:
4&lk T.
!4,Lr
1
1 • •
jr, Eft
.- 1
•_
£ .-.- . .
..r;.
-1. • • •
..
: .
t'-'; ;1;1.; . :
'..
•
1 f i. .
r
Vw
i .a
'
. :
•
'
•r , ,
LA qt
p ... .. - . ... .,•• :
••
lP4_
_. • .1
••• I.(lI!.._ . . 'i.•
•,•
,1
•
;?
d
1»A 2,1
1
1
' 3i • ;:!; -
1I1•t •'- ,
•'
it•,• , - •.'••• .. .- . -.
I\•.;,I —
ik
t
.
'• d
II-' P
S,
•' -
••
:. , • :: : . . .
• .4
tic
Li
92
dar
vj
ó
k aa 15
_uI
Ip
Ministerie van Verkeer en Waterstaat DirectoraatGeneraaI Rijkswaterstaat
k;
vv Bibliotheek
'\fÇ : . ira
WE420-55 DI 1 t
?'
rt1•
k.p.
telefax 010 453 2 e-mail
[email protected]
1 -I
rn
Cl Mik
§End om
C,; •
Z
ui
CD
l— I-J m<
C744
cn I-J
27m11m98
DEELONDERZOEK LANDSCHAP Tracelniermstud ie rijl(sweg A16113 FASE la. LANDSCHAPSANALYSE
eindrapportage 27 november 1998 Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland VHP stedebouwkundigen + architekten + landschapsarchitekten
colofon OPDRACHTGEVER: Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland Postbus 556 3000 AN Rotterdam
ONDERSTEUNING OPDRACHTGEVER: Dienst Stedebouw + Volkshuisvesting Postbus 6699 3002 AR Rotterdam
OPDRACHTNEMER: V H P Stedebouwkundigen + Architekten + Landschapsarchitekten Postbus 4327 3006 AH Rotterdam
4
inhoud 1
INLEIDING
-
7
6 DEELGEBIEDEN
El
HOOFDOPZET ANALYSE
-
9
6.1 Drie deelgebieden
3
REGIONALE CONTEXT
10
6.2 Deelgebied Overschie-Polder Zestienhoven - functies - bebouwing - wegen en spoorlijnen - groengebieden - water
-
4
-----------------------------------------
landschappen steden, dorpen en linten weg- en spoorinfrastructuur groengebieden agrarische gebieden rivieren, waterlopen en plassen
HISTORIE EN STRUCTUUR
----------------------------- - ------
22
- 1660: linten in het veenlandschap - 1770: veenplassen in Schieland - 1850: droogmakerijen en nieuwe veenplassen - 1940: nieuwe droogmakerijen en eerste generatie verstedelijking - 1970: tweede generatie verstedelijking - 1995: derde generatie verstedelijking - kleiplateau en poldervlakte - polders - waterlopen en linten - landschappelijke en stedelijke patronen - open ruimten - weg- en spoorinfrastructuur
5 1995 EN 2010
----------------------
-
wonen - infrastructuur werken - agrarisch grondgebruik - recreatieve groen en natuurgebieden wonen - infrastructuur werken agrarisch grondgebruik - recreatieve groen en natuurgebieden -
----------------------------
-------------------------------------- - ---------
58
6.3 Deelgebied Schiebroek-Hillegersberg - functies - bebouwing - wegen en spoorlijnen - groengebieden - water 6.4 Deelgebied Rottewig - functies - bebouwing - wegen en spoorlijnen - groengebieden - water
7 VIEW FROM THE ROAD ----------------------------------------90
46
- de omgeving van de 13120 - de omgeving van de 16113
1995 1995 1995 1995 1995 2010 2010 2010 2010 2010
- knooppunten en kruisingen
BIJLAGEN
---------- - --------------------------------------------------- 101
A LITERATUURLIJST B KAARTMATERIAAL
5
1
inleiding
Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft eind 1996 de startnotitie voor het project Rijksweg 16113 Terbregseplein-Kleinpolderplein uitgebracht. Ten behoeve van de Trajectnota/M ER is aan VH P Stedebouwkundigen+Architekten+Landschapsarchitekten gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de effecten van de alternatieven op het landschap. Twee belangrijke componenten van het onderzoek zijn: - het opstellen van Iandschapsschetsen voor de diverse alternatieven en varianten; - het beschrijven van de landschappelijke effecten van de ingepaste alternatieven en varianten. Het deelonderzoek landschap is opgebouwd uit de volgende vier stappen: 1 Landschapsanalyse 2 Kansen en beperkingen 3 Landschapsschetsen 4 Effectenonderzoek Deze tussenrapportage is de afronding van de eerste stap: de landschapsanalyse. Het begrip landschapsanalyse wordt in deze rapportage omschreven als: een objectieve weergave van belangrijke landschappelijke structuren en elementen. Hierbij worden niet alleen inventarisaties maar ook objectieve analysetekeningen weergegeven.
7
2 De analyse is ingedeeld naar verschillende thema's en schaalniveau's, te weten: - de regionale context - historie en structuur - 1995 en 2010 - de deelgebieden Er is in deze fase geprobeerd een zo objectief mogelijke weergave te maken van het landschap zoals het nu is en de autonome ontwikkelingen zoals die worden voorzien. In de fase Kansen en Beperkingen zullen aan de hand van deze analyse conciusiekaarten worden gemaakt die de basis zullen zijn van de latere visievormi ng voor de landschapsschetsen. Om patronen en structuren in het landschap beter te begrijpen is inzicht in de regionale context nodig. De regionale context schetst een beeld van het plangebied in zijn omgeving: het studiegebied in de Zuidvieugel van de Randstad. Analyse op deze schaal (1:50.000) kan landschappelijke structuren op de schaal van het plangebied verklaren. De volgende thema's zijn in beeld gebracht: - landschappen - steden, dorpen en linten - weg en spoorinfrastructuur - groengebieden - agrarische gebieden - rivieren, waterlopen en plassen
hoofdopzet analyse
kaartbeelden: - kleiplateau en poldervlakte - polders - waterlopen en linten - landschappelijke en stedelijke patronen - open ruimten - weg- en spoorinfrastructuur Er is niet alleen een beschrijving gemaakt van de ontwikkelingen in het verleden. In de nabije toekomst is de Noordrand onderhevig aan grote veranderingen, onafhankelijk van die in het wegennet (bijvoorbeeld de Vinexlocaties Noordrand 1, II en III, en de HSL). Op basis van informatie uit het deelonderzoek ruimtelijke ordening zijn aan de hand van een vijftal thema's kaartbeelden geschetst van de huidige situatie (peiljaar 1995) en het studiegebied inclusief de autonome ontwikkelingen (situatie 2010). Deze thema's zijn: - wonen - infrastructuur - werken - agrarisch grondgebruik - recreatieve groen en natuurgebieden Op een kleiner schaalniveau (schaal 1:10.000) is het invloedsgebied van de 'tracé-ruit' A16-20-13-16113 geanalyseerd. De lokale ingrepen in de infrastructuur kunnen namelijk ingrijpende gevolgen hebben voor het functioneren en de samenhang van grotere stadsdelen. Daarvoor is het plangebied in drie elkaar overlappende deelgebieden opgedeeld: - Overschie-Polder Zestienhoven - Schiebroek-Hillegersberg - Rottewig
Om goed te begrijpen waarom het beeld van het plangebied nu is zoals het is en wat van oudsher de dragers zijn van het landschap, is kennis van de historische ontwikkeling van de landschappelijke en stedelijke patronen onontbeerlijk. Hierdoor kunnen ook cultuur-historische elementen op hun waarde worden geschat bij de verscheidene inpassingsvarianten en daarna in het effectenonderzoek. Door de heldere relatie tussen historie en de structuur van het plangebied nu zijn de beschrijvingen van beiden samengebracht in één De deelgebieden worden beschreven aan de hand van de volgende thema's: hoofdstuk. - functies Wat betreft de historische ontwikkeling handelt het om de volgende - bebouwing tijdsbeelden: - wegen en spoorlijnen - 1660: linten in het veenlandschap - groengebieden - 1770: veenplassen in Schieland - water - 1850: droogmakerijen en nieuwe veenplassen - 1940: nieuwe droogmakerijen en eerste generatie verstedelijking Tenslotte zal in het hoofdstuk 'view from the road' een beeld worden geschetst - 1970: tweede generatie verstedelijking van de meest direct omgeving van huidige snelwegbajonet 16-20-13 en de - 1995: derde generatie verstedelijking De structuur van het landschap laat zich beschrijven door de volgende mogelijk toekomstige snelweg 16113. 9
landschappen In het studiegebied zijn van west naar Oost vier landschappen te onderscheiden: de duinen, het kleipolderlandschap, het veenpolderlandschap en het droogmakerijenlandschap. Het plangebied ligt ir het overgangsgebied tussen het veenpolder- en het droogmakerijenlandschap (1).
