KWALITEITSONDERZOEK GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Definitief rapport

KWALITEITSONDERZOEK GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Definitief rapport

een inspectierapport onderzoeksnummer: 103324 BRIN 23JA Breda, 8 december 2008

VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek dat de inspectie uitvoerde van 17 tot en met 21 april 2008 naar de kwaliteit van het onderwijs bij Grafisch Lyceum Rotterdam. Dit rapport is vastgesteld op 8 december 2008

Voorafgaand aan een kwaliteitsonderzoek stellen de Inspectie, de Auditdienst en CFI een risicoanalyse op van de instelling. Vervolgens voert de Inspectie een risicoanalyse van de instellingsonderdelen uit. Deze risicoanalyses worden besproken tijdens een jaarlijks bezoek waarna het toezichtarrangement wordt vastgesteld. Indien er bij een of meer instellingsonderdelen een kwaliteitsrisico wordt gezien, vindt daar een onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs plaats. In het kwaliteitsonderzoek gaat de inspectie vervolgens na of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit. Een kwaliteitsonderzoek kan bij instellingsonderdelen met bve onderwijs twee vormen van onderzoek bevatten: onderzoek naar de kwaliteit van één of meer instellingsonderdelen en instellingsbreed onderzoek naar de kwaliteit van een aspect. Bij bve-onderdelen waar geen risico gesignaleerd wordt, vindt geen kwaliteitsonderzoek plaats. Voor de onderdelen met vo-onderwijs kan het onderzoek bestaan uit een jaarlijks onderzoek (in de vorm van een bureauonderzoek of door een bezoek aan de vo-school), dan wel uit een periodiek kwaliteitsonderzoek. In een rapport wordt ten eerste - verkort - de uitkomst van de risicoanalyses weergegeven. Dit geeft een beeld van de risico's voor de kwaliteit van het onderwijs die de inspectie bij haar analyse gesignaleerd heeft. Ten tweede bevat het rapport de resultaten van het kwaliteitsonderzoek bij bve-onderdelen, dan wel het jaarlijks onderzoek of het periodiek kwaliteitsonderzoek bij de voonderdelen. Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school vindt niet plaats anders dan in zijn volledig vorm.

INHOUDSOPGAVE Definitief rapport ............................................................................... 1 1 SAMENVATTING............................................................................... 7 2 AANLEIDING TOT HET ONDERZOEK .................................................... 9 2.1 Uitkomsten risicoanalyse.............................................................. 9 2.2 Opzet van het onderzoek ............................................................. 9 3 Grafisch Lyceum Rotterdam vmbo ..................................................... Algemeen beeld ............................................................................ Opbrengsten ................................................................................. Wettelijke vereisten ....................................................................... Onderwijsproces............................................................................

11 12 12 12 13

4 ASPECTONDERZOEK ....................................................................... 15 5 CONCLUSIES EN VERVOLGTOEZICHT................................................ 17 BIJLAGEN .......................................................................................... 19 Het kwaliteitsprofiel van Grafisch Lyceum Rotterdam mbo..................... 19

1 SAMENVATTING

Dit rapport geeft de resultaten weer van het kwaliteitsonderzoek dat bij Grafisch Lyceum Rotterdam is uitgevoerd. Op grond van de voorafgaande analyse van risico's zijn substantiële risico's voor de kwaliteit van het onderwijs geconstateerd bij alle mbo-afdelingen van het Grafisch Lyceum Rotterdam. Vervolgens heeft de inspectie op grond van deze risicobepaling een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. in de periode van 17 tot en met 25 april 2008 Het onderzoek heeft geleid tot de volgende conclusies. Voor de vmbo-afdeling geldt dat de opbrengsten voldoende zijn. Hiervan is echter door de school geen volledige analyse gemaakt, zodat niet vast te stellen is of er sprake is van een structurele situatie. De school heeft geen vigerend schoolplan, waarmee zij niet aan de wettelijke vereisten voldoet. Met betrekking tot de mbo-afdelingen heeft de inspectie vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs bij de afdelingen Basisopleiding mediavormgeven, Mediavormgeven design, Mediavormgeven grafisch en Mediavormgeven interactief. Daarentegen is de kwaliteit van het onderwijs zwak op basis van de normen van de inspectie door te lage opbrengsten bij de afdelingen AVproductie & podiumtechniek en Printmedia & mediamanagement. De kwaliteit van het onderwijs bij de afdeling Mediatechnologie is vanwege achterblijvende opbrengsten eveneens zwak, maar bij de ICT-opleidingen op niveau 2 zeer zwak omdat daar ook het onderwijsleerproces ernstige tekortkomingen vertoont.

