Kwartaalverslag 26, Fam. P.J.A. de Vries Sentani, Papua, Indonesië (Bestrijkt de periode 20 Maart 2009 – 15 Oktober 2009) 15 October 2009 Wie bij u hun geluk zoeken zullen lachen en vrolijk zijn, wie van u hun redding verwachten zullen steeds weer zeggen: ‘Groot is de HEER.’ (Psalm 40:17)
In dit kwartaalverslag kijken we terug op de afgelopen maanden en kunnen we vaststellen dat er veel is gebeurd. Zoveel zelfs dat we het niet allemaal in dit verslag hebben gezet. Aan de éne kant hebben de afgelopen maanden in het teken gestaan van Maaike’s gezondheid en dat was soms best wel spannend. Zo spannends zelfs dat ze naar Australie geevakueerd is om geopereerd te worden. Aan de andere kant hebben de afgelopen maanden ook in het teken gestaan van twee projecten waar we al jaren naartoe gewerkt hebben: de Korowai lees- en schrijfkursus en de opnames van het Evangelie in het Korowai. Nu we aan het eind van deze periode op het veld zijn en bijna op verlof gaan, kijken we vooral met dankbaarheid terug op alles wat God voor ons gedaan heeft en hoe Hij ons heeft willen gebruiken om de Korowai tot zegen te zijn. We hebben levens kunnen redden door middel van het gezondheidswerk dat we doen; we hebben Korowai mensen proberen op te leiden, wat niet altijd even succesvol was; we hebben evangelisten kunnen helpen om de Korowai mensen beter te dienen; en bovenal hebben we geholpen om het evangelie beschikbaar te maken in het Korowai in een vorm waarmee alle Korowaiers bereikt kunnen worden. Dat is het uiteindelijke doel waarvoor we bij de Korowai wonen en de taal en kultuur leren. Het is een mijlpaal in onze bediening en het geeft ons erg veel voldoening om te merken dat de Korowai er zo open voor staan. We bidden dat de Heilige Geest door deze opnames veel Korowai harten zal openen om Jezus Christus als hun verlosser aan te nemen. Inhoud Inhoud ................................................................................................................................. 1 Korowai lees- en schrijfkursus (door Peter Jan) ................................................................ 1 YBI lees- en schrijfkursus (door Peter Jan)........................................................................ 4 Tocht door het Korowai gebied (door Peter Jan) ............................................................... 5 Evangelist (door Peter Jan)................................................................................................. 8 Mazelen epidemie (door Peter Jan) .................................................................................. 10 Medische zorg (door Maaike) .......................................................................................... 11 Sagorupsenfeesten (door Peter Jan) ................................................................................. 12 Maaike’s gezondheid (door Maaike) ................................................................................ 14 Maaike’s evakuatie (door Maaike) ................................................................................... 14 Vertalen van Bijbelverhalen (door Peter Jan) .................................................................. 16 Opnames van Bijbelverhalen (door Peter Jan) ................................................................. 17 Opnames Bijbelverhalen Papoea Indonesisch (door Peter Jan) ....................................... 20 Korowai lees- en schrijfkursus (door Peter Jan) Op 24 Maart ben ik begonnen met een Korowai lees- en schrijfkursus. Deze kursus bestaat uit drie lesboeken: Primers. In Primer 1 staan veel oefeningen voor voorbereidend lezen en hij eindigt met het aanleren van de drie meest voorkomende klinkers. Primer 2 en 3 behandelen daarna de 26 letters van het Korowai alfabet.
1
Voordat ik kon beginnen was er een plek nodig om les te geven. Evangelist Koiles gaf al elke ochtend Indonesisch lees- en schrijfonderwijs in het kliniek gebouw dus ik had iets anders nodig. Tijdens de YBI kursus in Januari hebben de GIDI evangelisten, samen met de mensen, een kerkgebouw neergezet dat wat afgelegen staat. Daar heb ik voor gekozen. Maar eerst moest er wel wat aan gebeuren om het geschikt te maken. Men had een soort van bankjes gemaakt, maar die waren niet zo geschikt. Daarom hebben we alle bankjes eruit gesloopt en er een boombast vloer ingelegd, op de Korowai manier. Ook moest het dak gerepareerd worden. Daar heb ik, samen met mijn leerlingen en de evangelist, een week lang aan gewerkt. Ook moest ik leerlingen hebben. Van te voren heb ik een lijst gemaakt met mensen die ik graag wilde uitnodigen. Van die personen was een deel niet aanwezig en de rest wilde niet meedoen, op twee personen na. Zo doende konden anderen zich aanmelden en het kursusgeld betalen (10.000 Rp.= 0.70 Euro). Ookal was dat maar een klein bedrag, toch duurde het nog een hele tijd voordat ik een aantal leerlingen had. Acht jonge mannen en één oudere man. Ze begonnen vol enthousiasme en hadden er lol in. En zo heb ik voor Primer 1 drie weken lang elke ochtend les gegeven van 8 tot10 uur. In het begin kwam iedereen op tijd maar na een week begon het enthousiasme minder te worden. Eén werd ziek, een ander moest naar familie toe en soms wilden ze gewoon een ochtend wat anders doen dan les krijgen. Ik heb ze gezegd dat ze beter wel kunnen komen omdat ze anders achter gaan lopen, maar dat baatte niet veel. Sommigen pikten het snel op en anderen hadden niet zo snel door hoe dat lezen nou in elkaar steekt. Ze vonden het allemaal erg leuk om de Primer te eindigen met drie klinkers want die konden ze daarna in allerlei geschreven tekst herkennen. Dat was een begin van lezen.
Peter Jan zoekt de Korowai boekjes uit
Peter Jan geeft les
Op 21 April ben ik begonnen met Primer 2 en heb ik ze elke dag een andere klank van het Korowai alfabet geleerd. Sommigen hadden al gauw door hoe het moest maar de anderen bleven het erg moeilijk vinden. Toen ik klaar was met Primer 2 had ik nog maar vier leerlingen over, die niet allemaal even trouw kwamen. De meesten waren nogal teleurgesteld dat ze nog steeds niet goed konden lezen en schrijven. Waarschijnlijk hebben ze gedacht dat ze dat wel even konden leren, maar nu het zo langzaam ging zijn de meesten afgehaakt. Regelmatig werd mij gevraagd of ze door mijn kursus te volgen wel Indonesisch zouden kunnen leren lezen en schrijven. Later vroeg ik een keer wat hun motivatie was om mijn kursus te volgen, en toen zei één van hun: “Zodat we straks ook in het Indonesisch kunnen schrijven. Dan kunnen we brieven schrijven om om geld te vragen.” Een andere zei dat hij graag brieven wilde schrijven naar een familielid in de stad. Het mag duidelijk zijn dat het uiteindelijke doel van de meesten van mijn leerlingen vooral het leren lezen en schrijven van het Indonesisch was. Zowiezo is het niet verwonderlijk dat ze graag Indonesisch willen leren lezen en schrijven, want daar kun je in de ‘rijke’ buitenwereld tenminste mee aankomen. Dan pas kan de wereld 2
voor je opengaan. Ik heb ze verzekerd dat ze na mijn kursus prima Indonesisch zullen kunnen lezen en schrijven, maar ik vraag me af of ze me echt geloofden. De achtergrond van de opmerking hierboven is dat de overheid, sinds de speciale autonomie van kracht werd (2000), nogal royaal geld uitdeelt en voor allerlei (ook onzinnige) proposals geld geeft aan organisaties, dorpen en individuen. Het gros van dit gedoneerde geld wordt niet gebruikt voor het doel waar het voor aangevraagd is maar wordt gebruikt naar eigen inzicht. Omdat het dorp Sinimburu na de speciale autonomie pas geopend is, denken de mensen dat dat het doel van de overheid is: om de bevolking dat te geven wat ze nog niet hebben i.e. moderne spullen, (Indonesisch) eten en geld. Dat is ook de belangrijkste funktie van het dorpshoofd. Zijn taak is om regelmatig op bezoek te gaan bij de overheid in het Distrikt en in de Regiohoofdstad om geld los te krijgen voor de bevolking. Doet hij dat niet of niet goed, dan is de bevolking ontevreden. Dat er veel corruptie is binnen de overheid dat weten ze al, en ze zijn dan vooral boos omdat het geld dat voor hen bestemd was niet bij hen aankomt. Aan de andere kant is die corruptie ook weer een stimulans om goede relaties met overheidsmensen te hebben, omdat je op die manier misschien ook weer een graantje mee kan pikken van diezelfde corruptie. Voordat we in Juni naar Sentani gingen ben ik begonnen met Primer 3, maar heb dat niet afgekregen. Op dat moment had ik nog vier leerlingen over, waarvan er maar één echt trouw kwam. Toen we weer terugwaren in Sinimburu wilde ik Primer 3 afmaken, maar er kwam niemand meer opdagen, dus ben ik ermee gestopt.
