Kwantitatieve monitoring van het programma duale trajecten en EVCtrajecten projectdirectie Leren en Werken Resultaten van de vierde peiling programma 2008-2009 (31 december 2009)
Colofon
Titel
Kwantitatieve monitoring van het programma duale trajecten en EVC-trajecten
Auteurs Versie Datum Projectnummer
projectdirectie Leren en Werken Sandra van den Dungen en Anneke Westerhuis 1.0 April 2010 30014.03
Ecbo ’s-Hertogenbosch
Ecbo Amsterdam
Postbus 1585
Postbus 94208
5200 BP ’s-Hertogenbosch
1090 GE Amsterdam
T 073 687 25 00
T 020 525 12 45
F 073 612 34 25
F 020 525 13 00
www.ecbo.nl
www.ecbo.nl
© ecbo 2010 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave Vooraf
...................................................................................................................6
1 Respons ...............................................................................................................8 2 De stand in de ambities.....................................................................................10 3 Volledigheid van gegevens................................................................................14 4 Kenmerken van trajecten en deelnemers .........................................................16 4.1 Trajectgegevens .......................................................................................... 16 4.2
Deelnemersgegevens ................................................................................... 23
5 Conclusies .........................................................................................................31 Bijlage I: Verantwoording aantallen per account, per aangeleverd bestand........33 Bijlage II: Criteria voor duale trajecten ................................................................37
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
3
4
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
5
Vooraf Met het programma ‘duale trajecten en EVC-trajecten’ wil de projectdirectie Leren en Werken de ontwikkeling stimuleren van duurzame regionale en sectorale samenwerkingsverbanden voor leven lang leren (van werkenden en werkzoekenden). Op dit thema moet een sprong voorwaarts gemaakt worden op strategisch en operationeel niveau. Op strategisch niveau is ingezet op het creëren van duurzame voorzieningen. In samenwerkingsovereenkomsten spreken partijen uit om bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het bevorderen van leven lang leren te nemen. Op operationeel niveau gaat het om commitment van samenwerkende uitvoerende partijen om eigen ambities in de uitvoering van EVC- en duale trajecten te realiseren. De monitoring van het programma ‘duale trajecten en EVC-trajecten’ bestaat uit een kwantitatieve en een kwalitatieve monitor. Dit rapport beschrijft de kwantitatieve monitoropbrengsten van de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken 2007’1. Met 47 samenwerkingsverbanden (37 regionaal, 9 sectoraal en 1 landelijk) zijn afspraken gemaakt over de realisatie van in totaal ruim 40.000 leerwerktrajecten (duale trajecten en trajecten die leiden tot een Ervaringscertificaat) voor werkenden en werkzoekenden, per 31 december 2009. De samenwerkende partijen van ieder samenwerkingsverband hebben een intentieverklaring ondertekend waarin de ambities en doelen van de samenwerking zijn omschreven2. De startdatum van deze 47 projecten varieert, afhankelijk van het moment van indienen van de subsidieaanvraag bij het Agentschap NL (voorheen SenterNovem). Dit was mogelijk vanaf 17 maart 2007. Alle projecten zijn uiterlijk op 31 december 2009 afgerond. Er zijn gedurende de looptijd van het programma vier peilingen uitgevoerd: · 1 juni 2008 · 31 december 2008 · 1 juni 2009 · 31 december 2009. Dit is het verslag van de vierde en tevens laatste peiling (31 december 2009). Projecten hebben bij aanvang van de monitoring een toelichting ontvangen over de registratie van trajecten, met een bijbehorend format. Projecten moesten binnen twee weken na de peildata de gegevens aanleveren. In de praktijk bleek dit voor veel projecten lastig. Veelal was dit gelegen in het feit dat men afhankelijk was van aanlevering door derden. Na het ontvangen van de gevraagde gegevens zijn deze meerdere malen gecheckt. Projecten zijn gedetailleerd op de hoogte gesteld van eventuele ontbrekende gegevens en/of foutieve invulling van de registratiecategorieën en verzocht om dit alsnog juist aan te leveren. Door deze aanpak heeft het verzamelen en verwerken van de gegevens relatief veel tijd en energie gekost. Op 7 februari 2009 is de vervolgregeling ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid 1
Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 maart 2007, nr. PLW/2007/7025. Eén project, namelijk Gooi & Vechtstreek (07052), heeft geen kwantitatieve ambitie geformuleerd. Dit project heeft alleen subsidie ontvangen voor het opzetten van een leerwerkloket, maar de resultaten worden wel meegeteld in de monitoring. 2
6
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
bedreigden’ van kracht geworden, gericht op het realiseren van in totaal 50.000 leerwerktrajecten voor werkende jongeren zonder startkwalificatie en voor werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden3. In juli 2009 is aan 28 projecten subsidie toegekend. Deze projecten hebben een looptijd tot 31 december 2010. De voortgang in deze projecten wordt gemonitord in 2010 en maakt geen deel uit van deze rapportage.
3
Deze regeling is een vervolg op de regeling van 2007; PLW/2009/961.
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
7
1
Respons In totaal zijn 1.785 trajecten van de 59.282 aangeleverde trajecten niet meegeteld4 (3%; 2008: 6%). Trajecten zijn niet meegeteld om meerdere redenen: · Conform de monitorprocedure zijn alleen trajecten geteld waarvan de opleiding, het soort traject en de startdatum geregistreerd zijn, alsook de geboortedatum en het geslacht van de trajectdeelnemers. Door deze eis vallen 714 trajecten af (van de 59.282 aangeleverde trajecten: 1,2%; december 2008: 3,8%). · Ook zijn ruim 500 trajecten dubbel aangeleverd (538 trajecten; 0,9%). · Daarnaast vallen 467 trajecten (0,8%) af omdat de startdatum niet correct is: 6 trajecten (0%) vallen af omdat ze ná de peildatum van 31 december 2009 zijn gestart, 328 trajecten (0,6%) vallen of omdat de startdatum gelijk is aan de einddatum of omdat de startdatum na de einddatum valt en 133 trajecten (0,2%) vallen af omdat zij vóór de officiële startdatum zijn gestart, ook als we rekening houden met het feit dat de startdatum per account varieert. Zo hebben 16 accounts een startdatum vóór 1 januari 2008. · Tot slot zijn 66 trajecten (0,1%) niet meegeteld omdat deze geen CREBO/CROHOkwalificatie of erkende brancheopleiding5 als referentie hadden.
4
Zie bijlage I waar deze aantallen per aangeleverd bestand staan vermeld. Alle projecten die geen duidelijke CREBO/CROHO-titels of –nummers hebben aangeleverd of waar niet af te leiden is of trajecten door een branche als extra kwalificatie voor de arbeidsmarkt worden erkend, zijn hierop gewezen bij deze peiling, maar dat heeft niet altijd tot bijstelling van de gegevens geleid. Waar mogelijk hebben de onderzoekers zelf de referenties opgezocht. 5
8
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
9
2
De stand in de ambities Tabel 1: Stand per 31 december 2009 Leren & Werken: gestarte trajecten 2008-2009 Nr.
