Krachtgericht samenwerken Krachtgericht samenwerken, hoe doe je dat? Daarin werden alle medewerkers van U Centraal in 2013 uitgebreid getraind. Wat voor verschil heeft de training gemaakt? Hoe beïnvloedt het de praktijk anno 2015? Daarover spraken Ilja Rodermans, Roos Wissink en Clasine Smit met elkaar onder leiding van adviseur P & O Eefje de Gooijer.
“Toen ik voor het eerst hoorde van eigen kracht, dacht ik:
verder als je het daar samen oplost, met mensen die daar
dat doen we toch al?”, steekt Clasine van wal. “We noemden het empowerment.“ “Inderdaad”, vult Roos aan. “Ik ken de term uit 2003, toen ik een opfriscursus
al zijn en met respect voor hun waarden en normen. Dat was voor mij echt een eye opener.”
deed bij hogeschool De Horst en het boek las van Nora van Riet en Harry Wouters, Helpen = leren. Helpen is mensen leren zichzelf te redden. Zij leverden de gebruiksaanwijzing al aan, het heeft alleen een andere naam gekregen.” Ilja: “Mijn eerste ervaring met eigen kracht is de methodiek die we gebruiken bij het project netwerkcoaching. De training Krachtgericht Samenwerken sloot aan bij onze zoektocht binnen het team Vrijwillige Inzet naar manieren om als consulenten te kunnen werken aan eigen kracht. Dat willen we bij onze cliënten inzetten en het ook overdragen aan onze vrijwilligers. Dat laatste is het l astigste. Vrijwilligers willen heel graag helpen. Bovendien komt de vrijwilliger zonder ons bij de cliënt thuis, dus je hebt er als professional niet precies zicht op hoe hij of zij dat daar doet. De training gaf de basis: hoe kun je motiverende gesprekstechnieken en oplossingsgerichte vraagtechnieken toepassen? Dat zijn handvatten die je ook weer aan vrijwilligers kunt leren, afhankelijk van het type vrijwilliger. Iemand die een klusje komt doen zal minder snel met de hulpvrager een gesprek beginnen over eigen kracht dan bijvoorbeeld een netwerkcoach. Bij ons project Financiën en Administraties worden vrijwilligers getraind om mensen te leren het uiteindelijk weer zelf te doen.“ Clasine: “Bij mij heeft de training vooral teweeggebracht dat ik alerter bezig ben met hoe je het sociale systeem inschakelt. Ik ben meer systemisch gaan werken, ook vanuit de gedachte dat het systeem leeft volgens eigen waarden en normen. Familie, buren en mensen die bij een gezin over de vloer komen, delen dezelfde ideeën en willen elkaar helpen. Ik kan vanuit mijn opvoedkundige ideeën denken: haal die kinderen weg voor de tv en ga iets samen doen. Maar dat zijn mijn ideeën. Die zijn misschien helemaal niet van belang bij dit gezin. Je komt
Moet je dan maar alle mores van de cliënt accepteren? Nee, daar zitten ook grenzen aan, vindt Roos. “Denk aan een situatie waarbij een kind wordt ingezet als barrière tussen vechtende ouders. Iedereen in het netwerk vindt dat wel gemakkelijk, maar als hulpverlener weet ik dat dat niet gezond is. Ik zie een angstig kind. Dan raken we aan de grenzen van eigen regie en vind ik dat we vanuit onze professionaliteit moeten ingrijpen.” Clasine: “Mee eens, maar je kunt binnen het netwerk wel kijken met wie je een aanknopingspunt hebt om in gesprek te gaan over het belang van het kind. Al lukt dat niet altijd.” Wat helpt je het meest om eigen kracht te kunnen inzetten? Clasine: “Ik heb de weerstand in mezelf moeten overwinnen. Ik zou zelf niet willen dat mijn buren bij mij over de vloer komen om problemen op te lossen en zich dan overal mee gaan bemoeien. In de praktijk heb ik als sociaal werker ook wel bemiddeld in conflicten die voortkwamen uit goede bedoelingen. Wanneer je buren veel doen is het moeilijk om als ontvanger te zeggen: bemoei je er niet mee en laat me even met rust. Je moet dankbaar zijn.” Tijd is voor Roos een belangrijke factor om eigen kracht te kunnen inzetten. “Vroeger hadden we nog tijd voor een wandelingetje met de cliënt en werkte ik, denk ik, juist meer met eigen kracht. Later is de druk om productie te halen zo groot geworden, dat je als hulpverlener gaat zoeken naar de snelste weg. Dan kies je er eerder voor om zelf dan maar even dat formulier in te vullen. Door de aandacht voor eigen kracht, is er een legitimering gekomen om tijd vrij te maken. En dan kunnen er mooie dingen gebeuren. Op een dag belde een moeder voor een afspraak, omdat haar zoon niet vooruit te branden was. Ik
Heeft iedereen eigen kracht?
“Door de aandacht voor eigen kracht, is er een legitimering gekomen om tijd vrij te maken. En dan kunnen er mooie dingen gebeuren.”
