L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit
73
Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit
Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis – Slagharen (verder N 377) aan te passen zodat een duurzaam veiligere weg ontstaat. Hiertoe heeft de provincie Overijssel, samen met experts uit de betrokken gemeenten, een inventarisatie uitgevoerd van de belangrijkste knelpunten op de N 377. Op basis van onder andere deze knelpunten zijn alternatieve inrichtingsvoorstellen uitgewerkt. De aanpassingen aan de N 377 zullen effect hebben op de verkeersbewegingen op deze weg en de aansluitende wegen. Hierdoor zullen veranderde emissies naar de lucht optreden waarvoor in de Wet milieubeheer grenswaarden zijn opgenomen. Om te bepalen wat de verschillen zijn van de verschillende alternatieven ten opzichte van elkaar en om te bepalen of de veranderde inrichting van de N 377 leidt tot knelpunten ten aanzien van de luchtkwaliteit in de omgeving is deze notitie opgesteld. Hiertoe is allereerst het wettelijk kader ten aanzien van luchtkwaliteit geschetst. Vervolgens is aangegeven wat de voorgenomen maatregelen op de N 377 inhouden. Vervolgens is op basis van de voorgenomen maatregelen en met behulp van bestaande beschikbare onderzoeken een inschatting gedaan van de effecten. Deze notitie beschrijft nadrukkelijk geen luchtkwaliteitonderzoek conform de Wet Milieubeheer. In deze notitie worden de verschillen tussen de diverse alternatieven globaal inzichtelijk gemaakt, zodat luchtkwaliteit meegewogen kan worden in de alternatievenafweging. Na de alternatievenafweging wordt een bestemmingsplan opgesteld waarvoor een luchtkwaliteitonderzoek conform de Wet Milieubeheer uitgevoerd wordt. 1. Wettelijk kader luchtkwaliteit 1.1 ‘Wet luchtkwaliteit’ Het wettelijke stelsel voor luchtkwaliteitseisen wordt weergegeven in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit wettelijk stelsel is van kracht sinds november 2007 en wordt ook wel de ‘Wet luchtkwaliteit’ (verder Wlk) genoemd. In algemene zin kan worden gesteld dat de Wlk bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen van maximumconcentraties voor een aantal componenten. Hierbij gaat het om componenten als zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx als NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), koolmonoxide (CO), lood, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen. Voor wat betreft de componenten zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx als NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), koolmonoxide (CO), lood en benzeen wordt in de Wlk aangegeven op welke termijn aan de normen voldaan dient te worden en welke bestuursorganen verantwoordelijkheden hebben bij het realiseren van de normen. De normen zijn gebaseerd op recente inzichten van de WHO (World Health Organisation) in de mogelijke effecten van luchtverontreinigingen op de gezondheid van de mens. Voor bovengenoemde componenten zijn grenswaarden geformuleerd. Voor de componenten ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen zijn aanvullend richtwaarden opgenomen.
In Nederland kunnen twee componenten van de eerder genoemde componenten problemen opleveren met betrekking tot overschrijding van de grenswaarden. Het betreft hierbij NO2 en fijn stof (PM10). Fijn stof (PM10) wordt beïnvloed door grote industriële bronnen (met name uit het buitenland), diffuse bronnen zoals het totale wagenpark, natuurlijke bronnen en in mindere mate door lokale bronnen. NO2 wordt voornamelijk beïnvloed door het wagenpark (verkeersbewegingen). Aangezien deze emissies problemen kunnen opleveren met betrekking tot overschrijdingen van de grenswaarden worden enkel deze componenten in deze notitie in beschouwing genomen. Verder kan worden opgemerkt dat sinds 1 augustus 2009 in de Wlk ook grenswaarden zijn opgenomen voor de component PM2,5 waarin in het jaar 2015 dient te worden voldaan. PM2,5 heeft echter een directe relatie met PM10. In het Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) uit 2009 staat hierover dat in het rapport 'PM2,5 in the Netherlands; consequences of the new European air quality standards ' (uit 2007) geconcludeerd wordt dat Nederland met de maatregelen voor het voldoen aan de grenswaarden voor PM10 naar verwachting ook aan de grenswaarden en blootstellingsconcentratieverplichting voor PM2,5 zal voldoen. Dit op basis van de nu bestaande inzichten en rekening houdend met de nu nog bestaande onzekerheden. Mocht blijken dat er toch aanvullende maatregelen nodig zijn voor PM2,5, dan wordt hiervoor tijdig een aanvullend programma gemaakt. 1.2 Grenswaarde relevante componenten De voor NO2 en fijn stof (PM10) geldende grenswaarden zijn opgenomen in de onderstaande tabel 1.1. De immissieconcentraties dienen aan deze grenswaarde te voldoen. Tabel 1.1 Grenswaarden PM10 en NO2 Component
Concentratie
Status
Omschrijving
3
[µg/m ] Fijn stof
40
Grenswaarde vanaf 2010
Jaargemiddelde concentratie
(PM10)
50
Grenswaarde vanaf 2010
24 uurgemiddelde dat 35 keer per jaar mag worden
NO2
40
overschreden 1), 2)
200
1), 2)
Grenswaarde vanaf 2015
Jaargemiddelde concentratie
Grenswaarde vanaf 2015
Uurgemiddelde dat 18 keer per jaar mag worden overschreden
1)
Voor de agglomeratie Heerlen/Kerkrade geldt 1 januari 2013 in plaats van 1 januari 2015.