Account
Duale trajecten EVC-trajecten Ambitie Stand Procent Ambitie Stand Procent
7001 Arnhem-Nijmegen6
600
7003 Agrarische Arbeidsvoorziening ZH
300
52
7004 Alles voor Groene Arbeid
300
220
7005 KC Handel
400
410
7007 Friesland
300
449
7008 Noordoost Overijssel
225
460
7009 West-Brabant (Breda)
200
438
7010 Soweco
370
413
7012 Gelderse Vallei/Ede
200
191
7013 Achterhoek
500
1.353
7014 Eindhoven
350
762
7016 Deventer
400
31
7017 Flevoland
380
1.560
7018 Noord Veluwe
400
547
7019 RijnGouwe
395
657
7020 Amsterdam
1.455
1.000
1.276
7022 Utrecht
655
1.692
7023 Drenthe
500
549
7024 Amersfoort/Eemland7
400
843
7025 Levensmiddelen
650
816
7026 Zeeland
250
1.097
7027 HBA
685
1.643
7028 Den Haag
1.000
1.959
7029 In Bedrijf
1.500
1.360
7030 Rotterdam
1.200
1.223
7031 Bouw
300
1.655
7032 Noord Holland Noord
225
568
7033 Rivierenland
550
891
7034 STOOF
600
728
7035 Helmond
700
5.414
7036 Groningen
500
1.234
7037 Tilburg
500
582
7039 Noordoost Brabant
800
1.519
7040 Zuid-Limburg
1.200
3.240
7041 Zwolle
500
831
7042 Carrosserie
600
1.694
7043 Den Bosch
650
944
7044 Noord Limburg/Venlo
200
448
242,5 17,3 73,3
600
358
300
2
300
271
102,5 149,7 204,4
300
315
300
135
200
14
219,0 111,6 95,5
500
433
370
413
200
301
270,6 217,7 7,8
500
74
1.000
1.044
200
2
410,5 136,8 166,3
200
226
300
155
236
264
127,6 258,3 109,8
500
4
205
140
300
447
210,8 125,5 438,8
200
37
500
202
250
325
239,9 195,9 90,7
625
352
745
284
101,9 551,7 252,4
900
211
400
793
200
266
162,0 121,3 773,4
575
276
300
224
300
174
246,8 116,4 189,9
500
501
235
198
200
155
270,0 166,2 282,3
1000
107
500
590
1000
679
145,2 224,0
250
195
200
61
59,7 0,7 90,3 105,0 45,0 7,0 86,6 111,6 150,5 14,8 104,4 1,0 113,0 51,7 111,9 0,8 68,3 149,0 18,5 40,4 130,0 56,3 38,1 23,4 198,3 133,0 48,0 74,7 58,0 100,2 84,3 77,5 10,7 118,0 67,9 78,0 30,5
6
Het project Arnhem-Nijmegen heeft in de tussentijd (van augustus 2008 tot februari 2009) nog 275 extra duale trajecten gerealiseerd. 7 Door een administratieve vergissing zijn door het project Amersfoort/Eemland 48 EVC-trajecten te laat aangeleverd. Deze zijn niet opgenomen in de eindtelling. 10
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Nr.
Account
Duale trajecten EVC-trajecten Ambitie Stand Procent Ambitie Stand Procent
7045 Zutphen/Apeldoorn
400
202
7046 Haarlem
250
275
7047 Haarlemmermeer
250
150
7048 Twente
550
2.074
7049 Dordrecht
600
1.179
7050 IJmond
200
270
7051 Oost Groningen
350
325
7052 Gooi & Vechtstreek 7053 Zoetermeer Totaal
50,5 110,0
200
5
200
169
60,0 377,1 196,5
200
52
500
406
300
272
135,0 92,9
200
283
350
88
42
26,0 81,2 90,7 141,5 25,1
5
263
87,8
23.385 45.984
196,6
300
2,5 84,5
5
2,5
17.541 11.513
65,6
200
Op de einddatum 31 december 2009 is van de totale duale ambitie van 23.385 trajecten bijna 200% (197%) gehaald (zie tabel 1). Per account lopen de percentages uiteen van 7,8% tot 773,4%8. Er zijn 37 accounts die boven de 100% uitkomen (2008: 20 accounts). Vergeleken met de decembertelling van 2008, zijn in deze eindtelling bijna tweemaal zo veel duale trajecten gerealiseerd (2009: 45.984 en 2008: 23.821). Van de ambitie voor de EVC-trajecten, 17.541 trajecten, is per 31 december 2009 (afgerond) 66% gehaald. 13 accounts hebben de eigen (EVC-) ambitie op de einddatum gehaald. Vergeleken met de decembertelling van 2008, zijn in deze eindtelling meer trajecten gerealiseerd (2009: 11.513 en 2008: 6.044). Daar waar in 2008 1 account zijn of haar EVCambitie heeft gehaald, hebben nu 13 accounts de eigen EVC-ambitie gehaald. Het is niet zo dat accounts die ‘hoog’ scoren op de duale trajecten ook ‘hoog’ scoren op de EVC-trajecten. Van de 37 accounts die duaal een percentage van meer dan 100 hebben, scoren 12 bovengemiddeld op de EVC-trajecten. Andersom, van de 13 accounts die bovengemiddeld op de EVC-trajecten scoren, hebben 12 accounts een duale score boven de 100%9. De vraag is wat succesfactoren zijn die deelname aan EVC bevorderen. Om deze vraag te beantwoorden heeft de projectdirectie Leren en Werken opdracht voor nader onderzoek verstrekt. De resultaten van dat onderzoek zijn tegen de zomer van 2010 bekend. De meeste accounts (33) hebben op de laatste peildatum nieuwe trajecten aangeleverd. 14 van de 47 projecten hebben op de laatste peildatum geen nieuwe trajecten aangeleverd omdat deze projecten al (ruim) vóór de laatste peildatum waren afgerond10. De conclusie is dat, vergeleken met de decembertelling van 2008, in de eindtelling het aantal gerealiseerde trajecten nagenoeg verdubbeld is. Desondanks is, ook met de verlenging van de projecttijd, een 100% realisatie van de EVC-ambitie niet gehaald. In de realisatiecijfers van de EVC-trajecten valt de grote spreiding op; naast betrekkelijk veel accounts (13 van de 45) die hun EVC-ambitie (ruim) hebben gehaald, staan ook een betrekkelijk groot aantal (6) dat onder de 10% resultaat is gebleven. De verschillen tussen de accounts zijn dus groot. 8 9
Een aantal van de accounts met een hoog percentage, had een startdatum vóór 1 januari 2008. De correlatie tussen duaal percentage en EVC percentage is 0,29.
10
Zie bijlage I: Verantwoording aantallen per account, per aangeleverd bestand. De accounts Arnhem-Nijmegen, KC Handel, Noordoost Overijssel, Achterhoek, Deventer, Flevoland, Utrecht, Bouw, Rivierenland, Zwolle, Den Bosch, Zutphen/Apeldoorn, Haarlem en Zoetermeer hebben bij de eindtelling van 31 december 2009 geen nieuwe trajecten aangeleverd. Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
11
In de kwalitatieve monitor is, op basis van gesprekken met betrokkenen bij de accounts, geconcludeerd dat een directe relatie tussen inspanningen en resultaten niet te leggen is. Dit geldt voor de hoge score op de duale trajecten die niet altijd in aparte bestanden in schoolregistraties zijn opgeslagen, waardoor de kans aanwezig is dat alle trajecten met deelnemers aan duale trajecten boven een bepaalde leeftijdsgrens zijn ingeleverd. Het geldt ook voor de lage EVC-score. De kwalitatieve monitor concludeert dat het achterblijven van de aantallen te verklaren is door het ontbreken van voldoende en effectieve sturing in de samenwerkingsverbanden. Kennelijk waren de lage realisaties ook geen aanleiding deze sturing te verbeteren.
12
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
13
3
Volledigheid van gegevens Alleen trajecten waarvan gegevens over de opleiding, het soort traject, de startdatum, geboortedatum en het geslacht van de persoon bekend zijn, zijn geteld. Naast deze 5 gegevens worden echter nog 6 andere gegevens van elk traject gevraagd: BRIN/instelling, niveau11, uniek nummer, arbeidsstatus, einddatum en eindstatus. Met name van recent gestarte trajecten zijn de gegevens over de afronding van een traject (nog) niet bekend; die gegevens zijn dan ook niet in het totaal aantal ‘missings’ opgenomen. In totaal ontbreekt slechts 2,8% (2008: 4,1%) van de gegevens (zie tabel 2a). Het meest ontbreekt het uniek nummer (6,2%), gevolgd door de arbeidsstatus (3,3%) (zie tabel 2b). Bijna de helft van alle projecten (21 van de 47 accounts) heeft naast de 5 ‘verplichte’ gegevens, ook de ‘BRIN/instelling’, het ‘niveau’, ‘uniek nummer’ en de ‘arbeidsstatus’ van hun trajecten aangeleverd. Slechts 2 projecten (Haarlemmermeer en West-Brabant/ Breda) hebben álle gegevens geleverd. Tabel 2a: Percentage ‘missings’ in de getelde trajecten per account Nr
Account
7001
Arnhem-Nijmegen
7003
Agrarische arbeidsvoorziening ZH
7004
Alles voor Groene Arbeid
7005
KC Handel
7007
Friesland
7008
Noordoost Overijssel
7009
West-Brabant (Breda)
7010
Soweco
7012
Gelderse Vallei/Ede
7013
Achterhoek
7014
Eindhoven
7016
Deventer
7017
Flevoland
7018
Noord Veluwe
7019
RijnGouwe
7020
Amsterdam
7022
Utrecht
7023
Drenthe
7024
Amersfoort/Eemland
7025
Levensmiddelen
7026
Zeeland
7027
HBA
7028
Den Haag
7029
In bedrijf
11
Procent
Nr
Account
0,1 0,0 13,0
7030
Rotterdam
7031
Bouw
7032
Noord Holland Noord
1,2 8,0 1,2
7033
Rivierenland
7034
STOOF
7035
Helmond
0,0 0,0 16,2
7036
Groningen
7037
Tilburg
7039
Noordoost Brabant
0,0 0,0 0,0
7040
Zuid-Limburg
7041
Zwolle
7042
Carrosserie
0,0 0,0 0,3
7043
Den Bosch
7044
Noord Limburg/Venlo
7045
Zutphen/Apeldoorn
0,0 0,0 0,8
7046
Haarlem
7047
Haarlemmermeer
7048
Twente
33,3 2,8 6,3
7049
Dordrecht
7050
IJmond
7051
Oost Groningen
4,6 0,0 0,0
7052
Gooi & Vechtstreek
7053
Zoetermeer
Procent
Totaal
6,9 0,0 3,6 1,3 0,4 0,0 23,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 4,4 2,4 2,0 25,0 16,5 25,0 2,8
Als niveau niet is ingevuld, doch wel het CREBO-nummer, is het niveau door de onderzoekers toegevoegd.
