UPDATE Nieuwsbrief april-mei 2015 Sneller op de hoogte zijn van het nieuws? Volg ons op Social Media!
Mandema & Partners helpt u graag bij het interpreteren van de actualiteiten die voor u, uw bedrijf en werknemers relevant zijn. Wat betekenen de verschillende marktontwikkelingen voor u, nu en in de toekomst? Hoe kunt u ermee omgaan en waar moet u op anticiperen? Mandema & Partners bespreekt graag de mogelijkheden en oplossingen met u. Voor uw specifieke situatie en op basis van uw wensen. Heeft u vragen over de inhoud van de nieuwsbrief? Bel uw adviseur, rechtstreeks of via onze receptie op 070 - 302 22 22.
Inhoud Lage rente bedreigt pensioen: gevolgen en oplossingen? .............................................................................. 2 Premie bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en de WKR ....................................................................... 4 Cybercrime: hoe (on)beschermd is uw bedrijf? ............................................................................................ 5 Uitstel samenvoeging vaste en flexibele WGA-risico’s nu een feit ................................................................... 7 Drogredenen om niet te betalen ................................................................................................................ 8 Noodklok geluid over onvoldoende bluscapaciteit bij grote brand ................................................................. 10
1
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Lage rente bedreigt pensioen: gevolgen en oplossingen? Pensioenfondsen komen in de problemen door de steeds verder gedaalde rente in de afgelopen maanden. Hun actuele dekkingsgraden stonden onder de 100% bleek uit de kwartaalberichten. De lage rente zorgt ook voor een stijging van de pensioenpremie. Werkgevers die hun bestaande pensioencontract bij verzekeraars voor een eind- en middelloonregeling moeten verlengen, worden geconfronteerd met premiestijgingen tussen de 20% en 100%. Welke alternatieven heeft u als werkgever? Oorzaak lage rente De grootste oorzaak van de laatste rentedaling is het besluit van de ECB begin dit jaar om maandelijks 60 miljard aan schuldpapier op te kopen om de economie te stimuleren. Het gevolg is dat de pensioenfondsen inmiddels weer op het niveau van het crisisjaar 2008 zijn beland. De rekenrente waarmee fondsen hun verplichtingen berekenen, werd in 2012 kunstmatig verhoogd. Daardoor lijken de huidige dekkingsgraden nu iets hoger te zijn (104%). Maar als men geen rekening houdt met deze verhoging van de rekenrente (zgn. ultimate forward rate), is de gemiddelde dekkingsgraad nu - net als in 2008 - 95%. Verslechtering dekkingsgraad pensioenfondsen Vanwege hun langetermijnverplichtingen zijn pensioenfondsen erg afhankelijk van de rente. Een rentedaling betekent voor hen direct een verslechtering van de dekkingsgraad waardoor zij in de problemen kunnen raken. Zelfs als de rendementen goed zijn. Ook deelnemers en gepensioneerden lopen het risico de dupe te worden van het beleid van de ECB. De kans dat zij hun pensioen verhoogd krijgen met de inflatie is door de lage dekkingsgraden voorlopig nihil. In het ergste geval kunnen hun uitkeringen worden gekort. Forse stijging pensioenpremies De lage rente zorgt ook voor een enorme prijsstijging van de pensioenen, zowel bij bedrijfspensioenfondsen als bij verzekerde regelingen. Pensioencontracten bij verzekeraars hebben een duur van vijf jaar. Dit jaar zullen veel werkgevers die hun pensioencontract moeten verlengen, geconfronteerd worden met een forse premiestijging van veelal 20% tot soms zelfs 100%. Deze premiestijgingen worden naast de lage rente veroorzaakt door de hogere levensverwachting. De toegenomen levensverwachting en de lagere rekenrente leiden tot premiestijgingen van respectievelijk 10% en 30%. Vanwege de lage marktrente komt daar een opslag bij die 60% meer premie kost. Wat hier ook een rol speelt, is dat de verzekeraars de hoogte van de pensioenen moeten garanderen. Pensioenfondsen daarentegen kunnen afzien van indexatie of zelfs de uitkeringen korten, zoals de afgelopen jaren vaak is gebeurd. Eind- en middelloonregelingen onder druk Het zijn de werkgevers met eind- en middelloonregelingen die door deze premiestijgingen worden geraakt. Dit zijn ruim 14.000 werkgevers met in totaal ruim 440.000 werknemers. Voor deze werkgevers kunnen de premiestijgingen een bedreiging vormen voor de bedrijfscontinuïteit. Daarom is het voor hen van belang te onderzoeken of er een passend alternatief is.
