Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo
Inspectie Jeugdzorg Utrecht, augustus 2012
2
Inspectie Jeugdzorg
Samenvatting
In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg een landelijk onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het eindoordeel van de inspectie over het AMK Overijssel, locatie Hengelo, luidde dat het AMK Overijssel er onvoldoende voor zorgt dat zij bruikbare adviezen en consulten geeft. Daarnaast had het AMK zelf beperkt zicht op de mate waarin het gegeven advies of consult bruikbaar is.
Naar aanleiding van het inspectie-onderzoek heeft Bureau Jeugdzorg Overijssel in maart 2011 een verbeterplan opgesteld. In het plan staan vier acties die Bureau Jeugdzorg Overijssel onderneemt om de aanbevelingen van de inspectie uit te voeren.
Om zicht te krijgen op de kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK Overijssel heeft de inspectie eind april 2012 opnieuw een onderzoek uitgevoerd bij het AMK.
In dit rapport beschrijft de inspectie haar bevindingen en geeft een oordeel over het functioneren van het AMK Overijssel. Het eindoordeel van de inspectie luidt dat het AMK Overijssel voldoende zorgt voor bruikbare adviezen en consulten aan beroepskrachten die daar om vragen.
De wijze waarop het AMK Overijssel uitvoering geeft aan de advies- en consultfunctie is sterk verbeterd ten opzichte van de aangetroffen situatie in 2010. Door nieuwe werkinstructies, een intensieve sturing en ondersteuning van de medewerkers en voldoende aandacht voor deskundigheidsbevordering voorziet het AMK in voldoende mate in kwalitatief goede, bruikbare adviezen. Een verbeterpunt voor het AMK is nog het structureel zicht krijgen op de bruikbaarheid van gegeven adviezen/consulten.
Aanbevelingen Door het AMK Overijssel is in de afgelopen periode een belangrijke verbeterslag gemaakt. Uiteraard blijft het van belang de voorgenomen en reeds ingezette verbeteringen te bestendigen.
De inspectie doet de volgende aanbeveling: Aan het AMK: -
Zorg voor het periodiek en systematisch in beeld brengen van de bruikbaarheid van de gegeven adviezen en consulten.
Aan de provincie Overijssel: -
Bewaak dat het AMK de ingezette verbeteringen bestendigt en bovenstaande aanbeveling uitvoert.
3
4
Inspectie Jeugdzorg
Inhoudsopgave
Samenvatting .................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 1
Inleiding .................................................................................................. 7
1.1
Aanleiding ............................................................................................................ 7
1.2
Het onderzoek ...................................................................................................... 8
1.3
Onderzoeksopzet ................................................................................................... 8
1.4
Leeswijzer ............................................................................................................ 8
Hoofdstuk 2
Oordeel en onderbouwing ........................................................................... 9
2.1
Inleiding .............................................................................................................. 9
2.2
Zorgt het AMK voor bruikbare adviezen en consulten? ................................................. 9
Hoofdstuk 3
Eindoordeel en aanbevelingen ................................................................... 13
3.1
Eindoordeel ........................................................................................................ 13
3.2
Aanbevelingen .................................................................................................... 13
Toetsingskader AMK van de Inspectie jeugdzorg.................................................................. 15
5
6
Inspectie Jeugdzorg
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg een landelijk onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De inspectie heeft de uitvoering van de advies- en consultfunctie in de praktijk onderzocht en heeft daarnaast telefonische interviews afgenomen bij beroepskrachten die een advies of consult hebben gekregen van het AMK. Het onderzoek is uitgevoerd bij vijftien vestigingen van AMK’s in de twaalf provincies en drie stadsregio’s. Het eindoordeel van de inspectie over het AMK Overijssel luidde dat het AMK Overijssel er onvoldoende voor zorgt dat zij bruikbare adviezen en consulten geeft.
De wijze waarop het AMK Overijssel uitvoering gaf aan de advies- en consultfunctie bleek kwetsbaar. Uit het onderzoek van de inspectie kwam naar voren dat er onvoldoende sprake was van sturing op eenduidigheid en kwaliteit van de adviezen en consulten. Hierdoor was de kwaliteit van de adviezen en consulten niet geborgd. Uit de telefonische interviews met de adviesvragers kwam een wisselend beeld naar voren over de bruikbaarheid van de adviezen en consulten, maar de adviesvragers vonden deze in het algemeen voldoende bruikbaar. Bovendien, zo bleek uit de geregistreerde adviezen, stelden medewerkers zich bij het geven van adviezen afhoudend op ten opzichte van de mogelijkheid een advies op te schalen naar een consult of melding.