2 AANLEIDING TOT HET ONDERZOEK 2.1 Uitkomsten risicoanalyse Op grond van de analyse van risico's zijn substantiële risico's voor de kwaliteit van het onderwijs geconstateerd bij alle mbo-afdelingen van het Grafisch Lyceum Rotterdam en bij de vmbo-afdeling zijn geen risico's vastgesteld. Hieronder is voor de mbo-afdelingen weergegeven welke risico's zijn geïdentificeerd met een korte inhoudelijke onderbouwing. Tijdens het jaarlijks bezoek op 17 april en 28 juni 2007 is vastgesteld dat de opbrengsten van de mbo-opleidingen op niveau 4 onder het landelijk gemiddelde lagen. Op basis hiervan is toen afgesproken dat in het voorjaar van 2008 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering plaats zou vinden bij de mbo-opleidingen op niveau 4. In het afgelopen jaar is de organisatiestructuur van het Grafisch Lyceum Rotterdam gewijzigd. Op dit moment worden de navolgende afdelingen onderscheiden: Basisopleiding mediavormgeven, Mediavormgeven design, Mediavormgeven grafisch, Mediavormgeven interactief, AV-productie & podiumtechniek, Mediatechnologie, Printmedia & mediamanagement en de afdeling vmbo. De instelling heeft aan de inspectie opbrengstgegevens van het schooljaar 2006-2007 verstrekt van elk van deze afdelingen. 2.2 Opzet van het onderzoek De verstrekte opbrengstgegevens van mbo-opleidingen zijn door de inspectie geanalyseerd. Op basis van deze analyse werden risico's vastgesteld bij alle afdelingen. Vanwege de organisatieverandering en vanwege de vastgestelde risico's heeft de inspectie besloten om in plaats van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij de mbo-opleidingen op niveau 4 een kwaliteitsonderzoek uit te voeren bij alle mbo-afdelingen en voor alle opleidingen. Het onderzoek heeft bestaan uit analyse van diverse verantwoordingsdocumenten van de instelling en uit gesprekken met deelnemers, docenten en de afdelingsdirecteur van elke afdeling. De vmbo-afdeling heeft op de opbrengstenkaart 2007 voldoende opbrengsten. Sinds 1 augustus is een nieuwe directeur van deze afdeling werkzaam. Het onderzoek heeft derhalve bestaan uit een gesprek met de nieuwe directeur, waarin de opbrengsten en diverse aandachtspunten zijn besproken. Naar aanleiding van het conceptrapport heeft de instelling een uitgebreide reactie gegeven. Deze is met het bevoegd gezag besproken op 16 september 2008. Op basis hiervan is het rapport op onderdelen aangepast.

3 Grafisch Lyceum Rotterdam vmbo De vmbo-afdeling heeft voldoende opbrengsten. Er is echter geen analyse gemaakt van de opbrengsten die in voorgaande jaren onvoldoende waren. Met name het intern rendement van de onderbouw lijkt kwetsbaar. Wel heeft de school intussen maatregelen genomen om de instromende leerlingen beter te plaatsen. De verschillen tussen schoolexamen en centraal schriftelijk examen vertonen met name bij de exacte vakken en Nederlands in de kaderberoepsgerichte leerweg afwijkingen. In andere vakken zijn de cijfers van bepaalde vakken juist aan de hoge kant. Ook hier zijn geen volledige analyses van gemaakt, waardoor gerichte verbetermaatregelen niet mogelijk zijn.