2
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Alternatieven voor u als werkgever Overstap naar een beschikbare-premieregeling Verhoging eigen bijdrage werknemer Overstap naar een pensioenfonds Andere pensioenregeling voor (alleen) nieuw personeel Valt uw bedrijf eigenlijk onder een bedrijfstakpensioenfonds, maar heeft het dispensatie gekregen om de pensioenregeling bij een verzekeraar onder te brengen? Dan kan de overstap naar een pensioenfonds voor u een alternatief zijn. Hoewel u ook hier met een premiestijging geconfronteerd zal worden, zal deze mogelijk wat lager zijn dan bij een verzekeraar. Een pensioenfonds kan eventueel extra kosten voor de overstap rekenen. U kunt ook overwegen een overstap te maken van de eind- of middelloonregeling naar een beschikbare-premieregeling. Als u echter niet direct wilt overstappen naar een andere regeling kunt u kiezen voor een tussenoplossing, zoals de verhoging van de eigen bijdrage of het invoeren van een nieuwe pensioenregeling voor (alleen) nieuw personeel. Uw huidige werknemers blijft u dan de bestaande pensioenregeling bieden. Nieuwe regeling: andere regels en gevolgen Kiest u voor één van deze alternatieven, dan moet u in gesprek met de ondernemingsraad en uw werknemers/deelnemers. Een andere regeling betekent immers andere regels en gevolgen. Zo kan een pensioenfonds de uitkeringen korten en is bij een beschikbarepremieregeling de hoogte van de pensioenuitkering onzeker. Wel heeft deze regeling als voordeel dat werknemers kunnen profiteren van eventueel herstel. Bij de eind- en middelloonregeling wordt de huidige lage rente doorbelast naar een hogere premie voor de werkgever. (Bronnen: Financieel Dagblad en De Financiële Telegraaf) Meer informatie? Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Neemt u dan contact met ons op via telefoonnummer 070 – 302 22 22 of mailt u naar
[email protected]. Wij helpen u graag.
>> Terug naar inhoudsopgave
3
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Premie bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en de WKR De verplichte invoering van de Werkkostenregeling (WKR) per 1 januari 2015 heeft veel vragen opgeroepen. De afgelopen periode heeft de Belastingdienst dan ook verschillende Q&A’s opgesteld die duidelijkheid moeten geven over de behandeling van verschillende vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. Eén van deze toezeggingen betreft de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, ook bekend als Directors & Officers Insurance. Sinds 1 januari 2015 wordt het verstrekken van deze verzekering aan bestuurders aangemerkt als loon. Fiscaal gezien kunt u hier op twee manieren mee omgaan. Fiscale behandeling Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering wordt afgesloten voor de bescherming van het privévermogen van de bestuurders. De Belastingdienst stelt dat door deze privébevoordeling de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering niet onbelast is te vergoeden of te verstrekken. Daarom dient de verzekeringspremie, die de werkgever voor haar bestuurders betaalt, tot het loon van de bestuurders te worden gerekend. Hierbij heeft u als werkgever de keuze om de premie aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte of te behandelen als werknemersloon (bruteren). Premie aanwijzen als eindheffingsloon of als werknemersloon U moet op voorhand aangeven welke regeling u wenst toe te passen. Als u de premie aanwijst als eindheffingsloon kan de premie binnen de vrije ruimte van de WKR (1,2% van de fiscale loonsom) vallen. Dit maakt de premie onbelast. Mocht deze echter buiten de vrije ruimte vallen, dan wordt er een eindheffing van 80% toegepast. Als alternatief kunt u ervoor kiezen de premie te bruteren. Of dit een goed alternatief is, is afhankelijk van het inkomstenbelastingtarief waar de werknemer in zit. Toezeggingen aan werknemers die in de 52%-schijf kunnen vaak beter als eindheffingsloon in de vrije ruimte worden behandeld, waar voor werknemers in de lagere schijven bruteren veelal gunstiger zal zijn. Laat u adviseren door uw fiscaal adviseur Voor het maken van de juiste keuze tussen het aanmerken van de premie als werknemersloon of als eindheffingsloon in de vrije ruimte, verwijzen wij u naar uw fiscaal adviseur. Wel kijken wij graag met u naar de hoogte van uw huidige premie. Als u hierop kunt besparen, beperkt dat tenslotte de impact op uw vrije ruimte in de WKR. Wilt u meer weten of advies? Neemt u dan contact met ons op via telefoonnummer 070 – 302 22 22 of door te mailen naar
[email protected].
