tuinbouwwerken (132.000) 01/04/2014 CATEGORIE 1 Categorie 1A
8.65 €
Categorie 1B
10.56 €
Anciënniteit van 1 tot 5 jaar (+0,03 €)
10.59 €
Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €)
10.61 €
Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €)
10.71 €
Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €)
10.81 €
Anciënniteit vanaf 20 jaar (+0,38 €)
10.94 €
CATEGORIE 2 11.09 €
Categorie 2 Anciënniteit van 1 tot 5 jaar (+0,03 €) Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €)
11.14 €
Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €)
11.24 €
Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €)
11.34 €
Anciënniteit vanaf 20 jaar (+0,38 €)
11.47 €
CATEGORIE 3 11.66 €
Categorie 3 Anciënniteit van 1 tot 5 jaar (+0,03 €)
11.69 €
Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €)
11.71 €
Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €)
11.81 €
Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €)
11.91 €
Anciënniteit vanaf 20 jaar (+0,38 €)
12.04 €
CATEGORIE 4 12.84 €
Categorie 4 Anciënniteit van 1 tot 5 jaar (+0,03 €)
12.87 €
Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €)
12.89 €
Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €)
12.99 €
Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €)
13.09 €
Anciënniteit vanaf 20 jaar (+0,38 €)
13.22 €
CATEGORIE 5 Categorie 5
14.08 €
Anciënniteit van 1 tot 5 jaar (+0,03 €)
HERINNERING 1 Vrijstelling, bijbetaling van accijnzen of witte diesel heeft niets te maken met de nummerplaten, maar wel met het feit of een tractor onderhevig is aan periodieke keuring of niet.
11.12 €
14.11 €
Anciënniteit vanaf 5 jaar (+0,05 €)
14.13 €
Anciënniteit vanaf 10 jaar (+0,15 €)
14.23 €
Anciënniteit vanaf 15 jaar (+0,25 €)
14.33 €
Anciënniteit vanaf 20 jaar (+0,38 €)
14.46 €
Vergoedingen Vergoeding op verplaatsing
HERINNERING 2 Het brandstofreservoir van een tractor die ter beschikking gesteld wordt aan een gebruiker zonder de nodige vergunning ‘energieproducten en elektriciteit’ mag geen gemerkte rode gasolie, of sporen daarvan, bevatten.
15.71 €
Huisvestingsvergoeding Scheidingsvergoeding per verplichte overnachting
8.52 €
Nachtwerk in de winteruurregeling (tussen 22u en 6u)
+20 %
in de zomeruurregeling (tussen 23u en 7u)
+20 %
Landbouw-service /
27
> kilometerheffing
Loonwerkers slachtoffer van kilometerheffing? Persbericht van Francesco Vanderjeugd (Open Vld) Uit het antwoord van minister van mobiliteit Ben Weyts op een schriftelijke vraag van Vlaams Volksvertegenwoordiger Francesco Vanderjeugd (Open Vld) over de impact van de kilometerheffing voor vrachtvervoer blijkt dat de loonwerkers in de landbouw niet kunnen rekenen op een vrijstelling van de kilometerheffing, terwijl hun collega-landbouwers dat wel kunnen. Vanderjeugd betreurt dat de loonwerkers alweer over het hoofd gezien worden, terwijl ze een belangrijke functie vervullen in de landbouwsector. Kilometerheffing Er werd in augustus 2012 tussen de drie Gewesten afgesproken om samen een kilometerheffing in te voeren voor vrachtvervoer op Belgische wegen. Het eurovignet dat tot dusver gebruikt werd zou dus afgeschaft worden en vervangen worden door een heffing van €0,15 per gereden kilometer. De achterliggende redenering: niet elk voertuig heeft een zelfde impact op de infrastructuur van de weg; een invoering van een slimme kilometerheffing waarbij elke weggebruiker een eerlijke bijdrage betaalt om de wegen te kunnen onderhouden en de impact op het milieu te verminderen.
Nieuwe uitdagingen voor de landbouwsector Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond, gaf in maart al aan dat de kilometerheffing voor de landbouwsector zware implicaties kan hebben, zelfs al zou een vrijstelling er komen voor de landbouwvoertuigen zelf. Hij verwees daarmee naar de transportsector die verantwoordelijk is voor de aanvoer van bijvoorbeeld veevoeder of het transport van groenten, fruit en vee, en die binnenkort mogelijks een tienvoud aan wegenbelastingen zal betalen. Vanderjeugd deelt de vrees dat de verleiding groot zal zijn om die extra kosten door te rekenen aan de
28
/ Landbouw-service
landbouwers. Die staan aan het eind van de keten staan en hebben niet de mogelijkheid om de meerkost te recupereren via de prijsvorming van hun eindproduct.
Vrijstelling voor kilometerheffing De Vlaamse Regering erkent het probleem door de landbouwvoertuigen vrij te stellen van de kilometerheffing, maar vergeet daarbij de 600 Vlaamse loonwerkers, die zelf ook over landbouwvoertuigen beschikken mee vrij te stellen. Vanderjeugd: “Ik vind het alweer een gemiste
kans om de waardevolle bijdrage van loonwerkers aan onze landbouw te erkennen. Gelet op hun groeiend belang in onze landbouw is het aangewezen dat loonwerkers in het algemeen geen concurrentienadeel ervaren ten aanzien van landbouwers voor die zaken waar een level playing field te rechtvaardigen is. “Ik hoop dat deze oefening snel zal worden uitgevoerd, zodat de ongelijkheden kunnen worden weggewerkt”, stelt Francesco Vanderjeugd.
Wat betekent de kilometerheffing concreet? • Vlaanderen: de Vlaamse administratie heeft een reeks tarieven voor iedere Euro-klasse op punt gesteld. Globaal betaalt een vervoerder voor een voertuig: - tussen 3,5 en 12 ton: tussen 6 en 14,3 eurocent/km volgens zijn Euroklasse - tussen 12 en 32 ton: tussen 11,3 en 19,6 eurocent/km - + 32 ton: tussen 11,7 en 20 eurocent/km • Wallonië: gemiddeld 12,5 eurocent/km. Aan Waalse kant praat met altijd over een gemiddeld tarief van 12,5 eurocent/km, maar dit bedrag werd nog niet officieel gemaakt. Men weet ook niet of dit tarief Euro 5- of Euro 6-voertuigen als referentie zal nemen. • Brussel: drie soorten tarieven: - Ring: Vlaams tarief - Lanen en regionale assen: gemiddeld tussen 23 en 26 eurocent - Gemeentelijke wegen: gemiddeld tussen 35 en 37 eurocent
GRATIS TESTRIT!
TESTTEAM ZOEKT BOER!
BOEK NU UW DEMO MET EEN TRACTOR OF OOGSTMACHINE OP
WWW.NEWHOLLANDDEMO.BE Overtuig uzelf van onze meerwaarde voor uw bedrijf. Heel eenvoudig: vraag nu een testrit aan op www.newhollanddemo.be en ervaar zelf de kracht, zuinigheid, precisie en het rijcomfort van onze machines.
> loonwerkbedrijven
Agrarisch gebied en steun voor loonwerkbedrijven? Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer ondervroeg minister van Landbouw Joke Schauvliege in de commissie Landbouw over de problemen waarmee loonwerkbedrijven geconfronteerd worden.
L
oonwerkbedrijven voeren heel wat werkzaamheden uit binnen de agrarische sector. Deze bedrijven bieden de agrarische sector een meerwaarde vanwege de gespecialiseerde machines voor grondbewerking en oogst. Bovendien beschikken zij over de nodige werknemers om de gespecialiseerde machines te bedienen. Toch ondervinden loonwerkers vandaag de dag heel wat moeilijkheden. De kostprijs van het materiaal neemt toe. De vernieuwingsgraad van de machines moet hoog genoeg zijn om te voldoen aan de recente ontwikkelingen. Bovendien zijn er minder klanten vanwege het dalend aantal landbouwers. Ook de energie- en loonkosten nemen jaarlijks toe.
30
/ Landbouw-service
Om enerzijds de kosten te drukken en anderzijds de onzekerheid aan inkomsten te beheersen besluiten loonwerkers veelal om hun activiteiten te verbreden. Dit is geen onlogische keuze, een diversificatie aan inkomsten biedt een bedrijf immers meer zekerheid. Die verbreding uit zich dan vooral in het uitvoeren van grondwerken omdat ze reeds beschikken over machines dat hiervoor ingezet kunnen worden. Toch is die verbreding niet evident. Door de verbredingsactiviteiten uit te oefenen worden de loonwerkbedrijven nu en dan als zonevreemd beschouwd. Toch ligt de oorsprong van het loonwerkbedrijf in de agrarische sector, en voert het nog steeds agrarische activiteiten uit. Minister Schauvliege antwoordde dat
de aard van het loonwerkbedrijf bepalend is voor de vestigingsplaats: een aan de landbouw verwant bedrijf kan terecht in agrarisch gebied, loonwerkbedrijven die niet aan de landbouw verwant zijn, worden doorverwezen naar industriegebieden. De minister wees er ook op dat loonwerkbedrijven geen beroep kunnen doen op VLIF-steun. De Europese regelgeving voorziet enkel steun voor landbouwers en groepen van landbouwers. Jos De Meyer wees nogmaals op het probleemsituatie voor landbouwers die diversifiëren en vroeg de minister de buitenlandse regelgeving dienaangaande na te gaan. Hij hoopt dat de minister daarin inspiratie kan vinden voor de Vlaamse regelgeving.
>
VLAAMS PARLEMENT: Vraag om uitleg over vestiging en steun voor loonwerkbedrijven van woensdag 1 april 2015, 9.30u van Jos De Meyer aan minister Joke Schauvliege De heer Jos De Meyer (CD&V): Voorzitter, minister, collega’s, gezien onze zware agenda probeer ik mijn vragen samen te vatten. Loonwerkbedrijven verrichten heel wat werk in de landbouwsector. Toch ondervinden loonwerkers jammer genoeg heel wat moeilijkheden. De kostprijs van het materiaal neemt toe. De vernieuwingsgraad van de machines moet hoog genoeg zijn om te voldoen aan de recente ontwikkelingen. Bovendien zijn er minder klanten, vanwege het dalend aantal landbouwers. Ook de energie- en loonkosten nemen jaarlijks toe. Naast de loonkosten is het niet evident om het personeel een jaar rond aan het werk te houden, vanwege de seizoensgebonden activiteiten. Ook zijn er heel wat landbouwbedrijven die machines gezamenlijk gebruiken in machineringen. Daarnaast voeren landbouwbedrijven ook zelf loonwerken uit, vanwege de aankoop van een specifieke machine. Zo vermeldt het Landbouwrapport 2014 (LARA) dat het aantal landbouwbedrijven die naast activiteiten op het eigen bedrijf ook loonwerk verrichten, gestegen is van 618 in 2010 tot 949 in 2013. Om enerzijds de kosten te drukken en anderzijds de onzekerheid aan inkomsten te beheersen, besluiten loonwerkers veelal om hun activiteiten te verbreden. Dat is geen onlogische keuze. Een diversificatie aan inkomsten biedt een bedrijf immers meer zekerheid. Die verbreding uit zich dan vooral in het uitvoeren van grondwerken, omdat ze reeds beschikken over machines die daarvoor ingezet kunnen worden. Toch is die verbreding niet evident. Door de verbredingsactiviteiten uit te oefenen, worden de loonwerkbedrijven nu en dan als zonevreemd beschouwd. Toch ligt de oorsprong van het loonwerkbedrijf in de agrarische sector, en voert het nog steeds agrarische activiteiten uit.