2)
Gedurende de derogatietermijn (tot 2015) ligt de grenswaarde 50% hoger.
Naast de ‘Wet luchtkwaliteit’ is ook de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’ van kracht (verder: Rbl 2007). In deze Regeling zijn onder meer regels vastgelegd over de manier waarop luchtkwaliteitonderzoeken dienen te worden uitgevoerd. Voor het nog op te stellen bestemmingsplan zal een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd moeten worden conform deze regeling. In deze notitie wordt het effect van het project slechts indicatief beschreven ten behoeve van de besluitvorming ten aanzien van het Plan in Hoofdlijnen.
-2-
2. Beschrijving maatregelen De doelen die worden gesteld aan de aanpassing van de N 377 zijn als volgt: • combinatiealternatief voor de N 340/N48 Zwolle – Ommen om de N 377 duurzaam veiliger in te richten; • aanpak van de 19 gedefinieerde knelpunten; • indien mogelijk oplossingsrichtingen die realiseerbaar zijn vóór 2014, met of zonder grondaankoop en/of bestemmingsplanwijziging of aanlegvergunning. De aanpak van de 19 gedefinieerde knelpunten staat in de dit project centraal. De maatregelen zullen bestaan uit bijvoorbeeld het treffen van maatregelen aan kruispunten en het plaatselijk verlagen van de toegestane maximum snelheid. Zulke maatregelen kunnen invloed hebben op de luchtkwaliteit in de omgeving. Om te bepalen wat het effect is, zal bij de 19 knelpunten aangegeven worden wat de aanpassingen zijn en zal het effect hiervan op de luchtkwaliteit indicatief bepaald worden. In onderstaande figuur 2.1 zijn de locaties van de 19 te beschouwen knelpunten langs de N 377 weergegeven.
Figuur 2.1 Overzicht knelpuntlocaties N 377
3. Effect voorgenomen maatregelen luchtkwaliteit 3.1 Heersende luchtkwaliteit tracé N 377 Om een indicatie te verkrijgen van de heersende luchtkwaliteit langs de N 377 is de Monitoringstool van het NSL gebruikt. Deze is opgesteld door VROM en geeft voor verschillende jaren de berekende concentraties langs wegen weer. Hierin zijn opgenomen de heersende, totale jaargemiddelde concentraties bestaande uit de heersende achtergrondconcentraties ter plaatse, inclusief de bronbijdragen als gevolg van de verkeersintensiteiten. Hierbij zijn de jaren 2011 en 2015 relevant. Het jaar 2011 betreft het mogelijke eerste jaar van start van het project. Het jaar 2015 betreft het laatste jaar van het NSL. Verder naar de toekomst toe zullen de concentraties NO2 en fijn stof allen verder dalen als gevolg van landelijke maatregelen zoals schonere voertuigen. In figuur 3.1, 3.2 en 3.3 zijn uitsneden van de Monitoringstool weergegeven met daarin het tracé van de N 377 en de resultaten voor de NO2 concentratie (meest kritische component) in het jaar 2011. In de figuren 3.4, 3.5 en 3.6 zijn uitsneden weergegeven voor de component fijn stof (PM10).
