Kwaliteitsafspraken ROC Nijmegen
roc-nijmegen.nl
Kwaliteitsafspraken ROC Nijmegen
2
Inhoud Inleiding .....................................................................................................................................................5 1
Missie, ambitie, visie en kernwaarden ...............................................................................7
2
Verantwoording.......................................................................................................................... 9
3
Strategische koers ROC Nijmegen...................................................................................... 13
4
Professionalisering ................................................................................................................... 15
5
Intensivering onderwijs in Nederlands en rekenen .................................................. 23
6
Bevorderen kwaliteit en beschikbaarheid BPV ............................................................ 25
7
Terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV) ....................................................29
8
Verbeteren van studiewaarde ........................................................................................... 33
9
Begroting kwaliteitsplan ROC Nijmegen .........................................................................35
10
Excellentie ................................................................................................................................... 37
3
4
Inleiding In voorliggend kwaliteitsplan laten wij zien waar ROC Nijmegen in de komende jaren de nadruk legt. De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan de onderwijskwaliteit, scholing van personeel en inrichting van onze processen. Dit werpt vruchten af, in de vorm van onder andere studenttevredenheid, rendementen, vsv en inspectierapporten. We staan nu aan de vooravond van een nieuwe fase, waarin we samen met ons werkveld het onderwijs van de toekomst gaan inrichten op basis van de nieuwe kwalificatiedossiers. Hierbij zetten we sterk in op onderwijsinnovatie en de verbinding met het werkveld: de verbinding tussen buiten- en binnenschools leren. Dat doen we niet alleen: co-creatie met het werkveld rondom BPV- en bedrijfsopdrachten is en blijft een essentieel uitgangspunt. Ook in de professionalisering van ons personeel besteden we hier aandacht aan. Daarnaast willen we vraag en aanbod van BPV beter op elkaar afstemmen. Ook in onze samenwerking met het voortgezet onderwijs, zijn we een nieuw hoofdstuk gestart. We onderkennen gezamenlijk het belang van 21th century-skills voor de studenten van morgen, die overmorgen een dynamische arbeidsmarkt betreden. We hebben afspraken gemaakt over een regionale benadering van LOB, zowel voor reguliere als voor onze kwetsbare studenten. Met de kwaliteitsafspraken kunnen we dan ook de ruimte creëren die nodig is om een dergelijke verandering ook daadwerkelijk tot in de haarvaten van het onderwijs in te voeren. ROC Nijmegen handhaaft haar huidige missie, visie, ambitie en kernwaarden voor de periode 2016 – 2018 Momenteel herijken wij ons meerjarenplan voor de periode tot 2018. Op basis daarvan zijn de doelstellingen voor 2016 licht aangepast voor 2018. In het (concept) meerjarenplan 2018 worden die aangepaste doelstellingen opgenomen.
Namens het College van bestuur, Drs. J.C.J.M. Berben, Voorzitter Nijmegen, april 2015
Disclaimer In navolging van artikel 6 lid 2 van de overeenkomst Kwaliteitsafspraken mbo hecht ROC Nijmegen er aan te benadrukken dat indien exogene ontwikkelingen, die van invloed zijn op het kwaliteitsplan of op de situatie van de instelling, daartoe aanleiding geven, partijen zoals genoemd in de Overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo in overleg kunnen treden over wijziging of (al dan niet) voortzetting van het kwaliteitsplan. Hiermee wordt geborgd dat een instelling niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van het kwaliteitsplan op het moment dat er zich inhoudelijke, beleidsmatige en/of budgettaire ontwikkelingen voordoen. Indien genoemde ontwikkelingen zich voordoen kan het in alle redelijkheid niet van de instelling gevergd worden de doelstellingen in het plan te realiseren. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal dan ook in overleg moeten worden getreden om tot andere c.q. bijgestelde afspraken te kunnen komen.
5
6
1
Missie, ambitie, visie en kernwaarden
Koers 2018
ROC Nijmegen streeft naar de perfecte match tussen het talent van de student en de vraag van de regio. We zorgen voor de juiste studiekeuze en begeleiding voor iedere student. We investeren in de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het onderwijs en beschouwen de inspectienormen als ondergrens. Door intensieve relaties met de regionale overheden en de ‘captains of industry’, slimme partnerships en werkelijke co-creatie met de werkvelden dwingen we kansen af voor onze studenten. Zo zijn we ook in de toekomst relevant voor onze studenten en stakeholders. Dit is de strategie van ROC Nijmegen. Het beeld voor 2018.
Onze Missie
ROC Nijmegen: de school die je de kans biedt om succesvol mee te doen, nu en later.
Ambitie
De perfecte match tussen het talent van de student en de vraag van de regio.
Studentensucces is ons succes Onze studenten en cursisten vormen de spiegel van onze prestaties. Hun succesverhalen zijn het resultaat van kansrijk, uitdagend onderwijs. ‘Kansrijk’ omdat we willen dat onze studenten mee kunnen doen in het leven, in een economisch sterke regio met een positief arbeidsmarktperspectief. Ons onderwijs sluit aan op de praktijk, waarbij theorie en praktijk vloeiend in elkaar overgaan. Op alle fronten en voor alle niveaus staan ‘ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen’ centraal. ‘Uitdagend’ omdat we onze studenten willen prikkelen, maar ook omdat de geboden kansen niet vrijblijvend zijn. Kansen moet je pakken. Daarom ligt het accent op een ondernemende, respectvolle en lerende grondhouding.
Co-creatie: samen maar niet vrijblijvend Bedrijfsleven en werkvelden vormen samen onze levensader. Wij zorgen voor de onderwijskundige inhoud en de pedagogisch-didactische expertise. De werkvelden zorgen voor relevantie en perspectief. Ze zijn betrokken bij de ontwikkeling van het portfolio en bij de uitvoering van het onderwijs. We spreken elkaars taal en vormen een sluitend netwerk. Werken en leren schuiven in elkaar. Co-creatie noemen we dat. Structurele samenwerking in een duurzaam partnership met heldere afspraken en commitment, altijd gericht op het vergroten van de kansen voor onze student. Daarom zijn we voor de werkvelden een ‘preferente partner’. De principes van co-creatie en partnership zijn eveneens van toepassing op onze samenwerking in de regio met vmbo en hbo.
School of life verbindt Onze medewerkers vormen onze grootste succesfactor. We voelen dat we ertoe doen en doen volop mee. Net zoals onze studenten. De waarden uit de ‘school of life’ verbinden ons. Dus delen we onze expertise en werken we samen aan het succes van onze studenten. We nemen initiatief en steken onze nek uit. We maken fouten, leren daarvan en voelen ons veilig genoeg om dat te doen. Er is zorg en zakelijkheid; passie en professionaliteit. Met ruimte voor ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen. En ruimte voor alle leeftijdsgroepen. Maar net zoals voor de student is dit commitment ook niet vrijblijvend. Wat het ons oplevert is trots en verbinding. En dat dragen we uit.
Visie op het onderwijs − − − − − −
Ons onderwijs biedt (loopbaan)perspectief. We bieden kansen voor de ontwikkeling van ieders talent. Leren en werken zijn onlosmakelijk verbonden. Opleiden doen we samen met werkvelden in de regio. Wij zijn professionals die up-to-date zijn en blijven. Met aandacht, respect en passie zijn we een voorbeeld voor onze student.
7
Onze kernwaarden
Wat we onze studenten bieden zijn opleidingen, trainingen en cursussen voor mbo, vavo en basiseducatie. Wat we onze studenten en cursisten daarentegen beloven is de kans om succesvol mee te doen, nu en later. Participatie in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Onze maatschappij vraagt namelijk om mensen die op alle fronten mee kunnen doen. Daarom vindt ROC Nijmegen deze belofte zo belangrijk. Middels relevante ontmoetingen -met elkaar, met lesstof, docenten en werkvelden- ontdekken onze studenten zichzelf en de wereld om hen heen. Ze verleggen hun grenzen en ontwikkelen hun kennis en kunde. Daarmee ontwikkelen ze hun kijk op de wereld en hun kansen daarin. De merkessentie van ROC Nijmegen is dan ook: Meedoen: Samen op weg naar studentsucces, met volop ruimte voor ieders talent en inzicht. Ondersteund door onze kernwaarden: Ontmoeten: Altijd open voor contact – op zoek naar verrijking voor alle betrokkenen. Ontdekken: Ontdekken is leren en lef hebben en daarmee grenzen verleggen Ontwikkelen: Gretig op vooruitgang en het creëren van kansen, altijd met het oog op de missie en de ambitie.
8
2 Verantwoording 2.1 Motivatie voor thema’s ROC Nijmegen kiest ervoor om met dit Kwaliteitsplan aan te sluiten bij de landelijke thema’s: − Professionalisering (inclusief examenfunctionarissen) − Intensivering onderwijs in Nederlandse taal en rekenen − Bevorderen kwaliteit en beschikbaarheid BPV-plaatsen − Terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV) − Verbeteren van studiesucces/studiewaarde − Stimuleren van excellentie De kwaliteitsthema’s vormen een samenhangend geheel, schematisch weer te geven als volgt:
Inzetten op
Heeft effect op de verhoging kwaliteit van
en heeft als outcome
HR-beleid
Onderwijs
Meer tevredenheid
Professionalisering Onderwijzend Personeel
Taal en Rekenen
Minder VSV
Professionalisering Examenfunctionarissen
BPV
Meer rendement
Bekw. managers
Examingering
2.2 Totstandkoming kwaliteitsplan Het kwaliteitsplan is in meerdere stappen tot stand gekomen. Na een eerste inventarisatie van de thema’s (directieniveau) is een concept uitwerking van de analyse opgesteld. Deze analyse bestaat uit een terugblik (waar komen we vandaan?) en een beginsituatiebeschrijving (waar staan we nu?). Deze beschrijving is gedeeld en aangevuld door de direct betrokkenen (projectleiders, directeuren, managers). Tijdens een tweedaagse managementbijeenkomst is inhoud gegeven aan de stip op de horizon voor de roc doelstellingen 2018. Deze doelstellingen zijn nauw verbonden met de thema’s uit het kwaliteitsplan. Een tweetal thema’s zijn specifiek besproken, namelijk BPV-uitgangspunten voor beleid en het thema studiewaarde. Het voorliggende document is gedeeld en ter advisering voorgelegd aan de Raad van Toezicht (commissie Q), de Ondernemingsraad en de Studentenraad. Het is ook besproken in de Campusbaan Advies Raad (CAR) en het bestuur van Technovium. We betrekken deze partijen ook bij de jaarlijkse evaluaties.
2.3 Monitoring en verantwoording In het geïntegreerd jaardocument leggen we verantwoording af over de voortgang van het strategisch meerjarenplan (SMJP) en het daaraan gerelateerde kwaliteitsplan van ROC Nijmegen. We beschrijven de resultaten die we hebben bereikt en geven weer welke middelen we hiervoor hebben (jaarrekening). Het kwaliteitsplan is een (gedeeltelijke) uitwerking van het strategisch meerjarenplan (SMJP). Deze documenten beschrijven op strategisch niveau de ambities waarmee ROC Nijmegen de komende jaren aan de slag gaat. Onderstaand schema laat de onderlinge samenhang zien in onze planningsdocumenten en sturingsinstrumenten.
9
Operationeel dagelijks
Tactisch operationeel
Strategisch tactisch
Strategisch
SMJP Kwaliteitsplan Concernplan ROC Nijmegen
Outcome indicatoren
Management contract
Prestatie indicatoren
Team jaarplan
Sturings variabelen
Dagelijkse signalering
De interne sturing en bewaking vindt plaats binnen de integrale Planning & Control cyclus, waarin de directeuren vier keer per jaar rapporteren over de voortgang, risico’s en resultaten van het managementcontract op directieniveau. Dit contract is een vertaling van het strategisch meerjarenplan en het kwaliteitsplan van ROC Nijmegen naar de eigen directie. Hierin zijn de doelstellingen vanuit de kwaliteitsafspraken vertaald naar de specifieke situatie van de betreffende (onderwijs)directie. De onderwijsteams geven in hun teamjaarplannen invulling aan de ambities van het roc (waaronder de kwaliteitsafspraken) en de richting die de onderwijsdirectie voor de komende periode heeft bepaald. Ze beschrijven hierin ook de relatie met het werkveld, evenals de ontwikkelbehoefte van de studenten en de docenten. De voortgang van de teamjaarplannen en de resultaten van het team zijn onderwerp van gesprek in het management overleg (MT) van de onderwijsdirectie, met de bedoeling van en met elkaar te leren. Ook komen de teamjaarplannen aan de orde in de voortgangsgesprekken van de onderwijsdirecteur en teammanager. De bij het SMJP en de kwaliteitsafspraken behorende resultaten zijn veelal ‘outcome’ variabelen die belangrijk zijn om onze maatschappelijke doelstellingen te behalen en uit te leggen. Ze liggen echter niet (volledig) binnen de directe invloedssfeer van ROC Nijmegen of worden te weinig frequent gemeten om tijdige bijsturing mogelijk te maken. Daarom zijn deze indicatoren geconcretiseerd naar prestatie indicatoren. Deze zijn door de directies te beïnvloeden, ze kunnen er tussentijds op (bij)sturen.
10
Binnen de integrale planning & control cyclus is behoefte aan managementinformatie, afgestemd op de informatiebehoefte (prestatie indicatoren) van de gebruiker (strategisch/tactisch/operationeel). Bij de inrichting van het nieuwe managementinformatiesysteem geven we invulling aan deze differentiatie door middel van een dashboard dat hierop is afgestemd. De managementinformatie is daarbij integraal onderdeel van het planning & control proces. Op deze manier is tussentijdse sturing op tactisch/strategisch niveau beter mogelijk. We kunnen verbanden leggen tussen kort cyclische indicatoren en de lange(re) termijn outcome variabelen. Zo wordt preventie in een nieuwe situatie en continue leren van andere teams (die op een bepaald gebied beter presteren) eenvoudiger. In het kwaliteitsplan is gekozen voor een beperkt aantal harde indicatoren, die ook in de KPI set voor het strategische meerjarenplan zijn opgenomen, te weten VSV, Studiewaarde, BPV- en % scholingskosten. De normering voor deze indicatoren volgt uit het strategisch meerjarenplan of de analyse van de nog te ontvangen nulmetingen BPV en Studiewaarde. In het meten van de voortgang op het gebied van beroepspraktijkvorming (BPV) hebben we ervoor gekozen aan te sluiten bij de landelijke BPV-monitor, waarin leerbedrijven wordt gevraagd naar hun tevredenheid over de BPVbegeleiding en -voorbereiding van onze studenten en de samenwerking met ROC Nijmegen in het algemeen. Dit instrument is nog in ontwikkeling. Daarom is er nog geen concreet gedefinieerde indicator en normering opgenomen in de BPV-paragraaf van dit kwaliteitsplan. Voor het meten van de mate waarin studenten hun BPV waarderen, sluiten we aan bij de JOB monitor. De waardering van studenten en werkveld nemen we in gezamenlijkheid op in de nog te ontwikkelen KPI’s. De indicator studiewaarde is pas zeer recent gedefinieerd. ROC Nijmegen heeft eind maart de eerste indicatieve meting ontvangen van het ministerie van OC&W. Deze resultaten zijn nog lastig te herleiden (mede vanwege kleine aantallen gediplomeerden per opleiding) . Daarom zetten we eerst in op het analyseren van de verschillen tussen domeinen en niveaus en de aanpak van (bijvoorbeeld) inschrijving & begeleiding van studenten. Vervolgens bezien we welk effect deze maatregelen hebben op de toegevoegde (studie)waarde van ons onderwijs. Dit maakt het nu onmogelijk om een afspraak te maken over de beoogde studiewaarde in de komende jaren. Deze volgt in een van de volgende bijstellingen van het kwaliteitsplan. Voor beide indicatoren verwachten we dat in de bijstelling van het kwaliteitsplan voor 2016 bekend moet zijn waar we dan staan (nulmeting) en welke ambitieuze (realistische) doelstelling we nastreven voor de komende jaren.
2.4 Aanpak kwaliteitsplan: cyclisch werken Planvorming, uitvoering en check op de resultaten en het formuleren van verbetermaatregelen vindt plaats binnen een cyclisch proces (PDCA). De planvorming is gedreven door ambitie en urgentie vanuit ontwikkelingen in de externe en/of interne omgeving. De beschrijving van de context met actuele ontwikkelingen is dan ook altijd het vertrekpunt in de team- en directieplannen en het strategisch meerjarenplan. Daar zijn ook de beoogde resultaten beschreven. De beschrijving van themagebieden vindt plaats via PDCA stappen: – een terugblik (‘waar komen we vandaan?’). – de beginsituatie (‘waar staan we nu?’), waarin we terugkijken op deze uitgevoerde fase (samenvattend: wat heeft de vorige fase opgeleverd, wat hebben we ervan geleerd en wat zijn werkzame principes gebleken?). – de ambities voor de komende jaren 2015 – 2018 (‘wat gaan we doen?’).
