kwaliteit op de kaart Ontwikkelingen en resultaten op het gebied van kwaliteit van ziekenhuiszorg
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Samenvatting
6
1
Hoezo kwaliteit?
8
2
Hoe meet je de kwaliteit van ziekenhuiszorg?
10
3
Waar komen de kwaliteitsgegevens vandaan?
12
4 Kwaliteitsvenster voor patiënten Thema 1: patiëntervaringen Thema 2: werk van artsen Thema 3: wachttijden Thema 4: risicovolle operaties Thema 5: medicijnen Thema 6: infecties Thema 7: pijn Thema 8: keurmerken en accreditaties Thema 9: sterfte Thema 10: waardering medewerkers
14 15 17 18 21 22 23 24 25 27 29
5
30
Wat zijn onze toekomstplannen?
4
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Voorwoord De ziekenhuiszorg in Nederland behoort tot de top van Europa. De kwaliteit van zorg is hoog, de toegang tot de gezondheidszorg is goed en de zorg is betaalbaar in vergelijking met West-Europese landen. Om deze toppositie te behouden, is het registreren en monitoren van de kwaliteit van ziekenhuizen erg belangrijk. Deze kwaliteitsinformatie gebruiken ziekenhuizen om te verbeteren, want ruimte om te verbeteren is er altijd. Kwaliteitsinformatie is niet alleen belangrijk voor ziekenhuizen, maar ook voor patiënten, zorgverzekeraars, toezichthouders en overheid. Zichtbaarheid van kwaliteit is daarom een speerpunt van de ziekenhuisbranche. Het themarapport Kwaliteit op de kaart richt zich op de ontwikkeling van de sector op het gebied van kwaliteit. Daarmee belichten we de baten van de zorg nu eens niet vanuit het perspectief van besparingen en financiële opbrengsten, maar vanuit de inhoud van de zorg. De prestaties van de algemene ziekenhuizen in dit rapport zijn weergegeven op basis van de Jaardocumenten Maatschappelijke Verantwoording en andere openbare kwaliteitsgegevens. Uit de cijfers blijkt onder andere dat de effecten van spreiding en concentratie nu duidelijk zichtbaar worden. Risicovolle operaties worden in steeds grotere mate uitgevoerd door gespecialiseerde ziekenhuizen. Ook blijkt dat steeds meer ziekenhuizen hun veiligheid adequaat meten en verbeteren, al vergen sommige zaken nog extra aandacht. De NVZ verwerkt deze aandachtspunten in haar beleid, bijvoorbeeld in de Veiligheidsagenda die samen met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) is opgesteld. Dit rapport is voor de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen een stimulans om door te gaan met het zichtbaar maken van kwaliteit. De Nederlandse ziekenhuissector heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het meten van kwaliteit en veiligheid. De sector heeft zich op dit gebied sterk ontwikkeld. Onze doelstelling is hierbij om gebruik te maken van de waardevolle informatie die nu al vastgelegd wordt door ziekenhuizen. We realiseren ons dat er veel gevraagd wordt van de zorgprofessionals als het gaat om het registreren van kwaliteit. Ons streven is dan ook om de regeldruk op de werkvloer te verminderen met behoud van kwaliteit. Belangrijk is dat we samen met alle partners de juiste zaken goed oppakken. Wij gaan ervan uit dat u het themarapport 2013 met veel interesse zult lezen. Yvonne van Rooy Voorzitter
Kwaliteit op de kaart
5
Samenvatting Kwaliteit op de kaart is een themarapportage van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). In deze rapportage vindt u de ontwikkelingen en resultaten van de kwaliteit van ziekenhuiszorg. Op dit gebied is de afgelopen jaren veel in gang gezet. Ziekenhuizen registreren veel kwaliteitsgegevens. Dit levert informatie op voor kwaliteitsverbetering, maar het geeft ook inzicht aan patiënten, verzekeraars, toezichthouders en de overheid. Uit gegevens van de afgelopen vijf jaar blijkt dat Nederlandse ziekenhuizen kwalitatief hoogwaardige zorg leveren en dat de kwaliteit van zorg toeneemt. Het is de ambitie van de NVZ om de kwaliteit van de Nederlandse ziekenhuiszorg verder te verbeteren en kwaliteitsinformatie toegankelijk te maken voor een breder publiek. Het zichtbaar maken van kwaliteit is de komende jaren dan ook een belangrijk thema voor de Nederlandse ziekenhuizen. Tegelijkertijd toetsen we welke kwaliteitsregistraties zinvol zijn en welke niet om zo de regeldruk bij verpleegkundigen en medisch specialisten te verminderen: meer tijd voor zorg en minder tijd voor administratie. Patiënten vertrouwen Nederlandse ziekenhuizen Patiënten hebben goede ervaringen met ziekenhuizen. Het vertrouwen in de Nederlandse ziekenhuizen, de verpleegkundigen en de medisch specialisten is hoog. Patiënten geven gemiddeld een 8 als rapportcijfer voor de zorg die artsen en verpleegkundigen bieden aan patiënten in ziekenhuizen. Patiënten die in ziekenhuizen worden opgenomen, geven twee verbeterpunten aan: ze willen meer inbreng krijgen in hun zorgproces en ze willen inhoudelijk een beter opnamegesprek. Op de polikliniek willen patiënten betere uitleg over het gebruik en de bijwerkingen van medicijnen. Patiënten kunnen snel terecht in het ziekenhuis Nederlanders kunnen relatief snel in ziekenhuizen terecht. Voor een bezoek aan de polikliniek, voor diagnostiek en voor de meeste behandelingen zijn de wacht tijden afgelopen jaren gedaald. Patiënten kunnen meestal binnen de afgesproken landelijke norm van vier weken terecht voor een eerste bezoek aan de polikliniek en binnen zeven weken starten met een behandeling. Mensen kunnen met name snel starten met een behandeling voor borstkanker, diabetes en hart- en vaatziekten (dotterbehandeling). De meeste ziekenhuizen voldoen aan de volumenormen Ziekenhuizen willen veilige en effectieve zorg bieden. De meeste ziekenhuizen halen inmiddels de minimum aantallen, de zogenaamde volumenormen, die voor complexe, risicovolle operaties zijn vastgesteld. Hierdoor worden de uitkomsten van deze zorg beter. Ook zien we dat complexe en risicovolle operaties steeds vaker bij een beperkter aantal ziekenhuizen worden verricht. Anders gezegd: het proces van concentratie van complexe zorg is volop in beweging, maar nog niet voltooid.
