KWALITEITSRICHTLIJNEN VOOR GASTOUDERS Wanneer u zich via HOPPAS Kinderopvang laat bemiddelen als gastouder en bij u aan huis kinderen gaat opvangen, zijn een aantal regels voor u van toepassing. Regels en gewoonten bieden kinderen veiligheid. Het ritme van een gezin, dat veelal bepaald wordt door kinderen (halen, brengen, voedingen, etc.), biedt een natuurlijke situatie om een ritme te ervaren en te leren eigen gedrag hierop af te stemmen. HOPPAS Kinderopvang hecht veel waarde aan de kwaliteit van haar bureau en organiseert regelmatig cursussen en thema-avonden. Op deze wijze worden gastouders extra ondersteund en geschoold. Uiteraard is er veel ondersteuning vanuit het gastouder door regelmatig contact en evaluaties. De veiligheid en hygiene in huis wordt ook door een bemiddelingsmedewerker van HOPPAS Kinderopvang nagelopen en vastgelegd in de risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid. Naast deze kwaliteitsrichtlijnen hanteert het bureau verschillende protocollen. Zorg dat u minimaal op de hoogte bent van de volgende protocollen: ( de protocollen kunt op de internetsite terugvinden onder documenten )
• • • •
Protocol mishandeling en seksueel misbruik Hygiëne protocol Ongevallen en brandprotocol Maatregelen infectieziekten
VEILIGHEID Veiligheid in huis: - De ruimten in de woning van de gastouder zijn veilig voor kinderen en verkeren in nette en schone staat en zijn tijdens de opvang bij een calamiteit snel en gemakkelijk te verlaten. - De ruimten en de inventaris bieden voldoende mogelijkheden voor een verantwoorde verzorging en begeleiding van kinderen. - De woning van de gastouder is voorzien van veilige bergruimten voor speelgoed, gevaarlijke materialen en vloeistoffen, huishoudelijke en andere elektrische apparatuur. - De ruimten en inventaris zijn in elk geval geschikt voor de volgende activiteiten: a. Slapen b. Spelen zowel binnen als buiten c. Wassen, plassen en verschonen d. Koken Onderstaande lijst helpt de veiligheid in huis te vergroten: Veiligheid m.b.t slapen: - Gebruik een goed en degelijk (camping)bedje. - Ga regelmatig kijken wanneer een kindje ligt te slapen en haal het kindje uit bed zodra het wakker is geworden. - Zodra een kindje kan zitten, de bedbodem van een bedje laag zetten. - Zorg dat er geen opstapmogelijkheden (bijv. speelgoed) in bed zijn. - Zorg bij gebruik van een campingbedje ervoor dat het bedje volledig is uitgeklapt en vergrendeld en dat er geen ruimte is tussen het matras en de wand van het bedje. Veiligheid m.b.t. spelen (binnen en buiten): - Gebruik voor het knutselen lijm en verf op waterbasis. - Voorkom schimmelgroei van planten en bloemen door geen onderzetters van hout, riet of gras te gebruiken. Reinig potten en schotels regelmatig met water en een borstel en verschoon potgrond jaarlijks. - Monteer bij veel overlast van insecten een hor voor raam(ramen)/deur(deuren).
