LABjournaal EXP07: Duurzame energie
Colofon Dit is het ‘LABjournaal’ voor EXP07 van het Maastricht-LAB, Duurzame energie. Het is een logboek voor het proces van selectie, projectvormgeving en evaluatie door het Maastricht-LAB en deel van een reeks van LABjournaals voor de experimenten in Maastricht. Wat is het Maastricht-LAB? In het proces rondom de nieuwe structuurvisie Maastricht 2030 hebben we geconstateerd dat er echt een andere tijd is aangebroken in het verder ontwikkelen en bouwen aan Maastricht. Dit vanwege het stagneren van de economische en demografische groei, maar ook doordat inwoners en ondernemers steeds meer invloed willen hebben in het gebruik en de inrichting van de stad. Dit betekent een nieuwe manier van stadsontwikkeling waarin herbestemmen, flexibiliteit, tijdelijk gebruik, geleidelijke transformatie, duurzaamheid en cocreatie centraal staan. Dat betekent deels ook andere partners. Maar hoe geven we die nieuwe manier van werken aan de stad handen en voeten? Het Maastricht-LAB beoogt hiervoor een katalysator te zijn, een tijdelijke impuls van maximaal 2 jaar, om de transitie naar de nieuwe vorm van stadsontwikkeling te stimuleren. Centraal staat het op kleine schaal zoeken naar en leren van oplossingen via nieuwe samenwerkingsverbanden, het uitwisselen van kennis en ervaringen en het doen van concrete experimenten. Wie doen er mee? Het M-LAB is van en voor de stad. Wij nodigen iedereen uit om mee te denken en te doen. Wij zijn op zoek naar mensen van verschillende achtergronden die mee willen denken over de nieuwe manier van stadsontwikkeling, en die samen met ons in de proeftuin Maastricht de eerste stappen willen zetten. Het LAB wordt gesteund en mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Platform 31.
team Maastricht-LAB www.maastrichtlab.nl Maastricht, augustus 2014
is een tijdelijke katalysator stimuleert een transitie van stadsontwikkeling in Maastricht werkt aan inspirerende experimenten sluit aan bij de behoeften van Maastricht ontwikkeld visie door diversiteit van invalshoeken wisselt ervaring globaal uit en past kunde lokaal toe zet creativiteit in om maximaal gebruik te maken van de locatie streeft naar ontwikkeling tot kritieke massa denkt in systemen sluit aan op verleden, past in heden en richt zich op toekomst collaboreert met gebruikers zodat de energie duurzaam is moet vieren en mag falen is in uitvoering…
2
Inhoudsopgave 1
Aanleiding en doelstelling EXP07 Aanleiding Doelstelling Vraagstukken Partners
5 5 5 6 6
2
Processtappen Selectieproces Samenwerking met VMBO Porta Mosana Rolverdeling Inspiratiesessies Beëindiging samenwerking
7 7 8 8 9 16
3
Resultaat
17
4
Evaluatie
18
5
Voorstel voor structurele aanpak en borging
20
6
Logboek
21
3
4
1. Aanleiding en doelstelling EXP07 Aanleiding Het Maastricht-LAB is opgericht om de transitie naar nieuwe vormen van stadsontwikkeling te stimuleren, als aanjager voor een nieuw tijdperk dat zich kenmerkt door nieuwe manieren van denken, werken en organiseren. Één van deze transities is de energietransitie, waarvoor het LAB een lans wil breken. Deze transitie kenmerkt zich door een aantal verschuivingen, waaronder: van fossiele naar volledig duurzame energiebronnen, van centrale naar decentrale energieopwekking, van verticale naar horizontale organisatiestructuren en van top-down masterplanning naar meer ruimte voor lokale, bottom-up initiatieven. De urgentie rondom het energievraagstuk is onderwerp van publieke discussie. Zowel over de noodzaak als de vormgeving van een eventuele transitie bestaat verdeeldheid. In het domein stadsontwikkeling ligt er een belangrijke opgaven bij de verduurzaming van de huidige fysieke bebouwing (gebouwen en objecten). Hierbij speelt de Trias Energetica een belangrijke rol: een strategie die is ontwikkeld om het energievraagstuk effectief aan te kunnen pakken bij het ontwerpen en herbestemmen van gebouwen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie stappen: ten eerste het beperken van energieverbruik door energieverspilling te bestrijden, ten tweede het maximaal gebruik maken van duurzame energiebronnen en ten derde efficiënt gebruik maken van fossiele energiebronnen. Daarnaast speelt het NIMBY effect een belangrijke rol: als er al consensus bestaat over de noodzaak van een energietransitie, dan willen burgers hier zelf geen nadelige effecten van ondervinden. De acceptatiegraad voor met name duurzame energieopwekking lijkt laag bij bewoners. Een sprekend voorbeeld uit Maastricht betreft het windmolenpark in Lanakerveld, waarvoor uiteindelijk te weinig (lokaal) draagvlak bestond om het geplande windmolenpark te realiseren. Doelstelling Als tegenhanger van de grootschalige energie-infrastructuur wil het LAB met dit experiment aansluiten bij een kleinschalig en zichtbaar project dat zich richt op het thema duurzame energie. Daarbij wordt het energievraagstuk gekoppeld aan een concreet initiatief van burgers en/ of partijen. Doel is om een voorbeeldproject voor de stad te ontwikkelen, door te laten zien dat bewoners en partijen uit de stad zelf een bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van Maastricht. Het leerproces wordt vastgelegd, zodat het mogelijk wordt om de belangrijkste inzichten en resultaten over te dragen naar andere plekken en organisaties in de stad. Na een zorgvuldig selectieproces (zie hoofdstuk 2 voor nadere toelichting) is een samenwerking aangegaan met VMBO Porta Mosana. In een drietal inspiratiesessie is een gezamenlijk doelstelling geformuleerd: VMBO Porta Mosana verduurzamen met aandacht voor 1. de verduurzaming van het gebouw aan de hand van de Trias Energetica strategie; 2. het concept duurzaamheid en duurzame energie integreren in het curriculum; en 3. het betrekken van verschillende stakeholders en het netwerk van de school in dit proces.
5
Vraagstukken - In hoeverre kunnen kleinschalige initiatieven een bijdrage leveren aan de transitie naar een meer duurzaam functionerende en georganiseerde energie-infrastructuur? - Kan een kleinschalig initiatief een voorbeeldfunctie vervullen voor de stad en een beweging van meerdere, kleinschalige duurzame projecten op gang brengen? - Hoe koppel je de ambitie van de gemeente aan de beleving van bewoners, in een kleinschalig project dat wordt vormgegeven in een proces van cocreatie? - Hoe kan de samenwerking tussen een initiatiefnemer, de gemeente en private partijen worden vormgegeven bij de verduurzaming van een (school)gebouw? - Welke alternatieve financieringsmogelijkheden zijn er om dit gebouw te verduurzamen? Partners - VMBO Porta Mosana Maastricht. Projecteigenaar van dit experiment: locatiedirecteur Twan Wijnants. - Cita Verde college Heerlen. Adviseur en partner: directeur Peter Claessen. - Project Energieke Scholen Limburg. Adviseur en partner: projectleider Jean Schrijen. - Voogden vanuit de Gideonsbende van het Maastricht-LAB. Adviseurs en borgers van het proces: Richard Leenards en Roger Cox. - Platform COOL. Klankbord en adviseur: de leden van het platform zijn op de hoogte gesteld van dit experiment en betrokken bij de selectieprocedure van een concreet project. - Gemeente Maastricht. Mede procesvormgever: Weike Medendorp, senior beleidsadviseur duurzaamheid. - Team Maastricht-LAB. Aanjager, partner en procesvormgever: Tim van Wanroij.