11
Normen en targets regelmatig evalueren en bijstellen
Normen en targets vaststellen
ACT CHECK
PLAN DO
Elkaar aanspreken op positieve en negatieve prestaties
Informatie consequent gebruiken voor analyse en actie
Borgen
Continue verbetering
Informatie gebruiken om te verbeteren en innoveren
12
3 Strategische koers ROC Nijmegen 3.1 Strategisch meerjarenplan Hieronder is in een schematische weergave de ambitie, visie en doelstellingen van ROC Nijmegen weergegeven uit het strategisch meerjarenplan 2015 – 2018.
Ambitie 2018: De perfecte match tussen het talent van de student en de vraag van de regio Visie
Doelstellingen 2015 – 2018
Het resultaat is..
Dit betekent dat…
Ons onderwijs biedt loopbaanperspectief
Bij ROC Nijmegen volgt en voltooit iedere student de juiste opleiding of cursus
Voorafgaand aan inschrijving, heeft iedere student zich grondig georiënteerd op zijn opleiding op cursus en op de branche. Hij kent zichzelf en weet welke talenten worden aangesproken. Het roc kent de student al voordat hij start met de opleiding. Samen hebben we er vertrouwen in dat de student een redelijke kans heeft het diploma te behalen. Tijdens de opleiding hebben we de begeleidingsbehoefte in beeld en kunnen we hierin, eventueel met ketenpartners, voorzien.
Bij ROC Nijmegen werken wij samen aan jouw toekomst.
ROC Nijmegen werkt continue aan de verbetering van de onderwijskwaliteit van haar opleidingen
Om aantrekkelijk en doordacht onderwijs aan te kunnen bieden, is er een pedagogische visie en een didactisch concept waarmee iedere doelgroep uit de voeten kan. Dit in relatie met de juiste onderwijslogistiek, onderwijsinhoud en verbinding met het werkveld.
Bij ROC Nijmegen herken je één (doordachte) onderwijsvisie in het dagelijks handelen van docenten; zij checken dit continu in een feedbackloop. (kwaliteit is de docent in de klas)
Het opleidingenportfolio van ROC Nijmegen biedt de student/cursist kansen op werk en vervolgopleidingen in onze regio
In het huidige tijdsgewricht, is het niet eenvoudig om de juiste opleiding te kiezen. Niemand kan in de toekomst kijken, maar het is wel duidelijk dat beroepen aan verandering onderhevig zijn: iedereen leert door. ROC Nijmegen volgt de ontwikkelingen op de voet, en stelt een opleidingsaanbod vast dat de meeste kans geeft op werk of vervolgopleiding. Het werkveld participeert actief in het verzorgen van deze opleidingen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: gemotiveerde studenten en tevreden werkveld.
ROC Nijmegen geeft de student de mogelijkheid om skills te ontwikkelen om een leven lang te kunnen leren en werken.
ROC Nijmegen is een onderscheidende, toekomstgerichte, lerende organisatie
De doelstellingen vragen iets van de organisatie en vooral van haar personeel. Om ook op de langere termijn verzekerd te zijn competente en ondernemende professionals, voert het roc een aantrekkelijk hrm-beleid. Werknemers krijgen ruimte en waardering voor het nemen van initiatieven. Zo werken we een toekomstgerichte, lerende organisatie.
Bij ROC Nijmegen werken ondernemende innovatieve medewerkers die voortdurend bezig zijn zichzelf, de organisatie en het onderwijs te verbeteren (en daarmee betekenisvol te zijn voor de student).
We bieden kansen voor de ontwikkeling van iéders talent
Leren en werken zijn onlosmakelijk verbonden
Opleiden doen we samen met de werkvelden in de regio
Wij zijn professionals die up-to-date zijn en blijven
Met aandacht, respect en passie zijn we een voorbeeld voor onze student
13
3.2 Kwaliteitsplan in relatie tot concernplan 2015 De ambities, perspectieven en concrete resultaten, verwoord in het concernplan 2015, dekken grotendeels de themagebieden van het Kwaliteitsplan. In schema:
Doelstelling 1
Doelstelling 2
Doelstelling 3
Doelstelling 4
Professionalisering BPV Intensivering T&R VSV Studiewaarde Excellentie
Thema’s die niet expliciet zijn opgenomen in het concernplan 2015, maar zijn ondergebracht bij de doelstellingen betreffen: − Taal en rekenen; − Studiesucces/waarde. Voor taal en rekenen geldt dat het speerpuntbeleid van de afgelopen jaren nu de fase van ‘indalen in de staande organisatie’ heeft bereikt. Om die reden is het niet als specifiek thema opgenomen in het concernplan 2015. Er zijn zwaarwegende redenen om de kwaliteit en voortgang van het taal (Nederlands en Engels) en rekenonderwijs te bewaken op instellingsniveau. Dit vanwege de verbondenheid met Focus op Vakmanschap, de nieuwe kwalificatiedossiers, examinering en de daarbij horende diploma eisen i.c. zak- en slaagbeslissingen m.b.t. taal en rekenen, die bovendien consequenties hebben voor rendement. Het thema Studiesucces/waarde is een nieuw begrip in de resultatenbox Opbrengsten. Om die reden heeft ROC Nijmegen daar tot nu nog geen ambities op kunnen formuleren, noch gegevens over verzameld. Wel zijn in het verleden ambities geformuleerd t.a.v. opbrengsten (jaarresultaten/ VSV). Denkend vanuit Studiesucces/studiewaarde liggen er wel raakvlakken met bestaande ambities en doelstellingen zoals die zijn verwoord in de plandocumenten (concernplan en strategisch meerjarenplan), namelijk het bieden van loopbaanperspectief en met succes de opleiding voltooien. Om te anticiperen op toekomstig beleid van OCW gaan wij dit thema het komend jaar oppakken. In het Kwaliteitsplan zullen we de ambities gaandeweg concreter invullen.
14
4 Professionalisering Binnen het themagebied professionalisering gaat het kwaliteitsplan in op de volgende deelaspecten: – professionalisering onderwijspersoneel; – professionalisering examenfunctionarissen; – versterking bekwaamheid management; – kwaliteitsverbetering HRM beleid en ambities in relatie tot de Lerarenagenda (voor zover niet aan de orde gekomen bij deelthema professionalisering onderwijspersoneel). Aan de uitwerking van deze deelaspecten in termen van ambities, activiteiten en beoogde resultaten gaat een analyse van de beginsituatie vooraf. In deze analyse kijken we terug op eerder geformuleerde doelen en resultaten en de tot nu toe bekende resultaten van de maartregelen die we in gang hebben gezet.
4.1 Deelaspect ‘Professionalisering Onderwijspersoneel’ Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Inzet op diverse scholingen in samenwerking met andere roc’s en de HAN.
Focus op scholing didactisch handelen
Doel/resultaat: Verschuiving van formeel naar informeel leren in leergemeenschappen.
Professionalisering onderwijsregisseurs
Activiteiten: Continuering professionalisering, i.h.b. onderwijsregisseurs en docent stages. Scholing i.v.m. inzet ELO.
Docent stages
KPI: % scholingskosten
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
In de periode 2012 – 2014 lag de focus op het deelaspect ‘professionalisering onderwijspersoneel op de verbinding tussen de kwaliteit van het personeel en de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij was ook aandacht voor het up-to date zijn en blijven, zodat we soepel kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen (zoals Focus op vakmanschap, Entree, Passend Onderwijs etc). Het beoogde resultaat van de inzet op de professionalisering moet zichtbaar zijn in het dagelijks didactisch handelen van de docenten, met oog voor differentiatie naar doelgroepen en daarbij passende werkwijzen. Onderliggend aan deze ambitie hebben we gekozen voor een uitgebreid scholingsprogramma, inclusief bedrijfsstages, ingebed in strategisch HRM beleid. In 2012 is een nascholingsprogramma opgezet in samenwerking met andere Gelderse roc’s en de HAN. Teams hebben zich ingeschreven op een grote variëteit aan thema’s (in de vorm van ateliers). De onderwerpen Studieloopbaanbegeleiding en didactisch handelen vormen de grote speerpunten in dit programma. Voor het meten of de ambities gerealiseerd zijn, zijn verschillende KPI’s gedefinieerd. Deels zijn die verbonden aan resultaten uit de JOB enquête (betreffende de resultaten op het niveau van studenttevredenheid). Tevens is er een KPI op het niveau van de tevredenheid van de medewerker (zie bij HRM beleid).De scores op tevredenheid van studenten laten zien dat in 2014 bijna alles op het niveau van de gestelde norm is behaald, met uitzondering van de tevredenheid ten aanzien van de docenten, en de alumni wat betreft hun oordeel over de opleiding. Op basis van de behaalde resultaten (op KPI niveau of andere indicatoren zoals interne evaluaties in teams en directies) hebben we in de plandocumenten op enkele deelonderwerpen voor 2014 – 2015 verbetermaatregelen voorgesteld. Deze zijn nu in uitvoering. Aan het einde van het schooljaar zullen we ze evalueren op hun doeltreffendheid. Het betreft meer maatwerk in de scholing richting de teams, door aan te sluiten bij de ontwikkelfase van het team. Het professionaliseringplan 2015 voorziet in doorgaan met inzet op professionalisering didactisch handelen.
15
Beginsituatie 2015 – 2018; ‘waar staan we nu?’
De inzet op professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding heeft zijn vruchten afgeworpen, gezien de mate van tevredenheid van studenten over de (studieloopbaan)begeleiding. De voorgenomen scholingen (ateliers), gericht op didactisch handelen, zijn in 2013 – 2014 uitgevoerd en krijgen een vervolg in het nieuw te ontwikkelen atelier didactiek. De inzet op professionalisering van het didactisch handelen kunnen we daarom nog niet definitief waarderen i.r.t. tevredenheid met lessen/begeleiding. Meting van het effect van de scholing op het didactisch handelen (waardering door studenten) zal plaatsvinden bij de (pilot)teams die het instrument ‘evaluatie onderwijsmodule’ hebben ingezet of dit gaan doen. Ook observaties door teammanagers kunnen een eerste indicatie leveren van de effecten. Hier zijn nog geen normen voor vastgesteld. Meting van didactisch handelen is tevens een vereiste vanuit de WEB/inspectiekader 2015 – 2016. De realisering van bedrijfsstages door alle docenten is nog in gang en krijgt een vervolg in 2015 – 2016. De professionalisering van de onderwijsregisseurs ¹, met het oog op de implementatie van de nieuwe kwalificatiestructuur, is van start gegaan en krijgt ook in 2015/16 een vervolg. Wat is van belang gebleken bij het aanbieden van Professionalisering? − Scholing op actuele thema’s; − Scholing op maat van het team wat betreft ontwikkelfase; − Scholing op vraag van het team, c.q. de medewerkers, daarmee doen we ook recht aan de ’professionele ruimte’.
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?’
ROC Nijmegen heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de professionalisering, vooral van docenten. Op basis van de ambitie van de organisatie en rekening houdend met de beschreven ontwikkelingen staan de volgende doelen de komende jaren centraal: – Professionaliseren van medewerkers verschuift van het wegwerken van tekorten van kennis, vaardigheden en competenties naar het ontwikkelen van talenten van medewerkers. Hiertoe voeren we o.a. periodiek specifieke trajecten uit en richten we learning communities in. – Het professionaliseren van medewerkers verschuift van formeel collectief leren (de ateliers) naar informeel collectief leren (learning communities/peer review). – Docenten ontwikkelen zich tot partners van de bedrijven en instellingen. Hierbij zetten we extra in op docentstages en ateliers op het gebied van ‘beroepsgericht’ samenwerken met het werkveld. Alle docenten gaan in drie jaar minimaal vier dagen op bedrijfsstage. Te behalen resultaten: – Leer-werkateliers didactiek, passend onderwijs, ICT: alle docenten hebben een uitgebreid didactisch handelingsrepertoire en zijn in staat ICT middelen in te zetten. – Onderwijs in beweging: onderwijsregisseurs zijn in staat om hun rol en taak uit te voeren. – Coaching: afhankelijk van het traject. – Docentstages: docenten worden door de bedrijven en instellingen erkend als gelijkwaardige partner. Voor alle teams zijn ateliers beschikbaar met als onderwerpen: – Activerende didactiek (zeven standaarden); – Passend onderwijs (op basis van nulmeting); – ICT en onderwijs (ELO, curriculumontwikkeling, digi-vaardigheden van docenten); – Onderwijs in beweging (LD-traject, lopend). – Beroepsgericht samenwerken met het werkveld
¹ Met het oog op de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers per augustus 2016 heeft ROC Nijmegen onderwijsregisseurs in het leven geroepen. Ieder opleidingsteam kent een onderwijsregisseur die het team begeleidt bij de invoering van de KD’s en de daarmee beoogde kwaliteitsverbetering en onderwijsinnovatie.
16
Bovendien steken we - binnen de mogelijkheden van teamformatie- extra in op de individuele behoefte van medewerkers, die middels coachingstrajecten, docentstages en aansluiting bij learning communities de ruimte krijgen zich verder te ontwikkelen. Scholingskosten als % van de personele lasten laat het belang zien dat ROC Nijmegen hecht aan het blijven ontwikkelen van het talent en de vaardigheden van haar medewerkers. Het roc wil hiervoor tijd en geld beschikbaar stellen. Studenten profiteren direct van de kennis en vaardigheden van onze docenten en studieloopbaanbegeleiders (SLB’ers). Daarom is het belangrijk dat medewerkers voldoende up-to-date gereedschap hebben om studenten op te leiden. Daarnaast moet de rest van onze organisatie de bagage hebben die nodig is om dit onderwijs mogelijk te maken en onderwijsteams en individuele docenten te ontlasten. KPI: scholingskosten/doorbelasting loonkosten in %.
4.2 Deelaspect ‘Professionalisering examenfunctionarissen’ Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Professionalisering gericht op de reguliere onder werpen m.b.t. kwaliteit examenproducten.
Uitbreiding van scholing naar examenmanagement en aandacht voor borging.
Doel/resultaat: Versterking van de examenorganisatie. Activiteiten: Vervolg scholing, vervolg en intensivering procedures en deskundigheid m.b.t. borging. Inrichting van Procesarchitectuur Examinering. KPI: % scholingskosten
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
In de periode 2012 – 2014 heeft de focus gelegen op het vertalen van landelijk beleid: de standaarden van examinering naar examenprocessen en professionalisering. Uit landelijke evaluaties blijkt dat de borging van de examenkwaliteit door examencommissies een zorgpunt is. Examinering, en vooral ook de borging van de kwaliteit van examinering is en blijft mensenwerk. ROC Nijmegen heeft, mede vanwege de eigen norm om te voldoen aan de kwaliteit van examens, de afgelopen jaren ingezet op de scholing van functionarissen. De activiteiten hebben grotendeels betrekking op de inrichting van processen en ontwikkeling van producten. Ter ondersteuning van de kwaliteit van de examinering kozen we in 2012 voor herinrichting en herstructurering van de examenorganisatie en invoering van een roc-breed examenbureau. De professionalisering voor examenfunctionarissen is gericht op de reguliere onderwerpen als onderdeel van het examenproces (constructie, vaststelling van examens, beoordeling bij examens). Daarnaast zijn interne en externe audits uitgevoerd die hebben bijgedragen aan aanscherping van het examenbeleid en de deskundigheid van betrokkenen. In cursusjaar 2013 – 2014 heeft ROC Nijmegen zich primair gericht op het ontwikkelen van scholingstrajecten voor de meest direct betrokkenen bij de examinering: – Examenconstructeurs en vaststellers, zowel van beroepsgerichte examens als van taalelementen in de beroepsgerichte examens. – Allround assessoren en taalassessoren. – Certificering van opgeleide allround assessoren en taalassessoren. De investering in deskundigheidsbevordering van examenfunctionarissen en de examenorganisatie als geheel, is gecheckt aan de hand van het oordeel van externen (waaronder de inspectie) en interne audits op de kwaliteit van de examenproducten en bijbehorende processen. Ook tevredenheid van studenten met betrekking tot de examinering is gemeten. De inspectie constateert verbeteringen in het proces rondom en deskundigheid met examinering. Studenten zijn tevreden met informatie en gang van zaken rondom examinering.