14
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Tabel 2b: Percentage ‘missings’ per categorie
Procent BRIN/instelling
0,9
Niveau Arbeidsstatus
0,9 6,2 3,3
Totaal
2,8
Uniek nummer
Uit de verantwoording van de gegevens over de aangeleverde (duale en EVC-) trajecten in hoofdstuk 1 is duidelijk geworden dat in deze peiling minder trajecten buiten beschouwing zijn gebleven vanwege onvolledigheid van de gegevens of omdat de trajecten niet aan de criteria van de regeling voldeden. Ook de kwaliteit van de gegevens over de in deze rapportage verwerkte trajecten is vooruit gegaan. In totaal ontbreekt nu slechts 2,8% van alle gegevens, terwijl het percentage in december 2008 op 4,1% stond.
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
15
4
Kenmerken van trajecten en deelnemers Aan de hand van het format waarin de gegevens per traject worden beschreven, komen de volgende trajectgegevens in beeld: · Soort traject: duaal of EVC. · Instelling waar het traject wordt uitgevoerd: BRIN-nummer of naam van de instelling als BRIN-nummer niet van toepassing is. · Soort opleiding: CREBO- of CROHO-nummer of naam van de opleiding als CREBO- of CROHO-nummer niet van toepassing is. · Niveau van het traject: onderscheiden worden de vier mbo-niveaus en het hbo-niveau (‘niveau 5’). · De startdatum van het traject. · De einddatum van het traject. · De eindstatus van het traject (wel/geen certificaat/diploma). Van de deelnemers worden de volgende gegevens aangeleverd: · Geboortedatum: levert de leeftijd op het moment dat met het traject wordt gestart. · Geslacht. · Arbeidsstatus: werkend of werkzoekend.
4.1
Trajectgegevens Soort opleiding Van alle trajecten is bekend op welke opleiding het betrekking heeft (duaal), of welke opleiding het toetsingkader is voor het EVC-traject. Er is voor deze trajecten althans ‘iets’ ingevuld door het project; dat er iets ingevuld is, wil niet altijd zeggen dat het ingevulde door de onderzoekers ook te herleiden is tot een herkenbare opleiding. In totaal worden 1.951 verschillende ‘opleidingen’ aangeleverd. Van 53.966 trajecten (94%; 2008: 90%) is het CREBO- of CROHO-nummer vermeld, of is dat nummer uit de omschrijving af te leiden (6% zijn niet-CREBO of CROHO-geregistreerde opleidingen; 2008: 10%). De niet-CREBO- of CROHO-geregistreerde opleidingen zijn zeer divers, zoals basisopleiding kinderopvang, basisopleiding taxichauffeur, opleidingen voor een rijbewijs en taalcursussen. De mate waarin deze laatstgenoemde opleidingen in een duale vorm worden uitgevoerd, is uit de titel niet af te leiden (zie bijlage II voor de criteria voor duale trajecten). Ook omschrijvingen als workshop, cursus, EVC en CROHO komen voor. Deze trajecten zijn niet meegeteld, omdat deze geen CREBO/CROHO-kwalificatie of erkende brancheopleiding als referentie hadden. Het gaat om 959 verschillende opleidingen met een CREBO- of CROHO-nummer. In tabellen 3a en 3b zijn de meest voorkomende opleidingen opgenomen voor respectievelijk duale trajecten en EVC-trajecten.
16
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Tabel 3a: Duale trajecten: Verdeling naar opleiding (absolute aantallen) Duaal 10427 Verzorgende
2.420
90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
1.989
92640 ovd23 Helpende Zorg & Welzijn
1.784
10742 Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW 3)
1.489
94830 Verzorgende-IG
1.004
10428 Helpende
982
10743 Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)
981
97390 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
842
10876 Beveiliger
806
10745 Helpende Welzijn (HW)
775
55012 Management schadeherstel
697
92620 ovd22 Pedagogisch werk (Pedagogisch werker)
692
10426 Verpleegkundige
610
97473 Assistent medewerker voedsel en leefomgeving (Assistent medewerker
507
natuur en leefomgeving) 10761 Commercieel Medewerker Bank- en Verzekeringswezen
455
92650 ovd24 Maatschappelijke Zorg (Medewerker Maatschappelijke zorg) 3
453
91760 Autoschadehersteller (Eerste autoschadehersteller)
440
97531 Medewerker natuur en leefomgeving
430
97160 Vakfunctionaris groothandel en logistiek voedsel en leefomgeving
400
91420 Zorghulp
376
Andere opleiding met CREBO/CROHO-nummer
24.534
Branche erkend
3.318
Totaal
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
45.984
ecbo
17
Tabel 3b: EVC-trajecten: Verdeling naar opleiding (absolute aantallen) EVC 10761 Commercieel Medewerker Bank- en Verzekeringswezen
646
92640 ovd23 Helpende Zorg & Welzijn
575
90383 Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)
451
90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
418
90500 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
340
10742 Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW 3)
276
10427 Verzorgende
258
10743 Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)
210
97380 Operator (Operator voedingsindustrie)
209
10428 Helpende
197
91800 Carrosseriebouwer (Eerste carrosseriebouwer)
197
97390 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
197
92650 ovd24 Maatschappelijke Zorg (Medewerker Maatschappelijke zorg) 3
156
97160 Vakfunctionaris groothandel en logistiek voedsel en leefomgeving
148
94010 Straatmaker
138
94040 Betonboorder
126
91420 Zorghulp
123
10776 Doktersassistent
121
10423 Mechanisch Operator A
113
93790 Carosserietechnicus 2
113
Andere opleiding met CREBO/CROHO-nummer
6.288
Branche erkend
213
Totaal
11.513
Tabel 4 laat zien hoe de branche erkende opleidingen over de accounts verdeeld zijn. De verschillen zijn, net als ten tijde van de decembertelling van 2008, groot; variërend van 68% branche erkende opleidingen tot 0 of nagenoeg 0. Tabel 4: De aard van de opleidingen per account (percentages) Branche erkend CREBO/CROHO 7001
Arnhem-Nijmegen
7003
Agrarische Arbeidsvoorziening ZH
7004
Alles voor Groene Arbeid
7005
KC Handel
7007
Friesland
7008
Noordoost Overijssel
7009
West-Brabant (Breda)
7010
Soweco
7012
Gelderse Vallei/Ede
7013
Achterhoek
7014
Eindhoven
7016
Deventer
7017
Flevoland
7018
Noord Veluwe
18
ecbo
4,7 23,2
1,8 ,1 15,2 8
n
100,0 100,0
1.813
100,0 95,3 100,0
491
76,8 100,0 100,0
474
98,2 100,0 99,9
492 1.427
84,8 100,0 92,0
1.786
54 725 584 871 826
1.806 33 702
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
7019
RijnGouwe
7020
Amsterdam
7022
Utrecht
7023
Drenthe
7024
Amersfoort/Eemland
7025
Levensmiddelen
7026
Zeeland
7027
HBA
7028
Den Haag
7029
In Bedrijf
7030
Rotterdam
7031
Bouw
7032
Noord Holland Noord
7033 7034 7035
Helmond
7036
Groningen
7037
Tilburg
7039
Noordoost Brabant
7040
Zuid-Limburg
7041
Zwolle
7042
Carrosserie
7043
Den Bosch
7044
Noord Limburg/Venlo
7045
Zutphen/Apeldoorn
7046 7047 7048
Twente
7049
Dordrecht
7050
IJmond
7051
Oost Groningen
7052
Gooi & Vechtstreek
7053
Zoetermeer
Branche erkend
CREBO/CROHO
n
10,5
89,5 100,0
921 1.280 1.832
36,4 17,3
100,0 63,6 82,7 100,0 93,4 86,7
1.018
6,6 13,3
2.243
56,4 15,8
100,0 43,6 84,2
Rivierenland
100,0 97,5 96,7
2.448
2,5 3,3
STOOF
8,6
91,4 100,0 99,0
952 5.588
100,0 100,0 100,0
1.674
1
16
996 880 1.422 1.995 1.360 1.434 834 1.167
1.735 780 3.347 1.421
6
84,0 100,0 94,0 99,8 49,8 37,8
509
Haarlem
,2 50,2 62,2
Haarlemmermeer
32,7
67,3 100,0 100,0
202
44,1
Totaal
2.373 1.139 207 444 2.480 1.451 553
68,1
55,9 100,0 31,9
64,9
35,1
268
6,1
93,9
57.497
413 47
Sector Voor zover mogelijk zijn de mbo-opleidingen naar sector ingedeeld. Van 52.454 trajecten (91%; 2008: 78%) is de sector bekend. Dit levert de volgende verdeling op12: Tabel 6a: Verdeling van trajecten naar sector, per soort traject Sector Zorg & Welzijn Economie & Dienstverlening Techniek Groen 12
Duaal Absoluut Procent
EVC Absoluut Procent
Totaal Absoluut Procent
13.903
33
2.667
25
16.570
32
7.892
19 36 12
2.767
25 40 10
10.659
20 37 11
14.820 4.955
4.382 1.068
19.202 6.023
Nb de opleiding tot ‘Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent’ is sectordoorsnijdend.