duinen
II 1 1 1 10
kleipolderlandschap
Q;aIi veenpolderlandschap
1 1 1 1
droogmakerijenlandschap
3
landschappen
11
regionale context
steden, dorpen en linten In het studiegebied zijn drie typen gebieden te onderscheiden: steden, dorpen en linten. In het plangebied zijn deze drie typen ook te herkennen. De steden Delft en Rotterdam liggen respectievelijk in het noordwesten en het zuiden van het plangebied. Het centrale gedeelte van het plangebied wordt gekenmerkt door dorpen zoals Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek. Deze dorpen worden veelal met elkaar verbonden door linten. De linten worden gekenmerkt door lintbebouwing (1).
12
1 1 -I
stad en dorp lint
regionale cont.-:ex'
deden, dorpen en linten
13
weg- en spoorinfrastructuur In het studiegebied is een grofmazig netwerk van snelwegen, regionale wegen en spoorlijnen te onderscheiden. In de steden verdicht dit netwerk zich. In het plangebied is dit zichtbaar ter hoogte van Delft en Rotterdam. Door het plangebied lopen de snelwegen A20, A13 en A16. Belangrijke regionale wegen zijn de stadsas van Rotterdam en de N209 met verbindingen naar de A20, de A13 en de A16. Spoorlijnen in het plangebied zijn de Hofpleinlijn en de lijnen Rotterdam-Delft en Rotterdam-Gouda (1).
1 1 ] 14
----J
autosnelweg weg van regionaal belang spoorlijn
regionale context
weg- en spoorintrastructuur
15
groengebieden Er zijn in het studiegebied groengebieden van verschillende formaten te onderscheiden. Groengebieden zijn gebieden met een recreatieve- of natuurfunctie. In het plangebied ligt één groot groengebied: de Rottewig. Het is een aaneenschakeling van recreatiegebieden gelegen aan de Rotte. Opvallend is dat de kleinere groengebieden in het plangebied veelal direct aan de snelweg liggen (1).
16
1
groengebied
regionale context
groengebieden
17
agrarische gebieden In het studiegebied is een aaneengesloten reeks agrarische gebieden te herkennen. Het noordelijk gedeelte van het plangebied maakt onderdeel uit van deze aaneengesloten reeks, die gekenmerkt wordt door grote gebieden met weide-en akkerbouw en vlekken glastuinbouw (1).
wei- en bouwland 18
glastuinbouw
regtonae Cctet
agrarische gebieden
19
rivieren, waterlopen en plassen Er is in het studiegebied een onderscheid te maken tussen rivieren, waterlopen en plassen. In het plangebied liggen geen rivieren: de Nieuwe Maas en de Hollandsche IJssel liggen ten zuiden en Oosten van het plangebied. Belangrijke waterlopen in het plangebied zijn de veenstromen Delftsche Schie en de Rotte. Aan de Rotte liggen enkele grote plassen, zoals de Zevenhuizerplas en de Bergsche Plassen (1).
1
20
rivier
L1.$I waterloop lbiI plas
regionale contexi,
rivieren, waterlopen en plassen
21
4.1 historische ontwikkeling 1660 linten in het veenlandschap In 1660 is het landschap één groot open veengebied, doorsneden door waterlopen en linten. Aan de Maas liggen kleine steden, zoals Schiedam en Rotterdam. In het veengebied liggen de linten veelal evenwijdig aan de waterlopen en de Maas. Aan de linten liggen de meeste boerderijen en enkele bescheiden dorpjes. Tussen Rotterdam en Schiedam is een grillig patroon van linten te herkennen. Bij de ontginning van het gebied zijn de sloten waar mogelijk haaks op de linten en de waterlopen gegraven. De verkaveling trekt zich nog weinig aan van verschillen tussen kleiïge en venige gronden. Zij worden veelal op dezelfde wijze verkaveld en ontwaterd. Het veenlandschap van Schie- en Delfland heeft een éénduidig beeld (2).
stadsbebouwing lint
1/ H (;J 22
waterloop plas
4
kaartbeeld 1660
23
historie en structuur
1770 veenplassen in Schieland In 1770 hebben grote delen van Schieland een metamorfose ondergaan. Enorme veenviakten zijn afgegraven ten behoeve van de turfwinning. Het resultaat is een uitgestrekt plassengebied, waarin de linten met boerderijen en dorpen de enige droge plekken zijn. De linten vormen de basis voor het afgraven, waarbij stelselmatig per kavel wordt ontgraven. In Delfland wordt slechts op enkele plaatsen ontveend (3).
bebouwing lint
1 1 24
waterloop plas
historie en structuur
kaartbeeld 1770
25
1850 droogmakerijen en nieuwe veenplassen In 1850 is een groot gebied van Schieland weer geheel veranderd. Tussen Berkel en Rodenrijs en de Rotte zijn vrijwel alle veenplassen drooggemalen, op de Bergsche Plassen na. De droogmakerijen zijn rationeel en grootschalig verkaveld. In deze droogmakerijen vormt het lange lint van Hillegersberg tot Bleiswijk een opvallende lijn. Ten zuiden van de Rotte is de vlakte met veenplassen verder opgerukt richting Rotterdam. In Delfland zijn nieuwe veenplassen ontstaan. Rotterdam is op enkele plekken over zijn kenmerkende driehoekige stadsvorm heengegroeid. De spoorlijnen naar respectievelijk Delft en Utrecht zijn een feit (4).
EI
bebouwing lint watertoop plas groen
26
[---'
spoorlijn
L4
1
EI M III L
1940 nieuwe droogmakerijen en eerste generatie verstedelijking In 1940 zijn alle veenplassen drooggemalen. Slechts de Bergsche Plassen, de Kralingsche Plas, de Ackerdijksche plassen en de kleine plasjes ten noorden van Overschie zijn relicten uit de tijd van de turfwinning. Ten westen van Berkel en Rodenrijs is een grillig patroon van kleinschalige polders ontstaan. Zij zijn niet zo rationeel verkaveld als de droogmakerijen in Schieland. Ten zuiden van de Rotte is een rationeel opgezette grootschalige droogmakerij ontstaan. Slechts langs de Rotte zijn enkele kleine polders zichtbaar. In het overwegend agrarische landschap van polders en linten begint de glastuinbouw zich af te tekenen, veelal gekoppeld aan de linten. Rotterdam vormt samen met Schiedam een vrijwel aaneengesloten verstedelijkt gebied langs de Maas. Rotterdam is in noordelijke richting tot aan de Bergsche Plassen doorgegroeid. De eerste aanzetten voor Hillegersberg en Schiebroek liggen als enclaves in het open agrarische landschap. Een vergelijkbare enclave is Overschie. Delft is over zijn historische begrenzing gegroeid. Voor de bereikbaarheid van Rotterdam is het spoorwegennet verder uitgebreid met de Hofpleinlijn, een ringspoor voor de stad en een lijn naar Breda. De eerste aanzetten van het snelwegennet zijn zichtbaar. De A13 loopt tot aan het Noorderkanaal en de A20 begint ten noordoosten van de Kralingsche Plas (5).
bebouwing lint waterloop plas
28
hill 1 11hfl ii
ka d e
frr i
b
-- -
..
a
-
-
--------.