Minister, in welke zone moeten loonwerkbedrijven gevestigd zijn? Is dat afhankelijk van de omvang van het bedrijf? Is het afhankelijk van de verbredingsactiviteiten van het bedrijf? Wordt er een onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe bedrijven? Wat is de trend in het aantal loonwerkbedrijven? Komen er nieuwe bedrijven bij? En zo ja, waar moeten die zich vestigen? Naar aanleiding van de gedachtewisseling over het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling III (PDPO III) op 11 maart hebt u ons een antwoordje laten bezorgen, waarin u stelde dat loonwerkbedrijven eigenlijk geen beroep kunnen doen op de klassieke steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). U beroept zich daarvoor op artikel 17, paragraaf 1a van de verordening 1305/2013, waarin wordt gesteld: “Bedoelde steun wordt verleend aan landbouwers en groepen van landbouwers.” Dat is duidelijk, maar ik heb ook gewezen op een aantal landbouwbedrijven die als diversificatieactiviteit soms loonwerk hebben. Dat is natuurlijk een onderscheid met de echte loonwerkbedrijven. Men zegt mij dat zij zich eigenlijk beroepen op artikel 119, tweede lid, van diezelfde Europese verordening, dat stelt dat steun verleend kan worden aan landbouwers of groepen landbouwers die diversifiëren naar nietagrarische activiteiten. Men wijst dan op een aantal landen zoals Italië. Dat brengt mij bij een bijkomende vraag, waar u wellicht niet meteen op zult kunnen antwoorden. Kunt u door de diensten eens laten opzoeken hoe het zit met die regeling rond VLIF en loonwerkbedrijven in het buitenland, en heel specifiek voor die groep van landbouwbedrijven die diversifiëren en vanwege een onvoldoende inkomen soms een tweede activiteit op hun landbouwbedrijf uitoefenen?
op de openbare weg vergund worden van een aantal landbouwvervoermiddelen, wat door de transporteurs was aangeklaagd wegens geen tachograaf, het niet bijhouden van reistijden en dies meer. Daar is een heel debat over gevoerd, dat erop uitmondde dat men het is gaan specificeren volgens de vergunningen, de nummerplaten en zo meer. Het probleem is dus complex, en ik ben blij dat collega De Meyer het opnieuw aanhaalt. De minister heeft inderdaad gezegd dat dat type van onderneming niet in aanmerking zou komen voor VLIF-steun. De concentratie van het gebruik van landbouwmachines en de omvang en vernieuwing ervan brengen met zich mee dat men een soort no man’s land begint te krijgen van landbouwers die loonwerkers zijn, van loonwerkers die landbouwbedrijven als enige klant hebben, van loonwerkers die ook andere bedrijven als klant hebben. Het is een complexe aangelegenheid. Dat vindt zich terug in de vestigingsmogelijkheden, in de afstanden die men mag doen en zo meer. Ik wil daarom de suggestie doen dat wij die federaties of groepen hier eens zouden aanhoren. Het gaat om een soort tussenniveau. Men weet niet goed waar het zit. Het is uit en voor de landbouw gegroeid, maar het is soms in concurrentie met de transporteurs. Het lijkt mij goed, voorzitter, om eens naar hen te luisteren en meer te weten te komen over hun eigen situatie. Er is al verwezen naar de machineringen. Dat is ook een manier van samenwerken. Wordt daar betoelaging aan gegeven door VLIF? Onder welke vorm moet men dat dan doen? Enfin, er zijn een aantal zaken die de moeite lonen om het probleem in de breedte te bespreken in deze commissie, in een hoorzitting met de federaties of met de groeperingen.
De heer Herman De Croo (Open Vld):
Mevrouw Sofie Joosen (N-VA)
Ik heb enkele maanden geleden nog een studiedag bijgewoond in verband met het
Ik heb nog twee bemerkingen. Het onderscheid tussen de para-agrarische bedrijven en de zuiver commerciële dienst- > Landbouw-service /
31
> loonwerkbedrijven
> verlenende en industriële bedrijven is inderdaad soms moeilijk te bepalen. Volgens arresten van de Raad van State vallen grondwerken echter niet onder die para-agrarische bedrijven. Ten tweede: is het dalende aantal landbouwers wel een goede indicatie om het potentieel van het aantal opdrachten te bekijken? Bedrijfsoppervlaktes nemen immers toe. Is door die schaalvergroting de kans op opdrachten dan weer niet groter? Is VLIF-steun dan opportuun?
Minister Joke Schauvliege: Mijnheer De Meyer, we moeten een onderscheid maken tussen het aspect ruimte – ruimtelijke ordening en inplanting – en het aspect van de steun. Beide zaken komen aan bod. Wat een zuiver loonwerkbedrijf betreft, gaat het, als je naar de gewestplannen kijkt, om een aan de landbouw verwant
bedrijf. Zij kunnen zich dus vestigen in agrarisch gebied, voor zover hun activiteit daar nuttig of nodig is. Landbouwloonwerkbedrijven kunnen ook een directe relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven. Ze moeten dat ook aantonen. Op die manier kunnen ze daar dus aan bod komen. Natuurlijk moet de schaal van de bedrijven ook altijd beantwoorden aan de omgeving. Dat heeft dan te maken met de vergunning die verleend wordt. Aan de landbouw verwante bedrijven dienen gevestigd te worden in bestaande landbouwbedrijfszetels. Indien een verbredingsgraad geen nauwe relatie heeft met het landbouwproductieproces, kan het zijn dat zij worden doorverwezen naar industriegebied. Hoe zit het met de cijfers? Bij de landbouwtelling van 2007 waren er 378 loonwerkbedrijven, bij de telling van 2013 949. Er is dus een opmerkelijke groei van het
aantal landbouwbedrijven dat ook aan loonwerk doet. De aard van hun loonwerkactiviteit is bepalend voor de plaats waar ze zich kunnen vestigen. VLIF-steun geven wij voor diversificatie tout court. Het is wel zo dat investeringssteun, specifiek voor loonwerkers, niet mogelijk is onder de nieuwe maatregel rond projectsteun voor innovatie. De Europese wetgeving zegt dat deze steun enkel kan worden gegeven aan landbouwers en groepen van landbouwers. Als verschillende landbouwers samen één machine kopen, kunnen ze daar dus wel steun voor krijgen, mijnheer De Croo. Men kan wel opleiding volgen via onze maatregel rond naschoolse vorming. Voor investeringen zijn ze dus veeleer aangewezen op steunmechanismen in het beleidsveld Economie. Dat zij daar niet onder vallen, komt doordat de nadruk vooral op de duurzaamheidscriteria ligt. Eigenlijk geven wij in VLIF nagenoeg geen ondersteuning meer wanneer een landbouwer bijvoorbeeld een nieuwe tractor koopt. Dat maakt dat wanneer een loonwerker dergelijke machines koopt, hij daar geen steun voor kan krijgen omdat het niet valt onder de duurzaamheidscriteria. Zo zit het vandaag in elkaar. Ruimtelijk hangt het een beetje af van hoe groot het is en welke soort activiteit het is. Het is duidelijk dat ze niet onder de VLIF-steun vallen.
De heer Herman De Croo (Open Vld): Ik ben tevreden met het antwoord, als wij het krijgen van bijkomende informatie kunnen organiseren, waarover de commissie zal beslissen.
De heer Jos De Meyer (CD&V):
Zwaar en licht tegelijk? Ja, dat is mogelijk met de nieuwe TM1000 High Power banden van Trelleborg. Deze banden beschikken over een extra breed contactoppervlak, waardoor de bodemdruk nog verder wordt verminderd, zodat uw productiviteit en de gewasopbrengsten stijgen. Bovendien rollen de banden zo gemakkelijk, dat het brandstofverbruik en de uitstoot omlaag gaan, om zo een bijdrage te leveren aan een duurzame productie. www.trelleborg.com/wheelsystems/nl
32
/ Landbouw-service
Er zijn twee elementen. Zoals u terecht zegt, minister, is er het aspect van ruimtelijke ordening. Van de zuivere loonwerkbedrijven zegt u dat ze kunnen worden gevestigd in agrarisch gebied. Ik denk dat uw antwoord op dat vlak meer dan terecht is. Anderzijds zegt u dat in sommige situaties het industrieterrein wordt. De grote vraag bij een aantal loonwerkbedrijven is: vanaf welk moment is het niet meer
<
agrarische zone maar wel industrieterrein? Daar gaat een aantal discussies over. U begrijpt dat de voorwaarden voor landbouwzone of industrieterrein heel wat financiële implicaties hebben voor de bedrijven. Wat betreft de VLIF-steun, is het zeer duidelijk dat volgens de regelgeving zoals ze vandaag is, een zuiver loonwerkbedrijf niet valt onder VLIF-steun, of we dat nu jammer vinden of niet. Het kan wel genieten van kmo-steun, waar minister Muyters bevoegd voor is. Ik heb hem
daar reeds schriftelijke vragen over gesteld. Daaruit blijkt dat er nagenoeg geen beroep wordt gedaan op de kmosteun. Mogelijk moet eens worden bekeken hoe de regelgeving van de kmo-steun kan evolueren of aangepast worden zodat loonwerkbedrijven er effectief gemakkelijk gebruik van kunnen maken. Volgens de Europese regelgeving kunnen ze jammer genoeg geen gebruik maken van VLIF-steun. Het discussiepunt blijft voor mij wel hoe het zit met landbouwbedrijven die diver-
sifiëren. U zegt dat u in het kader van duurzaamheidscriteria ook geen steun meer geeft voor bijvoorbeeld tractoren en dat u dat evident dan ook niet kunt doen voor het diversifiëren in de richting van loonwerkbedrijven. Ik kan deels die redenering volgen, maar daarvan vraag ik toch eens te bekijken hoe dat in het buitenland is en of dat inspiratie kan geven voor onze regelgeving. Mocht u daar meer nieuws over hebben, dan kan ons dat uiteraard via het commissiesecretariaat worden bezorgd.
