Kunststoffen HUISHOUDELIJK EN INDUSTRIEEL VERPAKKINGSAFVAL Omschrijving De stroom kunststofafval die verder besproken wordt, bestaat uit huishoudelijk en industrieel verpakkingsafval. Kunststofafval komt voor in de Europese afvalstoffencatalogus (EAC). De EAC is als bijlage bij het VLAREA gevoegd en is dus van toepassing in Vlaanderen. Kunststofverpakking heeft code 15 01 02. Het kunststofafval bestaat voornamelijk uit thermoplasten. De belangrijkste types worden opgesomd. De 4 eerste soorten zijn de meest gebruikte en vertegenwoordigen ongeveer 80 % van de totale stroom “post-user” kunststofafval [1]. Ze worden allen gebruikt voor verpakkingsmateriaal en folies. Polyetheen maakt meer dan 40 % van het kunststofafval uit: • Polyethyleen (LDPE (low density), HDPE (high density), LLDPE (linear low density)); • Polypropyleen (PP); • Polyvinylchloride (PVC); • Polystyreen (PS); • Polyethyleenterephtalaat (PET); Deze kunststoffen bevatten doorgaans relatief lage hoeveelheden additieven en vulstoffen [2].
Specifiek toepasselijke wetgeving Vlaams Gewest ¾ Het decreet betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen van 2 juli 1981, zoals gewijzigd op 20 april 1994 en 19 april 1995 (het Afvalstoffendecreet). ¾ Het uitvoeringsbesluit van het Afvalstoffendecreet, namelijk het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 houdende het “Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer” (VLAREA), dat in werking trad op 1 juni 1998. ¾ Het Interregionaal Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval, goedgekeurd op 21 januari 1997. 1 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Europese Unie ¾ Verordening (EEG) 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap: Deze verordening implementeert het Verdrag van Bazel van 22 maart 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan, de Beslissingen van de OESO Raad inzake grensoverschrijdende transporten van afval en de Vierde Overeenkomst van Lomé van 15 december 1989. De Verordening is rechtstreeks toepasselijk in de EUlidstaten en dus ook in Vlaanderen. Terwijl de Bazel Conventie enkel gevaarlijk afval betreft, regelt de EU Verordening ook het transport van niet-gevaarlijk afval. De eisen die inzake kennisgeving en controle door de verordening aan het transport van afval wordt gesteld, hangen af van het feit of een afvalstof is ingedeeld in de groene, oranje of rode lijst en of de afvalstof bestemd is voor nuttige toepassing of verwijdering. Algemeen kan worden gesteld dat op de oranje en de rode lijst gevaarlijke afvalstoffen staan, en op de groene lijst niet-gevaarlijke afvalstoffen. De gestrengheid van de controleprocedure hangt af van de lijst waarop een afvalstof voorkomt. OVAM heeft met betrekking tot deze verordening een duidelijk standpunt ontwikkeld (dd. 17 juni 1998) wat betreft de indeling van kunststofafval in de groene lijst, de oranje lijst of artikel 10. Dit artikel 10 bepaalt dat een kennisgevingsprocedure moet worden toegepast wanneer een afvalstof niet voorkomt op één van de lijsten van de Verordening. Het standpunt van de OVAM maakt een onderscheid tussen homogeen industrieel kunststofafval, gemengd industrieel kunststofafval en huishoudelijk kunststofafval. Homogeen industrieel kunststofafval: Indien het gaat om granulaat, snippers (van enkele mm) of korrels van één bepaalde kunststofsoort, dan wordt dit materiaal beschouwd als grondstof. Er zijn dan ook geen voorwaarden of beperkingen inzake de in- of uitvoer hiervan. Indien het echter gaat om balen, folies, brokken, stukken, grof versneden folie (enkele cm), spuitresten, extrusieresten, bramen, mislukte fabrikaten, kunststofvoorwerpen die niet meer aan productspecificaties voldoen, kratten, verpakkingsafval… bestaande uit één enkele kunststofsoort, dan wordt dit afval beschouwd als groene lijst afvalstof. Het mag echter niet verontreinigd zijn met andere vloeibare of vaste afvalstoffen (papier, karton, aluminium of andere metalen, olie, verf, hout,enz...).
