titelpagina
kunstbeschouwing cursusjaar 2015-’16 Etienne Van Deyck
Gent
Raoul De Keyser, Zonder titel, 1976, potlood en olieverf op geschept lompenkarton, 191 x 142 mm, Museum voor Schone Kunsten, Gent.
Londen Gent
Francis Bacon, Three Studies for Figures at the Base of a Crucifixion, 1944, olieverf op 3 panelen, elk: 94 x 73,7 cm, Tate Modern, Londen.
New York
Londen Gent
Edgar Degas, Dancer with a Fan, ca. 1880, pastel, 61 x 41.9 cm, Metropolitan Museum of Art, New York
New York
Londen Gent
Tokyo
Katsushika Hokusai, Hokusai Manga, 1814 – ’71, blokdruk.
New York
Londen Gent
Tokyo
Luxor
Tempelcomplex, 1400 v.C., Luxor.
New York
Londen Gent
Rome
Tokyo
Luxor
Gian Lorenzo Bernini, Apollo en Daphne, 1622-’25, Villa Borghese, Rome.
New York
Londen Gent Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Josef Hoffmann, Sanatorium, 1904 – ’05, Purckersdorf.
Moskou New York
Londen Gent Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Vladimir Tatlin, Complex Corner Relief, no. 133, 1915, mixed media, ca. 71 x 118cm
Moskou Berlijn New York
Londen Gent Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Peter Eisenman, Holocaust Memorial, 2003 – 2004, Berlijn.
Moskou Berlijn New York
Londen Gent Ulm
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Otl Aicher, Pictogrammen voor de Olympische spelen van München, 1972.
Moskou Berlijn New York
Londen Gent Parijs Ulm
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Les Ballets Russes, Parade, Massine, Satie, Cocteau, Picasso, 1917.
Moskou Berlijn New York
Londen Gent Parijs
Reims Ulm
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
L’Ange au Sourire, 1236 – 1245, Kathedraal, Reims.
Moskou Berlijn New York
Londen Gent Parijs
Brussel Reims Ulm
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Jacques-Louis David, De dood van Marat, 1793, olie op doek, 165 x 128 cm, KMSK, Brussel
Moskou New York
Antwerpen Londen Brussel Gent Reims Parijs Ulm
Berlijn
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
Jean Fouquet, Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen, ca. 1450, olieverf op paneel, 94,5 x 85,5 cm, KMSKA inv. 132, Rockoxhuis, Antwerpen..
Moskou New York
Antwerpen Londen Brussel Gent Reims Parijs Ulm
Berlijn
Wenen
Rome
Tokyo
Luxor
kunstgeschiedenis oudheid
middeleeuwen
renaissance
Luxor Tempelcomplex
Reims L’Ange au Sourire
Fouquet Madonna
barok
19de eeuw modernisme
Bernini Apollo en Daphne
David Marat
Hoffmann Purckersdorf
voor WO II
Na WO II
actueel
Tatlin Corner Relief
Bacon, Three Studies
Eisenman Holocaust Memo.
kunstbeschouwing betekenis
functie
gevoel
Luxor Tempelcomplex
David Marat
Reims L’Ange au Sourire
psychologie geschiedenis sociologie Bernini Apollo en Daphne
Fouquet Madonna
Tatlin Corner Relief
wetenschap
filosofie
kritiek
Bacon, Three Studies
Eisenman Holocaust Memo.
Hoffmann Purckersdorf
3010
3000
2900
2800
2700
2600
2500
2400
2300
2200
2100
2000
1900
oudheid
prehistorie Merimde ca. 4700 Badari ca.4500 Naqada I (Amratisch) 4000-3500 II (Gerzeïsch) 3500-3300 III (Dyn. 0) 3300-3100 Thinitische periode 3000-2750
Egyptische beschaving 3000-30 v.C. 1ste tussenperiode 2300-2050
Oude Rijk 2750-2300
Midden Rijk 2050-1750
Egeïsche beschaving 3000-1050
prepalatiaal 2200/2000-1950
Cycladische beschaving 3000-2200/2000
Minoïsche bes. 2200/2000-1450 protopalatiaal 1950-1700
Mesopotamische beschaving Uruk/Djemdet Nasr 3500-2800 Hassuna 6000-5500 Samarra 5500-5000 Halaf/Eridu 5000-4500 Obeid 4500-3500
Oud Sumer 2800-2450
Akkad 2450-2250
Neo Sumer 2250-1900
1900
1800
1700
1600
1500
1400
1300
1200
1100
1000
900
800
700
oudheid Thinitische periode 3000-2750 Oude Rijk 2750-2300 1ste tussenperiode 2300-2050
Egyptische beschaving 3000-30 v.C. Midden Rijk 2de tussenperiode 1750-1580 2050-1750
Nieuwe Rijk 1580-1090
Egeïsche beschaving 3000-1050
Helladische (Griekse) beschaving 1050-323 v.C.