.-- t x------__-.v .-
7i
- .-.-- _-----;--- •V — -- £ .-•---i- - . -:------'\ -
:- t--/
-
-'---
--'•
N'
N
b
\
-
L/ IÇÇ\
.5 . .
\'• V'\' -
\ \ \
••Ç_S.4
'
'
_i_\'.. •'' '
I/
kaartbeeld 1940
' V'
S
1<
29
\\\
\\
Ctuumm
1970 tweede generatie verstedelijking In 1970 is het verstedelijkt gebied niet alleen langs de Maas verder uitgebreid maar ook in noordelijke en oostelijke richting het droogmakerijengebied binnengeschoven. Met de realisatie van Schiebroek en Hillegersberg en een eerste aanzet voor het Lage Land worden de open poldervlakten rondom Rotterdam geoccupeerd. Hetzelfde geldt voor polder Zestienhoven. Hierin liggen het gelijknamige vliegveld en een serie groengebieden. Delft is inmiddels flink in zuidelijke richting uitgebreid. De linten worden steeds dichter bebouwd en de dorpen zijn aanzienlijk gegroeid. De linten worden nog sterker verdicht door toenemende verglazing met kassen. Het ringspoor voor de stad is vervangen door doorgaande lijnen naar Utrecht, Den Haag, Hoek van Holland en Breda. Het snelwegennet begint vorm te krijgen. De A13 stopt bij het Noorderkanaal en is inmiddels ingebed in de wijk Overschie. De A20 en de A16 zijn met elkaar verbonden ten oosten van het Kralingsche Bosch. Ten noorden van Schiedam zijn de eerste aanzetten voor het vervolg van de A20 zichtbaar (6).
!
bebouwing lint
waterloop
1 •] [.
plas groengebied glastuinbouw
1— snelweg F--1 spoorlijn 1 1 kade L.IL41
e!4 StrL!ctuur !
-••----•-
-. - -
- -- \ - i%;: :
11- : ::i - :- • E::: 4 J.
:
_--: - -
-
S
/ »?
t, •-
' S
'-'•-:.-:, • y Y . - __.---j--. \ -------- .----- ' 'S __ S,' _,
.:?N •-•' S•4 )Ç\7
K:: - • ----
.
•\
;\:: 5•\
\\
•
N55
-S
• • -'
--
-
-
_4 t--.
-
!
1/ /•/
-
5
•}
•?-S
p
\\ \
kaartbeeld 1970
'
)(_\ -I
31
Jk
,• 5SS% S.
\
1995 derde generatie verstedelijking In 1995 is de verstedelijkte regio Rotterdam een feit. Een uitgestrekt verstedelijkt gebied langs de Maas, waarbij de oostelijke uitbreidingen met Ommoord, Prinsenland en Zevenkamp het meest in het oog springen. In westelijke richting is Schiedam flink gegroeid en Delft heeft zich verder uitgebreid in zuidelijke en westelijke richting. Opvallend is de toename van de groengebieden aan de rand van het verstedelijkt gebied. Niet alleen bij Schiedam, in polder Zestienhoven en bij Schiebroek, maar ook langs de Rotte zijn nieuwe recreatiegebieden ontstaan. Tussen de nieuwe verstedelijkte en recreatiegebieden liggen enkele agrarische enciaves. In het agrarische gebied zijn de dorpen verder de droogmakerijen ingeschoven. De linten zijn zeer sterk verdicht door nieuwe bebouwing en grote hoeveelheden kassen. Het agrarisch gebied wordt hierdoor in sterke mate versnipperd. De karakteristieke openheid wordt verder aangetast. De N209 met zijn verbindingen met de A13, A16 en A20 en de stadsas vervullen een centrale rol bij de ontsluiting van het agrarisch gebied. Het snelwegennet is voltooid. De A20 is gemaakt en baant zich een weg door het verstedelijkt gebied van Rotterdam (7).
bebouwing lint waterloop plas groengebied
L
In
-1 H -H liii
spoorlijn
Ij
vliegveld
ni
32
glastuinbouw
i1
snelweg
kade
\
\
kaartbeeld 1995
33
\
4.2 structuur kleiplateau en poldervlakte In het plangebied raken twee verschillende landschappen elkaar: het veenpolder- en het droogmakerijenlandschap. Het veenpolderlandschap bestaat uit een hooggelegen kleiplateau en het droogmakerijenlandschap uit een laaggelegen poldervlakte. De grens tussen beide landschappen wordt gemarkeerd door de rand van het hooggelegen kleiplateau (8).
34
H -I t 1 1
kleiplateau poldervlakte
c,cz. zo 1
-
TJ 1ateau en poldervlakte
Lii
H 35
polders De laaggelegen poldervlakte bestaat uit polders van verschillende grootte. In het noordwesten van het plangebied liggen kleinschalige polders. In het overige gedeelte hebben de polders een grootschaliger karakter. De polders worden van elkaar gescheiden door hogergelegen kades en boezemvaarten (8).
36
L- -' 1
polder
M
hl.„„s t or'ie
1^'**
'W~
polders
37
s tructuur
waterlopen en linten Opvallende lange structurerende lijnen zijn de waterlopen en de linten. De waterlopen zijn historische ontwateringslijnen van het veenweidegebied. De linten en waterlopen hebben grotendeels een zuidwest gerichte oriëntatie. Opvallend zijn de lange geknikte linten van Bleiswijk en Berkel en Rodenrijs. Twee linten hebben een geheel andere oriëntatie. Dit is het lint langs de ringvaart van polder Alexander. Haaks op het lint van Berkel en Rodenrijs ligt het lint van de Oude Bovendijk (8).
38
1 \.1
waterloop
______
lint
bt€rie e n structuur
waterlopen en linten
39
landschappelijke en stedelijke patronen Het plangebied bestaat uit een noordelijk gedeelte met overwegend landschappelijke patronen en een zuidelijk gedeelte met overwegend stedelijke patronen. Er zijn vier typen landschappelijke patronen te herkennen: 1 het weefsel, dat bestaat uit een lamellenverkaveling; 2 de lappendeken, dat bestaat uit een aaneenschakeling van regelmatige en onregelmatige verkavelingspatronen; 3 het raster, wat bestaat uit een grootschalige rationele verkaveling; 4 een aaneengesloten vlak met stedelijke patronen. Dit vlak wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan kleinschalige verkavelingen waarin de verschillende wijken van Rotterdam te onderscheiden zijn. De zeer kleinschalige patronen in de eerste drie typen zijn de dorpen in het agrarisch gebied. Het zuidelijke gedeelte van het plangebied bestaat uit één type (8).
verkavelingspatroon 40
k'I)I-J
begrenzing eenheid
ite . W1-2
M.
eFi
- -' \\\\\ NI
\\
k '1,/
landschappelijke en stedelijke patronen
41
1
struc:uur
open ruimten In het plangebied zijn een scala aan open ruimten te herkennen. Zij liggen voornamelijk in het agrarisch gebied. Tussen Delft en Rotterdam zijn nog enkele grootschalige open ruimten zichtbaar. In het ruimtelijk sterk versnipperde gebied van Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk zijn de open ruimten aanzienlijk kleiner. Aan de Rotte liggen een aantal zeer kleine open ruimten. Het zijn de agrarische enciaves bij Terbregge en Nessepolder (8).