4 Grafisch Lyceum Rotterdam mbo

BEOORDELING Over het algemeen is het onderwijsproces bij de verschillende afdelingen van het Grafisch Lyceum Rotterdam van voldoende kwaliteit. Bij de afdelingen Basisopleiding mediavormgeven, Mediavormgeven design, Mediavormgeven grafisch en Mediavormgeven interactief zijn de opbrengsten voldoende. Daar staat tegenover dat de opbrengsten bij de afdelingen de afdelingen AVproductie & podiumtechniek, Mediatechnologie en Printmedia & mediamanagement onvoldoende zijn. Bij deze afdelingen is de kwaliteit van het onderwijs om die reden zwak. De beoordeling is opgenomen in de bijlage van: Grafisch Lyceum Rotterdam mbo. TOELICHTING Algemeen beeld Het primaire onderwijsproces van het Grafisch Lyceum Rotterdam is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. Daarbij past wel een kritische kanttekening. Bij alle afdelingen is maatwerk binnen het onderwijs en de intake kwalitatief onvoldoende. Bij de opleiding Medewerker ICT van de afdeling Mediatechnologie is bovendien de begeleiding van deelnemers niet voldoende. De opbrengsten vertonen een wisselend beeld. De opleidingen op niveau 2 realiseren onvoldoende rendement. Bij de opleidingen op niveau 3 en 4 zijn de opbrengsten bij de verschillende afdelingen in een aantal gevallen voldoende en in andere gevallen onvoldoende. Over het geheel van de instelling zijn de opbrengsten echter onvoldoende. Opbrengsten De opbrengsten van het Grafisch Lyceum Rotterdam zijn over de gehele instelling genomen onvoldoende. Nadere analyse geeft aan dat de afdelingen Basisopleiding mediavormgeven, Mediavormgeven design, Mediavormgeven grafisch en Mediavormgeven interactief een voldoende opbrengst realiseren op de verschillende niveaus. Bij de nadere analyse is het opleidingsrendement gecorrigeerd voor de uitval in het basisjaar naar rato van de relatieve doorstroom naar de vervolgafdelingen. De percentages gediplomeerde schoolverlaters liggen rond de landelijke norm. De afdelingen AV-productie & podiumtechniek, Mediatechnologie en Printmedia & mediamanagement realiseren onvoldoende opbrengsten. Bij de afdeling Mediatechnologie zijn de percentages gediplomeerde uitstroom op alle niveaus onder landelijke norm. Bij de afdelingen AV-productie & podiumtechniek en Printmedia & mediamanagement zijn de opbrengsten van de opleidingen op niveau en 3 wel voldoende maar op de andere niveaus onder de landelijke norm. Wettelijke vereisten Het Grafisch Lyceum Rotterdam voldoet aan de wettelijke vereisten. Tegelijk met het kwaliteitsonderzoek is ook een onderzoek naar de naleving van de 850-uren norm uitgevoerd. Daarbij zijn de volgende opleidingen onderzocht: 90610 Mediatechnologie, 90400 Mediavormgever en 90603 Mediamanagement. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie er vertrouwen in dat het Grafisch Lyceum Rotterdam het schooljaar 2007-2008 voor genoemde opleidingen aan de wettelijke onderwijstijd voldoet.