DOSSIER MEST
Europa gaat akkoord met nieuw Vlaams mestactieprogramma De Europese Commissie heeft het nieuwe mestactieplan (MAP5) voor Vlaanderen goedgekeurd. De waterkwaliteit moet nog verbeterd worden door aanpassing van de bemesting. Europa is ervan overtuigd is dat we tegen 2018 de doelstellingen voor de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater kunnen halen met de voorgestelde maatregelen. Naast Nederland en Denemarken heeft ook Vlaanderen nog altijd de meest vervuilde beken en rivieren. Dit komt onder
meer door een overschot aan dierlijke mest. MAP5 moet daarin verandering brengen, met een voortzetting en versterking van de gebiedsgerichte aanpak en strengere maatregelen in probleemgebieden (focusgebieden, waar de nitraatconcentratie in het oppervlaktewater overschreden wordt of de nitraatconcentratie in het grondwater onvoldoende positief evolueert). Landbouwbedrijven met meer dan de helft van hun areaal in deze focusgebieden zullen als focusbedrijven aangeduid worden. Voor hen gelden onder andere strengere
drempelwaarden voor het nitraatresidu en een korter bemestingsseizoen. Tegen 2018 mag in maximum vijf procent van de meetpunten de norm van 50 milligram nitraat per liter water nog overschreden worden. Met MAP4 werd toegewerkt naar maximaal 16 procent ‘slechte’ meetpunten in landbouwgebied, maar we zijn vorig jaar gestrand op 21,1 procent rode MAP-meetpunten. Twee provincies, Oost-Vlaanderen en VlaamsBrabant, voldeden wel aan de oude doelstelling.
Landbouw-service /
33
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
DOSSIER Mecanisatie door Otto Oestges
nieuwigheden
Hooibouwmachines: wat is er nieuw voor 2015? De nieuwe hooibouwmachines die dit jaar voorgesteld werden, bieden talrijke verbeteringen om de werkcapaciteit te verhogen, meer veiligheid te bieden tijdens het werk en de kwaliteit van het geoogst product te verhogen. Claas Claas stelt dit jaar de nieuwe MA X CUT maaibalk voor die volledig nieuw ontworpen is voor alle maaiers uit het gamma. Het gaat om niet minder dan 28 modellen met een werkbreedte van 2,60 tot 9,10 m en die bovendien onderling verschillen door de bediening en het uitrustingsniveau. Met de modellen DISCO 8500 Trend en DISCO 9200 Trend (met werkbreedtes van 8,10 tot 9,10 m), biedt Claas twee nieuwe basismodellen aan voor gemengde bedrijven. De CONTOUR reeks omvat in totaal 6 modellen, met werkbreedtes van 8,90 tot 9,10 m. De DISCO 9200 Business uitvoering met of zonder kneuzer werd vooral ontwikkeld voor loonwerkers. De DISCO 9200 Autoswather wordt aangeboden met afvoertapijt en de DISCO 9400 C werd speciaal ontwikkeld voor tractoren met omkeerbare stuurpost.
34
/ Landbouw-service
Claas Disco 9200 Business
>
Na de voorstelling van het MAX SPREAD spreidsysteem (de tanden worden tangentieel geplaatst) op de VOLTO 1100 schudder en vervolgens de toepassing van het systeem op de modellen VOLTO 700, 800 en 900, stelt Claas dit jaar vier andere modellen voor die voortaan ook met het spreidsysteem uitgerust zijn. Het gaat om: • de modellen VOLTO 60 en 80 met 6 of 8 rotoren en werkbreedtes van 5,80 en 7,70 m ; • de VOLTO 800 TH (getrokken uitvoering met onafhankelijk as en 6 rotoren, goed voor een werkbreedte van 7,70 m) ; • de VOLTO 1300 T met tien rotoren met een diameter van 1,70 m, goed voor een werkbreedte van 13,00 m. Het gamma harken werd vervolledigd met twee nieuwe modellen met twee rotoren (LINER 700 en 800 TWIN) en één model met vier rotoren (Liner 3600). De Liner 700 en 800 harken leggen het zwad zijdelings af en hebben respectievelijke werkbreedtes van 3,50 tot 6,30 m en van 4,00 tot 7,50 m. De Liner 3600 vervangt het model 3500 en wordt voornamelijk gekenmerkt door een nieuw transportonderstel met aanpasbare hoogte (om onder de 4,00 m grens te blijven) tijdens verplaatsingen, door middel van een enkelwerkend hydraulisch ventiel.
Fella TS 7850
FELLA
minal in de cabine van de trekker maakt het mogelijk om alles Isobus-functies te beheren, zoals het heffen van de frontmaaier alsook de achtermaaiers links en rechts, de afvoerbanden, de zijafstelling, het automatisch open- en dichtklappen van de veiligheidstoepassingen dankzij ‘transport’ en ‘werk’ bedieningsknoppen op het scherm links en rechts, alsook het heffen of zakken van de volledige maaiercombinatie met een af te stellen temporisatie tussen de frontmaaier en de twee achtermaaiers. Het geheel wordt vervolledigd met belangrijke veiligheidsen controlefuncties, zoals een controle van het aandrijftoerental van de verschillende maaibalken. Op de getrokken modellen met hogere maaicapaciteit SM 3065 en SM 3575, stelde Fella nieuwe deflectoren voor, die de zwaden hydraulisch kunnen verleg-
Binnen het gamma schijvenmaaiers met middenophanging en TurboLift hydropneumatische maaibalk biedt Fella voortaan de modellen SM 3060 TL (met een werkbreedte van 3,00 m) met vingerof rollenkneuzer en SM 3570 TL KC (met een werkbredte van 3,50 m) voor de eerste keer met vingerkneuzer aan. De nieuwe schijvenmaaiercombinaties SM 8312 TL met rollen- of vingerkneuzer en een werkbreedte van 8,30 m en SM 9314 TL KCB met vingerkneuzer en een werkbreedte van 9,30 m beschikken voortaan over een ISOBUS bediening. Daardoor krijgt de bediening van de maaiers een nieuwe dimensie. De ter-
Krone EasyCut B 1000 CR
gen. De constructeur is van menig dat deze uitrusting minder duur is dan de klassieke zijdelingse transportbanden, terwijl de aflegnauwkeurigheid vergelijkbaar is. De hark met zijafleg TS 7850 werd verleden jaar voorgesteld en is voortaan aangeboden in TS 7850 PRO uitvoering, met elektro-hydraulische bedieningen. Deze machines maken het mogelijk om één of twee zwaden te maken. De werkbreedte bedraagt 7,80 bij één enkel zwad en 8,40 m bij het afleggen van twee zwaden.
KRONE Het gamma maaiers van Krone werd vervolledigd met drie nieuwe EasyCut modellen met CR rollenkneuzer of CV stalen vingerkneuzer. De EasyCut F >
Landbouw-service /
35
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
> 360 CR frontmaaier (met een werkbreedte van 3,60 m) kan gebruikt worden in combinatie met de nieuwe EasyCut B 1000 CR Collect (met werkbreedtes van 9,30 tot 10,10 m) of de EasyCut B 870 CV Collect (met een werkbreedte van 8,70 m). Met de EasyCut B 890, stelt Krone ook een krachtige maaicombinatie voor, zonder kneuzer met een werkbreedte van 8,60 tot 8,90 m, goed voor een werkcapaciteit van 10 tot 12 hectare per uur. Bij de schudders werd het aanbod van Krone vervolledigd met twee nieuwe modellen: de KW 11.22 met 10 rotoren en een werkbreedte van 10,95 m en de KWT 1600 met 14 rotoren en een werkbreedte van 15,25 m. Het gamma Swadro harken geniet voortaan van nieuwe ‘Lift’ tanden met gebogen punt om nog properder te kunnen harken, en met een grotere werkcapaciteit tot gevolg.
KUHN Kuhn vernieuwde de getrokken maaier-kneuzers uit het gamma. De nieuwe modellen worden gekenmerkt met het cijfer ‘60’ in de benaming van de machine en worden aangeboden in werkbreedtes van 2,67 tot 4,00 m: FC 2860, FC 3160, FC3560 en FC 4060. Het model FC 2860 is alleen leverbaar met
Kuhn FC 3560
36
/ Landbouw-service
een zijdissel en de FC 4060 maaier is alleen verkrijgbaar met een centrale dissel, terwijl de twee tussenmodellen FC 3160 en FC 3560 zowel met zij- als met centrale dissel aangeboden worden. Al deze modellen zijn uitgerust met de GYRODINE aankoppeling op de onderste hefarmen, waardoor de transmissie altijd in lijn blijft. Deze machines zijn ook uitgerust met de OPTIDISC schijvendragers, een maaibalk die gekenmerkt wordt met een ongelijke tussenafstand tussen de schijven (meer vrije ruimte) om gewas af te voeren op het punt waar de schijven samenkomen en een kleinere tussensafstand waar de schijven uit elkaar gaan om een betere maaikwaliteit te bekomen dankzij de overlapping van de maaimesjes. Het kneuzen vindt plaats door middel van stalen en mobiele kneusvingers of door middel van stalen of kunststofrollen. Kuhn vervolledigde ook het gamma halfgedragen harken met grotere werkbreedte en middenafleg met de voorstelling van het model GA 9531, met een werkbreedte van 8,40 m tot 9,30 m. Zoals de meeste dubbele harken van Kuhn werd dit model ontworpen voor intensief gebruik en is dus helemaal aangewezen voor grotere bedrijven die de grotere capaciteit van een ronde balenpers of een vierkantige pers optimaal willen benutten, alsook voor loonwerkers en machineringen. De zwad-
breedte is regelbaar tussen 1,40 en 2,30 m en is dus geen beperkte factor voor de brede oprapers van persen als de volledige werkbreedte van de hark benut wordt. Een andere toepassing voor deze hark met 15 tandarmen per rotor (en een diameter van 4 m) is het samenbrengen van twee strozwaden achter maaidorsers uitgerust met een mes met een maximale werkbreedte van 7,50 m.