2 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Gemengd industrieel afval: • Afkomstig van kunststofproducerend bedrijf: Productieresten bestaande uit een mix van diverse kunststofsoorten (snijresten, brokken, mislukte vormen, voorwerpen met verkeerde kleuren), worden door de OVAM beschouwd als groene lijst afvalstoffen, wanneer ze nog recycleerbaar zijn. Vaak zijn deze afvalstoffen gemalen en worden ze gebruikt voor verbranding met energierecuperatie. Er wordt nog gewacht op een uitspraak van het Europees Hof om een definitief standpunt in te nemen. Vloeibaar kunststofafval (vb. vloeibare PVC-pasta zoals gebruikt wordt bij de productie van vloerbedekkingen) wordt niet vermeld in de lijsten. Hiervoor is dus artikel 10 van de Verordening van toepassing. •
Afkomstig van kabelstripping: Het mengsel kunststof/rubber/ metaalresten afkomstig van het strippen van kabels komt niet als dusdanig voor op de groene lijst en artikel 10 van de verordening EEG nr. 259/93 dient bijgevolg toegepast te worden. Analyses en controles op zicht hebben geleerd dat dergelijke ladingen steeds verontreinigd zijn met kleine stukjes koper, lood en zink. Alleen als de lading effectief ontdaan is van metaalschilfers kan de groene lijst procedure toegepast worden.
•
Afkomstig van inzamelaars: Dit afval bestaat uit opruimafval en gebruikte kunststofverpakkingen van kleine ambachtelijke bedrijven, winkelketens e.d. Het betreft hier in hoofdzaak verpakkingsafval, dat dusdanig verontreinigd is met (soms gevaarlijke) resten van de inhoud, dat normale recyclage voor hergebruik als kunststof niet mogelijk is. Bovendien bevindt zich tussen het industrieel kunststofafval mogelijk kunststofafval afkomstig van huishoudens (het grof kunststofafval vergelijkbaar met de fractie die terechtkomt op containerparken). Gezien de voormelde verontreiniging (meer dan 5%) en het feit dat het een mengeling betreft van industrieel afval en huishoudafval, kan het niet beschouwd worden als een groene lijst afvalstof.
Huishoudelijk kunststofafval: • Homogene fracties: Wanneer het selectief ingezamelde huishoudelijk kunststofafval na sortering gescheiden is in homogene fracties zoals bijvoorbeeld alleen PET-flessen, alleen drankbekertjes, alleen witte PE-melkflessen of alleen drankkartons en er geen resten van de inhoud aanwezig zijn, dan wordt dit afval beschouwd als groene lijst afvalstof. Een PMD-zak (plastic, metaal, drankkartons) met inhoud
3 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
of met resten van de inhoud wordt dus niet beschouwd als groene lijst afvalstof aangezien de sortering in verschillende fracties nog moet gebeuren. •
Gemengde fracties: Gemengde fracties van huishoudelijk kunststofafval, gescheiden ingezameld of verzameld in containerparken worden volgens de OESO-lijst in de bijlagen van de van de Verordening 259/93 beschouwd als oranje lijst afval onder de code AD 160. Dit betreft zowel de grove afvalstoffen zoals emmers, wasmanden, kunststof speelgoed, jerry-cans e.d. als kleinere afvalstoffen zoals plastic draagtassen, botervlootjes, yoghurtpotjes, geëxpandeerde PSverpakkingen ...