Clasine: “Iedereen heeft een vlammetje, hoe minimaal ook, dat aangewakkerd kan worden. De vraag is wel of dat vlammetje altijd aansluit bi j de hulpvraag. Ik denk dat we in een valkuil stappen als we eigen kracht voor elk maatschappelijk probleem gaan inzetten. Zelf werk kunnen vinden, zelf je geld beheren; er zijn altijd mensen die dat niet gaan leren omdat ze dat niet aankunnen. De vlam ligt dan op andere fronten.”
Ilja: “Voordat we deze training volgden, vond ik het best meldde dat haar zoon ook bij de afspraak moest zijn. Moeder kwam binnen met een houding van: dit gaan we even oplossen. Zoon leunde achterover met een onverschillige houding en zei dat hij niks kon met computers. Ik dacht: moet hier een formulier worden ingevuld of moeten we de eigen kracht van de zoon versterken, zodat de relatie met zijn moeder meer in balans raakt? Een jaar geleden zou ik hebben gedacht: hoe is dat formulier het snelste ingevuld? Nu ging ik voor de eigen kracht, geholpen door een cadeautje: die jongen kreeg een telefoontje op zijn smartphone. Ik dacht: hoezo weet jij niks van computers? Dus ik zei: ‘Wil je me even helpen met mijn computer?’ Uiteindelijk hebben we samen dat formulier ingevuld. Die jongen leefde op, zijn rug werd rechter en enkele maanden later meldde hij zichzelf aan. Dat hebben we bereikt doordat ik hem niet alleen heb gezien als die slungel in die stoel. Durven tijd te investeren en creativiteit inzetten, daar gaat het om. Voorwaarde is wel dat je die tijd mag investeren. Als je caseload propvol zit, dan red je dat niet. Ze zeggen dat het uiteindelijk tijd bespaart, maar als hulpverlener merk je dat niet in je agenda, doordat er telkens weer nieuwe cliënten komen. Ik ben ervan overtuigd dat dat de hulpvragers uiteindelijk beter af zijn met aandacht voor eigen kracht.”
moeilijk om aan een cliënt te vragen: wat kunt u zelf? Wat kan uw omgeving? Heeft u uw kinderen al gevraagd? Mensen zeggen vaak: nee, die hebben het al zo druk…. We leggen dan uit dat mensen het vaak ook fijn vinden om iets voor een ander te betekenen. We zijn als mensen vaak geneigd voor een ander te denken en durven daarom geen hulp te vragen. Verder vragen we bij de intake van de hulpvraag altijd aan mensen wat ze zelf kunnen; hoe klein ook. Een muur sauzen of de kozijnen verven lukt misschien niet, maar kunt u wel koffie zetten voor de vrijwilliger? Zo houdt iemand toch eigen regie en is hij of zij ervoor verantwoordelijk dat de vrijwilliger zich fijn voelt. Het kan heel klein zijn. Je kunt zoeken naar wat er nog wel kan. We vragen bij de intake van een nieuwe cliënt ook altijd: Wilt u ook iets voor een ander doen? Is er iets waar u goed in bent, waar u een ander weer mee zou kunnen helpen? Een soort wederkerigheidsvraag. Mensen vinden het fijn om die vraag te krijgen, terwijl je als consulent denkt: iemand belt om geholpen te worden en dan vraag je dit? Mensen blijken er in de praktijk positief op te reageren.” Clasine heeft daar een recent voorbeeld van. “Een vrijwilliger van de Bezoekdienst voor mensen met dementie hoorde van de man die zij bezoekt dat hij graag klusjes doet. Vervolgens heeft ze hem meegevraagd om
Wie zitten er aan tafel? Zo divers als de organisatie is, zo divers was ook de samenstelling van de cursisten in 2013. Aan de training deden 115 mensen mee. Teamleiders, maatschappelijk werkers en sociaal raadslieden die in de wijk werkten, consulenten Informele Zorg en Mantelzorg die vooral stedelijk actief zijn, bureaumedewerkers Maaltijdservice, maatschappelijk werkers Fiom, medewerkers woonoverlast. Eigen kracht is overal en loopt als rode draad door ieders werk, alleen telkens op een andere manier. De drie gesprekspartners van deze middag (24 februari 2015) hebben verschillende achtergronden. Clasine Smit werkte in 2013 als sociaal werker in het wijkteam in Utrecht-Oost en is nu medewerker Buddyzorg. Roos Wissink werkte als sociaal werker in het wijkteam Vleuten-De Meern en coordineert nu Groepsgewijze Activiteiten. Ilja Rodermans werkte zowel in 2013 als nu bij team Vrijwillige Inzet als projectmedewerker versterking Informele Zorg en consulent Netwerkcoach.