>> Terug naar inhoudsopgave
4
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Cybercrime: hoe (on)beschermd is uw bedrijf? Als bedrijf heeft u sneller met data- en cyberrisico’s te maken dan u denkt. Onlangs werd in Den Haag de Global Conference on Cyberspace gehouden om te praten over de toekomst van (veilig) internet. Het is belangrijk dat bedrijven zich bewust worden van de cyberrisico’s. Welke risico’s loopt uw bedrijf en hoe kunt u zich hiertegen wapenen? Global Conference on Cyberspace Op deze conferentie medio april werd onder meer gesproken over normen voor verantwoord gedrag in cyberspace. Hierbij stond de vraag centraal hoe private en publieke partijen samen een open, veilig internet kunnen creëren met zo min mogelijk risico’s. Volgens onderzoekers vraagt dit om zorgplicht bij alle betrokken partijen op het internet. Maar voor veel partijen blijken er nog onvoldoende prikkels te zijn om veilige diensten te leveren. Om een veilig internet te creëren is daarom internationale coördinatie nodig. Een mooi voorbeeld van samenwerken dat heeft geleid tot het terugdringen van schade door cybercriminaliteit, is de samenwerking tussen de Nederlandse banken. Door het delen van informatie hebben zij de schade tot een minimum gereduceerd. De Nederlandse aanpak is zó succesvol dat steeds meer buitenlandse financiële instellingen de methode kopiëren. Bewustwording van cyberrisico’s Het Verbond van Verzekeraars ziet onze nationale Cyber Security Raad (2011) als een belangrijk middel om kennis uit de wetenschap, bedrijfsleven en overheden bij elkaar te brengen. Daarnaast ziet zij ook een rol voor verzekeraars in cybercrimebewustwording. Diverse verzekeraars delen hun kennis en bieden cyberverzekeringen aan. Hierdoor worden bedrijven zich steeds meer bewust van de risico’s die zij lopen. ICC Cyber Security Guide for Business ICC Nederland (International Chamber of Commerce) heeft de ICC Cyber Security Guide for Business uitgebracht. Dit cybersecurity-initiatief wordt ondersteund door MKB Nederland, ING, ABNAMRO, DNB en vele andere bedrijven. De gids biedt concrete handvatten ter voorkoming van cybercriminaliteit en kunt u downloaden op: http://www.icc.nl/cyber. Hoge kosten door cyberincidenten De schade door een cyberincident kan groot zijn. Denk bijvoorbeeld aan het verlies van klanten door reputatieschade en aan stilliggende werkzaamheden. Maar ook aan juridische kosten en kosten van herstel of vervanging van ICT-programma’s en data. Deze kosten kunnen uiteindelijk een bedreiging vormen voor uw bedrijfscontinuïteit. Daarom is het van belang na te gaan welke risico’s uw bedrijf loopt en hoe u zich hiertegen kunt wapenen. Tips voor beheer en beveiliging ICT Meer feiten over cybercrime en hoe u de risico’s kunt beperken, leest u in onze brochure: Cybercrime: voorkom grote schade. Ook vindt u interessante artikelen in het magazine van de Cyber Security Raad: CSR_Magazine_WEB.pdf
5
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Speciale verzekering tegen cyberrisico’s Een cyberverzekering dient onderdeel te zijn van gedegen risicomanagement. Deze verzekering biedt dekking voor de schade en kosten die voortvloeien uit een cyberincident. Meer informatie hierover vindt u op https://www.mandema.nl/Data_Risks_Verzekering. Wilt u meer weten of advies? Neemt u dan contact met ons op via telefoonnummer 070 – 302 22 22 of door te mailen naar
[email protected].