6
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Minder sterfte in ziekenhuizen Steeds meer ziekenhuizen maken hun gestandaardiseerde sterftecijfers openbaar. De sterftecijfers van ziekenhuizen zijn onderling lastig te vergelijken. Gestandaardiseerde sterftecijfers zijn vooral nuttig voor interne signalering en kwaliteitsverbetering. De landelijke ziekenhuissterfte is in 2010 15% lager dan in 2008. Tussen 2008 en 2012 is de vermijdbare sterfte met 53% is gedaald. Dit is mede het resultaat van het VMS Veiligheidsprogramma waar ziekenhuizen de afgelopen vijf jaar aan hebben gewerkt. Ziekenhuizen blijven werken aan het verder terugdringen van vermijdbare sterfte: elk vermijdbaar overlijden is er immers één teveel. Hiervoor is een Veiligheidsagenda opgesteld door de NVZ en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Kwaliteitsvenster laat kwaliteit van zorg zien De NVZ wil de kwaliteit en diversiteit van zorg zichtbaar maken. Het streven is dat in 2014 Nederlandse algemene ziekenhuizen een Kwaliteitsvenster voor patiënten op hun eigen website publiceren. De NVZ heeft dit Kwaliteitsvenster samen met ziekenhuizen, patiënten en deskundigen ontwikkeld. In dit venster kunnen patiënten in één oogopslag de algemene kwaliteit van een ziekenhuis online bekijken. In het Kwaliteitsvenster worden tien kwaliteitsthema’s getoond, zoals sterfte en pijn. De resultaten worden waar mogelijk getoond over meerdere jaren en afgezet tegen het landelijk gemiddelde of een standaard. In het format geven ziekenhuizen per thema een toelichting op hun resultaten, zodat deze resultaten in de juiste context geplaatst kunnen worden. In deze rapportage wordt de ontwikkeling van kwaliteit op de tien thema’s uit het Kwaliteitsvenster besproken. Daaruit volgt een algemeen beeld van de kwaliteit van ziekenhuiszorg. Toekomst: focus op uitkomsten van ziekenhuiszorg Het zichtbaar maken van kwaliteit kan verder verbeterd worden. Veel van de huidige kwaliteitsindicatoren zijn structuur- en procesindicatoren. De patiënt is echter vooral gebaat bij informatie over de uitkomsten van zorg bij bepaalde aandoeningen. De NVZ zal zich hiervoor inzetten. Met het Kwaliteitsvenster als stevige basis werkt de NVZ toe naar aandoeningsspecifieke vensters. Om kwaliteitsinformatie op een juiste en efficiënte manier zichtbaar te maken, wil de NVZ met betrokken partijen afspraken maken over: Het meten van effecten van behandelingen. Uniformiteit bij registratie. Het is de bedoeling dat alle medewerkers dezelfde werkwijzen en definities hanteren. Efficiënte registratie. We werken toe naar éénmalige registratie aan de bron. Het toetsen van kwaliteitsregistraties. Dat doen we om er zeker van te zijn dat registraties effectief en doelmatig zijn.
Kwaliteit op de kaart
7
1
Hoezo kwaliteit?
Nederland staat in de top 3 van Europese landen met een goed gezondheidszorgsysteem. Op welke punten scoren Nederlandse ziekenhuizen goed? En wat kan beter? De NVZ wil de kwaliteit van zorg beter zichtbaar maken. Zichtbaarheid van kwaliteit is de komende jaren hét strategische thema van de ziekenhuisbranche. De NVZ wil dat patiënten, zorgverzekeraars, overheid en politici weten dat de ziekenhuizen in Nederland kwalitatief hoogwaardige en doelmatige medisch-specialistische zorg leveren. Er is nog een reden dat de NVZ focust op het zichtbaar maken van de kwaliteit van zorg: het is een belangrijke impuls voor ziekenhuizen om de kwaliteit van ziekenhuiszorg te blijven verbeteren. Wat is kwaliteit? Kwaliteit van ziekenhuiszorg is een rekbaar begrip. Voor de NVZ gaat het om zorg die in medisch opzicht voor elke patiënt tot het best mogelijke resultaat leidt, zonder complicaties, dus veilig. Daarbij verloopt de bejegening van patiënten plezierig en naar wens en ontvangen patiënten goede informatie op basis waarvan zij keuzes kunnen maken voor een bepaalde behandeling. Anders gezegd: de patiënt kan rekenen op de beste diagnose en behandeling, vakkundigheid en medeleven, heldere communicatie, veiligheid, snelle service en dienstverlening, zorg op maat, goede nazorg en duurzaamheid. Top 3 Nederland scoort in Europees opzicht goed op het gebied van kwaliteit van zorg. Dit blijkt uit het feit dat Nederland het enige land is dat sinds 2005 structureel in de top 3 staat van het ‘Health Consumer Powerhouse’ (HCP). Dit is een onafhankelijke organisatie die de gezondheidszorg in landen vergelijkt op vijf thema’s: patiëntrechten en informatie, toegangstijd, uitkomsten, farmacie en preventie en verzekeringspakket (figuur 1). Voor 2013 geldt volgens HCP dat Nederland ‘the best healthcare system in Europe’ heeft. Ziekenhuizen spelen daarin, samen met hun partners in de zorgketen, een belangrijke rol.
8
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Figuur 1 | Hoe scoort het curatieve zorgstelsel in een land in 2013? 1000 punten) Figuur(maximaal 1
870
Nederland Zwitserland IJsland Denemarken Noorwegen
17%
België Duitsland Luxemburg Tsjechië Frankrijk Finland Zweden Oostenrijk UK Portugal Slovenië Spanje Kroatië Italië Ierland Slowakije Estland Litouwen Cyprus Griekenland Malta Hongarije Macedonië Albanië Sebrenica Bulgarije Polen Letland Roemenië 0
200
400
600
800
1000
Bron: “Euro health consumer index 2013”, Health Consumer Powerhouse, 2013
‘Nederland heeft in 2013 het beste gezondheidszorg systeem van Europa’
Kwaliteit op de kaart
9
2
Hoe meet je de kwaliteit van ziekenhuiszorg?
