Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl -
[email protected]
Inhoudsopgave Inhoudsopgave _____________________________________________________________ 2 Het Bedieningspaneel________________________________________________________ 3 PIN-code voor toegang tot het systeem __________________________________________ 4 Het systeem inschakelen _____________________________________________________ 5 Het systeem uitschakelen _____________________________________________________ 7 Menuopties oproepen ________________________________________________________ 9 Ingangen overbruggen ______________________________________________________ 12 Overbruggingen uitschakelen ________________________________________________ 14 Programmeren van gebruikers _______________________________________________ 16 Tijd & datum wijzigen ______________________________________________________ 19 Wat te doen bij een alarm____________________________________________________ 21 Een lokaal alarm afzetten ___________________________________________________ 22 Een gebied in alarmtoestand uitschakelen ______________________________________ 23 Een lijst van recente alarmen maken __________________________________________ 25
2
Het Bedieningspaneel
1. Systeem-LED’s Deze worden gebruikt om de voedingsspanning, storingen en alarmen van het systeem te signaleren. 2. LED’s van gebieden Deze worden gebruikt om aan te geven welke gebieden zijn ingeschakeld of waar een alarm is opgetreden. 3. CLEAR-toets Deze toets wordt gebruikt om de huidige displayfunctie te verlaten. 4. Alfanumerieke toetsen Worden gebruikt om gegevens en codes in te voeren. 5. MENU*-toets Deze toets wordt gebruikt om : -de login-prompt van het menu te tonen. -met een achterwaartse stap een verkeerde invoer te wissen. -achterwaarts door het menu te bladeren. 6. ENTER-toets Deze toets wordt gebruikt om : -een stap te voltooien. -door het menu te bladeren.
7. OFF-toets De OFF-toets wordt gebruikt om na invoer van uw PIN-code het systeem uit te schakelen. 8. ON-toets De ON-toets wordt gebruikt om na invoer van uw PIN-code het systeem in te schakelen. 9. LCD-display Het display wordt gebruikt om teksten weer te geven. 10. Up/Down-toets Deze toetsen worden gebruikt om : - Het volgende of vorige item in de menulijst te tonen. - Getoonde informatie te verversen.
3
PIN-code voor toegang tot het systeem Om gebruik te kunnen maken van het Advisor MASTER-systeem hebt u een PIN-code en/of een kaart nodig. Deze PIN-code heeft vier tot tien cijfers en is uniek voor elke gebruiker. De installateur (Lagarde BV) of de hoofdgebruiker van het beveiligingssysteem heeft uw PIN-code en/of kaart ingeprogrammeerd zodat u voor een aantal taken bent geautoriseerd, bijvoorbeeld voor het in- en uitschakelen van het systeem. U hebt alleen toegang tot menuopties waarvoor u door uw PIN-code en/of kaart bent geautoriseerd. Wanneer u niet geautoriseerd bent voor een bepaalde optie zal er na het kiezen van deze optie ‘Geen toegang’ op het display verschijnen. Als er een menuoptie is opgeroepen en er wordt daarna twee minuten lang geen toets meer ingedrukt, dan wordt de optie automatisch verlaten. Het is beter om niet op deze ‘time-out’ functie te wachten, dit om te voorkomen dat een andere gebruiker ondertussen het menu gaat gebruiken onder uw PIN-code. Dit betekent dat u om een menuoptie te verlaten de CLEARtoets gebruikt.