6
2. Processtappen Selectieproces In dit experiment is er bewust voor gekozen om niet een experiment te starten vanaf nul. In plaats daarvan is ervoor gekozen om aan te sluiten bij een bestaand initiatief uit de stad dat zich inzet voor het thema duurzame energie. Dit past ook bij de filosofie van het LAB: zoek naar partijen en initiatieven die op vernieuwende wijze een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van de stad. De gemeente Maastricht heeft in april 2012 in de vorm van de Duurzaamheidsimpuls een open oproep gedaan naar de stad, in de hoop (verborgen) energieën en initiatieven aan te spreken die een bijdrage willen leveren aan een duurzame ontwikkeling van Maastricht. Doel van de impuls was om inwoners nauwer te betrekken bij duurzame keuzes op het gebied van stadsontwikkeling, door het beschikbaar stellen van subsidies voor innovatieve ideeën. Initiatieven kwamen in aanmerking voor subsidie als zij a) een bijdrage leveren aan de energietransitie, b) innovatief zijn en c) als voorbeeldproject kunnen fungeren. De opzet van dit experiment sluit hier naadloos op aan. De jury van de Duurzaamheidsimpuls (zie bijlage) bestond uit een zestal leden van Platform COOL. Zij hebben destijds zeventien van de twintig aanvragen gehonoreerd. Deze initiatieven zijn divers van aard en richten zich op zaken als energieadvies, energiebesparing, energieopwekking en bewustwording. Een deel van de financiële middelen vanuit het budget is destijds niet uitgegeven. Dit bedrag is beschikbaar gesteld voor het LAB waarmee een project financieel ondersteund kan worden. Afspraak is om deze middelen enerzijds in te zetten voor het uitvoeren van concrete maatregelen of activiteiten in het project, en anderzijds voor het overdragen van de resultaten en ervaringen naar andere plekken en organisaties in de stad. Gezien de tijdelijke status van het LAB is er in dit experiment voor gekozen om aan te sluiten bij één van de initiatieven die zijn ingediend voor de Duurzaamheidsimpuls. Op deze wijze maakt het LAB optimaal gebruik van de aanwezige energie in de stad, door een bestaand initiatief opnieuw te benaderen en te mobiliseren. Alle leden van Platform COOL zijn in januari 2013 op de hoogte gesteld van het experiment. Hen is gevraagd om een advies te geven over projecten uit de Duurzaamheidsimpuls die mogelijk interessant zouden zijn om via het LAB naar een hoger niveau te tillen. Daarbij zijn de volgende selectiecriteria gehanteerd: 1. aantrekkelijkheid/ zichtbaarheid (showcase); 2. financiële haalbaarheid (zelfvoorzienend); en 3. resultaat op korte termijn (12 maanden). Op verzoek van Platform COOL is door het LAB een voorselectie gemaakt van mogelijke interessante projecten, die passen bij de werkwijze van het LAB en aansluiten bij het thema nieuwe stadsontwikkeling. Op basis van deze voorselectie hebben de leden van het Platform op persoonlijke titel de mogelijkheid gekregen om een advies uit te brengen. Hieruit bleek dat de platformleden het meest enthousiast waren over het project Energieke Scholen Limburg, vanwege de combinatie van een aantal factoren: de opgaven voor de verduurzaming van oude schoolgebouwen, de mogelijke relatie met het lesprogramma, het betrekken van andere stakeholders als ouders en het bedrijfsleven, de zichtbaarheid van het project en de kleinschaligheid waarmee het kan worden uitgevoerd. Het LAB heeft vervolgens besloten om dit advies over te nemen.
7
Samenwerking met VMBO Porta Mosana Eind februari 2013 is de projectleider van het Energiek Scholen project, Jean Schrijen, benaderd voor een samenwerking in dit experiment. In dit kennismakingsgesprek is besloten om de enige Maastrichtse school uit het project Energieke Scholen Limburg te benaderen om deel te nemen aan dit experiment: VMBO Porta Mosana. In een gesprek met locatiedirecteur Twan Wijnants in maart 2013 werd positief gereageerd over deelname aan dit samenwerkingsverband in het Maastricht-LAB. Wel werden er een aantal aandachtspunten benoemd om rekening mee te houden. - Voor het project Energieke Scholen Limburg (ESL), onderdeel van het provinciale project Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO), zijn destijds financiële middelen voor één jaar beschikbaar gesteld (tot juli 2013). Daarom is besloten om in het ESL project enkel te richten op energiebesparende maatregelen, met aandacht voor gedragsveranderingen in de school (geen technische investeringen). Destijds werd de ambitie uitgesproken om dit project t.z.t. te continueren en uit te breiden. Het Maastricht-LAB kan mogelijk een vehikel zijn om hier direct invulling aan te geven. - Porta Mosana is onderdeel van LVO Maastricht. Op dit moment zijn zij samen met de gemeente Maastricht bezig met een herhuisvestingopgave. Dit kan zowel een belemmering als een kans zijn in voor dit experiment. Zo zou dit kleinschalige project uiteindelijk kunnen worden toegepast bij meerdere schoolgebouwen in Maastricht. Rolverdeling Alle partijen spreken uit dat zij genoeg enthousiasme en mogelijkheden zien om in een proces van cocreatie te werken aan een duurzaam energieproject. Voorstel is om een reeks workshops te organiseren om de vormgeving van het experiment verder uit te werken. Voorgestelde deelnemers zijn VMBO Porta Mosana (Twan Wijnants), Citaverde College Heerlen (Peter Claessen), Energieke Scholen Limburg (Jean Schrijen), de voogden vanuit de Gideonsbende (Roger Cox en Richard Leenards), de gemeente Maastricht (Weike Medendorp) en het Maastricht-LAB (Tim van Wanroij). VMBO Porta Mosana is projecteigenaar in dit experiment. Zij beslissen uiteindelijk welke acties worden uitgevoerd en welke activiteiten worden georganiseerd die direct in relatie staan met de school. Het schoolbestuur LVO Maastricht is juridisch eigenaar van het gebouw en verantwoordelijk voor (klein) onderhoud. De gemeente is economisch eigenaar van het gebouw. Dat wil zeggen dat zij via het claimrecht eigenaar worden van het gebouw zodra de onderwijsbestemming vervalt. Groot onderhoud en ingrijpende investeringen of maatregelen in het schoolgebouw worden daarom doorgaans (financieel) ondersteund door maar altijd uitgevoerd in overleg met de gemeente. Wie nu de ‘initiatiefnemer’ is van dit experiment, is niet geheel duidelijk. Het LAB heeft het initiatief genomen door dit experiment te starten en Porta Mosana hiervoor te benaderen, maar Porta Mosana is projecteigenaar. In het eerste overleg is afgesproken dat het LAB drie rollen vervult. 1. Als aanjager: door het proces van verduurzaming te versnellen, partijen te enthousiasmeren met inspirerende voorbeelden in een reeks van workshops en een financieel bedrag beschikbaar te stellen voor de uitvoering van concrete ingrepen en activiteiten. 2. Als intermediair: door verschillende partijen bij elkaar te brengen, het proces van organisatie, visievorming en uitvoering te ondersteunen en door mede verantwoordelijkheid te dragen voor de projectbeschrijving en uitvoering. 3. In de communicatie: door ervaringen en resultaten over te dragen naar andere organisaties en partijen in de stad. Porta Mosana is projecteigenaar en daarmee hoofdverantwoordelijk voor de uitvoering van acties.