>> Terug naar inhoudsopgave
6
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Uitstel samenvoeging vaste en flexibele WGA-risico’s nu een feit In onze nieuwsbrief van maart 2015 informeerde wij u al over het voornemen van minister Asscher om de samenvoeging van vaste en flexibele WGA-risico’s met één jaar uit te stellen. Op 23 april jl. is dit voornemen een feit geworden. Hierdoor wordt de mogelijkheid voor werkgevers om het WGA-flexrisico in eigen beheer te nemen (privaat onder te brengen) met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2017. Tot die tijd bent u verplicht voor dit risico bij UWV te blijven. Toch een wijziging vanaf 1 januari 2016 Ondanks het uitstel van de samenvoeging van de WGA-risico’s, wordt er vanaf 1 januari 2016 wel een ander component gewijzigd dat van invloed is op het WGA-risico: de WWduur. Deze wordt stapsgewijs teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Deze verkorting geldt één op één ook voor de duur van de WGA-loongerelateerde uitkering, de eerste en veelal duurste fase van een WGA-uitkering. Dit betekent dat het 10-jaarsrisico -de maximale WGA-duur die u als werkgever toegerekend kunt krijgen– u minder geld kan gaan kosten. Deze aanpassing is overigens ook van invloed op WIA-aanvullingsverzekeringen. Hier leest meer over de mogelijke gevolgen. Aanpassingen vanwege verkorte uitkeringsduur Vanwege het omslagstelsel, waar het publieke bestel op is gebaseerd, zullen publiek verzekerden niet direct iets van deze kostenvermindering merken. Bent u echter privaat verzekerd, dan komt de WGA-premie tot stand op basis van een toekomstig te vormen (financieel) risico. Dit risico verandert door de verkorte uitkeringsduur. De rekensystematiek van verzekeraars zal hierop moeten worden aangepast. Dit zal leiden tot aanpassingen in de premies en voorwaarden van de WGA-ERD-verzekeringen. In het najaar zullen verzekeraars werkgevers gaan informeren over deze aanpassingen op contractniveau. (Nog) geen financieringskeuze, wel risico’s managen Door het overheidsbeleid is het lastig om op voorhand besluiten te nemen over de financieringswijze van deze WGA-risico’s. Het WGA-flexrisico kunt u tot 1 januari 2017 immers alleen via het publieke bestel financieren en het blijft onduidelijk wat de impact van een eventuele samenvoeging gaat zijn. Laat dit u echter niet weerhouden van de organisatorische afwegingen over uw verzuim- en arbeidsongeschiktheidsbeleid. Het WGArisico is juist goed te managen in het voorportaal: de wijze waarop u omgaat met verzuim, de Ziektewet en uiteraard met uw werknemers in algemene zin. Meer informatie? Mandema & Partners helpt u graag bij het verkrijgen van inzicht in uw risico’s en de mogelijkheden die u heeft om deze te managen. Voor vragen of meer informatie kunt u contact met ons opnemen via 070 – 302 22 22. Of mailen naar
[email protected].