-3-
Figuur 3.1
Resultaten NO2 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 1)
Figuur 3.2
Resultaten NO2 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 2)
-4-
Figuur 3.3
Resultaten NO2 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 3)
Figuur 3.4
Resultaten PM10 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 1)
-5-
Figuur 3.5
Resultaten PM10 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 2)
Figuur 3.6
Resultaten PM10 concentratie plangebied 2011 zoals opgenomen in de Monitoringstool (tracédeel 3)
-6-
Uit de uitsneden van de Monitoringstool blijkt dat langs het gehele tracé van de N 377 (daarmee dus ook ter hoogte van de 19 knelpuntlocaties) lage concentraties van zowel NO2 als PM10 voordoen. De concentraties zijn hierbij ruim beneden de jaargemiddelde grenswaarde van 40 μg/m3 gelegen. De bepaalde concentratie NO2 ligt langs het gehele tracé beneden de 37 μg/m3 en de bepaalde concentraties PM10 ligt beneden de 30 μg/m3. Dit is ook het geval langs alle in de monitoringstool aanwezige kruisende wegen met de N 377. Dezelfde lage concentraties zijn ook in het jaar 2015 aanwezig. Derhalve zijn de resultaten van het jaar 2015 niet visueel weergegeven. Uit de Monitoringstool kunnen, naast grafische presentaties van de concentraties, ook specifieke berekende concentraties langs wegen gehaald worden. Deze zijn voor de N 377 weergegeven in onderstaande tabel 3.1. Hierbij zijn op één locatie bij elke van de drie hierboven weergegeven tracédelen, de jaargemiddelde concentraties weergegeven voor het jaar 2011 en 2015. Deze concentraties geven een goed beeld voor het gehele tracé en de concentraties ter hoogte van de knelpuntlocaties. De weergegeven concentraties betreffen de achtergrondconcentratie en de totale jaargemiddelde concentratie, welke bestaat uit de heersende achtergrondconcentratie inclusief de bronbijdrage van de N 377. Tabel 3.1 Concentraties PM10 en NO2 langs tracé N 377 3
Concentratie 2011 [μg/m ]
3
Locatie
Situatie
Concentratie 2015 [μg/m ]
NO2
PM10
NO2
PM10
Den Hulst
Achtergrondconcentratie
14,6
21,6
13,2
21,0
Totale jaargemiddelde concentratie
18,6
22,2
16,1
21,3
Balkbrug
Achtergrondconcentratie
14,0
21,8
12,6
21,1
Totale jaargemiddelde concentratie
19,6
22,6
16,3
21,6
Dedemsvaart
Achtergrondconcentratie
15,1
21,8
13,6
21,2
Totale jaargemiddelde concentratie
19,6
22,2
16,9
21,5
Uit bovenstaande tabel 3.1 komt naar voren dat de jaargemiddelde NO2 concentratie ter hoogte van het gehele tracé van de N 377 circa 19 tot 20 μg/m3 bedraagt in het jaar 2011 en circa 16 tot 17 μg/m3 in het jaar 2015. Voor de component PM10 komt naar voren dat de jaargemiddelde PM10 concentratie langs het tracé circa 22 tot 23 μg/m3 bedraagt in het jaar 2011 en circa 21 tot 22 μg/m3 in het jaar 2015. De heersende concentraties NO2 en PM10 zijn langs het gehele tracé van de N 377 ruim beneden de geldende grenswaarde van 40 μg/m3 gelegen. De conclusie luidt dat er zich langs de N 377 geen overschrijdingen van de geldende grenswaarden voordoen. Dit betekent dat het aspect luchtkwaliteit bij de aanpassing van de N 377 geen maatgevend aspect zal zijn in de afweging tussen de verschillende alternatieven. Om inzicht te geven in de mogelijke effecten van de alternatieven op de luchtkwaliteit zijn in de volgende paragrafen de effecten nader gekwantificeerd.