Peter Jan geeft les
De leerlingen doen hun best
Persoonlijk heb ik best wel genoten van het lesgeven. Het gaf veel voldoening om mijn leerlingen vooruit te zien gaan en de ‘kwartjes’ te zien vallen. Verder heb ik natuurlijk veel tijd gestoken in de voorbereiding en samenstelling van de lesboeken, dus dan geeft het veel voldoening om te zien dat het in de praktijk ook werkt. Dat betekent dat ik een goede basis gelegd heb voor een Alfabetiseringsprogramma in het Korowai. Ik heb daarbij ook mijn belofte vervuld aan de Korowai in Sinimburu, dat ik ze zou leren lezen en schrijven in hun eigen taal. Daar hadden ze al jaren om gevraagd. Dat het nu niet helemaal goed is gegaan is niet erg, dan kan ik mij eerder en meer bezig gaan houden met vertaalwerk. De mensen kunnen ook leren lezen en schrijven in het Indonesisch. Het is een kunst die je leert en als het kwartje gevallen is maakt het niet zoveel uit via welke taal je die kunst leert. In het Indonesisch kost dat alleen veel meer inspanning en zullen veel minder mensen uiteindelijk de lees- en schrijfkunst machtig worden. In ieder geval is de methode nu beschikbaar en als de Korowai in de toekomst toch graag een programma in de
3
eigen taal willen hebben dan hoeft daar niet meer hard aan gewerkt te worden, omdat ik de basis daarvoor al gelegd heb. Nog even over het belang van leren lezen en schrijven in het Korowai ipv het Indonesisch. - Indonesisch heeft een ander klanksysteem dan het Korowai, er zijn klanken en combinaties van klanken die in het Korowai niet voorkomen en die ze nauwelijks kunnen uitspreken, zoals de ‘c’ (spreek uit ‘tj’) en de ‘ng’. - Andersom zijn er klanken en kombinaties van klanken die in het Korowai voorkomen en niet in het Indonesisch, zoals de ‘uu’ en de ‘x’ (spreek uit als zachte ‘g’). - Er zijn klanken die in het Indonesisch onderscheiden worden en in het Korowai niet, zoals de ‘l’ en de ‘r’. - Ook komen klanken voor op andere posities dan in het Korowai, zoals de ‘dj’ aan het begin van een woord. - De klemtoon in het Indonesisch komt (in de meeste gevallen) op de voorlaatste lettergreep, maar in het Korowai op de laatste lettergreep. - De manier waarop woorden aan elkaar geplakt worden verschilt nogal. Al deze verschillen zorgen ervoor dat het voor de Korowai veel moeilijker is om te leren lezen en schrijven in het Indonesisch dan in hun eigen taal. Daarbij moeten we ook nog een paar comlicerende factoren meerekenen: - Lezen en schrijven in het Indonesisch wordt slechts aangeboden op één manier, de ABC drill methode. - Korowai hebben nooit de basis van lezen en schrijven geleerd en dat wordt ze in de Indonesische methode ook niet aangeleerd: Dat lezen van links naar rechts gaat en van boven naar beneden. Dat geschreven taal bestaat uit letters (klanken), lettergrepen, woorden, zinnen, alinea’s en verhalen. Dat geschreven taal leestekens heeft die ze ook moeten leren. - De meeste Korowai kunnen maar matig Indonesisch spreken, daardoor zijn veel woorden en uitdrukkingen die ze in hun leesboekjes tegenkomen voor hen moeilijk te begrijpen. Jullie kunnen je wel voorstellen dat dit alles ervoor zorgt dat er op het moment maar een paar Korowai jongens zijn die, na een half jaar dagelijks in het Indonesisch les gehad te hebben, een klein beetje kunnen lezen en schrijven. En hoewel ze het liefst Indonesisch lezen en schrijven, want dat is status verhogend, lezen ze over het algemeen op onze veranda de Korowai boeken die ik vertaald heb, want dat is veel makkelijker en nog begrijpelijk ook. YBI lees- en schrijfkursus (door Peter Jan) In ons vorige kwartaalverslag hebben we geschreven over de YBI lees- en schrijfmethode in het Indonesisch. Deze methode is aangeleerd aan de GIDI en de GJPI evangelisten in het Korowai gebied. Een paar evangelisten zijn met het eerste lesboek begonnen en hun leerlingen hebben daar ook voor betaald. Maar daarna hebben we er niets meer over gehoord en geen van de evangelisten is gekomen voor de aanschaf van het tweede lesboek. Waarom is deze methode niet aangeslagen? Om de volgende redenen, denken we: - Tijdens de kursus is de evangelisten geleerd om vanuit een handboek te werken. Dit handboek is geschreven in wat hoger Indonesisch dan ze gewend zijn en ze kunnen zelf ook niet zo goed lezen. Dit heeft waarschijnlijk drempelverhogend gewerkt omdat ze tijdens de kursus zo druk bezig waren met het ontcijferen van de stappen in het handboek dat ze de methode zelf niet echt onder de knie gekregen hebben.
4
- De evangelisten zijn al gewend om op de ABC drill methode les te geven en dit vergt weinig energie en creativiteit. Als het moeilijk wordt dan is het de weg van de minste weerstand om terug te vallen op de ABC methode. - Er is geen hogere instantie die de YBI methode verplicht stelt aan de evangelisten. - De Korowai zijn zo egalitair en gehecht aan hun vrijheid dat ze niet mee willen werken aan een methode waar niet iedereen tegelijk aan mee kan doen en waar niet iedereen kan komen op de dagen dat het hem schikt. Aan de YBI methode kunnen maximaal 10 leerlingen meedoen. - De Korowai vinden dat ze recht hebben op het lees- en schrijfonderwijs van de evangelist en dat ze daar niet voor hoeven te betalen of zich aan bepaalde regels moeten houden. - Dit zorgt voor een grote sociale druk op de evangelisten mbt de toepassing van deze kursus.
Evangelist Koiles geeft les
Een leerling leest
Om deze reden hebben we ze voorgesteld om de ABC methode ’s ochtends eerst te doen en daarna de YBI methode, zodat iedereen tevreden kan zijn maar er ook een groep is die met een betere methode les krijgt. In de praktijk heeft (in ieder geval in Sinimburu) al snel een mix plaats gevonden van beide methodes, met nog steeds de nadruk op de ABC methode. We hopen in de toekomst met de GIDI leiders om de tafel te gaan zitten om te kijken of we iets aan deze situatie kunnen veranderen. Als de GIDI leiders bereid zijn de YBI methode als standaardmethode in te willen voeren (een betere kursus in het Indonesisch is niet beschikbaar) en daar dan ook streng op toe te zien, dan zijn wij bereid om de evangelisten opnieuw de methode aan te leren, maar dan zonder gebruikmaking van het handboek. Zo niet, dan laten we het gewoon zoals het is, dat is de weg van de minste weerstand. Tocht door het Korowai gebied (door Peter Jan) Van maandag 13 April tot vrijdag 17 April heb ik een tocht gemaakt door het noordelijke Korowai gebied met als doel om contact te leggen met Korowai clans die ik nog niet eerder had bezocht en om ze kennis te laten maken met het Evangelie. Met twee dragers, Darius en Hi, ben ik die maandagochtend vertrokken. Terwijl we door het dorp liepen waren er verschillende mensen die ons waarschuwden om maar van de tocht af te zien omdat de Korowai mensen in het noorden ons zouden schieten. Zoals gebruikelijk werd mijn vraag naar het waarom niet beantwoord. Elke keer dat ik een dergelijke tocht maak word ik op deze manier gewaarschuwd, en tot nu toe is het altijd meegevallen, dus ook deze keer ben ik gewoon vertrokken.