Elk jaar leveren ziekenhuizen gegevens aan waarmee de kwaliteit van zorg inzichtelijk kan worden gemaakt. De NVZ wil de komende jaren meer focussen op de resultaten van de zorgverlening. Drie kwaliteitsaspecten Kwaliteit kent drie aspecten: structuur, proces en uitkomst. Deze drie aspecten, gebaseerd op het model van Donabedian1, helpen om de kwaliteit van zorg meetbaar te maken. Kwaliteitsaspect 1: structuur
Structuur gaat over de voorwaardenscheppende kanten van de zorgverlening. Denk aan zaken als technologie, financiën, een kwaliteitscertificaat, het opleidings niveau van zorgverleners of het hebben van een helder pijnbeleid. Structuur gaat ook over de organisatiestructuur en de cultuur binnen een instelling. Een passende structuur is een voorwaarde voor het leveren van kwaliteit. Kwaliteitsaspect 2: proces
Het proces gaat over alle activiteiten binnen een ziekenhuis die nodig zijn om goede zorg te leveren. Denk aan integrale processen, zoals de zorgpaden en multidisciplinaire samenwerking, maar ook aan het functioneren van zorgverleners en het aantal keren dat een bepaalde behandeling heeft plaatsgevonden. Kwaliteitsaspect 3: uitkomst
De uitkomst is het resultaat van de zorgverlening aan de patiënt. Welke gezondheidswinst heeft de zorg voor de patiënt opgeleverd? Een voorbeeld van zo’n uitkomst: het percentage patiënten dat ernstige pijn heeft 72 uur na een operatie. Hoe pakken ziekenhuizen dit aan? Nederlandse ziekenhuizen maken kwaliteit zichtbaar via ruim 3.400 vragen vanuit het programma Zichtbare Zorg en de basisset kwaliteitsindicatoren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Afgelopen vijf jaar is het aantal verplichte indicatoren waarover ziekenhuizen gegevens moeten aanleveren vertienvoudigd. Ziekenhuizen leveren vooral gegevens over de twee kwaliteits aspecten structuur en proces: in 2012 samen 96% van de verplichte indicatoren (figuur 2). 1
10 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
“The definition of quality and approaches to it’s assessment”, Donabedian, 1980
Figuur 2 | Over welke kwaliteitsaspecten moeten ziekenhuizen verplicht gegevens aanleveren? 130 736
140 ■ uitkomst 506
130
9 88 244 2008
195 838
2009
2776
2773
2011
2012
■ proces ■ structuur
60 235 994
2010
Bron: IGZ/ZiZo 2008-2012
Een hoge score op een structuur- of procesindicator houdt in dat de kans op een goed resultaat toeneemt. Vaak worden structuur- en procesindicatoren in de loop der jaren minder onderscheidend, doordat steeds meer ziekenhuizen hun structuur en proces op orde krijgen. Het resultaat telt en daarom is het van belang om juist de uitkomst van zorg zichtbaar te maken. Het aantal metingen van uitkomsten in de Zichtbare Zorg Ziekenhuizen en IGZ indicatorsets is de afgelopen jaren toegenomen van 9 uitkomstindicatoren in 2008 naar 140 in 2012.2 De NVZ streeft de komende jaren naar een groter aandeel uitkomstindicatoren die bovendien betrouwbaar en valide zijn. Het aantal structuur- en proces indicatoren kan dan minder worden, waardoor de administratieve belasting niet zal toenemen maar eerder zal afnemen. Hierbij zijn goede ICT-voorzieningen van essentieel belang. Meten is complex Het meten van uitkomsten van zorg is moeilijk. Het maken van valide indicatoren vergt veel onderzoek en ontwikkeling. Zeker als de indicatorscores gebruikt worden om ziekenhuizen met elkaar te vergelijken, is een correctie voor de samenstelling van een patiëntenpopulatie nodig.3 Soms zijn uitkomsten niet geheel toe te schrijven aan de prestaties van zorgverleners en ziekenhuizen. Zo blijkt bijvoorbeeld de ziekenhuissterfte ook samen te hangen met de regio waar gemeten wordt.4
2 3 4
SiRM analyse, IGZ basisset kwaliteitsindicatoren en Zichtbare Zorg Ziekenhuizen, periode 2004-2012 “Measuring quality of care: methods and applications to acute neurological diseases” Lingsma, 2010 “Ziekenhuissterfte geografisch bepaald”, Bosch van den e.a., Medisch Contact, 2013 (13)
Kwaliteit op de kaart 11
3
Waar komen de kwaliteits gegevens vandaan?
Ziekenhuizen leveren gegevens aan om de professionele kwaliteit en de veiligheid van de zorg zichtbaar te maken. Bij patiënten wordt onderzoek gedaan naar de patiëntgerichtheid en de ervaren resultaten van de zorg. Gegevens van ziekenhuizen Ziekenhuizen leggen kwaliteitsgegevens vast in hun systemen om zo verbeter informatie te genereren. Uit een inventarisatie van de NVZ blijkt dat ziekenhuizen, afhankelijk van hun zorgaanbod, met honderd kwaliteitsregistraties te maken kunnen hebben. Afgelopen jaren hebben ziekenhuizen fors geïnvesteerd in menskracht en informatiesystemen om alle gegevens over kwaliteit te kunnen registreren en aanleveren. Zichtbare Zorg en IGZ basisset Zorginhoudelijke indicatoren zijn opgenomen in de Zichtbare Zorg Ziekenhuizen dataset. Verder leveren ziekenhuizen gegevens aan de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) over zorginhoud en veiligheid. Ziekenhuizen zijn verplicht deze gegevens aan te leveren en de resultaten worden openbaar gemaakt. Het aantal indicatorsets dat jaarlijks verplicht gemeten wordt, is gestegen van 13 in 2008 naar 53 in 2012.5 Zorgverzekeraars Meerdere zorgverzekeraars hebben een eigen uitvraag om de kwaliteit van ziekenhuizen in beeld te brengen. Naast de door alle veldpartijen overeen gekomen indicatorsets van Zichtbare Zorg Ziekenhuizen willen zorgverzekeraars extra informatie over behandelingen in ziekenhuizen. Bijvoorbeeld welk type implantaat wordt voor een nieuwe heup gebruikt? Klinische registraties Ook via klinische registraties worden gegevens over patiënten verzameld. Deelnemende vakgroepen krijgen een gedetailleerde terugkoppeling van hun resultaten die zij vervolgens gebruiken om de kwaliteit van zorg voor een specifieke diagnosegroep te verbeteren.
5
12 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
SiRM analyse, IGZ en ZiZo 2008-20012
Enkele voorbeelden: Gegevens over de zorg op intensive-careafdelingen worden geleverd aan de Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE). Gegevens over ziekenhuisinfecties worden geleverd aan PREventie ZIEkenhuisinfecties door Surveillance (PREZIES). Gegevens over de zorg rondom geboorte worden geleverd aan Stichting Perinatale Registratie Nederland (PRN). In 2009 is Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) begonnen met een klinische registratie voor darmkankeroperaties. In deze registratie worden ook uitkomst indicatoren berekend. Deze audit is nu onderdeel van Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA). In 2013 kent DICA tien registraties en er wordt gewerkt aan nog acht registraties.6 Verder zijn er klinische registraties die door de wetenschappelijke verenigingen worden beheerd, waaronder die voor gynaecologie en orthopedie. Gegevens van patiënten Al jaren wordt de mening van patiënten gebruikt voor kwaliteitsverbetering van de zorg. Hier zijn allerlei manieren voor: via patiënttevredenheidsonderzoeken, maar ook via de Consumer Quality Index,7 kortweg CQI. De CQI bestaat uit gestandaardiseerde vragenlijsten waarmee de ervaring van patiënten gemeten wordt. Er worden bijvoorbeeld vragen gesteld over de bejegening van zorg verleners en over de informatievoorziening.