8
Inspiratiesessies Het LAB heeft drie inspiratiesessies georganiseerd die moesten leiden tot een gedeelde probleemstelling, projectbeschrijving en plan van aanpak voor de uitvoering van concrete maatregelen en activiteiten. Daarbij zijn alle genoemde partijen betrokken geweest. Sessie 1: kennismaking en probleemdefiniëring (23.04.2013) In de eerste workshop zijn er twee belangrijke opgaven uitgewerkt: de belangrijkste opgaven van scholen (en de locatie van VMBO Porta Mosana specifiek) en de persoonlijke wensen en prioriteiten van de betrokken deelnemers. Daar zijn de volgende aandachtspunten uit gedestilleerd. Belangrijkste opgaven: 1. Verankering en concretisering van het containerbegrip duurzaamheid. 2. Bewustwording en kennis en kunde ontwikkeling, zowel bij leerlingen als docenten. 3. Meer samenwerking met het bedrijfsleven, betere aansluiting op vraag vanuit de markt. 4. Gevoel van urgentie verankeren in de school en het curriculum (“in de genen zitten”). 5. Leerlingen duurzaamheid zelf in praktijk laten brengen. 6. Het schoolgebouw als ‘levend voorbeeld’ en als leerplek voor duurzame ontwikkeling. 7. Meer samen doen. Persoonlijke wensen en prioriteiten Uit de persoonlijke wensen van deelnemers blijkt dat veel aandacht nodig is voor de eerste en tweede component van de Trias Energetica (zie figuur hieronder): energiereductie door gedrag en techniek en het opwekken van duurzame energie. Een groot deel van de aandachtspunten wordt op het raakvlak tussen deze twee gepositioneerd. Dit komt vooral omdat er veel waarde wordt gehecht aan het proces van uitvoering en realisatie. 1. Energiereductie: concrete resultaten, zichtbare uitvoering, betrokkenheid van leerlingen aanpassing van het gebouw, investeren in isolatie. 2. Energieopwekking: samenwerking leerlingen en bedrijfsleven, zonnepanelen als mogelijke eyecatcher, koppelijk met lesmateriaal, ‘veel vragen vanuit de school’ (betrokkenheid tonen en actief participeren), mogelijk crowdfunding als financieringsmethode, borging en continuïteit binnen de organisatie van de school. 3. Raakvlak: voorbeeldproject (‘van Porta Mosana naar andere steden’), plezier en enthousiasme bij leerlingen, deelname van ‘de omgeving’ van de school, een stap maken op de urgentieladder van jongeren, win-win situaties voor deelnemende partijen op het gebied van duurzaamheid. Daarbij zijn vier basisideeën benoemd om op voort te bouwen. 1. Een officieel startschot aan het begin van het nieuwe schooljaar 2013/2014, waarin een ‘duurzame dag’ wordt georganiseerd. Bewustwording en het starten van een aantal duurzame, zichtbare projecten staan centraal op deze dag. 2. De uitvoering van een nulmeting, die wordt uitgevoerd door specialisten met ondersteuning van leerlingen. Studenten van Cita Verde kunnen hier mogelijk ook een begeleidende rol in spelen. Mogelijk koppelen aan uitkomsten van het ESL project. 3. Een crowdfunding project, waarbij leerlingen en de omgeving van de school zelf maatschappelijk geld organiseert om zonnepanelen op de school te financieren. 4. Educatie. Het is van belang dat het ‘duurzame gedachtegoed’ wordt geborgd in de school. Bij voorkeur door activiteiten te verankeren in het lesprogramma en het proces van verduurzaming zorgvuldig vast te leggen. Zorg voor ‘een helder en sterk verhaal’.
9
Inspiratie Educatie
Financiën
Vijf aspecten
Organisatie
om duurzame energie op scholen te realiseren. (‘Zon op School’)
Juridisch
Techniek 10
Trias Energetica
20
10
11
Sessie 2: aanscherping focus experiment (16.05.2013) In de tweede workshop is aandacht besteed aan de organisaties Porta Mosana en Cita Verde, de mogelijke aandachtspunten en factoren die een rol spelen bij de verduurzaming van het schoolgebouw en mogelijke financieringsmodellen voor de benodigde investeringen in het schoolgebouw (met name gericht op energieopwekking). Twan: ontwikkelingen in het VMBO en Porta Mosana Het VMBO is veel meer dan een restschool. Ongeveer 60% van alle kinderen volgt een VMBO opleiding. Deze opleiding wordt gekenmerkt door een combinatie van theorie en praktijk, aangevuld met (maatschappelijke en beroepsmatige) stages. Populaire richting is ‘verzorging’, maar ‘groen’ zit in de lift. Het aantal leerlingen op Porta Mosana is groeiende. Doel is om vanaf augustus 2015 Porta Mosana in te richten in het kader van beroepscollege (ambacht, vakonderwijs, praktijk). Peter: projecten en activiteiten in het kader van duurzaamheid bij Cita Verde (MBO) Cita Verde is aangesloten bij meerdere duurzame projecten. Meest aanspreken voorbeeld is EcoSchools: een Europees initiatief waarbij scholen in zeven stappen verduurzamen. Elk project start met het uitvoeren van een nulmeting en vervolgens het oprichten van werkgroepen. Andere projecten zijn “Kom in de Kas” (energiezelfvoorziening en integraal onderwijs), “Voorop in de Vergroening” (AOC Raad) en de minor duurzaamheid in het lesprogramma. Richard: nulmeting en concretisering duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling is een begrip dat in de praktijk moet worden geconcretiseerd. In dit experiment zou de school als complexe samenleving benaderd kunnen worden, met verschillende behoeften, symptomen en structuren. Deze elementen kan je in kaart brengen, bijvoorbeeld in een ‘mindmap’, waardoor de belangrijkste opgaven en raakvlakken inzichtelijk worden. Tim: twee financieringsmodellen voor financiering zonnepanelen - Lease(koop). Hierbij neemt een derde partij de investeringskosten voor zijn rekening en betaalt de school een vaste elektriciteitsprijs. Dit is een zakelijke overeenkomst. - Crowdfunding. Hierbij dragen vele individuele partijen bij aan de directe financiering. Netwerken en community building zijn belangrijke aspecten. Daarnaast hebben alle deelnemers hun ideeën en beelden kunnen delen voor dit experiment, met aandacht voor inhoud, vorm, partners en planning. De belangrijkste conclusies zijn: - Duurzaamheid is een normatief begrip en vraagt om concretisering van ‘wat’ verduurzaming precies inhoudt. Uit deze sessie blijkt dat de ideeën over hoe de verduurzaming van Porta Mosana moet worden vormgegeven, ver uiteen liggen. Zo zijn er een aantal deelnemers die zich willen concentreren op het thema energie, anderen doen suggesties om ook aandacht te besteden aan onderwerpen als voedsel, groen, dierenwelzijn, zorg en economie. - Alle deelnemers willen graag zo snel mogelijk aan de slag, het liefst bij aanvang van het schooljaar 2013/ 2014. Daarbij moet de uitvoering van projecten en activiteiten centraal staan en niet een uitgebreid proces van visievorming. - Resultaten uit het Energie Scholen project zouden als basis moeten dienen voor het vervolg. - ‘Haal buiten naar binnen’, door verschillende stakeholders bij het experiment te betrekken. Belangrijkste doelgroepen zijn ouders, het bedrijfsleven, de gemeente en andere scholen. - Onderzoek of naar de mogelijkheden voor een toekomstig crowdfunding project. Dit hoeft niet per se voor zonnepanelen worden ingezet, maar moet wel gericht zijn op een directe investering in de school. - Communicatie is een belangrijk aandachtspunt. Zorg dat de lokale media op de hoogte blijft wat hier gebeurt zodat de school ook echt een voorbeeldfunctie kan vervullen. 12
13
Sessie 3: afspraken en plan van aanpak (24.06.2013) Voorafgaand aan deze workshop heeft het LAB met de school om tafel gezeten om het vervolg van het experiment te bespreken. Naar aanleiding van dit overleg is besloten om in dit experimentvast te houden aan de originele opzet: aan de slag gaan met het energievraagstuk van de school en een project ontwikkelen dat mogelijk als voorbeeld kan dienen voor de rest van de stad. In deze bijeenkomst is besloten dat de school een projectvoorstel uitwerkt voor dit experiment en dit na de zomer aan de overige deelnemers voorlegt. Daarbij zou bij aanvang van het schooljaar mogelijk een startactiviteit georganiseerd kunnen worden. De volgende uitgangspunten zijn hierbij benoemd: a) energiereductie van het schoolgebouw; b) educatie op het gebied van duurzaamheid/ duurzame energie; en c) betrekken van stakeholders bij activiteiten (bedrijfsleven, ouders, andere partners). Alle deelnemers zijn het eens met deze opzet. De volgende drie bouwstenen worden genoemd als onderdeel van een mogelijk projectvoorstel. 1. Resultaten vanuit het Energie Scholen project. De resultaten zoals gepresenteerd door de tweedejaars VMBO leerlingen moeten worden uitgevoerd in het komende schooljaar. Dit is het startpunt voor activiteiten die volgen. 2. Energierekening in kaart brengen. In samenwerking met een professioneel bedrijf moet het energieverbruik en –misbruik in kaart worden gebracht. Vervolgens is het van belang dat de thema’s en vraagstukken die aan de orde komen ook in het lesprogramma terugkomen. Hiervoor is Porta Mosana in eerste instantie zelf aan zet; het projectplan zal hier aandacht aan besteden. Eco schools wordt hierbij als optie bekeken. 3. Crowdfunding project. Porta Mosana geeft aan dit onderdeel niet zelf te kunnen oppakken. Afgesproken is dat het Maastricht-LAB hier een onderzoekende, faciliterende en ondersteunende rol vervult. Vanuit de deelnemers is het voorstel gedaan om de ouderenraad hierbij te betrekken. Afspraak is dat er vanuit de school een projectplan wordt uitgewerkt met concrete acties en activiteiten die vanaf het nieuwe schooljaar worden uitgevoerd. Dit wordt eind augustus 2013 met het Maastricht-LAB besproken en vervolgens voorgelegd aan de overige deelnemers van het experiment.
