Kwaliteit van het onderwijs in Un Korsou Hustu Uit de visie: Un Kòrsou Hustu heeft een integrale benadering van economie-onderwijs-arbeidsmarkt-sociale zekerheid
‘’ Dus
hou op met systemen veranderen en nieuwe gebouwen bouwen. In plaats van te reflecteren en een nieuwe mindset te creëren.” (Uit Mindset 3.O. Verander je mindset en verander je toekomst. Miguel Goede )
1|Un Korsou Hustu
In Korsou Hustu zijn er randvoorwaarden voor een integrale benadering van het onderwijs: Randvoorwaarden: 1) Een juiste mindset dat onderwijs geen kwestie is van structuur van het onderwijs maar van cultuur (de vorm, inhoud en geestelijke gerichtheid van menselijk handelen). 2) een wetenschappelijke onderwijsraad die voor de vorming van het onderwijsbeleid
stelselmatig adviezen en informatie te verzamelen over ontwikkelingen in het onderwijs die op korte en langere termijn de samenleving en vooral de economische ontwikkeling van Curaçao kunnen beïnvloeden; 3) een maatschappelijk werker voor elke school die tevens buurtopbouwwerker is (grote wijken 2) 4) Voeding, kleding en transport voor alle kinderen van minderbedeelde families die leerplichtig zijn. 5) Onderwijsinspectie is een zelfstandig bestuursorgaan.
2|Un Korsou Hustu
Integrale benadering: In het leerplichtig onderwijs wordt de kwaliteit bepaald door de integrale benadering van het vier Mprincipe: Mayor-Maestro-Material-Media In het beroepsonderwijs wordt de kwaliteit bepaald door de integrale benadering van drie marktpijlers principes: Economie-Onderwijs-Werkgelegenheid
Verbetering van de Kwaliteit van het leerplichtig onderwijs gebaseerd op het vier M-principe
MaestroMayor MaterialMedia
3|Un Korsou Hustu
1. Inleiding De kwaliteit van het onderwijs is de mate waarin het onderwijs in staat is haar vooraf opgestelde doelen te bereiken. Die doelen (het WAT van het onderwijs) worden vastgesteld door de overheid en worden nagestreefd door de school of het opleidingsinstituut (het HOE). De afnemers van dat onderwijs zijn onze kinderen, jongeren en ook volwassenen. Zij zijn het doel van de onderwijs/educatie inspanning. De controleurs van de kwaliteit zijn de inspecteurs namens de minister van Onderwijs.
4|Un Korsou Hustu
2. Korte geschiedenis van de onderwijs vernieuwing Klas 4 Klas 3
SBO-4 SBO-3
Klas 2
SBO-2 SBO-1
Klas 1
VSOZMLK
Klas 4
TKL
PKL
PBL
Klas 3
VSOZMOK = GOG
AGO
Overig VSO? (mythyl, zintuigelijk gehandicapt, etc.)
Klas 2
Basisvorming Klas 1 Grp 8 Grp 7 Grp 6
Overig
Grp 5
Funderend Onderwijs
(+LOM-onderwijs)
MLK
ZMLK
ZMOK
Speciaal
Grp 4
Onderwijs
Grp 3 Grp 2 Grp 1
Landsverordening Funderend Onderwijs
Oude landsverordening Basisonderwijs
Curaçao heeft jaren lang massief geïnvesteerd in de aanpassing en opzetten van een nieuw onderwijsstructuur. -
-
1998 introductie van de basisvorming ( populair gezegd de afschaffing van de LTS, BVO, ETAO, Mavo ). Na de zesde klas basisschool gingen alle leerlingen naar de basisvorming. Daarvoor waren er twee mogelijkheden: basisvorming Havo/Vwo of basisvorming VSBO. 2002 introductie Funderen Onderwijs, een onderwijs system voor 4 tot 14 jarigen. (populair gezegd afschaffing van zitten blijven. Alle kinderen blijven 10 jaar samen in het
5|Un Korsou Hustu
-
primair onderwijs en ontwikkelen zich conform eigen capaciteit en tempo. Kinderen worden daarin begeleid (individuele begeleiding) door de leerkracht. De school bestaat niet meer uit klassen, maar uit groepen van kinderen in leeftijdsclusters genaamd cycli: Eerste cyclus 4- 8 jaar; tweede cyclus 8 – 12 jaar; derde cyclus 12-14 jaar. Hierdoor warden kinderen van verschillende leeftijden samen in groepen geplaatst. Er warden geen rapport cijfers gegeven. Kinderen kregen woordrapporten. Taalbeleid: Papiamentu als voertaal in alle scholen behalve 4 scholen (Marnix vpco; Albert Zweitser vpco, Pierre College (nu Vigdis Jonckeer Mensing college) Rk, Johan van Walbeeck school openbaar). Nederlands, Engels en Spaans als vak. 2002 introductie vsbo (Voorbereidend Secundair Beroeps Onderwijs). VSBO
