Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Ergotherapie Nederland, november 2014. Hieronder volgt het voorstel van Ergotherapie Nederland voor een aanpassing van de kwaliteitscriteria 2015-2020 van de Stichting Kwaliteitsregister Paramedici.
-
Individuele Professionele Ontwikkeling (IPO)
In de kwaliteitscriteria 2015-2020 is als apart onderdeel opgenomen de ‘Individuele Professionele Ontwikkeling (IPO)’. Binnen de kwaliteitscriteria 2015-2020 wordt verwacht dat de geregistreerde één maal binnen de registratieperiode het eigen professioneel handelen analyseert aan de hand van competenties en heeft dus volgens de criteria een verplichtend karakter. Hoewel Ergotherapie Nederland erkent dat IPO de deskundigheid van de individuele beroepsbeoefenaar kan bevorderen, stelt Ergotherapie Nederland deze voor de komende periode niet verplicht.
-
Bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep
Bij een beroepsvereniging staat het belang van de leden en haar vakgebied voorop. Dit is het uitgangspunt van het kwaliteitsbeleid. Het beleid is gericht op het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de individuele ergotherapeut als zorgaanbieder, maar ook op het monitoren en ontwikkelen van het beroep, en op het vergroten van de kennis en evidence middels richtlijnontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek. Gezien de huidige ontwikkelingen in de gezondheidszorg, waaronder het ontstaan van nieuwe “functies” en verschuiving van taken van de ene beroepsgroep naar de andere is het (nog meer) van belang om als beroepsbeoefenaar ook een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de profilering van het beroep. Ook de ontwikkelingen voor wat betreft de financiering van die zorg spelen daarbij een rol. Kijkende naar alle activiteiten die in de kwaliteitscriteria genoemd worden, kunnen een aantal activiteiten beschreven worden als een Bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep. “Bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep” sluit volledig aan bij de CanMEDs competenties, zoals ‘innoveren’ en ‘leren & ontwikkelen’. Het stellen van een minimaal aantal punten voor het leveren van een bijdrage stimuleert het ontwikkelen van deze competenties die ook van waarde zijn voor de kwaliteit van de individuele beroepsbeoefenaar. Daarbij heeft dit een positief effect voor de beroepsgroep. In onderstaande voorstel is dit onderscheid gemaakt, met een opzet voor een verdeling van de activiteiten. De activiteiten die geplaatst zijn bij “bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep”, zijn reeds bestaande en beschreven activiteiten, en staan in de huidige criteria al bij “overige
1
activiteiten” onder deskundigheidsbevordering. Er is dus reeds vastgesteld dat deze activiteiten een kwaliteit bevorderende werking hebben voor de individuele ergotherapeut. Ontwikkeling en profilering van ons vak zullen we met z’n allen moeten doen! Voor de criteria 2015-2020 moet voor het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep minimaal 10 punten behaald worden, en krijgt dus een verplichtend karakter. De indeling van de criteria wordt dan als volgt: A. Werkervaring B. Individueel Professionele Ontwikkeling (IPO) (zie C2) C. Deskundigheidsbevordering (totaal 160 punten in 5 jaar, waarvan 40 geaccrediteerd) C1. Bij- en nascholing (minimaal 40 punten) C2. Overige activiteiten, (minimaal 40 punten) - waarvan minimaal 10 punten voor bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep (verplicht) - eventueel10 punten voor fase 1 van IPO (niet verplicht) (Zie hieronder tabel met activiteiten)
-
Werkervaring
In de kwaliteitscriteria 2015-2020 van de Stichting Kwaliteitsregister Paramedici staat het volgende beschreven: “Alle cliënt / patiënt gebonden werkzaamheden die beschreven zijn in het beroepsprofiel van de betreffende beroepsgroep en die tevens deel uit maken van het deskundigheidsgebied zoals beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur, Wet BIG ex. art. 34 regeling van de betreffende beroepsgroep. Dit is vastgelegd in: • Besluit 231 Ergotherapeut” Dit geldt voor alle ergotherapeuten, dus behandelaars én adviseurs.
-
Dispensatieregeling Docent / onderzoeker
De huidige herintredersregeling komt niet tegemoet aan onderzoekers of docenten die na een substantieel aantal jaren werkervaring een aantal jaren geen cliënt / patiënt gebonden werkzaamheden verrichten, maar op een andere manier bezig zijn met het vak ergotherapie. Als zij na de onderzoeks- of onderwijsactiviteiten besluiten weer de zorg in te gaan, zou het onder bepaalde voorwaarden herregistratie mogelijk
2
moeten zijn met een aangepaste dispensatieregeling. Dit doet recht aan de ervaring en deskundigheid van de docent of onderzoeker. Ter vergelijking: de pas afgestudeerde ergotherapeuten zijn wel direct de eerste 5 jaar opgenomen in het kwaliteitsregister. Voorstel Dispensatieregeling Docent/ Onderzoeker indien niet voldaan wordt aan B. 1600 uur werkervaring: Indien u de afgelopen 5 jaar geen of minder uren heeft besteed aan cliënt / patiënt gebonden werkzaamheden maar andere werkzaamheden heeft verricht, kunt u in bepaalde gevallen, eenmalig gebruik maken van de dispensatieregeling om in aanmerking te komen voor de periodieke herregistratie. Voorwaarden: - De andere werkzaamheden dienen gerelateerd te zijn aan ergotherapie (i.e. ergotherapie-gerelateerd onderzoek of onderwijs) én - U dient in de minimaal 10 jaar voorafgaand aan de start van de andere werkzaamheden minimaal 5000 uur besteed te hebben aan ergotherapeutische cliënt / patiënt gebonden werkzaamheden.. Dit betekent dat u in die 10 jaar gedurende 40 weken per jaar gemiddeld 12,5 uur werkzaam bent geweest als ergotherapeut en als zodanig patiënten behandeld heeft. Dit betreft zowel de direct als indirect patiëntgebonden tijd. Én -
U voldoet aan de criteria die genoemd zijn bij C. Deskundigheidsbevordering.
