Kritische analyse van beursdeelname door hoeve- en streekproducenten
L. Hauben, R. Van Goolen Leuven, maart 2012
1
Woord vooraf
Vanuit Rurant vzw werd de vraag gesteld om een kritische analyse te maken over beursdeelname bij hoeveproducenten en plattelandsondernemers. Is het opportuun om deel te nemen? Wat zijn de kosten en de baten van zo‟n beursdeelname? Welke aanbevelingen en tips kunnen gegeven worden aan beursdeelnemers enerzijds en beursorganisatoren anderzijds? Het antwoord op deze vragen zal een beter inzicht geven en zal leiden tot een betere adviesverlening aan hoeveproducenten die vragen hebben met betrekking tot beursdeelname. Dit rapport kwam tot stand dankzij de hulp van de volgende personen: Greet Aernouts – Rurant vzw, Ria Binst – Boerenbond, Kim Janssens – KHLeuven en de tweedejaarsmarketingstudenten van de KHLeuven die de streek- en hoeveproducenten bezochten en de interviews afnamen.
L. Hauben, R. Van Goolen Maart, 2011
2
Inhoudsopgave Woord vooraf Hoofdstuk 1: Probleemstelling en methodologie 1.1 1.2
Probleemstelling en onderzoeksvragen Methodologie
Hoofdstuk 2: Resultaten van de diepte-interviews
4 4 4 6
2.1
Motivatiefactoren en overwegingsfactoren
6
2.2
Effecten van beursdeelname
6
2.3
Kosten- en batenanalyse
7
2.4
Aanbevelingen en leerpunten
9
2.5
Andere communicatie-instrumenten
11
Hoofdstuk 3: Besluit en aanbevelingen
12
Literatuurlijst
Bijlagen
3
Hoofdstuk 1: Probleemstelling en methodologie 1.1 Probleemstelling en onderzoeksvragen Vanuit Rurant vzw werd binnen het GROEI.kans! project de vraag gesteld om een kritische analyse te maken over beursdeelname door hoeveproducenten en landbouwondernemers. De afgelopen jaren werden er ook steeds meer lokale maar ook nationale beurzen rond voeding en streekproducten georganiseerd. Beurzen zoals PROMinANT, Smaakbeurs en Kempenhappening kennen de laatste jaren een opmars. Maar is een beursdeelname nuttig voor alle hoeveproducenten? En wat is het effect van deelname aan beurzen (zowel B2B als B2C) als onderdeel van de promotie- of communicatiestrategie voor producenten van streekgebonden producten? Met deze onderzoeksvraag wenst Rurant vzw en beter inzicht te krijgen waarom hoeveproducenten of plattelandsondernemers al dan niet deelnemen aan beurzen. De volgende deelvragen werden daarom afgeleid: 1. Waarom nemen hoeveproducenten deel aan beurzen? Wat zijn de motivatie- en de overwegingsfactoren? 2. Wat zijn de positieve en negatieve effecten van een beursdeelname? 3. Wat zijn de kosten en de baten van een beursdeelname? 4. Wat zijn leerpunten en aanbevelingen voor hoeveproducenten? 5. Welke andere communicatie-instrumenten worden ingezet? De antwoorden op deze vragen kunnen belangrijke informatie en nuttige tips opleveren die gebruikt kunnen worden bij het contacteren van plattelandsondernemers bij de vraag voor beursdeelname. Bovendien geven de antwoorden op deze vragen, bruikbare informatie en nuttige tips en tricks op voor de rurale ondernemers die overwegen om deel te nemen aan streekbeurzen.