PÖTTINGER
Op basis van de grootste maaicombinatie beschikbaar op de markt, de Novacat S 12 met een werkbreedte van 11,20 m, ontwikkelde Pöttinger nu de S 10 maaicombinatie. Met een werkbreedte van 9,52 m is deze combinatie bestaande uit een front- en twee achtermaaiers in staat om een zeer hoge werkcapaciteit te bekomen (11 ha/uur) met een benodigd vermogen van amper 130 pk. De bediening is ook uiterst comfortabel: één dubbelwerkend ventiel voldoet om de volledige maaicombinatie te bedienen. Standaard wordt de machine aangeboden met het enkelzijdig heffen van een maaier en de selectie vindt plaats door een eenvoudige schakelaar. De volledige machine plooit dicht in transportstand door een enkelvoudige selectie en bediening van het ventiel. De transportbreedte bedraagt amper 2,20 m. Als grote nieuwigheid biedt Pöttinger voortaan de combinatie aan van een maaier met een zwadverlegger met vijzel, genaamd “CROSSFLOW”. Deze machine werd ontwikkeld op vraag van bepaalde gebruikers. De vijzel wordt bevestigd achter de maaibalk. Het gewas wordt opgenomen en vervolgens op zwaden afgelegd. Dit innoverend systeem biedt bovendien een unieke veelzijdigheid bij het gebruik of niet van de zwadverlegger. De vijzel kan gemakkelijk geopend en afgebouwd worden, waardoor de veehouder kan kiezen om de vijzel te gebruiken in bepaalde omstandigheden of de vijzel buiten werking te zetten bij andere omstandigheden. Het gamma Pöttinger schudders werd vervolledigd met twee getrokken model-
>
VICON Vicon stelt de EXTR∆ 632 T Farmer voor; een nieuwe gedragen schijvenmaaier met kneuzer. Dit model met middenophanging heeft een werkbreedte van 3,20 m, een regelbare aftakas- en kneustoerental, een breedspreidinrichting en een nieuwe hydraulische afstelling van de bodemdruk met bediening vanuit de cabine van de trekker.
Pöttinger Novacat 352 CROSSFLOW
len met grotere werkbreedte, de HIT 10.11 T en de HIT 12.14 T. De HIT 10.11 T is een getrokken schudder gekenmerkt door een universele dissel voor boven- of onderaanspanning, een transportonderstel en 10 rotoren voor een werkbreedte van 11,00 m. Het model HIT 12.14 T is ook een getrokken schudder met 12 rotoren, goed voor een werkbreedte 13,20 m. Het gamma harken werd uitgebreid met drie nieuwe modellen met twee rotoren en middenafleg: de TOP 612 C met een rotordiameter van 2,80 m, de TOP 702 met een rotordiameter van 3,07 m en de
Vicon Andex 1254
TOP 762 C met rotoren met 13 tandarmen en een rotordiameter van 3,30 m. Op de modellen TOP 702 C en TOP 762 C, wordt de werkbreedte mechanisch of hydraulisch afgesteld. De firma biedt verschillende onderstelmogelijkheden voor deze harken, gaande van de standaard onderstel met 3 wielen tot het pendelonderstel met 5 wielen, die bovendien ook nog uitgerust kunnen worden met het Multitast wiel, bevestigd voor de tanden. Ondanks een rotordiameter tot 3,30 m blijft de transporthoogte netjes onder de 4,00 m op alle modellen, en zonder tandarmen af te nemen.
Het gamma gedragen schudders werd uitgebreid met de Fanex 804, met een werkbreedte van 8,05 m. Ondanks de grotere werkbreedte bedraagt de transportbreedte iets minder dan 3,00 m, waardoor de schudder uiterst compact blijft voor verplaatsingen op de weg. De twee buitenste rotoren zijn uitgerust met de Vicon HexaLink vingeraandrijving, een eenvoudig en doeltreffend aandrijfsysteem dat bovendien ook toelaat om de rotoren dicht te plooien op 180° voor transport. De andere rotoren worden via cardaanassen aangedreven, waardoor het vermogen doeltreffend overgebracht wordt. Vicon stelt in 2015 ook een nieuwe hark met vier rotoren voor, de Vicon Andex 1254. Het gaat over een volledig nieuw ontwerp, met daarbij nog een modern design. Deze machine komt het zeer breed aanbod harken vervolledigen. Het gamma bestaat voortaan uit machines met een werkbreedte van 3,20 tot 15,00 m. De Andex 1254 is een hoge capaciteitshark uitgerust met 12 tandarmen per rotor. De twee achterste rotoren draaien aan een hoger toerental dan de twee voorste rotoren waardoor een grotere capaciteit bekomen wordt tijdens langere werkdagen. De hydraulische afstelling van de werkbreedte tussen 10 en 12,5 m laat bovendien ook toe om probleemloos te werken op kleinere percelen, alsook de zwadbreedte aan te passen aan de opraper van de pers, de opraapwagen of de hakselaar.
Landbouw-service /
37
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
Een nieuw gamma tractoren MF 7700
H
et nieuwe gamma MF 7700 werd voorgesteld aan de landbouwpers naar aanleiding van de opendeurdagen, begin april bij invoerder Matermaco in Gembloux. Het gamma MF 7700 omvat negen modellen met een maximaal vermogen van 140 tot 255 pk, en drie transmissie mogelijkheden. De MF 7700-reeks is uitgerust met 6 cilinder AGCO POWER motoren met een cilinderinhoud van 6,6 en 7,4 liter, en een SCR-systeem van de laatste generatie. Het Engine Power Management (EPM) vermogenbeheer is voortaan beschikbaar op alle modellen, ongeacht de transmissieuitvoering en biedt een vermogensboost tot 25 pk.
De drie transmissiemogelijkheden op deze tractoren zijn: • de traploze transmissie Dyna-VT, die beschikbaar is van de MF 7715 (150 pk) tot de MF 7726 (255 pk). In combinatie met het ‘EPM’ vermogenbeheer is het mogelijk om steeds het maximum uit de tractor te halen, zowel op gebied van prestaties dan op gebied van degelijkheid; • de semi-powershift transmissie Dyna-6 met 24 snelheden vooruit en achteruit en het veranderen van de 6 snelheden binnen 4 gamma’s zonder dat de bestuurder het koppelingspedaal moet intrappen. De Auto Drive automatisatie maakt het mogelijk om de 6 snelheden tijdens het werk of de 4 gamma’s tijdens verplaatsingen op de weg te veranderen zonder dat de bestuurder hoeft in te grijpen. De Dyna-6 Super ECO uitvoering wordt aangeboden op de modellen van 185 pk tot 255 pk, en laat een drastische verlaging van het brandstofgebruik toe, bij verplaatsingen op de openbare weg tegen 40 km/ uur aan een motortoerental van 1.500 omw/min. • de transmissie Dyna-4 is beschikbaar op de modellen MF 7714 en MF 7715. De Dyna-4 biedt 16 snelheden vooruit en achteruit met vier powershift stappen in elk van de 4 gamma’s zonder het koppelingspedaal in te drukken.
38
/ Landbouw-service
Specificaties van de MF 7700-reeks Model
Motor Aantal cilinders/ cilinderinhoud (liter)
Maximaal vermogen
Maximaal vermogen (+EPM)
Bespkikbare transmissies
MF 7714
6/6.6
140 pk
165 pk
Dyna-4
MF 7715
6/6.6
150 pk
175 pk
Dyna-4, Dyna-6-VT
MF 7716
6/6.6
160 pk
185 pk
Dyna-6
MF 7718 MF 7719 MF 7720 MF 7722 MF 7724 MF 7726
6/6.6 6/6.6 6/6.6 6/7.4 6/7.4 6/7.4
175 pk 185 pk 200 pk 215 pk 235 pk 255 pk
200 pk 210 pk 225 pk 240 pk 260 pk 280 pk
Dyna-6, Dyna-VT Dyna-6, Dyna-VT Dyna-6, Dyna-VT Dyna-6, Dyna-VT Dyna-6, Dyna-VT Dyna-6, Dyna-VT
Op de Dyna-4 en Dyna-6 transmissies is het voortaan mogelijk om de Automodus te activeren via het nieuw SIS kleurenscherm. Het motortoerental zal automatisch aangepast worden aan de gemeten last. Een neutrale functie via het rempedaal
wordt standaard aangeboden op alle modellen. Dankzij deze functie kan de gebruiker de transmissie ontkoppelen door het rempedaal eenvoudig in te drukken. Daardoor stijgen het comfort en de productiviteit, zeker tijdens werkzaamheden met een frontlader, bijvoorbeeld.
>
Het hydraulisch systeem maakt gebruik van een nieuwe Load Sensing pomp met een debiet van 190 l/min op alle modellen met traploze transmissie, en 110 l/ min of 150 l/min in optie op alle modellen uitgerust met de Dyna-6 transmissie. De modellen MF 7700 kunnen met maximaal acht dubbelwerkende ventielen uitgerust worden, vijf achteraan en drie vooraan. De vooras is nieuw ontworpen en is uit-
gerust met twee dubbelwerkende cilinders en een 30% groter werkbereik. Vermelden we nog dat de innovatielijst vervolledigd is met een nieuw SIS (of Set Up Information) kleurenscherm met een hogere resolutie om de leesbaarheid te vergroten. De volledige MF 7700 reeks kan ook af fabriek uitgerust worden met de AGCOMMAND toepassingen. Dit systeem biedt de gebruiker aan de moge-
lijkheid om de prestaties van zijn tractor of zijn machinepark van op afstand en heel eenvoudig te beheren, via een smartphone of een internet toegang. Deze nieuwe reeks kan natuurlijk ook uitgerust worden met het Auto-Guide 3000 automatisch geleidingsysteem. Af fabriek heeft het systeem een nauwkeurigheid van 10 cm, terwijl het ‘Go Mode’ systeem de gebruiker meer eenvoud waarborgt.
New Holland stelt een nieuwe generatie tractoren T7, T8 en T9 voor
D
e nieuwe T7-reeks tractoren met een nominaal vermogen van 140 tot 240 pk wordt gekenmerkt door een nieuw design en het gebruik van motoren met HI-e SCR ECO BlueTM technologie, met grotere prestatiebereiken. Deze 6 cilinder motoren werden ontworpen door FPt Industrial, voldoen aan de Tier 4B emissienormen zonder beroep te doen op de EGR hercirculatie van de uitlaatgassen of een FAP partikelfilter. Met een EPM extra boost bedraagt het vermogen 170 tot 270 pk. De tractoren uit de T7-reeks genieten ook van talrijke uitrustingen die de productiviteit verbeteren. Vermelden we onder andere: • nieuwe verlichtingsmogelijkheden met tot 16 LED werklichten op de cabine ; • het HTS II systeem om de verschillende operaties automatisch te laten afspelen op de kopakkers; • een ISOBUS uitrusting met voortaan het beheer van de rijsnelheid door een compatibel werktuig zoals bijvoorbeeld een New Holland BigBaler; • een ABS remsysteem met apart beheer van de remmen van elk wiel op de modellen vanaf 180 pk. De tractoren uit de T8-reeks zijn voortaan ook met de HI-e SCR ECO BlueTM technologie uitgerust om te kunnen voldoen aan de Tier 4B emissienormen. De vijf modellen zijn met een FPT Cursor 9 motor uitgerust met een maximaal vermogen van 284 tot 417 pk (of 320 tot 435 pk met boost).