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
19
Totaal
41.570
100
10.884
100
52.454
100
Zowel de grootste groep duale trajecten als de grootste groep EVC-trajecten valt in de sector Techniek, gevolgd door de sectoren Zorg & Welzijn, Economie & Dienstverlening en Groen. Tijdens de decembertelling van 2008 viel de grootste groep EVC-trajecten in de sector Zorg & Welzijn. De duale trajecten en de EVC-trajecten concentreren zich in de sectoren Techniek en Zorg & Welzijn met respectievelijk 37% en 32% van alle (duale en EVC-) trajecten. Alleen voor de deelname van volwassenen aan duale opleidingen hebben we ook landelijke data. Uit de BRON data is bekend dat van alle deelnemers boven de 23 jaar in het schooljaar 2007-2008 32% een duale opleiding volgden in de sector Zorg en Welzijn en 37% in de sector Techniek13. Dit patroon komt sterk overeen met het deelnamepatroon van de 23-plussers aan de duale trajecten in deze monitor met een dominantie in Techniek (34%) en Zorg & Welzijn (37%) (tabel niet opgenomen). Er zijn 3 (sectorale) projecten met trajecten in 1 sector: Bouw (Techniek), Agrarische Arbeidsvoorziening ZH (Groen) en Soweco (Groen). In tabel 6b is de verdeling van de (duale en EVC-) trajecten van de regionale projecten naar sector zichtbaar. De regionale projecten die de meeste trajecten hebben gerealiseerd in de sector Techniek zijn: Arnhem-Nijmegen, Friesland, Utrecht, Rivierenland, Zwolle, Haarlem, Haarlemmermeer, IJmond en Oost Groningen. Projecten die zich vooral richten op de sector Zorg & Welzijn zijn: Noordoost Overijssel, Achterhoek, Deventer, Flevoland, RijnGouwe, Amsterdam, Amersfoort/Eemland, Zeeland, Den Haag, Tilburg, Zuid-Limburg, Den Bosch, Twente, Dordrecht en Zoetermeer. De regionale projecten die de focus leggen op Economie & Dienstverlening zijn: WestBrabant (Breda), Gelderse Vallei/Ede, Eindhoven, Noord Veluwe, Rotterdam, Groningen, Noordoost Brabant, Zutphen/Apeldoorn en Gooi & Vechtstreek. Tot slot hebben de projecten Drenthe, Noord Holland Noord, Helmond en Noord Limburg/Venlo de meeste trajecten gerealiseerd in de sector Groen.
13
Ton Eimers, Erik Keppels en Annet Jager (2010). De bbl als leerweg voor volwassenen. Een kwantitatieve analyse van deelnemers van 23 jaar en ouder in de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo. ’s-Hertogenbosch, Amsterdam: ecbo (in druk). 20
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Tabel 6b: Verdeling van trajecten van regionale accounts naar sector Z&W
E&D
Techniek
Groen
Totaal
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
528
29
210
12
1.074
59
0
0
1.812
100
76
13
241
41
246
42
21
4
584
100
7001
Arnhem-Nijmegen
7007
Friesland
7008
Noordoost Overijssel
136
38
95
26
109
30
19
5
359
100
7009
West-Brabant (Breda)
147
17
635
73
89
10
0
0
871
100
7012
Gelderse Vallei/Ede
214
45
235
50
25
5
0
0
474
100
7013
Achterhoek
1.113
78
76
5
237
17
0
0
1.426
100
7014
Eindhoven
179
10
1.244
71
340
19
0
0
1.763
100
7016
Deventer
14
58
7
29
3
13
0
0
24
100
7017
Flevoland
781
46
348
20
578
34
0
0
1.707
100
7018
Noord Veluwe
214
34
253
40
101
16
65
10
633
100
7019
RijnGouwe
485
59
169
21
98
12
65
8
817
100
7020
Amsterdam
764
60
411
32
104
8
0
0
1.279
100
7022
Utrecht
63
4
141
8
1.454
85
46
3
1.704
100
7023
Drenthe
68
11
104
16
156
25
305
48
633
100
7024
Amersfoort/Eemland
514
71
77
11
137
19
0
0
728
100
7026
Zeeland
817
64
62
5
96
8
294
23
1.269
100
7028
Den Haag
1.900
90
210
10
0
0
0
0
2.110
100
7030
Rotterdam
297
25
629
52
282
23
0
0
1.208
100
7032
Noord Holland Noord
222
28
131
17
145
18
292
37
790
100
7033
Rivierenland
396
39
181
18
403
40
35
3
1.015
100
7035
Helmond
728
13
715
13
1.600
29
2545
46
5.588
100
7036
Groningen
508
32
549
34
477
30
67
4
1.601
100
7037
Tilburg
328
45
115
16
292
40
0
0
735
100
7039
Noordoost Brabant
310
19
881
53
482
29
1
0
1.674
100
7040
Zuid-Limburg
1.521
45
884
26
942
28
0
0
3.347
100
7041
Zwolle
364
31
173
15
557
47
97
8
1.191
100
7043
Den Bosch
331
40
216
26
289
35
0
0
836
100
7044
Noord Limburg/Venlo
84
17
104
21
93
18
225
44
506
100
7045
Zutphen/Apeldoorn
38
38
51
50
12
12
0
0
101
100
7046
Haarlem
5
3
13
8
150
89
0
0
168
100
7047
Haarlemmermeer
8
6
11
8
117
86
0
0
136
100
7048
Twente
1.956
79
32
1
492
20
0
0
2.480
100
7049
Dordrecht
962
66
257
18
230
16
0
0
1.449
100
7050
IJmond
30
10
98
33
171
57
0
0
299
100
7051
Oost Groningen
159
38
38
9
216
52
0
0
413
100
7052
Gooi & Vechtstreek
5
33
7
47
2
13
1
7
15
100
7053
Zoetermeer
85
90
1
1
8
9
0
0
94
100
16.350
39
9.604
23
1.1807
28
4.078
10
41.839
100
Totaal
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
21
Niveau Van 56.871 trajecten (99%; 2008: 98%) is het niveau bekend (zie tabel 6c). Zowel duale trajecten als EVC-trajecten concentreren zich op niveaus 2 en 3 (niveau 2: 35% duaal en 29% EVC; niveau 3: 29% duaal en 32% EVC). In 2008 concentreerden de EVC-trajecten zich op niveaus 3 en 4. Wel zijn er net als in 2008 meer duale trajecten (15%) dan EVCtrajecten (11%) op het laagste niveau, waardoor het gemiddelde niveau van de duale trajecten ook wat lager is (respectievelijk 2,6 en 2,8; 2008: 2,5 en 3). Het project met het relatief hoogste gemiddelde niveau van trajecten is Eindhoven (3,6) en het project met het relatief laagste gemiddelde niveau is Haarlem (1,5). Tabel 6c: Verdeling van trajecten naar niveau14, per soort traject Duaal Absoluut Procent
Niveau
EVC Absoluut Procent
Totaal Absoluut Procent
1
6846
15
1.273
11
8.119
14
2
15.969
3.217
13.158
4
8.809
29 32 25
19.186
3
35 29 19
34 29 20
2.799
16.775 11.608
854
2
329
3
1.183
2
45.636
100
11.235
100
56.871
100
5 Totaal
3.617
Gemiddeld niveau
2,6
2,8
2,6
Eindstatus Van relatief weinig deelnemers (16.551; 29%; 2008: 21%) is bekend hoe zij het traject beëindigd hebben. Dit is mede het gevolg van het feit dat in een aantal gevallen de einddatum nog niet is bereikt en in de toekomst ligt. De grootste groep (waarvan de eindstatus bekend is) is die van deelnemers die hun traject met certificaat of diploma hebben afgesloten (60%; zie tabel 5d). Hoewel in de decembertelling van 2008 dezelfde rangorde naar voren kwam, was toen de verdeling meer gelijk; 52% mét en 48% zonder certificaat/diploma. De gemiddelde lengte van EVC-trajecten is 7 maanden (2008: 4 maanden). Tabel 6d: Verdeling van trajecten naar eindstatus, per soort traject Eindstatus
Duaal Absoluut Procent
EVC Absoluut Procent
Totaal Absoluut Procent
Zonder certificaat of diploma
5.107
46
1.503
28
6.610
40
Met certificaat of diploma
6.104
54
3.837
72
9.941
60
11.211
100
5.340
100
16.551
100
Totaal
In tabel 7 is de verdeling van het niveau van duale en EVC-trajecten van werkende jongeren tussen de 18 en 24 jaar gemaakt. Zowel de duale trajecten als de EVC-trajecten concentreren zich in deze groep op niveau 2 en 3 (niveau 2: 35% duaal en 32% EVC; niveau 3: 36% duaal en 27% EVC).