4
Het systeem inschakelen Wanneer inschakelen: De beveiliging van het gebouw, of alleen van een gebied kan worden ingeschakeld wanneer er niemand aanwezig is, bijvoorbeeld aan het eind van de dag. Als er daarna iets gebeurt, zal er een alarm optreden. De tijdslimiet voor het verlaten van het gebouw na inschakeling: Nadat het systeem is ingeschakeld, zult u het gebouw of het gebied binnen een vooraf ingestelde tijd moeten verlaten, anders zal er een alarm optreden. De installateur (Lagarde BV) zal u vertellen hoe groot deze tijdslimiet is. Gedurende deze tijdslimiet zal er een pieptoon te horen zijn. Wanneer u niet kunt inschakelen: - Uw PIN-code en/of kaart is slechts geprogrammeerd voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden in het systeem. In dit geval zult u moeten nagaan voor welke gebieden u geautoriseerd bent. - Wanneer uw alarmsysteem meer dan een controlepaneel heeft, zal elk paneel geprogrammeerd zijn voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden binnen het gebouw. In dit geval moet u dus controleren of u het juiste bedieningspaneel gebruikt voor de gebieden die u in of uit wilt schakelen. - Een gebied kan niet worden ingeschakeld wanneer er een ingang verstoord is, bijvoorbeeld van een magneetcontact van een deur of raam. Het is belangrijk om voor inschakeling van het alarmsysteem eerst te controleren of alle deuren en ramen goed gesloten zijn. Als er een ingang verstoord is terwijl u probeert in te schakelen, hoort u zeven korte pieptonen en de melding ‘Verstoord in …’ verschijnt op het display. In dit geval zult u het probleem moeten verhelpen. De installateur (Lagarde BV) of de hoofdgebruiker van het systeem kan u meedelen welke onderdelen u kunt gebruiken en welke gebieden u kunt in- en uitschakelen. Het inschakelen Wanneer u wilt gaan inschakelen, ziet u onderstaand scherm voor u. De LED van het gebied dat u wilt inschakelen staat uit.
12:05:30 01/01/2005 code :
Voer uw PIN-code in of biedt uw kaart 3x aan, daarna drukt u op de ON-toets.
5
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de programmering van uw PIN-code en/of kaart : Uw PIN-code en/of kaart is niet geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle uitgeschakelde gebieden automatisch worden ingeschakeld en zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke toestand. Uw PIN-code en/of kaart is geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle uitgeschakelde gebieden in het display worden weergegeven zoals bijvoorbeeld in het onderstaande display.
0-Alle 1,Kantoor 2,Mag Geef gebied :
Nu kunt u kiezen uit een van de volgende drie opties : -
Meer gebieden tonen, door op de Up/Down-toets te drukken wordt het volgende uitgeschakelde gebied getoond.
-
Alle gebieden inschakelen, door op de 0-toets en daarna op de ENTER-toets te drukken kunt u alle gebieden tegelijk inschakelen.
-
Afzonderlijke gebieden inschakelen, hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor een inschakelen. Door het gebiednummer in te voeren en daarna op de ENTER-toets te drukken schakelt u een gebied in. Wilt u hierna nog een gebied inschakelen, dan toetst u weer een gebiednummer in gevolgd door een ENTER. Wanneer u klaar bent drukt u nogmaals op de ENTER-toets. Wanneer het gebied is ingeschakeld, gaat de bijbehorende rode LED branden.
6
Het systeem uitschakelen Wanneer uitschakelen: Als u een gebouw of een gebied wilt betreden dat is ingeschakeld, zal eerst het alarmsysteem uitgeschakeld moeten worden anders zal er een alarm optreden. Of een gebied ingeschakeld of uitgeschakeld is kunt u zien aan de bijbehorende rode LED op het bedieningspaneel. De tijdslimiet bij uitschakeling: Indien het systeem is ingeschakeld, hebt u een vooraf ingestelde tijd om het gebied uit te schakelen zonder een alarm te veroorzaken. De installateur (Lagarde BV) zal u vertellen hoe groot deze tijdslimiet is. Gedurende deze tijdslimiet zal er een pieptoon te horen zijn. Uitschakelen bij een opgetreden alarm: Als er een alarmconditie is terwijl u het systeem uitschakelt, wordt het alarm uitgezet. U dient dan de oorzaak van het alarm na te gaan en deze te verhelpen. Wanneer u niet kunt uitschakelen: - Uw PIN-code en/of kaart is slechts geprogrammeerd voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden in het systeem. In dit geval zult u moeten nagaan voor welke gebieden u geautoriseerd bent. - Wanneer uw alarmsysteem meer dan een controlepaneel heeft, zal elk paneel geprogrammeerd zijn voor het in- en uitschakelen van bepaalde gebieden binnen het gebouw. In dit geval moet u dus controleren of u het juiste bedieningspaneel gebruikt voor de gebieden die u in of uit wilt schakelen. Het uitschakelen Wanneer u wilt gaan uitschakelen, ziet u onderstaand scherm voor u. De LED van het gebied dat u wilt inschakelen staat aan.