Er is sprake van drie leerwegen, gericht op doorstroming naar het secundair beroepsonderwijs: De praktisch basisgerichte leerweg (PBL) Deze leerweg in het VSBO bereidt voor op basisberoepsopleidingen. (niveau 2 en 3 – leerlingenwezen of het vroegere KMBO) De praktisch kadergerichte leerweg (PKL) Deze leerweg in het VSBO bereidt voor op opleidingen op het niveau van zelfstandig beroepsbeoefenaar (niveau 3 – het vroegere lang MBO) De theoretisch kadergerichte leerweg (TKL) Deze leerweg leidt op voor doorstroming naar opleidingen die kwalificeren op niveau 4 van de kwalificatiestructuur van het secundair beroepsonderwijs (het vroegere lang MBO). De leerweg bereidt voor op vak middenkader en specialistenopleiding. Indien met goed gevolg een 6e AVOvak gevolgd wordt kan de leerling doorstromen naar het HAVO. Als een leerling doorstroomt in één van de drie leerwegen dient hij/zij een keuze te maken uit een van de sectoren:
Techniek (w.o. land- en tuinbouw/landscaping: “ecotechniek”) Zorg en Welzijn Economie
De sectorprogramma’s zien er als volgt uit: In de sector Techniek: Intersectoraal programma Installatie Electro (w.o. elektrotechniek, installatie- en koeltechniek) Bouw (w.o. bouw/houtbewerking, metselen, afwerkingstechniek/schilderen) Motorvoertuigen (w.o. metaalbewerker/carrosserie, voerrtuigentechniek en -systemen, afwerkingstechniek/schilderen)
6|Un Korsou Hustu
Metaaltechniek Ecotechniek In de sector Economie: Hospitality (w.o. koken, serveren/gastvrijheid, dienstverlening en toerisme) Administratie en Commercie (w.o. winkelpraktijk, administratie) In de sector Verzorging en Welzijn: Intersectoraal Verzorging (w.o. algemene mensverzorging, uiterlijke verzorging) Algemene mensverzorging Uiterlijke verzorging De omvang van de sectorprogramma’s beslaat in de bovenbouw van het VSBO 10 – 40% van de lesurentabel. Naast de verplichte Algemene vakken (t.w. Nederlands, Engels, Papiamentu/Frans, Spaans (niet voor PBL), Mens en Maatschappij, Culturele en Artistieke Vorming, Lichamelijke Opvoeding) zijn er voor elke sector ook verplichte vakken gekoppeld aan die sector: Techniek: Wiskunde en Natuur- en Scheikunde I Zorg en Welzijn: Biologie en Wiskunde of Mens en Maatschappij Economie: Economie en Wiskunde of derde Taal Tevens zijn er nog keuzevakken afhankelijk van de gekozen leerweg. Doorstroming naar HAVO Leerlingen die tijdens de basisvorming opvallen door opmerkelijk goede leerresultaten en studieattitude krijgen de gelegenheid na de basisvorming door te stromen naar het HAVO. Voor twijfelgevallen en “laatbloeiers” wordt de mogelijk open gehouden in het VSBO-examenpakket een zevende vak op te nemen, naast de vijf algemeen vormende vakken en het sectorprogramma. Dit zevende examenvak dient een algemeen vormend vak te zijn. Hierdoor is het mogelijk na het examen alsnog door te stromen naar het HAVO. Wiskunde is in dit geval een verplicht vak. In 2006 zijn er naar aanleiding van evaluaties (zie bijlagen) aanpassingen gemaakt voornamelijk in het funderend onderwijs maar ook in het vsbo. Aanpassingen: -
-
De nieuwe basisvorming vsbo: leerlingen met verschillende leerstijlen niet meer samen in een basisvorming. Maar onderscheid naar leerstijlen in verschillende klassen van de basisvorming. Taalbeleid: er zijn drie nationale talen: Papiamentu, Nederlands, Engels. Schoolbesturen zijn vrij om een van de drie talen te kiezen als instructietaal van onder hen ressorterende scholen, mits voldaan aan de voorwaarden beschreven in de wet.