1.3 Methodologie Om een antwoord te kunnen geven op de voorgaande deelvragen werden diepte-interviews afgenomen bij 13 producenten van streekproducten aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst (zie bijlage 1) en 1 sectororganisatie (Mmmeetjesland – OostVlaanderen). Deze vragenlijst werd op voorhand in overleg met Rurant vzw doorgenomen. De gehanteerde vragenlijst bevat naast algemene vragen als de omschrijving van de kernactiviteit(en) en kerncijfers ook specifiekere vragen. Deze vragen werden gegroepeerd in
4
topics over „motivatie- en overwegingsfactoren‟, „eigen ervaringen beursdeelname‟, „kosten/batenanalyse‟, „tips en verbeterpunten‟.
van
vroegere
De diepte-interviews werden afgenomen door tweedejaars KHLeuven-marketingstudenten in het kader van het opleidingsonderdeel „Pers, PR en Beurzen‟ tijdens de maanden november/december 2011. De studenten kregen een algemene briefing. In bijlage 2 is de studentenopdracht terug te vinden. De lijst van de hoeveproducenten werd geselecteerd door Rurant vzw (zie bijlage 3 voor de volledige lijst van gecontacteerde bedrijven). In groepjes van 3 à 4 studenten werden de producenten bezocht. Tijdens het bezoek werd het interview afgenomen. Na afloop werden de diepte-interviews uitgeschreven door de studenten in een rapport. Verder werkten de studenten ook een concreet en gedetailleerd beursplan uit voor de gecontacteerde onderneming. De uitgewerkte beursplannen werden door de studenten ook voorgelegd aan de geïnterviewde bedrijven. Tenslotte werden alle rapporten door de begeleidende lectoren gelezen en vervolgens gesynthetiseerd.
5
Hoofdstuk 2: Resultaten van de diepte-interviews 2.1 Motivatiefactoren en overwegingsfactoren De redenen waarom streekproducenten deel nemen aan een beurs hebben voornamelijk te maken met één van de volgende redenen: uitbreiding van het klantenbestand of omzetverhoging, verbeteren van het imago en verhogen van de eigen naamsbekendheid en tot slot contacten leggen met bestaande of potentiële klanten. De volgende factoren worden in acht genomen wanneer een plattelandsproducent overweegt om deel te nemen aan een beurs: de totale kosten mogen niet te hoog oplopen, het doelpubliek van de beurs moet overeenstemmen met het eigen doelpubliek en de logistiek moet haalbaar zijn. Dit speelt vooral een rol wanneer de afstand tussen de beurs en het eigen bedrijf te groot is. Zoals reeds vermeld, kijken de streekproducenten sterk naar het financiële luik van een beursdeelname. Dit heeft natuurlijk te maken met het feit dat een beursexposant niet meteen de baten kan inschatten maar wel de kosten. Een beursexposant weet meestal niet op voorhand met hoeveel de omzet of het klantenbestand zal toenemen, waardoor soms te eng gekeken wordt naar het kostenplaatje.
2.2 Effecten van beursdeelname Tijdens de interviews werd er ook de vraag gesteld welke positieve en negatieve effecten de plattelandsproducenten zelf ondervonden hebben van hun beursdeelname. De positieve effecten die vermeld werden, zijn ook de motivatiefactoren die hierboven werden besproken, namelijk: verhoging van de omzet en uitbreiding van het klantenbestand, verbeteren van het imago en verhogen van de eigen naamsbekendheid, contacten leggen met klanten en met leveranciers en sectorgenoten. De meeste geïnterviewden halen ook aan dat de interactie met de klanten als positief ondervonden wordt. De onmiddellijke feedback die de streekproducenten van de eindconsument ontvangen, over de aangeboden producten, is erg waardevol. Sommige streekproducenten testen op een beurs dan ook een nieuw product uit. Uit de interviews blijkt ook dat de streekproducenten meer tevreden zijn over kleine, lokale beurzen en/of evenementen dan grote nationale beurzen.