42
E open ruimte
S
open ruimten
43
htor e enstructuur 10,
weg- en spoorinfrastructuur Naast de snelwegen heeft het wegennet een belangrijke structurerende rol in het plangebied. Zij bepalen de mate van oriëntatie in het plangebied. De regionale wegen in het plangebied zijn de stadsas, de N209 met verbindingen naar de A20 en A16, de N470 ten zuiden van Delft en de N473 tussen Delft en Pijnacker. De lokale wegen volgen veelal oude linten, kades en boezemvaarten (8).
autosnelweg
1 J FH 1-- —1 44
weg van regionaal belang lokale weg spoorlijn
- metrolijn
e n s t8
FA
weg- en spoorinfrastructuur
45
overzichtskaart ruimtelijke indeling
"rt :x . • . • . .'
. .• -
-
\- .:
-
• :
-L
tt -- -
_-;------ ..
1
- '- - - -
- ,- -: r-,
-
-
t -
-
tracé/mer-studie rijksweg 16113 Deelonderzoek Ruimtelijke Ordening: eindrapportage (Zandvoort, april 1998)
46
5
1995 en 2010
kaarten 1995 en 2010 • ontwkkeIingenkaart
/
29 : *
i:f;ît 1
-
Q1.l0 - 20*0
000* .*00* 00.000 0.0fl001d 012010 100001*0000900000000012010
LI-k t 11IIIr
111
woe0.l..
De hierna volgende kaartenreeks is gebaseerd op kaartbeelden van de Grontmij (9) die geactualiseerd zijn aan de hand van het deelonderzoek Ruimtelijke Ordening (eindrapportage april 1998). In deze nota zijn twee kaarten belangrijk: • overzichtskaart ruimtelijke indeling; • ontwikkelingskaart.
90000 000W0001101 1
E113 0.00*0.0190000. 000* 01009000009*0000 099*909*90009*00*0*0010*0190 0009*9
-L
In de kaartbeelden van 2010 zijn alleen harde claims opgenomen. Hierdoor wordt een autonome ontwikkeling in 2010 zichtbaar waarbij alleen te realiseren projecten zijn opgenomen.
L'
p
II
• '...... 6 . .:
18
14
28 23
26•
JTTZ
•
'4
-
--
$
41j
-
IQ
tracé/mer-studie rijksweg 16113 Deelonderzoek Ruimtelijke Ordening: eindrapportage (Zandvoort, april 1998)
47
wonen 1995 In 1995 is de woonbebouwing in woonwijken geconcentreerd in de verstedelijkte regio van Rotterdam. De A13 gaat dwars door de woonwijk Overschie heen. De A20 vormt de scheiding tussen de wijken van het Oude Noorden en Schiebroek/Hillegersberg en Ommoord en het Lage Land. Tn het noordelijk gedeelte van het plangebied zijn de woonwijken van Berkel en odenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk te herkennen. Ten noorden van de A20 iggen de bebouwingslinten van Oude Leede, de Rodenrijsche Vaart en het geknikte lint tussen Hillegersberg en Bleiswijk (9).
LLI III
woonwijken bebouwingslinten
48
•P j.
r
wonen 2010 In 2010 is het aantal woonwijken aanzienlijk toegenomen. Ten noorden van de A20 is de woonwijk Nieuw Terbregge gerealiseerd. Opvallend is de grootschalige uitbreiding rond Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs met Noordrand II en III (10).
[I 1 1 11 49
woonwijken bebouwingslinten
infrastructuur 1995 In 1995 bestaat het wegennet uit een samenhangend stelsel van snelwegen, regionale en lokale wegen. De knooppunten tussen de snelwegen zijn Kleinpolderplein en Terbregseplein. Aan de snelwegen liggen acht op- en afritten, die veelal verbonden zijn met regionale wegen. Een opvallende regionale weg is in de N209 met zijn verbindingen met de A13. Het lokale wegennet is in het stedelijk gebied fijnmaziger dan in het agrarisch gebied. Het spoorwegennet bestaat uit een samenhangend stelsel van spoorlijnen naar Hoek van Holland, Delft, Utrecht en Breda. De Hofpleinlijn ligt los van dit lijnenstelsel en verbindt Rotterdam met Den Haag. In de oksel van de A13 en de N209 ligt vliegveld Zestienhoven (9).
L ol
autosnelweg weg van regionaal belang lokale weg
-
l-----I
spoorlijn station metrolijn
-
P1
Rotterdam Aurport
50
\_ 'S
infrastructuur 2010 In 2010 is er weinig veranderd aan het infrastructurele beeld van het plangebied. Alleen aan het spoorwegennet zijn enige toevoegingen zichtbaar. De Hogesnelheidslijn en de Randstadrail vormen samen nieuwe noordzuid gerichte spoorlijnen door het plangebied. Ten noorden van de N209 wordt een gebundeld tracé voorgesteld. De enige toevoeging aan het regionale wegennet is de N470 (10).
\.
_
autosnelweg weg van regionaal belang
-j -----.
51
lokale weg spoorlijn
werken 1995 In 1995 liggen de meeste werklocaties aan of in nabijheid van de snelwegen. De opvallend grote bedrijventerreinen Spaanse Polder en Oost-Abtspolder liggen in de zuidwest-hoek van het plangebied. In het agrarische gebied ten noorden van Rotterdam liggen slechts enkele kleine bedrijventerreinen (9).
oo'i
1 1
bedrijventerrein
Ii1
functiemenging wonen/werken
52
.
.
»'
werken 2010
n
In 2010 ontstaat een nieuw bedrijventerrein aan de A13 ter hoogte van Delft. Opvallend is de uitbreiding van enkele bedrijventerreinen in het agrarische gebied. Deze locaties hangen samen met de woonuitbreidingen van Noordrand t400W
41
to'
II en III (10).
n1A-
L~
1,01
i r 1 bedrijventerrein 53
1
functiemenging wonen/werken
agrarisch grondgebruik 1995 In 1995 hebben grote delen van het plangebied een agrarische bestemming. Het grootste gedeelte van deze grond bestaat uit weilanden en bouwlanden. Het gaat hierbij om een min of meer aaneengesloten gebied. Richting de Rotte raakt dit gebied steeds meer versnipperd. Aan de randen van de wei- en bouwlanden liggen kassencomplexen. Hiervan bevindt de grootste concentratie zich bij Bleiswijk. De overige kassen liggen verspreid over het agrarische gebied (9).
weide en bouwland LA_i3.rJ glastuinbouw
AJ
•
.
r$' en
agrarisch grondgebruik 2010 In 2010 is het agrarische gebied drastisch gereduceerd. Het agrarisch gebied heeft moeten wijken voor wonen, werken en recreatief groen en natuur. Vooral tussen Delft en Rotterdam en rond Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek is dit goed zichtbaar. Van een aaneengesloten gebied is geen sprake meer (10).
F: :1 55
weide en bouwland glastuinbouw
recreatieve groen- en natuurgebieden 1995 In 1995 liggen de gebieden met de functie recreatief groen en natuur verspreid over het gehele plangebied. Opvallend zijn de vele gebieden in of in de directe nabijheid van Rotterdam en Delft. Grote recreatieve groengebieden liggen in polder Zestienhoven en aan de Rotte. Het enige natuurgebied van betekenis is het gebied rond de Ackerdijkse Plassen (9).
Pi
d 1e3 '4
recreatief groengebied natuurgebied
56
.'
'•\
" \
.;:
recreatieve groen- en natuurgebieden 2010
VA
In 2010 is het areaal gebieden met de functie recreatief groen en natuur aanzienlijk vergroot. Tussen Delft en Rotterdam zijn veel nieuwe gebieden ontstaan in het kader van reconstructiegebied Midden-Deifland. Langs de Rotte is een aaneengesloten recreatief groengebied ontstaan door de aanleg van het Hoge Bergsche Bosch en de uitbreiding van het Lage Bergsche Bosch (10).