Naar aanleiding van het inspectie-onderzoek naar de advies- en consultfunctie heeft Bureau Jeugdzorg Overijssel in maart 2011 een verbeterplan opgesteld. De inspectie heeft op 15 april 2011 schriftelijk aan Bureau Jeugdzorg laten weten dat dit plan, hoewel beknopt, voldoet aan de verwachtingen van de inspectie. Bureau Jeugdzorg heeft de inspectie in mei en in december 2011 en in februari 2012 geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de maatregelen.
De inspectie heeft besloten het onderzoek opnieuw uit te voeren bij de AMK’s waar de resultaten van het onderzoek uit 2010 onvoldoende waren, waaronder het AMK Overijssel, vestiging Hengelo. Eind april 2012 heeft de inspectie dit onderzoek uitgevoerd bij het AMK Overijssel.
7
1.2
Het onderzoek
Het onderzoek van de inspectie betrof een hertoets naar de advies- en consultfunctie.
De centrale onderzoeksvraag luidt:
Zorgt het AMK voor bruikbare adviezen en consulten aan beroepskrachten die daar om vragen?
Gezien de resultaten van het onderzoek in 2010 naar de advies- en consultfunctie heeft de inspectie in het huidige onderzoek aandacht besteed aan dezelfde thema’s als in 2010.
1.3
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek van de inspectie omvatte de volgende onderdelen: een groepsinterview met twee medewerkers van de Centrale Aanmelding en de vertrouwensarts, een groepsinterview met een teamleider en een gedragsdeskundige en een analyse van (recente) digitale dossiers in KITS.
Het toetsingskader AMK dat de inspectie na afstemming met Jeugdzorg Nederland heeft opgesteld in januari 2009 vormde het uitgangspunt van dit onderzoek. Het toetsingskader is als bijlage 1 aan dit rapport toegevoegd.
1.4
Leeswijzer
Dit rapport geeft de resultaten weer van het onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij het AMK Overijssel, locatie Hengelo. In Hoofdstuk 2 staan de bevindingen van de inspectie over de kwaliteit van de advies- en consultfunctie. In Hoofdstuk 3 geeft de inspectie haar eindoordeel en doet zij aanbevelingen aan het AMK Overijssel.
8
Inspectie Jeugdzorg
Hoofdstuk 2
2.1
Oordeel en onderbouwing
Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie factoren in de werkwijze van het AMK Overijssel die er al dan niet toe bijdragen dat er bruikbare adviezen en consulten worden gegeven.
2.2
Zorgt het AMK voor bruikbare adviezen en consulten?
Oordeel De kwaliteit van de advies- en consultfunctie bij het AMK Overijssel is voldoende. Het is voor de inspectie zichtbaar dat het AMK sterk geïnvesteerd heeft in het verbeteren van de kwaliteit van de advies- en consultfunctie.
Onderbouwing Kwaliteit adviezen en consulten Een aandachtspunt uit het vorige onderzoek was dat nauwelijks beschreven werd wat het probleem was waarover de adviesvrager belde en wat er aan de hand was met het kind. Ook over de mogelijkheden van de adviesvrager om zelf actie te ondernemen was de verslaglegging niet transparant.
In de vernieuwde werkwijze dragen de volgende factoren in de werkwijze van het AMK Overijssel bij aan de kwaliteit van de adviezen en consulten. Het AMK Overijssel heeft een nieuw format ontwikkeld dat een betere sturing geeft aan het adviesgesprek. De ORBA methodiek is verwerkt in de registratie. Dit geeft richting aan het gesprek met de beller en aan wat hiervan vastgelegd moet worden. Door het gebruik van het format is er beter zicht op de problemen van het kind/gezin. De mogelijkheden van de beller schat het AMK in door toevoeging van de vraag: “Wat is de eerste actie die u gaat doen?”. Dit levert een beeld op of de beller in staat is om met het advies aan de slag te gaan.
Het wekelijkse advies- en consultoverleg was in 2010 afgeschaft, maar is nu weer in het leven geroepen. Hier wordt besloten of de reactie op de vraag van de beller een advies blijft of een consult wordt. In het advies- en consultoverleg wordt uitdrukkelijk gestuurd op het stellen van de vraag naar de eerste actie die de beller zal ondernemen. De toetsing en sturing is verder geregeld doordat alle adviezen en consulten standaard worden gelezen en beoordeeld door de praktijkleider en twee medewerkers. De gedragswetenschapper is iedere twee weken bij het advies- en consultoverleg aanwezig en leest de adviesvragen van die week. Ook wordt de medewerker getoetst door zijn/haar kamergenoot die het gevoerde telefoongesprek hoort.
9
De adviezen en consulten zijn in het algemeen navolgbaar en de registratie is helder. Risico’s voor het kind worden geïnventariseerd. Uit de registratie is op te maken waarom het bij een advies is gebleven. Expliciet wordt dit echter niet onderbouwd: ook nu is in de verslaglegging van de adviezen en consulten nog niet goed zichtbaar hoe het AMK zelf de signalen die de beller geeft over de situatie van het kind waardeert en inschat.