“Het bereik op evenementen en beurzen is veel groter dan een advertentie in de krant”. „t Heuninghof - Olen
6
De negatieve ervaringen die streekproducenten meemaakten zijn: het doelpubliek van de beurs stemt niet overeen met het eigen doelpubliek (bvb. voornamelijk toeristen of gepensioneerden die niet van de streek zijn en een beurs bezoeken omwille van tijdsbesteding), hoge kosten, geen aanwezigheid van personeel in de zaak of in de winkel op de dagen dat de beurs bemand wordt, concurrentie met andere beursexposanten, beursorganisatoren zorgen soms zelf voor goedkope consumptieproducten op de beurs, het aanbieden van proevertjes is duur. Sommige streekproducenten halen ook aan dat er extra kosten gemoeid zijn omdat men met verse producten werkt (bvb. kaasproducenten). De producten die werden aangeboden en uitgestald op de beurs, kunnen vaak niet meer achteraf verkocht worden in de winkel. De meeste negatieve ervaringen die tijdens het interview vermeld werden, hebben voornamelijk te maken omdat het doelpubliek niet aansluit met het eigen publiek. Dit is deels te verklaren doordat sommige producenten worden gecontacteerd door beursorganisatoren van grotere, nationale beurzen om bvb. de beurs „op te vullen‟. Anderzijds is dit ook te verklaren omdat de producenten een beursdeelname niet altijd even zorgvuldig analyseren en overwegen. Streekproducenten die in een verleden een negatieve ervaring gehad hebben, geven in de interviews aan dat ze bewuster kiezen voor een beurs en de deelname achteraf ook kritische ervalueren.
2.3 Kosten en batenanalyse De geïnterviewde streekproducenten gaven tijdens de interviews aan dat er rekening gehouden wordt met de volgende kosten bij beursdeelname: beursstandgeld en/of inschrijvingsgeld, kosten voor de beursstand zelf en andere uitrustingskosten, eigen geïnvesteerde tijd of extra kosten voor inhuren van personeel (zowel voor, tijdens als na de beurs), logistiek (incl. reistijd en kosten), promotiekosten (incl. proevertjes en folders of flyers) en eventuele overnachtingskosten.
“Wij vinden een beursdeelname één van de beste manieren om klanten aan te trekken en de producten te laten kennen. De kosten wegen voor ons niet op tegen de meerwaarde”. Bakkerij Steurs – Geel Sommige geïnterviewden geven echter wel expliciet aan dat er geen beurzen meer gepland worden wegens de hoge kosten van het beursgebeuren en/of financiële beperkingen. Als er bespaard moet worden in het communicatiebudget is dit vaak door beurzen te schrappen.
7
Hoewel het vaak duidelijk is voor de ondernemer welke kosten er gemoeid zijn bij de deelname aan een beurs, is het moeilijker om te bepalen wat de exacte baten zijn. Dit is dan ook een vaak aangehaalde reden tijdens de interviews waarom streekproducenten niet (meer) deel nemen aan een beurs. De baten die aangehaald worden tijdens de interviews zijn: meer bekendheid van de producten en de naam, vergroten van het klantenbestand en/of omzetstijging. Sommige geïnterviewden geven aan dat de omzetstijging alleen te voelen is op korte termijn (3 à 4 weken), anderen geven aan dat dit nog maanden na beursdeelname te merken is. Een beperkt aantal streekproducenten vermeldt expliciet dat ze een aanzienlijke omzetstijging voelen met zelfs ongeveer 20 à 25%. Eén geïnterviewde haalt ook aan dat de baten deels afhangen van de follow-up van de leads op de beurs achteraf. Het is niet alleen belangrijk om tijd de investeren voor en tijdens de maar ook na de beursdeelname. Verder kan men stellen dat de baten gemakkelijk te meten zijn in termen van omzetstijging en uitbreiding van het klantenbestand. Anderzijds is het vaak moeilijker om na te gaan wat het effect van een beursdeelname was op het imago en het verhogen van de naamsbekendheid.