MIPN \\ AP
Ml
9 129
?i
. '1~11
recreatief groengebied
57
natuurgebied
6.1 drie deelgebieden Het beinvioedingsgebied van de snelwegenbajonet 413-A20-A16 en de mogelijk toekomstige snelweg 16113 is onderverdeeld in drie deelgebieden. De keuze van de deelgebieden is gebaseerd op kenmerkende verschillen in het beinvloedsgebied. De deelgebieden overlappen elkaar omdat naast de interne structuur ook de relaties met de directe omgeving belangrijk zijn voor inzicht in de structuur van elk deelgebied: Deelgebied Overschie-Polder Zestienhoven wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van het Klaverblad, Overschie, Polder Zestienhoven met vliegveld en groene enclaves en de open polder Schieveen. Dit deelgebied wordt omgeven door een ruit van wegen: A13, N209, stadsas en A20. Deelgebied Schiebroek-Hillegersberg bestaat uit een aaneengesloten stedelijk gebied, wat zich uitstrekt van het Oude Noorden tot de noordrand van Schiebroek. Hierin vormt de infrastructuurbundel van spoor en A20 een grote barrière. Het noordelijke deel wordt gekenmerkt door gefragmenteerde poldereenheden, gelegen tussen Schiebroek en Berkel en Rodenrijs/ Bergschenhoek. Deelgebied Rottewig wordt gekenmerkt door een reeks recreatieve groengebieden aan weerszijde van de Rotte. Tevens spelen de randen van de woonwijken Ommoord en Het Lage Land een rol als begrenzing van de Rottewig. Daarnaast zijn de infrastructuurbundel van spoor en A20, Terbregseplein en de 416 beeldbepalende elementen in dit deelgebied (11).
58
6
deelgebieden
\;ti AX
:t
L29t 00
'1i: : :
56%
:
2 -
\
73
s
e Deft:-:_
bh>Abtswoude
j \çrr9!_
26
t
' )
•M
.\ LceDz9\4
fdCS
L,1?Pd
L3'00:
(\
i"
dVeraa--
/eb;exÉc ]
•
:'.
4uidpold
::
—71
1 Vocke \ a'ert \\ Gp\ . -07 Zweth
'\
Sop .'
=
••
S •
'
L
'JL
S
C
Kand&a
22.0
c
S
e:9
kT
- 30
- ___) '. •
Pold
haven Rterdam
Tj1 HiI1eesberg '>a
Oosi
btspolde e ,\ 1e \
indas
_
1
2i
-- V -
?
: •
9
Krimpen
\
\
I5 1_r__S.
9 999
, ::i k:
\
4
IIe,flb
L' -- •-'-::.:: ¶
drie deelgebieden
_,>
:
I—V
Ji:
1 OO6T
PI .
:-----• •:--f:;
•- .__.:____L__
M
59
SSS
n,n,noo'dbrQ
\\ O \
966
290
21
1 993
54
6.2 deelgebied Overschie-Polder Zestienhoven functies Het deelgebied Overschie-polder Zestienhoven bestaat uit een vijftal aangesloten gebieden met overwegend één functie. Overschie is een woongebied. Oost-Abtspolder en Spaansepolder zijn bedrijventerreinen. In polder Zestienhoven ligt Rotterdam Airport. Klaverblad en polder Zestienhoven bestaan voornamenlijk uit groen- en recreatiegebieden met enkele bedrijventerreinen en woongebieden. Polder Schieveen is een overwegend agrarisch gebied (11,12).
woongebied .
bedrijventerrein vliegveld jgroen- en recreatiegebied 60
agrarisch gebied
ci deegebeceri
R
functies
61
bebouwing In dit deelgebied ligt de meeste bebouwing in de nabijheid van de 413 en 420. De overwegende laagbouw van Overschie wordt in tweeën gedeeld door de 413 en geflankeerd door de grootschalige verspreide bebouwing van het vliegveld. Ten Oosten van het vliegveld liggen enkele clusters grootschalige verspreide bebouwing. Ten noorden van het vliegveld valt de lintbebouwing langs de Oude Bovendijk op. Dit lint markeert de rand van polder Schieveen (11,12).
laagbouw -
1
r\-?I
gesloten bouwbiok 1 gesloten bouwbiok 2
1
gestapelde bebouwing grootschalige verspreide bebouwing
62
lintbebouwing
gg
ïcj~,
na
IJ 111: r
4%
a 0 .4
Jt%J
$ 1\
't
0
'V.
V 1
-p
1Z0 TrE".^m ,l s?cr
1
4.
\
.T
0
4:
"
M~ *%%
--
-
S
\ •
•J'
,\\ \u l•,
S
'bil
\
.0
t
•0•
\ \
-
•.,.
1
_ •..J/,5\\\\
#d
v
Ii
0
bebouwing
-
ia
0
0 . 4j •
ÔVE R'tj
4
_
11iii
r**#
inventarisatie
bebouwing
63
-
analyse
1
5
wegen en spoorlijnen Het wegennet heeft een verschillende maaswijdte. In de woongebieden Overschie en Oude Noorden is het wegennet fijnmazig. In de bedrijventerreinen Spaanse Polder en Oost-Abtspolder is het wegennet grofmazig. In polder Zestienhoven is een zeer grofmazig wegennet te herkennen. In polder Schieveen zijn vrijwel geen wegen. Het verschil in maaswijdte wordt ook zichtbaar in het aantal buurtontsluitingen op het wegennet. Langs de A13 liggen parallelwegen. Deze lopen tot ver in de woonwijk Overschie door. Er zijn nauwelijks kruisingen met de A13 te vinden. Alleen centraal in Overschie en ter hoogte van het Kleinpolderplein en de knoop van N209 en A13. De A20 wordt alleen ter hoogte van Overschie begeleid met een parallelweg. De A20 wordt ongelijkvloers gekruist door de spoorlijn RotterdamGouda en de stadsas ter hoogte van het knooppunt Schieplein (11,12).
t - autosnelweg weg van regionaal belang
1 64
lokale weg
ki 1
aftakking
--__
spoorlijn
b d ec e 1 g e b 'i e d e n
wegen en spoorlijnen
-
inventarisatie
wegen en spoorlijnen
65
-
analyse
groengebieden In dit deelgebied liggen twee grote groengebieden: het Klaverblad en polder Zestienhoven. Het Klaverblad bestaat uit vier kleine groengebieden met onder andere dierentuin Blijdorp en enkele volkstuincomplexen. Polder Zestienhoven is een omvangrijk groengebied met sportvelden, volkstuinen en parkachtige zones. Dit groengebied raakt aan de zuidzijde de A20. Opvallend zijn de kleine groengebieden langs de A13: het stadspark in Overschie, een volkstuincomplex, buitenplaats De Tempel en begraafplaats Hofwijk (11,12).
11114! (ij
sportterrein volkstuinen
. -
parkzone begraafplaats
66
[*
parkachtig gebied
t 1± Iii
recreatiegebied
no
400 ? 40
II
-4îl
'up
\ :--- YX
51t'I4
.__.
.••..
i•UIU••k
,
...
.411 UP
Ii.....
Iiuu..
UUR' was cgb
Ii.u... ii.....
1u•uu
!