14
Conceptvoorstel EXP07 Besparingen
Communicatie
Investeringen
Energie Verbreding
Opwekking
Lesprogramma
5
15
Beëindiging samenwerking In augustus 2013 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen Porta Mosana en het Maastricht-LAB. In plaats van het uitwerken van een projectplan heeft Twan aangekondigd dat hij als huidige locatiedirecteur een nieuwe functie krijgt bij een andere organisatie en dat er een nieuwe locatiedirecteur van VMBO Porta Mosana wordt aangesteld. Hierdoor is door de school besloten om het project niet te continueren, aangezien het nieuwe takenpakket van Twan het niet toe liet om de nodige activiteiten en acties in de school door te voeren in de vorm van een experiment. Ook andere werknemers van de school zoals docenten en teamleiders zagen geen mogelijkheid en/of meerwaarde om het project te continueren gezien de werklast die dat met zich mee zou brengen. Naar aanleiding van deze beslissing heeft het Maastricht-LAB besloten om het experiment te beëindigen. Het LAB is geen projecteigenaar van dit project en is afhankelijk van de medewerking van de school. Opvallend hierbij is dat zowel de personele ondersteuning van het Maastricht-LAB als de beschikbaarheid van financiële middelen vanuit de gemeente, niet voldoende is geweest om het experiment naar een succesvol einde te brengen. Vanuit de filosofie van het LAB is besloten om het project niet ‘over te nemen’. Met de gemeente Maastricht is afgesproken dat het vraagstuk (verduurzamen van schoolgebouwen) gecontinueerd wordt binnen bestaande kanalen van de gemeente. De lessen en ervaringen vanuit dit experiment worden hierin meegenomen. Daarbij wordt aandacht besteed aan zowel de procesvormgeving (selectie, cocreatie, visievorming) als mogelijke instrumenten (alternatieve financieringsvormen als crowdfunding, Ecoschools als internationaal keurmerk voor duurzame scholen, toepassing Trias Energetica).
16
3. Resultaat Het experiment ‘duurzame energie’ van het Maastricht-LAB heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd, namelijk een voorbeeldproject voor de stad. Aangezien het initiatief nooit tot uitvoering is gebracht, zijn er ook onvoldoende resultaten behaald om deze te vertalen naar een concreet handelingsperspectief, in de vorm van een brochure of handleiding. Het samenwerkingsverband met de deelnemers heeft geleid tot de volgende twee resultaten. 1. Inzicht in nieuwe samenwerkingsvormen Het Maastricht-LAB en de gemeente Maastricht heeft meer inzicht gekregen in hoe de samenwerking met lokale initiatiefnemers kan verlopen. Een faciliterende, aanjagende en ondersteunende rol (zowel in mankracht als in financiële middelen) bleek in dit experiment niet voldoende te zijn om het initiatief tot een volwaardig project op te schalen. In de evaluatie wordt dit punt nader toegelicht. 2. Inventarisatie van instrumenten In het de drie inspiratiesessies zijn verschillende financiële instrumenten, zichtbare activiteiten en protocollen voor het basis- en voortgezet onderwijs onderzocht en besproken. Deze concrete instrumenten kunnen ertoe bijdragen dat de energietransitie in het onderwijs wordt aangejaagd in samenwerking met verschillende partijen in het netwerk van onderwijsinstellingen. De instrumenten die als meest kansrijk werden beoordeeld zijn: - crowdfunding voor duurzaamheidmaatregelen, zie bijvoorbeeld: o http://www.zonopschool.nl/home o http://sunnyschools.nl/ o http://zonopschoolnsv2.nl/2012/12/02/certificaten/ o http://www.zonneparknederland.nl - verschillende lease- en koopvormen voor zonnepanelen, zie bijvoorbeeld: o http://www.sme.nl/nieuws/887-alle-scholen-zon - het (internationale) keurmerk Eco-schools: o http://www.eco-schools.nl/.
17
4. Evaluatie Procesvormgeving experiment Alle deelnemers zijn positief over de procesvorming van het experiment. Met name de inspiratiesessies en de daarbij behorende samenwerking tussen verschillende partijen wordt als een meerwaarde gezien. Belangrijke verbeterpunten zijn: - frequenter overleg met de betrokken partijen; - sneller aan de slag gaan en concrete resultaten en successen zichtbaar maken. Zorg wel voor een goede basis/ plan van aanpak met heldere procesafspraken; - zoek naar een trekker van het project binnen de initiatiefnemende organisatie. Betrek dus ook de ‘werkvloer’ in een vroeg stadium bij de projectvormgeving. Bijdragen deelnemers De voogden van het Maastricht-LAB geven aan tevreden te zijn over hun eigen inbreng. Vanuit Porta Mosana wordt aangegeven dat het project in de beginfase “niet als ons project” voelde. Later veranderde dit. Belangrijk aandachtspunt is dus om in een vroeg stadium de doelstelling vanuit de initiatiefnemer, de vragende partij, vast te leggen. Het is van belang om de betreffende partij centraal te stellen en niet de doelstelling of ambitie van het Maastricht-LAB. In deze evaluatiesessie wordt dit aandachtspunt door de aanwezigen beaamd. In dit experiment is bewust een bepaald selectieproces gekozen om aan te sluiten bij een bestaand idee of initiatief vanuit de Duurzaamheidsimpuls. Uitgangspunt daarbij was dat de geselecteerde partij de initiatiefnemer zou blijven en Maastricht-LAB als katalysator het initiatief een stap verder zou brengen. Achteraf blijkt dat in deze samenwerkingsconstructie niet voldoende helder was wie projecteigenaar was: VMBO Porta Mosana of Maastricht-LAB? Andere aandachtspunten zijn: - succesfactor is de ruimte die in een inspiratiesessie wordt geboden om buiten gebaande denkkaders te denken, om te zoeken naar nieuwe oplossingsrichtingen; - zorg dat de behoefte voor het project ook organisatorisch wordt vastgelegd door bijvoorbeeld een projectleider te benoemen; - let wel op de samenstelling van de deelnemers. Zorg voor een juiste balans tussen initiatiefnemers, procesbegeleiders, deskundigen, uitvoerders (docenten, leerlingen) en eventueel onderwijs ondersteunend personeel. Gekozen werkwijze De gekozen werkwijze van het LAB is door alle deelnemers enthousiast ontvangen. Behalve de al eerder genoemde aandachtspunten wordt benadrukt dat het denk- en dialoog proces sneller moet plaatsvinden om concreet aan de slag te gaan: wie hebben we in welke fase nodig om het van a naar b te brengen, welke drempels komen we tegen, wie is waar verantwoordelijk voor, etc. Voorafgaand aan dit experiment is de ambitie uitgesproken om na het voorbeeldproject bij Porta Mosana, de werkwijze en resultaten over te dragen naar andere voortgezet onderwijsinstellingen in Maastricht. In dit experiment heeft het LAB de school benaderd. Misschien moet in de toekomst de organisatie in kwestie het LAB na een eerste denk- en werksessie, zelf overtuigen van het feit dat het zinvol is voor het LAB om met een organisatie en project aan de slag te gaan. Belangrijk selectiecriteria is dus aanwezige motivatie en capaciteit die voor een project wordt vrijgemaakt bij de betreffende initiatiefnemer.