2.4 Aanbevelingen en leerpunten Tijdens de diepte-interviews werd ook gepeild naar aanbevelingen en eigen leerpunten voor andere streekproducenten die overwegen om op een beurs te staan. De volgende aanbevelingen en/of leerpunten werden aangehaald: –
Het doelpubliek van de beurs moet aansluiten bij het doelpubliek van de eigen onderneming. Een aantal geïnterviewden halen expliciet aan dat het niet werkt wanneer je deelneemt aan een beurs buiten de eigen omgeving. Dit heeft enerzijds te maken met de soort producten die de streekproducent aanbiedt (bvb. streekbier is soms gemakkelijker te verkopen over een groter gebied dan een speciale kaas uit de streek). Anderzijds heeft dit ook te maken doordat de voorkeuren en de smaken kunnen verschillen van regio tot regio: zo zal een vleesbereiding anders gekruid worden in de ene streek dan in de andere streek en wordt dit smaakverschil niet altijd geapprecieerd. Doe ook specifieke navraag naar het beurspubliek: wat zijn de bezoekersaantallen van vorig jaar, wat is de gemiddelde leeftijd van de bezoeker, wat is het percentage bezoekers van binnen en buiten de streek. Het is ook aan te bevelen om de beurs op voorhand als bezoeker zelf te bezichtigen: op die manier kan je zelf te weten komen of dit het doelpubliek is dat je voor ogen hebt.
8
“ Streekproducten moeten in de STREEK verkocht worden. Wanneer men op een beurs staat buiten de streek zal dit niet werken. De smaak van de streekproducten varieert en wordt elders niet altijd geapprecieerd.” Beenhouwerij Vangramberen – Vertrijk/Boutersem –
–
–
–
Laat de klant proeven, zorg voor interactie en voor beleving. Een streekproducent verkoopt niet alleen zijn streekproduct maar ook het verhaal achter het product. Consumenten zijn hier zeker in geïnteresseerd! Zorg voor een goed ingerichte beursstand. Bijvoorbeeld geen té luide muziek want bij te veel storende elementen trekt het publiek weg. Liefst ook niet te veel stoelen en zetels want die zorgen ervoor dat de bezoekers blijven „plakken‟ op de beursstand. Het is belangrijk dat er veel circulatie is op de beursstand en dat de mensen rondwandelen. Ook kookdemonstraties geeft men beter niet want die duren te lang en bezoekers blijven meestal niet de hele tijd kijken. Wanneer men werkt met extern personeel, moet men er zeker van zijn dat ze gekwalificeerd zijn, dat ze het product en het bedrijf goed kennen. Het werken met jobstudenten kan de personeelskost drukken. Zorg voor goede opvolging van leads op de beurs: dit kan door middel van een contactformulier waardoor het eigen mailbestand kan worden uitgebreid. Achteraf kunnen deze contacten aangeschreven worden d.m.v. een nieuwsbrief. Het is belangrijk om de beursbezoekers achteraf ook te motiveren om de streekproducten te blijven kopen en een kijkje te komen nemen in de winkel, door bvb. de eerste keer een extra korting te geven of een extra proefproduct aan te bieden.
Er werd eveneens gepeild naar de aanbevelingen voor de beursorganisatoren. M.a.w. met welke factoren moeten organisatoren rekening houden bij de organisatie van een evenement of beurs? Volgende antwoorden werden samengevat: –
– –
Bied logistieke steun aan. Heel wat producenten beschikken niet over het juiste transport en/of distributiemiddel. Dit kan gedaan worden door beursexposanten met elkaar in contact te brengen en waarbij het beursmateriaal van de ene exposant kan vervoerd worden door een andere exposant. Een andere manier is door zelf goedkope transportmiddelen aan te bieden. Zorg voor cateringmogelijkheden op de beurs zodat beursexposanten tijdens de middag of de avond iets kunnen nuttigen. Zorg voor goedkope overnachtingsmogelijkheden voor beursexposanten. Dit is zeker belangrijk wanneer er een aantal beursexposanten van buiten de streek komen en een grote afstand moeten afleggen.
9
– –
–
Zorg voor een goede inrichting: niet kaal maar warm en gezellig. Breng hoeveproducenten / beursexposanten met elkaar in contact. Dit kan gedaan worden door een netwerkevent te organiseren enkel en alleen voor beursexposanten buiten de openingsuren van de beurs. Beursorganisatoren moeten zelf ook voldoende promotie voeren.
