Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015 - 2017
Situering van de Kwaliteitscode
In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten en hogescholen de mogelijkheid om aan te tonen dat ze de volledige verantwoordelijkheid voor het borgen en verbeteren van de kwaliteit van hun opleidingen opnemen. In tegenstelling tot de instellingreview in combinatie met opleidingsvisitaties nemen de instellingen hier de regie van deze kwaliteitsborging volledig in eigen handen en laten die regie beoordelen. Deze Kwaliteitscode bepaalt de algemene uitgangspunten waaraan deze regie moet beantwoorden en hoe de instelling hierover verantwoording zal moeten afleggen.
Afstemming op Europese referentiekaders
Deze aanpak past in een breder kader van kwaliteit en kwaliteitszorg in het hoger onderwijs in Europa. Daarom verzorgt de Kwaliteitscode, ten eerste, de aansluiting bij de herziene Standards and Guidelines for Quality Assurance in the European Higher Education Area (ESG). Deze kunnen worden beschouwd als de huidige Europese eisen ten aanzien van kwaliteit en kwaliteitszorg in het hoger onderwijs. Ten tweede, en in aansluiting bij de ESG, is de borging van opleidingskwaliteit onmogelijk zonder de actieve betrokkenheid van interne en externe stakeholders, en van onafhankelijke, externe peers en experten. Ten derde verwijst de Kwaliteitscode naar de Vlaamse Kwalificatiestructuur en de Europese kwalificatieraamwerken. In dit verband zijn ook de voorwaarden die gelden voor de toegang tot bepaalde ambten of beroepen een belangrijk aandachtspunt. Tot slot, en evenzeer overeenkomstig de ESG, wil deze Kwaliteitscode benadrukken dat publieke transparantie een essentieel onderdeel is van de door de instellingen geregisseerde kwaliteitsborging van de opleidingen.
De regie-pilots
De regie van de kwaliteitsborging van de opleidingen wordt in de periode 20152017 via pilots ontwikkeld. Deze pilots omvatten zowel de visie en de aanpak van de regie als de concrete toepassing op een aantal opleidingen. De instellingen bepalen zelf welke opleidingen deel uitmaken van hun regie-pilot. De vormgeving van deze pilots kan van kleinschalig (groep opleidingen, departement/faculteit) tot instellingsbreed. Bovendien kan de regie ook gedifferentieerd worden, onder meer door het hanteren van verschillende beoordelingscycli, door een specifieke focus op kwaliteitskenmerken, door een variatie in de (mate van) betrokkenheid van stakeholders en externen.
De uitgebreide instellingsreview
pagina 3
Deze Kwaliteitscode vormt een aanvulling op het Kader instellingsreview 20152017 en is enkel van toepassing op de uitgebreide instellingsreview. De reguliere instellingsreview beoordeelt het onderwijsbeleid, de kwaliteitscultuur en de kwaliteitszorg van de instelling. Een reviewcommissie zal in het kader van die instellingsreview processen en procedures beoordelen die deze elementen betreffen. Daarbij volgt deze commissie een horizontale en een verticale reviewtrail. De reguliere instellingsreview wordt echter uitgebreid voor instellingen die ervoor kiezen de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteitsborging van hun opleidingen en met name regie-pilots ontwikkelen. Die uitbreiding neemt de vorm aan van een derde review-trail.
NVAO | Kwaliteitscode 2015 - 2017
De derde review-trail
In de derde review-trail ligt de focus uitsluitend op de borging van de opleidingskwaliteit en meer bepaald op de regie van die kwaliteitsborging door de instelling. De reviewcommissie toetst via de derde review-trail niet de kwaliteit van de opleidingen zelf, maar richt zich op de regie uitgevoerd door de instelling. De reviewcommissie maakt daarbij gebruik van de resultaten en uitkomsten die de instelling ter onderbouwing aanreikt. Deze resultaten en uitkomsten kunnen verschillende vormen aannemen, zoals bijvoorbeeld interne rapporten, rapportages van stakeholders, feedback van peers/experts, benchmarking-oefeningen, uitkomsten van bevragingen, enzovoort. Het is aan de instelling om hier de vorm te kiezen die het best past bij (de kwaliteitscultuur van) de instelling.