5
De zieke man bij Wamil
Vissen in een riviertje
Hi was mijn gids en zou me naar de Wamil clan brengen, een clan waar ik in Juni 2008 voor het eerst op bezoek geweest ben. Halverwege moesten we ook door het Banop gebied, waar ik nog niet eerder ben geweest. Daar wilde ik dus graag bij op bezoek. Hi en Darius raadden me dat af omdat twee Banop broers erge ruzie met elkaar hadden. De éne broer was er met de andere broer z’n vrouw vandoor gegaan, dus er was grote kans dat we slecht ontvangen zouden worden. Dus zijn we die dag direkt doorgelopen naar het Wamil clangebied. Halverwege moesten we door een gebied waar volgens Hi veel geesten woonden, dus voordat we er doorheen trokken vroeg hij mij om te bidden om Gods bescherming. Dat heb ik gedaan, in het Korowai. Onderweg is ons niks overkomen. In het Wamil gebied aangekomen kwamen we een jongeman tegen die vertelde dat zijn vader op sterven lag en dat ze verwachtten dat hij de ochtend niet zou halen. Ik zei dat ik wel wat medicijnen had en voor de man wilde bidden. Ze zouden gaan vragen of de zieke het goed vond en even later kwamen ze me ophalen. Ik ben naar het boomhuis gegaan waar de zieke was, maar mocht niet naar het boomhuis toe. Ik moest wachten aan de rand van de open plek, terwijl familieleden de zieke man gingen halen. Na een paar minuten kwamen ze terug met de zieke man, door iemand op de rug gedragen. Hij was zo zwak dat hij niet meer kon lopen of staan en het eerste wat me opviel waren zijn ogen, want die waren knalgeel. Dat is een teken van hepatitis of van een kapotte lever. Ik kon wel een beetje met de man praten, maar hij was zijn stem kwijt dus ik kon hem niet goed verstaan. Hij was volledig uitgedroogd dus ik heb hem direkt een paar bamboe’s met water laten drinken. Daarna heb ik hem een paracetamol gegeven en heb met behulp van een platenboek het evangelie uitgelegd. Toen heb ik voor hem gebeden dat God hem zou genezen. Na nog wat gepraat te hebben en foto’s gemaakt, ben ik terug gegaan naar het huis waar we zouden slapen. De volgende dag vroeg ik weer naar de zieke en toen zeiden ze dat hij de hele nacht niet gedronken had. Ik ging er dus van uit dat hij zou overlijden. Een week na terugkomst in Sinimburu vroeg ik Hi eens naar de zieke man, zo van: ‘Wanneer is die Wamil man overleden, waar ik voor gebeden heb?’ Hi antwooordde: ‘O, die leeft nog en is er weer helemaal bovenop. God heeft hem weer beter gemaakt. Hij vraagt of je meer van zulke medicijnen hebt.’ De nacht dat ik bij Wamil geslapen heb regende het gelukkig niet, want ik kon door het dak heen de sterren tellen. Die avond kwam ik er ook achter dat ik mijn slaapmatje vergeten was en het slapen op een ongelijke houten vloer was niet al te comfortabel. De volgende dag heb ik na het ontbijt opnieuw met behulp van het platenboek het evangelie uitgelegd aan alle aanwezigen in het huis. Er waren heel wat mensen uit de omtrek gekomen om die rare blanke man van dichterbij te zien, dus dat was een goed moment. Hi en Darius hielpen goed met het
6
aanvullen en verduidelijken en dat was ook wel nodig, want het Wamil dialect is een beetje anders dan het Korowai dat ik spreek.
Ayai boomhuis
Zieke Awal man
Die dag, dinsdag, hebben twee Wamil mannen ons naar de Ayai clan gebracht. Onderweg wilden ze graag vissen en met mijn visnet hebben we een twintigtal vissen gevangen in een kleine rivier. Ze vonden dat visnet een prachtige uitvinding en wilden hem graag hebben. Bij Ayai aangekomen bleken we in één boomhuis niet welkom te zijn, dus we hebben in een oud boomhuis overnacht waar een jonge Ayai man woondde. Het was het boomhuis van zijn oudere broer maar die was op reis, dus hij wilde wel voor ons zorgen en zo hebben we eten met elkaar gedeeld. Jammer dat we niet welkom waren in het andere boomhuis want daar woonden veel meer mensen. Deze kwamen ook niet bij ons op bezoek. Op woensdag heeft deze jonge Ayai man ons verder begeleid. Hij wilde ons wel naar het dorp Baigun brengen. Nu is Baigun ver bij Ayai vandaan dus ik hoopte dat we onderweg nog wel bij een andere clan op bezoek konden gaan. Inderdaad leidde de weg langs een handvol clangebieden maar onze gids was niet bereid ons daar naar toe te brengen. Hij zei dat deze clans allemaal bezig waren met het organiseren van een sagorupsenfeest en op dit moment liever geen bezoekers van buiten hadden, Nederlands of Korowai. Dat was natuurlijk even slikken en ik wilde de zaak niet op de spits drijven en heb het maar zo gelaten. Dichtbij Baigun raakte onze gids de weg kwijt en pas tegen het donker kwamen we aan. In Baigun woonden twee Makasaren die een winkeltje hadden. Daar verkochten ze de standaardspullen zoals rijst, supermi, vis in blik, nylon, vishaakjes, tabak, batterijen, enz. Die avond heb ik in het huis van de GIDI evangelist geslapen. De volgende ochtend, donderdag, heb ik eerst weer het evangelie verteld en daarna zijn we vertrokken richting de Yamu clan. Onderweg kwamen we bij een Awal boomhuis waar ik rook zag. Ik vroeg of we konden stoppen om het evangelie te vertellen, maar Hi en Darius vonden dat maar een gevaarlijke onderneming. Deze Awal mensen waren geen rechtstreekse familieleden van hen en onuitgenodigd opduiken is niet de Korowai manier om vrienden te maken. Toch wilde ik de kans niet voorbij laten gaan en toen Darius niet wilde heb ik hem gevraagd hoe ik dan zelf contact kan leggen. Hij zei dat ik moest zeggen dat ik honger had en of ze ook wat te eten voor me hadden. Toen ben ik zelf naar het boomhuis gegaan en Darius kwam al gauw achter me aan om het gesprek, dat ik begonnen was, voort te zetten. Er was alleen een vrouw thuis met haar dochter. Die dochter was ziek met pijn in de gewrichten dus ik heb wat paracetamol gegeven en Darius heeft dat in het boomhuis gebracht. Later kwam de man des huizes thuis en die bleek één been heel dik te hebben, filariasis (olifantsziekte). Aan hem heb ik zelf wat paracetamol gegeven. Beiden heb ik gezegd dat als ze hulp willen ze naar Sinimburu kunnen
7
komen en dat we ze daar wel kunnen helpen met de juiste medicijnen. Omdat het een wat spannende situatie was heb ik het evangelie dit keer niet verteld en het bij deze hulp gelaten. In ieder geval heeft de vrouw des huizes sago voor ons gebakken, dat we onder het boomhuis op konden eten.
