Landbouw en voeding in 2014: Wake-up call voor iedereen die het wereldvoedselvraagstuk serieus neemt Een van de meest gestelde vragen die vanuit politiek, wetenschap en sinds kort ook de theologie op de biologische sector wordt afgevuurd is: Kan biologisch de wereldbevolking voeden? Een zinloze vraag, want geen enkel systeem kan de wereld voeden. Toch schreeuwt de vraag om een uitvoerig antwoord, al is het maar om iets te doen aan de vooringenomenheid van de vragenstellers. Wake-up before it is too late In september jl. publiceerde de Unctad, onder de titel Wake up before it is too late, haar 'trade and environment review 2013'. De ondertitel is een duidelijke oproep aan iedereen die het wereldvoedselvraagstuk aan het hart ligt: Maak landbouw nu echt duurzaam voor voedselzekerheid in een veranderend klimaat. Voorafgaand aan het lijvige rapport van 350 pagina’s wordt de hoofdboodschap van de review puntsgewijs weergegeven: • De voedingscrisis in 2008 met sterk stijgende grondstofprijzen lijkt een paradigma-shift veroorzaakt te hebben, maar die is blijven steken. De prioriteit blijft liggen bij het vergroten van de industriële landbouwproductie onder de slogan: “meer voeding verbouwen en minder belasting van het milieu”. De perceptie dat er een productieprobleem is, klopt niet. Honger en slechte voeding zijn hoofdzakelijk gekoppeld aan geldgebrek en gebrek aan zelfvoorziening. Versterken van voedselzekerheid gaat vooral over ‘empowerment’ van armen en hun voedselsoevereiniteit. Verder worden nieuwe trends zoals biogas, industrieel veevoer, excessief vleesconsumptie en voedselverspilling veel te veel als een gegeven beschouwd. • Er is een echte paradigma shift in voedingsland noodzakelijk: van de “groene revolutie” in de jaren zestig naar de ecologische intensivering. Dit betekent een snelle omslag van de conventionele monoculturen die high-tech en input afhankelijk zijn naar rijk geschakeerde duurzame en hernieuwbare productiesystemen die vooral ook de productie van kleine familieboerederijen versterken. De boer moet weer meer zijn dan producent van voedingsgrondstoffen, zoals manager van een agro-ecologisch systeem dat tal van algemene diensten levert, zoals beheer van water, bodemvruchtbaarheid, landschap, energie, biodiversiteit en recreatie. • De vereiste transformatie gaat veel verder dan afzwakken van het bestaande industriële landbouwsysteem. De agro-ecologische landbouwbenadering is gebaseerd op echte multifunctionaliteit, versterking van kleine boeren in arme landen, toegankelijk maken van schaarse hulpbronnen en aanpassing aan klimaatverandering. De bestaande structuren en handelsregels bieden grote uitdagingen (lees: werpen hoge barrières op) om die transformatie te realiseren. • Belangrijke resultaten die bereikt moeten worden door de transformatie is een betere balans tussen dierlijke en plantaardige productie, tussen productie en natuur, terugdringing van directe en indirecte CO2 emissies, optimalisering van de organische en anorganische bemesting, reductie van afval en aanpassing van de internationale handelsregiem voor voeding en landbouwproducten. Kortom, er is helmaal geen behoefte aan eindeloze intensivering en opschaling van de high-tech en high-input voedingsproductie, maar juist aan een versterking van familiy-farming, lokale productie, toegankelijk maken van schaarse bronnen, zoals water, zaadgoed, verhoging van
Bionext, januari 2014 / www.bionext.nl
1