De kenmerken van kwaliteitsvolle hogeronderwijsopleidingen
De ESG bevat elementen met betrekking tot zowel kwaliteitszorg als kwaliteit van het onderwijs. Binnen het Kader Instellingsreview 2015-2017 komen de kwaliteitszorgelementen aan bod. Tijdens de derde review-trail hanteert de reviewcommissie daarom enkel de elementen uit de ESG die de kwaliteit van opleidingen beschrijven. Deze elementen zijn in de Kwaliteitscode opgenomen als de kenmerken van kwaliteitsvolle hogeronderwijsopleidingen volgens de ESG, m.a.w. kwaliteitskenmerken. Deze kwaliteitskenmerken zijn geen standaarden waaraan voldaan moet worden en ze worden dus niet apart beoordeeld. Ze vormen die elementen uit de ESG die betrekking hebben op de kwaliteit van onderwijs. Ze zijn als zodanig een leidraad voor enerzijds de instellingen bij het uitbouwen van hun regie en anderzijds de reviewcommissie bij het beoordelen van die regie. Tijdens de beoordeling van die regie gaat de reviewcommissie na hoe deze elementen ingebed zijn in de eigen regie. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de reviewcommissie zelf opleidingen gaat beoordelen aan de hand van deze kenmerken. De kwaliteitskenmerken vormen het laatste onderdeel van deze Kwaliteitscode.
Stakeholders, peers en experten betrekken
Door enerzijds interne en externe stakeholders en anderzijds externe en onafhankelijke peers (uit het vakgebied) en experten (met bijvoorbeeld onderwijsdeskundigheid of professionele deskundigheid) te betrekken, kunnen kwaliteitskenmerken van opleidingen op een gezaghebbende manier aantoonbaar worden gemaakt. De opleiding bepaalt zelf wie de relevante stakeholders, peers en experten zijn. Continue en systematische betrokkenheid van bovenstaande groepen kan verschillende vormen aannemen. Stakeholders, peers en/of experten kunnen betrokken worden bij de onderbouwing van een, enkele of alle kwaliteitskenmerken van een opleiding. Het is niet noodzakelijk dat elke groep een onderbouwing levert van elk van de kwaliteitskenmerken van een opleiding.
De regierapportage
Voorafgaand aan de derde review-trail ontvangt de reviewcommissie een regierapportage van de instelling. Deze kan geïntegreerd worden in de kritische reflectie zoals voorzien in het Kader Instellingsreview 2015-2017 of ze kan apart worden aangeleverd. In de rapportage geeft de instelling aan hoe zij de regie vorm geeft, of de regie gedifferentieerd wordt, welke opleidingen deelnemen aan de pilot, en in welke mate de regie in die opleidingen gerealiseerd wordt.