Darius vertelt het Evangelie
Een rivierschildpad
Daarna gingen we verder tot we dicht in de buurt van Yamu waren. Hi en Darius hadden een schildpad gekocht en wilden die graag opeten dus hebben we bij een oud feestbivak een vuur gemaakt en de schildpad met hete stenen gesmoord. Het was heerlijk, maar teveel om alles in één keer op te eten. Tegen 5 uur gingen we weer op pad en Darius dacht de weg wel te kunnen vinden. We vonden een oud boomhuis van Yamu, maar moesten toen hun nieuwe boomhuis zoeken. Hi wilde al terug naar het oude boomhuis zodat we een dak boven ons hoofd hadden, maar Darius dacht dat hij het nieuwe boomhuis wel kon vinden, dus zijn we toch doorgelopen. Uiteindelijk, toen het echt begon te schemeren, hoorden we in de verte stemmen, maar we konden het pad naar het boomhuis niet vinden. Na tevergeefs gezocht te hebben heeft Darius maar heel hard geroepen dat ze moesten komen om ons de weg te wijzen. Wel een beetje een afgang natuurlijk, dat hij als Korowaier de weg niet kon vinden, maar aan de andere kant is het ook niet zo’n goed idee om in het donker nog door het bos te struinen. Al gauw kwam er een jongen opdagen die ons de weg naar het boomhuis wees. We waren erg blij met een dak boven ons hoofd want het regende weer die nacht. Dat zou in het bos geen pretje zijn geweest. Op vrijdagochtend, voor vertrek, heb ik weer het evangelie verteld en daarna zijn we helemaal naar Sinimburu gelopen. Toen we halfverwege waren wilden Hih en Darius de overgebleven schildpad opeten. Het begon al behoorlijk te ruiken dus ik bedankte er vriendelijk voor. Dat vonden ze helemaal niet erg want dan hadden zij meer. Ze hebben alles opnieuw geroosterd en er heerlijk van genoten. Tegen het eind van de middag kwamen we aan in Sinimburu. Onderweg kreeg ik steeds meer last van de wondjes aan mijn voeten, die ik de dagen daarvoor had opgelopen, dus ik was erg blij dat ik weer thuis was. Evangelist (door Peter Jan) Van Maart tot Juni heeft evangelist Koiles Kogoya iedere dag lees- en schrijfonderwijs gegeven en dagopeningen verzorgd. Elke ochtend werden we om een uur of 6 gewekt door de bel voor de dagopening, behalve op dagen de dat het flink regende. Tijdens die dagopeningen is zijn routine altijd hetzelfde. Openen met het zingen van verschillende zondagschoolliedjes, waarna gebed. Daarna het memorizeren van een bijbeltekst en daarna een Bijbelverhaal of
8
uitleg, vaak aan de hand van een plaat, soms alleen van een tekst. Daarna wordt er weer gebeden en gezongen. Alles deed Koiles in het Indonesisch en bij het bijbelverhaal maakte hij gebruik van een tolk. Dat hij gebruik maakte van een tolk was al een hele vooruitgang, maar de kwaliteit van de vertaling hing erg af van wie er tolkte. Daarnaast is het Indonesisch van Koiles ook niet zo erg goed. Hij is zelf van de Dani stam in de bergen van Papua, daar heeft hij de Dani lagere school en de Dani Bijbelschool doorlopen en heeft tussendoor wat Indonesisch geleerd. Zijn vorm van het Indonesisch is anders dan wat er in het Korowai gebied gesproken wordt. Daarnaast gebruikt hij veel bijbeltaal, woorden die in het gewone Indonesisch niet (veel) voorkomen. Jullie kunnen wel begrijpen dat er dus veel ruimte is voor verkeerde interpretatie. Het uit het hoofd leren van bijbelteksten is een gewoonte van de GIDI kerk, waarvan Koiles een evangelist is. Ook dit gebeurde in het Indonesisch, zonder duidelijke uitleg wat de tekst precies betekende. Verder werd dit met de hele groep gedaan en woord voor woord. En zo was het voor de meeste Korowaiers die er aan meededen niet meer dan een interessant christelijk ritueel. Bij de zondagschoolliedjes gaf Koiles nu en dan wel uitleg en dat was heel goed. Ook probeerde hij het zingen in de eigen taal te stimuleren, maar de Korowai jeugd wilde alleen maar de Indonesisch liedjes zingen en degenen die het dan wel graag wilden, zagen er maar vanaf omdat ze anders uitgelachen werden.
Koiles met dochter Eli in het vliegtuig
Het gezin Kogoya
Koiles was met mij overeengekomen dat ik eens in de drie weken voor zou gaan in de zondagse dienst. Dat wilde ik graag doen, op voorwaarde dat hij de dienst zou leiden en ik alleen de preek zou doen. Van het ‘preken’ op die zondagen heb ik erg genoten. Het waren natuurlijk geen echte preken, want ik probeerde zo goed mogelijk aan te sluiten bij mijn hoorders en heb daarom iedere keer één bijbelverhaal verteld met behulp van een platenboek en met een korte, duidelijke toepassing. Ik deed dat in eenvoudig Indonesisch en maakte gebruik van een tolk. Omdat ik het Korowai goed kan verstaan kon ik de tolk controleren. Dat werkte erg goed. Dat deze verhalen gewaardeerd werden bleek wel uit de grote opkomst. Het was ook duidelijk dat het verhaal goed overkwam door de manier waarop mijn publiek reageerde tijdens het vertellen. Ik hoop zo ook een voorbeeld te hebben gegeven aan de evangelist, om meer verhalend te vertellen dan zich te richten op het geschreven woord en het uit het hoofd leren van teksten. Van Global Recordings heb ik de cassettes in het Dani besteld, die bij de ‘Good News’ en de ‘Look, Listen and Live’ platenboeken horen die Koiles en ik gebruiken om bijbelverhalen te vertellen. In Sinimburu heb ik die uitgeleend aan Koiles en zijn vrouw en ze waren er heel blij mee. Elke dag leenden ze twee cassettes totdat ze alle cassettes beluisterd hadden. Hij vroeg
9
of alle evangelisten voorzien konden worden van deze cassettes omdat die zoveel gemakkelijker te begrijpen zijn dan de cassettes in het Indonesisch. Daar wil ik graag bij helpen, maar ik wil het eerst graag overleggen met GIDI en met Trevor Johnson, zodat zij er ook achter staan en er een goede strategie gevolgd kan worden voor de onkosten die hieraan verbonden zijn. Naast het vervullen van zijn ‘geestelijke’ taken heeft Koiles ook een aantal tuinen aangelegd voor de verbouw van lange bonen (kouseband), pinda’s en mais. Vlak voordat we in Juni naar Sentani gingen hebben ze ons daar wat opbrengst van gebracht. Daar hebben we van genoten. Op 4 Juni zijn we met het MAF watervlietuig uitgevlogen naar Sentani en Koiles is met zijn vrouw en dochter meegevlogen. Zijn vrouw was vijf maanden zwanger en het beleid van de GIDI is dat de vrouwen van evangelisten niet in het dorp bevallen waar ze dienen, maar in hun eigen dorp of dicht bij een ziekenhuis. De vrouw van Koiles was de vorige keer met een keizersnede bevallen dus moest ze deze keer ook onder toezicht van een arts of verpleegkundige staan. Ze hebben familie wonen in Sentani en daar konden ze onderdak vinden. Ondertussen hebben ze een baby gekregen, een jongetje. Mazelen epidemie (door Peter Jan) Voordat we in Juni naar Sentani vertrokken hoorden we via de radio dat de mazelen ten westen en ten oosten van het Korowai gebied waren uitgebroken en dat er al een paar kinderen waren overleden. Vandaar dat we kontakt hebben opgenomen met Rita Vandemaele in Tanah Merah om te vragen of de Regionale Overheid een team kon sturen om de Korowai kinderen in te enten voordat de mazelen ook daar zou uitbreken. Rita is een verpleger die via de Regionale Overheid een programma overziet dat zorgt voor de opleiding van lokale verplegers in de dorpen in het Boven Digul gebied, waar Sinimburu ook onder valt. Rita heeft wat druk uitgeoefend en de week na ons vertrek uit Sinimburu is een overheidsteam naar het Korowai gebied gevlogen om de kinderen in de verschillende dorpen in te enten tegen de mazelen. Toen ze aankwamen in Danowage hoorden we via de radio dat de mazelen in Yaniruma ook al een paar slachtoffers had gemaakt. Vanaf Danowage zijn ze de rivier afgezakt tot Yaniruma en onderweg zijn ze ook in Sinimburu geweest. In Sinimburu was echter bijna niemand aanwezig, want bijna alle mensen waren op het Lahayu clangebied omdat daar een BBC filmcrew bezig was een film te maken over de Korowai. Vandaar dat in Sinimburu maar twee kinderen zijn ingeent.