,p.
do
groengebieden
-
inventarisatie
groengebieden
67
- analyse
ek
II
i•i•
iva••
V i• iu• K g RU' £ 'UUR Ul AU' IUV A qmm U'
••u
water In dit deelgebied zijn enkele grote waterlopen te herkennen. De Delftse Schie splitst ter hoogte van Overschie in de Delfshavensche Schie, de Schiedamse Schie en de Rotterdamsche Schie. Een zijtak van de Deifhavensche Schie is het Schie-Schiekanaal, wat verderop overgaat in het Noorderkanaal. Het Noorderkanaal grenst direct aan de A20. Opvallend zijn de plasjes ten noorden van Overschie. Zij liggen aan weerszijde van de A13. In Overschie is een enigszins verbrokkelde singelstructuur te herkennen. Polder Zestienhoven wordt begrensd door een hooggelegen Ringvaart. In de polder ligt een voornamelijk geometrisch slotenpatroon. In de noordrand van dit deelgebied liggen de Berkefsche Zwet en het uiteinde van de Rodenrijsche Vaart (11,12).
t 68
:1 t,.. ,
Ifl.IH.IIUIUHHU.I
water b oeze ni
deeigebeden
VAr-
ro U?E Z 51NffCVEJ
NAAfT
water - inventarisatie
water
69
-
analyse
6.3 deelgebied Schiebroek-Hillegersberg functies Het deelgebied Schiebroek-Hillegersberg bestaat uit een groot monofunctioneel woongebied, met uitzondering van de Bergsche Plassen. Ten noorden van dit grote woongebied ligt een rand met groen en recreatiegebieden. Ten noorden hiervan ligt een overwegend agrarisch gebied (11,12).
woongebied
1
bedrijventerrein functiemenging wonen/werken vliegveld groen- en recreatiegebied agrarisch gebied
70
w
agrarisch grondgebruik
d e e l eii b i' e dl, e n
functies
71
bebouwing In dit deelgebied is een helder onderscheid tussen de bebouwing ten noorden en ten zuiden van de A20. Ten zuiden van de A20 liggen de woonwijken Oude Noorden en Crooswijk, met voornamelijk gesloten bouwblokken. Ten noorden van de A20 liggen de wijken Schiebroek en Hillegersberg. Zij worden gekenmerkt door grote aaneengesloten vlakken met of laagbouw of gestapelde bebouwing. Opvallend in dit gedeelte van het plangebied is de lange noordzuid gerichte lintbebouwing tussen Hillegersberg en Bergschenhoek. In het noordelijk gedeelte van dit deelgebied is de laagbouw van de woonwijken en de grootschalige bebouwing van de bedrijventerreinen van Berkel en Rodenrijs zichtbaar. Markant is de lintbebouwing aan de Rodenrijsche Vaart (11,12).
laagbouw
Y\\ 1
gesloten bouwbiok 1 gesloten bouwbiok 2
......
1
gestapelde bebouwing grootschalige verspreide bebouwing
72
j
tiiiu.uusiiiui
lintbebouwing
ci e. ci. e n - /be
. , -. . . . - 1
-
i :
:"
Ji 4 ,'.
%'
11
\• :'
•
.::/ • .
::-•'
ç
•
., ..
'
T
1
Hi uer9e.&
4t•?
..
_,.:•\
., •'
.•7
1-i
)
*iq
. : •
"S
t S
1
. '. scs
•:
_\ — —
-.-,
ç
;i,;•\4,. .
? /
s%•.
1/
. •/7 j L...
• '.
':.:-
•1 .'
t al
am 5-
'ii 14 rI1!1
bebouwing — inventarisatie
73
bebouwing - analyse
wegen en spoorlijnen Het wegennet is verschillend van maaswijdte. In de woonwijken Oude Noorden, Crooswijk, Schiebroek en Hillegersberg is het wegennet fijnmazig. In het noordelijk gedeelte van dit deelgebied is het wegennet grofmazig. Dit is ook te zien in het aantal aftakkingen aan de hoofdwegen. Aan de A20 liggen twee open afritten: Schieplein en Crooswijk. Aan het Schieplein is de stadsas van Rotterdam gekoppeld. De A20 wordt ongelijkvloers gekruisd door twee noordzuid lopende wegen: de Rozenlaan en de Bergweg/Straatweg. Zij vormen de verbinding tussen de wijken Oude Noorden-Crooswijk en SchiebroekHillegersberg. Opvallende wegen in het noordelijk gedeelte van dit deelgebied zijn de N209, de Wilderse Kade en de Boterdorpse Weg. Parallel aan de A20 ligt de spoorlijn Rotterdam-Gouda. Parallel aan de stadsas ligt de Hofpleinspoorlijn. Deze verbindt Rotterdam met Den Haag (11,12).
autosnelweg _j weg van regionaal belang
1 1 -1 74
------
lokale weg aftakking spoorlijn
ec
-tiiO Ee-
I ILE E2&
--------wegen en spoorlijnen
-
inventarisatie
/
75
---
wegen en spoorlijnen
-
analyse
groengebieden In dit deelgebied liggen veel kleine groene snippers. Het betreft groene parkachtige zones in de woonwijken. Opvallend is dat er ten zuiden van de A20 nauwelijks groengebieden voorkomen. Alleen de begraafplaats Crooswijk heeft betekenis voor dit woongebied. Groengebieden van enig formaat zijn vooral te vinden aan de randen van Schiebroek en Hillegersberg. In het noordelijk gedeelte van dit deelgebied zijn vrijwel geen groengebieden, op een sportterrein tussen Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek na (11,12).
J4fl-fl I 0 D
sportterrein volkstuinen parkzone
1 begraafplaats 1111 parkachtig gebied 76
recreatiegebied
ueekgebieden
n 11 M11
~
S..'
1
tol maam SOW ••U•. •au' U•UL ....
-
'11
vil
çjIIII'
-
I
MLW
01 groengebieden
-
inventarisatie
77
groengebieden
-
analyse
waterlopen Grote doorgaande waterlopen zijn de Rotte en het Noorderkanaal. De Rotte kruist de A20. Het Noorderkanaal ligt parallel aan de A20 en buigt na de kruising met de Rotte af in zuidelijke richting. In de woonwijken Schiebroek en Hillegersberg vallen de singelpatronen en de Bergsche Plassen op. In het noordelijk gedeelte van dit deelgebied zijn de Vaart langs het lint van Hillegersberg naar Bergschenhoek, de Rodenrijsche Vaart en de Klapwijkse vaart zichtbaar. Daarnaast liggen in dit noordelijke gedeelte kleine waterbekkens ten behoeve van de glastuinbouw (11,12).
78
1
water
en v4APzr
4b
t.. 4
.
/
/ L /
----'---, _ ..
/
j1r4-
1
w ie
1
water - inventarisatie
water - ana'yse
6.4 deelgebied Rottewig functies In het deelgebied Rottewig vormt de T-aansluiting van A20 en A16 de scheiding tussen verschillende gebieden waarin één functie domineert. In het zuidwesten ligt een onderdeel van de Rottewig: het Kralingsche Bosch met de grote Kralingsche Plas. Ten zuiden hiervan ligt de woonwijk Kralingen. Tussen bos en A20 liggen enkele kleine bedrijventerreinen. Ten noorden van de T-aansluiting liggen een aantal agrarische enciaves langs de Rotte. Aan de overzijde ligt de rand van Hillegersberg. Verder noordelijk liggen andere onderdelen van de Rottewig: het Hoge en Lage Bergsche Bosch. In het noordoosten ligt de woonwijk Ommoord. Ten oosten van de A16 ligt de woonwijk Het Lage Land, geflankeerd door enkel kleine bedrijventerreinen (11,12).
80
m
agrarisch grondgebruik
functies
81
bebouwing In dit deelgebied zijn grote afzonderlijke bebouwingsgebieden te onderscheiden. De woonwijken Crooswijk en Kralingen worden gedomineerd door gesloten bouwbiokken. De woonwijk Hillegersberg bestaat hoofdzakelijk uit laagbouw en gestapelde bebouwing. Dit geldt ook voor de wijken Ommoord en Het Lage Land. Aan de A20 bevinden zich een aantal bedrijventerreinen met grootschalige verspreide bebouwing. Opvallend is de lintbebouwing langs de Rotte. Ter hoogte van Terbregge loopt de lintbebouwing door tot aan de A20 (11,12).
grootschalige verspreide bebouwing 82
lintbebouwing
ru
,
% •1 :•• S..,
' .
..