kennis, verbetering van logistiek en opslag, beloning voor de multifunctionele taken die de ecologische boer uitvoert, eerlijke handelsstructuren, afleren van slechte en ongezonde voedingsgewoonten, etc. etc. Op basis van de publicatie van zo’n lijvig rapport van een gerespecteerde internationale organisatie die het tot haar core business beschouwt om de wereld eerlijker en duurzamer te maken, zou je verwachten dat alle vragen beantwoord zijn. Maar dat is natuurlijk een illusie, zelfs in dit jaar van de Family Farming. Kan bio de wereldbevolking voeden? En dus blijft dezelfde vraag komen: kan bio de wereldbevolking voeden? Een zinloze vraag die de vragenstellers vervolgens zelf beantwoorden met ‘nee’, want biologische landbouw heeft veel meer land nodig, is minder productief en veel duurder. Opvallend is dat vrijwel niemand zich afvraagt of gangbare landbouw de wereldbevolking kan voeden. Tot op heden is dat in ieder geval niet gelukt, want er zijn volgens de laatste telling van de WHO nog altijd 870 miljoen mensen in Derdewereldlanden met ernstig voedingsgebrek en ongeveer eenzelfde aantal mensen met ernstig overgewicht, overwegend in het Westen en opkomende economieën, zoals China en India. Dan gooien we wereldwijd ook nog 30% van onze voeding weg en wordt steeds meer voeding verwerkt tot brandstof. Een snelle rekensom leert dat er genoeg voeding is, maar dat zij niet eerlijk verdeeld wordt. Dat is een sociaal-economisch en geen landbouwtechnisch vraagstuk. Het is duidelijk dat voeding vooral verkocht wordt waar geld is. Of het nu de brandstoftank is, of de duizend-en-eerste snack. Dat heet marktwerking. Het is evident dat in rijke landen een overvloed aan voeding beschikbaar is, dat er veel wordt weggegooid en mensen er veel te dik van worden. Als we echt de honger de wereld uit willen hebben, dan was dat allang gebeurd. Maar dat is helemaal niet de ambitie van de levensmiddelenindustrie, de overheid en de wetenschap. Hard, maar waar. En wonder boven wonder blijkt dat ontwikkelingslanden die zelf regie krijgen over hun voedselvoorziening, veel minder risico lopen op gebrek aan voeding, dan landen die grotendeels afhankelijk zijn van import en noodhulp. Kan een theoloog schapen hoeden? De filosofische cultuurtheoloog Ralf Bodelier deed in september vanuit moralistisch theologiedenken nog een nieuw duit in het zakje. Sprak de bijna ex-voorman Dijkhuizen van Wageningen UR nog over een ‘morele plicht’ om de intensieve landbouw verder te ontwikkelen, Bodelier zette een stap verder: ‘De biologische landbouw bedreigt (…) de strijd tegen armoede.’ Minder opbrengst, meer landgebruik en hogere prijzen beschouwde Bodelier als een directe afbreuk aan de strijd tegen armoede. En zelfs het milieu is de verliezer, want biologische landbouw heeft meer grond nodig, zo redeneerde hij. Bodelier citeert aan het eind van zijn betoog de eerste regels van Brechts gedicht ‘An die Nachgeborene’: ‘Werkelijk, ik leef in duistere tijden. Wat zijn dit voor tijden waarin / een gesprek over bomen al bijna misdadig is / omdat het impliceert dat over zoveel wandaden gezwegen wordt.’ De geëngageerde Brecht klaagt hier de natuurminnende dichters aan, die de ogen sluiten voor het Duitse geweld. Analoog hieraan klaagt Bodelier zijn kosmopolitische vrienden aan: ‘de elite (zou) haar interesse voor ons dagelijks brood verder moeten laten reiken dan de eigen gezondheid, het leed van de plofkip of de sociale verarming.’ Ze verheerlijken natuurlijke voeding terwijl ze op de bres zouden klimmen om de honger de wereld uit te helpen. Ik geloof de goede bedoelingen van Bodelier wel, hij is een geëngageerd mens die in zijn machteloosheid de valse belofte van de intensivering van de landbouw omarmt, en de daarachter schuilgaande levensmiddelenindustrie. Maar de dichtregels van Brecht verdienen in onze tijd een andere interpretatie. We zouden nu wel in heel duistere tijden leven als we ons schuldig moeten voelen over interesse in natuurlijke voeding, bodemvruchtbaarheid, gezondheid, diervriendelijkheid, moestuinen, eerlijke handel en biodiversiteit. Nee, een theoloog die ten tijde van de smeltende ijskappen, vervettende westerlingen en voedingsschandalen in een essay verheerlijkt hoe kippen in dertig dagen vetgemest worden, hoe planten en zaden door de
Bionext, januari 2014 / www.bionext.nl
2