Hoeveelheden Geproduceerde hoeveelheid In een studie van de Europese Commissie wordt aangegeven dat 16,2 miljoen ton kunststofafval is vrijgekomen in de EU in 1994, waarvan toen slechts een kleine fractie werd hergebruikt voor materiaalrecyclage (<10%). De totale hoeveelheid kunststofafval bestaat voor 59 % uit verpakkingsafval. APME (Association of Plastic Manufacturers in Europe) bevestigt dit percentage en geeft aan dat bouw- en sloopafval van de totale hoeveelheid kunststofafval 10 % uitmaakt en de automobielindustrie 6 %. De resterende 25 % is afkomstig van diverse bronnen. Sinds 1995 is de stroom kunststofafval gegroeid met ongeveer 4 %/jaar [3]. Vooral in de langlevende toepassingen (bouwsector, automobielsector, elektronica) is het kunststofverbruik de laatste jaren sterk toegenomen. Er moet worden uitgegaan van een sterke groei. De Europese studie voorspelt een groei tegen 2015 van 16 naar 29 miljoen ton. De groei verschilt naargelang de bron. De fractie kunststoffen in het huishoudelijk afval en in het afval van de distributiesector, zou met 65 % groeien, de fractie kunststofafval in het bouw- en sloopafval met 120 %, de fractie kunststofafval in het elektronisch en elektrisch afval met 200 %. In 1997 werd in België 151.300 ton huishoudelijk verpakkingsafval en 87.000 ton industrieel verpakkingsafval geproduceerd [3]. Ingezamelde hoeveelheid Wat betreft het kunststof verpakkingsafval van industriële oorsprong (hoofdzakelijk folies en plastic vaten), hebben de leden van Val-I-Pac in 1999 ongeveer 60.000 ton op de markt gebracht, waarvan 33.000 ton (57 %) werd ingezameld en nuttig toegepast
4 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
(gerecycleerd of verbrand met terugwinning van energie) [11]. Het kunststofafval werd vooral gerecycleerd, ook al omdat er niet voldoende verbrandingscapaciteit bestaat. De totale markt van kunststof verpakkingsafval van industriële oorsprong, wordt geschat op 90.000 ton. Wat betreft het kunststofafval van huishoudelijke oorsprong, rapporteert FOST Plus dat in 1999 de inzameling- en recyclagebedrijven 47.000 ton ingezameld hebben [12]. Hiervan werd 35.500 ton mechanisch gerecycleerd, deels in het buitenland. Het betreft vooral PET-flessen en flacons (van detergenten, enz...). Ander kunststofafval zit ook in de blauwe PMD-zak, maar kan moeilijker worden gerecycleerd. Het grootste gedeelte van het kunststofafval van huishoudelijke oorsprong wordt niet selectief ingezameld. De totale hoeveelheid wordt geschat op 138.000 ton.
Inzameling Inzamelaars zijn voor de meeste producenten van kunststofafval het afgiftepunt. Alleen grote producenten van homogene stromen kunststofafval, kunnen deze rechtstreeks aanbieden aan de verwerkers. De inzameling van kunststofafval is afhankelijk van de afvalstroom waarin het zich bevindt: • Kunststofafval van de huishoudens wordt ingezameld door de gemeenten. De gescheiden inzameling van kunststofafval beperkt zich tot plastic flessen en flacons via het FOST Plus systeem (PMD). Een beperkt aantal gemeenten in Vlaanderen zamelt alle huishoudelijk kunststofafval in. Het PMD wordt door nascheiding gesorteerd in relatief homogene fracties. De verpakkingsindustrie zamelt alleen die stromen in waarvoor daadwerkelijk een afzetmarkt is. • Kunststofafval van de industrie wordt vaak ingezameld door de gebruikelijke afvalophalers, samen met al het andere afval van een bedrijf. Er zijn ook specifieke inzamelaars actief, die zich voornamelijk richten op specifieke stromen procesmatig afval. Grotere opdrachtgevers van deze bedrijven blijven vaak eigenaar van de ingezamelde materialen. De verwerker werkt in dit geval in loondienst. Grotere hoeveelheden kunststofafval, van een voldoende kwaliteit, worden rechtstreeks opgehaald door kunststofrecyclagebedrijven of verwerkers. • Kunststofafval van de distributiesector wordt ingezameld door de afvalophalers. Bouw- en sloopafval van particulieren kan worden afgegeven op de gemeentelijke containerparken. Aannemingsbedrijven voeren hun bouw- en sloopafval af naar een sorteercentrum voor bouw- en sloopafval, of rechtstreeks naar een breekinstallatie, waar de puinfractie wordt gescheiden van de rest.