:
.. ..,
1
•-:
- . . . SS1
_ :_'ii
1
':
::II7J•
•?
• , .•••
,
000000~ ik
;:;. . <'<;. , i
/•
.>
•1 11ttt:*, ,
!
OMNIOCXP
t' t ,
% % .- -....
41
1." L:::_. ,
'::::
S ••: . :
'% .'S
.
•,
•
t'% \
N
...' . • A .. .
- ..
..
'
t. .
*
•
..
.
:.
--..
lo
r
..
...
* ..
S
ril
. AM
• iûrr#'
Ril
bebouwing
-
inventarisatie
1 83
bebouwing
-
analyse
wegen en spoorlijnen Het wegennet is in dit deelgebied verschillend van maaswijdte. Een fijnmazig wegennet is zichtbaar in alle woonwijken. Dit is ook te zien aan de hand van het aantal aftakkingen van de hoofdwegen. In en om de grote groengebieden en plassen is het wegennet zeer grofmazig. Hier zijn slechts enkele wegen aanwezig. De A20 wordt door twee hoofdwegen ongelijkvloers gekruisd. Het zijn de belangrijke verbindingen van Hillegersberg met de stad Rotterdam. Een route langs de Rotte kruist de A20 ter hoogte van de af- en oprit Crooswijk. Deze route heeft een belangrijke recreatieve functie voor fietsers van en naar de recreatiegebieden langs de Rotte. De spoorlijn Rotterdam-Gouda loopt parallel aan de A20. Ten Oosten van de op- en afrit Crooswijk kruisen spoorlijn en snelweg elkaar (11,12).
j
autosnelweg weg van regionaal belang
—1 84
lokale weg
I-----,i:---I
aftakking
f-----1
spoorlijn
wegen en spoorwegen - inventarisatie
85
wegen en spoorlijnen - ana'yse
çjroengebieden In het deelgebied Rottewig zijn enkele grote groengebieden te herkennen: het Hoge en Lage Bergsche Bosch en het Kralingsche Bosch. Het Lage Bergsche Bosch heeft een groen uitloper langs de Rotte. Het Lage Bergsche Bosch en het Kralingsche Bosch hebben hoofdzakelijk een parkfunctie. De randen van het Kralingsche Bosch worden gekenmerkt door recreatieve enciaves. Het Hoge Bergsche Bosch heeft een recreatieve functie (11,12).
1.......
sportterrein i Iuu••j volkstuinen parkzone begraafplaats parkachtig gebied 86
t 11
recreatiegebied
cieelgeffieden 4O +4E
zH
0 151.
WR> 4i
a.
4
I.S.US
4
b
S
C51 :1
*w
-. f1 I1E 'c5CH
141-175
1
1 groengebieden
-
inventarisatie
87
groengebieden
-
analyse
waterlopen Grote doorgaande waterlopen zijn de Rotte en het Noorderkanaal. De Rotte kruist de A20. Het Noorderkanaal ligt parallel aan de A20 en buigt na de kruising met de Rotte af in zuidelijke richting. In dit deelgebied vallen enkele grote plassen op: de Kralingsche Plas, de Bergsche Plassen en de plassen van het Hoge en Lage Bergsche Bosch (11,12).
88
F )7 ) —
water
HO(i &9HE 'OH c
'1~7
RomE
>5'
e©J/
i
water
-
inventarisatie
89
water
-
analyse
de omgeving van de 13120 De bestaande snelwegen A13 en A20 (13120) gaan hoofdzakelijk door het verstedelijkte gebied van Rotterdam. Rijdend op de A13 wordt eerst de wijdsheid van Polder Schieveen ervaren. De plasjes ten noorden van Overschie vormen een schaalverkleinende opmaat voor de stad. Daar waar de automobilist eenmaal de woonwijk Overschie binnenrijdt is de stad zeer dichtbij. Geluidsschermen beperken zijn zicht tot dat van de krappe snelweg tot aan de apotheose van de ingewikkeldste spaghetti-knoop van Nederland: het Kleinpolderplein. Eenmaal op de A20 wordt het beeld bepaald door een groene omgeving, waarin allerlei activiteiten verscholen liggen. De woonboten aan het Noorderkanaal en de bebouwingsranden van het Oude Noorden zijn slechts zo nu en dan zichtbaar. Na de kruisingen met het Schieplein, de Hofpleinspoorlijn en de Rozenlaan ontvouwd zich het zicht op het Rotterdamse Las Vegas van Radio Correct, Breur en andere bedrijven. Na de op- en afrit Crooswijk wordt onopvallend de Rotte gepasseerd en maakt de A20 ineens een s-bocht. De kruising met het spoor is even zichtbaar, waarna de blik van de automobilist zich door de groene randen, de geluidswal en de geluidsschermen richt op de snelweg en het naderende Terbregseplein. Na het knooppunt veranderd het beeld van de A20 in een snelweg begeleid door bomenrijen. Wordt gekozen voor de A16 richting de Van Brienenoordbrug dan valt de breedte van de snelweg en de grote stromen auto's en vrachtwagens op. De groene randen van de uitlopers van het Kralingsche Bos en de Bricorschermen zijn voor de automobilist slechts een decor in de brede verkeersstroom (11,12).
90
7
view f rom the road
zt df
••lI.
.
.
j4:i/
A
zal
.'....
.'\
\>i2
\
\\
42
:-v-
\ x 1' «
:*
\\
—
) /
/
-
--
7
*C\ \
N>/
\. \
/ ,
1
\
view from the road
-
inventarisatie
91
--\
TXft
'L.
£1.
rli profielen A131A20
92
1 view om tne road
=e. 11 9
—
kvipm T.
ii
10. 93
de omgeving van de 16113 De mogelijk toekomstige snelweg tussen de A16 en A13 (16/13) zal door een gebied gaan waarin nog vele ontwikkelingsrichtingen mogelijk zijn. Omdat dat toekomstbeeld nog onduidelijk is zal een beeld van de toekomstige 16113 in de huidige situatie worden geschetst. De wijdsheid van Polder Schieveen blijft voor de automobilist ervaarbaar in de bocht van de A13 naar de 16113. Uiteindelijk op de Doenkade zal vliegveld Zestienhoven zijn aandacht gaan opeisen met zijn langerekte startbanen. Na het passeren van de lintbebouwing van de Oude Bovendijk vernauwd het open polderlandschap zich. Het dichtbebouwde lint met kassencomplexen aan de Rodenrijsche Vaart wordt zichtbaar en de stadsas en de Hofpleinspoorlijn worden ongelijkvloers gekruisd. De automobilist ziet de groene rand van Schiebroek en snelt verder door het open polderland. Na de kruising met de doorgaande route naar Hillegersberg zijn er twee fictieve routes mogelijk: Lage Bergsche Bosch-Noord en Lage Bergsche Bosch-Zuid. De noordelijke route kruist het bebouwingslint tussen Hillegersberg en Bergschenhoek en voert langs de rand van het Lage Bergsche Bosch. Hier ervaart de automobilist de dichte bosrand en de wijdsheid van de aangrenzende polder. In de flauwe bocht ziet hij de skiberg van het Hoge Bergsche Bosch opdoemen als een wereldvreemd object met Witte borstelbanen en demmersbanen. Tussen beide parken overheerst een dicht en bebost parkbeeld. Dit beeld verandert abrupt bij de kruising van de Rotte. De zuidelijke route kruist het bebouwingslint tussen Hillegersberg en Bergschenhoek en ligt op de grens van Hillegersberg en het Lage Bergsche Bosch. Hier ervaart de automobilist de beboste rand van het park met doorkijken naar ligweiden en waterpartijen. Tevens wordt de nabijheid van de woonbebouwing Hillegersberg voelbaar. Dit beeld wordt compleet anders na de kruising met de Rotte. De agrarische enclave van Terbregge wordt doorsneden en de hoge bebouwing van Ommoord komt in zicht. Na de kruising met één van de hoofdonsluitingswegen van Ommoord nadert de automobilist het eindpunt van de toekomstige 16113: het Terbregseplein (11,12).
ui
k4ïiJiÏTi*I
\Ç2 \3
S'
0>
PI
94y, 79
4'
- y Alk
•
) 'ç_ ) :
op
1
>2
view from the road - analyse
95
1.