12:05:30 01/01/2005 code :
Voer uw PIN-code in of biedt uw kaart 1x aan, daarna drukt u op de OFF-toets.
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de programmering van uw PIN-code en/of kaart : Uw PIN-code en/of kaart is niet geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle ingeschakelde gebieden automatisch worden uitgeschakeld en zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke toestand.
7
Uw PIN-code en/of kaart is geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle ingeschakelde gebieden in het display worden weergegeven zoals bijvoorbeeld in het onderstaande display.
0-Alle 1,Kantoor 2,Mag Geef gebied :
Nu kunt u kiezen uit een van de volgende vier opties : -
Meer gebieden tonen, door op de Up/Down-toets te drukken wordt het volgende ingeschakelde gebied getoond.
-
Alle gebieden uitschakelen, door op de 0-toets en daarna op de ENTER-toets te drukken kunt u alle gebieden tegelijk uitschakelen.
-
Afzonderlijke gebieden uitschakelen, hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor een uitschakelen. Door het gebiednummer in te voeren en daarna op de ENTER-toets te drukken schakelt u een gebied uit. Wilt u hierna nog een gebied uitschakelen, dan toetst u weer een gebiednummer in gevolgd door een ENTER. Wanneer u klaar bent drukt u nogmaals op de ENTER-toets. Wanneer het gebied is uitgeschakeld, gaat de bijbehorende rode LED uit.
-
Exit, hiermee kunt u door op de CLEAR-toets te drukken de uitschakelfunctie verlaten. De gebieden blijven dan ingeschakeld.
8
Menuopties oproepen Met het Advisor MASTER-systeem kunt u verschillende functies uitvoeren. Deze functies kunt u activeren via menuopties. Het is afhankelijk van uw PIN-code en/of kaart voor welke menuopties u geautoriseerd bent en waartoe u dus toegang kan krijgen. Om een idee te krijgen van wat de functies precies inhouden, volgt er hieronder een korte uitleg van de voor u interessante menuopties. 1. Paneelstatus - Hier kunt u de status van het paneel bekijken. Deze optie geeft eventuele alarmen, sabotages, overbruggingen en verstoorde ingangen aan. 2. Verstoorde ingangen - Deze optie geeft de verstoorde ingangen weer (bijvoorbeeld als gevolg van het openen van een deur). 3. Ingangen in alarm - Deze optie geeft de ingangen weer die in alarm staan. 4. Overbrugde ingangen - Deze optie geeft de ingangen weer die overbrugd zijn. 5. Historie - Hier kunt u de historie bekijken van alle gebeurtenissen (optie 1) en van de alarmen (optie 2) 7. Onderhoudsmenu - Deze functie is nodig wanneer u hulp of service op afstand nodig hebt. Wanneer dit het geval is zal de monteur u hier nadere uitleg over geven. 9. Lijst met ingangen - Deze functie kunt u gebruiken om alle ingangsnamen in uw systeem weer te geven. 10. Overbrug ingang - Deze functie geeft u de mogelijkheid om ingangen te overbruggen, bijvoorbeeld wanneer er een ingang defect is en u wilt toch het alarm inschakelen voordat de ingang weer gerepareerd is. 11. Uit overbrugging ingang - Hier kunt u de overbrugde ingangen weer uit de overbrugging worden gehaald. 12. Test ingang - Deze functie maakt het u mogelijk om alle ingangen apart te testen. 14. Programmeer gebruikers. - Deze functie kan worden gebruikt voor het toevoegen, verwijderen of aanmaken van een gebruiker. 15. Tijd & datum - Hier kan de tijd en de datum worden ingesteld.