- In buitenruimte zoet eten en drinken beperken. Rietjes gebruiken bij het drinken. - Plakkerige handen en monden bij buitenspelende kinderen meteen schoon maken. - Na het buiten spelen de kinderen controleren op teken. Tijdens wandelingen kinderen beschermende kleding laten dragen (lange broek, pet etc.). - Een vijver is afgeschermd met een hekwerk. - Er zijn geen scherpe voorwerpen in de tuin aanwezig en gereedschap is opgeborgen. - Balkon/dakterras en tuin zijn afgeschermd en afsluitbaar. Verder is de tuin voorzien van een goede omheining waar kinderen niet onderdoor kunnen of overheen kunnen klimmen. - Sluit de voordeur en doe deze op slot om te voorkomen dat de kinderen de straat op kunnen rennen. - Jonge kinderen (0-3 jaar) mogen niet zonder uw toezicht buiten spelen. - Met de oudere kinderen (4-12 jaar) maakt u afspraken over het naar buiten gaan en u bent hier alert op. - Wanneer u over speeltoestellen beschikt, zorg er dan voor dat deze veilig zijn en zorg tevens voor voldoende zachte ondergrond. - Planten die bijen of wespen aantrekken zijn afwezig of worden verwijderd. - Breng traphekjes onder en bovenaan de trap aan en leg geen spullen op de trap. - Vensters en deuren kunnen niet door de kinderen zelf worden geopend. Zorg er ook voor dat zij een geopend raam of deur niet zelf verder kunnen openen. - Alle scherp of breekbaar afval, houdt u buiten het bereik van de kinderen. - Kleine voorwerpen liggen niet binnen het bereik van kinderen. - Oudere kinderen (4-12 jaar) spelen niet met kleine voorwerpen in de buurt van kinderen onder de 3 jaar. - Schoonmaakmiddelen bergt u veilig op. Verder gebruikt u geen spuitbussen, chemicaliën met oplosmiddelen, verf, vlekkenwater, afbijtmiddel, boenwas of sterk geurende producten waar kinderen bij zijn. - Breng stopcontactbeveiligers aan. - Laden met gevaarlijke voorwerpen (messen, scharen, lucifers,etc) mogen niet door kinderen geopend kunnen worden. - Let op dat kinderen niet met een stoel of trapje alsnog bij de gevaarlijke voorwerpen kunnen komen. - Zorg ervoor dat jonge kinderen (0-3 jaar) niet zelf bij de hete kraan kunnen komen en stel de temperatuur van uw geiser of boiler wat lager af, om ongelukken voor te zijn. Maak met oudere kinderen (4-12 jaar) afspraken over het gebruik van kranen. - Voor geisers, CV-ketels en kachels is een onderhoudscontract afgesloten. De geiser heeft een afvoerkanaal naar buiten. - De ouders geven toestemming wanneer er dieren in uw woning worden toegelaten en/of wanneer u een bezoek brengt aan de kinderboerderij. - Zorg voor een degelijke en veilige box. De zijkanten zijn ten minste 60 cm hoog en de afstand van de spijlen is tussen de 4,5 – 6,5 cm. - Zet de box laag wanneer een baby kan zitten. - Laat het kind niet lange tijd alleen in de box. Veiligheid m.b.t wassen, plassen en verschonen: - Zorg voor een veilige en degelijke commode of aankleedtafel. - Houdt altijd lichamelijk contact met het kind tijdens het verschonen en/of omkleden. Veiligheid m.b.t. koken, eten en drinken: - Let er op dat kinderen geen elektrische apparaten (kookplaten, koffiezetter,etc) kunnen aanzetten zonder uw medeweten. - Vermijd het gebruik van kleedjes of tafellakens die naar beneden getrokken kunnen worden. - Gebruik voor hete thee of koffie bij voorkeur goed afgesloten thermoskannen. Verder moeten warme dranken buiten bereik van kinderen worden gehouden. - Drink geen warme drank wanneer u een kind op schoot heeft. - Het fornuis is veilig, een hete ovendeur kan worden afgeschermd en er wordt geen gasoven gebruikt. Let er op dat pannen niet van het fornuis getrokken kunnen worden. - Kinderen zijn alleen in de keuken onder uw direct toezicht. - Indien mogelijk is de deur van de keuken op slot. - Kinderen zitten nooit zonder uw toezicht in de kinderstoel en kunnen er niet uitklimmen.
Overig: - Zorg dat plastic zakken buiten bereik van jonge kinderen (0-3 jaar) worden bewaard. - Zorg ervoor dat uw EHBO-trommel compleet is en dat de artikelen in de trommel een geldige houdbaarheidsdatum hebben. - Uw wasmachine/droger staan op een plaats waar kinderen niet mogen komen.