.3.
1.
ç.
1 profielen 16113
96
view f rom thew, road
1
Lu c'(. 97
knooppunten en kruisingen In the 'view from the road' beleving bepalen de hoeveelheid knooppunten en kruisingen vaak de complexiteit van het beeld. De A13 heeft een eenduidig wegbeeld. De A13 kruist alle knooppunten en kruisingen ongelijkvloers. De A20 heeft een complexer wegbeeld. Vooral tussen Kleinpolderplein en de op- en afrit Crooswijk leveren de vele knooppunten en kruisingen een complex wegbeeld op. Tot Terbregseplein is het beeld A20 aanzienlijk rustiger. Ten Zuiden van Terbregseplein kruist de Â16 de nodige stadswegen. Hier ligt de A16 hoog zodat het wegbeeld continu is. De mogelijk toekomstige 16113 heeft een relatief rustig wegbeeld, omdat er slechts knooppunten en kruisingen zijn tussen de Oude Bovendijk en de Bergweg-Zuid (11,12).
98
view trom the road
knooppunten + tekeningen
99
bijlage A literatuurlijst
• Rotterdam verstedelijkt landschap, Frits Palmboom, Rotterdam, 1987
• Thematische studie geluidsbeperkende voorzieningen A15:eindrapportage, VHP Stedebouwkundigen+Arch itekten+ Landschapsarchitekten i.o.v. Rijks-waterstaat, directie Zuidholland, april 1997
• Stadstimmeren, gemeente Rotterdam, 1990 • Projectnota Rijksweg Noordrand Rotterdam: Deelrapport nr. 4 analyse rijksweg 13 en omgeving, Zandvoort Ordening en Advies, i.o.v. projectorganisatie IPNR, gemeente Rotterdam, januari 1991 • Milieu Effect Rapport IPNR: deelrapport nr. 12 Natuur en Landschap: mensgebonden aspecten, 0D205 i.o.v. projectorganisatie IPNR, gemeente Rotterdam, april 1991 • Milieu Effect Rapport IPNR: deelrapport nr. 11 Natuur en landschap : natuurgebonden aspecten, 0D205 i.o.v. projectorganisatie IPNR, gemeente Rotterdam, augustus 1991 • Structuurplan Noordrand Rotterdam: deelrapport nr. 2 Facetnota groen, projectbureau Noordrand Rotterdam i.o.v. projectorganisatie IPNR, gemeente Rotterdam, oktober 1991 • Landschap en verstedelijking tussen Den Haag en Rotterdam: ruimtelijke analyse en ontwerpvoorstellen, Dienst Stadsontwikkeling, gemeente Rotterdam, mei 1990
• Voorzieningenatlas stadsregio Rotterdam, dienst Stedebouw + Volkshuisves-ting, gemeente Rotterdam, mei 1997 • Ruimtelijke optimalisatie RW 16113 Werkboek Atelier A20, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting, Rijkswaterstaat mei 1997 • Richtlijnen voor de trajectnotalM ER Rijksweg 16113120 Terbregseplein-Kleinpolderplein, Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer, mei 1997 • Ruimtelijke optimalisatie RW 16113 Werkboek Atelier A 16113 II, Diverse auteurs, juni 1997 • Ruimtelijke optimalisatie 16113 Werkboek Atelier A16/13, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting, Rijkswaterstaat, juni 1997 • Minimeer RW 16113 Een kwalitatieve effectvergelijking van varianten, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland, augustus 1997
• Regionaal verkeers- en vervoersplan, stadsregio Rottedam, 28 juni 1995 Asfalt: Automobiliteit in de rotterdamse stedebouw, Michelle Provoost, Rotterdam, 1996
• Haalbaarheidsstudie overdekte Rijksweg 20113, de Weger Adviesgroep, augustus 1997 • Geluidsschermen Ruit Rotterdam A20, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting i.o.v. Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, maart 1996
• Notitie Ruimtelijke Optimalisatie RW 16113, samenwerking tussen Rijkswaterstaat, gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en de Nederlandse Spoorwegen, augustus 1997
•Streekplan Rijnmond: interin beleidsnota 1996, Provinciale staten van Zuid-Holland, juni 1996 • Checklist en leidraad voor de landschappelijke inpassing van hoofdwegen, Grontmij, juli 1996 • Startnotitie M ER nieuwe inrichting Rotterdam Airport, N.V. Luchthaven Schiphol, december 1996
• Tracé/MER studie Rijksweg 16113 Document beslis 2A: globaal uitgewerkte alternatieven en varianten - rapport- , Rijkswaterstaat , directie Zuid-Holland, december 1997 • Tracé/MER studie Rijksweg 16113 Document beslis 2A: globaal uitgewerkte alternatieven en varianten - bijlage 5:figurenbundel-, Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, december 1997
• Atlas A16113 en A20 deel 1, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting, maart 1997 • De atlas A16113 en A20 deel 1, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting, maart 1997
• Tracé/MER-studie Rijksweg 16113 Deelonderzoek Ruimtelijke Ordening: Eindrapport, Zandvoort Ordening en Advies i.o.v. Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland, april 1998
• De provinciale weg, Diverse auteurs, april 1997
• De atlas Rijksweg A13116 deel II, dienst Stedebouw + Volkshuisvesting
• Thematische studie geluidsbeperkende voorzieningen A20:eindrapportage, VH P Stedebouwkundigen+Architekten+Landschapsarchitekten i.o.v. Rijks-waterstaat, directie Zuidholland, april 1997
• De atlas: Overschie en Centrum Noord Schiebroek en Hillegersberg De Noordrand, Ambtelijk product van de gemeente Rotterdam
101
bijlage B kaartmateriaal 1 Kaartbeelden regionale context: topografische kaarten schaal 1:50.000, Topografische Dienst Emmen (30 oostJ1995, 31 west/1993, 37 westI1993, 37 oost/1993 en 38 westJ1996) 2 Kaartbeeld 1660: kaart van het Hoogheemraadschap van Schieland, Jan Jansz., Stampioen, Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam 3 Kaartbeeld 1770: kaart van Schieland en de Krimpenerwaard, Isaak Trition, Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam 4 Kaartbeeld 1850: kaart van Rotterdam en omstreken, F.H. Görlitz, Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam 5 Kaartbeeld 1940: topografische kaarten 1:25.000, Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam 6 Kaartbeeld 1970: topografische kaarten 1:25.000, Gemeentelijke Arch iefdienst Rotterdam 7 Kaartbeeld 1995: topografische kaarten 1:25.000, Topografische Dienst Emmen 8 Kaartbeelden structuur: topografische kaarten schaal 1:25.000, Topografische Dienst Emmen (37E, 37F, 37G en 37H van 1995) 9 Kaartbeelden huidige situatie 1995: kaart Ruimtelijke Ordening huidige situatie (1996), Grontmij, 19 november 1997. Geactualiseerd met Deelonderzoek Ruimtelijke Ordening (april 1998) 10 Kaartbeelden autonome ontwikkeling 2010: kaart Ruimtelijke Ordening autonome ontwikkeling (2010), Grontmij, 19 november 1997. Geactualiseerd met deelonderzoek Ruimtelijke Ordening (april 1998). 11 Kaartbeelden deelgebieden: topografische kaarten 1:25.000, Topografische Dienst Emmen (37E, 37F, 37G en 37H van 1995) 12 Kaartbeelden deelgebieden: digitale luchtfoto's, Topografische Dienst Emmen
103