14
Niveaus 1 t/m 4 zijn mbo-niveaus, 5 is hbo-niveau.
22
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Tabel 7: Verdeling van trajecten naar niveau van werkende jongeren 18 t/m 24 jaar, per soort traject Niveau 1
732
2
2.799
3
2.853
4
1.308
5
334
Totaal
4.2
Duaal Absoluut Procent
8.026
EVC Absoluut Procent
9
153
35
240
36
204
16
153
4
11
100
761
Totaal Absoluut Procent
20
885
10
32
3.039
35
27
3.057
35
20
1.461
17
1
345
4
100
8.787
100
Deelnemersgegevens Geslacht Net iets meer mannen (54%) dan vrouwen (46%) volgen een Leren & Werken-traject. De man/vrouw verdeling bij de EVC-trajecten is iets schever dan bij de duale trajecten. In beide soorten trajecten vormen de mannen een meerderheid (53% versus 56%) (zie tabel 8). In vergelijking met de telling van een jaar geleden (31 december 2008) is het relatieve aandeel van de vrouwen in EVC-trajecten afgenomen (in december 2008 was het percentage vrouwen in de EVC-trajecten nog 52%). Bij duale trajecten is het aandeel van de vrouwen juist iets toegenomen (van 44% in december 2008 tot 47% in december 2009). Tabel 8: Verdeling naar geslacht, per soort traject Duaal Mannen Vrouwen Totaal
EVC
Absoluut
Procent
24.559
6.487
21.425
53 47
Absoluut
45.984
100
Totaal Procent
Absoluut
Procent
31.046
5.026
56 44
26.451
54 46
11.513
100
57.497
100
In de onderscheiden projecten zijn grote verschillen in de verhouding tussen mannen en vrouwen (zie tabel 9). Accounts met driekwart of een hoger aandeel mannen zijn Bouw (100%), Carrosserie (98%), Utrecht (89%), Agrarische Arbeidsvoorziening ZH (87%), Soweco (85%), Levensmiddelen (85%) en HBA (80%). 7 accounts hebben driekwart of een hoger aandeel vrouwen: Gelderse Vallei/Ede (82%), Den Haag (81%), Achterhoek (79%), Twente (79%), Zoetermeer (77%), Amsterdam (75%) en RijnGouwe (75%). Deze regionale accounts, met uitzondering van Gelderse Vallei/Ede, hebben ook de meeste trajecten in de sector Zorg & Welzijn gerealiseerd. Gelderse Vallei/Ede heeft de meeste trajecten gerealiseerd in de sector Economie & Dienstverlening, gevolgd door Zorg & Welzijn (zie tabel 6b).
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
23
Tabel 9: De man - vrouw verhouding per account Man
Vrouw
Totaal
Absoluut Procent Absoluut Procent Absoluut Procent 7001
Arnhem-Nijmegen
7003
Agrarische Arbeidsvoorziening ZH
7004
Alles voor Groene Arbeid
286
7005
KC Handel
312
7007
Friesland
314
7008
Noordoost Overijssel
254
7009
West-Brabant (Breda)
291
7010
Soweco
704
7012
Gelderse Vallei/Ede
7013
Achterhoek
293
7014
Eindhoven
594
7016
Deventer
13
7017
Flevoland
891
7018
Noord Veluwe
287
7019
RijnGouwe
231
7020
Amsterdam
7022
Utrecht
7023
Drenthe
478
7024
Amersfoort/Eemland
274
7025
Levensmiddelen
863
7026
Zeeland
647
7027
HBA
7028
Den Haag
430
7029
In Bedrijf
808
7030
Rotterdam
725
7031
Bouw
7032
Noord Holland Noord
481
7033
Rivierenland
544
7034
STOOF
626
7035
Helmond
3.514
7036
Groningen
1.289
7037
Tilburg
379
7039
Noordoost Brabant
979
7040
Zuid-Limburg
7041
Zwolle
7042
Carrosserie
2.333
7043
Den Bosch
613
7044
Noord Limburg/Venlo
293
7045
Zutphen/Apeldoorn
7046
Haarlem
199
7047
Haarlemmermeer
7048
Twente
24
ecbo
932 47
91
321 1.631
1.587
2.442
1.528 692
51 87
881
58 43 54
205
54 33 85
220
18 21 33
401 1.134
39 50 41
895
7 413 270 580 122
1.212 20 415
25 25 89
690
48 31 85
518
45 80 19
775
959 201 606 155 408 1.813
59 51 100
552
58 47 66
353
63 74 49
2.074
58 46 49
695 1.819
98 54 58
526
709
49 13
1.813
42 57 46
491
46 67 15
474
82 79 67
492 1.427
61 50 59
1.786
75 75 11 52 69 15
326 446 401
729 40 216
871 826
1.806 33 702 921 1.280 1.832 996 880 1.018
41 49
1.360
1.995 2.243 1.434 2.448
42 53 34
834 1.167 952
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
37 26 51
5.588
42 54 51
1.674
2 46 42
2.373
207 202
100 100 100
2.480
100
134
124
78
65 55 39
532
21
1.948
79
245
584
1.422
35 45 61
73
725
55 20 81
6 623
54
100 100
1.735 780 3.347 1.421 1.139 509 444
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
100 100 100 100 100 100 100 100 100
Man Vrouw Totaal Absoluut Procent Absoluut Procent Absoluut Procent 7049
Dordrecht
432
30
1.019
70
1.451
100
7050
IJmond
354
199
Oost Groningen
224
7052
Gooi & Vechtstreek
36 46 38
553
7051
64 54 62
100 100 100
7053
Zoetermeer Totaal
29
189 18
413 47
62
23
206
77
268
100
31.046
54
26.451
46
57.497
100
Net als in de eerdere tellingen volgen de vrouwen trajecten (zowel duaal als EVC) met gemiddeld een iets hoger niveau dan dat van de mannen (respectievelijk 2,8 en 2,5). Een mogelijke verklaring is dat de niveaus van de (duale en EVC-) trajecten in de sectoren Zorg en Welzijn (2,9) en Economie en Dienstverlening (2,8) gemiddeld hoger liggen dan de niveaus van de trajecten in de sectoren Techniek (2,4) en Groen (2,1). In de tabellen 8e en 8f is zichtbaar dat vrouwen vaker trajecten volgen in de sectoren Zorg & Welzijn en Economie & Dienstverlening, en minder vaak in de sectoren Techniek en Groen dan mannen. Tabel 10a: Mannen: Meest gevolgde duale trajecten Absoluut 90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
1.275
55012 Management schadeherstel
671
10876 Beveiliger
615
97390 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
527
91760 Autoschadehersteller (Eerste autoschadehersteller)
440
97531 Medewerker natuur en leefomgeving
415
93841 Dakdekker (Dakdekker bitumen en kunststof)
358
97473 Assistent medewerker voedsel en leefomgeving (Assistent medewerker natuur en
350
leefomgeving) 93290 fun03 Timmerkracht
334
97380 Operator (Operator voedingsindustrie)
305
Tabel 10b: Vrouwen: Meest gevolgde duale trajecten Absoluut 10427 Verzorgende
2.327
92640 ovd23 Helpende Zorg & Welzijn
1.665
10742 Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW 3)
1.342
94830 Verzorgende-IG
931
10428 Helpende
926
10743 Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)
805
10745 Helpende Welzijn (HW)
715
90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
714
92620 ovd22 Pedagogisch werk (Pedagogisch werker)
659
10426 Verpleegkundige
533
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
25
Tabel 10c: Mannen: Meest gevolgde EVC-trajecten Absoluut 90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
266
91800 Carrosseriebouwer (Eerste carrosseriebouwer)
197
90383 Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)
167
97390 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
154
94010 Straatmaker
138
92640 ovd23 Helpende Zorg & Welzijn
133
94040 Betonboorder