Baby met mazelen
Maaike maakt pap klaar
Omdat we al bang waren dat er van het inenten niet veel terecht zou komen, hebben we gevraagd of we de overgebleven vaccinaties mochten hebben, maar dit wilde de overheid niet 10
doen. Wel boden ze ons vitaminerijk voedsel aan en uiteindelijk zijn we met een aantal dozen babypap en biscuits terug gegaan naar Sinimburu. Op 8 Juli vlogen we van Sentani naar Wanggemalo, waar we vitamine A op konden pikken, en zijn daar door Helimission opgepikt en naar Sinimburu gependeld. Twee dagen later konstateerde Maaike de eerste mazelen infektie. Na die eerste volgden er elke dag meer kinderen die mazelen hadden. Elke middag maakte Maaike vitaminerijke pap klaar en deelde die uit aan de moeders met kinderen. De babies waren echter niet gewend om pap te eten en de moeders waren niet gewend het te geven. Het was dus erg moeilijk voor de moeders om de pap bij de kinderen naar binnen te krijgen. Daarnaast gaf Maaike alle kinderen een profilactische malariakuur zodat ze geen malaria-aanval zouden krijgen tijdens dat ze mazelen hadden, en vitamine A. De vitamine A helpt het lichaam om tegen de mazelen te vechten en voorkomt blindheid tengevolge van de mazelen. Kinderen die al mazelen hadden konden dagelijks bij Maaike komen voor paracetamol. Verder gaf Maaike hulp en advies aan de moeders van wie de kinderen niet meer wilden drinken door de pijnlijke zweertjes in hun mond. Alle kinderen waarvan de moeders trouw kwamen zijn in leven gebleven. Twee babies van moeders die in contact zijn met het dorp zijn in het bos overleden. Een meisje dat een vaccinatie gehad had is op een feest overleden. We zijn dankbaar dat wij tijdens deze medische crisis in het dorp waren en de mensen hebben mogen helpen. Mazelen heeft in Sinimburu heel wat minder slachtoffers gemaakt dan in de andere dorpen. Medische zorg (door Maaike) Detena, onze kader gezondheidswerker, is in juni en juli naar Tanah Merah geweest om zijn laatste stages te doen en zijn certificaat te ontvangen. Hij is niet voor de cursus geslaagd. Dit voornamelijk omdat hij analfabeet is en de cursus gericht was op mensen die al kunnen lezen en schrijven. Detena’s houding was wel heel goed en in de praktijk kan ik zien dat hij heel veel heeft geleerd. Hij mag volgend jaar de cursus nog een keer doen. Het afgelopen jaar heeft hij hard geoefend op lezen en schrijven en hij gaat goed vooruit. Detena heeft nu veel meer begrip van de achtergronden van medische zorg. Ik hoop dat hij mij in de toekomst wil helpen met het geven van voorlichting op allerlei gebied. Ook kan hij mij vervangen als ik in de stad ben.
Detena in het watervliegtuig
Bailo wordt geevakueerd
Tijdens de mazelen epidemie waren er ook een aantal tieners en volwassenen die de mazelen hebben gekregen. Een van hen was een moeder van twee kleine kinderen, haar naam is Bailo. Bailo heeft een paar weken ziek in haar huis in het dorp gelegen. Ze wilde niet komen om medicijnen te slikken. Haar jongste kind, een baby, is in die tijd overleden, waarschijnlijk aan
11
de mazelen. Haar man kwam ons vervolgens roepen omdat hij bang was dat zijn vrouw ook zou sterven. Ik ga meestal zelf bij patienten kijken, maar omdat ik veel rugpijn had is Peter Jan gaan kijken. Bailo hoestte, had rode ogen, was uitgedroogd en was heel mager. Ze wilde in eerste instantie wel drinken en wat pillen slikken maar de volgende dag was ze al niet erg gemotiveerd meer om dat te doen. Het was Peter Jan niet helemaal duidelijk waarom en omdat ze misschien meer onder de leden had dan mazelen heeft Peter Jan Helimission gevraagd om haar uit te vliegen zodat ze in de stad een infuus kon krijgen en er beter voor haar gezorgd kon worden. In het ziekenhuis bleek dat ze behalve de mazelen ook TBC had. Dat hadden we niet verwacht. Ze woog nog maar dertig kilo. Ze is direct begonnen met TBC medicijnen en is in de eerste maand gelijk tien kilo aangekomen. Dit is de eerste keer dat we een TBC patient hebben in Sinimburu. In Wamena was het nog wel even lastig om haar behandeling vergoed te krijgen. De Korowai hebben recht op gratis medische zorg omdat ze geen inkomen hebben. Sinimburu valt onder de Kabupaten Boven Digul met als hoofdstad Tanah Merah. In Tanah Merah is geen goede medische zorg en met Tanah Merah is er geen goede transport verbinding, daarom sturen wij patienten het liefste naar Wamena. Om voor vergoeding in aanmerking te komen moeten de patienten een bewijs hebben dat ze arm zijn. De Korowai bestaan officieel niet eens en staan nergens geregistreerd. Een bewijs van armlastigheid halen is voor hun daarom geen optie. Tot nu toe konden we in Wamena altijd wel zo’n bewijs krijgen als we de patient een brief meegaven met uitleg van onze situatie. Nu zijn de regels blijkbaar aangescherpt en lukte het maar net. Ons is te kennen gegeven dat dit de laatste keer was. We hebben aan de gezondheidsdienst in Tanah Merah gevraagd of er een brief of overeenkomst geregeld kan worden, zodat we patienten toch naar Wamena kunnen blijven sturen, maar daar hebben we nog geen antwoord op ontvangen. Bailo moet zes maanden lang iedere dag medicijnen slikken. Ze kwam daarvoor elke dag bij ons aan huis. Nu wij op verlof zijn zorgt Detena voor deze medicijnen. Toen Bailo sterker werd begon ze haar jongste zoontje mee te brengen. Het viel me op dat het zoontje zo mager was. Ook waren de lympheklieren op zijn buik opgezet. Omdat zijn moeder TBC heeft en hij deze symptomen heeft, zijn we begonnen om ook hem TBC medicijnen te geven. Moeder en kind komen trouw en we hopen dat als we straks terugkomen van verlof ze beide weer sterk en gezond zijn. Sagorupsenfeesten (door Peter Jan) Op 27 Mei was er een sagorupsenfeest in het gebied van de Mawyap clan. Tijdens mijn tocht in April was dit het feest dat men aan het voorbereiden was en waarom ik de mensen in die buurt toen niet kon bezoeken. Er waren ook mensen uit Sinimburu uitgenodigd voor het feest en ze zeiden dat ik wel mee kon, dus heb ik evangelist Koiles gevraagd of hij ook mee wilde. Daar had hij wel oren na en zo zijn we met een grote groep uit Sinimburu vertrokken naar het Mawyap gebied. Het was een lange tocht en onderweg kwamen er steeds meer mensen bij. Halverwege hebben we uitgerust en wat gegeten. De avond daarvoor had ik ’s avonds een grote vis gespeerd dus die had ik meegenomen om samen op te eten. Er werd snel een vuur gemaakt en niet lang daarna kon iedereen genieten van een stukje vis. Toen we verder trokken begonnen ze te dansen en al dansend kwamen we steeds dichter bij het feest. Nog een eind bij het feest vandaan wachtte iemand van de Mawyap clan ons op om laatste instukties te geven en hij zei dat ik niet welkom was. De Sinimburu mensen antwoordden: ‘Dan gaan wij ook terug naar Sinimburu, want dat is ons van te voren niet verteld.’ Gezamelijk zijn we dus verder gegaan tot we op het feestterrein aankwamen. Mij werd duidelijk gemaakt dat ik alleen maar op één plek mocht komen en niet bij het feesthuis in de buurt. Nadat ik wat foto’s had gemaakt en aan het filmen
12
was werd ook daarover gezegd dat ik dat niet mocht doen. Toen heb ik me maar gedeist gehouden, tenslotte was ik maar een gast en dan ook nog eentje die niet uigenodigd was. De evangelist daarentegen, omdat hij een Papoea was, kon gaan en staan waar hij wilde. Jammer dat hij de Korowai taal niet machtig was, anders had hij heel goed het evangelie door kunnen geven. Vlak bij ons bivak was een vuurtje en met behulp van Hih heb ik daar het Evangelie uitgelegd aan een paar oudere Korowai mannen die geen Indonesisch konden. We kregen ook sagorupsen aangeboden en dat was een lekkere aanvulling op de sago.