Tijdens de SIMA stelde New Holland ook de T8.435 Smart Trax voor in avant-premiere. Dit model wordt gekenmerkt door wielen op de vooras en rubberen rupsen achteraan. Een beperkt aantal tractoren met Europese specificaties zal in het voorjaar aan het werk gaan in onze werkomstandigheden en daarachter beoordeeld worden voordat deze tractoren officieel tijdens het tweede semester 2015 zullen vermarkt worden. De T9 familie omvat zeven modellen met een nominaal vermogen van 410 tot 692 pk. Bij de standaard uitvoering bestaat de mogelijkheid om grote diameter banden met een loopvlak met een breedte van 900 mm te gebruiken zonder dat de totale
breedte 3,00 m overschreden wordt. De T9 onderscheidt zich ook door het hydraulisch vermogen, met tot acht dubbelwerkende ventielen achteraan. De standaard pomp heeft een hydraulisch debiet van 159 l/min. In optie kan men ook kiezen voor een pomp met een maximaal debiet van 216 l/min, die verder kan vergroot worden tot 428 l/min, in samenwerking met de Mega Flow TM pomp. Vermelden we ook nog dat de nieuwe generatie T9 over een nieuw aftakasaandrijving beschikt om een toerental van 1.000 omw/min te bekomen op een motortoerental van 1.800 omw/min in plaats van 2.000 omw/min op de voorgaande modellen.
Landbouw-service /
39
TOVER OOK EEN DistriTECH GLIMLACH OP JE GEZICHT
9 SPECIALISTEN 1 UNIEKE DIENST
DistriTECH is een zeer efficiënt technisch en commercieel team dat als enig doel heeft: u tevreden te stellen. Ondersteund door de JOSKIN diensten en een groot netwerk van partners-dealers biedt het een dienst van Topkwaliteit voor de machines van 9 belangrijke gespecialiseerde merken.
Dienstverlener, glimlach inbegrepen www.distritech.com
BREVI
HARDI
EVRARD
KRONE
STRAUTMANN
QUICKE
RAUCH
schijveneggen catRos & ceRtos
SULKY
Ons doel: 100% tevreden klanten
MONOSEM
tel : 04 377 35 45
Al 80 jAAr TrendSeTTer in België!
80 JAAR-ANS
premie van
500 €
per machine
1935-2015
RotoReggen ZA-TS Ke & Kg
premie TOT
3.000 € per machine
Zaaimachines D9 - aD & aD-P
informeer vAndAAg nog Bij uw deAler nAAr onZe verjAArdAgSAcTieS. u vindt alle acties ook op http://amazone.vanderhaeghe.be premie TOT
500 €
per machine
40
/ Landbouw-service
Tel.: 03 821 08 30 - e-mail:
[email protected]
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
>
Case IH Magnum Rowtrac
D
e Rowtrac werd voor het eerst voorgesteld tijdens de Eima beurs en verenigt de troeven van een klassieke trekker met minder insporing in bochten, veranderingen van rijrichting of activering van het differentieelslot. Deze trekker, die op basis van de bestaande Quadtrac ontworpen werd, is uitgerust met gewone wielen vooraan en rubberen rupsen achteraan. Daardoor beschikt de machine over vier contactpunten met de grond, waardoor de bodemdruk verlaagd is en er minder gewichtsoverbrenging is tussen de vooren de achteras, in vergelijking met een systeem met rupsen vooraan en achteraan. De wendbaarheid blijft onveranderd in vergelijking met de uitvoering met vier wielen.
John Deere stelt een volledige gamma Final Tier 4/Phase IV motoren voor
O
m aan de nieuwe Final Tier 4/Phase IV emissienormen te kunnen voldoen vertrouwt John Deere nog altijd op dezelfde aanpak, en heeft daarvoor een geïntegreerd controlesysteem voor de emissies ontworpen dat verschillende technieken van nabehandeling en verlaging van de emissies verenigt. Dankzij deze verschillende technologische eigen-
schappen is dit systeem ontworpen om te kunnen voldoen aan de wetgeving en om de tevredenheid van de klanteneisen te waarborgen in de verschillende vermogensklassen. Het geïntegreerd controlesysteem voor de emissies is beschikbaar in drie uitvoeringen voor de Final Tier 4/Phase IV motoren:
• voor de vermogensklasse van 48 tot 74 pk (36-55 kW), biedt John Deere motoren aan die uitgerust zijn met een nabehandelingsysteem met oxydatiecatalysator voor diesel motoren en diesel partikelfilter (DOC/DPF) zonder hercirculatie van de uitlaatgassen (EGR) of selectieve catalytische reductie (SCR) ; • in de categorie van 75 tot 140 pk (56104 kW), is de PowerTech PWL motor van 4,5 liter uitgerust met een gekoelde EGR en een geïntegreerd controlesysteem voor de emissies met een combinatie van SCR en DOC ; • in de categorie 125 pk (93 kW) en meer worden de motoren uitgerust met een geïntegreerd controlesysteem voor de emissies met een gekoelde EGR, DOC/ DPF en SCR. Naast de toepassing op de John Deere machines, worden deze motoren ook gebruikt door talrijke constructeurs van zelfrijdende voermengwagens, oogstmachines, strooiers, spuitmachines, goederenverhandelingsmachines of irrigatiepompen.
Landbouw-service /
41
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
Manitou: een steeds breder productaanbod
H
alf februari stelde Manitou Benelux, in het kader van de komende SIMA, de laatste ontwikkelingen voor in het gamma tijdens een persvoorstelling in het “Domaine des Bouleaux”, in Arquennes. Tegenwoordig is Manitou wereldleider in de sector van de ‘off-road’ goederenverhandeling en de landbouwafdeling vertegenwoordigt 36%, met meer dan elf verschillende modellen. De omzet van de groep groeide met 6% in 2014 ten opzichte van het jaar voordien. Voor de Benelux steeg de omzet zelfs met 18%. Begin 2015 rolde de 500.000ste machine van de band, het gaat om een MLT 625 verreiker die op de Manitou stand te zien was tijdens de SIMA.
Reduce “Fuel Eco-program” Met het “Fuel Eco-program” is Manitou de eerste constructeur van verreikers die de gebruikers de mogelijkheid biedt om het brandstofverbruik van een nieuwe machine te vergelijken met deze van een ouder model of een concurrerend model, dankzij een rekenmodule. Dankzij de constructeur kan het brandstofverbruik tot 20% lager zitten voor éénzelfde toepassing. De testmethode en de bekomen resultaten werden gevalideerd en gecertificeerd door een onafhankelijk organisme.
Nieuwe modellen, nieuwe motoren en technische eigenschappen De MLT 625 H verreiker is uitgerust met een motor die voldoet aan de Stage IIIB/ Tier 4 Final emissienormen dankzij een vier cilinder blok van Kubota met een vermogen van 75 pk. Bij de andere verbeteringen kan men eveneens de automatische handrem, de verandering van twee powershift-verhoudingen of de hydrauliekpomp met een groter oliedebiet aanpassen. De nieuwe MLT 732 verreiker wordt gekenmerkt door een maximale hefcapaciteit van 3200 kg en een maximale hefhoogte van 6,90 m. Dit model wordt aangedreven door een Deutz Stage IIIB
42
/ Landbouw-service
motor met een vermogen van 101 pk. De transmissie met koppelomvormer en 4 snelheden vooruit en achteruit heeft een topsnelheid van 26 km/uur. De zwaardere modellen MLT 960 en MLT 1040 zijn speciaal ontwikkeld voor loonwerkers en grotere bedrijven. De MLT 960 heeft een maximale hefhoogte van 9 m en een nominale hefcapaciteit van 6 ton. Dit model is uitgerust met een John Deere Stage IIIB/Interim IV motor van 141 pk en een traploze aandrijving van 0 tot 40 km/uur. Deze verreiker is uitgerust met vierwielaandrijving en vier stuurwielen en laat simultane bewegingen toe: bak kantelen terwijl de giek bediend wordt, mestklauw kantelen en klauw openen, kippers met graan of mest laden aan een recordtempo... Al deze toepassingen zijn mede mogelijk gemaakt en geoptimaliseerd door de LSU (Load Sensing Ultra) en een hydraulisch debiet van 180 l/min in com-
binatie met de “JSM2” joystick. De MLT 1040 verreiker komt het gamma vervolledigen en is ontworpen op basis van de MLT 840. Deze verreiker beschikt over een hefcapaciteit van 4 ton en een hefhoogte van 10 meter (triplex giek). De motor is een 4 cilinder blok afkomstig van John Deere, met een vermogen van 137 pk en die voldoet aan de Stage IIIB/Interim IV emissienormen. De transmissie is uitgerust met de M-Shift versnellingsbak met 5 snelheden en verschillende afstelmogelijkheden: • automatisch (verandering van verhouding in functie van de noden) ; • manueel (verandering van verhouding door middel van de joystick bediening) ; • “Lock-up” functie (vergrendeling in actieve stand van de koppelomvormer) ; • “Inching” functie standaard aangeboden.
>
Trelleborg stelt de nieuwe TM 700 Progressive TractionTM banden voor
N
aar aanleiding van de SIMA stelde Trelleborg de nieuwe TM 700 Progressive TractionTM banden voor. Deze radiale banden kenmerken zich door: • een verbrede loopoppervlakte waardoor de voetprint tot 18% breder is; • een betere trekkracht dankzij de dubbele nokken die dienst doen als dubbel aankleefpunt. Dit concept laat toe om het slippen van de banden significant te verlagen, terwijl de trekkracht tot 17% verhoogd wordt ten opzichte van de gemiddelde landbouwbanden beschikbaar op de markt. De eerste uitrustingen beschikbaar in de nieuwe TM 700 Progressive Tracti-
onTM reeks zijn de banden 520/70 R38 en 420/70 R28. Tijdens het jaar zal het gamma uitgebreid worden naar de andere maten die regelmatig gevraagd worden uit de 70-reeks. De TM 700 Progressive TractionTM zal ook gedemonstreerd worden tijdens een Road Show die in 2015 tussenstoppen zal maken in Italië, Zweden, Duitsland, Polen, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. In Frankrijk zullen deze demonstraties op 9 en 10 september plaatsvinden naar aanleiding van de beurs Innovagri. Bij de TM 700 Progressive Traction TM kunnen volgende eigenschappen onder-
streept worden: • draagvermogen, trek k racht en energetische efficientie; • e e n o p t i m a le bandendruk in functie van de werkzaamheden, conform de voorschriften van de loadcalculator van Trelleborg ; • een bredere loopoppervlakte waardoor de doeltreffendheid en de productiviteit van de werkzaamheden fors stijgt.