-7-
3.2 Effecten maatregelen N 377 Door vast te stellen of de aanpassingen aan de N 377 leiden tot een verandering van de luchtkwaliteitsparameters en door vast te stellen wat de impact is van deze eventuele verandering, kan bepaald worden of de maatregelen invloed hebben op de luchtkwaliteit in de omgeving en of het project mogelijk zal leiden tot knelpunten ten aanzien van de ‘Wlk’. De invloed van een project op de luchtkwaliteit in de omgeving wordt bepaald door de volgende luchtkwaliteitsparameters: • de verkeersintensiteiten; • de maximum toegestane rijsnelheid; • mate van stagnatie; • de omgevingskenmerken; • verspreidingsparameters. De aanpassing van de N 377 bestaat bij de 19 knelpunten uit bijvoorbeeld het verlagen van de maximum toegestane snelheid, het realiseren van kruispunten met VRI’s, het aanleggen van viaducten en het veranderen van de aansluiting van de N 377 op de N48. Hieronder is weergegeven of deze maatregelen invloed hebben op de luchtkwaliteitsparameters. Verkeersintensiteiten De aanpak van de N 377 leidt tot een zeer beperkte verandering van de verkeersintensiteiten. De toename is dermate gering dat effecten op de luchtkwaliteit te verwaarlozen zijn. Gelet op het feit dat de huidige concentraties zich ruim onder de grenswaarden bevinden, zullen beperkte veranderingen in de verkeersintensiteiten niet tot waarden leiden die in de buurt van de grenswaarden komen. Rijsnelheid De aanpak van de N 377 leidt in Nieuwleusen tot een andere rijsnelheid. De snelheid wordt daar verlaagd van 70 naar 50 km/h. Een lagere snelheid geeft minder verbranding en dus minder uitstoot, wat een positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Stagnatie De aanpak van de N 377 leidt tot een verbetering van de doorstroming. Op een aantal locaties worden de kruispunten gereconstrueerd om de doorstroming te bevorderen. Daardoor vermindert dus de stagnatie en verbetert de luchtkwaliteit. Omgevingskenmerken De aanpak van de N 377 leidt tot verandering van de omgevingskenmerken. De N 377 zal in de 2x1 alternatieven in de kommen van Nieuwleusen en Balkbrug versmald worden. Hierdoor komen de rijbanen verder van de woningen af te liggen waardoor de luchtkwaliteit bij de woningen verbetert, namelijk door de grotere afstand tussen bron en de ontvanger. Daarnaast zullen een aantal kruisende wegen worden verhoogd. Een verhoogde ligging zorgt voor een positief effect op de verspreiding van de emissies. Door een verhoogde ligging heeft wind meer invloed op de emissies, waardoor deze beter worden verdund. Hierdoor zullen de immissies op leefniveau in de omgeving lager zijn. De invloed hiervan zal echter beperkt zijn. Verspreidingsparameters De aanpak van de N 377 leidt niet tot verandering van de verspreidingsparameters. -8-
3.3 Indicatieve bepaling invloed aanpassingen N 377 In paragraaf 3.2 is weergegeven dat de aanpassingen op een aantal knelpuntlocaties invloed hebben op een aantal luchtkwaliteitsparameters. Het verkeer geeft in de huidige situatie een bronbijdrage van circa 4,0 μg/m3 voor de component NO2 en circa 0,8 μg/m3 voor de component PM10 (herleid uit tabel 3.1). De aanpassingen aan de N 377 leiden tot minimale verschillen welke, geschat, niet meer dan 10% invloed zullen hebben op de luchtkwaliteit ter plaatse. Dit betreft dus, op basis van de vastgestelde heersende bronbijdrage van het verkeer, een maximaal verschil van 0,4 μg/m3 voor de component NO2 en maximaal 0,08 μg/m3 voor de component PM10. Dit betreft een minimaal verschil. Eventuele overige aanpassingen aan de N 377, welke in pararaaf 3.2 niet genoemd zijn, hebben een minimale impact op de luchtkwaliteit in de omgeving. Op basis hiervan luidt de conclusie dat de aanpassingen aan de N 377 nagenoeg geen invloed hebben op de luchtkwaliteit ter plaatse van het tracé. Gezien de minimale verschillen als gevolg van het project zijn de verschillende alternatieven ten aanzien van luchtkwaliteit niet onderscheidend ten opzichte van elkaar. Wanneer hierbij de totale heersende concentraties worden meegenomen kan geconcludeerd worden dat de aanpak van de N 377 niet zal leiden tot knelpunten ten aanzien van we ‘Wlk’. De heersende concentraties ter plaatse van de 19 knelpuntlocaties zijn ruim beneden de geldende grenswaarde uit de ‘Wlk’ gelegen. De mogelijke effecten van de aanpassingen zullen niet tot overschrijdingen van de grenswaarden leiden. 4. Conclusie De voorgenomen aanpassingen aan de N 377 zullen niet leiden tot knelpunten ten aanzien van de ‘Wlk’. Daarnaast zijn de verschillende alternatieven op de 19 knelpuntlocaties ten aanzien van luchtkwaliteit niet onderscheidend van elkaar. Luchtkwaliteit is dan ook geen onderscheidend thema bij de keuze tussen de verschillende alternatieven.
-9-