5 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Voorbehandeling Onder voorbehandeling vallen alle processen die worden uitgevoerd vooraleer het ingezameld kunststofafval verder kan worden verwerkt. Afgezien van opslag en transport, kunnen een drietal voorbehandelingsprocessen uitgevoerd worden: • • •
Verkleining: shredderen, granuleren en pelletiseren; Wassing en droging; Sortering.
Verkleining en sortering zijn van essentieel belang voor materiaalrecyclage (mechanische recyclage), omdat hiervoor zuivere en homogene fracties gewenst zijn, en zijn minder kritisch voor thermische verwerking en grondstofrecyclage (chemische recyclage). De meeste kunststoffen worden zonder wassen gerecycleerd. Wassen is alleen nodig voor erg vervuild materiaal en eventueel om op densiteit te sorteren. De voorbehandelingsprocessen kunnen worden uitgevoerd door de inzamelaar, door de kunststofrecyclagebedrijven of in sommige gevallen zelfs door kunststofverwerkers, die voor hun productie belangrijke mate kunststofafval gebruiken. Op de website van OVAM, zijn twee types van bedrijven opgelijst [4]: • Kunststofafvalsorteerders: dit zijn vooral de PMD-centra; • Kunststofregeneratiebedrijven: dit zijn de bedrijven die uit ingezameld kunststofafval regranulaten produceren (materiaalrecyclage). Sommige van deze bedrijven zijn lid van de Federatie van Belgische Kunststoffenrecycleurs (FEBELPLA). Deze bedrijven zijn opgelijst op de website van COBEREC, de overkoepelende federatie die jaarlijks ook de gids van de recuperatie publiceert [5]. Sommige bedrijven zijn ook lid van FECHIPLAST, dat elk jaar De Gids van de Belgische Kunststofrecyclage publiceert [7].
Verwerking Materiaalrecyclage Zuivere fracties kunststofafval worden gebruikt door de kunststofverwerkende sector voor de vervaardiging van producten. In de meeste gevallen wordt hierbij een mix van “virgin plasctics”en recyclaat gebruikt. Gemengde fracties komen enkel in aanmerking voor de vervaardiging van relatief laagwaardige producten. In Vlaanderen is Ekol te Beringen op dit vlak actief. 6 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
Thermische verwerking Grote hoeveelheden gemengd kunststofafval worden thermisch verwerkt. In België betreft het voornamelijk co-verbranding in de cementindustrie.
Evolutie De kunststofrecyclagesector (materiaalrecyclage) wordt in België gekenmerkt door een groot aantal kleine en middelgrote ondernemingen, met minder dan 50 werknemers [9]. De grootste kunststofrecycleur in België, Pears Plastics, heeft een capaciteit van 20.000 ton en 50 man tewerkstelling. Ravago is ook een groter bedrijf, maar dit verwerkt eerder stromen van de kunststofverwerkende industrie die niet aan de kwaliteitsvereisten voldoen. De kunststofrecyclagesector is meer verscheiden dan andere recyclagesectoren en dit om twee redenen: • De relatief lage investering voor het opzetten van een recyclage installatie; • De verscheidenheid aan polymeren en producten in vergelijking met de andere klassieke reyclagesectoren zoals papier, glas, staal en aluminium. Afgezien van de verscheidenheid aan materialen en processen, is de verscheidenheid aan bronnen van vrijkomen van het afval, een bepalend element in de organisatie van een sector en zijn rendabiliteit. Er zijn twee grote groepen van bronnen: de industrie en de post-consumer bron. Vanuit een organisatorisch oogpunt, leidt dit tot een inzamelstructuur die verticaal is geïntegreerd tot op het niveau van het sorteren. Vanaf dan worden handelaars belangrijk, en volledige verticale integratie is de uitzondering. Enkel in de traditionele recyclage sectoren, zoals metaal, zijn alle operatoren privébedrijven. Huishoudelijk afval wordt daarentegen ingezameld en gesorteerd door zowel gemeenten, intercommunales als privé-bedrijven (inzamelaars/sorteerders). Deze laatsten opereren in dit geval op basis van een toewijzing van de opdracht volgens de wet op de overheidsopdrachten. De marge tussen de kost van het materiaalrecyclageproces (gaande van inzameling tot de vervaardiging van het eindproduct) en de opbrengst van het eindproduct, hangt in belangrijke mate af van het type polymeer, de oorsprong van het materiaal en de markt voor het eindproduct. Algemeen wordt aangenomen dat het verschil in kostprijs tussen “virgin plastics” en recyclaten 20 – 40 % moet bedragen om het gebruik van recyclaten aantrekkelijk te maken.