9
Om een menuoptie op te roepen dient u de volgende stappen te volgen. U begint met onderstaand display. 12:05:30 01/01/2005 code : Druk vervolgens op de MENU*-toets.
Hierna verschijnt het volgende in het display. Geef code voor menu code : Voer uw PIN-code in of biedt uw kaart aan en druk vervolgens op de ENTER-toets.
Hierna verschijnt het volgende in het display. 0-Einde, Enter-Omlaag, 0-Einde, Menu : Nu heeft u de volgende mogelijkheden : -
Bladeren, zo kunt u stap voor stap door het menu lopen. U gebruikt de Up/Down-toets om te bladeren. Om een keuze te maken moet vervolgens het nummer van de menuoptie worden ingetoetst, gevolgd door een druk op de ENTER-toets.
10
-
Springen, zo springt u naar een specifieke menuoptie : voer het menuoptienummer in en druk op de ENTER-toets.
-
Verlaten, zo verlaat u de menuoptie en keert u terug naar het oorspronkelijke display. Dit doet u door op de CLEAR- te drukken of door op de 0-toets gevolgd door de ENTER-toets te drukken.
11
Ingangen overbruggen Met deze functie kunt u ingangen overbruggen en deze isoleren van het alarmsysteem. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er een ingang defect is. Door een ingang te overbruggen voorkomt u dat deze een alarm maakt, totdat de defecte ingang is gerepareerd. Dit is niet het enige geval waarin er een ingang overbrugd wordt. Er kan ook een veilige ingang worden overbrugd, bijvoorbeeld wanneer u een raam open wilt laten staan terwijl het systeem is ingeschakeld. Door de ingang van dit raam te overbruggen, wordt er geen alarm gemaakt wanneer het systeem wordt ingeschakeld. Wanneer het alarm is ingeschakeld met een overbrugging, dan zal deze overbrugging na uitschakeling van het systeem weer uit de overbrugging gehaald zijn. U begint bij het oorspronkelijke display. 12:05:30 01/01/2005 code : Vervolgens drukt u op de MENU*-toets en voert u uw PIN-code in of biedt u uw kaart aan. Na het invoeren van uw PIN-code drukt u op de ENTER-toets. Hierna kiest u voor menuoptie tien door 10 in te voeren en te bevestigen met de ENTER-toets.
Als alle ingangen veilig zijn, zal het volgende display verschijnen. Alle ingangen zijn veilig Overbrug :
Als er minstens een ingang verstoord is zal dit op een van de volgende twee manieren worden weergegeven. Één voor één, of als een lijst van nummers. Wanneer de ingangen een voor een worden weergegeven, kunt u van de ene naar de andere ingang bladeren met de Up/Downtoets. Verstoord in 4, pir kanto Overbrug : Bladeren Verstoord in 1, 4, 6 Overbrug :
12
Afhankelijk van de status van de ingangen kunt u : - Verstoorde ingangen overbruggen - Veilige ingangen overbruggen - De programmeermodus verlaten Om te overbruggen dient u het ingangsnummer in te voeren en te bevestigen door op de ENTER-toets te drukken. Hierna kunt u nog een ingang overbruggen door weer een ingangsnummer in te voeren en deze weer te bevestigen met de ENTER-toets. Als u klaar bent met overbruggen drukt u nog een keer op de ENTER-toets. Om hierna de programmeermodus te verlaten dient u op de CLEAR-toets te drukken of een 0 in te voeren die u bevestigt met de ENTER-toets.
Na het uitvoeren van de bovenstaande actie, zal het oorspronkelijke display weer verschijnen.