‘De door de patiënt ervaren uitkomst van zorg is dé maat voor kwaliteit' PROM’s Uiteindelijk is de door de patiënt ervaren uitkomst van ziekenhuiszorg dé maat voor kwaliteit. Dat kan gemeten worden met Patient Reported Outcome Measures (PROM’s), waarmee een patiënt de verandering van zijn gezondheids toestand zelf aangeeft. Stichting Miletus8 ontwikkelt voor dertig aandoeningen beknopte vragenlijsten waarop patiënten aangeven hoe zij hun klachten ervaren voorafgaand aan en na afloop van de behandeling. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij diabetes, staar en spataderen. Zorgkaart Nederland De Nederlandse Consumenten Patiënten Federatie (NPCF) heeft een zorgkaart ontwikkeld.9 Deze website biedt een overzicht van het zorgaanbod in Nederland. Patiënten kunnen op deze website hun ervaringen met zorgverleners en zorg organisaties kenbaar maken en een cijfer geven.
6 7 8 9
“Rapportages 2012: investeer in kwaliteit”, DICA, 2012 www.centrumklantervaringzorg.nl www.patientuitkomsten.nl www.zorgkaartnederland.nl
Kwaliteit op de kaart 13
4
Kwaliteitsvenster voor patiënten
De NVZ heeft samen met ziekenhuizen, patiënten en deskundigen een Kwaliteitsvenster voor patiënten ontwikkeld. In dit venster zien patiënten in één oogopslag de kwaliteit van een ziekenhuis. In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de tien thema’s uit het kwaliteitsvenster.10 Wat is het? Het Kwaliteitsvenster is een online format dat bestaande en onderscheidende kwaliteitsindicatoren toont over tien thema’s die voor patiënten relevant zijn (figuur 3). Waar mogelijk worden de resultaten van het ziekenhuis getoond over meerdere jaren en afgezet tegen het landelijk gemiddelde of een standaard. Ziekenhuizen publiceren het Kwaliteitsvenster op hun eigen website en geven per thema een toelichting op hun resultaten. Door deze toelichting kunnen de resultaten in de juiste context geplaatst worden. Figuur 3 | Impressie van het Kwaliteitsvenster
Bron: NVZ, 2014
10 Sommige thema’s bevatten informatie van het ziekenhuis die niet centraal beschikbaar is. Voor deze thema’s worden in dit rapport andere bronnen gebruikt. Waar mogelijk worden indicatoren over vijf jaren besproken. Het Kwaliteitsvenster is ten tijde van het publiceren van dit rapport nog in ontwikkeling, daarom kunnen de uiteindelijke thema’s in het Kwaliteitsvenster afwijken van de in dit rapport besproken thema’s
14 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Thema 1: patiëntervaringen Ziekenhuizen meten regelmatig hoe patiënten de ziekenhuiszorg ervaren. Deze ervaringen worden gebruikt om de zorg en dienstverlening verder te verbeteren. In 2012 heeft 73% van de Nederlanders veel of zeer veel vertrouwen in zieken huizen. Dit is hoger dan in 2008, zo blijkt uit de ‘Barometer vertrouwen in de gezondheidszorg’ (figuur 4). Het vertrouwen in medisch specialisten en verpleeg kundigen is nog groter: dit ligt sinds 2008 tussen de 83 en 91%. Patiënten geven gemiddeld een 8 als rapportcijfer voor de zorg die artsen en verpleegkundigen bieden aan patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis.11 Figuur Figuur 4 4 | Aandeel panel met veel of zeer veel vertrouwen in de Nederlandse ziekenhuiszorg (%)
73
68
2008
2012
Bron: NIVEL Barometer 2006-2012
Over het algemeen hebben patiënten goede ervaringen met ziekenhuiszorg. Deze gegevens worden verzameld met de gestandaardiseerde Consumer Quality Indexmethodiek.12 Patiënten die zijn opgenomen in een ziekenhuis zijn positief over de communicatie met de verpleegkundigen en over het pijnbeleid. Verbeterpunten zijn de eigen inbreng van patiënten en de inhoud van het opnamegesprek (figuur 5). In het opnamegesprek wordt besproken wat er gaat gebeuren bij de opname, maar ook zaken als medicatiegebruik, klachtenregelingen en huisregels komen aan bod. Figuur Figuur 5 5 | Hoe waarderen patiënten een ziekenhuisopname in 2011? (maximaal 100)
Pijnbeleid
83
Uitleg bij behandeling
83
Communicatie met verpleegkundigen
80
Gevoel van veiligheid
79
Communicatie met artsen
77
Informatie bij ontslag
74
Communicatie rond medicatie Eigen inbreng Inhoud opnamegesprek
67 64 60
Bron: Stichting Miletus 11 www.nivel.nl/barometer-vertrouwen-de-gezondheidszorg 12 www.miletus.nl
Kwaliteit op de kaart 15
Patiënten in de polikliniek waarderen vooral de bejegening door artsen en andere zorgverleners, maar ze willen betere informatie over mogelijke bijwerkingen van medicijnen en over het gebruik in combinatie met andere medicijnen (figuur 6). Figuur Figuur 6 6 | Hoe waarderen patiënten de polikliniek in 2011? (maximaal 100)
Bejegening door een andere zorgverlener
83
Bejegening door de arts
83
Communicatie door de arts
80
Ontvangst op de polikliniek/balie
79
Communicatie door een andere zorgverlener
77
Informatievoorziening door de arts Informatievoorziening door andere zorgverlener Nazorg m.b.t. medicijnen
Bron: Stichting Miletus
‘Bijna driekwart van de Nederlanders heeft veel vertrouwen in de ziekenhuizen'
16 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
74 67 64
Thema 2: werk van artsen Het is voor patiënten belangrijk dat artsen optimale zorg leveren. Hun functioneren wordt daarom onder andere beoordeeld via de feedbackmethodiek “Individueel Functioneren Medisch Specialisten”, kortweg IFMS. IFMS is een landelijke methode waarbij de arts door collega’s en desgewenst ook door patiënten een uitgebreide spiegel voorgehouden krijgt over zijn of haar functioneren. Sinds de invoering van IFMS in 2009 stijgt het aantal artsen waarmee een feedbackgesprek gevoerd is (figuur 7). In 2012 neemt 65% van de artsen in ziekenhuizen deel aan een gesprek. Hoewel het percentage deelnemende artsen fors gestegen is, behoeft dit nog wel verbetering. Figuur Figuur 7 7 | Hoeveel procent van de artsen hebben de afgelopen 24 maanden een functioneringsgesprek gehad (IFMS)?