2.5 Andere communicatie-instrumenten Bij de geïnterviewden werd er eveneens gepeild naar welke andere communicatieinstrumenten zij, naast beursdeelname, inzetten. Uit de analyse van de antwoorden blijkt voornamelijk dat dit de klassieke communicatieinstrumenten zijn zoals folders, flyers, brochures en posters. De meesten geven ook aan de eigen website te gebruiken door een aankondiging op hun homepage te plaatsen en/of een andere aankondiging via het internet te verspreiden. Sommige geïnterviewden geven ook aan dat er een elektronische mailing wordt uitgestuurd en/of door een advertentie te plaatsen in de lokale weekkrant. De meeste beursexposanten doen aan sampling; dit is meestal in de vorm van een proevertje. Sommige exposanten geven een gadget mee zoals een pen of sleutelhanger. Een aantal geïnterviewden geven ook expliciet aan dat zij ook veel tijd investeren in het leggen van contacten met bvb. plaatselijke horecazaken. Zoals uit de opsomming blijkt, werken de streekproducenten voornamelijk met klassieke communicatie-instrumenten. In het digitale tijdperk is het ook zeker aan te bevelen om aan internetmarketing te doen: het uitbouwen van een goede website, het versturen van nieuwsbrieven en het inzetten van sociale media zoals o.a. Facebook en Twitter. Bedrijven moeten er ook aan denken dat ze gevonden moeten worden op het Internet en waarbij „zoekmachine-optimalisatie‟ of „search-engine-optimalisatie‟ belangrijk is.1
1
Zie ook KHLeuven GROEI.kans! rapport ‘Het internet als marketingtool’ op de GROEI.kans! website: www.groeikans.be
10
Hoofdstuk 4: Besluit en aanbevelingen Deelname aan lokale en nationale beurzen door streek- en hoeveproducenten blijkt de voorbije jaren steeds populairder te worden. Dit is natuurlijk ook niet verwonderlijk aangezien deelname aan een beurs heel wat voordelen te bieden heeft ten opzichte van klassieke communicatie-instrumenten zoals het verspreiden van folders en/of flyers. Toch moet men een beursdeelname voor hoeve- en streekproducenten kritisch in vraag durven te stellen. Wanneer is een beursdeelname nuttig en wanneer niet? Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag werden 13 streekproducenten geïnterviewd en 1 sectororganisatie door 2de jaarsstudenten marketing van de KHLeuven. Tijdens de interviews werd er gepeild naar de volgende itmes: „motivatie-en de overwegingsfactoren‟, „positieve en negatieve ervaringen van een beursdeelname‟, „kosten en baten‟ en „de eigen leerpunten en aanbevelingen voor beursorganisatoren‟. Er werd eveneens gevraagd naar de andere communicatie-instrumenten die worden ingezet. Streek- en hoeveproducenten nemen vooral deel aan een beurs om hun klantenbestand te vergroten en/of omzet te verhogen, om hun imago te verbeteren en/of naamsbekendheid te vergroten en om contacten te leggen met bestaande of potentiële klanten. Of een streekproducent al dan niet deelneemt, hangt af van een combinatie van één van de volgende factoren: de totale kosten van een beurs, het aanwezige publiek op de beurs en de logistieke haalbaarheid om aanwezig te zijn op een beurs. De positieve effecten die de geïnterviewde streekproducenten aanhaalden, hebben te maken met één van de volgende factoren (buiten de reeds vernoemde effecten op omzet, klantenbestand of verbetering van imago): interactie met de klanten waardoor onmiddellijke feedback kan verkregen worden, contacten leggen met leveranciers en sectorgenoten waarbij ervaringen kunnen uitgewisseld worden, het uittesten van nieuwe producten. De negatieve ervaringen die streekproducenten het meest aanhaalden, zijn: doelpubliek stemt niet overeen met eigen publiek, afwezigheid van personeel in de eigen zaak of winkel, concurrentie met andere beursexposanten en de kost van het aanbieden van proevertjes is hoog. Heel wat beursexposanten nemen niet deel aan een beurs omdat voor hun de gepercipieerde kosten te hoog zijn. Dit heeft zeker te maken omdat een exposant redelijk goed op voorhand kan inschatten wat de kosten zijn, maar niet meteen een goed zicht heeft op de baten (cfr. omzetstijging). Dit is ook één van de meest vermelde redenen waarom streekproducenten minder of niet meer deelnemen aan beurzen. Het is dan ook belangrijk voor de beursorganisator om duidelijk te maken aan de beursexposant hoe deze het maximale uit zijn beursdeelname kan halen en wat hierbij goede tips en tricks zijn. Sommige