Al dansend naar het feest
Een Korowaier met een dynamo cassette-speler
De meeste mensen op het feest hadden westerse kleren aan, maar er waren ook veel mensen met traditionele kleren aan. Tegen de avond begonnen de mensen een beetje handel met elkaar te drijven. Er werden veel traditionele spullen verkocht, zoals draagnetten, pijlen, hondentandenkettingen, zelfverbouwde tabak, pijpen, grasrokken, enz, maar ook veel moderne spullen zoals kleren, hakmessen, bijlen, tabak, luchtbuksen en cassettespelers. Ik was aangenaam verrast toen ik zag dat er verschillende mensen met dynamo cassettespelers aanwezig waren en dat andere mensen daar erg in geinteresseerd waren. Dat betekende dat ze geaccepteerd en gewild waren door de meeste Korowai mensen en dat het een prachtig medium kan zijn om het Evangelie ook bij die Korowaiers te brengen die bang zijn voor mij en zelden in het dorp komen. De volgende dag zijn we al vroeg opgestaan en vertrokken, na een ontbijt van droge sago. ’s Middags kwamen we weer aan in Sinimburu. Voordat we in Juni naar Sentani vertrokken had ik, via mensen in Sinimburu, een uitnodiging gekregen om in Juli naar het sagorupsenfeest van de Awyop en Hanil clan te gaan. Ik was natuurlijk zeer vereerd en ook van plan om te gaan als we tegen die tijd in het dorp zouden zijn. Op 8 Juli kwamen we weer aan in Sinimburu en op 10 Juli zou het sagorupsenfeest zijn. Ik heb er eerst met Maaike over gepraat, want die was net terug van Singapore en moest rustig aan doen. Omdat het zover was dat ik waarschijnlijk 2 nachten van huis weg zou zijn, hebben we besloten om het maar niet te doen. Toen ik dat meldde aan de contactpersoon heb ik direkt een zakje met kado’s meegegeven voor de feestgevers, als dank voor de uitnodiging. Er zat wel meer achter dan alleen vriendelijkheid. Vanwege een probleem met aangetrouwde familie, de Bumhai, en de kans dat dat op het feest uitgevochten zou worden hadden de feestgevers bedacht dat ze dan mij maar moesten uitnodigen. Als ik naar het feest zou komen, dan zouden vechtlustige familieleden zich wel twee keer bedenken voordat ze problemen zouden gaan maken, omdat er achter mij een machtige, mysterieuze buitenwereld staat, waar men liefst geen problemen mee krijgt. Het kan ook een rol spelen dat ik al zo vaak veilig ben terugkomen van tochten en bezoeken aan feesten, waarvan men meende dat ik vermoord zou worden, dat dat een eigen leven is gaan leiden en men mij als een soort talisman wilde 13
gebruiken. Hoe het ook zij, ik voelde me toch wel vereerd dat ik een keer werd uitgenodigd in plaats van dat me werd verboden om te komen. Maaike’s gezondheid (door Maaike)
Maaike maakt Korowai prentenboeken
Picknicken
Ik heb al meer dan een jaar last van mijn rug en andere gewrichten als mijn polsen en knieen. In Mei kreeg ik pijn in mijn heup en rechterbeen en doofheid in mijn voet. Omdat reuma bij mij in de familie zit dacht ik dat mijn klachten daar wel eens door veroorzaakt konden worden. Ik heb contact opgenomen met SOS International (via onze ziektenkosten verzekering hebben wij recht op hulp van deze organisatie). SOS nam de klachten serieus en raadde mij aan om naar Singapore te gaan voor een onderzoek. Wij waren op dat moment in het dorp. We zijn als gezin uitgevlogen naar Sentani en na een paar dagen ben ik alleen doorgevlogen naar Singapore. SOS had businessclass tickets voor mij geregeld. In Singapore kon ik logeren in het gastenhuis van de SIM zending. Een collega van ons zat daar ook en ik kon bij haar op de kamer. Zij was al eens vaker in Singapore geweest en heeft me wegwijs gemaakt in de metro en in de stad. Mijn eerste doktersbezoek was aan een reumatoloog. Ze heeft een lichamelijk onderzoek gedaan, bloed afgenomen en een foto van mijn rug laten maken. Haar conclusie was: ik had geen reuma, wel stonden mijn onderste ruggewervels wat kort op elkaar aan een kant. Waarschijnlijk veroorzaakte dat de pijn. Ik kreeg wat pijnstillers mee en mocht weer naar huis. Ik was niet tevreden met deze uitslag. Ik had de afgelopen maanden heel erg veel pijn gehad, dat zou echt met een paar pijnstillers niet over gaan. Ik heb daarom in overleg met SOS een afspraak gemaakt met een osteopaat. Deze liet direct een MRI doen en daarop was duidelijk te zien dat ik een hernia in mijn onderrug had. In overleg met de arts hebben we besloten om niet direct te gaan opereren. De resterende dagen in Singapore tot mijn terugvlucht heb ik dagelijks fysiotherapie gehad, dit had positieve invloed op de pijn. Ik ben terug gegaan naar Papua en met rust en oefeningen ging het week bij week beter. Maaike’s evakuatie (door Maaike) Eind Augustus was een drukke tijd voor ons in het dorp. Omdat het goed ging met mijn rug ben ik het verzorgen van Josie weer bijna volledig zelf gaan doen. Op woensdag 3 September is Peter Jan voor een paar dagen naar Sentani gegaan. Op donderdag 4 September haalde ik tussen de middag Josie uit haar bed en daarna deed mijn rug weer heel erg zeer. Die middag ben ik gewoon doorgegaan met mijn werk, maar op vrijdagmorgen had ik zoveel pijn dat ik mijn bed niet uit kon. Peter Jan was er niet, dus de kinderen moesten voor zichzelf zorgen. 14
Liggend op bed vertelde ik ze wat ze moesten doen. Gelukkig had ik donderdags brood gebakken dus de kinderen hoefden niet te koken. Aike heeft Josie helemaal verzorgd. Zaterdagmorgen kwam Peter Jan thuis. Omdat ik ook ’s nachts niet kon slapen van de pijn hebben we besloten om mij te laten uitvliegen naar de stad. Op zondagmorgen is Guenter van Helimission gekomen, met Ben Bogle, een verpleger uit Wamena. Ben gaf mij een paar injecties tegen de pijn, ik werd op een stretcher gelegd en zo de helicopter in gedragen. Voor de mensen van het dorp was het nogal heftig om te zien dat ik zo ziek was, veel mensen kwamen nog even afscheid nemen. Ben Bogle zei later dat hij het mooi vond om te zien hoeveel de mensen van ons houden. In Wamena zijn we geland op het voetbalveld van het MAF complex. Ik werd van de helicopter zo naar mijn bed in het MAF gastenhuis gedragen. Vervolgens kwam er een stroom hulp op gang. De een bracht een bijzettafeltje, de ander thee, de derde lunch, de vierde iets om te lezen, mijn buurvrouw kwam bij me film kijken en ’s nachts bij me logeren zodat ik niet alleen was. Ben kwam elke zes uur langs om me een spuit te geven, ook middenin de nacht. Ik vond het heel mooi om mee te maken. Meestal ben ik degene die zorgt en liefde geeft, en dit keer mocht ik het ontvangen.
Evakuatie uit Sinimburu
Bij Jan en Diny Wieske in Sentani
Op Maandagmorgen ben ik met een Cessna Caravan van de MAF, weer op een brancard, naar Sentani gevlogen. In Sentani kon ik logeren in de gastenkamer van Jan en Diny Wieske. Diny verwende me met lekker hapjes en ik kreeg veel bezoek. We hadden ondertussen contact opgenomen met SOS en zij hebben besloten om mij naar Brisbane te sturen. (Dit was de dichtsbijzijnde stad met goede medische zorg waar direct plek voor mij was op dat moment.) Mijn paspoort was nog op het YBI kantoor en de overheid moest me nog een exit-reentry permit (ERP) geven, dat is een stempel waarmee ik het land uit en weer in mag op hetzelfde visum. Omdat mijn visum nog maar een maand geldig was kon ik geen ERP krijgen. Op Woensdag ben ik met een vliegende ambulance van SOS van Sentani naar Brisbane gevlogen. Ik lag op de brancard, er was een verpleger en een dokter aan boord en verder twee piloten. Op het moment dat ik vertrok was ik mijn Indonesische visum dus kwijt. In Brisbane aangekomen ben ik met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Na ingecheckt te zijn werd ik naar mijn kamer gebracht. De volgende dag ontmoette ik de dokter. Hij liet een nieuwe MRI maken en daaruit bleek dat de hernia een stuk groter geworden was. Vandaar ook dat ik dit keer veel meer pijn had. Ook had ik geen duwkracht in mijn rechtervoet meer. De dokter gaf aan dat hij daarom wou opereren, zodat ik de macht over mijn voet weer terug zou krijgen. Maandag de 14e zou ik