MF 9305 Xtra: een nieuwe verreiker in de middenklasse
M
et de voorstelling van het nieuw model MF 9305 Xtra breidt MF het gamma verreikers uit met een veelzijdig model met een hefcapaciteit van 3.000 kg, voor een maximale hefhoogte van 5,80 meter. De MF 9305 Xtra wordt aangedreven door een Deutz Tier 4i motor van 3,6 liter met een vermogen van 100 pk, waardoor deze machine perfect geschikt is voor zwaardere werkzaamheden zoals het
laden van mest, dankzij een hydrostatische aandrijving met 2 snelheden die een topsnelheid van 40 km/uur haalt om de prestaties hoog te kunnen houden op de openbare weg. Het hydraulisch systeem biedt een maximaal debiet van 100 liter/min aan, wat evenveel is als de grotere modellen MF 9306 en MF 9407. Deze verreiker is dus perfect geschikt om uitrustingen die een hoger oliedebiet vragen aan te drijven. Vier elektrohydraulische ventielen van het type load sensing laten de bestuurder toe om tot drie functies simultaan te gebruiken en met de nodige nauw-
keurigheid. De geveerde boom in optie biedt een ongeëvenaard comfort tijdens verplaatsingen op de openbare weg. Drie halfautomatische stuurfuncties garanderen een optimale wendbaarheid in alle omstandigheden. In combinatie met de compacte afmetingen van de MF 9305 Xtra wordt de productiviteit gegarandeerd in smallere ruimtes. De overgang van twee naar vierwielbesturing of hondegang is zeer eenvoudig. Het volstaat om de gewenste functie te activeren door de drukknop in de cabine te bedienen.De SHS-functie is een nieuwe eigenschap die de gebruiker toelaat om het maximaal hydraulisch debiet te regelen. Door het debiet te beperken kunnen de bewerkingen kalmer en nauwkeuriger plaatsvinden. Een andere innovatie is de ECO-modus die vanuit de cabine geactiveerd wordt en zowel op het hydraulisch debiet als het motortoerental ingrijpt om het verbruikt zoveel mogelijk te beperken. In optie kan de omkeerinrichting zowel links aan het stuur als op de multifunctionele joystick rechts gebouwd worden. In functie van de uit te voeren werkzaamheden kan de gebruiker dan kiezen tussen deze twee mogelijkheden. Landbouw-service /
43
Teamwork ÉÉN OP DE VIER IS UITGERUST MET BANDEN VAN MITAS Wat leidt tot een goede samenwerking? Het antwoord geven de toonaangevende landbouwmachinefabrikanten die al lange tijd vertrouwen op Mitas. Onze betrouwbaarheid als Europese leverancier van agrarische banden en ons teamconcept in de ontwikkeling en productie van banden zijn meermaals bekroond. We zijn hier trots op en we zullen hard werken om ervoor te zorgen dat dit zo blijft.
Tel: +31 (0)413 225 220, België lokaal 078 050 500
[email protected]
Cargo-LIFT
DE BESTE PRIJZEN
VRAAG DE NIEUWE WINPACKS www.joskin.com
CARGO-LIFT : NIEUW GAMMA VAN 8 TOT 22T! Tel: 04 377 35 45
44
/ Landbouw-service
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
>
Mitas onthult een bijkomend model Pneu Trac
M
itas ontwikkelde de Pneu Trac 480/65 R28 als derde maat van het nieuw concept met een 53% bredere loopoppervlakte in vergelijking met een standaard band, en een uitzonderlijke zijdelingse stabiliteit. Dankzij deze nieuwe maat en de toepassing van 38 duims wielen is Mitas er in geslaagd om zowel de voor- als de achteras van een landbouwtractor met Pneu Trac banden uit te rusten. Deze banden, die bekroond werden door een innovatieprijs tijdens de Eima worden voor het ogenblik intensief getest. Ze zullen binnenkort gecommercialiseerd worden, alhoewel er nog geen definitieve datum vastgelegd is.
Nieuwe JCB FASTRAC van de 4000-reeks
D
e nieuwe Fastrac van de 4000-reeks werd officieel voorgesteld naar aanleiding van de SMA en behoudt alle voordelen van de 2000-reeks (talrijke bevestigingspunten, integrale ophanging, vooruitstrevend remsysteem) maar is tegelijkertijd ook zwaarder en krachtiger, en ook economischer, wendbaarder en gemakkelijker te gebruiken. De nieuwe reeks omvat drie modellen, de 4160, 4190 en 4220 die een vermogen van respectievelijk 160, 189 en 217 pk ontwikkelen aan 2100 omw/min en 175, 208 en 235 pk met een boost. De motor is een 6 cilinder blok van AGCO POWER met een cilinderinhoud van 6,6 liter en die aan de Euro Etape 4/US Tier 4 Final emissienormen voldoet door beroep te doen op de SCR-technologie. Wat de transmissie aangaat koos de constructeur voor de traploze JCB V-Tronic. De JCB ophanging met automatische niveau-aanpassing op de achteras wordt op de Fastrac 4000 vervolledigd met een automatische niveauaanpassing op de vooras om een correcte hoogte te kunnen waarborgen ongeacht de werktuigen die aan of op de tractor gebouwd worden. De nieuwe Fastrac is uitgerust met
vier remmen met externe remschijven om krachtig te kunnen remmen in alle omstandigheden. Bovendien beschikt de bestuurder ook over een antislip en antiblokkeersysteem op de wielen, zodat de veiligheid steeds gewaarborgd is tijdens snelle verplaatsingen, met de ABS-optie. De Fastrac 4000 herneemt de hydraulische eigenschappen van zijn voorgangers, maar met meer vermogen. De closed center hydraulica heeft een maximaal debiet
van 148 l/min. Een tweede oliepomp zorgt ervoor dat de voorwielen steeds genoeg olie toegevoerd krijgen. De achterlift beschikt voortaan over 30% extra capaciteit en kan 8.000 kg heffen, terwijl de frontlift 20% extra capaciteit heeft, goed voor een hefcapaciteit van 3.500 kg. Vermelden we nog dat de nieuwe “Command Plus” cabine voortaan meer ruimte en meer comfort biedt voor de bestuurder.
Landbouw-service /
45
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
Nieuwe MICHELIN banden XTXL E4 L4 en BIBLOAD Hard Surface
T
ijdens Intermat 2015 stelde Michelin twee nieuwe banden voor: de Michelin XTXL E4 L4 speciaal ontwikkeld voor laders en de Michelin BIBLOAD Hard Surface, speciaal ontwikkeld voor graaflaadcombinaties, verreikers en compacte knikladers. Deze twee nieuwe banden hebben tot doel om de klanten betere prestaties te waarborgen en daarvoor
was het nodig om in verschillende domeinen te innoveren: op de materialen en het ontwerp van de band, zoals de nieuwe generatie karkas het aantoont op de XTXL E4 L4, of door een nieuw ontwerp van nokken te gebruiken, die dezelfde prestaties in alle richtingen waarborgen, zoals op de BIBLOAD Hard Surface.
Horsch: een nieuw concept van rotoreg en zaaimachine
D
oor een gedragen zaaimachine te combineren met een Kredo rotoreg ontwikkelde HORSCH de Express 3 KR, die van de laatste technologische innovaties geniet. De KR rotoreg heeft een werkbreedte van 3 meter en beschikt over 10 rotoren. Deze kunnen uitgerust worden met slepende of agressieve tanden, die gemakkelijk en snel kunnen verwisseld worden. Deze rotoreg werd ontwikkeld om zeer stabiel te kunnen werken, zelfs in steenachtige gronden. De afstellingen van de
46
/ Landbouw-service
werkdiepte in kleine stappen en van de niveleerbalk zijn heel toegankelijk. Het onderstel en de balk van de rotoreg werden volledig door Horsch ontwikkeld om de zaaimachine perfect te kunnen integreren op de rotoreg. Zoals alle Pronto, Express en Focusmodellen is de KR uitgerust met het Turbodisc zaaielement van de laatste generatie. De zaadtank heeft een inhoud van 1.500 liter en geniet ook van alle toepassingen gelinkt aan de E-manager en de HORSCH Isobus terminal die standaard
aangeboden wordt op alle zaaimachines sinds 2012: aanpassing van de zaaidichtheid in functie van de opbrengstkaarten, Section Control (sluiten van de zaaimachine op kopakkers bijvoorbeeld). Achteraan kan de Express KR met twee soorten nalooprollen uitgerust worden. De tandenpacker rol met een diameter van 640 mm heeft een grotere draagoppervlakte, zelfs op lichtere gronden. De Trapezium packer rol heeft een diameter van 500 mm en laat toe om de grond aan te drukken voor elk zaaielement.
>
Joskin: nieuw gamma stalmeststrooiers Ferti-Space Horizon
J
oskin biedt nu aan, naast de modellen van stalmeststrooiers met verticale strooiwalsen, een compleet gamma met horizontale strooiwalsen en een strooitafel: de Ferti-Space Horizon. Dit model is van een inrichting voorzien die in breedte en precies strooit, zelfs met kleine hoeveelheden per hectare. Aangezien de Ferti-Space Horizon zeer goed verkruimelt en hakselt, is deze vooral geschikt voor droog kippenmest, compost maar ook kalk en restmateriaal. De strooi-inrichting bestaat uit: een bodemketting met 4 scheepvaartkettingen (graad 80) met een diameter van 14 mm, 2 horizontale strooiwalsen met een diameter van 600 mm en twee schijven met een diameter van 1,040 m en 6 verstelbare schoepen. De 1000 omw/ min overbrenging, volledig door aftakas, drijft de strooiwalsen aan die dan tegen 400 omw/min draaien. Bovendien
is een snelheidsdetector op elk element gemonteerd. Deze brengt de bodemketting tot stilstand als een nokbeveiliging in werking treedt. Zeven Ferti-Space Horizon uitvoerin-
gen van 15,5 tot 25,75m³ (stalmestvolume voor de deur) zijn beschikbaar. De volumes kunnen vergroot worden met hogere bakzijden (1,4m) en/of opzetschotten.