Oud Assyrië 1744-1450 1ste dynastie van Babylon 1900-1780 Oud Sumer 2800-2450 Akkad 2450-2250 Neo Sumer 2250-1900
postpalatiaal 1450-1100 Myceense beschaving 1600-1100
subMyceense 1100-1050
ca. 1900 Achaërs
Minoïsche bes. 2200/2000-1450 protopalatiaal neopalatiaal 1950-1700 1700-1450
ca. Doriërs
Cycladische beschaving 3000-2200/2000
Protogeo. 1050-900
Etrusken 9de eeuw – 280 Geometrisch 900-700
Mesopotamische beschaving Midden Assyrië 1380-912 Kassieten 1570-1170
Nieuw Assyrië 911-612
400
300
200
Oude Rijk 2750-2300 Midden Rijk 2050-1750 Nieuwe Rijk1580-1090
100
oudheid
0
100
200
300
400
500
m.e. 475 Val WRR
500
30 Rom. verrovering van Egypte
600
323 Alexander de Grote
700
Egyptische beschaving 3000-30 v.C.
Neo Assyrië 911-612 Meden 728-550
Neo Babylon 612-539
Minoïsche bes. 2200/2000-1450 Myceense beschaving 1600-1100 Romeinse beschaving Vroeg Helladische bes. 1050-700 Etrusken 9de eeuw – 280 Rome Romeinse republiek 616-509 509-27 v.C. Archaïsch Hellenistisch Klassiek 700-500 323-31 v.C. 500-323
Elamiden 2700-539 Meden 728-550
616-475
Romeins keizerrijk 27 v.C. – 395 n.C.
Kopten 2de – 12de eeuw
395 schisma
Romeinse overheersing
313 Edict van Milaan 330 Constantinopel
Ptolemaeën 305-30 v.C.
Perzische beschaving Achaemeniden 648-330
Seleuciden 330-150
Parthen 250 v.C. – 226 n.C.
Sassaniden 226-650
WRR 395-475 ORR 395-1453
300
400
500
600
700
800
900
oudheid
1000
1100
1200
1300
1400
1500
middeleeuwen
n.t.
Islamitische kunst 637/42Mozarabische kunst midden 11de – einde 15de eeuw Mudejar reconquista - 1502.
Justiniaans 526-565v.C.
475 Val WRR
Filigraanstijl 0-350
Griekenland 1050-31 v.C. Egypte 2750-1090 v.C. Perzië 539 v.C. -651 n.C. Romeins WRR keizerrijk 395-475 27 v.C. – Byzantijns Rijk 395-1453 395 n.C.
Germanen
Wisigothen 9de - 10de eeuw Karolingers 800 - m 10de e
Romaans ca. 1000 – m 13de eeuw
renaissance 1420-1520
Romaanse kunst Maniera Greca) 12de – 13de eeuw.
trecento
1453 van van Constantinopel
Kopten 2de – 12de eeuw Longobarden Vroeg Christelijke kunst 568-774 Merovingers 313-601 481-751
Ottoonen 936-1002
313 Edict van Milaan 330 Constantinopel
Sassaniden 224-651
Iconoclasme Macedonische renaissance e 9de – 12de eeuw Paleologen 1261-1453 726-843
Byzantijnse kunst
‘Vlaamse’ Primitie 1400 – b 16de eeuw
Germanen ca. 1800 v.C. – 700/800 Vikingen 800-1100 Gotisch 1140 - b 16de eeuw Kleur/kerfstijl 350-550 Dier/vlechtstijl 550-800 Kelten ca. 450 v.C. - 1170 VG HG LG overgangsperiode 1150-650 M Iers 850-1000 L Iers V Iers 650-850 1140-1200 1200-1300 1300-1500 1000-1150 Oud Latène 450-300 Kelten Gotische kunst Midden Latène 300-100 Laat Latène 100-0 Brits Latène 0-150
1600
1650
1700
1750
schone kunsten
Plateresque e 15de -1563
Desornamentado 1555-1598
Quattrocento 1420-1495
Byzantijns Rijk 395-1453 Paleologen 1261-1453
Engels Palladianisme M 17de – 18de eeuw
It. maniërisme ca. 1525 - 1580 N. Maniërisme ca. 1500-1600
Burgerlijke barok
Realisme 1830-1870
Churriguera 1650-1750
Gotische kunst Gotisch 1140 - b 16de eeuw Laat Gotiek 1300-1500
1905
modernisme.