15
geopereerd worden. In de tussentijd kwam er een stroom bezoek op gang. Wycliffe mensen wonen over de hele wereld, en zogauw bekend was dat ik in Brisbane in het ziekenhuis lag kwamen alle Wycliffers uit die buurt bij mij op bezoek. Er woont ook een Nederlands Wycliffe gezin in Brisbane, David en Marijke Bosma, Marijke bood aan dit ik na de operatie bij haar mocht logeren om aan te sterken. De operatie is goed verlopen. De dokter heeft wat hij noemt een ‘sleutelgat’ operatie gedaan. Met een kleine snee en preciesie apparatuur heeft hij het spul wat uit de schijf was gekomen en op de zenuw drukte weggehaald. Toen ik wakker werd merkte ik gelijk het verschil. De pijn was bijna helemaal weg. Na de operatie moest ik eerst nog wachten op toestemming van de dokter om te mogen vertrekken. Vervolgens kon SOS mijn tickets gaan bestellen, en daarna kon ik pas beginnen met het aanvragen van een nieuw visum voor Indonesie. Al met al heb ik na de operatie nog drie weken in Brisbane gewoond. Dit waren weken waarin ik lekker tot rust kon komen en waarin mijn rug alle tijd kreeg om rustig te herstellen. Ik ben ook nog naar de fysiotherapeut geweest en heb oefeningen meegekregen om hier in Papua te doen. 3 Oktober ben ik weer thuisgekomen bij Peter Jan en de kinderen. Een leuke verrassing waren de kaarten en kruidenmixen die verschillende gemeenteleden mij hebben toegestuurd. Ik loop nog mank en volgens de dokter blijft dat nog wel een aantal maanden zo, maar als het goed is krijg ik 80% van de kracht in mijn been weer terug. Ook vertelde de dokter dat de rest van mijn ruggegraat er prima uitziet en dat ik me dus geen zorgen hoef te maken voor herhaling in de toekomst. Mits ik natuurlijk goed op mijn rug pas. Iets wat ik zeker van plan ben om te doen. Vertalen van Bijbelverhalen (door Peter Jan)
Peter Jan en Fina overleggen
Fina vertelt en Peter Jan neemt op
Van 7 Juli tot 13 Augustus hebben Fina en ik de ‘Good News’ en de ‘Look, Listen, Live’ Bijbelse platenboeken vertaald. Het ‘Good News’ boek is een platenboek met 40 platen; de eerste 20 gaan door de heilsgeschiedenis heen en de laatste 20 gaan over de basis van het Christelijke leven. De ‘Look, Listen, Live’ (LLL) is een 8 delige serie van platenboeken die de heilsgeschiedenis in meer detail behandelt, van de Schepping tot en met Paulus in Rome. Als jullie meer over deze boeken willen weten, kijk dan op: www.globalrecordings.net Elke ochtend of middag ging ik met Fina naar het afgelegen kerkgebouwtje met een platenboek, de Engelse tekst die erbij hoorde, de Indonesiche tekst die erbij hoorde en een Bijbel, voor als er iets gecontroleerd of aangepast moest worden. Ik vertelde per plaat het Bijbelverhaal in het Indonesisch en Korowai, daarna praten we over de sleutelwoorden die daarin voorkwamen en de lijn van het verhaal en daarna vertelde Fina
16
het hele verhaal weer in het Korowai terwijl ik het opnam. Meestal vertelde hij het verhaal een aantal keer, omdat hij onderdelen vergeten was of sommige delen niet helemaal goed begrepen had. In Mei had ik hier al op geoefend, met Detena, Darius en Kornelis. Ik heb toen proefopnamen gemaakt van de eerste 20 platen van het ‘Good News’ platenboek. Het bleek toen voor de jongens nog best wel lastig te zijn om het verhaal goed en compleet na te vertellen. Ik kreeg dan ook direkt oefening in het opnemen van de teksten en het bewerken van de teksten op de computer. Het bleek toen ook dat niet iedereen een goede spreker is en dat niet iedereen geschikt is voor het maken van dit soort opnames. Toen ik de opnames klaar had heb ik ze laten horen aan een persoon die de verhalen nog niet zo vaak gehoord had en zijn begrip bleek prima te zijn. Tijd dus voor officiele opnames. Ik heb toen kontakt opgenomen met Global Recordings in Bandung en die zouden in Augustus een opnamespecialist sturen, Titik Gideon. Tot de komst van Titik had ik de tijd om de teksten goed voor te bereiden. Nadat Fina weer terug in het dorp was heb ik gevraagd of hij mij wilde helpen. In Sinimburu is hij als eerste tot geloof gekomen, hij heeft een scherpe geest en hij kan goed en met charisma spreken. Dat hij een goede keus was bleek al gauw tijdens het vertalen en opnemen. Hij gaf er blijk van de dingen al goed op een rijtje en doordacht te hebben en kon de keuzes voor bepaalde sleutelwoorden goed beargumenteren. Het weer zat ons niet altijd mee, zodat we een aantal dagen niet konden opnemen vanwege de regen. In Sinimburu zijn de maanden Juni, Juli en Augustus de maanden met laaghangende bewolking, regen en veel modder. Een soort van winter Op die dagen had ik tijd om de opgenomen teksten te bewerken en klaar te maken voor de officiele opnames. In het begin was Fina niet vol enthousiast, maar na een week of wat begon hij er meer lol in te krijgen. Ik denk dat dat vooral kwam doordat hij zoveel nieuws leerde. Niet alleen door de verhalen zelf maar ook door het doorpraten daarover en de toepassing op het dagelijkse leven. Het is voor ons een tijd van verbroedering geweest. En dat was ook wel nodig, want Fina was heel lang uit Sinimburu weggeweest en had allerlei praatjes over ons gehoord die hij niet kon weerleggen, al twijfelde hij waarschijnlijk aan de waarheid ervan. (zie kwartaalverslag 25, Strubbelingen in het dorp). Naast al het werk dat we in deze weken verzet hebben is het vooral dat onderdeel geweest waar ik dankbaar op terugkijk, dat ik de tijd had om Fina te helpen geestelijk te groeien. Opnames van Bijbelverhalen (door Peter Jan)
Titik en Peter Jan tijdens de opnames
Habel doet zijn best
17
Op dinsdag 18 Augustus arriveerde Titik Gideon met het MAF watervliegtuig. Hij was gekomen om mij te helpen de ‘Good News’ en de ‘Look, Listen, Live’ platenboeken op te nemen in het Korowai. Toen hij aankwam bleek dat hij maar een deel van zijn bagage mee had kunnen nemen en hij had een aantal belangrijke dingen in Sentani achtergelaten, zoals een extra batterij voor zijn opnameapparaat. Gelukkig had ik nog een paar kleine accu’s staan met een zonnepaneeltje en een omvormer en die hebben we in het kerkgebouwtje geinstalleerd. Ook had ik via de radio twee Korowaiers uit Yaniruma uitgenodigd om te helpen met het maken van de opnames, Fenelun Molonggai en Habel Haweh. Fenelun is vroeger nog de taalhulp geweest van Ds. Gerrit van Enk, hij staat goed bekend in het Korowai gebied en hij kan goed spreken. Habel is altijd een vriend van ons geweest en staat ook goed bekend. Ik wilde ook graag Sapuru Sendeh uitnodigen, die vroeger in Yaniruma mijn taalhulp is geweest en een zeer boeiende spreker is, maar hij is een man met veel problemen, ook binnen zijn eigen kultuur. Daarom heb ik er maar van afgezien. Fina was naar Yaniruma gegaan in verband met de festiviteiten rond de Indonesische Bevrijdingsdag (17 Augustus) en had beloofd om Fenelun en Habel mee terug naar Sinimburu te nemen. Op dinsdagmiddag arriveerden alleen Fina en Habel. Fenelun kon niet komen omdat één van zijn kinderen ziek was. Of hij misschien later nog zou komen was niet duidelijk. Uiteindelijk is hij niet op komen dagen. De volgende dag zijn we begonnen met de eerste opnames en zo hebben we twee weken lang heel hard doorgewerkt om alle opnames af te krijgen voordat Titik weer weg moest.