7 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
In een Mededeling van de Europese Commissie wordt gesteld dat de recycling van metalen reeds geruime tijd goed is uitgebouwd en ontwikkeld in de Europese Unie [10]. Meer recentelijk, zou ook de recycling van papier, glas en textiel zich goed hebben ontwikkeld. De materiaalrecycling van kunststoffen en composiet materialen zou nu serieuze vorderingen maken, maar er zijn een groot aantal technische moeilijkheden, vooral in een aantal EU Lidstaten die initiatieven hebben opgezet inzake de recyclage van verpakkingsafval. De kunststofrecyclage-industrie is het best ontwikkeld in Italië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In de andere Lidstaten, en dus ook in België, zou de recyclageindustrie nog slechts in beperkte mate zijn ontwikkeld. Fechiplast betwijfelt echter ten zeerste dat er in België in verhouding minder materiaalrecycling zou zijn dan in andere landen. Dit zou wel waar zijn voor postconsumer plastic flessen. Anderzijds zijn in Nederland, en in mindere mate ook in België, de laatste jaren aanzienlijke investeringen gebeurd in de voorbehandeling van allerlei vormen van kunststofafval tot granulaten voor thermische verwerking.
Referenties 1. Elements for a cost-effective plastic waste management in the EU, European Commission DG Environment, report CR-04-97-088-EN-C, March 1996; 2. Identificatie van plastics, VITO Expertisecentrum Grondstoffen in opdracht van OVAM, rapport 1999/GRO/R/019, juni 1999; 3. Grondstofrecyclage van gemengd kunststofafval, VITO Expertisecentrum Grondstoffen in opdracht van OVAM, rapport 1999/GRO/R/020, juni 1999; 4. www.ovam.be; 5. www.coberec.be; 6. Vincent Quidousse, Confederatie van de Belgische Recuperatie (COBEREC), tel. 02 223.08.11, 2000; 7. Fechiplast via www.fedichem.be; 8. Geert Scheys, Fechiplast, tel. 02 238.98.04, 2000; 9. Kunstoffen vandaag en morgen, Fechiplast, www.fedichem.be; 10. The competiveness of the recycling industries, European Commission, COM 98/463, 1998; 11. www.valipac.be; 12. www.fostplus.be; 13. Joëlle Pollentier, FEBEM, tel. 02 757.91.70, 2001.
8 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
LANDBOUW- EN TUINBOUWFOLIES Omschrijving Landbouwfolies worden onder meer gebruikt voor: • Inkuilen en afdekken van kuilvoer, in functie van de conservering (kuilfolie); • Het balen van gras, hooi, stro, maïs (rekfolie). Tuinbouwfolies worden onder meer gebruikt voor:
• •
Grondafdekking voor opkweken van gewassen loopfolie); Het maken van serres (tunnelfolie).