>> Terug naar inhoudsopgave
7
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Drogredenen om niet te betalen
Als bedrijf heeft u meestal veel te maken met debiteuren. Helaas wordt u dan ook geconfronteerd met debiteuren die uw factuur niet betalen en heel creatief blijken in het uiten van smoesjes, ontkenningen en bedreigingen. Sommige zijn hilarisch, sommige ronduit verontrustend. Deze wanbetalers kunnen u een grote kostenpost opleveren. Uw eventuele kredietverzekering biedt dekking bij faillissement en betalingsonvermogen, maar niet bij betalingsonwil. Top 10 drogredenen Ter lering en vermaak citeren wij enkele drogredenen die advocaten in hun rechtspraktijk hebben verzameld.* Ik weet van niets Om geen gezichtsverlies te lijden, is het aanwijzen van een andere veroorzaker van financieel leed een veelgebruikt middel. “Ik heb nooit eerder iets van u ontvangen” of “Ik heb wel brieven ontvangen, maar er zat niets in die enveloppen.” Of onder het mom ‘nooit geschoten is altijd mis’: “Mijn hond zal de facturen wel hebben opgegeten.” Allang overgemaakt Ook de bankiers worden geregeld aangewezen als verantwoordelijke. “Het geld is allang overgemaakt. Er is vast iets fout gegaan bij de bank.” Dat het hier om een smoesje gaat blijkt wel uit het vervolg. De computer van de wanbetaler crasht spontaan als gevraagd wordt om een bewijs van overschrijving. Zo toevallig kan het leven zijn. Verkeerd verbonden Bij veel smoesjes staan technische problemen centraal. Niet alleen geven computers vaak net als het geld overgemaakt moet worden de geest, ook worden telefoonnummers vaak spontaan doorverbonden naar verkeerde telefoons of ze blijken ineens bij een totaal ander persoon te horen. ‘De heer Jansen? Nooit van gehoord’. Toch bijzonder dat, als men later met een ander toestel belt, de heer Jansen ineens wel opneemt. Retour afzender Wilt u onvindbaar worden? Soms komen aanmaningen retour met de melding dat de debiteur is verhuisd. Als het adres van de debiteur onbekend is, kan dit de boel vertragen. Natuurlijk is het verstoppertje spelen snel afgelopen als de bedrijfsnaam nog steeds aan de gevel op het oorspronkelijke adres prijkt. Naar de rechter Wanbetalers proberen schuldeisers ook weleens ‘bang te maken’ met de belofte van gerechtelijke stappen. “Als jullie mij nog eens benaderen over die factuur, zal u zich voor de rechter moeten verantwoorden. Wilt u de kosten dragen van een procedure waaruit blijkt dat ik u niets verschuldigd ben? Ga uw gang.” Toch opmerkelijk hoe snel de wanbetaler van gedachten verandert als u hem meldt de dagvaarding graag tegemoet te zien.
* Bierensgroup.com
8
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Bank spekken Sommige debiteuren hebben geen smoesje om niet te betalen, maar wel een creatieve manier om aan het verschuldigde geld te komen. Om hun eigen banksaldo te spekken bedachten sommigen het lucratieve verdienmodel om elke keer als zij benaderd werden, € 300 per uur of x-bedrag te rekenen voor hun informatie en advies. Knock-out Zoeken naar een geldige reden om niet te hoeven betalen, vergt natuurlijk wat creatief denkwerk. Voor wanbetalers kan het soms makkelijker zijn om de zwakke argumenten te ondersteunen met sterke spieren. “U laat mij vanaf nu met rust, anders heb ik nog wel wat mannetjes die u thuis willen opzoeken om mijn argumenten ‘kracht’ bij te zetten.” Over mijn lijk Sommige debiteuren zijn echt als de dood dat ze alsnog moeten betalen. Zij gaan zover dat ze een overlijdensadvertentie plaatsen om schuldeisers ervan te overtuigen dat ze niet langer onder ons zijn. Het is wel even schrikken als de wijlen debiteur weer uit de dood herrezen blijkt om kerstinkopen te doen. Internetcafé ‘bush-bush’ Ook is er het voorbeeld van de wanbetaler die via de e-mail een zeer plausibel excuusje mailde: “Ik kan u niet beantwoorden, omdat ik niet in het land ben maar midden in de jungle zit. Daardoor kan ik geen contact opnemen met de bank.” De internetcafés in het oerwoud zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Bang, banger, bangst Zware psychische of fysieke aandoeningen kunnen soms een geldige reden zijn voor een latere betaling. Maar wat denkt u hiervan? “Ik heb een vreemde fobie. Ik durf mijn brievenbus niet leeg te halen omdat ik bang ben voor wat erin zit. Ik wist dus niet dat ik nog een schuld had”. Verlaag uw debiteurenrisico’s Met de juiste creditmanagementoplossingen kunt u het risico van wanbetaling beperken tot een minimum en uw interne processen optimaliseren. Meer informatie hierover leest u in onze brochure: ‘Creditmanagement, uw rekeningen op tijd betaald’ en op onze website. Meer informatie? Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met één van onze adviseurs via telefoonnummer 070 – 302 22 22. Of mailen naar
[email protected].