126
90500 Commercieel Medewerker Bank- en Verzekeringswezen
121
93790 Carosserietechnicus 2
113
10423 Mechanisch Operator A
110
Tabel 10d: Vrouwen: Meest gevolgde EVC-trajecten Absoluut 10761 Commercieel Medewerker Bank- en Verzekeringswezen
525
92640 ovd23 Helpende Zorg & Welzijn
442
90383 Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)
284
10427 Verzorgende
250
90500 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
243
10742 Sociaal Pedagogisch Werker 3 (SPW 3)
239
10428 Helpende
188
90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent
152
10743 Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)
140
97380 Operator (Operator voedingsindustrie)
127
* in deze tabel staan twee kwalificaties ‘commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen’. Door de invoering van nieuwe kwalificatiedossiers in de opleidingen en de EVC procedures zijn meerdere generaties dossiers in omloop. Als we deze twee kwalificaties samenvoegen wordt het aandeel vrouwen dat deelneemt aan een EVCtraject commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen nog groter met 768 trajecten.
De verschillen in man - vrouw verdeling tussen de deelnemers aan de opleidingen komen terug op sectorniveau. Van de deelnemers aan duale trajecten volgt de meerderheid van de mannen opleidingen in de sector Techniek (60%) en de meerderheid van de vrouwen opleidingen in de Zorg (64%; zie tabel 10e). In de decembertelling van 2008 was dat ook het geval. Tabel 10e: Duale trajecten: Verdeling naar sector, per geslacht Sector
Mannen
Vrouwen
Totaal
Absoluut
Procent
Absoluut
Procent
Zorg & Welzijn
1.524
64 21
13.903
3.868
7 17
12.379
Economie & Dienstverlening
60 16
1.478 1.348
8 7
14.820
3.607
4.955
36 12
22.341
100
19.229
100
41.570
100
Techniek
13.342
Groen Totaal
4.024
Absoluut
Procent 33 19
7.892
Van de mannen in de EVC-trajecten volgt 66% een opleiding in de Techniek en van de vrouwen 45% een opleiding in de Zorg (zie tabel 10f). In 2008 kwam eenzelfde verdeling naar voren.
26
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Tabel 10f: EVC-trajecten: Verdeling naar sector, per geslacht Sector
Mannen
Vrouwen
Totaal
Absoluut
Procent
Absoluut
Procent
Zorg & Welzijn
510
45 41
2.667
776
8 13
2.157
Economie & Dienstverlening
66 13
371 308
8 6
4.382
760
1.068
40 10
6.057
100
4.827
100
10.884
100
Techniek
4.011
Groen Totaal
1.991
Absoluut
Procent 25 25
2.767
Leeftijd In tabel 11 is zichtbaar dat de deelnemers aan duale trajecten gemiddeld wat jonger zijn dan de deelnemers aan EVC-trajecten (respectievelijk 35 en 41 jaar; 2008: respectievelijk 35 en 38 jaar). De meerderheid van de ‘duale’ deelnemers is jonger dan 40 jaar (63%), terwijl de meerderheid van de ‘EVC’-deelnemers ouder dan 40 jaar is (58%). In totaal zijn 1.630 deelnemers jonger dan 18 jaar (3%). Van de jongeren is 88% werkzaam en 12% werkzoekend. Op 16 personen na volgen zij een duaal traject; op het totaal aantal duale trajecten is 4% onder de 18 jaar. Het account met de meeste jongeren is Helmond (636 personen jonger dan 18 jaar: 39%). Er zijn nog 5 accounts met meer dan 100 jongeren (in aflopende volgorde): HBA, Zeeland, Carrosserie, Rivierenland en Rotterdam. Het project met de hoogste gemiddelde leeftijd is Alles voor Groene Arbeid (48 jaar) en het project met de laagste gemiddelde leeftijd is STOOF (30 jaar). Tabel 11: Verdeling naar leeftijd, per soort traject
Duaal
EVC
Totaal
Absoluut
Procent
Absoluut
Procent
Absoluut
Procent
Cum.procent
< 23
7.962
1.442
5 13
8.506
10.138
17 22
544
23-29
11.580
15 20
15 35
30-39
10.909
40-49
11.493
59 86 100
> 49 jaar Totaal Gemiddelde
2.832
5.482
24 25 12
45.984
100
35,2
13.741
2.500
25 36 22
7.982
24 27 14
11.508
100
57.492
100
4.190
15.683
41,2
36,4
leeftijd
Arbeidsstatus Van 55.603 deelnemers (97%; 2008: 98%) is de arbeidsstatus bekend (zie tabel 10). Van de deelnemers aan duale trajecten is 16% werkzoekend en van de deelnemers aan EVCtrajecten 10% (respectievelijk 13% en 12% in 2008). Het percentage werkzoekenden gerekend over alle (duale én EVC-) deelnemers ligt met 14% (2008: 12%) ruim boven het huidige landelijk gemiddelde van 6% werkzoekenden. Projecten met relatief veel nietwerkenden zijn Amsterdam (100%), In Bedrijf (100%), Zutphen/Apeldoorn (92%), Gooi & Vechtstreek (89%), Deventer (61%) en Noord Limburg/Venlo (59%). Alle deelnemers van de projecten Agrarische Arbeidsvoorziening ZH, West-Brabant (Breda), Soweco, Levensmiddelen, Bouw, Oost Groningen en Den Bosch zijn werkenden.
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
27
Tabel 12: Verdeling naar arbeidsstatus, per soort traject Duaal Absoluut Procent Werkend
10.266
6.861
84 16
44.231
100
37.370
Werkzoekend Totaal
EVC Absoluut Procent
Totaal Absoluut Procent 47.636
1.106
90 10
7.967
86 14
11.372
100
55.603
100
Groepen Om meer zicht te krijgen op de samenstelling van de deelnemersgroep aan duale trajecten en EVC-trajecten zijn met de categorieën geslacht, arbeidsstatus en leeftijd (jonger dan 45 jaar versus 45 jaar of ouder) acht groepen samengesteld (zie tabel 11). De grootste groep bestaat uit werkende mannen jonger dan 45 jaar (duaal: 38% en EVC: 32%), op afstand gevolgd door de groep werkende vrouwen jonger dan 45 jaar (duaal: 26% en EVC: 22%). Bij duale trajecten is de groep werkende vrouwen van 45 jaar of ouder groter dan de groep werkende mannen van 45 jaar of ouder (respectievelijk 11% en 9%). Bij EVC-trajecten is dit juist omgekeerd: de groep werkende mannen van 45 jaar of ouder is groter dan de groep werkende vrouwen van 45 jaar of ouder (respectievelijk 20% en 17%). Tabel 13: Verdeling naar geslacht, arbeidsstatus en leeftijd, per traject Duaal Absoluut Procent Man, werkend, <45
16.908
Man, werkend, ≥45
3.996
Man, niet werkend, <45
2.238
Man, niet werkend, ≥45
782
Vrouw, werkend, <45
11.506
Vrouw, werkend, ≥45
4.960
Vrouw, niet werkend, <45
3.005
Vrouw, niet werkend, ≥45 Totaal
38 9 5 2 26 11
EVC Absoluut Procent 3.631 2.244 274 224 2.466 1.924 417
836
7 2
44.231
100
32 20 2 2 22 17
Totaal Absoluut Procent 37 11 5
20.539 6.240 2.512
2 25 12
1.006 13.972 6.884 3.422
191
4 2
1.027
6 2
11.371
100
55.602
100
Verreweg de meeste duale trajecten betreffen reguliere mbo-opleidingen (beroepsbegeleidende leerweg). Branche erkende (duale) opleidingen vormen slechts 7% (3.318 van de 45.984) van de duale trajecten. De EVC-trajecten richten zich met 99% nog meer op de reguliere mbo-kwalificaties.