(grondbedekkingsfolie of
De tuinbouwfolies zijn meestal dunne low density (LDPE)- of linear low density (LLDPE)-polyethyleen folies. Ze kunnen diverse kleuren hebben. De landbouwfolies zijn witte of zwarte, meestal dikkere LDPE- of LDPE/LLDPE-folies. Voor de productie van folies worden geen high density-polyethyleen (HDPE) en of andere kunststoffen gebruikt. Er wordt door de folieproducenten voortdurend gezocht naar verbeterde materialen. De ingezamelde folies zijn sterk verontreinigd. Bij landbouwfolies, bedraagt het vervuilingspercentage gemiddeld tussen 30 tot 40 %. Bij tuinbouwfolies, kan dit vervuilingspercentage 100 % bedragen. De tuinbouwfolies zijn verontreinigd met vreemde materialen als zand- en kleiresten, hout, steunen en plantstokjes, touw, enz…. De landbouwfolies zijn verontreinigd met vreemde materialen als zand- en kleiresten en kuilvoerresten. De tunnelfolies uit de tuinbouw, kunnen bovendien ook verontreinigd zijn met chemische producten, waarmee de gewassen zijn bespoten. Deze tunnelfolies hebben meestal ook een langere levensduur, en zijn op het ogenblik dat ze worden aangeboden voor verwerking, in belangrijke mate gedegenereerd. Landbouwfolies worden na het eerste of tweede gebruiksjaar, dikwijls nog eens gebruikt als bijkomend afdekkingsmateriaal. De praktijk toont aan dat de folies soms worden gebruikt om zich te ontdoen van andere afvalstoffen, die dan in de folies worden gewikkeld.
Specifiek toepasselijke wetgeving Vlaams Gewest ¾ Het decreet betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen van 2 juli 1981, zoals gewijzigd op 20 april 1994 en 19 april 1995 (het Afvalstoffendecreet). 9 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
¾ Het uitvoeringsbesluit van het Afvalstoffendecreet, namelijk het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 houdende het “Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer” (VLAREA), dat in werking trad op 1 juni 1998.
Europese Unie Geen specifiek toepasselijke wetgeving.
Hoeveelheden In 1993 werd de hoeveelheid kunststofafval in de land- en tuinbouwsector geschat voor het Vlaamse Gewest, waarbij gebruik werd gemaakt van de Nederlandse normen [1, 2]. De berekening gaf een hoeveelheid van 5.614 ton aan. De grootste hoeveelheden komen vrij in de melkveehouderij (60 % van de totale hoeveelheid) en de glastuinbouw (20 % van de totale hoeveelheid). In deze hoeveelheden zijn echter ook de kunststofzakken voor kunstmeststoffen en kunststofverpakkingen voor fytofarmaceutische producten begrepen. Deze hoeveelheden zijn echter beperkt in vergelijking met de hoeveelheid folies. Het grootste gedeelte van de folies is kuilfolie. Ongeveer 80 % van de tuinbouwfolies, komt vrij in de periode van teeltwisseling (voorjaar en najaar). De landbouwfolies komen eveneens vrij in de lente en de zomer. Op het containerpark van Zonnebeke wordt tijdens de jaarlijkse afgifteperiode (gebruikelijk aan einde mei of begin juni) 30 ton afgegeven door de land- en tuinbouw. Er zijn geen gegevens bekend over de totale hoeveelheden die in Vlaanderen ingezameld worden.
Inzameling Land- en tuinbouwfolies zijn bedrijfsafval en kunnen worden geweigerd op de gemeentelijke containerparken, maar verschillende gemeenten aanvaarden ze toch op bepaalde tijdstippen. Schattingen geven aan dat minimaal 50 % van de gemeenten die in agrarisch gebied zijn gelegen, de inzameling organiseren. De inzameling gebeurt meestal periodiek, bijvoorbeeld 1x (bv. Zonnebeke) of 4 x (bv. Aalter) per jaar. De land- en tuinbouwbouwers worden dan voorafgaandelijk door de gemeente verwittigd wanneer de gescheiden inzameling zal plaatsvinden. Verschillende gemeenten rekenen geen kosten aan voor de afgifte. De gemeenten laten de ingezamelde folies ophalen door afvalinzamelaars uit de private sector. Deze bedrijven voeren de folies vervolgens af naar verwerkingsbedrijven, tenzij ze deze zelf kunnen verwerken. 10 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
De individuele ophaling bij landbouwers van folies, komt niet voor. Tuinbouwfolies worden echter wel door enkele bedrijven opgehaald bij individuele tuinbouwbedrijven. Doordat zowel de land- als de tuinbouwfolies gedurende een korte periode vrijkomen, moeten bedrijven die deze folies willen verwerken, over een grote opslagcapaciteit beschikken.
