3. Net keek mama heel beteuterd toen ze me een nachtzoen kwam geven. ‘Vind je het echt erg dat ik zoveel moet werken?’ vroeg ze. Wat moest ik daarop zeggen? Ze keek zo droevig! ‘Valt wel mee, hoor,’ zei ik. ‘Ik bedoel, ik zou je best wat vaker willen zien, maar ik overleef het wel.’ ‘Dus je wilt geen co-ouderschap?’ ‘Nee, echt niet.’ Ze keek me een tijdje aan. Ze had van die rimpeltjes tussen haar ogen. ‘Waarom wil je eigenlijk geen co-ouderschap?’ vroeg ze opeens heel wantrouwig. ‘Wouter is toch je beste maatje?’ Het is ook nooit goed. Zeg ik wat ze graag wil horen, wil ze iets anders horen! Ik had het kunnen weten. Moeders hebben een speciale neus voor de waarheid. De voorwaarden van Anne Claessens voor Wouter De Wachter over Floor De Wachter zijn de volgende: l Wouter mag Floor niet slaan. l Wouter mag geen alcohol drinken (geen druppel!). Dat eerste lijkt me geen probleem. Papa is mijn beste maatje dus dat zit wel snor. Het tweede ligt iets moeilijker. Soms wou ik dat papa in een ander dorp was gaan wonen, ver weg van hier. Het is best vermoeiend om voor mama te verbergen dat papa drinkt. Maar 19
het is maar tijdelijk. Want zodra zijn writer’s block over is, stopt hij met drinken. Probleem opgelost. Ik dacht heel hard na om deze keer wel het juiste te zeggen. Ik zei: ‘Ik vind papa niet meer zo leuk als vroeger.’ ‘Waarom niet?’ vroeg mama. ‘Omdat hij zo rot tegen jou heeft gedaan,’ zei ik. Dat is toch voor een deel de waarheid. Eén keer, toen het schrijven niet lukte, heeft papa mama een klap gegeven. Hij had zich vergist. Hij was boos op zichzelf, maar heel even dacht hij dat hij boos was op mama. Hij had er meteen spijt van. Maar het was te laat. Mama wilde scheiden. Dat lijkt snel, maar ze had in een van haar boeken met onuitspreekbare titels gelezen dat één klap het begin is van veel ellende. Dat is natuurlijk onzin, maar ja, mama gelooft nu eenmaal alles wat in haar boeken staat. Mama streelde mijn haar. ‘Dat is lief van je,’ zei ze. ‘Maar Wouter blijft je vader. Jou heeft hij nooit kwaad gedaan. Dat is het belangrijkste.’ Ik knikte. ‘Hoe gaat het nu met hem?’ vroeg ze. ‘Super!’ riep ik vrolijk. Toen keek ze me weer aan als een ongelovige thomas (zo heet die heilige toch, hè?). Ik moet ook altijd overdrijven! ‘Je zou het me toch vertellen als er iets mis was?’ vroeg ze bezorgd. ‘Tuurlijk mama! Maak je maar geen zorgen,’ zei ik heel volwassen. 20
Ze gaf me nog een kus op mijn voorhoofd. ‘Goed dan,’ zei ze. ‘Ik mag er niet aan denken dat jou iets zou overkomen. Niet meer te lang schrijven, hoor. Het is al laat.’ Het valt niet mee, liegen tegen de liefste mama van de hele wereld. Maar ik kan gewoon niet anders.
Darling Mom
21
4. Daarstraks stond ik met een bomvol karretje in de rij aan de kassa van de supermarkt. Ik vroeg me net af hoe ik alles in mijn fietstassen zou krijgen toen iemand me op de schouders tikte. Ik schrok me een ongeluk! Het was Lena. Ik hoopte maar dat ze geen vervelende vragen ging stellen. ‘Floortje Pilloortje. Je kunt me echt niet missen, hè,’ grinnikte ze. ‘Niks van, Lena Ballena,’ lachte ik. ‘Jij achtervolgt mij. Geef het maar toe!’ Lena viel me luid snikkend om de hals. ‘Boehoe!’ riep ze. ‘Ik geef het toe, ik kan niet zonder jou.’ Meestal lig ik in een deuk als Lena zo dramatisch doet. Maar deze keer vond ik het niet zo grappig. Echt iedereen keek naar ons. Ik duwde haar weg. Ze keek me aan. ‘Wat is er met jou?’ ‘Niks,’ zei ik. Ze keek om zich heen. ‘Ben je hier alleen?’ ‘Ja.’ Lena wees met haar kin twee rijen verder. ‘Ik ben hier met mijn moeder. Ze had dringend limoenen nodig voor de mojito’s. Olé, olé!’ 22
Connie zwaaide vrolijk naar me van bij haar karretje. Ik hoopte maar dat ze bleef waar ze was. ‘Als mijn moeder iets vraagt, niks over Tom zeggen,’ fluisterde Lena. ‘Ze vindt hem te oud voor mij.’ ‘Ik zwijg als een dooie,’ zei ik met een grafstem. Toen keek Lena in mijn winkelkarretje. ‘Wow,’ zei ze. ‘Voor wie is dat allemaal?’ ‘Voor papa,’ zei ik. ‘Kan hij zelf geen boodschappen doen?’ vroeg ze verbaasd. ‘Nee,’ zei ik. ‘Waarom niet?’ Ik rolde met mijn ogen. ‘Omdat hij geen tijd heeft.’ ‘Waarom niet?’ ‘Waarom, waarom ... Omdat hij moet werken aan zijn boek.’ ‘Ach ja,’ zuchtte Lena, ‘zijn boek over de liefde.’ Ze keek opnieuw in mijn karretje. ‘Is dat eigenlijk geen kinderarbeid?’ ‘Hou er toch over op!’ riep ik. ‘Ik moest sowieso boodschappen doen, dus kon ik net zo goed iets voor hem meenemen.’ ‘Bijt mijn neus er niet af,’ zei Lena geschrokken. ‘Het was maar een grapje.’ Ineens stond Connie achter ons met haar winkelkar. Ze lachte naar me. ‘Dag Floor. Waar is je moeder?’ Ik kreeg het opeens heel warm. ‘Ik eh…’ ‘Floor doet boodschappen voor haar vader,’ zei Lena. ‘Kijk eens hoeveel!’ 23
Ik keek haar boos aan. ‘Wat?’ lipte ze naar me en ze fronste haar voorhoofd. Connie keek bezorgd in mijn winkelkarretje. ‘Vindt Anne dat wel oké?’ vroeg ze. ‘Het is maar voor één keertje, hoor,’ zei ik vlug. ‘Papa voelt zich niet zo lekker vandaag. Een griepje of zo.’ ‘Tegen mij zei je dat hij geen tijd heeft omdat hij aan zijn boek werkt,’ zei Lena. Ik begon verschrikkelijk te zweten. ‘Zei ik dat? Ik weet niet … Ik bedoelde … Hij heeft zo al weinig tijd, ik bedoel, met dat boek en zo, en nu is hij nog ziek ook. Dus …’ ‘Rustig maar,’ zei Connie. ‘We geloven je wel, hoor.’ Toen was de winkelbediende gelukkig net klaar met het leegmaken van mijn karretje. Ik betaalde mijn rekening en maakte dat ik wegkwam. ‘Wens je vader veel beterschap!’ riep Connie.
24