7|Un Korsou Hustu
-
Funderend onderwijs niet meer alle kinderen gezamenlijk 10 jaar, maar alleen samenvoeging kleuterschool en basisschool. Kinderen werden onderverdeeld in klassen van gelijke leeftijd. Leerlingen die in een bepaald schooljaar de leerstof niet beheersten konden blijven zitten en aan het einde van groep acht (vroegere zesde klas) maken de kinderen een EFO-toets die bepaald of het kind naar de Havo/Vwo gaat en de rest gaat naar het vsbo.
8|Un Korsou Hustu
Verbetering van de Kwaliteit van het onderwijs gebaseerd op het vier-M-principe
Een pleidooi voor een de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs gebaseerd op vier-M-principes We kunnen niet eeuwig blijven sleutelen aan de structuur van het onderwijs. Er zijn immers meerdere wegen naar Rome en elke structuur is een mogelijke weg naar onderwijs doelen. Belangrijker is de vraag: Hoe dat doel bereikt wordt. Hier spelen de vier M’s een uitermate belangrijke rol. Want zonder Ouders (Mayor); zonder Leerkrachten (Maestro); zonder Leermiddelen (Material) en zonder de Media (Media), zal de kwaliteit in welke structuur dan ook een dode mus zijn en zullen de doelen voor vele kinderen onbereikbaar blijven. Onze uitdaging is om deze vier M’s op elkaar aft e stemmen en ervoor te zorgen dat elk haar rol vervult in de relatie tot elkaar ten behoeve van de ‘’klant’’.
9|Un Korsou Hustu
Mayor: Morele educatie behoort tot een van de meest fundamentele verantwoordelijkheden van de ouders. De morele educatie is de ruggengraat van de samenleving. Een andere taak is de zorgtaak van de ouders. Dat is zorgen voor de meest fundamentele behoeften van kinderen. Deze zijn hun behoefte aan veiligheid, waardering (liefde) en verbondenheid. Normen en Waarden: Een zeer belangrijk aspect van ouder verantwoordelijkheid is de normen en waarden-educatie. Het is begrip en inzicht in de ontwikkeling van egocentrisme, antisociale mentaliteit, ontsporing en criminaliteit. Hier speelt ook de Media een belangrijke rol en kan de overheid de media gebruiken om ouders te ondersteunen en te motiveren. Maestro (leerkracht): opleidingseisen en voortdurend bijscholing. De leerkracht moet de pedagogische en didactische en vak bekwaamheid om het kind te brengen van haar begin situatie tot het doel waar het moet zijn. Hiervoor is ook nodig: een zeker inzicht in het eigen gedrag en reageren, conditionerings-bewustheid, obsessie-bewustheid en persoonlijkheidsbewustheid. Voor een belangrijk deel wordt ons gedrag en reageren bepaald door de informatie waarmee wij zijn ingeprogrammeerd, en door de obsessieve toestand van waaruit wij doorgaans leven. Material (leermiddelen): moet voldoende, op tijd en kwalitatief goed zijn. Daar hoort ook onder de infrastructuur en het meubilair van school/opleidingsinstituut. Daar hoort ook bij de onderwijstaal waarin de kinderen les krijgen. In Curaçao moeten ouders de vrijheid behouden om de school van de instructietaal van hun keuze te kunnen bepalen, Papiamentu, Nederlands of Engels. Media : Onderwijs houdt niet op buiten de school. De media zijn de belangrijkste opvoeders en leerkrachten buiten de school. Overheid moet gebruik maken van massa media om educatieve programma’s te presenteren.
10 | U n K o r s o u H u s t u
Verbetering van de Kwaliteit van het beroepsonderwijs gebaseerd op integrale benadering van de drie marktpeilers: Onderwijs, Economie en Arbeid Er is een Raad voor Onderwijs, Economie en Arbeid. Een adviesorgaan dat samen met het KBB, Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (Branche- en sectorvereniging) de kwaliteit van de beroepsopleidingen onder de leiding van de onafhankelijke onderwijsinspectie analyseert.
Vooral de betrokkenheid van het bedrijfsleven is van essentieel belang. Zij zijn immers de afnemers van de cliënten van het onderwijs. Hoe meer vertrouwen zij hebben in de kwaliteit van het onderwijs omdat 11 | U n K o r s o u H u s t u
zij zelf betrokken zijn bij het advies en de analyse van de kwaliteit hoe beter de kansen van de jongeren zijn op de arbeidsmarkt.
Een van de belangrijkste taken van de onderwijsraad is om de behoefte van de arbeidsmarkt in kaart te brengen. Studenten van Curacao moeten weten wat de behoefte is van de arbeidsmarkt. Op basis van deze kennis kunnen ze afgewogen studiekeuze maken.