“In de Marokkaanse gemeenschap moet je anders omgaan met eigen kracht. Je moet echt met praktische dingen binnenkomen, vertrouwen winnen en pas dan kun je een stap verder komen.” samen bij iemand anders een klusje te doen. Meneer heeft de smaak te pakken gekregen. Daar krijg ik echt zo’n kick van, dat dat op zo’n natuurlijk manier gaat en die vrijwilliger zelf op zo’n idee komt. “ Het team Vrijwillige Inzet is nu bezig om eigen kracht structureler te gaan inzetten. Ilja: “Onze veldvrijwilligers zijn we nu ook aan het trainen in het inzetten van eigen kracht. Sinds de training Krachtgericht Samenwerken zijn we er als team meer mee aan de slag gegaan. Het heeft ons echt gestimuleerd.“
Wat heb je in de training gemist? Roos: “Wat ik heb gemist is aandacht voor culturele diversiteit. Mensen van Marokkaanse komaf denken totaal anders over eigen kracht dan autochtone Nederlanders met autochtone voorouders. Er is een ander verwachtingspatroon. Ik heb wel eens gehad dat iemand letterlijk zei: ‘Ik verwacht dat jij dat formulier voor mij gaat invullen, daar betaal ik belasting voor.’ Ik ben best bereid om me te verplaatsen in de gedachtenwereld van iemand anders, maar op zo’n moment kom ik toch mijn
gebeuren dat er niks van komt om anders te gaan werken. Verder is casuïstiekbespreking denk ik de eenvoudigste en effectiefste manier om het op de agenda te houden.“ Roos: “Ik merk dat eigen kracht soms wordt gebruikt om de productiviteit op te jagen. Gaat het om het mooie verhaal van eigen kracht bij de cliënt? Of moet het vooral sneller? Ik zou het mooi vinden als je in een methodiek een handvat krijgt om eigen kracht als principe en de druk om productie te halen, uit elkaar te houden. Dat je tegen mensen die de werktijd bepalen kunt zeggen: hier gaat het te ver. Ik geloof dat werken met eigen kracht uiteindelijk tijd oplevert, maar tussen het idee en ’uiteindelijk’ zit een periode waarin je moet investeren.“
Terugkijkend op dit gesprek: is eigen kracht nu oude wijn in nieuwe zakken? Of zit er toch meer in? Clasine: “Voor mij is het oude wijn in nieuwe zakken, maar door de training ben ik wel alerter gemaakt op het werken met eigen kracht. Het nieuwe is echt dat ik meer systemisch ben gaan kijken, nadat ik jaren meer
eigen grenzen tegen.“
individueel heb gewerkt. De training kostte wel veel tijd; tien dagdelen terwijl we het al zo druk hadden.“
Ilja: “Ik heb wel eens overwogen om netwerkcoaching in de Marokkaanse doelgroep te gaan inzetten, maar mijn
Roos: “Ik denk dat het voor mijzelf oude wijn in nieuwe
Marokkaanse collega vertelde dat dat niet werkt. Je moet echt met praktische dingen binnenkomen en vertrouwen winnen. Pas dan kun je een stap verder komen en praten over het netwerk en eigen kracht. Dat is echt een cultuurverschil.” Roos: “Er zijn zoveel culturen en ook tussen culturen zijn er zoveel verschillen. Het is ook een principiële vraag of je je wilt plooien naar de cultuur waar je cliënt vandaan komt of dat je zegt: dit zijn onze normen en waarden en daar moet je je aan houden.”
Hoe kun je die manier van kijken die je in de training hebt gekregen, in de dagelijkse praktijk vasthouden? Clasine: “Tijd… in de hectiek van alledag kan het snel
zakken is, maar de training heeft in ons team wel degelijk verschil gemaakt doordat er collega’s van allerlei pluimage meededen, inclusief teamleiders. Het verschil tussen maatschappelijk werkers en sociaal raadslieden was altijd dat sociaal raadslieden veel meer gewend waren om dingen te doen vóór mensen. Tijdens de training waren we al een jaar generalistisch aan het werken en toch waren er nog sociaal raadslieden die, bij wijze van spreken, de ingevulde formulieren voor hun cliënten hadden klaarliggen. Dat verschil sluimerde a ltijd als conflict in het team. Na de training hoefden we als maatschappelijk werkers niets meer uit te leggen en dat maakte verschil. Sociaal raadslieden begrepen nu over welk conflict het ging en waarom wij zeiden: het is juist goed voor de mensen als je het niet voor ze oplost. “
U Centraal is een stedelijke welzijnsorganisatie in
Utrecht. Beroepskrachten en vrijwilligers bieden informatie, advies, contact en praktische hulp. U Centraal wijst de weg aan iedereen die woont, werkt of zorgt in Utrecht. Ook voedt U Centraal lokale hulpverleners met expertise rond een aantal thema's. Meer informatie: www.u-centraal.nl en www.ugids.nl
U Centraal Pieterskerkhof 16 3512 JR Utrecht 030-236 1717
Colofon Dit artikel is gemaakt in het kader van de stimuleringsregeling leren en ontwikkelen professionals Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening van het FCB. Datum van het rondetafelgesprek: 24 februari 2015 Gespreksleiding: Eefje de Gooijer Verslag: Eva-Maria den Balvert De foto’s bij dit artikel komen uit de serie Vrijwillige Inzet van U Centraal. De mensen op de foto zijn vrijwilliger bij U Centraal. Fotograaf: Ministerie van Fotografie.