28
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
29
30
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
5
Conclusies Analyse van de prestaties Op 31 december 2009 is de duale ambitie ruim gehaald met een totale prestatie van 197%. Net als in vorige metingen loopt het realisatiepercentage sterk uiteen en varieert van 8% tot 773%. Er zijn 37 accounts (van de 47) die boven de 100% uitkomen. EVC scoort over de gehele linie lager. Op 31 december 2009 is 66% van deze ambitie gehaald. Vergeleken met de duale ambitie is het lagere eindresultaat zichtbaar in zowel de gemiddeld lagere prestaties per account, maar ook in het aantal accounts (13) dat boven de eigen ambitie scoort. Ook met de verlenging van de projecttijd is een 100% realisatie van de EVC-ambitie niet gehaald. Zij het dat vergeleken met de decembertelling van 2008 in deze eindtelling het aantal trajecten nagenoeg verdubbeld is. Bij de realisatiecijfers van de EVCtrajecten valt de grote spreiding op; naast betrekkelijk veel accounts die hun EVC-ambitie (ruim) hebben gehaald, staan ook een betrekkelijk groot aantal dat onder de 10% is blijven steken. De verschillen tussen de accounts zijn dus groot. Er is geen verband tussen hoge scores op de duale en de EVC-ambitie (accounts met een hoge duale prestatie doen het bij EVC niet structureel beter dan accounts met een lage duale prestatie). Daaruit kan echter niet geconcludeerd worden dat het halen van EVCambities structureel lastiger is dan het halen van de duale ambitie. In de kwalitatieve monitor is, op basis van gesprekken met betrokkenen bij de accounts, geconcludeerd dat een directe relatie tussen inspanningen en resultaten niet te leggen is. Dit geldt voor de hoge score op de duale trajecten die niet altijd in aparte bestanden in schoolregistraties zijn opgeslagen waardoor de kans aanwezig is dat alle trajecten met deelnemers aan duale trajecten boven een bepaalde leeftijdsgrens zijn ingeleverd. Het geldt ook voor de lage EVC-score. De kwalitatieve monitor concludeert dat het achterblijven van de aantallen te verklaren is door het ontbreken van voldoende en effectieve sturing in de samenwerkingsverbanden. Kennelijk waren de lage realisaties geen aanleiding deze sturing te verbeteren. Door de mogelijke vervuiling van de duale cijfers kon men daar immers niet op koersen. De kwaliteit van de cijfers Vergeleken met eerdere metingen is de kwaliteit van de geleverde gegevens verbeterd. In totaal is 3% van de aangeleverde trajecten afgevallen (2008: 6%). Van de meegetelde trajecten ontbreekt slechts 2,8% van de gegevens (2008: 4,1%). Bijna de helft van alle projecten (21 van de 47 accounts) heeft naast de 5 ‘verplichte gegevens’ (opleiding, soort traject, startdatum, geboortedatum en geslacht), ook de ‘instelling’, het ‘niveau’, het ‘unieke nummer’ en de ‘arbeidsstatus’ van hun trajecten aangeleverd. Slechts 2 projecten hebben álle gegevens geleverd. Profiel van de gevolgde duale trajecten en EVC-trajecten Verreweg de meeste trajecten (94%) hebben een CREBO- of CROHO-nummer (6% zijn nietCREBO of CROHO-geregistreerde opleidingen). De variatie van opleidingen is groot; er zijn 959 verschillende opleidingen met een CREBO- of CROHO-nummer geteld. De verdeling van CREBO- of CROHO-opleidingen en branche erkende opleidingen over de accounts varieert sterk van 68% branche erkende opleidingen tot 0 of nagenoeg 0. Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
31
Verreweg de meeste duale trajecten betreffen reguliere mbo-opleidingen (beroepsbegeleidende leerweg). Branche erkende (duale) opleidingen vormen slechts 7% van de duale trajecten. De EVC-trajecten richten zich echter met 99% nog meer op de reguliere mbo-kwalificaties. In hoofdstuk 4 zagen we dat de sectorale spreiding van de deelname van volwassenen aan duale trajecten in deze monitor overeenkomt met de landelijke BRON data. Uit de landelijke data blijkt dat van alle deelnemers boven de 23 jaar in het schooljaar 2007-2008 32% een duale opleiding volgde in de sector Zorg en Welzijn en 37% in de sector Techniek. In deze monitor zijn de percentages respectievelijk 37% en 34%. De projecten hebben dus niet geleid tot verbreding van de deelname aan duale trajecten over meer sectoren. Van vrijwel alle trajecten (99%) is het niveau bekend. Van zowel duale trajecten als EVCtrajecten liggen de 2 grootste groepen op niveaus 2 en 3 (niveau 2: 35% duaal en 29% EVC; niveau 3: 29% duaal en 32% EVC). Er zijn meer duale trajecten (15%) dan EVCtrajecten (11%) op het laagste niveau, waardoor het gemiddelde niveau van de duale trajecten ook wat lager is (respectievelijk 2,6 en 2,8). Duale trajecten worden gebruikt om laaggeschoolden aan een (start)kwalificatie te helpen en EVC-trajecten om het kwalificatieniveau op basis van werkervaring up te graden. Dit is in lijn met de constatering dat deelnemers aan EVC-trajecten wat ouder zijn; zij hebben werkervaring opgebouwd waarop kan worden ‘gekapitaliseerd’. Profiel van de deelnemers De man/vrouw verdeling is vrij evenwichtig. Van de deelnemers aan zowel duale trajecten als EVC-trajecten vormen de mannen een meerderheid (respectievelijk 53% en 56%). De meeste deelnemers aan trajecten werken (86%). Het percentage werkzoekenden ligt met 14% ruim boven het huidige landelijk gemiddelde van 6% werkzoekenden. Eerder hebben we geconstateerd dat de sectorale spreiding van de deelname van volwassenen aan duale trajecten in deze monitor overeenkomt met de landelijke BRON data. De conclusie was dat de projecten niet geleid hebben tot verbreding van de deelname aan duale trajecten over meer sectoren. Ook qua bereikte bevolkingsgroepen lijken de duale trajecten en EVC-trajecten niet tot verbreding van de deelname aan een leven lang leren te leiden. De grootste groep bestaat uit werkende mannen jonger dan 45 jaar (37%), op enige afstand gevolgd door de groep werkende vrouwen jonger dan 45 jaar (25%); samen goed voor 62% van de deelnemers.