17
Uit interne audits en onderzoeken zijn diverse bevindingen naar voren gekomen die om aanpassing c.q. verbetering van de examenorganisatie vragen: – Versterking van de leden van de domeinexamencommissies in hun nieuwe rol en in het bijzonder vanwege besluitvorming rondom diplomering. – Verbetering van de constructie van examens. – Verbetering van het functioneren van de vaststellingscommissies; in het bijzonder wat betreft procedure vaststelling bij inkoop (noodzakelijk vanwege toename van inkoop. – Het tijdig en kwalitatief goed opleveren van OER’en, noodzakelijk voor voortgang van het gehele proces. We constateren zeker een verkorting van de doorlooptijd, maar in de praktijk worden de formele tijdslijnen nog overschreden. – Borging van de afname en beoordeling van Nederlands en moderne vreemde talen vraagt om verbetering vanwege onvoldoende betrouwbaarheid van de beoordeling. – Deskundigheid van externe beoordelaars (BPV) is niet gedocumenteerd, Daardoor is er geen zicht op kwaliteit en/of noodzaak tot bijscholing. De kwaliteit van de beoordeling in de praktijk vormt een risico in het proces van examinering. Op basis van de bevindingen zijn de volgende verbetermaatregelen vanaf 2014 ter hand genomen: Uitbreiding van doelgroepen scholingsplan: – Kaderstellend: de leden van de generieke vaststellingscommissie, aangevuld met medewerkers van team Examinering, de examensecretaris, de manager examenbureau en leden van projectgroep taal en rekenen. De onderwijsdeskundigen en OER-bouwers, die door de teammanagers zijn aangewezen voor het ontwerp van de curricula en invulling van de OER’en. – Exameninkopers, met als doel dat aan iedere opleiding minimaal één getrainde constructeur en inkoper is verbonden van examens die aan alle toetstechnische eisen voldoen. – Alle leden van domein gebonden examenvaststellingscommissies. – Examenconstructeurs (maatwerk, op verzoek van het team). – Examenmanagement: toezichthouders (centrale examencommissie, domeinexamencommissie, team Kwaliteit en Examinering, interne auditteam), medewerkers van het Examenbureau (teamleiders op uitvoeringslocaties en medewerkers, team-examencoördinatoren. Belangrijk element in de scholing is de borging: • borgingsplan control op processen van het examenbureau; • opstellen en invullen van borgingsplan en zelfevaluatie door de domeinexamencommissies; • intervisiebijeenkomsten ter ondersteuning van de voorzitters van domeinexamencommissies.. We stemmen de scholing af op de herziening van de beschrijving van de examenprocessen in het Handboek Examinering (aan de hand van de Procesarchitectuur Examinering).
Beginsituatie: ‘waar staan we nu?’
Het scholingsbeleid voor examenfunctionarissen is ‘gebouwd’ en we hebben een start gemaakt met de uitvoering. 2015 – 2018 zal vooral in het teken staan van implementatie van de processen en herziening van het Handboek Examinering (mede vanwege nieuwe eisen uit de herziene kwalificatiestructuur).
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?
Het scholingsbeleid voor examenfunctionarissen is een voorwaarde om de examenorganisatie ‘in control’ te krijgen voor alle processen: van OER tot diplomering. Ook in de praktijk moeten de beoordelaars voldoen aan de normen zoals gesteld door ROC Nijmegen en de inspectie. Mede vanwege wijzigingen in landelijk en roc beleid, zullen we de scholing voortzetten. Met middelen uit kwaliteitsplan zijn we in staat deze uit te bereiden, gericht op inkoop, leden van de vaststellingscommissie en leden van de domeinexamencommissies. Met name het aspect ‘borging’ krijgt additionele aandacht. Intervisie is een bruikbaar middel gebleken dat we continueren ten behoeve van de voorzitters van de domeinexamencommissies, waar nodig ondersteund door externe inbreng.
18
4.3 Deelaspect ‘Versterking bekwaamheid management’ Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Ontwikkeling MD traject onderwijskundig leiderschap.
Start MD traject
Doel/resultaat: Versterking van het management vanwege regionale partnerships/samenwerking (vmbo, bedrijven). Activiteiten: Afronding MD traject. Afstemming op managementniveau met vmbo en bedrijven inzake herinrichting onderwijs. KPI: % scholingskosten.
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
De herziening van de kwalificatiestructuur brengt onderwijskundige en organisatorische vernieuwingen met zich mee. Bij het management ligt de verantwoordelijkheid het vernieuwingsproces binnen de teams zo optimaal mogelijk te faciliteren. Om die reden is een MD traject ontwikkeld, gericht op onderwijskundig leiderschap en verdere professionalisering van het MT. De term onderwijskundig leiderschap vullen we binnen ROC Nijmegen als volgt in: Van het management, i.c. de onderwijsdirecteuren verwachten we een actieve rol in het beleid van ‘Leven lang Leren’. Ook het beleidspunt “Behoud van instroom van deelnemers” vraagt van het management een rol in de regionale afstemming met toeleverende scholen en opleidingen voor bedrijven. Vanwege het macro doelmatigheidsbeleid (Actieplan mbo) dient het management adequaat om te gaan met regionale afstemming tussen omliggende roc’s. Vanuit de visie van ROC Nijmegen “Opleiden doen we samen met de werkvelden in de regio”, ligt er een opdracht voor teammanagers/directies om relaties met het regionale bedrijfsleven te onderhouden, partnerships met het werkveld aan te gaan en afstemming te zoeken met het regionale vmbo en hbo in het kader van loopbaanleren en in- en doorstroom naar vervolgopleidingen. Tenslotte verwachten we van het management een bijdrage aan het optimaliseren van onderwijslogistieke processen. Om alle bovengenoemde taken goed te vervullen zijn professionele competenties van managers van belang, zowel op tactisch en strategisch niveau. Al eerder is een MD traject uitgevoerd, maar dat was meer gericht op samenwerking en thema’s bedrijfsvoering. In 2014 is met de MT’s in het onderwijs gestart met een programma Onderwijskundig Leiderschap. Daarnaast is de professionalisering verbreed naar de MT’s in de ondersteuning. Uitvoering van de interne ‘staf-scan’ heeft geleid tot ontwikkeling van een professionaliseringstraject voor medewerkers van de directie Strategie & Beleid en van de directie Control. Om na te gaan of de gestelde ambities gehaald zijn, zijn normen gesteld op het niveau van tevredenheid van medewerkers, studenten en regionale stakeholders. Het stakeholdersonderzoek (december 2014) is kritisch over het imago van ROC Nijmegen wat betreft contacten en relaties in de regio. In het onderzoek worden de volgende suggesties gedaan: – externe communicatie (meer naar buiten treden) – klantvriendelijkheid (betere bereikbaarheid docenten en stagebegeleiders) – ondernemerschap (meer deelnemen aan regionale netwerken van bedrijven) Er is naar aanleiding van de resultaten van diverse metingen ingezet op intensivering van de relatie met het vmbo en samenwerking met het bedrijfsleven.
Beginsituatie 2015 – 2018 ‘waar staan we nu?’
Het MD traject Onderwijskundig Leiderschap is van start gegaan. De rol en competenties van het management in het aangaan en onderhouden van partnership in de regio (vmbo, hbo, bedrijven) vragen, gezien het stakeholdersonderzoek, nog aandacht.
19
Het profiel voor het management (mbo raad) is niet in gebruik, maar wij werken met een eigen instellingsprofiel voor management. Een analyse heeft ons geleerd dat ons profiel vergelijkbaar is met het profiel dat de binnen mbo-raad is ontwikkeld.
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?’
Het traject ‘onderwijskundig leiderschap’ dient ter ondersteuning van de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. Van teammanagers verwachten we dat zij in co-creatie met het bedrijfsleven inhoudelijk invulling geven aan deze opdracht. Bovendien moeten ze afstemming zoeken met het vmbo wat betreft de vmbo profielen en de mbo keuzedelen. Deels valt dit onder ‘going concern’, deels onder vernieuwing. De kwaliteitsafspraken stellen ons in staat gedegen te werk te gaan bij het vormgeven van co-creatie met het bedrijfsleven.
4.4 Deelaspect ‘Kwaliteitsverbetering HRM beleid’, inclusief ambities in relatie tot de Lerarenagenda Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?
In de ontwikkeling van beleid is rekening gehouden met landelijke ontwikkelingen zoals beschreven in het professioneel statuut en de Lerarenagenda. ROC Nijmegen heeft daarom ingezet op het begeleiden van beginnende docenten en ‘alle docenten bevoegd en bekwaam’. In deze lijn past ook de ambitie om in 2017 erkend te zijn als opleidingsschool. In de ontwikkeling van het personeelsbeleid is de ambitie geformuleerd om het beleid vanuit P&O gericht via HRM gericht door te ontwikkelen naar de fase van HRD gericht. De ontwikkeling van talenten neemt dan ook een belangrijke plaats in in de visie van ROC Nijmegen. Dat geldt niet alleen voor studenten, maar evenzeer voor de medewerkers. Het realiseren van een gedegen en aantrekkelijk HRMbeleid draagt bij aan het creëren van een kwalitatief gedegen personeelsbestand. (concernplan 2014). ROC Nijmegen heeft als ambitie geformuleerd toe te werken naar een toekomstgerichte, lerende organisatie. Werknemers krijgen daartoe ruimte en waardering voor het nemen van initiatieven. ROC Nijmegen zet in op teams die resultaatverantwoordelijk en taakvolwassen zijn voor de opdracht. Teams werken structureel aan het onderhouden van professionaliteit en deskundigheid. ROC Nijmegen heeft ingezet op de ontwikkeling en implementatie van een opleidingsbouwwerk voor het onderwijsgevend personeel (docenten, onderwijsinstructeurs en assistenten). Daarbij houden we rekening met de verschillende leerloopbaanfasen van de medewerkers (beginnend, taakvolwassen/ervaren, senior). Om de geformuleerde ambities te bereiken zijn in de afgelopen jaren een aantal activiteiten ontplooid: Op het gebied van HRM beleid en ter ondersteuning van de Lerarenagenda zijn dat: – Implementatie strategische personeelsplanning (SPP). – Loopbaancheck, met aandacht voor ‘bevoegd en bekwaam’, waaronder deelname aan masteropleidingen. – Duurzame inzetbaarheid: project Vitaliteit. – Interne mobiliteit. – Docentstages. – Bevoegd en bekwaam: PDG training. Jaarlijks worden er medewerkers geschoold. – Project Versterking samenwerking ILS en ROC Nijmegen, gericht op de samenwerking tussen HAN lerarenopleiding en het roc bij het opleiden van studenten en de samenwerking rond de begeleiding van beginnende docenten. – Aanvraag project Opleidingsschool samen met HAN-ILS, te realiseren in 2017. Een van de indicatoren om te meten of medewerkers het HRM beleid waarderen is de gemiddelde score ‘tevredenheid medewerker’. In 2014 lag deze score op 6,5, terwijl de interne norm 6,6 was. Op basis van de gerealiseerde resultaten is besloten het geformuleerde beleid te continueren en daarnaast in te zetten op de inrichting van een high-potential traject.
Beginsituatie HRM beleid 2015 – 2018: ‘waar staan we nu?’
Wat betreft het HRM beleid concluderen we dat ROC Nijmegen ten aanzien van de volgende punten goed op weg is en concrete maatregelen in gang heeft gezet: – Structureel voeren van functionerings-, beoordelings- en contextgesprekken.
20
– – –
Onderhouden van bekwaamheidsdossiers. Kwaliteitsontwikkeling binnen en tussen teams en instellingen. Begeleiding beginnende leraren (sluit aan op doel 4 van de Lerarenagenda: de startende leraar ontwikkelt zich na de opleiding tot een volledig bekwame leraar en doel 5 van de Lerarenagenda: School als lerende organisatie).
Op basis van deze terugblik heeft ROC Nijmegen besloten om de ambities voor 2015 – 2018 aan te scherpen wat betreft: – Deelname aan masteropleidingen door docenten; – Alle leraren ‘bevoegd en bekwaam’.
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen’?
In 2017 heeft ROC Nijmegen zich ontwikkeld tot een erkende opleidingsschool. Samen met de lerarenopleiding nemen we de verantwoordelijkheid voor het opleiden van aankomend leraren voor het beroepsonderwijs. We hechten aan bevoegde en bekwame docenten. Duurzame inzetbaarheid is en blijft een belangrijk HR thema. – Beginnende docenten: beginnende docenten zijn ingewerkt en in staat om zelfstandig te (gaan) functioneren. – Bevoegd/bekwaam: docenten zijn na afronding van het traject bevoegd voor het mbo. De volgende activiteiten voeren we uit in het kader van HRM beleid en Lerarenagenda: – Scholing beginnende docenten (onderdeel van project Versterking samenwerking lerarenopleiding) – Professionaliseringplan. Talentontwikkeling: potential-trajecten voor managementfuncties, onderwijsregisseurs en projectmanagers (plus het professionaliseringsplan onderwijspersoneel, zoals besproken bij paragraaf 4.1). – Verder uitbreiding van het werken met het teamprofiel, de groeispiegels. – Als gevolg van de grote uitbreidingsvraag in het onderwijs hebben we een relatief grote instroom van nieuwe docenten. Deze docenten zijn deels afkomstig van de lerarenopleiding (en dus bevoegd) en deels afkomstig uit de praktijk van het beroep, de zij-instromers. De zij-instromers volgen verplicht een pedagogisch didactisch traject (PDG). Het PDG traject wordt uitgevoerd door de HAN. Afhankelijk van het aantal deelnemers voeren we het volledig uit in-company of in samenwerking met de andere Gelderse roc’s (gemengde groepen). – In het kader van duurzame inzetbaarheid voeren we voor alle medewerkers één maal per drie jaar een loopbaancheck uit.
21
22
5 Intensivering onderwijs in Nederlands en rekenen Het thema Intensivering onderwijs in Nederlands en rekenen gaat in op – professionalisering van docenten en overige functionarissen – extra onderwijstijd – nieuwe of aangepaste faciliteiten – andere activiteiten die nodig zijn voor het behalen van de benodigde taal en rekenvaardigheden Aan de uitwerking van deze deelaspecten in termen van ambities, activiteiten en beoogde resultaten gaat een analyse van de beginsituatie vooraf. In deze analyse kijken we terug op eerder geformuleerde doelen en resultaten en de tot nu toe bekende resultaten van de maartregelen die we in gang hebben gezet.
Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Implementatieplan Nederlands en rekenen.
Overdracht van de coördinatie vanuit projectgroep naar de bestaande organisatie;
Doel/resultaat: Versterking onderwijs Nederlands en rekenen met als resultaat examenuitslagen conform landelijk gemiddelden.
Inzet op professionalisering en gebruik faciliteiten t.b.v. CE.
Deelname aan pilot examens.
Activiteiten: Inkoop van generieke examens. Samenwerkingsafspraken met het vmbo over doorlopende lijn en professionalisering. Training t.b.v. examinering speciale doelgroepen. KPI: nog in ontwikkeling
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
ROC Nijmegen heeft de afgelopen jaren ingezet op beleid inzake onderwijs Nederlands en rekenen vanwege landelijke beleidsontwikkelingen op dit gebied (o.a. invoering van de referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen). Daartoe is een implementatieplan opgesteld. Het beleid op taal en rekenen is de afgelopen jaren ondergebracht bij een projectgroep. Geleidelijk is voorzien in overdracht naar de bestaande organisatie, te weten naar het examenbureau en naar het team Onderwijs (onderdeel van de directie Strategie & Beleid). De projectgroep heeft diverse activiteiten geïnitieerd en uitgevoerd om de kwaliteit van het onderwijs in taal en rekenen te verhogen: Professionalisering: − Professionalisering van taal- en rekendocenten, − Instelling bijspijkerteam, omzetting naar expertiseteam Taal en rekenen. − Aanstelling van taal- en rekencoaches. − Begeleiding en ondersteuning projectgroep en docenten door ITTA en Freudenthal instituut. − Kenniskringen rekenen, Nederlands, Engels. Inzet van (nieuwe) faciliteiten: − Inzet TOA voor online afname reken en taaltoetsen, met automatische koppeling People Soft. − Deelname aan pilot examens. − Rapportages aan teams na afloop van de COE. − Voorbereiding gebruik nieuwe software Facet. − Extra onderwijstijd in het kader van 2A toets en ERWD. Samenwerking vmbo-mbo: − gezamenlijke scholingen en ontwikkeling van doorlopende leerlijnen. Als ‘ijkpunt’ voor tevredenheid met de inzet op het taal- en rekenbeleid is geformuleerd: “de resultaten van alle
23
deelnemers van ROC Nijmegen zijn minstens gelijk aan de scores van het landelijk gemiddelde”. Onderzoek (interne audit) heeft opgeleverd dat er nog aandacht nodig was voor: − Uitvoering scholing t.b.v. versterking pedagogisch didactische ondersteuning taal- en reken docenten. − Evaluatie onder deelnemers CE. − Analyse van examenresultaten. − Examinering van studenten met ERWD. Op basis van de behaalde resultaten en evaluatie van het beleid is een aantal verbetermaatregelen voorgesteld: − Het taal en rekenonderwijs binnen ROC Nijmegen wordt gedurende de komende twee jaren (2015 – 2016 en 2016 – 2017) versterkt door pedagogische didactische ondersteuning van teams en taal- en rekendocenten via scholing en via directe ondersteuning op de werkvloer op docentniveau. − Besluit tot inkoop van generieke examens voor Nederlands en rekenen per 2016. − Centrale vaststellingscommissie voor de instellingsexamens Nederlands. − Roc-brede ontwikkeling van instellingsexamens Nederlands. − Scholing en certificering taalassessoren.