11
beursexposanten zien heel duidelijk een effect in de verkoopscijfers, anderen niet. Dit is onder andere te verklaren doordat een beurs moet aansluiten bij de algemene marketingdoelstelling van de exposant en dat het beurspubliek moet aansluiten bij de eigen klantendoelgroep Uit de interviews werden een aantal aanbevelingen van de streekproducenten gehaald. Deze aanbevelingen zijn aangevuld met een aantal marketingadviezen: Informeer grondig op voorhand over het doelpubliek: aantal, leeftijd, het percentage bezoekers binnen en buiten de regio van de beurs. Bezoek zelf, indien mogelijk, een jaar op voorhand de beurs als bezoeker. Neem deel aan een regionale beurs. Voor een streekproducent is een lokale beurs of evenement meestal beter dan een nationale beurs. Zorg voor interactie en beleving door bijvoorbeeld te werken met proevertjes. Zorg voor een aangename beursstand. Werk met goed opgeleid en geïnformeerd personeel. Zorg voor goede communicatie voor en na de beurs. Probeer de reeds bestaande klanten naar de beurs te krijgen door bvb. reclame te maken in de winkel. En omgekeerd, probeer ook de beursbezoekers in je winkel te krijgen. Dit kan bvb. door een contactformulier op de beursstand te leggen en achteraf deze nieuwe potentiële klanten een nieuwsbrief te versturen. Maak op een geïntegreerde manier gebruik van communicatie-instrumenten. Communicatie-instrumenten kunnen elkaar versterken wanneer ze samen voor één doel worden ingezet. Denk ook om sociale media zoals „Facebook‟ of „Twitter‟ in te schakelen. Op een eigen Facebookpagina kan dan de beursdeelname worden aangekondigd samen met andere nieuwigheden zoals: voorstelling van nieuwe producten, algemene weetjes of nieuwtjes over de sector, extra promoties voor tijdelijk afgeprijsde producten,… . De aanbevelingen die gegeven werden voor de beursorganisatoren hebben vooral te maken met het aanbieden van logistieke steun, catering- en overnachtingsmogelijkheden, zorgen voor een goede naamsbekendheid en inrichting van de beurs en faciliteren van netwerkmomenten tussen beursexposanten onderling. De meest gebruikte communicatie-instrumenten zijn folders, flyers, brochures, een eigen website, elektronische mailing en advertentie in de lokale weekkrant. De meeste beursexposanten doen ook aan sampling; dit is meestal in de vorm van een proevertje. Sommige exposanten geven een gadget mee zoals een pen of sleutelhanger. Een aantal geïnterviewden geven ook expliciet aan dat zij ook veel tijd investeren in het leggen van contacten met bvb. plaatselijke horecazaken. De bovenvermelde communicatie-instrumenten
12
zijn eerder klassieke marketingtools. Zoals reeds aangegeven is het belangrijk om ook sociale media in te zetten. Wat betreft de sectororganisaties, wordt de aanbeveling gegeven om streekproducenten verder te professionaliseren op vlak van marketing door gerichte trainingen en workshops te geven. Specifiek voor beginnende streekproducent wordt aanbevolen om deel te nemen aan lokale evenementen en/of kleine beurzen, op deze manier zal de streekproducent zelf ervaring opdoen zonder dat dit grote financiële gevolgen heeft. Tot slot kan er besloten worden dat een beursdeelname zeker nuttig kan zijn om bijvoorbeeld een nieuw product te lanceren, om zich bekend te maken als streekproducent of omwille van de interactie met de klanten. Maar er moet wel voldaan worden aan een aantal basisvoorwaarden: op voorhand goed informeren over het doelpubliek, een goede voorbereiding op vlak van marketing en logistiek en achteraf een goede opvolging van de bereikte klanten.