13
Overbruggingen uitschakelen Deze functie gebruikt u voor het uit de overbrugging halen van ingangen om deze weer normaal te laten functioneren U begint bij het oorspronkelijke display. 12:05:30 01/01/2005 code : Vervolgens drukt u op de MENU*-toets en voert u uw PIN-code in of biedt u uw kaart aan. Na het invoeren van uw PIN-code drukt u op de ENTER-toets. Hierna kiest u voor menuoptie elf door 11 in te voeren en te bevestigen met de ENTER-toets.
Als er geen ingangen overbrugd zijn, zal het volgende display verschijnen. Alle zones uit overbruggi Uit overbrug :
Als er minstens een ingang overbrugd is zal dit op een van de volgende twee manieren worden weergegeven. Één voor één, of als een lijst van nummers. Wanneer de ingangen een voor een worden weergegeven, kunt u van de ene naar de andere ingang bladeren met de NEXT-toets. Bladeren
overbrugd 4, pir kantoor Uit overbrug :
Overbrugd 1, 4, 6 Uit overbrug :
14
Afhankelijk van de status van de ingangen kunt u : - Overbrugging uitschakelen - De programmeermodus verlaten Om de overbrugging uit te schakelen dient u het ingangsnummer in te voeren en te bevestigen door op de ENTER-toets te drukken. Hierna kunt u nog een overbrugging uitschakelen door weer een ingangsnummer in te voeren en deze weer te bevestigen met de ENTER-toets. Als u klaar bent met overbruggingen uitschakelen drukt u nog een keer op de ENTER-toets. Om hierna de programmeermodus te verlaten dient u op de CLEAR-toets te drukken of een 0 in te voeren die u bevestigt met de ENTER-toets.
Na het uitvoeren van de bovenstaande actie, zal het oorspronkelijke display weer verschijnen.
15
Programmeren van gebruikers Deze functie gebruikt u voor het toevoegen, verwijderen of aanmaken van een gebruiker. De menuoptie programmeer gebruikers is vaak alleen toegankelijk voor de hoofdgebruiker, ook kan het zo zijn dat er twee geautoriseerde gebruikers nodig zijn om toegang te krijgen tot dit menu. In dit menu hebt u de keuze tussen drie opties. Optie 1 is wis, optie 2 is toon en optie 3 is maak. In een gebruikersrecord staan de volgende gegevens : - Het gebruikersnummer voor het controlepaneel. Dit nummer wordt gebruikt om een PIN-code of een kaart te verbinden met geautoriseerde functies. - De alarmgroep van de gebruiker, die de gebruikersgebieden en alarmcontrolefuncties bepaalt, bijvoorbeeld : Beheerder, staf, enz. Het alarmgroepnummer is meestal14 of 30, maar de installateur (Lagarde BV) kan het u laten weten wanneer dit niet het geval is. - De deurgroep van de gebruiker, die bepaalt via welke deuren de gebruiker toegang heeft. Het deurgroepnummer is meestal 0, maar de installateur (Lagarde BV) kan het u laten weten wanneer dit niet het geval is. - De etagegroep van de gebruiker, die bepaalt tot welke etages de gebruiker toegang heeft. Het etagegroepnummer is meestal 0, maar de installateur (Lagarde BV) kan het u laten weten wanneer dit niet het geval is. - De gebruikersnaam. - De PIN-code van de gebruiker. Om een nieuwe gebruiker aan te maken begint u bij het oorspronkelijke display.
12:05:30 01/01/2005 code : Vervolgens drukt u op de MENU*-toets en voert u uw PIN-code in. Na het invoeren van uw PIN-code drukt u op de ENTER-toets. Hierna kiest u voor menuoptie veertien door 14 in te voeren en te bevestigen met de ENTER-toets.