Beginsituatie intensivering onderwijs Nederlands en rekenen 2015 – 2018: ‘waar staan we nu?’ Om de vraag te beantwoorden of ROC Nijmegen op koers is met het beleid op intensivering van het taal en rekenonderwijs, is een indicator op behaalde examenresultaten het meest zeggend. De huidige KPI geeft een indicatie op een gemiddeld resultaat van taal en rekenen en is daardoor te algemeen. Differentiatie van de resultaten naar va inhoud en naar niveau van de opleidingen zou meer inzicht geven. Verder is het van belang zicht te krijgen op de vraag hoe teams de resultatenanalyses van de projectgroep verwerken. Op basis van resultaten zou de vervolgstap moeten zijn de specifieke risico’s in beeld te brengen. Een actieve projectgroep heeft de afgelopen jaren gezorgd dat het beleid rondom taal en rekenen in de organisatie kon ‘indalen’. Het overdracht proces is nog gaande. De projectgroep heeft daartoe een agenda/tijdpad opgesteld. Taal en rekenen gaan daadwerkelijk meetellen in de zak/slaag beslissing. Van essentieel belang voor het hele roc is daarom de borging van het proces en zicht op tussentijdse resultaten in de pilotperiode. Wat is de afgelopen jaren van belang gebleken in de aanpak van taal- en rekenonderwijs? − focus op het thema, door de projectmatige aanpak. − gerichtheid op zowel beleidsmatig als operationeel niveau .
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?’
Verdere inbedding van taal en rekenen in de organisatie is van belang voor borging van het beleid. De ambities op taal en rekenen zijn en blijven: tenminste voldoen aan de scores van het landelijke gemiddelde. De volgende activiteiten gaan we de komende jaren uitvoeren: – Scholing van docenten is grotendeels gerealiseerd. De komende jaren zal vooral sprake zijn van scholing op maat (individuele vraag). – Samenwerkingsafspraken met het vmbo op het gebied van doorlopende taal- en reken leerlijnen blijven gehandhaafd. – Voor speciale doelgroepen stellen we een uitvoeringsplan ‘succesvolle examinering taal en rekenen’ op (oplevering maart 2015). Voorbereiding en evaluatie van examinering van studenten met ERWD zal plaatsvinden. – Realiseren van extra onderwijstijd i.v.m. ERWD en toets 2A. – Tevens zal ter versterking van taal en rekenvaardigheden ‘op de werkvloer’ in het BPV-beleid en in de contacten met de regionale werkgevers aandacht zijn voor het belang van dit beleidsgebied. We maken concrete afspraken per sector. – De voorbereiding op afname van de CE via centraal computerexamensysteem Facet is gepland.
24
6 Bevorderen kwaliteit en beschikbaarheid BPV Het thema Kwaliteit en beschikbaarheid BPV-plaatsen gaat in op: – Beschikbaarheid BPV-plaatsen – Voorbereiding en matching BPV – Begeleiding tijdens de BPV – Beoordeling en evaluatie van de BPV Aan de uitwerking van deze deelaspecten in termen van ambities, activiteiten en beoogde resultaten gaat een analyse van de beginsituatie vooraf. In deze analyse kijken we terug op eerder geformuleerde doelen en resultaten en de tot nu toe bekende resultaten van de maartregelen die we in gang hebben gezet.
Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
BPV-project gestart t.b.v. meer eenduidigheid in organisatie en vastleggen van afspraken in BPVhandboek.
Bij enkele sectoren knelpunten in de beschikbaarheid van BPV-plaatsen.
Doel/resultaat: Beleid en visie rondom BPV afstemmen en richten op verbinding met onderwijsinnovatie (nieuwe kwalificatiestructuur).
Goede waardering door studenten over de kwaliteit van de BPV.
BPV-handboek in laatste fase, klaar voor implementatie.
Breed gedragen BPV-beleid.
Vergaande samenwerkings afspraken over BPV-projecten met bedrijven.
Activiteiten: Implementatie /uitvoering geven aan afspraken uit BPV-handboek. Onderwijs-praktijkopdrachten ontwikkelen. KPI: nog in ontwikkeling
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
De beschikbaarheid van BPV-plaatsen wisselt sterk per sector, per regio en geeft ook over de jaren heen een wisselend beeld. In 2012 was sprake van tekorten in de sectoren bouw, hout en meubel, mobiliteit en transport. Recentelijk (SBB 2014) zijn knelpunten gesignaleerd binnen zorg, sport en lagere niveaus van administratie, terwijl bij horeca en handel zich geen tekorten voordoen. Het totaal aantal plaatsen is in de aflopen jaren vanwege stagnerende economische ontwikkelingen afgenomen. Met deze landelijke ontwikkelingen heeft ook ROC Nijmegen te maken, maar niet over de hele breedte van de instelling. Daarom zijn er in het verleden voor het beleid met betrekking tot beschikbaarheid van BPV-plaatsen geen instellingsbrede ambities en beoogde resultaten beschreven. Wel maakt ROC Nijmegen zich sterk voor de kwaliteit van de BPV-plaatsen, zowel wat betreft organisatie, afspraken, communicatie en inhoud. Vanuit de ambitie om goed partnership in de regio te realiseren, is ingezet op het maken van heldere en eenduidige afspraken tussen leerbedrijven en het roc. Met de ontwikkeling van een BPV-handboek, dat inhoudelijk aansluit op de wensen van de regionale werkgevers is een belangrijke aanzet gegeven voor verbetering van de kwaliteit van de BPV. Dit project is in de voorgaande jaren opgestart en loopt door tot eind 2015. In de eerste fase van het project zijn de externe en interne kaders van de BPVvastgesteld. In een aantal sessies en gesprekken met stakeholders hebben we de gewenste uitwerkingen en prioriteiten geïnventariseerd. Vanuit deze kaders en wensen zijn uiteindelijk de belangrijkste uitgangspunten voor een goede BPV geformuleerd. Op het gebied van aantal beschikbare BPV-plaatsen hebben we geen specifieke activiteiten geïnitieerd, mede omdat studenten aangaven geen moeite te hebben BPV-plaatsen te vinden.
25
Als indicator of de BPV naar tevredenheid verloopt is een gemiddeld cijfer van tevredenheid door studenten (op basis van JOB vragenlijst) als KPI vastgesteld. Het resultaat in 2012 en 2014 was een gemiddelde waardering van 3,6. De interne norm die werd gehanteerd bedroeg 3.5. Uit de JOB enquête blijkt verder dat studenten vinden dat ze voldoende leren op de BPV-plaats (4,1). Een verbeterpunt is de begeleiding door de school tijdens de BPV (3,2) en de frequentie van het contact tussen BPV-begeleider van school en het leerbedrijf (3,0). Naast de nodige positieve bevindingen uit het stakeholdersonderzoek van 2014, zijn er ook aanwijzingen om nog meer te investeren in de relatie met de bedrijven in de regio. Er zijn nog geen evaluaties structureel uitgevoerd bij de leerbedrijven. ROC Nijmegen is in afwachting van de beschikbaarheid van de landelijke vragenlijst (BPV-monitor).
Beginsituatie kwaliteit en beschikbaarheid BPV-plaatsen 2015 – 2018: ‘waar staan we nu?’ In de regio doen zich bij enkele opleidingen problemen voor wat betreft de beschikbaarheid van BPV-plaatsen: binnen techniek en zorg en welzijn. Voor verschillende opleidingen zijn maatwerkoplossingen ingericht. De directie Economie heeft een traject opgestart om meer BPV-plaatsen te genereren voor beroepen zonder duidelijk herkenbaar werkveld. Bij Zorg en Welzijn zijn extra stageplaatsen gegenereerd in de regio, maar ook in Duitsland. Er is ervaring opgedaan met het werken met leerplaatsprofielen. De directie Techniek heeft in samenwerking met leidende bedrijven het werkveld gemobiliseerd om stageplaatsen te genereren. Het BPV-project voorziet in overleg met regionale leerbedrijven en andere stakeholders inzake BPV- afspraken (voorafgaand en tijdens de BPV-periode, alsmede beoordeling van de BPV). Het handboek legt deze verwachtingen en verplichtingen vast. Het BPV-protocol is hier onderdeel van. Het BPV-project gaat fase 2 in, de uitrol van het handboek is hier onderdeel van. Er zijn concrete voorbeelden van ‘good practice’ in de samenwerking tussen het roc en de bedrijven om invulling te geven aan innovatieve BPV-projecten (Vacansoleil, De Technische en De Netwerkschool). De JOB enquête resultaten laten zien dat studenten tevreden zijn over de BPV, met name omdat ze er veel leren en de begeleiding vanuit het leerbedrijf positief ervaren. Vanuit het roc zou meer ingezet moeten worden op frequenter bezoek op de BPV en begeleiding tijdens de BPV-periode. Het BPV-project levert in 2015 onderstaande resultaten (en deelresultaten) op: – Roc-breed geldend en gedragen BPV-kwaliteitsbeleid (in samenwerking met O&K), vastgelegd in documenten en het handboek BPV: • uitgangspunten, referentiekader, standaarden. • geaccepteerde kwaliteitsindicatoren en –normen. • per domein een uitvoeringsplan: voorbereiding, ingebruikname en borging projectresultaten. – Roc-breed geldend en geaccepteerd BPV-instrumentarium: • één roc- breed BPV-handboek (visie en beleid, rollen, procesbeschrijvingen en procedures, standaard documenten, formats, instrumenten en meetinstrumenten); • eenduidige, roc-brede afspraken over het gebruik van het handboek, vastgelegd in het uitvoeringsplan en geïmplementeerd in de organisatie.
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?’
De komende jaren verbinden we de plaats en kwaliteit van BPV met de vernieuwing van het onderwijs. Dit past in de ambitie van ROC Nijmegen om praktijkgericht leren als centraal concept te hanteren. Het sluit ook aan bij de zeven standaarden die leidend zijn voor het bouwen van onderwijs (mede in het kader van de herziene kwalificatiestructuur). Bedrijfsopdrachten, afkomstig van het bedrijfsleven, vormen een integraal onderdeel van de opleiding en evenzo de BPV. Het traditionele onderscheid ‘school’ versus ‘praktijk’ willen we loslaten. We zoeken juist meer naar de verbinding tussen buiten- en binnenschools leren. Co-creatie met het werkveld rondom BPV- en bedrijfsopdrachten is en blijft een essentieel uitgangspunt. We willen vraag en aanbod van BPV beter op elkaar afstemmen.
26
Om deze ambities te realiseren zullen we diverse additionele activiteiten sectorspecifiek invullen, opzetten of een vervolg geven, zoals: – docenten ook werkzaam te laten zijn in die praktijk en daarbij studenten te begeleiden. – het organiseren van stages en ondersteuning in het beter matchen van BPV en studenten door inzet van het BPVbureau (Z&W en Economie). – bij De Technische plaatsing via partnership. – de rol van de onderwijsregisseurs versterken in relatie tot het ontwikkelen van onderwijs waarin BPV- en praktijkgericht leren samen een eenheid vormen. – bedrijven nauwer betrekken bij het formuleren van de BPV-opdracht. – meer flexibiliseren van het onderwijs om meer maatwerk in BPV te kunnen bieden. – onderzoeken waar we de ervaringen met het werken met leerplaatsprofielen, (pilot in De Netwerkschool) kunnen uitbreiden. We spreken de ambitie uit om de mogelijkheden te gebruiken die de kwaliteitsafspraken ons bieden om, in het kader van co-creatie, ook in andere branches de BPV te innoveren.
27
28
7 Terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV) Het thema Voortijdig schoolverlaten (VSV) gaat in op: − activiteiten die ontplooid zijn om VSV, terug te dringen. − structurele borging van deze activiteiten in het onderwijsproces. − samenwerking met andere onderwijsinstellingen en gemeenten in de RMC regio. − regionale samenwerking met jeugdzorg, gemeenten en OCW gericht op kwetsbare jongeren. Aan de uitwerking van deze deelaspecten in termen van ambities, activiteiten en beoogde resultaten gaat een analyse van de beginsituatie vooraf. In deze analyse kijken we terug op eerder geformuleerde doelen en resultaten en de tot nu toe bekende resultaten van de maartregelen die we in gang hebben gezet.
Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Projectmatige aanpak in de regio (project Begeleiding, ROC4Competence, Testwinkel).
Inzet van Taskforce VSV. Opstellen 17 punten plan.
Doel/resultaat: Verdere daling van VSV.
Reorganisatie niveau 1 opleidingen.
Expertisecentrum is ingesteld, ter ondersteuning van het Passend onderwijs.
Activiteiten: Verkleining van de groepsgrootte bij niveau 1 en 2 opleidingen.
Scholing studielooopbaanbegeleiders.
VSV daalt op instellingsgemiddelde van 9,1% naar 5,2%.
Versterking van de LOB aanpak.
VSV voldoet niet aan de norm.
Inrichting Entree opleidingen. KPI: voldoen aan normen van OCW
Terugblik 2012 – 2014: ‘waar komen we vandaan?’
Vanuit het landelijk beleid (Focus op Vakmanschap) heeft de beroepskolom de verantwoordelijkheid te zorgen dat studenten goed voorbereid de juiste beroeps- en opleidingskeuze maken, om deze opleiding vervolgens binnen de nominale studieduur succesvol af te ronden. Om die reden heeft ROC Nijmegen in haar ambities (bron: concernplan 2014, doelstelling 1) opgenomen: “Bij ROC Nijmegen volgt en voltooit iedere student de juiste opleiding of cursus. Het roc kent de student al voordat hij start met de opleiding. Samen hebben we het vertrouwen dat de student het diploma kan behalen. Tijdens de opleiding is de begeleidingsbehoefte in beeld en kan hierin voorzien worden, eventueel met ketenpartners”. In schooljaar 2011 – 2012 besloot het CvB tot het instellen van een taskforce VSV, die zich volledig zou richten op het ontwikkelen en monitoren van maatregelen ter bestrijding van VSV binnen ROC Nijmegen. Onderzoeksbureau KBA kreeg opdracht een regio-analyse uit te voeren met aanbevelingen van mogelijkheden om de VSV te laten dalen. Dit rapport diende als basis voor het beleid dat we voor de daaropvolgende jaren hebben gevoerd. De taskforce ontwikkelde een 17-puntenplan, dat niet alleen moest leiden tot snelle stappen ter vermindering van de VSV, maar ook structureel verbeteringen in de gehele aanpak teweeg moest brengen. Belangrijke items waren o.a. intake, begeleiding op maat en lijnsturing. Om het aantal VSV’ers te verminderen is de afgelopen jaren ingezet op een projectmatige aanpak, gericht op samenwerking in de regio: − Het project ‘Begeleiding’ voorziet in actuele beschikbaarheid en begeleidingsinformatie t.b.v. overdracht (vmbombo) en het volgen van studenten.
29
−
Het regionale Jongerenloket levert een bijdrage aan het VSV beleid door jongeren weer te motiveren voor een opleiding. (Bron: VSV monitor, 2014 ²). − Bepaalde programma’s, zoals ROC4Competence en de Testwinkel, zijn er mede op gericht jongeren, die zonder diploma dreigen uit te stromen, te adviseren over de mogelijkheden van het vervolgen van een opleiding elders. (VSV monitor, 2014). − In het programma De Overstap volgen we (sinds schooljaar 2013 – 2014) studenten van ROC Nijmegen (jonger dan achttien jaar) die zonder startkwalificatie willen switchen naar een andere mbo-instelling. De Overstap is ontwikkeld om leerlingen in de overgang van voortgezet onderwijs naar mbo te volgen en om waar nodig jongeren actief te benaderen die de overstap niet dreigen te maken. Het programma is nu ook ingezet voor mbo-mbowisselaars. − Aanscherping van procedures (consequente, nauwkeurige en tijdige meldingen, definitie geoorloofd/ ongeoorloofd verzuim). − Met de vorming van verzuimloketten is een belangrijke stap gezet in de richting van een meer systematische en professionele aanpak. Tevens zijn er maatregelen die voorzien in een structurele borging in het onderwijsproces; − Scholing van studieloopbaanbegeleiders/trajectbegeleiders. − Intakeprocedure is herzien en meer gestandaardiseerd. − Reorganisatie van het opleidingsaanbod op mbo niveau 1. De VSV-cijfers laten de laatste twee jaar een daling zien. Deze daling is zichtbaar bij alle niveaus, leerwegen en directies. We sluiten aan bij het landelijk gemiddelde mbo-cijfer van 5,2% en behalen over 2013-2014 de OCW-doelstelling voor niveau 2 en niveau 3/4.
Realisatie
60%
Niveau 1
40%
Niveau 2 Niveau 3
20%
Niveau 4
0% 2010 – 2011
2011 – 2012
2012 – 2013
2013 – 2014
Een deel van de vermindering van VSV dankt het roc aan factoren als de verbetering van de meetmethode door het ministerie en verschuivingen in de deelnemerspopulatie (Bron: VSV monitor). Belangrijker is dat de reductie ook het resultaat is van gevoerd beleid en ingezette maatregelen: − De op de loopbaan gerichte ondersteuning draagt er aan bij dat het aantal herstarters na uitval is gestegen. − Het rendement van de tweedelijns ondersteuning is over het algemeen hoog en draagt bij aan het voorkomen van uitval en VSV. − Het reorganiseren van het opleidingen aanbod op mbo-niveau 1 en de afname van het aantal deelnemers op niveau 1 en 2 heeft een direct effect op het aantal VSV’ers gehad. − Steekproefonderzoek bij een 80-tal VSV dossiers laat niet een ‘unaniem eenduidig’ beeld zien tussen verzuim en VSV. In grote lijn blijft verzuim wel een belangrijk signaal.
² VSV-monitor Nijmegen: De volgende stap in de VSV-aanpak. T. Eimers, R. Kennis,E. Keppels, 12 oktober 2014. Kenniscentrum Arbeidsmarkt
30
(KBA, Nijmegen).