Verwerking Materiaalrecyclage Zoals hoger aangegeven, zijn de folies sterk verontreinigd. De materiaalreyclage van gebruikte folies zou een voorafgaandelijke reiniging (wassing) vereisen, die financieel en technisch moeilijk haalbaar is. Opdat materiaalrecyclage rendabel zou zijn, zouden de folies veegschoon aangeleverd moeten worden. In Vlaanderen kan enkel Ekol te Beringen veegschone kuilfolie verwerken tot relatief laagwaardige kunststofproducten. De verwerking gebeurt samen met het gemengd huishoudelijk kunststofafval. In Nederland en Duitsland zijn er bedrijven aanwezig die zich specifiek richten op de materiaalrecyclage van folies. De praktijk toont echter aan dat de hoge verontreinigingsgraad de rendabiliteit twijfelachtig maakt. In Rotterdam was er een bedrijf gevestigd voor de recycling van tuinbouwfolies, Circle Plastics. Omwille van de hoge verwerkingskost heeft dit bedrijf zijn activiteiten moeten stopzetten. Intussen is het de opvolger van Circle Plastics, Euro Plastics, gelukt een financieel haalbare voorbehandeling uit te bouwen. Sinds 1999 staat in het Rotterdamse Europoort-gebied een installatie die landbouwfolie reinigt en omvormt tot regranulaten. Het bedrijf heeft afspraken gemaakt met diverse afvalophalers. Euro Plastics heeft daarnaast een dochterbedrijf in het Nederlandse Helmond, Arena Recycling. Dit bedrijf is gespecialiseerd in dikke landbouwfolies. Een ander Nederlands bedrijf, dat zowel land- als tuinbouwfolies recycleert, is Continental Green. Het heeft voor de aanlevering onder meer een contract met een Vlaamse ophaler. Tot op heden verwerkte Continental Green de folies tot brandstofkorrels. Op korte termijn zal ook worden gestart met de afvoer naar een kunststofverwerker. Thermische verwerking De grootste fractie van de land- en tuinbouwfolies wordt thermisch verwerkt, na voorbehandeling. De voorbehandeling bestaat typisch uit een droge verwijdering van de
11 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)
verontreinigingen, gevolgd door verkleining en pelletisering. De energierijke pellets worden verwerkt door co-verbranding in de cementindustrie.
Evolutie Geen relevante informatie bekend.
Referenties 1. ir. Nicole Goethals en Prof. Jacques Viane, Inzameling en verwerking van bedrijfsspecifieke afvalstromen in de land- en tuinbouw, UG in opdracht van OVAM, november 1994; 2. Noord-Brabant Modelprovincie: Opzet en organisatie van een permanente inzamelen verwerkingsstructuur voor plasticafval uit de land- en tuinbouw in de NoordBrabant, NOVEM in opdracht van de Tuinbouw vakorganisatie van de NCB, Provincie Noord-Brabant, Afdeling Economische Zaken, Landbouwschap, 15 juli 1991; 3. Walter Willekens, Hyplast, Hoogstraten, tel. 03 314.37.40, 2000; 4. John Eijk, Continental Green Nederland, Delft, tel. +31 15 256.89.72, 2000; 5. Joëlle Pollentier, FEBEM, tel. 02 757.91.70.
12 Bron : BBT-kenniscentrum, Vito (2001)