18
Succesfactoren De belangrijkste succesfactoren die moeten worden meegenomen in het vervolgproces: - de samenwerking tussen verschillende partijen voor een gemeenschappelijk doel; - doelstelling van de school centraal stellen; - verzekeren van draagvlak op verschillende niveau: bestuur, directie en de werkvloer; - streven naar concrete resultaten; - directe betrokkenheid leerlingen en docenten; - zo snel mogelijk procesafspraken maken om tot besluitvorming te komen. Toekomstige belemmeringen in verduurzamen van scholen De belangrijkste hobbels die worden genoemd voor het vervolgproces: - ruimte binnen het curriculum van scholen. Zelfs overwegen om vakken te schrappen of om duurzaamheid/ duurzame energie als keuzevak/ minor aan te bieden; - financiële ruimte voor fysieke ingrepen in het gebouw. Zoek naar mogelijkheden om voorinvestering te financieren, bijvoorbeeld door de energierekening te bevriezen en investering terug te betalen met besparingen op de energierekening; - tijd vrij maken binnen de organisatie voor de uitvoering van het project. Zoek naar voorlopers binnen de organisatie die het project willen trekken. Rol gemeente Alle deelnemers geven aan dat de gemeente het proces van verduurzaming van scholen zou moeten stimuleren en faciliteren. Dat betekent voornamelijk dat de gemeente zich zou moeten inzetten om het vraagstuk onder de aandacht te brengen, partijen samen te brengen en beschikbare mogelijkheden voor te leggen. Daarnaast kan de gemeente aan bijdragen door middel van projectfinanciering (subsidies), het weghalen van verschillende belemmeringen en kennisinbreng.
19
5. Voorstel voor structurele aanpak en borging Het aanjagen van een energietransitie is een transitie die op verschillende wijzen kan worden vormgegeven. Een aanpak waarbij ‘initiatieven van onderop’ een belangrijke rol spelen, vraagt om een andere rol en procesmatige aanpak van markt en overheid. In dit project is geëxperimenteerd met een aanjagende, faciliterende en ondersteunende rol van het Maastricht-LAB en de gemeente. Daarbij is gekozen voor een open planproces waarbij de initiatiefnemer en andere partners gezamenlijk tot een gedeelde visie en projectplan moesten komen, om zo het noodzakelijk ‘commitment’ van partijen te waarborgen. Ondanks het ‘mislukken’ van dit experiment, stelt het Maastricht-LAB voor om de zoektocht naar nieuwe samenwerkingsverbanden met lokale initiatiefnemers te continueren. Gezien de korte looptijd en specifieke procesvormgeving van dit project is het te vroeg om te concluderen dat de energietransitie van onderop geen kans van slagen heeft. Daarvoor was het enthousiasme bij de verschillende deelnemers te groot en zijn de voorbeeldprojecten in binnen- en buitenland te succesvol. Het Maastricht-LAB stelt daarom voor om de volgende aandachtspunten mee te nemen bij het stimuleren van de energietransitie, waarbij lokale initiatieven en samenwerkingsvormen centraal staan. -
-
-
-
-
ROL OVERHEID. Om een transitie aan te jagen is het van belang om verborgen energie en ontwikkelpotentie uit de stad te mobiliseren. Dit vraagt om een andere rol van de overheid: van regisseur naar partner in verschillende projecten. Een actieve rol van de overheid is hierbij gewenst, om o.a. vraagstukken te agenderen, nieuwe samenwerkingsvormen aan te gaan, verbindingen te leggen, succesvolle projecten op te schalen naar beleid en als partner samen te werken in het proces van ideevorming tot realisatie. COCREATIE. De samenwerking tussen verschillende partijen wordt als belangrijke succesfactor genoemd voor toekomstig succes bij het verduurzamen van scholen. Een cruciaal aandachtspunt is echter dat het vooraf helder is welke rollen zijn toegekend aan de deelnemende partners. Wie is de initiatiefnemer, wie heeft welke belangen, welke middelen zijn daarvoor beschikbaar en hoe kunnen we deze factoren vertalen in een gedeeld projectplan? EIGENDOM. Zorg dat bij de verduurzaming van onderwijsgebouwen zowel de economisch eigenaar (in dit geval: gemeente Maastricht) als de juridisch eigenaar (in dit geval: LVO Maastricht) in een vroeg stadium worden meegenomen in het proces. Bouwtechnische ingrepen en financiële investeringen vraagt om afstemming met beide partijen. BREED DRAAGVLAK. Zorg dat er een breed draagvlak is binnen de organisatie van de initiatiefnemer zodra een (open) planproces wordt gestart. Het project moet door verschillende niveaus binnen de organisatie worden gedragen en geborgen, inclusief verdeling van taken en verantwoordelijkheden. INSTRUMENTEN. Het ontbreekt initiatiefnemers vaak aan een concreet handelingsperspectief en overzicht aan mogelijkheden om hun pand te verduurzamen. Breng daarom de beschikbare (financiële) instrumenten in beeld waarmee duurzaamheidmaatregelen kunnen worden doorgevoerd.