HYGIENE Bacteriën, virussen, schimmels en andere micro-organismen zijn overal aanwezig. De meeste zijn onschuldig maar er zijn ook een aantal micro-organismen die een kind flink ziek kunnen maken. Om snel te kunnen groeien hebben micro-organismen vocht, warmte en voedsel (huidschilfers, stof, vuil) nodig. Door goede hygiënemaatregelen kun je de meeste micro-organismen wegnemen. Besteed aandacht aan de volgende punten: Algemeen: - Regelmatig handen wassen (met lauwwarm water en liefst vloeibare zeep). De kleine kinderen hierbij helpen. - Laat de kinderen na contact met dieren de handen wassen. - Regelmatig schoonmaken van materiaal en omgeving. - In geval van bloed de juiste hygiënemaatregelen nemen. - Tanden poetsen. - Leer de kinderen hoest- en niesdisciplines aan. - Gebruik voor ieder kind een eigen schone (papieren) zakdoek, washand of slab en ruim deze na gebruik meteen op. - Hang dagelijks een schone handdoek op. - De vaatdoek na gebruik met heet stromend water uitspoelen. - Bij aanbrengen van crème of zalf ter bescherming van de handen spatels, handschoenen etc. gebruiken. - Bij gebruik van een thermometer deze met water en zeep ontsmetten voor en na ieder gebruik met alcohol 70%. - Bij gebruik van een oorthermometer deze steeds opnieuw voorzien van een hoesje. - Geen zalf uit potjes gebruiken maar tubes en wegwerpflacons, tenzij de ouders iets anders meegeven. Zandbak: - Een zandbak moet regelmatig schoon gemaakt worden. - Voorkom uitwerpselen van honden en katten door een vochtdoorlatende afdekking over de zandbak te plaatsen. - Schep uitwerpselen van honden en katten met ruim zand eromheen weg. - Verschonen is noodzakelijk als er in het zand uitwerpselen van een hond of kat worden aangetroffen, die er mogelijk langer dan 3 weken in hebben gelegen. - Voorkom dat kinderen eten of drinken in de zandbak. - Laat kinderen na het spelen met zand de handen wassen. Badje (buiten): - Reinig het badje na gebruik. - Verschoon het water dagelijks of eerder bij zichtbare vervuiling. - Vul het bad met water van drinkkwaliteit. - Wanneer het badje niet meer wordt gebruikt, het badje droog opruimen. - Kleine kinderen mogen alleen onder uw toezicht in het badje spelen. Temperatuur: - De temperatuur in de verblijfsruimte instellen op 20°C en het ventilatiegedrag aanpassen wanneer de temperatuur oploopt. - Het ventilatiegedrag ook aanpassen wanneer de activiteit daarom vraagt. - De temperatuur in de verblijfsruimte regelmatig controleren en niet lager laten komen dan 17°C. - In de verschillende ruimtes temperatuursverschillen van meer dan 5°C voorkomen. - Ventilators gebruiken of deuren open zetten wanneer de temperatuur binnen oploopt tot boven
de 25°C. - Op warme dagen ’s nachts de woning ventileren. - Bij een te hoge luchtvochtigheid de oorzaak opzoeken en deze bestrijden. Flesvoeding en voedsel: - Gebruik voor ieder kind een eigen speen of fles. - Bij gebruik van (fop)spenen, de spenen schoon houden en controleren op scheuren. - Gebruik alleen eenvoudig te reinigen flessen en spoel deze meteen schoon na gebruik. - Bewaar schone flessen op hun kop op een schone handdoek. - De plaats waar (fles)voeding wordt gemaakt, moet strikt gescheiden zijn van de verschoonplek. - Restjes voedsel, melk en babyvoeding niet bewaren of hergebruiken. - Accepteer naast borstvoeding alleen zuigelingenvoeding in poedervorm. - Gebruik voor zuigelingenvoeding die bereid wordt gekookt water. - Ontdooi bevroren moedermelk in de koelkast of onder de kraan met stromend water van ongeveer 20°C. - Tijdens het voeden mag flesvoeding niet langer dan 1 uur buiten de koeling staan. - Moedermelk niet in de magnetron verwarmen. - Al klaargemaakte flesvoeding en