De afhoudende opstelling van de medewerkers om een advies op te schalen naar een consult of melding die in het vorige onderzoek, met name uit de dossiers, naar voren kwam heeft de inspectie nu niet aangetroffen. Positief is dat het AMK nu beoordeelt of de beller zelf nog iets kan ondernemen in de zorgelijke situatie om een melding te voorkomen, maar de mogelijkheid van melden wel openlaat.
Tot slot is er bij het AMK Overijssel aandacht voor deskundigheidsbevordering. Eind 2011 zijn alle medewerkers van de centrale aanmelding geschoold door het bureau van Van Montfoort. Hierin is uitdrukkelijk aandacht besteed aan onder andere: expliciet doorvragen, zorgen in beeld brengen en inschatten van de mogelijkheden van de beller.
In de advies- en consultoverleggen die elke week worden gehouden, wordt feedback gegeven door collega’s en de teamleider (een keer in de twee weken ook door de gedragswetenschapper) en is er aandacht voor eventuele trends in de advies- en consultvragen. Van dit overleg wordt echter geen verslag gemaakt, waardoor het risico bestaat dat de informatie verdwijnt.
Kwaliteitsbewaking De sturing van het centrale aanmeldteam ligt bij de teamleider. De teamleider leest alle adviezen door op inhoud, chronologie, logisch verband, of het format is gebruikt en geeft daar feedback op. Hij legt dilemma’s op tafel en signaleert trends zoals het vaker bellen van ex-partners naar het AMK en het in de knel komen van kinderen bij (v)echtscheidingen. De gedragsdeskundige geeft inhoudelijke adviezen zowel in bilaterale overleggen met medewerkers, als in het advies- en consultoverleg met de teamleider erbij. De gedragsdeskundige kijkt naar de navolgbaarheid en de eenduidigheid van de gegeven adviezen.
De toegevoegde vraag in het format :”Wat is de eerste actie die u gaat doen” is belangrijk om als AMK te kunnen checken of de beller het advies heeft begrepen en in staat is om zelf een constructieve actie te ondernemen.
Borging bruikbaarheid Begin 2011 heeft een medewerker de adviezen en consulten van het eerste kwartaal van 2011 onder de loep genomen en adviesvragers teruggebeld. De bevindingen van deze toets zijn aangeboden aan de Stuurgroep Toegang van Bureau Jeugdzorg Overijssel. De resultaten kwamen in grote lijnen overeen met de bevindingen uit het onderzoek van de inspectie in 2010. De naar aanleiding hiervan voorgestelde verbeteringen zijn in het Centraal overleg werkprocessen besproken en daarna ingevoerd. 10
Inspectie Jeugdzorg
In de Stuurgroep Toegang van november 2011 is afgesproken dat er gewerkt wordt aan een voorstel om structureel zicht te krijgen op de bruikbaarheid van gegeven adviezen/consulten.
11
12
Inspectie Jeugdzorg
Hoofdstuk 3
3.1
Eindoordeel en aanbevelingen
Eindoordeel
Het eindoordeel van de inspectie luidt dat het AMK Overijssel voldoende zorgt voor bruikbare adviezen en consulten aan beroepskrachten die daar om vragen.
De wijze waarop het AMK Overijssel uitvoering geeft aan de advies- en consultfunctie is sterk verbeterd ten opzichte van de aangetroffen situatie in 2010. Door nieuwe werkinstructies, een intensieve sturing en ondersteuning van de medewerkers en voldoende aandacht voor deskundigheidsbevordering voorziet het AMK in voldoende mate in kwalitatief goede, bruikbare adviezen. Een verbeterpunt voor het AMK is nog het structureel zicht krijgen op de bruikbaarheid van gegeven adviezen/consulten.
3.2
Aanbevelingen
Door het AMK Overijssel is in de afgelopen periode een belangrijke verbeterslag gemaakt. Uiteraard blijft het van belang de voorgenomen en reeds ingezette verbeteringen te bestendigen.
De inspectie doet de volgende aanbeveling: Aan het AMK: -
Zorg voor het periodiek en systematisch in beeld brengen van de bruikbaarheid van de gegeven adviezen en consulten.
Aan de provincie Overijssel: -
Bewaak dat het AMK de ingezette verbeteringen bestendigt en bovenstaande aanbeveling uitvoert.
13
14
Inspectie Jeugdzorg
Toetsingskader AMK van de Inspectie Jeugdzorg
Thema
Criteria Wanneer is het goed?
Indicatoren Waaraan kun je dat zien?
Bronnen Hoe meten?
A. Transparantie
Het primair proces van het AMK verloopt transparant.