pagina 4
NVAO | Kwaliteitscode 2015 - 2017
Voor de reviewcommissie is de regie-rapportage, en dus het door de instelling uitgewerkte concept van de regie, leidend. De beoordeling
Kwaliteitskenmerken
Voor de beoordeling van de pilot hanteert de reviewcommissie de regie-rapportage en de resultaten en uitkomsten die de instelling aanbiedt. De rapportage geeft de commissie de mogelijkheid om gericht te focussen en de regie te toetsen in relatie tot de mate van realisatie. De hierbij betrokken resultaten en uitkomsten moeten niet op voorhand aan de commissie worden aangeleverd. Ze moeten ter beschikking worden gesteld tijdens het locatiebezoek van de commissie. Over de bevindingen in de derde review-trail zal de reviewcommissie een afzonderlijk, op verbetering gericht rapport uitbrengen. Dit rapport zal geen eindoordeel bevatten en niet geïntegreerd worden in het evaluatierapport van de instellingsreview. De instelling krijgt de gelegenheid om binnen een termijn van vijftien kalenderdagen te reageren op feitelijke onjuistheden in het rapport. Daarna volgt definitieve besluitvorming (ten aanzien van rapport en aanbevelingen) door de NVAO. Tegen dit voornemen tot besluit is (intern) bezwaar bij de NVAO en (extern) beroep mogelijk. Slechts na afronding van alle instellingsreviews publiceert de NVAO een algemene evaluerende rapportage en alle onderliggende rapporten over enerzijds de instellingsreviews en anderzijds de pilots. Uit de ESG zijn volgende kwaliteitskenmerken ter staving van de regie van de kwaliteitsborging van de opleidingen afgeleid: -
-
-
pagina 5
De leerresultaten van de opleiding vormen een heldere en opleidingsspecifieke invulling van de internationale eisen met betrekking tot niveau, inhoud en oriëntatie. Het curriculum van de opleiding sluit aan bij de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied, houdt rekening met de ontwikkelingen in het werkveld en is maatschappelijk relevant. De voor de opleiding ingezette docenten bieden de studenten optimaal de mogelijkheid om de leerresultaten te behalen. De opleiding biedt studenten adequate en gemakkelijk toegankelijke voorzieningen en studiebegeleiding. De onderwijs-leeromgeving stimuleert de studenten om een actieve rol te spelen in het leerproces en draagt bij tot een vlotte studievoortgang. De beoordeling van studenten weerspiegelt het leerproces en concretiseert de beoogde leerresultaten. De opleiding verstrekt volledige en gemakkelijk leesbare informatie over alle fasen van de studieloopbaan. Informatie over de kwaliteit van de opleiding is publiek toegankelijk.
NVAO | Kwaliteitscode 2015 - 2017
Bijlage: bron van de kwaliteitskenmerken Via de kwaliteitskenmerken wordt de relatie gelegd met de herziene Standards en Guidelines for Quality Assurance in the European Higher Education Area (ESG). Het gaat meer bepaald over de elementen uit de Standards en uit de Guidelines die duidelijk verwijzen naar de kwaliteit van opleidingen en niet naar kwaliteitszorgprocedures of -processen. a) De leerresultaten van de opleiding vormen een heldere en opleidingsspecifieke invulling van de internationale eisen met betrekking tot niveau, inhoud en oriëntatie. ESG 1.2. Design and approval of programmes b) Het curriculum van de opleiding sluit aan bij de meest recente ontwikkelingen in het vakgebied, houdt rekening met de ontwikkelingen in het werkveld en is maatschappelijk relevant. ESG 1.2. Design and approval of programmes ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment ESG 1.9. On-going monitoring and periodic review of programmes c) De voor de opleiding ingezette docenten bieden de studenten optimaal de mogelijkheid om de leerresultaten te behalen. ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment ESG 1.5. Teaching staff d) De opleiding biedt studenten adequate en gemakkelijk toegankelijke voorzieningen en studiebegeleiding. ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment ESG 1.6. Learning resources and student support ESG 1.9. On-going monitoring and periodic review of programmes e) De onderwijs-leeromgeving stimuleert de studenten om een actieve rol te spelen in het leerproces en draagt bij tot een vlotte studievoortgang. ESG 1.2. Design and approval of programmes ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment f)
De beoordeling van studenten weerspiegelt het leerproces en concretiseert de beoogde leerresultaten. ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment ESG 1.9. On-going monitoring and periodic review of programmes
g) De opleiding verstrekt volledige en gemakkelijk leesbare informatie over alle fasen van de studieloopbaan. ESG 1.3. Student-centred learning, teaching and assessment ESG 1.4. Student admission, progression, recognition and certification ESG 1.8. Public information h) Informatie over de kwaliteit van de opleiding is publiek toegankelijk. ESG 1.8. Public information ESG 1.9. On-going monitoring and periodic review of programmes
pagina 6
NVAO | Kwaliteitscode – Vlaadneren 2015 - 2017