12 | U n K o r s o u H u s t u
Internet opleidingen voor werkenden en senioren Internet cursussen Veel jongeren zien op latere leeftijd het licht en komen dan tot besef dat ze om verder te kunnen gaan een diploma moeten hebben. Vaak werken ze en verdienen niet genoeg om een deeltijd opleiding t betalen. Ook ouderen willen vaak nu ze meer tijd hebben een cursus volgen. Voor deze jongeren en ook ouderen zijn internet opleidingen een oplossing. Tenslotte is dit digitale tijdperk van kenniseconomie lifelong learning een noodzaak. Internet opleidingen kunnen daarbij heel toepasselijk zijn. Het ontwikkelen van deze opleidingen zou een gezamenlijk Curacaos-Nederlands project kunnen zijn. Zeker nu Nederland ook via BES betrokken is bij het Caribische deel van het Koninkrijk
Kunst academie Pleidooi voor een gesubsidieerde kunstacademie Op 10 oktober 2010 werd het nieuwe land Curaçao geboren als autonoom land in het Koninkrijk der Nederlanden. Curacao heeft nu een nieuwe staatkundige structuur. Met die nieuwe staatkundige structuur zijn er ook nieuwe kansen voor Curacao om een eigen gezicht, een eigen toon, een eigen richting en betekenis te geven aan ons land en volk. Het instrument bij uitstek om invulling te geven aan deze nieuwe kansen is creativiteit. Creativiteit wijst in het algemeen naar een vermogen om iets nieuws te scheppen. Een individu of een groep toont creativiteit wanneer een nieuw concept of object wordt gemaakt, of wanneer een originele oplossing voor een probleem wordt gevonden. De kunst- en cultuurwereld is bij uitstek een wereld van creativiteit, doordat kunstenaars gedragsmatig veelal niet direct aansluiten op de samenleving met haar conventies, vaste gedragingen en instituten. Een kunstacademie biedt de mogelijkheid om creativiteit middels verschillende opleidingen te ontwikkelen. Van mode-ontwerpen tot beeldhouwkunst, van webdesign tot kunstgeschiedenis, er zijn dus voldoende mogelijkheden om creativiteit zo breed mogelijk te ontwikkelen. Dit Pleidooi pleit voor overheidssteun voor een op te richten kunstacademie op Curacao. Het geeft antwoord op de vraag waarom overheidssteun voor een kunstacademie noodzakelijk is. 13 | U n K o r s o u H u s t u
Overheidssteun is noodzakelijk omdat kunst vorming is en vorming heeft vooral te maken met 'beschaving'. Daarom verdient vorming de bijzondere en aanhoudende aandacht van de overheid. Door vorming streeft de overheid haar beschavingsideaal na, namelijk de overdracht van kennis, vaardigheden en normen. Kunst is ook een middel tot overdracht van kennis, vaardigheden en normen. Zo beschouwd zou kunst eenzelfde soort positie moeten krijgen als onderwijs en wetenschap. Er zijn enkele overeenkomsten tussen kunst en wetenschap: beide zijn een vorm van onderzoek, beide hebben een hoge mate van autonomie wat de keuze van onderwerpen betreft en beide zijn nauw verbonden met het onderwijs. Met andere woorden, als de overheid onderwijs en een universiteit subsidieert, dan ligt het in de lijn der verwachting dat de overheid ook een kunstacademie moet kunnen/willen subsidiëren. Een kunstacademie past ook in de nieuwe kansen die ons nieuw autonoom land biedt. Er is intussen al heel wat gebeurd sinds de geboorte van ons nieuw land Curaçao. Sommige gebeurtenissen hebben veel verdriet veroorzaakt, zoals de moord op een Statenlid. Maar we moeten doorgaan. We mogen niet blijven stilstaan. De Nieuwe kansen zijn nog wijd open en de digitale wereld nodigt ons uit om mee te doen. We moeten nieuwe normen waarden, vaardigheden en zienswijze ontwikkelen als we willen profiteren van de nieuwe kansen. Daarin ligt de taak van de beeldende kunst, die als bron van troost en bezinning en creativiteit kan dienen, maar ook als vernieuwer van standaarden en betekenissen.
14 | U n K o r s o u H u s t u
De kunst academie kan de katalysator zijn van de vernieuwing die Curaçao nodig heeft om sociaal-maatschappelijk en economisch door te breken. In die zin zou men twee functies van kunst kunnen onderscheiden: bij de ene functie richt de kunstenaar zich op verwerving van vaardigheden en beeldend onderzoek, wat dan door de overheid gesubsidieerd wordt, bij de andere functie op exclusiviteit en authenticiteit van kunst producten, die door de particuliere markt gefinancierd wordt en voor werkgelegenheid zorgt.
15 | U n K o r s o u H u s t u