20
6. Logboek A) VERSLAGEN INSPIRATIESESSIES Verslag 1e inspiratiesessie EXP07 Duurzame energie – Maastricht-LAB Dinsdag 23.04.2013, 9.00 – 12.00 uur. Infocentrum Belvédère, Boschstraat 24 Maastricht. Bijlage: aantekeningen tijdens de sessie. Aanwezig: Twan Wijnants, Peter Claessen, Jean Schrijen, Richard Leenarts, Roger Cox, Weike Medendorp, Tim van Wanroij. 1. Belangrijkste opgaven van scholen 8. Verankering en concretisering van het containerbegrip duurzaamheid. 9. Bewustwording en kennis en kunde ontwikkeling, zowel bij leerlingen als docenten. 10. Meer samenwerking met het bedrijfsleven, betere aansluiting op vraag vanuit de markt. 11. Gevoel van urgentie verankeren in de school en het curriculum (“in de genen zitten”). 12. Leerlingen duurzaamheid zelf in praktijk laten brengen. 13. Het schoolgebouw als ‘levend voorbeeld’ en als leerplek voor duurzame ontwikkeling. 14. Meer samen doen. 2. Persoonlijke wensen en prioriteiten Uit de persoonlijke wensen van deelnemers blijkt dat veel aandacht nodig is voor de eerste en tweede component van de Trias Energetica: energiereductie door gedrag en techniek en het opwekken van duurzame energie. Een groot deel van de aandachtspunten wordt op het raakvlak tussen deze twee gepositioneerd. Dit komt vooral omdat er veel waarde wordt gehecht aan het proces van uitvoering en realisatie. 4. Energiereductie: a. Concrete resultaten b. Zichtbare uitvoering c. Leerlingen (deels) zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. d. Aanpassing van het gebouw, investeren in isolatie 5. Energieopwekking: a. Samenwerking leerling en bedrijf, actieve leerlingen. b. Eyecatcher: combinatie zonnepanelen, meetgegevens en lesmateriaal. c. ‘Veel vragen vanuit de school’, betrokkenheid tonen en actief participeren. d. Energieopwekking door crowdfunding. e. Borging van het proces. f. Continuïteit in cocreatie 6. Raakvlak: a. Voorbeeldproject: ‘van Porta Mosana naar andere steden’ b. Plezier en enthousiasme bij leerlingen. c. Deelname van ‘de omgeving’ van de school. d. Verbinding met ‘thuis’ leggen. e. Aandacht voor olievlekwerking. f. Een stap maken op de urgentieladder van jongeren. g. Win-win situaties voor deelnemende partijen op het gebied van duurzaamheid. h. Concrete en zichtbare resultaten 21
3. Aanscherping en vormgeving Alle deelnemers willen graag een zichtbaar en concreet project uitvoeren, zodat Porta Mosana daadwerkelijk een voorbeeldfunctie kan vervullen voor de stad op het gebied van duurzame ontwikkeling. Daarbij moet aansluiting worden gezocht bij het huidige project Energie Scholen in Limburg (ESL) en het enthousiasme van leerlingen dat hierdoor is ontstaan. Overige eisen zijn: de borging en continuïteit van het proces, de verankering van activiteiten in het lesprogramma en samenwerking met bedrijven/ kennis van buitenaf. Uiteindelijk heeft deze sessie geleid tot (een combinatie van) vier basisideeën. De volgende sessie wordt hier op verder gebouwd. 5. Een officieel startschot aan het begin van het nieuwe schooljaar 2013/2014, waarin een ‘duurzame dag’ wordt georganiseerd. Bewustwording en het starten van een aantal duurzame, zichtbare projecten staan centraal op deze dag. - Rapportage ESL. Aan het begin van het schooljaar presenteren leerlingen zelf de resultaten van de rapportage die voortvloeit uit het ESL project o Mogelijke maatregelen aankondigen o Als school ruimte bieden om als studenten hier zelf mee aan de slag te gaan. - Afvalproject. Staat in de steigers en kan mogelijk aan dit evenement worden gekoppeld. - Klimaatbeheersing lokalen. Project loopt al, opnieuw onder de aandacht brengen. 6. De uitvoering van een nulmeting, die wordt uitgevoerd door specialisten met ondersteuning van leerlingen. Studenten van Cita Verde kunnen hier mogelijk ook een begeleidende rol in spelen. Mogelijk koppelen aan uitkomsten van het ESL project. Afspraak: Richard en Jean brengen ideeën bij elkaar voor de nulmeting. Afspraak: Jean informeert bij de provincie over huidige stand van zaken subsidies. 7. Een crowdfunding project, waarbij leerlingen en de omgeving van de school zelf maatschappelijk geld organiseert om zonnepanelen op de school te financieren. Het nieuwe schooljaar zou hier het startschot voor kunnen zijn. o Mogelijk samenwerken met bedrijven en zoeken naar nieuwe financierings- en organisatievormen: afname zonnepanelen in combinatie met bijvoorbeeld bijdrage aan nulmeting, educatie, snuffelstages, korting overige afnemers van panelen (ouders/ docenten/ partners), etc. o Inzichtelijk maken (online en offline): wie koopt, hoeveel wordt er opgewekt, welke voordelen en compensaties levert dit op? o “Certificaten” verkopen door leerlingen/ ouders/ docenten. o Sponsoring en giften (MVO) door bedrijven o Subsidies provincie o Vraagstuk: lening, gift of beiden? Aandacht voor de terugverdientijd en rendement (vergelijkbaar met spaarrekening à 2%?). Afspraak: Tim zorgt voor meer inzage in de projecten die nu als inspiratiebron getoond zijn t.a.v. crowdfunding/ scholen/ energie. 8. Educatie. Het is van belang dat het ‘duurzame gedachtegoed’ wordt geborgd in de school. Bij voorkeur door activiteiten te verankeren in het lesprogramma en het proces van verduurzaming zorgvuldig vast te leggen. Zorg voor ‘een helder en sterk verhaal’. o Leervragen creëren vanuit concrete projecten en ideeën (techniek, wiskunde, sport, groen, water, etc.) 22
o o o
Besteed daarbij aandacht aan bewustwording (gevoel van urgentie) en inzicht (monitoren energieopwekking) van duurzaamheid en duurzame energie. Mogelijk met competitie-element: welke klas is het duurzaamste? Laat leerlingen zelf (deels) het proces vastleggen van de activiteiten die ze uitvoeren. Dit past bij de voorbeeldfunctie van de school voor de stad.
Afspraak: Twan en Peter verzorgen de volgende sessie een presentatie over recente ontwikkelingen t.a.v. VMBO / vakleerweg/ duurzaamheid.
23
Verslag 2e inspiratiesessie EXP07 Duurzame energie – Maastricht-LAB Donderdag 16.05.2013, 14.00 – 17.00 uur. VMBO Porta Mosana, Bemelergrubbe 2 Maastricht. Bijlage: aantekeningen tijdens de sessie. Aanwezig: Twan Wijnants, Peter Claessen, Jean Schrijen, Richard Leenarts, Roger Cox, Weike Medendorp, Tim van Wanroij. 1. Presentaties Twan: ontwikkelingen in het VMBO en Porta Mosana Het VMBO is veel meer dan een restschool. Ongeveer 60% van alle kinderen volgt een VMBO opleiding. Deze opleiding wordt gekenmerkt door een combinatie van theorie en praktijk, aangevuld met (maatschappelijke en beroepsmatige) stages. Populaire richting is ‘verzorging’, maar ‘groen’ zit in de lift. Het aantal leerlingen op Porta Mosana is groeiende. Doel is om vanaf augustus 2015 Porta Mosana in te richten in het kader van beroepscollege (ambacht, vakonderwijs, praktijk). Peter: projecten en activiteiten in het kader van duurzaamheid bij Cita Verde (MBO) Cita Verde is aangesloten bij meerdere duurzame projecten. Meest aanspreken voorbeeld is EcoSchools: een Europees initiatief waarbij scholen in zeven stappen verduurzamen. Elk project start met het uitvoeren van een nulmeting en vervolgens het oprichten van werkgroepen. Andere projecten zijn “Kom in de Kas” (energiezelfvoorziening en integraal onderwijs), “Voorop in de Vergroening” (AOC Raad) en de minor duurzaamheid in het lesprogramma. Richard: nulmeting en concretisering duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling is een begrip dat in de praktijk moet worden geconcretiseerd. In dit experiment zou de school als complexe samenleving benaderd kunnen worden, met verschillende behoeften, symptomen en structuren. Deze elementen kan je in kaart brengen, bijvoorbeeld in een ‘mindmap’, waardoor de belangrijkste opgaven en raakvlakken inzichtelijk worden. Tim: twee financieringsmodellen voor financiering zonnepanelen - Lease(koop). Hierbij neemt een derde partij de investeringskosten voor zijn rekening en betaalt de school een vaste elektriciteitsprijs. Dit is een zakelijke overeenkomst. - Crowdfunding. Hierbij dragen vele individuele partijen bij aan de directe financiering. Netwerken en community building zijn belangrijke aspecten. 2. Aanscherping project Invulling schema: ideeën over inhoud, vorm, partners en planning (zie ook foto in bijlage). Peter: “maaien en mesten”. - Huur twee schapen en een geit die het gras rondom de school kort houden. - Breng een aantal duurzame aspecten bij elkaar: bemesting, voeding, dierenwelzijn, etc. - Start begin volgend schooljaar en betrek daar leerlingen en vrijwilligers bij. Twan: “duurzaamheid breed”. - Start met diverse projecten en besteed daarbij aandacht aan: compostering, zelfvoorziening kas, gezondheid, regenwateropvang, reductie van de energierekening en afvalscheiding en –reductie. - Betrek daarbij diverse partijen: ouders, bedrijven, leerlingen, overheid, maar ook andere scholen. - Start per 1 september of 1 oktober 2013.