Maatregelen die (nog meer) benut kunnen worden (bron VSV monitor): − De dossiervorming is een belangrijke sleutel in de verdere professionalisering van de studentbegeleiding. Zo kunnen we naast verzuimregistratie ook veel meer gebruik maken van studieresultaten en gegevens over het verloop van de stage. − Het vergroten van de professionele expertise op trajectbegeleiding, verzuimaanpak en intake. Dit heeft een sneller en concreter resultaat dan wanneer alleen in breedte-kwaliteit wordt geïnvesteerd. Beginsituatie planvorming terugdringen VSV 2015 – 2018: waar staan we nu?’ De aanpak van de afgelopen jaren heeft er mede toe geleid dat de VSV binnen ROC Nijmegen is gedaald van 9,1% in 2009 – 2010, tot 6,6% in 2012 – 2013 en 5,2% in 2013 – 2014. Uit een analyse van de VSV-cijfers blijkt dat we bij niveau 2 en 3/4 onder de landelijke doelstelling zitten, maar bij niveau 1 is nog winst te behalen. Gemeten naar de (verscherpte) normen van 2014 – 2015, voldoet geen enkel niveau in 2013 – 2014 aan de VSV-norm. Ter verduidelijking de cijfers van 2013 – 2014:
Aantal absoluut
2013 – 2014 relatief
Norm OCW 2013 – 2014
Norm OCW 2014 – 2015
Niveau 1
50
38,68 %
27,5%
22,5%
Niveau 2
133
10,64 %
11,5%
10,0%
Niveau 3/4
169
3,17 %
3,5%
2,75%
Conclusie: met name op niveau 1 moeten we nog veel werk verzetten. Voor niveau 2 en 3/4 zitten we hier al onder. Om de doelstellingen voor 2014 – 2015 te behalen, dient er op alle niveaus een reductie plaats te vinden.
Ambities 2015 – 2018: ‘wat gaan we doen?’
Vanuit de missie van ROC Nijmegen is inzet op het behalen van studiesucces voor alle deelnemers, ook kwetsbare groepen, een uitgesproken thema binnen het beleid. Het is belangrijk te beseffen dat ROC Nijmegen van ver is gekomen en dat er de afgelopen twee tot drie jaar de eerste grote stappen richting een beheersbare VSV gezet zijn. Binnen de organisatie ontstaat het besef dat er niet alleen een noodzaak is voor het terugdringen van VSV, maar ook dat gericht beleid hierop effect sorteert. Eind 2016 moet VSV-bestrijding geen hot issue meer zijn. Vanaf 2015 is het al opgenomen in de P&C-cyclus van opleidingsteams en het expertisecentrum. Beleidsmatig zal uitval/VSV altijd een thema blijven. Alle processen die gericht zijn op het terugdringen van uitval/VSV zijn dan binnen alle teams solide verankerd. Op gezette tijden monitoren en evalueren we de processen, zodat de onderwijsdirecteuren waar nodig en tijdig kunnen bijsturen. ROC Nijmegen zet de laatste stap in de reductie van VSV door de volgende activiteiten: – Versterking van de niveau 1 en 2 opleidingen door • teams beter in staat te stellen ook studenten met ‘moeilijke dossiers’ binnen de school te houden, • de klassengrootte van niveau 1 en 2 te verkleinen, • te zorgen voor rust/reinheid/regelmaat en • een stimulerend en passend pedagogisch klimaat te bieden. – De ondersteuning van het team Passend Onderwijs/Expertisecentrum te continueren. – Gezamenlijk met VO vormgeven van de overstap en het LOB-traject vmbo-mbo (inclusief TL), door te zorgen voor doorlopende leer- en zorglijnen. Daartoe moet het proces van intake en plaatsing verbeteren. – Gezamenlijke aanpak met gemeente en VO op kwetsbare jongeren: iedere partner vanuit zijn primaire rol. a. Versterking van de Entree-opleiding. b. Gezamenlijk vormgeven van de oriëntatie en overdracht van leerlingen basisberoepsgericht/lwt/lwoo naar niveau, zodat we borgen dat ook deze leerlingen ook hun startkwalificatie halen – Met extra inzet en externe expertise bedienen in de onderwijsteams bij het onderwijs aan moeilijk plaatsbare jongeren en jongeren die extra ondersteuning nodig hebben. – Versterking van team Vavo om overbelasten in vooral de TL-leerlingen beter te kunnen begeleiden.
31
–
In dialoog tussen VO, mbo en gemeente inventariseren we, mede in het licht van de brief van de minister over kwetsbare jongeren, de gevolgen van de decentralisaties en onderwijswetgeving en brengen we in kaart welke jongeren risico lopen niet bediend te worden en wie deze oppakt.
Doelstelling is dat ROC Nijmegen zich duurzaam verbindt aan de OC&W doelstelling op VSV. De VSV-cijfers worden eens per jaar door DUO berekend en ter beschikking gesteld van de instellingen. Daarnaast maken we een interne doorvertaling naar te beïnvloeden en regelmatig te meten indicatoren als verzuim en opleidingsuitval.
32
8 Verbeteren van studiewaarde Aan de uitwerking in termen van ambities, activiteiten en beoogde resultaten gaat een analyse van de beginsituatie vooraf.
Terugblik
Huidige situatie
Ambities 2015 – 2018
Geen specifiek beleid op studiewaarde.
Beleid van ROC Nijmegen omtrent rendement, doorstroom naar vervolgopleidingen en leven lang leren sluit aan op doelen studiewaarde.
Doel/resultaat: Optimalisatie van studiewaarde binnen alle opleidingsdomeinen. Activiteiten: Kennisdeling resultaten nulmeting. Analyseren van beïnvloedende factoren. Ambitie concretiseren. Registratie systeem ontwikkelen t.b.v. monitoring. KPI: nog in ontwikkeling
Beginsituatie: ‘waar staan we nu?’
Centraal staat de doelstelling “Bij ROC Nijmegen volgt en voltooit iedere student de juiste opleiding of cursus”. Het belang van de student staat daarbij centraal vanaf het eerste moment van oriëntatie binnen het mbo tot het moment van afstuderen, maar ook daarna gekoppeld aan leven lang leren. Met deze doelstelling hoog in het vaandel streven wij er naar om het optimale resultaat te halen uit de student afgestemd op de behoeften van het werkveld. Dit sluit aan op het gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan het nieuwe begrip studiewaarde. ROC Nijmegen wil, in aansluiting op haar bestaande ambities en doelen gericht op het bevorderen van schoolsucces en doorstroom naar vervolgopleidingen, inzetten op een positieve ontwikkeling van de studiewaarde voor alle opleidingsdomeinen.
Ambities 2015: ‘wat gaan we doen?’
Op basis van de vastgestelde definitie ‘studiewaarde’ heeft binnen ROC Nijmegen een eerste verkenning rondom dit thema plaatsgevonden. In een brainstormsessie met een afvaardiging van directeuren en managers hebben we stilgestaan bij de definitie, de onderliggende indicatoren en het effect dat (toekomstig) beleid en maatregelen kan hebben op een positieve ontwikkeling van de uitkomst van de studiewaarde. Aangezien nog geen betrouwbare nulmeting voorhanden is, heeft deze brainstorm zonder cijfermateriaal plaatsgevonden. Met als doel het optimaliseren van de studiewaarde binnen alle opleidingsdomeinen zullen we in 2015 de volgende activiteiten inzetten: – Kennisdeling van de resultaten van de nulmeting zodra deze beschikbaar is. Deze kennisdeling zal intern plaatsvinden met managers/directies. Ook zullen we deze kennis op gepaste wijze (extern) delen met VO relaties en het werkveld. – Analyseren wat de resultaten betekenen en hoe ze te verklaren zijn. Een interne en externe benchmark is daarbij van belang om juiste conclusies te verbinden aan de analyse. – Nadere analyse uitvoeren op de onderliggende factoren die de uitkomst studiewaarde beïnvloeden. – Bepalen van de ambitie van ROC Nijmegen op het thema studiewaarde. Uitganspunt daarbij is de hierboven toegelichte doelstelling van ROC Nijmegen. Verfijning naar studiewaarde kan pas plaatsvinden na een diepgaande analyse van de nulmeting. – Op basis van de analyse bepalen welke maatregelen wenselijk/nodig zijn voor de optimalisatie van de (toekomstige) ontwikkeling in de studiewaarde. – Ontwikkelen van een betrouwbare (tussentijdse) registratie en verwerkingssystematiek om inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van de studiewaarde per opleidingsdomein.
33
34
9 Begroting kwaliteitsplan ROC Nijmegen Het kwaliteitsplan is onderdeel van het strategisch meerjarenplan van ROC Nijmegen. De additionele middelen, beschikbaar gesteld in het kader van de kwaliteitsafspraken, zetten we in voor extra impulsen aan de thema’s uit het kwaliteitsplan. Onderstaande kosten hiervoor zijn opgenomen in de meerjarenbegroting:
Thema
Begrote kosten (x1.000 euro) 2015
2016
2017
2018
2019
Professionalisering onderwijspersoneel
560
560
560
560
560
Professionalisering examenfunctionarissen
100
100
100
100
100
Versterking management
75
75
75
75
75
HRM beleid
250
250
250
250
250
Taal & Rekenen
850
850
850
850
850
BPV/Verbinding met het werkveld
1.050
575
650
650
650
VSV
820
820
820
820
820
Excellentie
280
640
750
840
890
Totale kosten kwaliteitsafspraken
3.985
3.870
4.055
4.145
4.195
De kosten, gerelateerd aan de kwaliteitsafspraken, leggen we niet separaat vast in onze administratie omdat geen aparte verantwoording plaats vindt. Wel monitoren we uiteraard of de maatregelen uit het kwaliteitsplan passen binnen het budget van ROC Nijmegen. Waar nodig sturen we bij om doelstellingen en budget gedurende dit traject met elkaar in balans te houden. Daartoe stellen we interne deelbudgetten per thema, maatregel of programma ter beschikking aan projectleiders.
35
36
10 Excellentie Het hoofdstuk Excellentie bestaat uit de volgende onderdelen: 10.1 Inleiding 10.2 Analyse beginsituatie a. Opleidingen met een verzwaard programma b. Internationalisering c. Samenwerkingsverbanden 10.3 Borging 10.4 De verschillende excellentieplannen van ROC Nijmegen 10.5 Skills wedstrijden 10.6 Tijdsplanning
37
38
10.1 Inleiding ROC Nijmegen vindt Excellentie belangrijk. Zij wil uit een student halen wat er in zit: hem of haar uitdagen het beste uit zichzelf naar boven te halen, niet alleen op kennisniveau, maar ook op het gebied van sociale vaardigheden, creativiteit en ondernemendheid. De excellente student is daarnaast een doorzetter en nieuwsgierig naar zijn of haar omgeving. Een omgeving die zit te springen om gemotiveerde, competente vakmensen. ROC Nijmegen wil graag aan de wensen van zowel deze jongeren als het bedrijfsleven en instellingen in haar verzorgingsgebied voldoen. Dit excellentieprogramma vormt daarvoor een aanzet. Niet een eerste aanzet, want ROC Nijmegen kent al enkele programma’s voor de ‘excellente student’ (zie Ad. 1), maar een document dat richting geeft aan verdere ontwikkelingen op dit terrein. De komende jaren wil ROC Nijmegen op verschillende terreinen een aantal grote stappen zetten om getalenteerde en gemotiveerde studenten extra mogelijkheden te geven zich te ontwikkelen. Op internationaliseringsgebied willen we de buitenlandstages nog beter afstemmen op de opleiding van de student. De buitenlandstage moet, naast de interculturele leeraspecten, de student ook iets brengen op vakgebied. De ligging van ROC Nijmegen in de nabijheid van de Duitse grens vormt een belangrijk aangrijpingspunt voor verdere internationalisering. ROC Nijmegen is penvoerder van de Lerende Euregio en binnen dit verband zoekt zij, samen met negen andere roc’s in Gelderland en NoordBrabant, naar meer mogelijkheden om in euregionaal verband samenwerkingen aan te gaan met scholen en bedrijven aan de andere kant van de grens. In de voorgaande jaren heeft dit geleid tot euregionale uitwisselingen met zo’n 35 Berufskollegs in Nordrhein-Westfalen, waarbij studenten over en weer bezoeken afleggen, stages lopen ‘over de grens’, in aanraking komen met innovatieve technieken, de klant uit het buurland leren kennen, etc. Kortom: zij verleggen letterlijk en figuurlijk hun grens. Tevens was ROC Nijmegen initiator van het project ‘Duits in het mbo’, een initiatief om Duits binnen de curricula van de roc’s (met name in de grensstreek) te behouden. Op dit moment is een aanvraag ingediend voor een nieuwe project Lerende Euregio binnen Interreg V. Daarnaast willen we nog meer dan de afgelopen jaren de samenwerking met het bedrijfsleven zoeken. Er bestaat al een rij werkveldcommissies met wie we overleg voeren op verschillende terreinen als examinering, inhoud curriculum, BPV, instroombevordering, stagevergoeding, etc. Wij zetten al geruime tijd in op gastlessen en docentstages, om de praktijk nog meer de klaslokalen in te halen en om onze docenten en studenten op de hoogte te houden van de nieuwste trends en innovaties. Hoewel de Meestertitel een van de speerpunten in het excellentieprogramma van OC&W is, constateren wij dat er voor de meeste branches in de regio nog niet voldoende behoefte is aan meester-gezeltrajecten. Een van de redenen is dat er in tijd een gat gaapt tussen het moment van kwalificering op het roc en het mogelijk verwerven van een Meestertitel, waardoor de student (vaak) niet meer in beeld is bij ROC Nijmegen. Wel zetten wij de komende jaren sterk in op een Leven Lang Leren. In dat kader volgen wij, samen met de bevriende partners uit het bedrijfsleven en instellingen, de ontwikkelingen op dit terrein op de voet, ook wat betreft mogelijke Meester-gezeltrajecten. Verder moet een actief alumnibeleid ervoor zorgen dat oud-studenten zich verbonden blijven voelen met ROC Nijmegen en op velerlei wijze ook daadwerkelijk in beeld blijven, bijvoorbeeld als rolmodel en gastspreker. Goed onderwijs is alleen mogelijk met goede en betrokken docenten. Daarom heeft ROC Nijmegen het professionaliseringsproces van al haar docenten geïntensiveerd. Ook het excellentieprogramma zal in dit proces een belangrijk aandeel hebben. Docenten worden zodoende toegerust om hun taken met de juiste tools te kunnen vervullen. Dus bereiden wij ze voor op hun taken binnen vakwedstrijden, buitenlandbezoeken, bedrijfsbezoeken, etc. Deze excellentieaanvraag biedt weliswaar de kaders voor de komende 4 jaar. 2019 Is zeker geen eindpunt, maar slechts een eerste stip aan de horizon.
39
40
10.2 Analyse beginsituatie A. Opleidingen met een verzwaard programma ROC Nijmegen wil studenten die sneller vooruit willen en kunnen of een hoger ambitieniveau hebben de kans bieden dit te verwezenlijken en daarom kent het al verschillende opleidingen met verzwaarde programma’s. Een opsomming:
Cas Spijkers Academie
ROC Nijmegen verzorgt een topopleiding voor culinair toptalent. Deze opleiding is het initiatief van één van Nederlands bekendste koks: Cas Spijkers. Cas Spijkers heeft zich tot zijn overlijden, eind oktober 2011, intensief ingezet om de studenten van ‘zijn’ academie het beste platform te geven voor de beste culinaire toekomst. De opleiding is zo samengesteld dat de student zowel in theorie als praktijk alle facetten van het koksambacht uitdiept en deze tot in de puntjes leert beheersen. De lessen worden ondersteund met gastlessen en workshops van de top van de hedendaagse gastronomie. In de geest van Cas Spijkers daagt de Cas Spijkers Academie de studenten uit tot het uiterste te gaan om een culinair topniveau te bereiken. De koksopleidingen 2015 – 2016 aan de Cas Spijkers Academie zijn er op niveau 3 en 4. – Zelfstandig werkend kok – Gespecialiseerd Kok Deze opleidingen leveren de student een officieel door het Ministerie van OC&W erkend diploma op. Als de student het volledige traject doorlopen heeft, mag hij/zij zich een allround restaurant kok noemen. Behalve de bovenstaande diploma’s heeft de student dan ook de kennis, ervaring en competenties opgedaan van een gespecialiseerd restaurant kok en krijgt hij/zij een specifiek diploma van de Cas Spijkers Academie voor Culinair Toptalent uitgereikt.
Johan Cruyff College
Het Johan Cruyff College (JCC) is een initiatief van Johan Cruijff. Het Johan Cruyff College Nijmegen is een onderdeel van ROC Nijmegen. Het college is opgezet omdat het voor veel jonge topsporters erg moeilijk is studie en sport te combineren. Tijdens een opleiding aan het JCC kun de student zowel op hoog niveau blijven sporten, als succesvol een opleiding volgen. Dit kan doordat het JCC zoveel mogelijk rekening houdt met trainingen, wedstrijden en (buitenlandse) trainingskampen en doordat het digitale JCCnet wordt ingezet. Samen met veel verschillende sporters uit Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Overijsel ontstaat zo een prettige omgeving om in te sporten en te studeren. Er zijn opleidingen op twee niveaus: – Commercieel Medewerker Sport. (niveau 3) – Medewerker Marketing, Communicatie en Evenementenorganisatie Sport. (niveau 4) – Medewerker Marketing/Communicatie (niveau 4) versneld traject voor Havisten.