De werkwijze van het AMK is concreet beschreven, conform het Protocol van Handelen.
Beleidsstukken (o.a. beschrijving werkproces) Dossiers Interviews Observatie
Medewerkers zijn bekend met de werkwijze en handelen ernaar. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende functionarissen (gedragswetenschappers, teamleiders, maatschappelijk werkers, vertrouwensartsen) zijn vastgelegd. De dossiers zijn herleidbaar ingericht, zodat zichtbaar is welke medewerker wanneer wat heeft gedaan. In de dossiers zijn de afwegingen zichtbaar op grond waarvan het AMK tot een bepaalde aanpak of besluit komt. B. Risicoinschatting
Het AMK schat veiligheidsrisico’s voor het kind zorgvuldig in.
Het AMK heeft eenduidige criteria om de ernst van de kindermishandeling en de veiligheid van het kind in te schatten. Medewerkers werken met de vastgestelde criteria.
Beleidstukken Interviews Observatie Dossiers
Om risico’s in te schatten wordt gewerkt met: - de ORBA-systematiek - risicotaxatie-instrumenten - structureel multidisciplinair overleg en toetsing. Het AMK/Bureau Jeugdzorg heeft samenwerkingsafspraken gemaakt met relevante ketenpartners (zoals de Raad voor de Kinderbescherming, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld, GGZ-instellingen, MEE, jeugdgezondheidszorg, verslavingszorg en politie) over informatie-uitwisseling rond veiligheidsrisico’s voor het kind. Medewerkers zijn bekend met de samenwerkingsafspraken en handelen ernaar.
15
Thema
Criteria Wanneer is het goed?
Indicatoren Waaraan kun je dat zien?
Het AMK schat de mogelijkheden van de beller om de kindermishandeling zelf aan te pakken zorgvuldig in.
Het AMK heeft een vastgelegde werkwijze om de mogelijkheden van de beller in te schatten om de kindermishandeling zelf aan te pakken.
Bronnen Hoe meten?
Medewerkers werken conform deze werkwijze. Medewerkers checken in het telefoongesprek of de verwachtingen van de beller over wie wat doet (beller versus AMK) congruent zijn met de verwachtingen van het AMK. Aan medische (incl. ggz) professionals biedt het AMK de mogelijkheid hun vraag voor te leggen aan de vertrouwensarts.
C. Planmatig handelen
Medewerkers van het AMK handelen planmatig.
De plannen van aanpak geven richting aan het uit te voeren onderzoek en bevatten o.a. hypothesen, de uit te voeren onderzoeksactiviteiten en de bij het onderzoek te betrekken disciplines.
Dossiers Interviews Observatie Managementinformatie
De plannen van aanpak zijn onderbouwd in termen van ernst en urgentie. Er vindt intercollegiale en multidisciplinaire toetsing plaats, op vaste momenten tijdens het onderzoeksproces. Onderzoeken worden afgerond binnen de wettelijke termijn. D. Toetsing en sturing
16
Toetsing en sturing gebeurt op geschikte wijze.
Teamleiders/gedragswetenschappers: - kennen de beschreven werkwijze van het AMK - sturen medewerkers aan op het uitvoeren van deze werkwijze - toetsen zaken inhoudelijk - leggen de uitkomst van deze toetsing vast - passen het uitvoeringsbeleid zo nodig aan op basis van ervaringen op casusniveau.
Interviews Dossiers
Inspectie Jeugdzorg
Thema
Criteria Wanneer is het goed?
Indicatoren Waaraan kun je dat zien?
Bronnen Hoe meten?
E. Overdracht
De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het kind na overdracht door het AMK is goed geregeld.
De procedures rond interne en externe overdracht en doorgeleiding zijn volledig en stapsgewijs beschreven.
Samenwerkingsprotocol Beschrijving werkproces Interviews Dossiers
In de beschrijving is aandacht voor veiligheidsrisico’s en de (verantwoordelijkheid voor) de veiligheid van het kind. Volgens het beleid is standaard sprake van een rappel na overdracht naar de jeugdbescherming. Voor overdracht naar de Raad voor de Kinderbescherming is een samenwerkingsprotocol vastgesteld waarin aandacht is voor: - verantwoordelijkheidsverdeling BJZ/AMK/Raad - termijnen waarbinnen deze verantwoordelijkheid geldt en hoe ermee om te gaan als de termijnen verstreken zijn - hoe BJZ/AMK en de Raad elkaar over en weer informeren - welke functionaris contactpersoon is bij de verschillende instanties - hoe betrokkenen dienen te handelen in geval van zorgsignalen - hoe gecommuniceerd wordt met professionals rondom het gezin. Medewerkers kennen de procedures rond interne en externe overdracht en handelen ernaar. Het AMK is vertegenwoordigd in het casusoverleg.
17