24
-
Zoek naar sponsoring en nieuwe investeringsmogelijkheden (bijvoorbeeld: zorg dat winst door energiereductie terugvloeit in de school in de vorm van nieuwe projecten of investeringen). - Betrek Maastricht-LAB tijdens de presentatie van leerlingen n.a.v. het Energieke Scholen project. Jean: “leerlingen centraal”. - Resultaten leerlingen uit Energieke Scholen project als basis voor nieuwe duurzame activiteiten. - Aandacht voor zorg, welzijn en economie. - Betrek leerlingen al in de brainstormfase bij het opstarten van nieuwe activiteiten. - Ambitie: monitoren op de attitude van leerlingen/ docenten/ etc. Mogelijke samenwerking UM? - GGD als belangrijke partner (klimaat in lokalen, gebruik van lijm, etc.). Richard: “inzicht in energie”. - Onderzoek meerdere mogelijkheden voor energieopwekking (zon/ wind/ biomassa/ etc.). - Breng de energierekening in kaart en zoek naar mogelijke interventies (opwekking en gebruik). - Maak koppeling met aanstaande verbetering van en/of ingrepen in het schoolgebouw. - Organiseer een open oproep onder leerlingen (duurzaamheidsimpuls 2.0?). - Organiseer gastcolleges en workshops. ‘Haal buiten naar binnen’. - Einde schooljaar 2013/2014: positief resultaat vanuit dit experiment presenteren. - Besteed ook aandacht aan de sociale invalshoek in dit experiment (bijvoorbeeld stageplekken?). - Ambitie: 30% energiereductie in december 2014. Roger: “koppeling visie en DOEN”. - Kies als school zelf projecten en start daar mee. DOEN moet centraal staan. - Koppel activiteiten aan een samenhangend verhaal/ visie/ plan. - Maak een energieplan voor de lange termijn. Richt je daarbij eerst op ‘quick wins’. - Start een crowdfunding project en besteed daarbij veel aandacht aan de media. Weike: “de toekomst school”. - Richt je op energieopwekking door middel van zon en wind. Koppel energieopwekking aan innovatie projecten (bijvoorbeeld energieopwekking voor je gsm). - Zichtbaarheid is belangrijk. Zorg dat projecten een aansprekende visuele component krijgen. - Creëer leer- en werkplekken op het gebied van schoolisolatie. Tim: “streven naar zelfvoorziening”. - Ambitie: Porta Mosana geheel zelfvoorzienend in september 2018 (energie, voedsel en afval). - Rolverdeling: school als trekker van de projecten, het Maastricht-LAB als verbinder en aanjager. - Creëer een competitie tussen leerlingen/ klassen, gekoppeld aan bijvoorbeeld geldinzameling voor een crowdfunding project of een prijsvraag voor nieuwe duurzame projecten. Overige aandachtspunten: - Subsidieaanvraag bij provincie voor schooljaar 2013/2014? Deadline 17 juni. o Koppeling Maastricht-LAB en/of ‘duurzaamheidsimpuls 2.0’? - Communicatie: zorg voor een goed verhaal, zichtbare activiteiten en doorlopende communicatie. - Mogelijk aansluiten bij/ laten inspireren door het Eco-Schools concept?
25
3. Afspraken - Twan: organiseert een gesprek met de vastgoedbeheerder van LvO Maastricht om huidige stand van zaken te delen over deelname aan dit experiment van het Maastricht-LAB. Daarnaast polsen of een gesprek met het schoolbestuur op termijn kan/ moet plaatsvinden. - Twan: legt een datum vast voor de presentatie van leerlingen m.b.t. resultaten Energieke Scholen project. Voorstel is om het Maastricht-LAB bij deze presentatie te laten aansluiten. - Peter: nodigt vertegenwoordiger van Eco-Schools uit om een korte presentatie te geven tijdens de volgende bijeenkomst op 5 juni. - Jean: informeert bij Hein van de provincie Limburg over beschikbare subsidies (deadline 17 juni). - Weike: informeert bij kinderboerderij Daalhof voor schapen.
26
Verslag 3e sessie EXP07 Duurzame energie – Maastricht-LAB Maandag 24.06.2013, 10.30 – 12.00 uur. Mosae Forum 10, Gemeente Maastricht. Aanwezig: Twan Wijnants, Peter Claessen, Jean Schrijen, Richard Leenarts, Roger Cox, Weike Medendorp, Tim van Wanroij. 1. Focus experiment 07 Maastricht-LAB Na vooroverleg tussen Twan en Tim is het voorstel om in experiment 07 van het Maastricht-LAB aan de slag te gaan met het energievraagstuk van VMBO Porta Mosana. Dit heeft betrekken op: a) energiereductie van het schoolgebouw; b) educatie op het gebied van duurzaamheid/ duurzame energie; en c) betrekken van stakeholders bij activiteiten (bedrijfsleven, ouders, andere partners). Twan gaat in de zomer een projectvoorstel opstellen waarin deze elementen zijn opgenomen. De volgende drie bouwstenen zijn hier in ieder geval onderdeel van. 4. Resultaten vanuit het Energie Scholen project. De resultaten zoals gepresenteerd door de tweedejaars VMBO leerlingen moeten worden uitgevoerd in het komende schooljaar. Dit is het startpunt voor activiteiten die volgen. 5. Energierekening in kaart brengen. In samenwerking met een professioneel bedrijf moet het energieverbruik en –misbruik in kaart worden gebracht. Allereerst moet een EPA worden gemaakt. Om concreet aan de slag te gaan is echter meer nodig dan alleen de uitvoering van een EPA. Coördinatie van toekomstige activiteiten is noodzakelijk. Vervolgens is het van belang dat de thema’s en vraagstukken die aan de orde komen ook in het lesprogramma terugkomen. Hiervoor is Porta Mosana in eerste instantie zelf aan zet; het projectplan zal hier aandacht aan besteden. Eco schools wordt hierbij als optie bekeken. Aandachtspunten: het (breed) betrekken van stakeholders, het monitoren van energieverbruik en de kas als mogelijke pilot in het kader van het streven naar zelfvoorziening. Deadline projectplan: eind augustus. Wanneer Twan vragen heeft dan neemt hij contact op met Weike (
[email protected]; vakantie augustus) of Tim (
[email protected]; vakantie 11 t/m 19 juli en 29 juli t/m 9 augustus). 6. Crowdfunding project. Porta Mosana geeft aan dit experiment niet zelf te kunnen oppakken. Afgesproken is dat het Maastricht-LAB hier een onderzoekende, faciliterende en ondersteunende rol vervult. Vanuit de deelnemers is het voorstel gedaan om de ouderenraad hierbij te betrekken. 2. Overige aandachtspunten - Optie: een duurzame dag organiseren. Bijvoorbeeld tijdens de Dag van de Duurzaamheid (DvdD) op 10-10-2013, een initiatief van actie-organisatie Urgenda. - Optie: een ‘miniconferentie’ organiseren bij Porta Mosana over duurzaamheidambities, waarbij verschillende stakeholders worden uitgenodigd. - Mogelijk aansluiten bij/ leren van projecten van Urgenda. Bijvoorbeeld Leerpark Doordrecht: http://www.urgenda.nl/icoonprojecten/leerpark-dordrecht/. Project is op grotere schaal opgezet maar dezelfde principes worden toegepast (leerwerkomgeving, duurzaam onderwijs, samenwerking tussen stakeholders, etc.). 27
-
Bij de GGD wordt een offerte opgemaakt voor de aanpak van het binnenklimaat (wie?) Aandacht voor ‘zichtbaarheid’ van het project en communicatie naar buiten toe. Subsidieaanvraag provincie is ingediend. Beschikbaar budget: €100.000. Provincie organiseert een werksessie voor scholen in het kader van duurzaamheid.