Maschio stelt de zelrijdende spuitmachine Tsunami voor
D
e zelfrijdende spuitmachine Tsunami werd tijdens de SIMA door de firma Maschio voorgesteld. Deze machine wordt gekenmerkt door een onderstel in twee delen ; vooraan en achteraan, die verbonden worden door een draaikrans die aan het onderstel vastgeschroefd is. Deze machine wordt aangedreven door een FPT motor van 250 pk die voldoet aan de Phase IV Final emissienormen. De Tsunami heeft een bodemvrijheid van 1,60 m en een draaicirkel van 3,75 m, voor een totale lengte van 8,75 m. De machine wordt aangeboden met een tankinhoud tot 5.200 liter en spuitbomen tot 42 m.
Landbouw-service /
47
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
SPECIALE REEKS reeks ‘Dark Edition’ van de Berthoud Raptor AS spuitmachine
O
m haar 120-jarig bestaan te vieren stelt Berthoud een speciale reeks voor van de zelfrijdende spuit Raptor die voor het eerst in 2008 te zien was en waar ondertussen al meer dan 500 exemplaren rond rijden, overal ter wereld. Deze speciale reeks zal gebruikt worden om promotie te maken voor de High Tech uitrustingen die beschikbaar zijn op deze machines. De twee aangeboden modellen hebben een respectievelijke tankinhoud van 4.200 en 5.200 liter, het onderstel de wielen en de spuitboom worden in het grijs gespoten, met zilverkleurige letters en modelaanduiding. Bij de andere specifieke eigenschappen kan men nog volgende punten aankaarten: • spuitbomen van 36 tot 42 m ; • nieuwe spuitboomkader Axiale die meer stabiliteit en een beter zicht vanuit de cabine biedt;
• Deutz motor van 245 pk ; • volledig geautomatiseerde bediening vanuit de cabine; • optimale spuitkwaliteit dankzij het rondpompsysteem en de pneumati-
sche dophouders die ogenblikkelijk open en dicht gaan, circulatie binnen en buiten de spuitwerkzaamheden en optimale indiensttreding van de spuitboom.
Gedragen spuiten van Lemken met Isobus bediening
D
e gedragen spuitmachine Sirius 10 van Lemken is ondertussen al twee jaar op de markt en garandeert een nauwkeurige en aanpasbare gift per dop dankzij het rondpomp systeem en afzon-
48
/ Landbouw-service
derlijke elektrokleppen. De nieuwe MegaSpray spuitcomputer laat tegenwoordig bovendien toe om elke spuitdop afzonderlijk te bedienen via de Isobus terminal.
Het hart van het nieuw bedieningsysteem van de Sirius is de spuitcomputer die alle functies van de machine centraliseert. De spuitcomputer communiceert met de terminal en bedient dan alle spuitparameters, zoals het openen van elke dop afzonderlijk, de afstelling van de spuitdosis of de hydraulische functies. De spuitcomputer bedient ook de elektrische vierwegsaanzuigklep, zodat de bestuurder, door middel van een druk op een knop het spuiten, het vullen vanuit een leiding of de fronttank kan bedienen zonder de cabine te verlaten. De SEH afzonderlijke elektrokleppen van de spuitboom kunnen afzonderlijk bediend worden door de Eltec Pro elektrische bedieningen of per groep spuitdoppen (tot 13 verschillende groepen kunnen vrij gedefinieërd worden).
>
Rolland: aankoppelingshulp en electronische bediening van de assen
D
e firma Rolland biedt tegenwoordig op de aanhangwagens van het merk, het ROLL-LINK systeem aan, een hulpsysteem om de stuurcilinders die de stuurassen bedienen te kunnen aankoppelen aan de tractor. Deze innovatie werd bekroond door een vermelding bij de SIMA AWARDS 2015 en vergemakkelijkt, versnelt en verhoogt de veiligheid bij het aankoppelen van een aanhanger met één persoon. Rolland stelde ook voor naar aanleiding van de SIMA een systeem om de assen te besturen. Deze uitrusting, die de naam ROLTRONIC V3 meekreeg, berust op elektronische sensoren die de nodige informatie, zoals stuurhoek, snelheid en rijrichting van het voertuig meten en bewerken. Het rijcomfort verbetert aanzienlijk omdat de bestuurder geen rekening meer moet houden met de assen tijdens het werk.
Een nieuwe, multifunctionele, opraapwagen bij Pöttinger
D
e nieuwe Pöttinger Europrofi D Combiline opraapwagens kenmerken zich door een capaciteit van 25 tot 32 m³ en hun veelzijdigheid (vervoer van hooi en voordroog, stro, hakselmaïs) alsook de sterke zijwanden en steunen die geen bogen bovenaan meer nodig hebben. De D-modellen zijn bestemd voor de veehouders die
dagelijks voederen met de opraapwagen. Dankzij de verdeelwalsen en het zijdelings voedertapijt kan de veehouder het gewas rechtstreeks voederen, van het veld tot in de voergoten. Het nieuw voedertapijt heeft een breed-
te van 890 mm en wordt ofwel hydraulisch aangedreven door de tractor ofwel door de opgebouwde hydraulische centrale van de opraapwagen.
Landbouw-service /
49
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
Nieuw overlaadtapijt Fliegl “Silo-Driver”
F
liegl presenteerde onlangs een nieuw overlaadtapijt dat voornamelijk ontworpen is voor silage, maar ook kan gebruikt worden voor alle niet klevende landbouwproducten zoals kippenmest, compost of houtsnippers. Dit tapijt lost zijdelings en wordt gevoed door het afschuifsysteem en
twee verdeelwalsen achteraan. Dit tapijt laat toe om zwaden te vormen of vrachtwagens te vullen rechts van de afschuifwagen, en tot een loshoogte van 4,50 m. De aandrijving van het tapijt verloopt via de load-sensing voorziening van de tractor en het geheel kan alleen gebruikt worden in combinatie met de Fliegl afschuifwagens vanaf het model ASW 271 big
load (21 ton en 35 m³). De Silo-Driver voorziening beschikt standaard over het hydraulisch beheer va n het tapijt met een gebruiksvriendelijke bediening in de cabine, alsook een camera achteraan. Het geheel vouwt dicht binnen de voorgeschreven afmetingen voor verplaatsingen op de openbare weg en weegt zo’n 2.200 kg.
Weidemann eHoftrac: eerste volledig elektrisch aangedreven kniklader
D
e elektrische kniklader eHoftrac werd voor het eerst voorgesteld naar aanleiding van het salon Euro Tier 2014 in Hannover, en is nu ook beschikbaar op de markt. Deze kniklader is ontworpen op basis van de Hoftrac 1160, maar is uitgerust met accu’s die een autonomie van 2 tot 4 uur hebben, in functie van de gebruiksomstandigheden. De batterij opladen duurt 8 uur met een standaard batterijlader of 6 uur met een snelle lader. De investeringskosten liggen 20% hoger voor deze elektrische versie, maar deze meerkost zou na 2.800 draaiuren terug verdiend zijn. Als we de energiekosten berekenen is het mogelijk om 41% besparingen te doen, terwijl de uitstoten 43% lager liggen, volgens de constructeur. De eHoftrac is voornamelijk bestemd voor het gebruik in gesloten ruimtes, stallen, serres, stockageruimtes voor
50
/ Landbouw-service
fruit, groenten of aardappelen. De aandrijving doet beroep op twee elektrische motoren, één voor de rijaandrijving en een tweede voor de hydraulische functies. Vermelden we ook nog dat deze uitvoering toelaat om alle gangbare uitrustingen op te bouwen, zoals op een gewone kniklader van het merk.
De voornaamste troeven van de elektrische uitvoering zijn het ontbreken van uitlaatgassen, een aanmerkelijke verlaging van het geluid en kleinere onderhoudskosten, ten opzichte van de gewone uitvoering.
>
Actualiteit
Nieuwe mobiele App voor de hooibouw : KUHN ForageXpert
Z
eer veel landbouwers maken al gebruik van landbouw-apps voor smartphones. Uit recente studies blijkt dat dit in Frankrijk om ongeveer 70% van de landbouwers gaat. Met een aantal innovatieve mobiele apps, speelt KUHN in op de vraag van landbouwers naar nieuwe technologieën. In dit kader lanceert Kuhn nu de “Kuhn ForageXpert”. Dit is een nieuwe
mobiele app voor hooibouwmachines van het merk Kuhn. Wanneer een landbouwer overweegt om een hooibouw machine te vervangen, is het heel belangrijk dat hij weet dat de nieuwe machine (maaier/ schudder of hark) compatibel is met de machines die al lopen op zijn bedrijf. In enkele klikken toont de app de zwaden die gerealiseerd worden door
de maaier om op die manier de beste combinatie van schudder en/of hark te gaan voorstellen in overeenstemming met de nieuwe gewenste werkbreedte. Voor elke geselecteerde machine, geeft de app vervolgens een overzicht van alle KUHN-machines die in aanmerking komen, samen met een korte beschrijving per machine.
Merlo ontvanGt de onderscheiding ‘machine van het jaar’ voor de nieuwe Turbofarmer reeks
T
ijdens de Sima 2015 reikte de jury van de wedstrijd ‘machine van het jaar’, die bestaat uit 19 Europese journalisten, de prijs van machine van het jaar in de categorie goederenverhandeling aan de nieuwe modulaire reeks Turbofarm Medium Duty en Compact.
Deze innoverende verreikers werden in wereld-première voorgesteld tijdens de Sima. Deze machines met modulair onderstel zijn ontworpen om aan de vraag van één van de belangrijkste markten ter wereld te kunnen voldoen. Om deze verreikers te ontwerpen zijn
de ingenieurs van de Merlo groep met een blanco blad begonnen. Het gamma bestaat uit vier modellen: de TF33.7, TF35.7, TF30.9 en TF33.9. Doordat de machines modulair gebouwd worden zijn er 16 verschillende uitrustingscombinaties mogelijk.