Peter Jan en Fina tijdens de opnames
Een muziekgroepje speelt Korowai liederen
We hebben de volgende strategie gebruikt. Samen met Fina had ik met mijn eigen recorder al opnames gemaakt en bewerkt zodat ik bij elke plaat een gesproken Korowai tekst had met de juiste inhoud. Deze opnames heb ik in MP3 formaat opgeslagen en werden door Titik op een Saber gezet. De Saber is een MP3 speler met een dynamo. Deze kun je met zwengelen aan de praat houden. Deze Saber speler, met de juiste tekst en het juiste boekje, gaf ik een dag van te voren aan Habel of Fina om voor te bereiden. Dat zorgde in de huizen voor heel wat gesprekken, want iedereen kwam luisteren en had er zijn mening over. Over het algemeen waren de reakties positief of afwachtend. De dag daarna gingen we plaat voor plaat door het bewuste boek waarbij we weer de opgenomen tekst lieten horen. Ik vertelde daarna nog even welke sleutelwoorden er anders moesten dan in de beluisterde opname en dan gingen ze het hele verhaal opnieuw vertellen voor de microfoon. Meestal moest dat wel twee of drie keer gedaan worden, soms meer. Eén keer zelfs wel tien keer. Titik zorgde ondertussen voor de juiste opzet van de microfoon en voor de kwaliteit van de opnames. Omdat Habel, Fina en ik over het algemeen in het Korowai praten en omdat alle opnames ook in het Korowai waren, moet het voor Titik nu en dan erg
18
saai geweest zijn. In de pauze en tijdens de lunch hadden we met elkaar vaak lange gesprekken over de teksten die we hadden opgenomen of over wat er gaande was in het Korowai gebied. Ze hebben ook veel geleerd van Titik. Over het algemeen denken de Korowai bij gladharige Indonesiers alleen maar aan de handelaren die het gebied binnenkomen en hen regelmatig afzetten, dus het was voor hen een eyeopener om met een gladharige Indonesier te praten die Christen was en heel anders dacht en sprak dan ze gewend waren. Elke dag, om een uur of vier stopten we en dan gingen Titik en ik direkt aan de slag met het downloaden en bewerken van de data. Ik ging de opnames door, koos de beste eruit en vulde die soms hier en daar aan met andere opgenomen teksten. Als ik dan een platenboek klaar had gaf ik het hele bestand aan Titik, die alles nog eens doorging om het technisch mooi te maken en alles goed in elkaar te laten overvloeien. Voor de overgangen tussen de platen heeft Fina op een mondharpje gespeeld, het enige traditionele instrument van de Korowai. Tijdens de opnamen moedigde ik Habel en Fina aan om liederen te maken en Habel heeft uiteindelijk twee liederen gecomponeerd op traditionele Korowai melodie, gezongen zonder instrument. Het eerste lied hebben we aan het begin van elk boek gezet en heeft als inhoud: “Mijn vrienden, we moeten naar dit verhaal luisteren, dit is de waarheid, dit is Gods verhaal.” Het tweede lied hebben we aan het einde van de ‘Good News’ opnames gezet en is een hele korte geloofsbelijdenis: “God had alles mooi gemaakt maar onze voorouders hebben gezondigd en alles is mis gegaan. Toen kwam Jezus en nu is alles weer goed.” Habel had het graag langer gemaakt maar had de tijd er niet voor om dat te doen. Dat kunnen we altijd nog bij een volgende uitgave van de cassette doen. Verder heeft Detena, met een paar andere jonge mannen, verschillende Korowai liederen gecomponeerd en gespeeld op de gitaar en de ukelele. Dat heeft ze een paar dagen gekost en de teksten zijn erg kort, maar het klinkt prima. Deze liederen hebben we aan het einde van de opnames van de ‘Look, Listen, Live’ boekenserie gezet. We hopen dat deze liederen de mensen zullen stimuleren om hun eigen taal meer te waarderen en meer van zulke liederen te componeren.
Titik achter de computer in Sinimburu
Habel, Titik en Fina met mp3 speler en boekjes
Op 2 September zou de helikopter komen om Titik op te halen en we hebben lange dagen gemaakt om alles af te krijgen voor die tijd. Op de dag dat de helikopter zou komen heeft Titik nog de laatste hand gelegd aan een viertal opnames. Ik heb Habel een Saber meegegeven met deze vier opnames en de bijbehorende boekjes, zodat hij deze direkt zou kunnen laten zien en horen in Yaniruma. De piloot had wel tijd voor ons dus heeft hij Habel afgezet in Yaniruma. Zelf ben ik ook met Titik meegevlogen naar Sentani om de opgenomen teksten
19
over te zetten op cassette. Van te voren had ik contact opgenomen met iemand op het SIL kantoor en die heeft geholpen om de juiste apparatuur te krijgen om de opnames te maken. In het gastenkamertje van Jan en Diny Wieske hebben we de apparatuur opgezet en zo hebben we op donderdag de éne na de andere cassette opgenomen. De cassettes die al klaar waren hebben we overgenomen met een snelle kopieermachine. Tegen een uur of twee ’s nachts hadden we alles opgenomen en moesten er alleen nog een aantal vermenigvuldigd worden. Op vrijdag ging Titik weg en ben ik nog de hele dag bezig geweest met het kopieren van cassettes. Op vrijdagochtend hoorde ik dat het weer helemaal mis was met Maaike’s rug en op zaterdagochtend ben ik met het watervliegtuig weer teruggevlogen naar Sinimburu. Het water in de rivier was heel laag, maar nog net diep genoeg voor het watervliegtuig. Voordat we een paar dagen later naar Sentani gingen heb ik de cassettes en de boekjes allemaal geordend en aan Fina gegeven om te verkopen. Er waren al een paar mensen die er naar hadden gevraagd. Het was een mooie gebeurtenis om mee af te sluiten voor ons verlof. Opnames Bijbelverhalen Papoea Indonesisch (door Peter Jan) Op het moment dat we gingen voorbereiden om Evangelie opnames te maken in het Korowai ben ik direkt gaan onderzoeken wat de mogelijkheden waren om opnames te maken in het Papoea Indonesisch. Het Papoea Indonesisch is een vorm van het Indonesisch dat afgeleid is van het officiele Indonesisch. Er zijn echter veel verschillen, vooral in de vorm van de woorden en in de struktuur. Waar het officiele Indonesisch voor en achtervoegsels gebruikt doet het Papoea Indonesisch dat meestal niet. Er komen ook allerlei constructies in voor die in het officiele Indonesisch niet voorkomen. Verder hebben veel woorden in het Papoea Indonesisch een iets andere (soms ook wel heel andere) betekenis. Omdat de meeste Papoea’s tegenwoordig opgroeien met een vorm van Papoea Indonesisch en maar weinig Papoea’s het offciele Indonesisch echt machtig zijn, zijn Evangelie opnames in het Papoea Indonesisch een prachtig middel om veel Papoea’s te bereiken, vooral in gebieden waar nog geen materialen beschikbaar zijn in de stamtaal.
Het verhaal over Daniel
Een dynamo cassettespeler in gebruik
In Sentani werkt een team van vertalers aan een Bijbelvertaling in het Papoea Indonesisch. Deze Bijbelvertaling is bedoeld voor Papoea’s die de Bijbel willen vertalen in hun eigen taal. Vanuit een Papoea Indonesische vertaling kunnen ze veel makkelijker vertalen dan vanuit de Bijbel in het officiele Indonesisch. Bij dit team heb ik gevraagd om hulp en ze waren bereid om de Indonesische teksten van Gospel Recordings in het Papoea Indonesisch te vertalen. Terwijl ik in Sinimburu bezig was met het voorbereiden van de Korowai opnames, werkte dit team in Sentani aan een Papoea Indonesische vertaling. De materialen die vertaald waren 20
stuurden ze dan via de email naar mij op en ik ging de teksten dan nog een keer door om te controleren op fouten en onjuistheden terwijl ik hier en daar woorden en zinnen veranderde of aanpaste. Deze gecontroleerde versie stuurde ik dan weer terug naar Sentani. In de tussentijd moesten er ook sprekers gevonden worden die bereid waren om de teksten voor te lezen, zodat die opgenomen konden worden door Titik Gideon van Gospel Recordings. Hiervoor heb ik contact gezocht met YBI, onze visa sponsor. Het duurde even voordat ze door hadden waar het allemaal over ging, maar toen waren ze ook bereid om te helpen. Van 10 tot 17 Augustus was Titik Gideon in Abepura, waar hij verschillende sprekers getest heeft en uiteindelijk de 8 boeken van de LLL serie (zie hierboven: Vertalen van Bijbelverhalen) heeft opgenomen. De eerste dagen dat hij in Sinimburu was is hij nog bezig geweest deze opnames te bewerken. Terug in Sentani, op 3 September, heeft hij ook de tekst van de ‘Good News’ in het Papoea Indonesisch opgenomen. Omdat Jan en Diny Wieske naar het binnenland gingen wilde ik ze graag een voorbeeld van deze opnames meegeven om te testen of de mensen deze opnames goed kunnen verstaan. Ik had echter de bewerkte versie nog niet ontvangen van Titik. Vandaar dat ik hem gemaild heb en via de mail heeft hij mij eerst een deel van de ‘Good News’ toegestuurd. De eerste 15 platen daarvan heb ik op cassette gezet en meegegeven aan Jan en Diny. Ik ben benieuwd wat hun ervaringen zijn. Als het goed ontvangen wordt kunnen we helpen om deze opnames beschikbaar te stellen binnen het gebied van de GGRI.
Sinimburu vanuit de lucht
Yaniruma vanuit de lucht
Gods zegen toegewenst, Peter Jan en Maaike de Vries
21