13
Literatuurlijst
Schriftelijke bronnen Kotler, P.; Principes van de marketing, Pearson Education, 5de editie, 2010 Studentenrapporten (intern), opdracht marketingtoepassingsgebieden, KHLeuven, december 2011
Elektronische bronnen
www.rurant.be www.prominant.be
14
BIJLAGEN
15
Bijlage 1 Vragenlijst – Kennisvraag ‘Analyse van het effect van beursdeelname als onderdeel van de promotie- of communicatiestrategie voor producenten van streekgebonden producten’. 1. Algemene gegevens Bedrijfsnaam + kernactiviteit van de onderneming Adresgegevens Kerncijfers: Aantal werknemers (wie zijn deze werknemers vb man-vrouw, kinderen, andere familieleden, personeel, seizoensarbeiders, studenten of vakantiewerkers, …) Producten (eigen assortiment of producten) productieperiode (wanneer wordt er geproduceerd vb het hele jaar door of tijdens bepaalde periodes of seizoenen?) Oprichtingsjaar
2. Algemene vragen omtrent beursdeelname Aan welke beurzen of evenementen heeft u reeds deelgenomen? o plaatselijk – regionaal – provinciaal – nationaal – internationaal o doelpubliek van de beurs of het evenement o éénmalige deelname of nam u reeds meermaals deel? Wat zijn de redenen geweest om aan een beurs deel te nemen (motivatiefactoren)? Wat zijn de overwegingfactoren geweest om niet deel te nemen aan een beurs? Hoe beoordeelt u achteraf uw beursdeelname? Heeft uw beursdeelname effect gehad, nuttig geweest? Wat zijn uw positieve/negatieve ervaringen. Wat zijn voor u de kosten (niet alleen in geld vb standgeld en materiaal, maar denk ook aan tijd, inzet mensen,…) en de baten (niet alleen geld, maar denk ook aan naamsbekendheid, nieuwe klanten,…) geweest? Hoe verhouden kosten van beursdeelname zich tov andere kosten voor promotie (vb flyers, advertentie, website ea)? Zijn er andere en nuttigere communicatieinstrumenten dan beurzen? Hoe lang heeft u effect gevoeld van uw beursdeelname?
16
Wat zou u veranderen bij een volgende beursdeelname? Wat zijn voor u verbeterpunten? Welke tips & tricks zou u meegeven aan andere producenten? Hoe zou men andere producenten kunnen overhalen om deel te nemen aan beurzen? Wat zijn leerpunten of tips voor organisatoren van beurzen of evenementen?
17
Bijlage 2 Pers, PR en Beurzen 2011-2012 Opdracht 3: Beursdeelname
Doelstelling opdracht In het kader van het Groei.Kans! project helpen studenten mee met het oplossen van de onderzoeksvraag ‘Analyse van het effect van beursdeelname als onderdeel van de promotie- of communicatiestrategie voor producenten van streekgebonden producten’. Bedoeling is om door een verkennend onderzoek na te gaan of beursdeelname voor producenten van streekproducten nuttig is, wat de kosten en baten zijn, hoe een beursdeelname optimaal benut kan worden en wat de motivatie- en overwegingsfactoren zijn van de bedrijven. Deze opdracht zal studenten meer inzicht en kennis geven in het organiseren van een beurs/evenement. Bovendien krijgen studenten ook de kans om aan een concreet onderzoeksproject mee te werken. Hierdoor kunnen de onderzoekscompetenties van studenten worden verbeterd.