moedermelk altijd bewaren in de koelkast. - Gebruik schoon keukenmateriaal. - Rauwe ingrediënten moeten voldoende verhit worden, tot minimaal 75°C in de kern. - Gekoelde producten moeten onder 7°C worden bewaard en kort voor gebruik uit de koelkast worden gehaald. Wanneer ze langer dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest, dan weggooien. - Controleer steeds de houdbaarheidsdatum van producten. Speelgoed: - Maak het speelgoed regelmatig schoon. - Laat kinderen geen speelgoed meenemen naar het toilet. - Speelgoed wat kinderen in de mond stoppen dagelijks reinigen. - Speelgoed voor binnen en buiten gescheiden houden. - Kapot speelgoed vervangen of weggooien. - Zieke kinderen met eigen speelgoed laten spelen. - Verkleedkleren, knuffels en stoffen speelgoed maandelijks wassen op 60°C. Slapen: - Zorg dat ieder kindje een eigen slaapzakje heeft en bij gebruik van gedeelde bedjes moet ieder kindje ook een eigen hoeslaken/onderlaken hebben. - Was de hoeslakens/onderlakens, slaapzakken en dekbedovertrekken wekelijks. - Was minimaal 1 keer per maand de dekbedden en dekens. Afval: - Gooi afval altijd meteen in de afvalbak en leeg deze dagelijks. - Kinderen niet zonder toezicht bij de afvalbakken laten. - Oudere kinderen leren omgaan met afval. Verschonen en gebruik toilet: - Kinderen laten zitten zonder de handen op de pot te zetten. - Na toiletbezoek altijd de handen wassen. - Gebruik liever geen potjes. Wanneer er wel potjes worden gebruikt, deze meteen reinigen en buiten bereik van kinderen opruimen. - Wast u ook zelf de handen na het verschonen en toiletgebruik en houdt het aankleedkussen goed schoon. - Het aankleedkussen vervangen wanneer het kussen stuk is. - Luiers na gebruik altijd in een gesloten afvalemmer of luieremmer gooien en deze iedere dag legen en schoonmaken. Letsel / ziekte / diarree / spugen: - Let op extra hygiëne ter bescherming van zowel het zieke kind, andere kinderen en uzelf. - Maak na het verschonen de verschoonplek of het toilet schoon, denk daarbij ook aan de kraan, de deurknop en de trekker.
- Draag bij het verschonen van diarree altijd latex handschoenen, gooi deze na gebruik direct weg en was de handen. Bij bloederige diarree altijd alles desinfecteren. - Draag bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd wegwerphandschoenen. - Verwijder gemorst bloed met handschoenen aan. - Was beddengoed, kleding en ander bevuild textiel direct op 60°C of hoger. - Maak de bevuilde omgeving altijd direct schoon met water en zeep. Spoel het verontreinigde oppervlak goed schoon, droog het na en desinfecteer het met ruim alcohol 70%. - Dep pus/wondvocht altijd voordat het gaat lekken. - Dek wondjes af. - Verwissel pleisters regelmatig. - Doe de bevuilde luier in een apart plastic zakje en sluit deze voor het weggooien. - Van zieke kinderen de knuffels etc. extra wassen. - Gebruik voor een ziek kind een andere handdoek en geeft zieke kinderen een eigen beker en bestek. - Wanneer een kind een koortslip heeft, zorg er dan voor dat dit kind geen anderen zoent. - Wanneer een kind gebeten is en er bloed vrij komt neem dan binnen 24 uur contact op met een arts of GGD.
Bij besmettelijke ziekten: - Zorg goed voor algehele hygiëne. - Kinderen hoeven niet persé geweerd te worden, de incubatietijd van een ziekte is vaak vele malen besmettelijker dan wanneer de ziekte is uitgebroken. Daarnaast zijn de veroorzakers (micro-organismen) veel voorkomend onder de bevolking en contact met deze ziekteverwekkers is niet te vermijden. - Wees extra zorgvuldig op de hoest- en niesdiscipline. - Ventileer extra vaak. - Voorkom contact met lichaamsvocht zoals traanvocht, speeksel, snot, braaksel, urine, ontlasting en bloed.