De Technische
De Technische bestaat uit de opleidingsbedrijven Bouwmensen Nijmegen, Schilder^sCool en InstallatieWerk. Deze samenwerking brengt de student belangrijke en interessante voordelen. Zo werken alle vakgebieden in de bouw nauw samen in de opleiding: elektrotechniek, werktuigbouw, timmeren en schilderen. Hierdoor leert de student die vakgebieden kennen en weet hij/zij hoe je er in de praktijk mee samenwerkt. Ook gaan studenten in deze opleiding meer uren naar school en lopen ze meer dagen stage. Daardoor kunnen ze de opleiding ook sneller afronden. Als de student na de niveau 2-opleiding ook de niveau 3-opleiding in anderhalf jaar afrondt, biedt De Technische een werkgarantie van twee jaar. Tot slot is er nóg een aantrekkelijke prikkel om door te pakken. Als de studie op schema zit, krijg de student een prestatiebeloning d.w.z. een stagevergoeding die tijdens de opleiding oploopt. ROC Nijmegen verzorgt de volgende opleidingen samen met De Technische: – Timmerman, BOL niveau 2 – Allround Timmerman Nieuwbouw, BOL, niveau 3 – Schilderen, BOL niveau 2 – Gezel Schilder, BOL, niveau 3 – Monteur Elektrotechnische Installaties, BOL niveau 2
41
– – –
Eerste Monteur Elektrotechnische Installaties, BOL, niveau 3 Monteur Werktuigkundige Installaties, BOL niveau 2 Eerste Monteur Werktuigkundige Installaties, BOL, niveau 3
Vacansoleil Leisure Opleidingen
Jaarlijks zijn er ruim 20 miljoen Europeanen die op een camping in binnen- of buitenland verblijven. De recreatiebranche wil kwaliteit leveren en heeft daardoor een grote en sterke behoefte aan goed geschoolde medewerkers. In verband met die behoefte hebben een aantal roc’s en Vacansoleil Camping Holidays de krachten gebundeld. Ze hebben praktijkgerichte middelbare beroepsopleidingen ontwikkeld onder de naam Vacansoleil Leisure Academy. Professionals van Vacansoleil verzorgen er praktijkgerichte lessen. De opleiding omvat meerdere moderne talen; altijd Engels en Frans met daarnaast een keuze tussen Spaans of Duits. Door buitenlandse stages en excursies, contact met buitenlandse gasten, collega’s en andere culturen ontstaat een internationaal georiënteerde setting. De student legt contacten, ontdekt talen en culturen en ontwikkelt zich tot aankomend professional. Door de kennismaking met Vacansoleil en allerlei campings komt hij/zij in contact met potentiële werkgever(s). Omdat er naast vakinhoudelijk onderwijs veel aandacht is voor persoonlijke ontwikkeling is de student na de opleiding klaar om aan de slag te gaan binnen de recreatiebranche of daarbuiten. ROC Nijmegen verzorgt de volgende opleidingen van de Vacansoleil Leisure Academy: – Leisure & Hospitality Host - Vacansoleil, niveau 3 – Leisure & Hospitality Executive - Vacansoleil, niveau 4
Sprinttrajecten
ROC Nijmegen kent een aantal sprinttrajecten. De naam zegt het al, het zijn korte opleidingen voor mensen die snel vooruit willen. Daar hoort bij dat de student bereid is om te doen wat daarvoor nodig is. Sprinten vraagt nu eenmaal een bepaalde inspanning. ROC Nijmegen verzorgt de volgende sprinttrajecten: – Beveiliger, niveau 2 – Leisure, niveau, 2 – Financiële Beroepen, niveau 2 – Verzorgende Individuele Gezondheidszorg, niveau 3 – mbo Verpleegkundige, niveau 4 – Financiële Beroepen, niveau 4 – Filiaalmanager, niveau 4 – Filiaalmanager (incl. Ondernemerschap), niveau 4 – Medewerker Personeel & Arbeid, niveau 4 – Juridisch Medewerker, niveau 4 Naast bovengenoemde opleidingen/trajecten die de betere student uitdagen en belonen kent ROC Nijmegen een ambassadeursprogramma. Excellente studenten krijgen de kans een jaar lang ambassadeur te zijn van hun opleiding én van het roc. Uit deze groep kiezen we ieder jaar de uitblinker van het jaar, die dan weer meedoet aan de landelijke verkiezing mbo-uitblinker. Daarnaast organiseert het team Detailhandel jaarlijks een fashionshow, waarbij modetalenten de eigen creaties presenteren voor een groot en divers publiek, en een verkoopwedstrijd ‘Verkoper van het jaar’ waar de beste verkopers van ROC Nijmegen dingen naar de eerste prijs.
B. Internationalisering ROC Nijmegen heeft al 20 jaar ervaring met buitenlandse projecten, subsidies en studiereizen. Ook hebben eerdere beleidsplannen internationalisering de basis gevormd voor steeds meer internationale activiteiten van studenten, docenten en opleidingsteams. ROC Nijmegen heeft de afgelopen drie jaar m.b.v. Leonardo- en Erasmus+subsidie een studentenmobiliteitspercentage voor i-BPV van 1-2%. Dit zit net onder het landelijk gemiddelde. Het percentage bij het aantal docenten en andere medewerkers, dat internationale studiebezoeken in en buiten Europa aflegt, is 0,5-1%. Met de toegekende Leonardo- en Erasmussubsidies voor mobiliteit staat ROC Nijmegen in de top 3 van de middelgrote roc’s.
42
De deelname aan internationale projecten op het gebied van Europese partnerschappen of innovaties is beperkt gebleven. Een uitzondering hierop vormt het project Ler(n)ende Euregio, dat samenwerking tussen Nederlandse roc’s en Duitse Berufskollegs bevordert binnen de Euregio Rijn-Waal. Inmiddels hebben er binnen het project Ler(n)ende Euregio zo’n 11.000 studentenmobiliteiten plaatsgevonden en zijn er in totaal al 33 tandemprojecten (grensoverschrijdende projecten tussen twee scholen) uitgevoerd. ROC Nijmegen is penvoerder van dit succesvolle project en neemt inmiddels met een groot aantal opleidingen deel aan grensoverschrijdende tandemprojecten. Het gaat hierbij om de volgende opleidingen: – Logistiek – Engineering – Bouwkunde – Detailhandel – Secretarieel – Uiterlijke Verzorging – Horeca Deze tandemprojecten voeren we uit met verschillende Berufskollegs in Nordrhein-Westfalen (o.a. Kleve, Duisburg, Oberhausen en Neuss), waarmee we duurzame afspraken maken of gaan maken. Doel is zoveel mogelijk van deze uitwisselingsprogramma’s een vaste plaats in het curriculum te geven. Elk jaar bezoeken honderden studenten het buurland i.h.k.v. het mobiliteitsprogramma van de Lerende Euregio en ontwikkelen enkele teams zelfs bilaterale onderwijsprogramma’s. ROC Nijmegen is zich bewust van haar ligging, en de kansen die het studenten biedt een arbeidsplaats aan de andere zijde van de grens te vinden. Voor het bedrijfsleven in de regio is het van enorm belang dat toekomstige werknemers de Duitse taal en cultuur beheersen. We zien dat in de afgelopen jaren 2013 en 2014 steeds meer opleidingen deelnemen aan uitwisselingen en platforms binnen het project Lerende Euregio.
Internationalisering in cijfers (2013 – 2014) Uitgaande mobiliteit – – – –
een uitgaande studentenmobiliteit percentage voor i-BPV van 2%: binnen Europa met Leonardo of Erasmus+: 160 studenten buiten Europa freemovers (m.n. Filipijnen, Malawi , Aruba en USA): 50 studenten Ler(n)ende Euregio: 260
Inkomende mobiliteit – – – – – –
Modeshow: 108 Duitse leerlingen Toerisme opleiding: 24 Franse studenten Sport en Bewegen: 4 Engelse studenten Pedagogisch Werk: 10 Ierse studenten Secretarieel Comenius: 40 studenten Duitsland (Bocholt en Dinslaken), Frankrijk, Engeland Ler(n)ende Euregio: 240
Internationale Mobiliteit doelgroep Medewerkers Uitgaande mobiliteit – – – – –
Mobiliteit medewerkers is 10 %: USA exchange programma: 4 medewerkers Binnen Europa met Leonardo of Erasmus+: 90 medewerkers Buiten Europa: 5 medewerkers Ler(n)ende Euregio: 18
Inkomende mobiliteit – – – –
Modeshow: 12 Duitse docenten Via Evenementenbureau: 60 Duitse docenten Toerisme opleiding 5 Franse docenten USA exchange programma: 4 Amerikaanse docenten
43
– – – –
Sport en Bewegen: 2 Engelse docenten Pedagogisch Werk: 6 Ierse docenten Secretarieel Comenius: 9 docenten Duitsland (Bocholt en Dinslaken), Frankrijk, Engeland Ler(n)ende Euregio: 220
Werkveld – –
Samenwerking met Vacansoleil Euregionale Verpleegopleiding
Internationale projecten – – – –
Erasmus+; KA 1 Build Up Skills- Competenties personeel Bouw en installatietechniek; Horizons 2020 Ler(n)ende Euregio; Interreg V (ROC Nijmegen penvoerder voor 10 roc’s’ en 31 Berufskollegs) Invet - Competentie bepaling voor school kermisklanten; KA 2
C. Samenwerkingsverbanden Al meer dan 20 jaar investeert ROC Nijmegen in de samenwerking met het bedrijfsleven door gestalte te geven aan samenwerkingsverbanden, met als doel een betere afstemming te vinden tussen onderwijs en praktijk. Thema’s daarbij zijn onder andere examinering, inhoud curriculum, BPV, docentstages, gastlessen, opleidingenportfolio, instroombevordering, praktijkopleidersdagen, stagevergoeding, etc. Deze samenwerking vindt plaats binnen werkveldcommissies. Deze commissies vergaderen in verschillende frequenties, maar gemiddeld zo’n 4 tot 5 maal per jaar, waarbij ROC Nijmegen de agenda opstelt, meestal in afstemming met de betrokken bedrijven of instellingen. Wij sterven ernaar er naar een zo groot mogelijke dekking te krijgen door binnen alle opleidingen een werkveldcommissie te realiseren.. Naast de werkveldcommissies bestaan er duurzame samenwerkingsverbanden binnen de verschillende sectoren. Enkele voorbeelden:
Techniek/Technovium – – – – – – – – – –
Regionaal Opleidingsbedrijf Installatietechniek Achterhoek Ri4enland Stichting Bouwopleidingen Regio Nijmegen Stichting Praktijkopleiding Schilderen Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Timmerindustrie Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Meubelindustrie en Interieurbouw Stichting Vakopleiding Metaal Nijmegen Born Bouwopleidingsbedrijf Nijmegen Installatiewerk Achterhoek Ri4enland Schilder^sCOOL Wesseldijk Verkeersschool en Logistiek Opleidingscentrum
Op Technovium is er intensieve samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, waar doorstroomprogramma’s aangeboden worden voor de volgende opleidingen: – Propedeuse Bouwkunde – ICT-propedeuse (Informatica, Technische Informatica, Business IT & Management) – Informatica – Technische Informatica
Zorg en Welzijn – – – – –
44
Pluryn KION Pantein Dichterbij Radboud UMC
Economie – – –
Vacansoleil Leisure Johan Cruyff Foundation Cas Spijkers Stichting
45
46
10.3 Borging Hoe dagen we de excellente student binnen zijn vakgebied uit? Hoe weten we dat we de juiste dingen doen? Hoe zorgen we ervoor dat studenten ook bij de meest uitdagende bedrijven terecht komen en daar ook kennismaken met uitdagende en innovatieve zaken? En hoe garanderen we de duurzaamheid van het excellentieprogramma? Voor de kwaliteitsborging van de excellente programma’s zal ROC Nijmegen gebruik maken van de bestaande contacten met bedrijven en instellingen uit de regio. Meest voor de hand liggend is natuurlijk om hier de werkveldcommissies, robo’s en ‘Vrienden Van’ voor te benutten. De contacten met deze overleggroepen vinden gemiddeld zo’n 5 tot 6 maal per jaar plaats en zijn dus zeer geschikt om de door ons uitgevoerde activiteiten te toetsen en te bespreken. Binnen deze overlegorganen zijn veelal innovatieve en betrokken bedrijven actief. Zij hebben zicht op de (arbeids-) markt en op de competenties die toekomstige beroepsbeoefenaars nodig hebben. Feedback van deze bedrijven en instellingen moet ervoor zorgen dat ROC Nijmegen de juiste dingen blijft doen. In de drie betrokken werkvelden hebben de bedrijven overigens aangegeven dat er nu en in de toekomst veel vraag is naar excellente studenten. Bij de uitvoering van de trajecten zullen we deze bedrijven ook zoveel mogelijk actief gaan betrekken. ROC Nijmegen heeft deze Excellentieaanvraag inmiddels voorgelegd aan de CAR (Campus Advies Raad, sectoren Economie en Z & W) en het bestuur van Technovium (sector Techniek), waarin ook vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven zitting hebben. Beide adviesraden hebben hun goedkeuring voor deze excellentieaanvraag afgegeven, waardoor wij ons gesterkt voelen op de ingeslagen weg verder te gaan.
47
48
10.4 De Excellentieplannen van ROC Nijmegen ROC Nijmegen heeft er voor gekozen binnen de volgende opleidingen een excellentieprogramma aan te bieden: A. Interieurbouw B. Cas Spijkers Academie C. Excellentieprogramma mbo-Verpleegkundige Euregio En daarnaast willen we alle studenten uit alle opleidingen de mogelijkheid geven zich aan te melden voor een excellentieprogramma, namelijk: D. De Duitslandroute De selectieprocedure voor de excellentieprogramma’s vindt binnen de opleidingsteams plaats, altijd op basis van aantoonbare motivatie, goede resultaten en laag verzuim. Bovendien heeft ieder team eigen criteria, gericht op het vakgebied. Hieraan ligt voor de drie opleidingen een profiel ‘excellente student’ ten grondslag, ontwikkeld door het opleidingsteam en het werkveld. Uiteindelijk vormt de groep Excellenten een afspiegeling van ROC Nijmegen, zowel qua sector als qua opleiding en niveau. Voor de drie hierboven genoemde opleidingen geldt dat zij voldoen aan de landelijke normen voor basiskwaliteit, zoals gedefinieerd door de Onderwijsinspectie. Het excellentiedeel komt daar dus bovenop. De Duitslandroute is toegankelijk voor alle studenten van ROC Nijmegen, ongeacht opleiding of niveau. Wel zal hierbij in eerste instantie de focus liggen op opleidingen waarvoor Duits het meest relevant is, zoals bijvoorbeeld Detailhandel, Logistiek of Toerisme. Bij overinschrijving zal dus de voorkeur gegeven worden aan studenten uit deze vakrichtingen, omdat die ook daadwerkelijk hun beroepskansen aan de andere kant van de grens vergroten, dan wel in hun beroep meer baat hebben bij kennis van Duitse Taal en Cultuur. Gezien het aantal (stage-) activiteiten dat, mede in het kader van excellentie, plaatsvindt in ons buurland wil ROC Nijmegen de Elektronische Leeromgeving tweetalig gaan inrichten, dus naast Nederlands ook in het Duits. Dit heeft als grote voordeel dat stagebedrijven en praktijkopleiders uit het buurland informatie ook in de eigen taal kunnen vinden. Tot slot: alle opleidingen die deelnemen aan het excellentieprogramma stellen een coördinator excellentie aan. Deze coördinator zorgt ervoor dat het excellentieprogramma conform aanvraag wordt uitgevoerd, dat de implementatie goed verloopt, dat er voldoende draagvlak binnen het team is en dat de communicatie goed verloopt. Daarnaast stellen deze coördinatoren een risicoanalyse op, in overleg met en met hulp van het team.
A. Excellente opleiding Interieurbouw ROC Nijmegen biedt verschillende opleidingsrichtingen tot houtbewerker en meubelmaker aan in een BOL als BBL variant, op niveau 2 en 3. Op dit moment volgen 77 leerlingen een opleiding binnen het domein Hout en Meubel, binnen zowel de BOL- als de BBL-variant. Een groot deel van de opleiding omvat het opdoen van praktijkervaring, in onze eigen werkplaats of in een bedrijf, veelal in de regio. De studenten werken in de praktijk met massief hout (vuren, eiken, yellow poplar, beuken) en plaatmateriaal (MDF, triplex, spaanplaat) ; ze maken lades, kastjes, tafels, krukjes en losse opdrachten met verbindingen, scharnieren en het beplakken met fineer en HPL. Daarnaast krijgen ze nog allerlei oefenopdrachten voor elektrisch handgereedschap en machines en leren ze zorgvuldig en planmatig te werken. Vanzelfsprekend gaat er veel aandacht uit naar leerlingen die extra aandacht en begeleiding nodig hebben om de opleiding te volbrengen. Echter binnen onze Interieurbouwopleidingen zitten ook steeds meer leerlingen die uitblinken in het vervullen van het ambacht en waar het bedrijfsleven in de regio mee wegloopt. Bij deze leerlingen signaleren wij ook de behoefte om binnen het ambacht interieurbouw hun kennis en vaardigheden verder te verdiepen en verbreden.