65
42 30 20
2009
2010
2011
2012
Bron: IGZ 2009-2011
Kwaliteit op de kaart 17
Thema 3: wachttijden Nederlanders kunnen relatief snel in het ziekenhuis terecht. De gemiddelde wachttijd voor een bezoek aan de polikliniek, voor diagnostiek en voor de meeste behandelingen is de afgelopen jaren gedaald. In Nederland is de zorg goed toegankelijk in vergelijking met acht West-Europese landen. Dit blijkt uit een onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De ervaren toegankelijkheid van de zorg hangt in Nederland nauwelijks af van de hoogte van het inkomen of van de benodigde reistijd. Wachtlijsten zijn bijna nooit een reden voor beperking van toegang tot zorg (figuur 8). Figuur Figuur 8 8 | Hoeveel procent van de bevolking heeft in 2009 geen toegang tot zorg?
Nederland Spanje
■ te duur
0,3
■ wachtlijsten
0,7
Oostenrijk België Groot-Brittannië
■ te ver
1,2 1,5 1,7
Zwitserland
2,0
Denemarken
2,0
Frankrijk Duitsland
4,6 5,4
Bron: “Health at a Glance 2011”, OESO
In Nederland hoeven patiënten niet lang te wachten op zorg. Voor vrijwel alle behandelingen haalt ruim 75% van de ziekenhuizen de norm. Deze norm is: patiënten kunnen binnen vier weken na verwijzing op de polikliniek terecht (de Treeknorm). Voor een behandeling in het ziekenhuis is een wachttijd van zeven weken de norm. Haalt een ziekenhuis een norm niet, dan zijn er altijd andere ziekenhuizen die de norm wel halen. De patiënt kan dan desgewenst terecht bij een ander ziekenhuis. Tussen 2009 en 2012 zijn verreweg de meeste wachttijden verkort. Dit geldt voor 32 van de 38 geïnventariseerde behandelingen, 3 diagnostische onderzoeken en poliklinische afspraken bij 17 van de 25 specialismen. Een patiënt kan gemiddeld het snelst terecht bij Radiologie en Heelkunde (tabel 1). Langere wachttijden gelden voor Revalidatiegeneeskunde en Allergologie. Borstkankerpatiënten en diabetici kunnen snel worden geholpen (tabel 2). Voor een borstreconstructie en borstverkleining gelden langere wachttijden. Voor spoedpatiënten gelden geen wachtlijsten, zij worden met voorrang behandeld.
18 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Tabel 1 | Voor welke specialismen gelden de kortste en langste wachttijden? (in weken) gemiddelde wachttijd
aandeel ziekenhuizen met wachttijd
in 2012
korter dan 2009?
< 4 weken (Treeknorm)
<2 weken
Radiologie
1,3
v
95%
89%
Heelkunde
1,4
v
100%
91%
Oncologie
1,6
x
100%
80%
KNO
1,9
v
95%
65%
Cardiologie
2,2
v
92%
54%
Pijnbestrijding/ Anesthesiologie
5,1
x
42%
21%
Maag-, darm- en leverziekten
5,2
v
31%
3%
Reumatologie
5,3
x
47%
22%
Revalidatie-geneeskunde
5,4
x
28%
8%
Allergologie
5,7
x
38%
10%
Specialisme
Kortste wachttijden
Langste wachttijden
Tabel 2 | Voor welke behandelingen gelden de kortste en langste wachttijden? (in weken) gemiddelde wachttijd
aandeel ziekenhuizen met wachttijd
in 2012
korter dan 2009?
< 7 weken (Treeknorm)
< 3,5 weken
Borstkanker
1,5
v
100%
99%
Diabetes
1,5
v
100%
86%
Diabetes bij kinderen
1,8
v
100%
100%
Sterilisatie man – Chirurgie
2,0
v
100%
83%
Dotterbehandeling
2,4
v
100%
91%
Knieprothese
6,2
v
70%
11%
Borstvergroting
7,4
v
58%
7%
Buikwandcorrectie
8,3
v
59%
5%
Borstverkleining
8,6
v
52%
9%
Borstreconstructie
11,2
x
0%
0%
Behandeling
Kortste wachttijden
Langste wachttijden
Kwaliteit op de kaart 19
Gemiddeld is de wachttijd voor een afspraak op de polikliniek in 2012 3,2 weken. Voor een behandeling is dat 4,6 weken. Beide toegangstijden zijn korter dan in de jaren daarvoor (figuur 9). Figuur 9 | Hoeveel weken moet je gemiddeld wachten voor de polikliniek en voor Figuur 9 een behandeling?
■ behandeling 5,3
■ polikliniek
5,0
3,5
2009
4,7 3,5
2010
4,6 3,5
2011
Bron: SiRM analyse, Mediquest
‘De gemiddelde wachttijd in ziekenhuizen is de afgelopen jaren verder gedaald’
20 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
3,2
2012
Thema 4: risicovolle operaties Het is belangrijk dat een arts en zijn behandelteam genoeg ervaring hebben met risicovolle operaties. Voor sommige complexe operaties geldt dat het ziekenhuis minimaal een vastgesteld aantal keren deze operatie moet uitvoeren (volumenormen). Voor een aantal ingrepen blijkt dat de kwaliteit verbetert als een team de behandeling vaker heeft gedaan.13 Dat is voor sommige ingrepen echter wel onderhevig aan kritiek, zo kan het om een kleine of niet-significante relatie gaan.14 De wetenschappelijke verenigingen hebben voor ongeveer 40 operaties volume normen vastgesteld.15 De IGZ gebruikt deze normen bij het toezicht op zieken huizen. Daarnaast gebruiken zorgverzekeraars de normen voor hun inkoopbeleid. Als gevolg van de normen voeren sommige ziekenhuizen bepaalde ingrepen niet meer uit. Een ziekenhuis kan dan nog wel de diagnostiek en de voor- en nazorg voor die ingreep verzorgen. Volgens zorgverzekeraars heeft in 2012 meer dan 80% van de ziekenhuizen de normen voor 24 ingrepen behaald.16 Voor een aantal ingrepen zijn publieke gegevens beschikbaar. Uit figuur 10 blijkt dat het proces van concentratie van risicovolle operaties volop in beweging is, maar nog niet voltooid. Figuur 10 | Hoeveel procent van de ziekenhuizen voldoet aan de volumenorm of aan Figuur 10de criteria van de beroepsgroep voor een ingreep? (%)
Totale heupvervanging
100
■ 2010
Operatie bij maagkanker
100
■ 2012
99
Operatie bij primaire borstkanker Blaasverwijdering
96
Operatie bij dikkedarmkanker
95 88