>> Terug naar inhoudsopgave
9
|
Nieuwsbrief april-mei 2015
Noodklok geluid over onvoldoende bluscapaciteit bij grote brand De bluscapaciteit van ons leidingnetwerk neemt af en is zwaar ontoereikend. Hierdoor lopen grote objecten zoals bedrijven, scholen, ziekenhuizen en villa’s, meer risico volledig uit te branden. Volgens brandexpert Ynso Suurenbroek is de landelijke brandveiligheid in het geding. Deze kwestie is dus van belang voor huishoudens, bedrijven, hypotheekverstrekkers en verzekeraars. Ontoereikende bluscapaciteit Een brandweerauto heeft een standaardcapaciteit van 120 kubieke meter per uur. Dat is voldoende voor een rijtjeswoning maar niet voor grote objecten. Volgens Suurenbroek zouden kapitale villa’s bijvoorbeeld zo’n 240 kubieke meter bluswater per uur nodig hebben, terwijl lokale brandkranen soms slechts 30 kubieke meter water per uur kunnen leveren. Hij stelt dat de bluscapaciteit van ons landelijk leidingnet slechts zo’n 10% bedraagt van wat noodzakelijk is voor grote objecten. Brandweer Nederland erkent dat de bluscapaciteit uit ons leidingnet afneemt, maar weerspreekt dat er sprake is van een landelijk tekort. Gestage verkleining van het leidingnet Oorzaak van de verminderde bluscapaciteit uit ons drinkwaterleidingnet is de gestage verkleining van de diameter van dit leidingnet. Deze diameter is steeds verder verkleind om de stroomsnelheid te vergroten en om aan de kwaliteitseisen voor drinkwater te voldoen. Het verblijf van water in het leidingnet moet zoveel mogelijk worden verkort om onder andere het risico op legionellabesmetting te verkleinen. Meer gecontroleerde (uit)branden en grotere schade Voor een ontwikkelde uitslaande brand zal bluswater uit alleen het drinkwaternet onvoldoende zijn. Daarom kiest de brandweer er steeds vaker voor objecten gecontroleerd te laten uitbranden. De schade is hierdoor ook groter. Brandweer en verzekeraars hebben geen schadecijfers van panden die gecontroleerd zijn uitgebrand. Suurenbroek stelt dat uit cijfers blijkt dat ongeveer 50% tot 70% van de bedrijven na een brand failliet gaat. Het Verbond van Verzekeraars vermeldt 20% tot 50% bedrijfsfaillissementen na een brand. Weinig alternatieven Zijn er andere bronnen voor bluswater? Brandkranen bieden geen uitkomst want die zijn immers op het drinkwaternet aangesloten. Volgens Brandweer Nederland en Vewin, de koepel van drinkwaterbedrijven, ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeenten. De brandweer en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zoeken de oplossing in maatwerk zoals het blussen met oppervlaktewater. Dit is echter alleen een alternatief als er in de nabije omgeving open water gelegen is. (Bron: Financieel Dagblad). Het feit dat er weinig alternatieven zijn, benadrukt voor u nog eens het belang van goede brandpreventie. Meer informatie vindt u op: http://www.checklistbrand.nl/voorkomen-brandstichting. Meer informatie? Voor vragen of meer informatie kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 070 – 302 22 22. U kunt ook mailen naar
[email protected]. Wij helpen u graag. >> Terug naar inhoudsopgave
10
|
Nieuwsbrief april-mei 2015