Het onderstaande display zal nu verschijnen. 1-Wis 2-Toon 3-Maak optie :
16
U bevindt zich nu in de menuoptie 14 programmeer gebruikers. Vervolgens dient u een keuze te maken tussen 1-wis, 2-toon of 3-maak. Om een gebruiker te programmeren toetst u drie in gevolgd door een druk op de ENTER-toets. Het display toont daarna het volgende.
Maak gebruiker gebruiker : We nemen als voorbeeld gebruiker nummer 10 met gebruikersnaam Jan. U dient nu dus 10 in te voeren. Dit bevestigt u met een ENTER.
Het display vraagt nu om een alarmgroepnummer. *-Lijst, Alm Grp:1-Geen Alarmgroep :
Meestal zal dit alarmgroep 30 zijn, in andere gevallen dient u de installateur te raadplegen. U toetst nu 30 in gevolgd door twee drukken op de ENTER-toets.
Het display vraagt nu om een deurgroepnummer. Deurgroep : 0 Deurgroep :
Meestal zal dit deurgroep 0 zijn, in andere gevallen dient u de installateur te raadplegen. U toetst nu 0 in gevolgd door twee drukken op de ENTER-toets.
17
Het display vraagt nu om een etagegroepnummer. Etagegroep : 0 Etagegroep : Meestal zal dit etagegroep 0 zijn, in andere gevallen dient u de installateur te raadplegen. U toetst nu 0 in gevolgd door twee drukken op de ENTER-toets.
Het display vraagt nu om een gebruikersnaam. Gebr.naam is,(*)-Einde
De naam kan nu worden ingegeven door middel van de letters onder de cijfertoetsen. Door meerdere keren op de toets te drukken kunt u de verschillende letters krijgen. Voor gebruikersnaam Jan drukt u dus een keer op 4 voor de j, een keer op 1 voor de a en twee keer op 5 voor de n. De ENTER-toets gebruikt u om naar het volgende karakter te gaan. Om verder te gaan drukt u 2 maal op de *MENU-toets.
Het display vraagt nu om een PIN-code. PIN-codes worden niet g Code : Voer nu de PINcode (deze kan bestaan uit 4 tot 10 cijfers) in gevolgd door ENTER.Bevestig deze daarna gevolgd door nogmaals een druk op de ENTER-toets. Daarna is de gebruiker aangemaakt en kan er eventueel nog een gebruiker worden aangemaakt. Om te stoppen drukt u op de CLEAR-toets. Volgende gebruiker
18
Tijd & datum wijzigen In menuoptie 15 Tijd & datum kan een nieuwe tijd en datum worden ingevoerd. Hier kan u ook de huidige tijd en datum bekijken. Om een nieuwe tijd en datum in te voeren begint u bij het oorspronkelijke display. 12:05:30 01/01/2005 code : Vervolgens drukt u op de MENU*-toets en voert u uw PIN-code in of biedt u uw kaart aan. Na het invoeren van uw PIN-code drukt u op de ENTER-toets. Hierna kiest u voor menuoptie vijftien door 15 in te voeren en te bevestigen met de ENTER-toets.
Het onderstaande display zal nu verschijnen. Tijd 1-Toon 2-Wijzig 0-Einde, Menu : Om te wijzigen kiest u voor optie twee door 2 in te drukken en deze te bevestigen met ENTER. Als tijd nemen we bijvoorbeeld 20:30:00 en als datum bijvoorbeeld 03/04/05.
Het display vraagt u nu om de uren in te geven. Tijd uu:mm:ss dd/mm/jjj Uren : Vervolgens toetst u 20 in gevolgd door een ENTER.
19
Hetzelfde display zal nu verschijnen, alleen in plaats van uren wordt er nu om minuten gevraagd. U voert nu de minuten in door 30 in te toetsen en te vervolgen met een druk op de ENTER-toets.
Hierna wordt er om de seconden gevraagd. U voert nu de seconden in door 00 in te toetsen en te vervolgen met een druk op de ENTER-toets.
Vervolgens zal er om de dag van de maand worden gevraagd. U voert nu de dag van de maand in door 03 in te toetsen en te vervolgen met een druk op de ENTER-toets.