Ambitie en visie
ROC Nijmegen heeft de ambitie om toptalent op te leiden in de hout- en meubelbranche en als zodanig bekend te staan bij onze partners in het regionale bedrijfsleven. Daarom kiezen we ervoor om, naast ons bestaand opleidingsprogramma, komende jaren extra te investeren in onze excellente groep meubelmakers en houtbewerkers.
49
Dit willen we doen door aandacht te besteden aan excellent vakmanschap en excellent ondernemerschap. Op deze onderdelen gaan we een verzwaard onderwijsprogramma aanbieden waarmee we tegemoet komen aan de behoefte aan verdieping/verbreding binnen het vak bij een excellente groep binnen de opleiding en we komen tegemoet aan een grote behoefte bij het regionale bedrijfsleven.
Uitgangspunten voor het programma – – –
–
–
Verbreden en verdiepen in vakmanschap door excellente vakmensen binnen ons onderwijs te halen, als inspiratiebron voor ons talent, met name in de praktijklessen. Verbreden en verdiepen in ondernemerschap door bekende ondernemers aan ons te verbinden. Te denken valt aan bekende meubelontwerpers. Internationaal contact en ervaring opdoen/modules in Duitsland volgen, praktijk ervaring opdoen in Duitse meubelbedrijven/houtbewerkers, wedstrijd met Duitse leerlingen en presentatie van producten aan internationale jury. In samenwerking met de branche een opleiding tot meester ontwikkelen. Dit houdt in: het onderzoeken van haalbaarheid en mogelijkheden, het afstemmen met landelijke organen en collega-roc’s, het opzetten van deze opleiding en het uiteindelijke uitvoeren ervan. Unieke meester/gezel synergie bewerkstelligen door workshops en wedstrijden te organiseren waarbij samenwerking tussen meester/gezel centraal staat.
Ambitie vertaald naar SMART doelen – – – –
2015 – 2016: 5 leerlingen opleiden via het Excellent programma op basis van 2 modules waarin interieurbouw en restauratie centraal staan 2016 – 2017: 8 leerlingen opleiden via het Excellentprogramma op basis van 3 modules, bovengenoemde 2 en een internationaliseringsmodule met Duitsland (Duisburg of Kleve) 2017 – 2018: 12 leerlingen op basis van 3 modules, bovengenoemde inclusief stofferen 2018 – 2019: 18 leerlingen op basis van 4 modules, bovengenoemde inclusief productie
Resultaat/prestaties
Medio 2019: – Hebben 18 studenten deelgenomen aan het Excellentieprogramma Interieurbouw. – Hebben docenten van het team Interieurbouw 4 nieuwe opleidingsmodules ontwikkeld en uitgevoerd. – Hebben vaktoppers uit het bedrijfsleven gastlessen verzorgd aan de excellente studenten. – Is de band tussen studenten en docenten met het bedrijfsleven versterkt – Hebben docenten van het team Interieurbouw 1 nieuwe opleidingsmodule Internationalisering ontwikkeld en uitgevoerd. De studenten die hebben deelgenomen ontvangen bij hun diplomering een extra certificaat waarop beschreven staat dat zij hebben deelgenomen aan het Excellentieprogramma van ROC Nijmegen en welke extra prestaties zij hebben geleverd binnen dit programma.
B. Excellente opleiding Cas Spijkers Academie Ambitie en visie
Titel: CSA zoekt superstudent. Een select aantal CSA studenten komt in aanmerking voor een extra excellent programma binnen de CSA. De CSA wil de allerbeste studenten binnen de horeca opleiden die terecht kunnen bij de toprestaurants in Nederland of het buitenland. Uiteraard zorgen onze docenten voor een kwalitatief goede opleiding, die opleidt voor een crebo dat wij gewoon ook aanbieden, maar CSA wil dat haar topstudenten letterlijk en figuurlijk nog meer in andere keukens kijken en daar inspirerende en spannende ervaringen opdoen. ROC Nijmegen hoopt en verwacht dat in de slipstream van de excellente CSA-opleiding de totale horeca-opleiding meegezogen wordt en er dus ook een positieve werking uitgaat op de studentenpopulatie binnen de horeca-opleidingen.
50
Uitgangspunten voor het programma
– –
–
– – –
Ervaring opdoen binnen een uitdagende en inspirerende omgeving d.m.v. een internationale keukenstage in een gerenommeerd restaurant in het buitenland. Onderlinge competitie en ambitie bij studenten bevorderen door het organiseren van een Internationale kookwedstrijd (Cas Spijkers Cup). De Cas Spijkers Academie gaat deze internationale wedstrijd tussen gelijkwaardige opleidingen jaarlijks organiseren. Studenten krijgen de mogelijkheid om over hun eigen horizon te kijken en leren samen te werken met hbo’ers. Een samenwerking met de opleiding Food en design van de HAN maakt zo doorstroom naar het hbo voor onze studenten versneld mogelijk (doordat zij op een aantal terreinen vrijstellingen kunnen krijgen). Doorstroom naar hbo is hier echter niet het primaire uitgangspunt. Het verder ontwikkelen van een meester-gezel-programma door de excellente studenten en onze eigen docenten steeds vaker in contact te brengen met chef-koks, o.a. door middel van gastlessen en bedrijfsbezoeken. Stimuleren van carrièreplanning en doorontwikkelen van eigen kwaliteiten door het opzetten van een extra level Meester-Leerling (met als einddoel benefietdiner internationale chefs). Aansluitend op het vorige punt: samenwerking op het gebied van productontwikkeling waarbij onze studenten gekoppeld worden aan de studenten van Food en Design (met name projecten op taalgebied).
CSA is benaderd door de provincie Brabant. De overheden zetten zich in voor een transitie naar een meer zorgvuldige veehouderij. Veehouders die bovenwettelijke maatregelen nemen voor wat betreft bijvoorbeeld duurzaamheid, diervriendelijkheid en laag antibioticagebruik maken hogere kosten, waar geen inkomsten tegenover staan. Het gevolg is dat slechts weinigen de koplopers volgen. Dit willen de overheden graag doorbreken. Het doel is er voor te zorgen dat extra inspanning beloond wordt, omdat de consument het beloont via zijn aankoopgedrag. Hoe maak je van een bulkproduct iets speciaals wat door klanten gewaardeerd wordt? Daarvoor is de CSA benaderd om mee te denken in de ontwikkeling van een nieuwe productlijn. Deze lijn komt in alle winkels van Plus supermarkten te liggen. Het gaat in eerste instantie over het ontwikkelen van kant en klare varkensvlees producten (het vlees moet een bereiding ondergaan). Mocht dit een go krijgen (het ligt nu bij stichting CSA) dan wordt dit een blijvend project met een continue innovatie.
De studenten die in aanmerking komen excelleren in: – Culinair onderscheidend talent en gedrevenheid – Creativiteit en zelfstandigheid – Unieke synergie tussen leerbedrijf, leermeester en student. We kunnen dit programma realiseren door ons (internationale) netwerk op culinair gebied en in de voedingsindustrie.
Ambitie vertaald naar SMART-doelen
Per jaar willen we tien excellente studenten mee laten doen aan: – Een internationale stage of exchange (4 studenten) – Internationale wedstrijd (3 studenten) – Exclusieve innovatie eigen productlijn (3 studenten)
Resultaat/prestaties
Medio 2019: – Hebben 40 studenten vanuit het CSA deelgenomen aan de diverse onderdelen van het excellentieprogramma. – Hebben minimaal 30 studenten of een internationale stage in een toprestaurant in het buitenland gevolgd, of deelgenomen aan internationale wedstrijden waarin zij zich gemeten hebben met andere toppers. – Hebben minimaal 12 studenten zich i.s.m. de HAN beziggehouden met een productlijn en innovatieve foodtechnieken. – Is de band tussen studenten en docenten met het bedrijfsleven in het topsegment versterkt. – Is er een begin gemaakt met het ontwikkelen van een duurzaam meester-gezel-traject. De studenten die hebben deelgenomen ontvangen bij hun diplomering een extra certificaat waarop beschreven staat dat zij hebben deelgenomen aan het excellentieprogramma van ROC Nijmegen en welke extra prestaties zij binnen dit programma hebben geleverd.
51
C. Excellentieprogramma mbo-Verpleegkundige Euregio Ambitie en Visie
De wereld van morgen vraagt om een goede leeromgeving te creëren waar ondernemendheid wordt gestimuleerd. Ondernemendheid is onontbeerlijk om met durf en nieuwsgierigheid buiten de comfortzone te leren en te werken. Deze opleiding is bedoeld voor de ambitieuze student die het een uitdaging vindt om tijdens de opleiding kennis te maken met een andere cultuur, met andere normen en waarden. Dit traject vraagt ook een grotere mate van zelfstandigheid en autonomie van de student. Deze Euregionale BOL-opleiding mbo-Verpleegkundige biedt de student een unieke mogelijkheid een internationaal georiënteerde opleiding met arbeidsperspectief te volgen. Door deze internationale ervaring vergroot zij/hij de kansen op de arbeidsmarkt in Nederland en in onze buurlanden. Het diploma mbo-Verpleegkundige wordt erkend in Duitsland en België. Deze opleiding combineert een degelijke opleiding met werkervaring in het buitenland.
Uitgangspunten voor het programma
De opleiding mbo-Verpleegkundige Euregio is gebaseerd op het reguliere opleidingstraject mbo-Verpleegkundige, een 4-jarig opleidingstraject. Wat dit traject bijzonder maakt is dat gedurende de hele opleiding alle BPV in het buitenland wordt gelopen: in de Euregio Rijn-Waal of in België. Daarmee vergroot de student ook de kansen op de arbeidsmarkt in Duitsland en België. Het theoretische deel en de verpleegtechnische voorbereidingen vinden plaats bij ROC Nijmegen. Hoofdzakelijk richt het project zich op Duitsland. Ter ondersteuning is in dit traject als extra vak Duits opgenomen. Het BPV-werkboek en het examenmateriaal is in het Duits beschikbaar. Het opleidingstraject vraagt extra inspanning van: – De student: leert -binnen een verzwaard programma- effectief om te gaan met cultureel diverse omgevingen, verwerft extra interculturele competenties en leert diverse werkwijzen in de gezondheidszorg – De docent: leert in te spelen op de ervaringen van de studenten tijdens hun BPV in het buitenland en begeleidt studenten samen met de Duitse of Belgische opleiders. De vaste begeleiders en contactpersonen volgen taaltrainingen in Duitsland. Docenten doen nieuwe kennis op die tot persoonlijke en vakinhoudelijke verrijking leidt en uiteindelijk ten goede zal komen aan hun dagelijkse lespraktijk. – De opleiding: investeert in de relatie en samenwerking met de buitenlandse zorginstellingen en opleidingsinstituten. Kennisdeling van innovatieve onderwijsmethodieken vindt regelmatig plaats. Het verpleegkundig beroep volgens de internationale standaarden wordt vergeleken en inzichten getransfereerd.
Ambitie vertaald naar SMART-doelen
Het is de intentie dat er jaarlijks minimaal 15 studenten instromen/starten met de euregionale opleiding. Dat betekent dat er over 4 jaar 60 studenten aan dit traject deelnemen. Daarbij zijn minimaal twee zorginstellingen in Duitsland en twee zorginstellingen in België betrokken. In de BPV zullen op termijn de ouderejaars de jongerejaars op de stageplaats begeleiden. We hopen dat minimaal 15% van deze studenten aansluitend aan de opleiding werk vindt in Duitsland/België. Het is de bedoeling dit traject structureel aan te bieden, ook na 4 jaar, en dat er steeds 60 studenten aan de opleiding deelnemen, verdeeld over de 4 jaren.
Resultaat/prestaties
Medio 2019: – Hebben 60 studenten een BPV in Duitsland of België gevolgd. – Hebben deze studenten hebben allemaal het vak Duits gevolgd. – Hebben alle begeleiders en ondersteuners (15 in totaal) ook een taaltraining Duits in Duitsland gevolgd. – Is zowel les- als examenmateriaal vertaald in het Duits. – Is de band tussen studenten en docenten met het bedrijfsleven versterkt. De studenten die hebben deelgenomen ontvangen bij hun diplomering een extra certificaat waarop beschreven staat dat zij hebben deelgenomen aan het Excellentieprogramma van ROC Nijmegen en welke extra prestaties zij hebben geleverd binnen dit programma.
52
D. Excellente opleiding Duitslandroute Ambitie en visie
Het excellentieprogramma ‘De Duitslandroute’ biedt studenten op niveau 2, 3 en 4 de kans te excelleren en zich daarmee een betere positie op de arbeidsmarkt te verwerven. In de grensstreek is Duitsland belangrijk, we constateren dat de handelsbetrekkingen tussen beide landen steeds intensiever worden. Jongeren in het oosten van het land kunnen hun horizon uitbreiden door zich ook te kwalificeren voor een geheel of gedeeltelijk werkzaam leven in Duitsland. Het komt immers steeds vaker voor dat opdrachtgevers, klanten of collega’s uit Duitsland komen. Om dat kwalitatief goed aan te kunnen bieden, moeten er op verschillende niveaus activiteiten ontwikkeld worden. Dat zijn activiteiten die buiten het reguliere programma vallen. Vandaar dat wij er voor kiezen onze docenten binnen relevante opleidingen (onder andere Detailhandel, Logistiek, Toerisme en Horeca) in drie lagen voor te bereiden op het programma Duitslandroute. Parallel aan dit programma start de Duitslandroute voor een groep excellente studenten, die hen voorbereidt op een mogelijke carrière in het buurland. Dit programma kent een vijftal lagen, waarbij laag 1 en 4 niet onder Excellentie vallen, maar meer generiek zijn. De andere 3 lagen bevatten stages in Duitsland, een beroepenwedstrijd met vakgenoten uit het buurland en extra cursussen/trainingen.
Uitgangspunten voor het programma
De Duitslandroute biedt enerzijds een beknopt programma aan voor docenten om hun bewustwording en kennis t.a.v. Duitsland te vergroten. Anderzijds is er een programma voor studenten om hun bewustwording en kennis te vergroten, maar ook om ze handvatten te geven om hun kansen aan de andere kant van de grens te vergroten. Tevens zetten we ambassadeurs vanuit onze eigen organisatie in (docenten/studenten met ervaring in Duitsland) om een nieuwe generatie enthousiast te maken. Ook voor het regionale bedrijfsleven (met name Detailhandel, Horeca en Logistiek) is het van belang dat toekomstige werknemers over euregionale competenties beschikken, zodat zij beter kunnen omgaan met klanten, opdrachtgevers, toeleveranciers uit het buurland. We hebben de Duitslandroute een aantal verdiepingslagen gegeven, om de veelheid aan mogelijkheden aan te geven. Het is immers niet mogelijk een standaardpakket samen te stellen, omdat de mate waarin en hoe een student geschoold wordt, sterk kan verschillen per opleiding. Het generieke deel voor docenten kent drie lagen: 1e laag: bewustwording van de mogelijkheden in Duitsland in de vorm van een informatiemoment voor docenten. Inhoud: het algemeen belang van Duitsland (als handelspartner) voor Nederland en overeenkomsten en verschillen met het buurland. Do’s en don’ts in de samenwerking en omgang met Duitsers, kansen en mogelijkheden op de euregionale arbeidsmarkt aan de andere kant van de grens, etc. 2e laag: oriënterende bezoeken aan Duitsland voor docenten, met name gericht op verandering van innovatie in het Ruhrgebied. Bezoeken aan Zeche Zollverein, de opleidingscentra van Siemens en Thyssen-Krupp, beroepsscholen, etc.) 3e laag: cursus Duitse taal en cultuur voor docenten, uitmondend in voorbereiding van implementatie van het keuzedeel Duits. Het excellente deel voor studenten kent een vijftal lagen, waarbij de eerste laag algemeen is voor alle studenten van een opleiding. Dit past dus niet in Excellentie, maar we beschrijven het hier wel om de juiste context aan te geven: 1e laag: Bewustwording bij studenten. Informatiemomenten voor studenten vergelijkbaar met die voor docenten (zie hierboven). Inhoud: het algemeen belang van Duitsland (als handelspartner) voor Nederland en overeenkomsten en verschillen met het buurland. Do’s en don’ts in de samenwerking en omgang met Duitsers, kansen en mogelijkheden op de euregionale arbeidsmarkt aan de andere kant van de grens, etc. 2e laag: Oriënterende stages van studenten in Duitsland. Na het eerste deel gaat een select groepje uitgekozen studenten een of twee weken stage lopen in Duitsland, in hun eigen vakgebied. Doel van de stages is om, naast het verkennen van en verdiepen in hun vakgebied en kennismaking met innovaties in een uitdagende omgeving, ook kennis op te doen van taal en cultuur. Binnen het project Ler(n)ende Euregio bestaan goede contact met scholen en bedrijven aan de andere kant van de grens. Studenten leren zo ervaren dat een stage aan Duitse zijde hen een goede kans biedt op werk in Duitsland. 3e laag: euregionale wedstrijden op diverse vakgebieden. De opleiding organiseert Skillswedstrijde en vaardigt de winnaars af naar regionale en - mogelijk- landelijke of
53
mondiale wedstrijden. Daarnaast doen studenten van ROC Nijmegen mee aan euregionale wedstrijden, zoals de Euregionale verkoper van het jaar, kok van het jaar, kapper van het jaar, etc. Deze wedstrijden worden i.s.m. de Lerende Euregio georganiseerd. 4e laag: Invoering keuzedeel Duits voor bepaalde vakken. Voor een aantal vakrichtingen, waarvoor het vak Duits een hoge relevantie heeft, worden de betere studenten uitgedaagd deel te nemen aan een extra keuzedeel Duits, dat ze naar een veel hoger taalniveau brengt en ze nog meer op de hoogte brengt van de cultuurverschillen tussen beide landen. De door hen verworven beroeps- en taalcompetenties geven deze studenten een nog grotere kans op werk aan beide zijden van de grens. N.B.: Dit onderdeel (4e laag) maakt geen deel uit van het excellentieprogramma, maar wordt hier toch vermeld om de context te verhelderen. 5e laag: Aanbieden cursussen Duits buiten het lesprogramma om. Naast bovengenoemde keuzedelen bestaat er nog een mogelijkheid om maatwerk aan te bieden middels speciaal toegesneden cursussen. Dit is afhankelijk van de vraag en van arbeidsmarktrelevantie (bijvoorbeeld een speciale cursus Duits voor studenten die in de Kinderopvang in Duitsland aan de slag willen of een cursus Duitse sollicitatievaardigheden). N.B. Voor een aantal activiteiten kan ook gebruik gemaakt worden van Interreg V en eventueel het Erasmus+programma. Vanuit de Radboud Universiteit kan ‘Duitslandstudies’ workshops of lezingen verzorgen om studenten en personeel voor te bereiden op de cultuurverschillen NL-D. Om invoering van de Duitslandroute zo rimpelloos mogelijk te laten verlopen, kiezen we voor een gefaseerde invoering. In het eerste jaar (2015 – 2016) zullen met name de opleidingen betrokken zijn die al ervaring hebben met projecten in Duitsland, zoals Detailhandel en Logistiek. In de daaropvolgende jaren breidt het aantal opleidingen dat deelneemt aan de Duitslandroute uit, tot alle relevante opleidingen deelnemen.