Onderwijsproces Het primaire onderwijsproces bij het Grafisch Lyceum Rotterdam is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. Kerncriteria als samenhang in het onderwijsprogramma en een doelmatig en stimulerend leerproces zijn over het algemeen voldoende. Deelnemers geven ook aan tevreden te zijn over de instelling en de opleiding. Zij geven aan dat ze zich veilig voelen en over het algemeen een grote betrokkenheid van docenten ervaren. Toch passen bij deze positieve beoordeling twee kritische kanttekeningen. Bij alle afdelingen wordt uitgegaan van een programmering die gebaseerd is op het jaarklassensysteem. Daarom zijn er voor deelnemers geen mogelijkheden om hun studieduur te bekorten. Ook vertraging van de studie kan alleen als het past binnen het jaarklassensysteem. Om die reden is maatwerk in de zin van aanpassing van studietijd aan individuele behoeften van deelnemers niet aanwezig. Dit laat onverlet dat over het algemeen binnen de vaste structuur door de verschillende teams op individuele basis extra ondersteuning geboden wordt en ook tegemoet gekomen wordt aan individuele leerwensen van deelnemers. Ook het kwaliteitscriterium intake is voor het gehele Grafisch Lyceum Rotterdam onvoldoende. Weliswaar wordt bij alle afdelingen een intakeprocedure gehanteerd. Deze varieert per afdeling in de mate van uitgebreidheid. Over het algemeen blijkt de intake niet scherp genoeg te zijn om deelnemers met een verkeerd beroepsbeeld of te lage motivatie te kunnen herkennen. Dit heeft als direct gevolg dat bij het plaatsingstraject de resultaten van de intakeprocedure onvoldoende gebruikt kunnen worden om te komen tot een adequate studiekeuze. Pregnant komt dit naar voren doordat de uitval in het tweede jaar als vervolg op het basisjaar erg hoog is. Naast deze kritische kanttekeningen is opvallend dat het Grafisch Lyceum Rotterdam bij de niveau 4 opleidingen deelnemers de beroepspraktijk pas op een laat moment in de opleidingen laat ervaren. Dit leidt niet tot een onvoldoende beoordeling van het programma maar heeft wel effecten op andere aspecten. Weliswaar wordt in de voorlichting uitgebreid aandacht besteed aan informatie over beroep en studie maar doordat in de intakeprocedure het ervaren hiervan niet terug komt, dringt deze informatie niet voldoende door bij deelnemers. Bij vrijwel alle opleidingen komt contact met de beroepspraktijk in de vorm van bpv ook pas later in het opleidingstraject aan de orde. Door de nadruk op de theoretische kant van de opleiding wordt een deel van de deelnemers niet goed gemotiveerd. De opleiding Medewerker ICT van de afdeling Mediatechnologie is niet alleen onvoldoende vanwege de te lage opbrengsten maar ook omdat het onderwijsproces ernstige tekortkomingen kent. Naast de onvoldoende criteria maatwerk en samenhang is ook de begeleiding van de deelnemers tijdens het leerproces onvoldoende. De begeleiding is namelijk onvoldoende afgestemd op de mate van zelfstandigheid van deze niveau-2 deelnemers. Bovendien is er voor deze deelnemers geen inspirerend en stimulerend onderwijsproces.