Operatie bij longkanker Operatie bij alvleesklierkanker Plaatsing biventriculaire pacemaker met ICD Maagverkleining Operatie bij verwijding buikslagader Plaatsing biventriculaire pacemaker zonder ICD
42
85
21
17
83 80 78 79 64
Bron: Basisset IGZ en Zichtbare Zorg Ziekenhuizen 2010, 2012
13 Zie bijvoorbeeld de verwijzingen en bespreking in het verslag van de invitational conference “Spreiding en concentratie van ziekenhuisfuncties”, NVZ, 2010 14 “De concentratiehype voorbij: de relatie tussen volume en kwaliteit van zorg wordt overschat” Zuiderent-Jerak e.a., Medisch Contact 2013. 68(1), 38-40 15 “Volumenormen (chirurgische) ingrepen”, november 2012, Gezondheidszorgbalans RIVM 16 www.minimumkwaliteitsnormen.nl
Kwaliteit op de kaart 21
Thema 5: medicijnen Er mogen geen fouten gemaakt worden met medicijnen. Het is daarom belangrijk dat van iedere patiënt bekend is welke en hoeveel medicijnen hij of zij gebruikt. Ziekenhuizen die controleren welke medicijnen patiënten gebruiken en hoeveel, voorkomen daarmee veel medicatiefouten. Fouten met medicijnen vormen één van de grootste risico’s voor patiënten in het ziekenhuis.17 De medicijncontroles worden echter nog niet bij alle ziekenhuizen standaard gedaan. In 2012 wordt gemiddeld bij 4 van de 10 patiënten de medicatie bij opname gecontroleerd, bij het ontslag gaat het om 2 van de 10 patiënten. Dat is nog veel te weinig en is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren. In tabel 3 ziet u de onderdelen waar ziekenhuizen op controleren. Bij een opname wordt het opstellen van een actueel medicatieoverzicht het meest uitgevoerd (ongeveer 75%). Ziekenhuizen vragen relatief weinig aan apotheken om overzichten van de medicijnen die een patiënt krijgt (53%). Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt de overdracht vanuit het ziekenhuis naar de huisarts vaker gedaan dan het ontslaggesprek met de patiënt zelf (respectievelijk 61% en 19%). Dit is een verbeterpunt voor ziekenhuizen. Ziekenhuizen kunnen medicatiefouten verminderen door meer gebruik te maken van ICT-oplossingen, goede samenwerkingsafspraken te maken binnen en buiten het ziekenhuis en door het beschikbaar stellen van tijd en middelen. Via de Veiligheidsagenda 2013-2015 zet de NVZ zich in om het percentage medicijncontroles te verhogen. Tabel 3 | Medicatieverificatie bij opname en ontslag Bundel Medicatieverificatie bij opname: Opvragen van een afleveroverzicht bij de openbare apotheek. Voeren van een medicatie-opnamegesprek door een geschoold medewerker. Opstellen van een actueel medicatieoverzicht. Bundel Medicatieverificatie bij ontslag:
Opstellen van een actueel medicatieoverzicht aan de hand van gegevens van de ziekenhuisapotheek, het medisch- en verpleegkundig dossier. Uitschrijven van ontslagreceptuur en autorisatie door de hoofdbehandelaar. Voeren van een medicatie-ontslaggesprek door een geschoold medewerker.
Overdracht van een actueel medicatieoverzicht, ontslagreceptuur, evenals informatie over gestaakte en gewijzigde medicatie en de reden daarvoor, naar de openbare apotheek, huisarts en andere zorginstellingen.
Bron: VMS Veiligheidsprogramma, 2008
De aandacht voor de veiligheidscultuur in ziekenhuizen kan bijdragen aan een verbetering op dit thema. Onderzoeksinstituut Nivel concludeert dat de patiëntveiligheidscultuur in ziekenhuizen is verbeterd op alle vijf gemeten dimensies: teamwerk binnen afdelingen, open communicatie, samenwerking tussen afdelingen, meldingsfrequentie en steun vanuit het management.18 17 “Implementatie VMS Veiligheidsprogramma: Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen”, NIVEL, 2013 18 “Patiëntveiligheidscultuur in Nederlandse ziekenhuizen – een stap in de goede richting”, NIVEL 2013
22 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Thema 6: infecties Ziekenhuizen doen hun uiterste best om infecties bij patiënten te voorkomen, bijvoorbeeld na een operatie of na het plaatsen van een infuus. De kans dat een infectie toch optreedt, hangt van allerlei factoren af, zoals de conditie en leeftijd van de patiënt en het verloop van de ingreep. Alle algemene ziekenhuizen registreren infecties.19 Deze registratie geeft inzicht in de eigen prestaties en toont kansen voor verbetering. De deelname aan deze registratie via het landelijke netwerk Preventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance (PREZIES) is hoog. Meer dan 90% van de ziekenhuizen neemt deel aan minimaal één module van PREZIES. Bijna tien jaar geleden was dat nog maar 33%. Het VMS Veiligheidsprogramma adviseert interventies met betrekking tot postoperatieve wondinfecties (tabel 4). Het opvolgen van de adviezen uit deze bundel verkleint de kans op een postoperatieve wondinfectie. Tabel 4 | Bundel postoperatieve wondinfecties (POWI) bij 14 specifieke operaties Bundel Powi
Niet pre-operatief ontharen: indien er operatie-technische redenen zijn om wel te ontharen, dan ontharen met een tondeuse.
Antibioticaprofylaxe: het juiste middel op het juiste tijdstip: dat wil zeggen 15-60 minuten voor incisie en bij lange operaties herhaling na 4 uur.
Perioperatieve normothermie: ter voorkoming van hypothermie. De temperatuur van de patiënt moet tussen 36 en 38 graden Celsius zijn aan het einde van de ingreep.
Hygiëne-discipline op de OK: hygiënemaatregelen en meten deurbewegingen. Maximaal X maal de deuren geopend bij operatietype A.