Lidmaatschap beroepsvereniging Het lid zijn van een beroepsvereniging is het minimale wat een beroepsbeoefenaar kan doen om op de hoogte te worden gehouden over de ontwikkelingen binnen de beroepsgroep, en de gezondheidszorg in het algemeen, wat de kwaliteit van de individuele beroepsbeoefenaar kan vergroten. Door het lidmaatschap wordt bovendien de beroepsvereniging versterkt in de mogelijkheden om het beroep te vertegenwoordigen, te profileren en om producten (denk bijvoorbeeld aan richtlijnen, verslaglegging) te ontwikkelen, en ook dat faciliteert de kwaliteit van de individuele beroepsbeoefenaar . Voorgesteld wordt om het lidmaatschap als activiteit op te nemen in de criteria 2015-2020 (met 4 punten per jaar). Bewijs: kopie/scan van lidmaatschapspas.
3
-
Bijwonen ALV beroepsvereniging
Het bijwonen van de ALV en meedenken en beslissen over ontwikkelingen binnen de beroepsgroep en het beleid van de beroepsvereniging is een activiteit die kan bijdragen aan de deskundigheid van de beroepsbeoefenaar. Voorgesteld wordt om het bezoeken van de ALV als activiteit op te nemen in de criteria 2015-2020 (met 1 punt per bijgewoonde ALV).
-
Presentaties/publicaties
Omdat er een wezenlijk verschil is of er nationaal of internationaal gepresenteerd/gepubliceerd wordt, is het gewenst om hierin onderscheid te maken door er een ander puntenaantal aan toe te kennen. Een ander onderscheid zou kunnen zijn wetenschappelijk/niet wetenschappelijk, maar de grens hierbij is veel moeilijker te trekken. Ergotherapie Nederland stelt de volgende puntenverdeling voor: Publicaties: -
Ergotherapie gerelateerde publicatie in regionaal/niet-peer-reviewed tijdschrift/blad: 10 punten.
-
Ergotherapie gerelateerde (wetenschappelijke) publicatie in Nederlandstalig/nationaal (peer-reviewed) tijdschrift of nationale/CBO richtlijn: 15 punten.
-
Ergotherapie gerelateerde (wetenschappelijke) publicatie in Engelstalig/ internationaal (peer-reviewed) tijdschrift: 20 punten.
Presentaties:* -
Ergotherapie gerelateerde presentatie op een nationaal congres of symposium: 10 punten per presentatie.
-
Ergotherapie gerelateerde presentatie op een internationaal congres: 20 punten per presentatie.
NB: Ergotherapie gerelateerde presentatie in de eigen werkomgeving: zie ‘geven van scholing’ of ‘profileren van beroepsgroep’.
4
Tabel met activiteiten
A.
Categorie
Activiteit (uit criteria StKP 2015-2020)
Werkervaring
1600 uur patiënt / cliënt gebonden werkzaamheden per vijf jaar, behaald in minimaal 36 maanden.
Aanpassing Ergotherapie Nederland
Werkervaring B.
Individueel Professionele Ontwikkeling Reflecteren en analyseren (fase 1 IPO)
Of de CEE hiervoor te gebruiken is, moet nog worden vastgesteld.
Opstellen van een individueel ontwikkelplan (fase 2) Evalueren van de uitvoering van het ontwikkelplan (IPO fase 4) C.
Deskundigheidsbevordering
160 punten totaal in vijf jaar, waarvan 40 punten geaccrediteerd - minimaal 40 punten door bij- en nascholing - minimaal 40 punten voor overige activiteiten, waarvan - 10 punten fase 1 van IPO - IPO niet verplicht - minimaal 10 punten voor bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep
C1. Bij- en nascholing
Bij- en nascholing (wel of niet geaccrediteerd) (Is ook bijwonen van een congres) Bijwonen nationaal congres Bijwonen internationaal congres
C2. Overig algemeen
Vastgesteld moet worden welke internationale congressen voor ergotherapeuten geaccrediteerde punten opleveren Lidmaatschap Beroepsvereniging (4 punten per jaar)
5
Bezoeken van een Algemene Leden Vergadering (1 punt per keer) Leren door werken Begeleiden van stagiaires, collega’s en herintreders s Collegiale Consultatie Deelname aan intercollegiaal overleg
Hier valt ook onder: aanpassen van en implementeren van bestaande protocol, standaard of richtlijnen naar eigen situatie en organisatie
Journal club Ontwikkelen van zorgaanbod of product Meten ervaringen van patiënten, met daaraan gekoppeld PDCA-cyclus Meten behandelresultaten/ gebruik van PROMs, met daaraan gekoppeld PDCA-cyclus
bijvoorbeeld een PROM, maar dit kan ook een ander type meetinstrument zijn.
Kwaliteitszorg via PDCA-cyclus Visitatie / Audit Geven van scholing Ontwikkelen van scholing Participatie binnen een wetenschappelijk fundamenteel of toegepast onderzoek gerelateerd aan de beroepsgroep C2. Overig –bijdrage ontwikkeling beroep
Deelname aan het beroep gerelateerde commissies, platforms, (regio)bestuur van de beroepsvereniging Ontwikkeling protocollen, standaarden en richtlijnen Profileren beroepsgroep Ontwikkeling kwaliteitsinstrumenten of zorginnovaties Publiceren & presenteren
Onderscheid nationaal/internationaal ( puntenaantal)
6