Inhoud opdracht Studenten werken een concrete case study uit rond beursdeelname van een bedrijf dat gespecialiseerd is in de afzet van streekproducten. Voor de uitwerking van deze case studies zullen de studenten (in groepjes van 3 à 4 studenten) een diepte-interview afnemen d.m.v. een vooraf opgestelde vragenlijst die wordt aangereikt door de lector. De bedrijven worden door de lector aan de groepen toegewezen. De vragenlijst is terug te vinden op Toledo. Verder inventariseren de studenten 5 potentiële beurzen (waarvan 1 lokale en 1 nationale beurs) voor het toegewezen bedrijf. Tenslotte werken de studenten ook een volledig beursconcept uit (concept van de stand, plattegrond, locatie, personeel, doelstellingen, doelgroepen, budget, draaiboek, coördinatie, promotie voor tijdens en na de beurs, uitnodiging, evaluatie en follow-up, formulier voor leads) voor de onderneming. Indien de onderneming een beursdeelname heeft gepland staan in de nabije toekomst, wordt het beursconcept hiervoor uitgewerkt. Indien het bedrijf niet meer deelneemt aan een beurs, werken studenten een beursconcept uit voor een beurs waaraan het bedrijf heeft deelgenomen in het verleden (of één van de potentiële geïnventariseerde beurzen.
18
Vormvereisten rapport Alle verkregen informatie tijdens het interview moet verwerkt worden in een uitgebreid rapport. Het interview moet worden opgenomen in .mp3 of .wav-formaat en gekopieerd afgegeven op CD-of DVD-rom. Het rapport moet min. 5 en max. 8 pagina’s bevatten (zonder bijlage). Alle gebruikte bronnen moeten worden vermeld volgens de gangbare rapporteringsregels (zie ook ‘Paper, project of scriptie – Meysman en Vanderhoeven, Acco, 2008).
Volgende rubrieken moeten aanwezig zijn in het rapport: 1. Inleiding 2. Case study (met o.a. gegevens bedrijf en grondige verwerking van de informatie verkregen uit diepte-interview) 3. Inventarisatie beurzen 4. Uitwerking beursconcept 5. Besluit en kritische bedenkingen 6. Bronvermelding
Timing Briefing opdracht: lesweek 5 Lesweek 5-10: afnemen interview Deadline indienen rapport: lesweek 12 Evaluatie Evaluatiecriteria: zie Toledo 30 punten voor elk groepslid Het rapport wordt eveneens bezorgd aan het bedrijf (en beoordeeld voor 5 punten)
Nuttige informatie Websites Brochure toolbox beursdeelname
19
Bijlage 3
LIJST GEÏNTERVIEWDE BEDRIJVEN
1 t Heuninghof
Olen
2 t Ysklompke
Meerle
3 De Wroeter
Kortessem
4 Bakkerij Steurs
Geel
5 Beenhouwerij Vangramberen
Vertrijk-Boutersem
6 Blue Berry Fields
Koesel-Beringen
7 Brouwerij De Vlier
Holsbeek
8 Brouwerij Het Anker
Mechelen
9 Fruit Vanhellemont
Meensel-Kiezegem
10 Mmmeetjesland
Oost-Vlaanderen
11 Paardenmelkerij Filippus
Maldegem
12 Polle
Lichtaart
13 t Zwarthof
Zoersel
14 Wafels van ons Bomma
Meensel-Kiezegem
20
Contactgegevens Groei.Kans! Ria Binst Projectmedewerker GROEI.kans! Boerenbond Diestsevest 40, 3000Leuven
[email protected] T (016) 28 60 41 F (016) 28 60 29
Katholieke Hogeschool Leuven Economisch Hoger Onderwijs Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. +32 16 375 300 Fax +32 16 375 399 Projectcoördinatoren: Lieve Hauben: Robrecht Van Goolen:
[email protected] [email protected]
21