Bron: VMS Veiligheidsprogramma, 2009
De afgelopen jaren is de kans op een postoperatieve wondinfectie (‘POWI’) afgenomen. Hoewel steeds meer ziekenhuizen de doelstellingen van het VMS Veiligheidsprogramma halen (figuur 11), kan de naleving van de bundel postopera tieve wondinfecties beter.20 De doelstelling is dat alle ziekenhuizen niet méér infecties hebben dan de 25% best scorende ziekenhuizen in 2007. Met de Veiligheidsagenda wordt komende periode daarom extra aandacht besteed aan dit thema. Figuur 11
Figuur 11 | Hoeveel ziekenhuizen halen de doelstelling voor postoperatieve wondinfecties? (%) 54 38
40
2008
2009
45
2010
2011
Bron: “Implementatie VMS Veiligheidsprogramma”, NIVEL, 2013 19 SiRM analyse, IGZ 2012 20 “Implementatie VMS Veiligheidsprogramma: Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen” NIVEL, 2013
Kwaliteit op de kaart 23
Thema 7: pijn Bijna alle ziekenhuizen meten de mate waarin patiënten pijn hebben na een operatie. Zo proberen ze de pijn van patiënten zo goed mogelijk onder controle te houden. Sinds 2007 beschikken vrijwel alle ziekenhuizen over een acute pijnservice en een pijnprotocol.21 Daarmee wordt onnodige pijn voorkomen. Het aantal patiënten bij wie na een operatie een pijnmeting is uitgevoerd op de uitslaapkamer, is gestegen van 87% in 2005 naar 96% in 2008. Sinds die tijd is dit percentage vrijwel stabiel. Op de verpleegafdelingen is een vergelijkbare trend zichtbaar: van 62% in 2005 naar 86% in 2012 (figuur 12). Patiënten geven zelf een score voor pijn tussen 0 (geen pijn) en 10 (extreme pijn). Scores boven de 7 proberen ziekenhuizen te vermijden met beleid op het gebied van pijnbestrijding. Overigens is dit niet altijd haalbaar, bijvoorbeeld bij een ernstige ingreep of als patiënten geen pijnstillende medicijnen willen of kunnen verdragen. Een klein deel van de patiënten (7%) heeft een pijnscore boven de 7 binnen 72 uur na een operatie. Het aandeel patiënten dat een hoge pijnscore ervaart binnen 72 uur na een operatie, is afgelopen tijd gedaald van 9% in 2010 naar 7% in 2012. Figuur 12 | Bij hoeveel patiënten wordt op de uitslaapkamer en verpleegafdeling pijn gemeten? (%) Figuur T7-3
62
2005
96
96
92
87
68
2006
24 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
93
75
76
2008
2009
94
93 80
80
86
63
2007
Bron: SiRM analyse, IGZ 2005-2012
21 SiRM analyse, IGZ 2004-2012
95
2010
2011
2012
■ uitslaapkamer ■ verpleegafdeling
Thema 8: keurmerken en accreditaties Met een keurmerk of een accreditatie kunnen ziekenhuizen aantonen dat zij aan bepaalde eisen voldoen. Eind 2013 heeft 94% van de algemene ziekenhuizen een verplicht geaccrediteerd of gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem.22 Een veiligheidsmanagement systeem houdt in dat de patiëntveiligheid goed verankerd is in de dagelijkse werkzaamheden van een ziekenhuis waardoor er structureel gewerkt wordt aan het verminderen en voorkomen van risico’s voor patiënten. Accreditatie Het veiligheidsmanagementsysteem is vaak onderdeel van een ziekenhuisbrede accreditatie die het ziekenhuis ook beoordeelt op andere kwaliteitsaspecten zoals effectiviteit en klantgerichtheid. Van de verschillende accreditatiesystemen is de ziekenhuisbrede accreditatie van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) de meest gebruikte.23 Bijna alle ziekenhuizen participeren in de NIAZ-accreditatiesystematiek (93%). In 2004 was dat nog maar 13% en in 2008 bijna 60%. Sommige ziekenhuizen kiezen daarnaast ook voor andere certificeringen, zoals voor informatieveiligheid (bijvoorbeeld via International Standardisation Organisation), voedselveiligheid (zoals HACCP) of de kwaliteit van het laboratorium (bijvoorbeeld CCKL). Er zijn ook ziekenhuizen bezig om de internationale Joint Commision International (JCI) accreditatie te behalen. Tegenwoordig hebben vrijwel alle ziekenhuizen één of meerdere accreditaties. Keurmerken Naast accreditatie en certificering voor het kwaliteitssysteem van de organisatie, kunnen ziekenhuizen ook keurmerken krijgen voor de zorg voor patiënten met een specifieke aandoening of voor een specifieke afdeling. Een keurmerk voor de zorg aan een bepaalde patiëntencategorie wordt veelal toegekend door een patiëntenorganisatie of een zorgverzekeraar. Als een ziekenhuis een keurmerk rond een bepaalde aandoening niet heeft, betekent dit overigens niet per definitie dat er geen goede kwaliteit wordt geboden. Ziekenhuizen maken keuzes in de meer dan veertig beschikbare keurmerken (figuur 13), omdat het behalen van een keurmerk meestal geen wettelijke verplichting is en wel een investering in tijd en geld vraagt. Soms stelt een zorgverzekeraar een bepaald keurmerk of bepaalde accreditatie verplicht voor ziekenhuizen om dat deel van de zorg uit te kunnen blijven voeren, bijvoorbeeld voor dialyse-afdelingen.
22 www.vmszorg.nl 23 “Marktscan Medisch specialistische zorg 2012. Weergave van de markt 2008-2012” NZa, 2012
Kwaliteit op de kaart 25
Figuur 13 | Een aantal keurmerken en accreditaties voor ziekenhuizen
‘Als een ziekenhuis een bepaald keurmerk niet heeft, betekent dit niet per definitie dat er geen goede kwaliteit wordt geboden’
26 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Thema 9: sterfte Elk ziekenhuis meet hoeveel patiënten in dat ziekenhuis overlijden. Ziekenhuis sterfte hangt onder andere af van de kenmerken van patiënten (bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en ernst van de ziekte). Als de sterfte in een ziekenhuis precies overeenkomt met het aantal dat je zou verwachten op basis van patiënt kenmerken, dan is het cijfer ‘100’. Sinds 2010 maakt driekwart van de ziekenhuizen haar gestandaardiseerde sterftecijfer openbaar. Deze indicator – ook wel Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR)24 genoemd – is vooral nuttig voor interne signalering en kwaliteits verbetering. Bij de berekening worden de gestandaardiseerde sterftecijfers (SMR’s) voor ruim vijftig diagnosegroepen gebruikt. Hoewel de meeste ziekenhuizen hun sterftecijfer publiceren, zijn deze cijfers van ziekenhuizen onderling lastig te vergelijken. Zo wordt er bijvoorbeeld bij de berekening geen rekening gehouden met regionale en culturele verschillen. Denk aan voorkeuren van mensen om thuis te sterven of in het ziekenhuis.25 Ook wordt geen rekening gehouden met het feit dat ziekenhuizen verschillende soorten behandelingen en operaties uitvoeren. De HSMR liep in 2011 van 62 tot 120 (figuur 14). Er zijn zes ziekenhuizen die naast de HSMR ook de SMR voor enkele aandoeningen publiceren. Figuur 14 | Het gestandaardiseerde sterftecijfer per ziekenhuis in 2011 (HSMR) !"#$%&'(")*&+#")
Verwachte sterfte
0
20
40
60
80
100
120
Bron: Dutch Hospital Data, 2011
Uit een analyse van de gestandaardiseerde sterftecijfers blijkt dat het risico om in het ziekenhuis te overlijden de afgelopen jaren fors is gedaald,26 tussen 2005 en 2010 met 27% (figuur 15). Deze daling kan het gevolg zijn van betere kwaliteit van zorg, van wijzigingen in het opname- en ontslagbeleid in ziekenhuizen en van verbeterde registratie. 24 “HSMR 2012: Methodological report”, CBS, 2013 25 “Ziekenhuissterfte geografisch bepaald”. Medisch Contact, Bosch & Wagner 2013 26 “Gestandaardiseerde ziekenhuissterfte daalt in de tijd”, Ploemacher e.a., NtvG, 2013
Kwaliteit op de kaart 27
‘De vermijdbare sterfte in ziekenhuizen is tussen 2008 en 2012 met 53% gedaald’ Dat de verbeterde veiligheid in Nederlandse ziekenhuizen bijdraagt aan de daling van het sterftecijfer, blijkt uit een analyse van patiëntendossiers door onderzoeks instituut NIVEL/EMGO. Zij concluderen dat de vermijdbare sterfte tussen 2008 en 2012 met 53% is gedaald. In 2012 overlijden ongeveer 1.000 mensen minder vanwege een medische of organisatorische fout. Dit is mede het resultaat van het VMS Veiligheidsprogramma waar ziekenhuizen de afgelopen vijf jaar aan hebben gewerkt.27 Ziekenhuizen blijven zich inzetten om de vermijdbare sterfte de komende jaren verder te verminderen. Figuur Figuur 1515 | Hoe veranderde het gestandaardiseerde sterftecijfer tussen 2005 en 2010?