Vervolgens zal er om de maand worden gevraagd. U voert nu de maand in door 04 in te toetsen en te vervolgen met een druk op de ENTER-toets.
Als laatste zal er om het jaar worden gevraagd. U voert nu het jaar in door 05 in te toetsen en te vervolgen met een druk op de ENTER-toets.
Hierna wordt de juiste dag van de week automatisch berekend en daarna keert u terug naar het menu.
20
Wat te doen bij een alarm Wanneer er een alarm optreedt, knippert een rode LED van het gebied op het bedieningspaneel. Het oorspronkelijke display wordt niet langer getoond. Als het een lokaal alarm is, wordt de schermtekst “Lokaal Alarm” getoond. Er kunnen vele ingangen met een gebied verbonden zijn. Wanneer er een alarm optreedt is het belangrijk om te weten welke ingang het probleem veroorzaakt, zodat u snel maatregelen kunt nemen. Er kunnen verschillende soorten alarmen optreden in verschillende situaties. - Lokaal alarm Dit alarm treedt op wanneer een ingang wordt verstoord, terwijl een systeem is uitgeschakeld. Het alarm is alleen binnen het gebouw hoorbaar en wordt lokaal afgehandeld. Of de LED van het gebied knippert hangt af van de programmering. Het controlepaneel geeft een continue pieptoon af totdat iemand het alarm bevestigt via het bedieningspaneel. Op het display staat de melding : “Lokaal Alarm”. Een lokaal alarm treedt bijvoorbeeld op wanneer een als branddeur geprogrammeerde ingang verstoord wordt. In het geval van een lokaal alarm hoeft u geen contact op te nemen met de particuliere alarmcentrale. -
Alarm Het exacte type alarmsignaal hangt af van de programmering van het systeem (knipperlichten,sirenes, enz.). De LED op het bedieningspaneel knippert snel. Een alarm kan 24 uur per dag optreden, afhankelijk van de programmering, bijvoorbeeld vanwege een deur die wordt geforceerd terwijl het gebied is ingeschakeld. Een alarm kan zo worden geprogrammeerd dat het wordt doorgegeven aan de particuliere alarmcentrale.
-
Systeemalarm Een systeemalarm kan altijd optreden. Het soort alarmsignaal hangt af van de programmering van het systeem (knipperlichten, sirenes, enz.). Het systeemalarm treedt op wanneer de beveiligingsapparatuur (bijvoorbeeld het paneel) wordt gesaboteerd of wanneer er zich een storing voordoet. U kunt een systeemalarm alleen afzetten als u daarvoor met uw PIN-code en/of kaart bent geautoriseerd. Het systeem kan zo worden geprogrammeerd dat er automatisch contact met de particuliere alarmcentrale wordt opgenomen.
Let erop dat een alarm en een systeemalarm bij de meldkamer (particuliere alarmcentrale) worden gemeld, dus zorg ervoor dat u de meldkamer informeert dat er niks aan de hand is. Houdt hierbij u pasje gereed om u te kunnen legitimeren bij de meldkamer.
21
Een lokaal alarm afzetten Bij een lokaal alarm verschijnt het volgende display. Lokaal Alarm Code : Om de plaats van het alarm te bepalen drukt u tweemaal op de ENTER-toets
Hierna kunnen de alarmen als volgt worden weergegeven. Één voor één, of als een lijst van nummers. Wanneer de ingangen een voor een worden weergegeven, kunt u van de ene naar de andere ingang bladeren met de NEXT-toets. Lokaal alarm in A4,deur Next of Enter : Bladeren Lokaal alarm in A4, A5, Ingangnr : Hierna kunt u kiezen uit de volgende twee opties - Lokaal alarm accepteren, hiermee kunt u de pieptoon afzetten en de alarmtoestand beëindigen. Dit doet u door de 0 in te toetsen gevolgd door een ENTER. U kunt slechts een ingang tegelijk bevestigen.