4 ASPECTONDERZOEK Er is geen onderzoek uitgevoerd naar een of meer criteria van een aspect in de gehele instelling.

5 CONCLUSIES EN VERVOLGTOEZICHT

Op grond van de uitkomsten van het kwaliteitsonderzoek is het volgende vast te stellen. De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs van onvoldoende kwaliteit is bij de afdeling AV-productie & podiumtechniek, de afdeling Mediatechnologie en de afdeling Printmedia & mediamanagement vanwege onvoldoende opbrengsten. De opleiding Medewerker ICT van de afdeling Mediatechnologie is niet alleen onvoldoende vanwege de te lage opbrengsten maar ook omdat het onderwijsproces ernstige tekortkomingen kent. Het betreft hier de volgende opleiding(en): Afdeling AV-productie & podiumtechniek: AV-productie Crebonummer 90061 Podium- en evenemententechniek 4 Crebonummer 90340 Podium- en evenemententechniek 3 Crebonummer 90330 Podium- en evenemententechniek 2 Crebonummer 90320 AV-productie cameraman Crebonummer 90073 Mediavormgever audiovisueel Crebonummer 90441 Geluidstechnicus Crebonummer 93341 Lichttechnicus Crebonummer 93342 Podiumtechnicus Crebonummer 93343 Afdeling Mediatechnologie: Medewerker ICT Crebonummer 90360 Medwerker beheer ICT Crebonummer 90230 Mediatechnologie Crebonummer 90610 Mediatechnologie Webmaster Crebonummer 90612 Mediatechnologie Workflow beheer Crebonummer 90613 Afdeling Printmedia & mediamanagement: Basisnabewerker Crebonummer 10356 Basisdrukker Crebonummer 10357 Sign Crebonummer 91470 Printmedia 2 Crebonummer 92210 Printmedia Finishing Crebonummer 92211 Printmedia Press & Print Crebonummer 92212 Vellenbewerker Crebonummer 10348 Zeefdrukker Crebonummer 10349 Offsetdrukker Crebonummer 10352 Elektronisch voorbereider Crebonummer 10353 Printmedia 3 Crebonummer 90220 Printmedia Snijden Crebonummer 90224 Printmedia Vellenoffset Crebonummer 92225 Printmedia Vouwen Crebonummer 92226 Printmedia Zeefdruk Crebonummer 92227 Mediamanagement Crebonummer 90600 Mediamanagement Intermediair Crebonummer 90601

Mediamanagement Contentmanagement Crebonummer 90602 Mediamanagement Productie Crebonummer 90603 Secretariële Beroepen Crebonummer 93252 In het voorjaar van 2009 zal bij deze opleidingen een onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit plaatsvinden. De vmbo-afdeling dient per 1 januari 2009 over een actueel schoolplan te beschikken. Tevens dient de afdeling een analyse van de opbrengstgegevens te maken. Beide documenten dienen vóór 1 januari 2009 in het bezit van de inspectie te zijn. Verder zullen komend jaar opnieuw risicoanalyses plaatsvinden. Dat kan tot een nieuw kwaliteitsonderzoek leiden.

BIJLAGEN

In de waardering van de criteria is tot uitdrukking gebracht in welke mate de criteria bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1. slecht; 2. onvoldoende; 3. voldoende; 4. goed; 5. niet van toepassing.

Het kwaliteitsprofiel van Grafisch Lyceum Rotterdam mbo Afdeling Basisopleiding Mediavormgeven

Kwaliteitsaspect: Wettelijke vereisten 1

2

3

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5

Wettelijke vereisten

Kwaliteitsaspect: Programma 1

2

3

Samenhang Maatwerk Programmatijd Voorzieningen

Kwaliteitsaspect: Leerproces 1

2

3

Leertijd Werkvormen Studiebegeleiding

Kwaliteitsaspect: Trajectbegeleiding 1

2

3

Intake Loopbaanbegeleiding Samenwerking Registratie

Kwaliteitsaspect: Omgang en veiligheid 1

2

3

Bejegening Veiligheid

Kwaliteitsaspect: Rendement beroepsonderwijs 1 Rendement niveau 2 Rendement niveau 3 Rendement niveau 4 Extern rendement

2

3

Afdeling Mediavormgeven Grafisch


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3

4

5

4

5



2

3

Afdeling Mediavormgeven Design


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3

4

5

4

5



2

3

Afdeling Mediavormgeven interactief


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3

4

5

4

5



2

3

Afdeling AV-productie & podiumtechniek


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3



2

3

Afdeling Printmedia & mediamanagement


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3



2

3

Afdeling Mediatechnologie


2

3

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5

4

5



2

3



2

3



2

3



2

3



2

3

KWALITEITSONDERZOEK GRAFISCH LYCEUM ROTTERDAM Definitief rapport

Recommend Documents