Monsanto’s van deze wereld via patenten, octrooien en manipulaties worden afgescheiden van het algemeen erfgoed en kleine boeren in de derde wereld ziek maken met hun bestrijdingsmiddelen, hoe het oerwoud in rap tempo ontbost wordt voor de grote veevoerstromen voor de westerse massavleesproductie, die is echt een beetje van het theologische pad afgedwaald en kan zijn schapen ook niet meer hoeden. Zelf betrokken zijn bij voedselproductie De machtige Westerse agro-food industrie is natuurlijk niet de grote verlosser voor de arme mensen in de arme (en rijke) landen. De voedingsmultinationals zijn nu eenmaal geen charitatieve instellingen. Ze zijn winstgedreven. Als je het scherp stelt hebben de multinationals vooral belang bij goedkope grondstofstromen en massaconsumptie van voedsel dat in veel gevallen te zoet, te vet en te zout is. Je kan van deze bedrijven niet verwachten dat zij zelf het roer radicaal omgooien, ook al staat verduurzaming overal op de agenda en is 2014 uitgeroepen tot Jaar tegen de Voedselverspilling. Vanuit het perspectief van multinationals is het veel aantrekkelijker om in te zetten op korte termijn verhoging van grondstofproductie, waardoor zij makkelijker aan de groeiende vraag naar dierlijke eiwitten en fastfood kunnen voldoen. En omdat er nog zoveel landen zijn met relatief kleine boeren, zoals India en China, waar de productie omhoog kan met de introductie van intensieve landbouw. China heeft een plan klaar liggen om de komende twintig jaar om te schakelen van 250 miljoen familieboertjes naar 25 miljoen agrotechnische boerderijen in dienst van de voedingsindustrie. Maar productieverhoging gaat de honger niet oplossen. De enige lange termijn strategie voor voedselzekerheid, is een low-input agro-ecologisch productiesysteem dat voldoende lekker en divers voedsel oplevert voor alle regio’s en tegelijkertijd onze planeet zo min mogelijk belast. Biologische en duurzame gangbare bedrijven kunnen hierin samen optrekken: het is niet of-of maar en-en. Daarnaast is het zaak om mensen te betrekken bij de productie en bereiding van hun eigen voeding, zodat ze weten wat ze eten en dus gezonder gaan eten en minder snel voedsel in de kliko gooien. Het is bekend dat betrokkenheid van mensen snel afneemt als het voedsel 'anoniem' geproduceerd is. Wie zijn voedingsproductie geheel overlaat aan de industrie en daar zelf geen eisen aan stelt, heeft er geen enkele band mee en hecht er nauwelijks waarde aan. Verleid door marketing en lichamelijk misleid door teveel suiker, zout en vet, zit bijna de helft van de westerse bevolking al op overgewicht. Je moet wel lef hebben om, zoals Bodelier doet, mensen met zorg om hun eigen gezondheid moreel af te serveren. Zeker als je weet dat overgewicht en ziekte veel persoonlijk leed veroorzaakt en een deel van de immer stijgende kosten in de gezondheidszorg hieraan toe te schrijven is (92 miljard euro op onze rijksbegroting in 2013!). Die voedingsgerelateerde miljarden op de zorgbegroting zouden beter besteed kunnen worden aan het betrekken van mensen bij de productie van hun eigen gezonde voeding, in Nederland en in andere landen. Gelukkig wachten veel mensen dit niet meer af en komen zelf in actie. Door zelf weer een moestuin te nemen, door te kiezen voor biologische en fair-trade producten, door rechtreeks bij de boer te kopen, door kritische vragen te stellen over de frisdrank- en snackautomaten op scholen, door zelf groene energie te organiseren, door een auto te delen met buurtgenoten, etc. Organisaties als Plan en ICCO begrijpen, net als de FAO en UNCTAD, dat de enige vorm van stabiele voedingsvoorziening op de lange termijn ligt in agro-ecologische landbouw. Je moet voedsel verbouwen op de plaatsen waar er behoefte aan is, in beheer van de lokale gemeenschap. Dit is ook de visie van de nieuwe hoogleraar ecologische landbouw aan Wageningen UR, dr Pablo Tittonell. Als je lokaal investeert in de vruchtbaarheid van de bodem en de agrobiodiversiteit, zul je daar op de lange termijn meer aan hebben dan als je kiest voor monoculturen en een zo hoog mogelijke opbrengst op de korte termijn. Een belangrijk neveneffect van succesvolle, lokale voedselproductie is dat deze de lokale economie stimuleert. Hierdoor zullen mensen minder snel geneigd zijn de regio te verlaten, om elders op zoek te gaan naar inkomsten en voedsel.