32
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Bijlage I: Verantwoording aantallen per account, per aangeleverd bestand 1=format compleet (totaal aantal getelde trajecten); 2=format incompleet; 3=start na 31-12-2009; 4=start voor startdatum; 5=dubbel; 6=startdatum >= einddatum; 7=geen CREBO/CROHO-kwalificatie of branche erkend; 8=totaal aantal aangeleverde trajecten. 1 7001
LWV07001 ARNHEM NIJMEGEN
2
3
4
5
6
7
8
470
0
0
0
0
0
0
470
8
0
0
0
0
0
0
8
493
0
0
0
0
0
0
493
842
3
0
0
0
0
0
845
54
0
0
0
0
0
0
54
491
10
0
0
0
0
0
501
725
0
0
0
0
0
0
725
584
0
0
0
0
0
0
584
474
1
0
0
0
0
0
475
871
1
0
0
0
0
0
872
826
0
0
0
0
0
0
826
492
3
0
0
1
0
1
497
1.427
0
0
0
9
7
0
1.443
1.806
15
0
0
0
1
0
1.822
33
0
0
1
0
0
0
34
1.786
11
0
0
0
28
0
1.825
090120 registratie evc en duaalL&W Format.xls LWV07001 ARNHEM NIJMEGEN2008 11 25 registratie trajecten_VAPRO-OVP.xls LWV07001 ARNHEM NIJMEGEN2008 16 06 fase_1 ingevoerdxls.xls LWV07001 ARNHEM NIJMEGEN2009 01 15 registratie trajecten RijnIJssel_totaal.xls 7003
07003-Agrarische Arbeidsvoorziening ZH-EvcDuaaldecember 2009.xls
7004
07004-Alles voor groene arbeidEvcDuaal-december 2009.xls
7005
07005-KCHandel-EvcDuaal-juni 2009.xls
7007
07007-Friesland-EvcDuaaldecember 2009.xls
7008
07008-Noordoost OverijsselEvcDuaal-juni 2009.xls
7009
07009-West-Brabant (Breda)EvcDuaal-december 2009.xls
7010
07010-Soweco-EvcDuaaldecember 2009.xls
7012
07012-Gelderse-Vallei-EvcDuaaldecember 2009.xls
7013
07013-Achterhoek-EvcDuaal-juni 2009.xls
7014
07014-Eindhoven-EvcDuaaldecember 2009.xls
7016
07016-Deventer-EvcDuaal-juni 2009.xls
7017
07017-Flevoland-EvcDuaal-juni 2009.xls
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
33
1 7018
07018-Noord Veluwe-EvcDuaal-
2
3
4
5
6
7
8
702
2
0
0
0
0
0
704
921
0
0
0
0
2
0
923
1.280
0
0
0
0
0
0
1.280
1.832
106
0
0
79
9
0
2.026
996
0
0
0
0
0
0
996
880
2
0
0
0
11
0
893
1.018
0
0
0
0
0
0
1.018
1.422
2
0
0
11
1
0
1.436
1.995
11
0
61
0
4
0
2.071
2.243
1
0
0
0
19
7
2.270
1.360
2
0
0
6
3
0
1.371
1.434
167
0
1
0
34
2
1.638
2.448
1
0
0
0
15
0
2.464
834
0
0
0
0
17
2
853
1.167
1
0
0
1
0
0
1.169
952
26
0
12
0
2
0
992
5.588
1
0
0
2
41
0
5.632
1.735
2
0
0
403
0
0
2.140
780
41
0
0
0
80
0
901
1.674
0
0
0
0
0
0
1.674
3.347
45
6
0
5
41
0
3.444
1.421
35
0
0
0
5
50
1.511
2.373
0
0
0
0
0
0
2.373
december 2009.xls 7019
07019-RijnGouwe-EvcDuaaldecember 2009.xls
7020
07020-Amsterdam-EvcDuaaldecember 2009.xls
7022
07022-Utrecht-EvcDuaal-juni 2009.xls
7023
07023-Drenthe-EvcDuaaldecember 2009.xls
7024
07024-Amersfoort-EemlandEvcDuaal-december 2009.xls
7025
07025-LevensmiddelenEvcDuaal-december 2009.xls
7026
07026-Zeeland-EvcDuaaldecember 2009.xls
7027
07027-HBA-EvcDuaal-december 2009.xls
7028
07028-Den Haag-EvcDuaaldecember 2009.xls
7029
07029-In Bedrijf-EvcDuaaldecember 2009.xls
7030
07030-Rotterdam-EvcDuaaldecember 2009.xls
7031
07031-Bouw-EvcDuaal-juni 2009.xls
7032
07032-Noord Holland NoordEvcDuaal-december 2009.xls
7033
07033-Rivierenland-EvcDuaaljuni 2009.xls
7034
07034-STOOF-EvcDuaaldecember 2009.xls
7035
07035-Helmond-EvcDuaaldecember 2009.xls
7036
07036-Groningen-EvcDuaaldecember 2009.xls
7037
07037-Tilburg-EvcDuaaldecember 2009.xls
7039
07039-Noordoost BrabantEvcDuaal-december 2009.xls
7040
07040-Zuid-Limburg-EvcDuaaldecember 2009.xls
7041
07041-Zwolle-EvcDuaal-juni 2009.xls
7042
07042-Carrosserie-EvcDuaaldecember 2009.xls
34
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
1 7043
Lwv07043.Den Bosch format
2
3
4
5
6
7
8
1.139
0
0
0
0
0
0
1.139
509
0
0
0
0
1
4
514
207
77
0
18
0
2
0
304
444
31
0
38
0
1
0
514
202
2
0
0
0
0
0
204
2.480
24
0
1
18
1
0
2.524
1.451
0
0
0
3
0
0
1.454
553
89
0
0
0
3
0
645
413
2
0
0
0
0
0
415
47
0
0
0
0
0
0
47
268
0
0
1
0
0
0
269
57.497
714
6
133
538
328
66
59.282
97,0
1,2
0,0
0,2
0,9
0,6
0,1
100
monitor leren werkenV_03Februari2009.xls 7044
07044-Noord Limburg-VenloEvcDuaal-december 2009.xls
7045
07045-Zutphen-ApeldoornEvcDuaal-juni 2009.xls
7046
07046-Haarlem-EvcDuaaljuni2009.xls
7047
07047-HaarlemmermeerEvcDuaal-december 2009.xls
7048
07048-Twente-EvcDuaaldecember 2009.xls
7049
07049-Dordrecht-EvcDuaaldecember 2009.xls
7050
07050-IJmond-EvcDuaaldecember 2009.xls
7051
07051-Oost-Groningen-EvcDuaaldecember 2009.xls
7052
07052-Gooi-VechtstreekEvcDuaal-december 2009.xls
7053
07053-Zoetermeer-EvcDuaal-juni 2009.xls Totaal %
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
35
36
ecbo
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
Bijlage II: Criteria voor duale trajecten De monitoring geeft geen waterdichte definitie van de term duaal. Wel een handvat. In twijfelgevallen wordt met de accounthouder PLW overlegd. Aan de hand van onderstaand stappenplan wordt bepaald of een traject duaal is: Stap 1: leren én werken Het belangrijkste kenmerk is de combinatie van leren en werken; een gelijktijdige én inhoudelijke combinatie van leren op school en lerend werken in de beroepspraktijk. Er moet inhoudelijke aansluiting zijn tussen de opleiding en het werk dat iemand doet. Bijvoorbeeld in de vorm van een theoriedeel en een gestructureerd praktijkdeel, met opdrachten die op het werk moeten worden uitgevoerd. Alleen trajecten die aan dit criterium voldoen mogen worden meegeteld. In dat geval telt stap 2 of stap 3: Stap 2: CREBO/CROHO? Gaat het bij het 'leren' deel van het leerwerktraject om een CREBO- of een CROHOopleiding? Bij een CREBO-opleiding/een deel van een CREBO-opleiding is bijna altijd sprake van een combinatie van leren en werken. We rekenen zowel BOL- als de BBL-opleidingen tot leerwerktrajecten. Voor trajecten die niet aan dit criterium voldoen telt stap 3: Stap 3: is het certificaat door de branche erkend of heeft het civiel effect? Het gaat om het civiel effect van de opleiding. Het agentschap SZW heeft de O&O-fondsen aangewezen om dat te bepalen. In catalogi met opleidingen die door O&O-fondsen worden gesubsidieerd wordt aangegeven of de opleiding erkend is. Verder stellen we als eis dat het traject tenminste 5 cursusdagen moet omvatten. Criteria voor extra duale trajecten De kwantitatieve monitor brengt ‘extra’ duale trajecten in beeld. Wat 'extra' is, is in het projectplan omschreven. Duale trajecten tellen als ‘extra’ als ze te relateren zijn aan de activiteiten van het projectplan. Het gaat om trajecten die nieuw zijn in de zin van 'meer deelnemers in een bepaalde sector of regio' of 'deelnemers uit een nieuwe doelgroep/sector/ regio'; ze zijn additioneel in het perspectief van de trajecten die in voorafgaande jaren zijn uitgevoerd door de projectparticipanten. Trajecten worden in de monitor opgenomen als zij voldoen aan de hiervoor genoemde aspecten en aan de kenmerken van de duale trajecten zoals die in het projectplan zijn vermeld. Hierop zal de gegevensregistratie worden gescreend.
Kwantitatieve monitoring van het programma duale - en EVC-trajecten PLW
ecbo
37