114
109
106
100
2008 = 100 93 83
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: “Gestandaardiseerde ziekenhuissterfte daalt over de tijd”, Ploemacher e.a., NtvG 2013
27 “Monitor zorggerelateerde schade 2011/2012”, Nivel/Emgo, 2013
28 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Thema 10: waardering medewerkers Ziekenhuizen meten regelmatig de tevredenheid van hun medewerkers. Daarmee onderzoeken ze of medewerkers gemotiveerd zijn en of afdelingen goed functioneren. Waar nodig proberen ze dit te verbeteren. Uit onderzoek is gebleken dat gemotiveerde medewerkers betere zorg leveren dan ongemoti veerde medewerkers. Ziekenhuizen scoren gemiddeld een 7,2 op een schaal van 1 tot 10 als het gaat om tevreden medewerkers. In 2011 blijken medewerkers in ziekenhuizen iets minder tevreden over het werk dan werknemers buiten de zorgsector (figuur 16). Wel is het personeel in ziekenhuizen vergeleken met het bedrijfsleven even tevreden over collega’s en werkzaamheden. Tussen 2007 en 2011 is de tevredenheid van medewerkers vrij stabiel, de tevredenheid stijgt van een 7,1 naar een 7,2.28 Figuur 164| Algemene tevredenheid (schaal van 1 tot 10) Figuur
7,2
7,4
Algemene ziekenhuizen Overige bedrijven
Bron: Effectory, 2011
‘Medewerkers van ziekenhuizen waarderen hun baan met een 7,2' 28 Bron: Effectory – onderzoek uitgevoerd voor Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen
Kwaliteit op de kaart 29
5
Wat zijn onze toekomstplannen?
Er is afgelopen jaren aan steeds meer voorwaarden voor kwalitatief goede zorg voldaan en er zijn veel verbeteringen geweest op het gebied van kwaliteit van ziekenhuiszorg. Kan het beter? Natuurlijk! Er is nog relatief weinig informatie over uitkomsten en bovendien zijn de admini stratieve lasten bij het verzamelen van gegevens voor indicatoren nu relatief hoog. Daarom wil de NVZ inzetten op efficiënt en effectief gebruik van kwaliteits indicatoren via vier speerpunten. Hierover wil de NVZ afspraken maken met betrokken partijen. Er zijn vier speerpunten: Vaker uitkomsten van behandelingen meten waardoor veel structuur- en procesindicatoren kunnen vervallen. Efficiënter registreren door eenmalige registratie aan de bron en vervolgens systemen op elkaar afstemmen zodat gegevens op meerdere plekken gebruikt kunnen worden. Zorgen voor uniformiteit bij registratie en overal dezelfde werkwijzen en coderingen hanteren. Kwaliteitsregistraties toetsen op effectiviteit en doelmatigheid om zo een goede inschatting te kunnen maken van de kosten en de baten. Met deze vier speerpunten – én door het verder ontwikkelen van het Kwaliteits venster – komt er steeds betere informatie beschikbaar over de prestaties van de Nederlandse ziekenhuiszorg. Bovendien levert dit informatie op voor zieken huizen om de zorg verder te verbeteren zonder dat dit extra administratieve belasting met zich meebrengt. Informatie die bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor de in dit rapport genoemde verbeterpunten, zoals het terugdringen van postoperatieve wondinfecties en het verhogen van het aantal medicijncontroles bij opname en ontslag. De NVZ gaat haar rol als aanjager, alliantievormer en ontwikkelaar oppakken bij het zichtbaar maken van de kwaliteit en diversiteit van zorg. Om te beginnen wordt kwaliteit verder op de kaart gezet met het Kwaliteitsvenster. Met het Kwaliteitsvenster als stevige basis werkt de NVZ toe naar aandoeningsspecifieke vensters. Het motto is: zichtbaar, beter.
30 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
‘De Nederlandse ziekenhuissector heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het meten van kwaliteit en veiligheid. De sector heeft zich op dit gebied sterk ontwikkeld. Onze doelstelling is hierbij om gebruik te maken van de waardevolle informatie die nu al vastgelegd wordt door ziekenhuizen. We realiseren ons dat er veel gevraagd wordt van de zorgprofessionals als het gaat om het registreren van kwaliteit. Ons streven is dan ook om de regeldruk op de werkvloer te verminderen met behoud van kwaliteit’ Yvonne van Rooy
Kwaliteit op de kaart 31
Colofon
Uitgave Dit brancherapport is tot stand gekomen onder regie en verantwoordelijkheid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) in samenwerking met SiRM, Strategies in Regulated Markets. Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen Oudlaan 4 Postbus 9696 3506 GR Utrecht 030 2739 883 SiRM, Strategies in Regulated Markets Nieuwe Uitleg 24 2514 BR Den Haag Vormgeving Total Public, Den Haag Druk Digigrafi, Veenendaal Oplage 2.000 exemplaren ©2014 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is de organisatie van de branche ziekenhuizen. De vereniging richt zich op de collectieve behartiging van de belangen van haar leden, en ondersteunt hen in hun rol als zorgverlener, ondernemer en werkgever.