Bionext, januari 2014 / www.bionext.nl
3
Kortom, de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk en voedselzekerheid ligt niet in de geïntensiveerde teelt van suiker, soja en mais. Monoculturen lijden bovendien tot een mondiale teruggang van bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit: we snijden onszelf in de vingers als we die weg blijven volgen. Vruchtbare bodems een een grote soortenrijkdom zijn immers de belangrijkste voorwaarden voor voedselproductie op de lange termijn. Zorg voor je eigen voedselproductie Bionext zoekt in 2014 wegen om in de Nederlandse context de betrokkenheid van mensen bij de eigen voedselproductie te versterken. Aan de ene kant is Bionext betrokken bij concrete stadslandbouw initiatieven, aan de andere kant nemen we deel aan de voorbereiding op een onderzoeksproject dat onder leiding van professor Seidell van start moet gaan. Doel is om onderzoeksgegevens te verzamelen wat het effect is op fysieke, mentale en sociale aspecten van kinderen in achterstandswijken, die via schooltuinen betrokken worden bij voedselproductie en – consumptie. De hypothese is dat betrokkenheid bij eigen voeding leidt tot gezond eten en dat gezond eten leidt tot een betere gezondheid en schoolprestaties. Bavo van den Idsert, directeur Bionext
PS: Voor wie zich verder wil verdiepen in de vragen rond het wereldvoedselvraagstuk en de meest geschikte landbouwvorm voor voedselzekerheid op lange termijn volgt hier aanvullende informatie en diverse links en downloads:
Bodemvruchtbaarheid Kunnen we met de huidige (gangbare) manier van voedsel produceren en landbouw bedrijven de wereld op termijn blijven voeden? Nee, omdat we de belangrijkste voorwaarden voor voedselproductie, bodem en biodiversiteit opgebruiken. De mondiale sterke teruggang van bodemkwaliteit en van biodiversiteit zijn internationaal erkend. Referenties: Animatie van de Global Soil Week, die laat zien hoe de bodemkwaliteit onder druk staat: http://globalsoilweek.org/media-publications/videos/ Kaart van FAO/Glasod die de bodemdegradatie toont: http://www.isric.org/projects/global-assessment-human-induced-soil-degradation-glasod Is bio dan beter voor bodem en biodiversiteit? Ja, zie de uitgebreide inventarisatie die de WUR twee jaar geleden heeft uitgevoerd http://www.biokennis.nl/Nieuws/Pages/biologischelandbouwscoortgoedopintegraleduurza amheid.aspx http://edepot.wur.nl/186702 Grondgebruik Is door de lagere opbrengst in bio landbouw dan niet juist meer landbouwgrond nodig en gaat daardoor biodiversiteit verloren? Nee, niet per se, want: a. landbouw en biodiversiteit kunnen elkaar zelfs versterken, in landschappen met een gevarieerd landschap met natuur en (duurzame) landbouw is biodiversiteit vaak zelfs groter dan in landschappen met alleen landbouw of alleen natuur, b. de lagere opbrengst van bio geldt alleen voor de landen met een zeer hoge gangbare landbouw productie (zoals NL) voor een groot deel van de wereld is dit verschil er niet of scoort bio soms zelfs beter(bijv 30 jaar lang Rodale experimenten USA; c. Je kunt van de gebieden met zeer intensieve en hoge productie afvragen of dit op de lange termijn (in relatie tot bodemkwaliteit) ook op de lange termijn houdbaar is. De FAO heeft vanaf 2007 een aantal publicaties uitgebracht die aantonen dat de biologische productie in arme landen vaak hoger is dan reguliere landbouw.
Bionext, januari 2014 / www.bionext.nl
4
Referenties: http://66.147.244.123/~rodalein/wp-content/uploads/2012/12/FSTbookletFINAL.pdf ftp://ftp.fao.org/paia/organicag/ofs/OFS-2007-5.pdf http://www.bionext.nl/zakelijk/feiten-cijfers/per-thema/wereldvoedselproductie/onderzoekfao-biologische-landbouw http://www.bionext.nl/sites/www.bionext.nl/files/FAO-rapport.pdf http://unctad.org/en/pages/PublicationWebflyer.aspx?publicationid=666
Bionext, januari 2014 / www.bionext.nl
5