-
Volledige ingangsnaam tonen, hiermee kunt u de volledige naam weergeven van de ingang in alarmtoestand. U weet dan de exacte plaats van de ingang in het gebied. Dit doet u door het ingangsnummer in te voeren en te bevestigen met een ENTER.
Hierna zult u het probleem moeten verhelpen, door bijvoorbeeld de deur te sluiten.
22
Een gebied in alarmtoestand uitschakelen Op het paneel knippert een LED van een gebied om aan te geven in welk gebied er een alarm is opgetreden. Wanneer u een gebied in alarmtoestand wilt gaan uitschakelen, ziet u onderstaand scherm voor u.
code :
Voer uw PIN-code in of biedt uw kaart aan, daarna drukt u op de OFF-toets. Bij brandalarmen dient u dit binnen 20 seconden nog een keer te herhalen om de brandmelders te resetten.
Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de programmering van uw PIN-code en/of kaart : Uw PIN-code en/of kaart is niet geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle ingeschakelde gebieden automatisch worden uitgeschakeld en zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke toestand. Uw PIN-code en/of kaart is geprogrammeerd voor het weergeven van gebieden, in dit geval zullen alle ingeschakelde gebieden in het display worden weergegeven zoals bijvoorbeeld in het onderstaande display.
0-Alle 1,Kantoor 2,Mag Geef gebied :
Nu kunt u kiezen uit een van de volgende vier opties : -
Meer gebieden tonen, door op de Up/Down-toets te drukken wordt het volgende ingeschakelde gebied getoond.
-
Alle gebieden uitschakelen, door op de 0-toets en daarna op de ENTER-toets te drukken kunt u alle gebieden tegelijk uitschakelen.
23
-
Afzonderlijke gebieden uitschakelen, hiermee kunt u geselecteerde gebieden een voor een uitschakelen. Door het gebiednummer in te voeren en daarna op de ENTER-toets te drukken schakelt u een gebied uit. Wilt u hierna nog een gebied uitschakelen, dan toetst u weer een gebiednummer in gevolgd door een ENTER. Wanneer u klaar bent drukt u nogmaals op de ENTER-toets. Wanneer het gebied is uitgeschakeld, gaat de bijbehorende rode LED uit.
-
Exit, hiermee kunt u door op de CLEAR-toets te drukken de uitschakelfunctie verlaten. De gebieden blijven dan ingeschakeld.
De LED stopt met knipperen. Het gebied is nu uitgeschakeld. U dient het probleem uiteraard nog wel te verhelpen.
24
Een lijst van recente alarmen maken Dit is een snelle en gemakkelijke manier om na te gaan waar en wanneer alarmen zijn opgetreden. Deze informatie is nuttig wanneer u een alarm hebt moeten afzetten zonder eerst de oorzaak na te gaan. Als er tijdens het opvragen van de lijst een alarm actief is, wordt er alleen informatie over dat alarm getoond. Als er geen alarm is, drukt u twee maal op de ENTER-toets om informatie over de laatste alarmen op te vragen.
Op het display staat waar het alarm is opgetreden.
13:23-31/10-Alarm Inga 1-Scan, 0-Einde : U hebt nu de volgende opties : - De laatste alarmen in detail bekijken, hiervoor drukt u op de 1. - Het overzicht verlaten. U kunt het historisch overzicht van de alarmen verlaten en terugkeren naar het oorspronkelijke display, hiervoor drukt u op de 0. Als er wel een alarm is, zal u door twee maal op de ENTER-toets te drukken informatie krijgen over de huidige alarmen. Op het display staat waar het alarm is opgetreden.
Alarm in T3 Next of Enter U hebt nu de volgende opties : - Door de lijst bladeren. Dit doet u door op de NEXT-toets te drukken. - De list verlaten. U kunt de lijst van de alarmhistorie verlaten en terugkeren naar het oorspronkelijke display door op de ENTER-toets te drukken.
25