Barok ‘Vlaamse’ Primitieven 1400 – b 16de eeuw
1900
Neoclassicisme 1770-1830
Classicisme 1550-1700
Cinquecento 1495-1520
trecento
Byzantijnse kunst
1850
classisisme
Renaissance
Renaissance 1420-1520
1800
Hoofse barok 1600-1750
Historisme Neogotiek 1830-1900 1750-1900 Roccoco Romantiek 1750-1780 1790-1840
romantiek
Postimpressioonisme 1880-1905
1550
1789 Franse revolutie
middeleeuwen
1500
Impressionisme
1450
Adam e j1760-1795
1400
1453 val van Constantinopel
1350
1900
1910
1920
1930
postimpressionisme
1940
1950
1960
1970
1980
avant-garde
1990
2000
postmodernisme
academisme socialistisch realisme
Cézanne
Flor. renaissance classicisme neoclassicisme constructivisme hard edge minimal art kubisme
post minimale kunst
geo abstractie colorfield painting
cubofuturisme
op art en kinetic art
futurisme pittura metafysica
Rops
realisme impressionisme postimpressionisme
school van Parijs dadaïsme
surrealisme
Van Gogh
neue sachlichkeit
Ven. renaissance barok romantiek
fauvisme
conceptuele kunst
neo conceptuele kunst
school van NY neodada pop art
hyperrealisme appropriation art
existentiële kunst abstract expressionisme neo expressionisme
expressionisme
informele kunst
bibliografie KUNSTHISTORISCHE OVERZICHTEN : H.W. JANSON, Wereldgeschiedenis van de kunst, Houten, De Haan, 1991. H. HONOUR en J. FLEMING, Algemene kunstgeschiedenis, Amsterdam, Meulenhof, 1992. E.H. GOMBRICH, Eeuwige schoonheid, E. LUCIE-SMITH, Moderne kunst, Amsterdam, Argon, 1978. CHRONOLOGIE : F. BAUMGARTEN, Kalender der kunstgeschiedenis, Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum (Prisma), 1978. ONDERWERPEN : reeks Van A tot Z, Nijmegen, SUN, 1998. TERMINOLOGIE : F.B. DE VRIES, Elsevier encyclopedie van de kunst, Amsterdam/Brussel.Elsevier, 1964. J. PAWLIK en E. STRASSNER, Beeldende Kunst. Begrippen Lexicon, Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, 1978. B. KAPPELMAYER, Geïllustreerd handboek van de kunst, Alphen aan de Rijn, De Hoeve, 1995. A. HILL, Kunst Encyclopedie voor iedereen, de Bilt, Cantecleer, 1974. BENADERINGSWIJZEN : A. DE VISSER, Kunst met voetnoten, Nijmegen, SUN, 1996. IDEM, Hardop kijken, Nijmegen, SUN, 1996. W. VAN DONGEN, Doorzien, Eén kunstwerk op tien manieren bekeken, Assen/Maastricht, Van Gorkum, 1990. M. HALBERSMA en K. ZIJLMANS, Gezichtspunten. Een inleiding in de methoden van de kunstgeschiedenis, Nijmegen, SUN, 1993. INLEIDINGEN IN DE KUNSTTHEORIE : R. VAN GERWEN, Kennis in schoonheid. Een inleiding in de moderne esthetica, Boom, Meppel, 1992. L.J.M.G. VAN HAECHT, Inleiding tot de filosofie van de kunst, Assen, Van Gorcum, 1978. A. SHEPPART, Filosofie van de kunst, Utrecht, AULA Het Spectrum, 1989. W. ELIAS, Tekens de wand. Hedendaagse stromingen in de kunsttheorie, Hadewych, Antwerpen/Baarn, 1993. A.A. van den BRAEMBUSSCHE, Denken over kunst. Een inleiding in de kunstfilosofie, Bussum, Coutinho, 2000.