3. Afspraken - Twan: maakt projectvoorstel voor vervolg experiment. Deadline: eind augustus. - Tim: onderzoek naar projecten Urgenda en mogelijke aansluiting bij projecten/ Dag van de Duurzaamheid op 10 oktober 2013. - Tim: nieuwe datumvoorstel voor bespreken projectplan Twan. - Na de zomer: presentatie Eco Schools.
28
B) INFORMATIE DUURZAAMHEIDSIMPULS DEEL 1/3 - Mediabericht website gemeente Maastricht - 10 april 2012 “ De gemeente Maastricht stelt een bedrag van €100.000,- beschikbaar voor duurzame ideeën van verenigingen, instellingen, stichtingen en het MKB. Deze Duurzaamheidsimpuls moet partijen prikkelen om op een innovatieve manier met duurzaamheid aan de slag te gaan. Partijen maken met een vernieuwend duurzaam initiatief of 'groen' idee kans op een bijdrage van maximaal 25 procent (met een maximum van 10.000,- euro) voor de uitvoering van hun idee. …
De Duurzaamheidsimpuls is bedoeld voor verenigingen, instellingen, stichtingen en het MKB in Maastricht. De Duurzaamheidsimpuls is niet bedoeld voor individuele burgers. Groepen burgers die samen een initiatief indienen kunnen wel meedoen. Voor een goed idee is 25 procent van de uitvoeringskosten (met een maximum van 10.000 euro beschikbaar). Ideeën moeten in een korte presentatie (maximaal 5 minuten) worden gepresenteerd tijdens een Duurzaamheidscafé op donderdagavond 24 mei, locatie volgt nog. De ideeën worden gepresenteerd aan een delegatie van Platform Cool. Dit bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, MKB, kennisinstellingen, woningcorporaties en particulieren die zich gezamenlijk inspannen om Maastricht verder te verduurzamen. Na de presentatie volgt een gesprek met de jury. Tijdens het gesprek met de jury wordt het idee misschien nog beter. De deelnemers krijgen dan de kans om hun idee aan te passen (2 weken) en om het dan definitief in te dienen voor subsidie. De definitieve voorstellen worden daarna nog een keer aan de delegatie van Platform COOL voorgelegd en beoordeeld. Deze beoordeling is ook leidend bij de toekenning van bedragen. Deelname aan de Duurzaamheidsimpuls is alleen mogelijk voor verenigingen, instellingen, stichtingen, MKB en groepen burgers die in Maastricht gevestigd of woonachtig zijn. Partijen die deel willen nemen en een initiatief aan willen dragen voor de Duurzaamheidsimpuls kunnen dit per mail kenbaar maken aan
[email protected].
“ BRON: http://www.maastricht.nl/web/Home/Home/M_e_d_i_a_i_t_e_m-tonenop/Duurzaamheidsimplus.htm
29
DEEL 2/3 – Mediabericht website gemeente Maastricht - 10 juli 2012 “ Zeventien ‘groene’ ideeën gehonoreerd Zeventien duurzame Maastrichtse initiatieven krijgen een financiële bijdrage van de gemeente Maastricht. De bijdrage wordt betaald uit de zogenaamde Duurzaamheidsimpuls. Dit is een subsidiepot ter grootte van 100.000 euro die de gemeente Maastricht in 2012 beschikbaar stelt voor duurzame ideeën van verenigingen, instellingen, stichtingen en het MKB. In totaal zijn er twintig aanvragen ingediend. Van deze twintig aanvragen zijn er zeventien gehonoreerd. In totaal wordt een bedrag van € 77.929,- toegekend. Jury uit leden Platform Cool Maastricht De gemeente heeft in april 2012 een oproep gedaan aan het Maastrichtse middenveld om na te denken over duurzame ideeën. Tijdens een speciaal Duurzaamheidscafé op 24 mei hebben meer dan twintig partijen hun ‘groene’ ideeën gepresenteerd aan een jury bestaande uit zes leden van het Duurzaamheidplatform Cool Maastricht. Wethouder Albert Nuss van Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie neemt de beoordeling en het advies van de jury over. Een greep uit de initiatieven De initiatieven die worden gehonoreerd zijn divers van aard. Zo gaat er geld naar initiatieven gericht op energieadvies en energiebesparing bij particulieren en kleine ondernemers. Maar ook Festival Bruis en het magazine Code 043 krijgen geld om te verduurzamen. Verder gaat er geld naar het project ‘energieke scholen’ om het voortgezet onderwijs te verduurzamen, naar winkeliersvereniging Entre Deux voor duurzame feestverlichting, naar buurtinitiatief Biesland Solar voor gezamenlijke zonnepanelen, naar tennisvereniging Kimbria en naar het CNME. Terugkoppeling na één jaar De partijen die geld krijgen toegewezen moeten volgend jaar in een nieuw Duurzaamheidscafé een terugkoppeling geven van de wijze waarop zij hun projecten hebben gerealiseerd. Verder hebben ze ook de verplichting om extern te communiceren over hun projecten. Zo zorgt de Duurzaamheidsimpuls voor extra spin-off en extra zichtbaarheid van duurzaamheid binnen Maastricht. Het resterende bedrag zet de gemeente nog in 2012 in voor initiatieven die aansluiten bij de doelstellingen en doelgroepen van de Duurzaamheidsimpuls. “ BRON: http://www.maastricht.nl/web/Home/Home/M_e_d_i_a_i_t_e_m-tonenop/Duurzaamheidsimpuls.htm
30
DEEL 3/3 – Jury Platform COOL en ingediende initiatieven voor Duurzaamheidsimpuls Jury Platform COOL: - Sonja Demandt - Peter Mergelsberg - Serv Slijpen - Pieter Kromwijk - Jacky Lamoré - William Gerardu
Initiatieven: 1. CAReCAR COOL kennismaking – Gertie Wilms 2. Warmteverlies controle – IRIS-Thermovision 3. Duurzaam Samen met Buren – Mandala 4. Bespaar met ster – Klimaatclub, Stichting Milieufederatie Limburg 5. Green Office Europe – Green Office (UM) 6. Festival Bruis Maastricht 2012 – Stichting Muziekgieterij 7. Energieke Scholen – Technocentrum Zuid Limburg 8. Energiezuinig winkelen – Ondernemers Initiatief Wyck 9. Code Maastricht – Code 043 10. Duurzaamheidsscan Kleine Ondernemingen – Vleugels en teugels i.s.m. Hogeschool Zuyd 11. Duurzaam bouwen en verwarmen – Natuurtuinen Jekerdal / CNME 12. De 26e Caretakers of the Environment International (CEI) Conferentie – Stichting Caretakers Maastricht Chapter (CEIMC) 13. Eco-Map Maastricht – oikos Maastricht i.s.m. Green Office 14. Sustainability Brochure – Anja Kubeneck, Judith-Marie Graf 15. Sustainability Roadmap 2030 – Green Office 16. Groene fietsenstalling – Buro van Rooijen 17. Biesland Solar – Maastricht energie 18. Entre Deux Feestverlichting – Winkeliersvereniging Entre Deux 19. Torenflat Maastricht-Oranjeplein – VvE Torenflat 20. Kimbria duurzaam – Tennisvereniging Kembria
31