Ambitie vertaald naar SMART-doelen: – – –
–
–
Over vier jaar is 90% van alle docenten die werkzaam zijn binnen relevante opleidingen bij ROC Nijmegen geprofessionaliseerd (volgens de eerste drie lagen). 2015 – 2016: 20 studenten stromen in/starten met de euregionale opleiding. Zij volgen een oriënterende stage in hun vakgebied in Duitsland. 2016 – 2017: 20 studenten stromen in/starten met de euregionale opleiding. Zij volgen een oriënterende stage in hun vakgebied in Duitsland. In de BPV zullen op termijn ook hier indien mogelijk de ouderejaars de jongerejaars op de stageplaats begeleiden. 2017 – 2018: 20 studenten stromen in/starten met de euregionale opleiding. Zij volgen een oriënterende stage in hun vakgebied in Duitsland. In de BPV zullen op termijn ook hier indien mogelijk de ouderejaars de jongerejaars op de stageplaats begeleiden. 2018 – 2019: 20 studenten stromen in/starten met de euregionale opleiding. Zij volgen een oriënterende stage in hun vakgebied in Duitsland. In de BPV zullen op termijn ook hier indien mogelijk de ouderejaars de jongerejaars op de stageplaats begeleiden.
Dat betekent dat er over vier jaar 80 studenten aan dit traject deelnemen. Het is de bedoeling dat dit traject structureel wordt aangeboden, ook na 4 jaar, en dat er steeds 80 studenten aan de opleiding deelnemen, verdeeld over de 4 jaren. NB: Afhankelijk van het aan ROC Nijmegen toegewezen budget voor excellentie kan het volume studenten dat deelneemt aan de Duitslandroute toenemen.
54
Resultaat/prestaties
Medio 2019: – Hebben 80 studenten de Duitslandroute gevolgd. – Hebben 80 studenten bovenop hun normale programma extra geïnvesteerd in hun toekomst door hun mogelijkheden aan de andere kant van de grens te vergroten, o.a. door stages en het volgen van maatwerk-cursussen. – Hebben zoveel mogelijk studenten deelgenomen aan euregionale vakwedstrijden en zich gemeten met vakgenoten van andere roc’s en vakgenoten uit het buurland. – Heeft een grote groep docenten studiebezoeken aan Duitsland gebracht en daar kennisgenomen van taal en cultuur. – Heeft een grote groep docenten bezoeken gebracht aan Duitse Berufskollegs en aan innovatieve bedrijven daar. De studenten die hebben deelgenomen ontvangen bij hun diplomering een extra certificaat waarop beschreven staat dat zij hebben deelgenomen aan het Excellentieprogramma van ROC Nijmegen en welke extra prestaties zij hebben geleverd binnen dit programma.
Skillswedstrijden Skills-Vakwedstrijden ROC Nijmegen Jaar
Aantal wedstrijden
Aantal studenten (circa)
2014 – 2015
1 voorronde
20
2015 – 2016
8 voorrondes
160
2016 – 2017
10 voorrondes
200
2017 – 2018
10 voorrondes
200
2018 – 2019
10 voorrondes
200
Achtergrond vakwedstrijden in het mbo: toneel voor excellentie Het verhogen van de kwaliteit en de excellentie in het beroepsonderwijs kan niet zonder een uitdaging. Een uitdaging voor studenten én docententeams zijn de vakwedstrijden zoals Skills Netherlands die al sinds jaar en dag samen met verschillende partners organiseert. Deze vakwedstrijden laten niet alleen het vakmanschap van de studenten zien, maar ook van de docententeams en de stagebedrijven achter de studenten. Door vakwedstrijden te organiseren op open dagen is het ook mogelijk om vmbo-leerlingen en hun ouders voor het beroep en de opleiding te interesseren (in het kader van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding). Tot slot is het een uitdaging voor de branches zowel vanuit werkgevers als werknemers om na de landelijke finale de nationale winnaars te meten met de buurlanden. De hoeveelheid betrokken partijen (scholen met docententeams, studenten en ouders, leerbedrijven met leermeesters, branches met werkgevers- en werknemersorganisaties en het ministerie van OCW) maakt de organisatie van vakwedstrijden een complexe zaak. Je hebt iedereen nodig om werkelijk uitdagende wedstrijden te organiseren waar studenten kunnen excelleren. De overige betrokkenen moeten zich allemaal ‘eigenaar’ voelen en de wedstrijden gebruiken in de eigen (media) kanalen om te laten zien welke kwaliteit het beroepsonderwijs oplevert. Vakwedstrijden zijn het toneel waar studenten in het beroepsonderwijs hun excellentie kunnen laten zien.
Gezamenlijke inzet om vanuit een breedtestrategie meer te excelleren Dit alles overwegend hebben de mbo-scholen, verenigd in de mbo Raad, besloten in gezamenlijkheid een deel van het excellentiebudget te besteden aan de vakwedstrijden. De wedstrijden waren er wel maar in aantal beperkt (ongeveer 20). Er participeerde een beperkt aantal scholen (ongeveer 40) en branches. Nu valt er met het tijdelijke excellentiebudget een stevige impuls te geven aan het breed uitrollen van de vakwedstrijden in het format van Skills Heroes. De mbo-scholen hopen hiermee alle mbo-branches met sociale partners zoveel mogelijk bij te betrekken. Het voor vier jaar beschikbare excellentie budget is een ideale gelegenheid om op een structureel hoger niveau te komen, over de volle breedte van het mbo (de breedte strategie). Vanuit deze breedte kan het beroepsonderwijs in Nederland op een hoger plan komen. We willen winnen; als student, docententeam, leerbedrijf, school en als branche.
55
De Skills-wedstrijden passen uitstekend in de missie van ROC Nijmegen om in co-creatie onderwijs vorm te geven. Wij laten met deze evenementen ook aan onze partners in het bedrijfsleven zien waartoe onze studenten in staat zijn. Bedrijven en instellingen stellen steeds hogere eisen aan hun diensten en producten en zien wat onze studenten hierin voor hen kunnen betekenen. De Skills-wedstrijden helpen ons ook om in samenwerking de bedrijven en instellingen innovatieve bedrijfsopdrachten binnen de BPV te ontwikkelen. De ervaring die bij collega-ROC’s is opgedaan sterkt ons in onze motivatie mee te doen met Skills-wedstrijden: de aanzuigende motiverende werking bij (aspirant-) studenten, personeel en ons werkveld geeft een impuls aan de kwaliteit van opleidingen. De kwaliteitsmiddelen geven net de ruimte die nodig is om de –voorbereiding op- Skillswedstrijden goed te verankeren in ons onderwijs.
Doel, resultaat en werkwijze Doel deelname aan vakwedstrijden in het kader van excellentie: In vier jaar tijd breed uitrollen binnen de school (teams en regionale leerbedrijven) en verbreden over alle mbo-branches met sociale partners. Resultaten: – Over vier jaar in 2019 zijn er over zoveel mogelijk beroepsopleidingen vakwedstrijden die met een landelijke manifestatie afsluiten. – Het gevoel van eigenaarschap is zoveel mogelijk door alle partijen gedragen, SBB kan hierbij dienen als overlegplatform voor de verdere uitrol. – Meer docenten (teams) en leerbedrijven zijn betrokken bij de ontwikkeling van wedstrijdopdrachten/ schoolvakwedstrijden en excellentieontwikkeling studenten – Verder vormgeven van co-creatie in het onderwijs en de BPV – Het stimuleren van de professionalisering bij docententeams doordat ‘hun’ studenten zich meten met anderen, – Het contact met het regionale bedrijfsleven intensiveert door de deelname van ‘hun’ studenten – Vakwedstrijden stimuleren per branche de kennisontwikkeling en- uitwisseling op sectoraal niveau met andere scholen over excellentie, vakmanschap, talentontwikkeling en vakinhoud en -didactiek. Het is als ware een benchmark tussen de sectorale beroepsopleidingen. – Vakwedstrijden maken het ook mogelijk (door de Euro- en WorldSkills) om per branche het niveau van het nationale beroepsonderwijs te vergelijken met het buitenland. – Vakwedstrijden zijn ook uitstekend te benutten in de kader van LOB. De contacten met het toeleverend en aanpalend onderwijsveld kunnen hierdoor verdiepen en verbeteren – Een verbetering het imago van beroepsonderwijs en excellent vakmanschap Dit alles te bereiken door als mbo-school vier jaar lang te participeren in de Skills vakwedstrijden. De bijdrage aan Skills is voor de ondersteuning en het organiseren van de regionale en landelijke wedstrijden. De eigen schoolwedstrijden organiseert de school zelf . De school zet hiertoe ook een deel van het excellentiebudget in.
Rol Skills Netherlands en rol SBB De bovenstaande resultaten zijn alleen te bereiken in nauw overleg. Skills Netherlands is de ideale partij om dit overleg vorm te geven aangezien deze partij door het ministerie is aangewezen als de gedelegeerde voor de EuroSkills en WorldSkills. Hiertoe hebben de mbo-scholen ieder voor zich een afspraak met Skills Netherlands gemaakt. De school is zelf aan zet om de schoolwedstrijden te organiseren en samen met de collega-instellingen de regionale voorronden. Op landelijk niveau werken de scholen onder de regie van Skills Netherlands. Elke mbo-school krijgt de ondersteuning van en gebruikt de materialen en wedstrijd- en beoordelingssystematieken van Skills Netherlands en organiseert jaarlijks de eigen schoolvakwedstrijden. Van de branches met de sociale partners verwachten de mbo-scholen op den duur dat zij zich in zullen zetten voor de landelijke wedstrijden en vooral voor de internationale vakwedstrijden. Hier kunnen de sectorkamers van SBB dienen als overlegplatform tussen de partijen.
56
Keuze van specifieke vakwedstrijden ROC Nijmegen verplicht zich in ieder geval tot de volgende vakwedstrijden in 2015 – 2016: – Meubelmaker en heeft besloten deel te nemen aan de volgende vakwedstrijden in de periode 2016 – 2019: – Meubelmaker – Timmerman – Schilder – Elektrotechnicus gebouwen – Sanitair- en verwarmingstechnicus – ICT-beheerder – Mechatronicus – CAD-tekenaar (te ontwikkelen, waarschijnlijk uitvoerbaar in 2016 – 2017) – Modeontwerper – Verkoper (te ontwikkelen, waarschijnlijk uitvoerbaar in 2016 – 2017) De betrokken onderwijsteams en hun werkveld hebben aangegeven zeker meerwaarde te zien in deelname aan de Skills-wedstrijden om een impuls te geven aan de beroepstrots en de exposure te genereren waarmee ook in de voorlichting de juiste vmbo-leerlingen kiezen voor deze opleidingen. Voor meubelmakers geldt bovendien dat binnen de regionale branche is veel beroepsperspectief is voor uitblinkers op vakgebied. De branche hecht grote waarde aan excellentie en de Skillswedstrijden dragen zo bij aan een verhoging van het niveau van alle studenten. Het team Detailhandel is erg gemotiveerd voor Skills omdat het competitieve element hun studenten erg aanspreekt. Zij zien dat hun studenten erg gemotiveerd zijn de euregionale verkoopwedstrijd die wij reeds organiseren en verwachten dit effect zeker ook terug te zien bij de Skills-wedstrijden. Hetzelfde geldt voor de modeontwerpers. Er momenteel reeds een interne modewedstrijd, met jaarlijks een professionele modeshow als climax. Het team zou deze wedstrijd graag koppelen aan de skillswedstrijd Modeontwerp. Daarnaast bekijken we of nog meer opleidingen kunnen en willen aansluiten. Dit is zeer zeker de ambitie van ROC Nijmegen.
Schematisch overzicht van activiteiten Beroep
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
2017 – 2018
2018 – 2019
Meubelmaker
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd (cluster 14 – 15) Regionale wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Timmerman
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Schilder
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
57
Schematisch overzicht van activiteiten Beroep
2015 – 2016
2016 – 2017
2017 – 2018
2018 – 2019
Elektrotechnicus gebouwen
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Sanitair- en verwarmingstechnicus
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
ICT-beheerder
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Mechatronicus
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
CAD-tekenaar
Ontwikkelen wedstrijd
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Modeontwerper
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 15 – 16)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
Verkoper
Ontwikkelen wedstrijd
Interne wedstrijd
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 16 – 17)
Interne wedstrijd Regionale wedstrijd (cluster 17 – 18)
58
2014 – 2015
Tijdspad Activiteiten per jaar
2016 – 2017
2015 – 2016
2014 – 2015
Jaar
Wat?
Wie?
Aanstellen projectleider Excellentie
DO
Plan inbedden in organisatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren en coördinatoren
Voorronde Skills ROC: Meubelmaker
Team Hout & Meubel iom projectleider
Voorbereiding/ontwikkeling excellentieprogramma’s
Projectleider iom betrokken TM-ers en coördinatoren
Teams faciliteren
CA iom projectleider
Evaluatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren, TM-ers en coördinatoren
Voorrondes Skills ROC Nijmegen door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Deelname Regionale Skills door: Meubelmaker
Betrokken team iom projectleider
Start Excellentieprogramma bij VP, CSA en Interieurbouw
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Start Duitslandroute, scholing docenten, selectie excellente studenten
Betrokken teams iom projectleider
Evaluatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren, TM-ers en coördinatoren
Voorrondes Skills ROC Nijmegen door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Deelname Regionale Skills door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Tweede jaar Excellentieprogramma bij VP, CSA en Interieurbouw
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Tweede jaar Duitslandroute, scholing docenten, selectie excellente studenten
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Evaluatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren, TM-ers en coördinatoren
59
Activiteiten per jaar
2018 – 2019
2017 – 2018
Jaar
60
Wat?
Wie?
Voorrondes Skills ROC Nijmegen door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Deelname Regionale Skills door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Derde jaar Excellentieprogramma bij VP, CSA en Interieurbouw
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Derde jaar Duitslandroute, scholing docenten, selectie excellente studenten
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Evaluatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren, TM-ers en coördinatoren
Voorrondes Skills ROC Nijmegen door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
Deelname Regionale Skills door de betreffende teams
Betrokken teams iom projectleider
4e jaar Excellentieprogramma bij VP, CSA en Interieurbouw
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
4e jaar Duitslandroute, scholing docenten, selectie excellente studenten
Betrokken teams iom projectleider en coördinatoren
Evaluatie
Projectleider iom onderwijsdirecteuren, TM-ers en coördinatoren
61
Kwaliteitsafspraken ROC Nijmegen, versie 17 april 2015 Vastgesteld door CvB op 17 – 4 – 2015
roc-nijmegen.nl