Landbouw-service /
51
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
Nieuwe testbanken bij Claas in Trangé
T
wee nieuwe testbanen die een globale investering van niet minder dan 6,5 miljoen euro zijn in gebruik genomen bij de test- en validatiefaciliteiten van Claas in Trangé (Frankrijk). Deze faciliteiten behoren tot de vooruitstrevende en doeltreffendste van Europa wat de landbouwmechanisatie aangaat. Naar aanleiding van de ingebruikname van deze nieuwe testbanken opende Claas Tractor uitzonderlijk de deuren van deze R&D afdeling, voor de journalisten uit de hele wereld. De eerste testbank is de zogenaamde loopbank en is bestemd om de prestaties te controleren en alle aandrijfelementen te optimaliseren (motor,
52
/ Landbouw-service
transmissie en hydraulisch systeem, elektronische elementen). De tweede is een testbank met vier hefcilinders die tot doel hebben de levensduur, de betrouwbaarheid, het comfort en de opbouw van de Claas machines na te kijken en te verbeteren. Deze nieuwe testbank met vier hefcilinders met elk een duwkracht van 25 ton, een maximale frequentie van 25 Hz en een beweegruimte tot 40 cm, is uitzonderlijk krachtig en tegelijkertijd zeer veelzijdig omdat het in staat is zowel tractoren, van de Axos tot de Xerion, te testen, alsook maaidorsers, hakselaars en persen. Deze twee testbanken zijn onderge-
bracht in een nieuw gebouw dat 12 meter hoog is, en zijn alle twee bevestigd op een speciale sokkel om schokken en trillingen op te vangen. Het bouwen van deze twee sokkels maakte gebruik van 950 ton beton en 60 ton staal. De testbank met de vier cilinders is bovendien uitgerust met pneumatische kussens. Niet minder dan 2,9 megawatt zijn nodig om deze testbanken te gebruiken onder een maximale last. De eerste testbank, of loopbank produceert ook energie die rechtstreeks ingezet kan worden binnen de faciliteiten, onder andere voor de testbank met vier hefcilinders aan te drijven.
>
Drones: de loonwerkers zijn de eerste landbouworganisatie die zich inzetten om deze technologie beter te kennen
H
et gebruik van drones in de burgerlijke wereld, en in het bijz onder de l a ndb ou w s e ct or, wordt steeds vaker toegepast. Wat zijn de economische, wettelijke en technische gevolgen? De nationale federatie van de Franse loonwerkers zou een antwoord willen bieden voor deze v raag tekens die meer en meer gaan opduiken. De federatie van de Franse loonwerkers zetten een unieke stap in de landbouwsector door een nationale partnerschap te ondertekenen tussen de nationale federatie van de loonwerkers (FNEDT), vertegen-
woordigd door Gérard Napias, de voorzitter en de Beroepsfederatie van de burgerlijke drones (FPDC), vertegenwoordigd door François Baffou, de schatbewaarder, bij het afsluiten van de 2015 editie van het congres van de loonwerkers. “De loonwerkers en heel de landbouwsector moeten de nieuwe technologieën promoten. Wat de drones aangaat tonen we dat we vooruitstrevend zijn door deze stap te zetten», verklaarde Gérard Napias. De bedoeling van dit partnerschap is om de technische, juridische en professionele gevolgen van het
De coöperatieleden van crelan ontvangen een dividend van 3,25% voor 2014
V
erleden jaar hebben meer dan 25.000 klanten besloten om coöperatielid en dus medeeigenaar van Crelan te worden. Vandaag heeft Crelan meer dan 282.000 coöperatieleden. De stortingen van klanten van de Crelan groep groeiden met 2,45%, om 20,5 miljard euro te vertegenwoordigen. Bovendien keurde de groep meer dan 2,7 miljard euro nieuwe leningen toe aan Belgische families, alsook bedrijven en landbouwers. Het netto resultaat groeide met 36%, goed voor een totaal van 61,65 miljoen euro. Ondanks de onzekerheden in de sector boekte Crelan opnieuw een mooi financieel en commercieel resultaat. De coöperatieleden genieten mee van dit mooi resultaat voor de bank. De algemene vergaderingen van Agricaisse en Lanbokas bevestigden dat het dividend 2014 voor de sociale aandelen 3,25% bedraagt. Het dividend werd begin mei uitgedeeld aan de coöperatieleden. U vindt meer informatie omtrent de resultaten van de Crelan groep op de website www.crelan.be.
gebruik van drones te begrijpen zodat ze kunnen toegepast worden in de landbouwsector en onder andere ook bij de loonwerkers. “In deze crisisperiode kan men niet alles alleen doen» legt Gérard Napias uit en het delen van kennis en verwachtingen in de praktijk omtrent het gebruik van drones motiveerden de ondertekening van dit samenwerkingsverband. Een beheercomité en een directiecomité zullen tot stand komen zodat we ons kunnen verzekeren dat de objectieven van dit akkoord bereikt worden.
Nieuwe medewerker voor Pöttinger Belgium
D
e verregaande internationalisatie is één van de succestroeven van PÖTTINGER. De opening van een Belgisch filiaal in 2012 is daar maar één voorbeeld van. Van bij het begin werd er succes geboekt, dankzij het engagement van Dominique EMOND voor de marketing en de verkoop, en van Danny DE BOECK voor de verkoop en de dienst na-verkoop. Een nieuw hoofdstuk van de “success story” van Pöttinger in België is nu begonnen, met de komst van een n ieu we werk nemer. Sinds maart 2015 is John DE GUYTENAER, uit Kaprijke, verantwoordelijk voor Vlaanderen. Deze ingenieur in de landbouwmechanica is 41 jaar oud en heeft voordien jaren gewerkt voor verschillende bedrijven actief in de landbouwmechanisatie.
Landbouw-service /
53
>
D O SS I E R M E C H A N I S AT I E
New Holland Agriculture aanwezig tijdens Expo Milano 2015
N
ew Holland Agriculture is het enig merk landbouwmachines dat deelneemt aan de Expo Milano 2015 met een eigen stand. Deze aanwezigheid werd mogelijk gemaakt dankzij het internationaal partnerschap tussen FCA (Fiat Chrysler Automobiles) en CNH Industrial. De stand met als thema duurzame landbouw zal de nieuwste en beste mechanisatietoepassingen tonen rond duurzame landbouw, zodat men een antwoord kan bieden
aan de toenemende vraag rond voedselproductie voor de wereldbevolking. “We denken dat het toepassen van duurzame en doeltreffende praktijken de toekomst van de landbouw zal zijn. Zo zullen alle landbouwers uit heel de wereld kwalitatief voedsel kunnen produceren, maar ook effectief en propere energie produceren om aan de noden van hun eigen landbouwbedrijven en plaatselijke gemeenschappen te kunnen voldoen », verklaarde Carlo
Lambro, de voorzitter van New Holland Agriculture. “Onze stand met als thema duurzame landbouw zal de bezoekers van de Expo kennis laten maken met de landbouw van morgen, door middel van een interactieve reis omtrent de evolutie van de landbouw. Het is daar dat we de zaden van een betere toekomst willen zaaien, voor een betere voedselveiligheid en respect voor het milieu», verklaarde hij nog.
Nieuw New Holland RTK PLM™ Connect netwerk voor meer nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
A
Da n k zij de PL M T M Con nect (draadloze data-overbrenging) telematische oplossingen en de RTK (Real Time Kinematic) technologie alsook de basisstations bij de dealers, biedt New Holland voortaan een nauwkeuriger en betrouwbaarder signaal. Met de introductie van de RTN (Real Time Network) referentiestations is deze nauwkeurigheid nog aan het verbeteren. De actuele nauwkeurigheid bedraagt 2,5 cm, wat voldoende is om overlappingen of tekorten te vermijden bij alle landbouwwerkzaamheden. Vandaag biedt New Holland een eigen
service om de ontvangen signalen te verbeteren door alle RTK basisstations te connecteren met een operationeel centrum die alle correctieberekeningen uitvoert voor de geo-localisatie en de geleiding van machines op een perceel. Deze aanpak waarborgt een strenger netwerk zodat er geen verlies van signaal meer is, en dat het niet meer nodig is om de parameters te wijzigen bij de verandering van basisstation. De optimale overlapping tussen alle basisstations waarborgt de betrouwbaarheid van het signaal en de nauwkeurigheid zonder verlies van
signaal, wat allemaal voordelen zijn voor de bestuurder. Een ploeg New Holland specialisten controleert alle stappen van het proces om te kunnen garanderen dat het systeem altijd correct werkt, in alle omstandigheden. Dit netwerk is ondertussen in gebruik genomen in het Verenigd Koninkrijk, in Spanje, in de Benelux en in Denemarken. In een tweede fase komen Tsjechië, Hongarije en Bulgarije ook aan bod. Een uitbreiding van het netwerk zal vervolgens doorgevoerd worden.
Uitbreiding van het Lemken verkoopteam in België
S
inds 1 april 2015 is François Dumonceau de nieuwe regionaal verkoopsdirecteur voor het Waals gedeelte van België. Hij zal Stijn Vercauteren ondersteunen, die de verkoop van Lemken producten sinds 2008 met groot succes ontwikkelde. In de toekomst zal Stijn Vercauteren hoofdzakelijk met Vlaanderen bezig zijn als regionaal verkoopsdirecteur. Daarnaast is hij ook verantwoordelijk
54
/ Landbouw-service
voor een deel van Nederland. Dankzij de belangrijke ontwikkeling van de Lemken-activiteiten zowel in België als in Nederland tijdens de afgelopen jaren besliste de constructeur om het verkoop- en serviceteam te vervolledigen in deze twee landen. François Dumonceau is 37 jaar, heeft een diploma burgerlijk ingenieur in de mechanica en verwierf heel wat ervaring op het gebied van interna-
tionaal management en als projectverantwoordelijke binnen een groot multinational actief in het bouwen van grondverzetmachines.
New ScorpioN varipower Het volledige gamma traploos van 0 - 40 km/u. Geschikt en gehomologeerd voor het trekken van wagens. 12 modellen l 122 tot 156 pk l 100 tot 187 ltr./min l 6 tot 9 m l 3 tot 5,5 T
Bezoek de Webspecial: http://app.claas.com/2013/scorpion/nl/
De CLAAS-machines worden in België verkocht door een netwerk van professionele agenten. Er is er steeds één in uw buurt. Voor meer informatie:
http://CLAAS.VANDERHAEGHE.BE of tel. 081/25 09 09
Landbouw-service /
55
JUMBO opraapwagen, een spaarzaam oplossing voor uw oogstwerken
Met PÖTTINGER, bieden we een meerwaarde voor uw klanten Hoge werkcapaciteit Aarbeidsbesparend De meeste flexibele werkorganisatie dus bedrijfseconomisch Perfect kuilvoeder verkregen door goede oogst Ideale grassnit met behoud van structuur
PÖTTINGER BELGIUM BVBA John De Guytenaer, GSM: 04 71 88 42 23
[email protected] Uw dealer op: www.poettinger.at