Innoveren leidt tot veranderingen. Door veranderingen ontstaat spanning. Zeker als huidige werkwijzen afgeschaft worden en financiële stromen wijzigen. Durf de eigen positie ter discussie te stellen ten bate van het gemeenschappelijk geformuleerde doel. Muurling zag veel in het verbinden van de kennis uit de sectoren zorg en multimedia. “Pas dan hebben we een echte vernieuwing.” Ten aanzien van de casesmanagers, de ketenregisseurs of loketten wees hij erop dat deze aanspreekpunten voor ouderen ook de bevoegdheid moesten krijgen om de zorg daadwerkelijk te kunnen organiseren en in te kunnen grijpen als deze organisaties de zorg niet leveren.
KOZ AMC Nieuwsbrief nr. 5, september 2010
Inhoudsopgave Programmagroep 23 september enthousiast over de toekomst ZonMw evaluatie KOZ netwerk
blz. 1 blz. 2
Tweede themabijeenkomst voor ouderen op 25 juni 2010
blz. 2
Klankbordgroepen van start
blz. 3
Belangstelling voor klankbordgroepen?
blz. 4
Vijfde subsidieronde NPO
blz. 4
Gehonoreerde projecten vierde ronde
blz. 5
Monitoring vanuit ouderen perspectief
blz. 5
FIT: afronding fase 1, start fase 2
blz. 6
Voortgang T2
blz. 6
Voortgang Passen en Meten
blz. 6
Voortgang ICOVE
blz. 7
Evaluatie KOZ netwerk
blz. 7
Nieuwtjes
blz. 7
Na de pauze vormden de aanwezige partners groepjes waarin ze de opbrengst van 2,5 jaar KOZ evalueerden. Samengevat waren de aanwezigen blij met de inhoudelijk kennisuitwisseling; met het onderling contact; het feit dat men nu wist wie men was en wat andere partijen deden; het gezamenlijke geformuleerde doel; het feit dat er projecten van de grond waren gekomen die anders nooit hadden bestaan… Veel partijen waren ook blij met het directe contact met de ouderen zelf. De groepjes stelden adviezen op voor de borging en de versterking van de samenwerking. Deze verschilden van: meer in kleinere groepjes specifieke onderwerpen aanpakken, meer wijkgericht werken of de zorgpakketten meer toespitsen op de verschillende leeftijdscategorieën, tot meer gemeenten, woningbouw corporaties en zorgverzekeraars bij het netwerk betrekken om ook via dit platvorm de innovaties te kunnen implementeren.
Programmagroep 23 september enthousiast over de toekomst De bijeenkomst van de programmagroep stond in het teken van de toekomst en de borging van het netwerk. De heer Jan Muurling, directeur Huisartsopleiding Nederland, hield een helder betoog over het ontwikkelen en in stand houden van netwerken in de ouderenzorg. Belangrijke boodschappen daarbij waren: (1) leden van een netwerk zijn wederzijds afhankelijk, (2) zij kunnen het gemeenschappelijk doel niet bereiken als ze niet met elkaar samenwerken. (3) Onderling vertrouwen is een voorwaarde voor een effectief netwerk. (4) Waardeer elkaar om het resultaat. Zijn advies: organiseer de zorg rond de vraag van de cliënt en stel afhankelijk van de voorkeur van de cliënt zorgpakketten samen.
Samen met de evaluatie van het KOZ netwerk binnen het AMC en de eisen die Zonmw stelt voor de vijfde ronde zullen deze adviezen uitmonden in een plan dat op 16 november moet worden ingediend bij ZonMw. Wordt vervolgd dus.
Een kennisintensief netwerk als het KOZ zou moeten insteken op permanent innoveren. Permitteer jezelf dan een soepele interpretatie van de wet, dat geeft je ruimte om te experimenteren.
NB: de powerpointpresentatie van de heer Muurling is te vinden op de KOZ website. -1-
ZonMw evaluatie KOZ netwerk
Tweede themabijeenkomst voor ouderen op 25 juni 2010
Op 16 september bezocht een delegatie van de programmacomissie van het Nationaal Programma Ouderenzorg van ZonMw het AMC om uit de eerste hand te vernemen hoe het KOZ netwerk functioneert. Ook liet men zich uitvoerig informeren over de vorderingen van twee van de drie transitie experimenten en de mate waarin de ouderen aan het netwerk deelnemen.
Op vrijdagmiddag 25 juni waren zo’n 80 ouderen aanwezig bij de thema bijeenkomst “WMO, AWBZ en Zorgverzekeringswet, van politiek debat naar maatschappelijke invulling”. In de contacten met ouderen bleek dit onderwerp erg te leven. Vooral door de veranderingen van de laatste tijd en de te verwachten bezuinigingen. Voorafgaand aan het politieke debat werden daarom eerst (1) de laatste ontwikkelingen op het gebied van de WMO geschetst, (2) de veranderende rol van de verzekeraar toegelicht, (3) het belang van de eigen regie van de ouderen benadrukt en tot slot (4) het begrip uitburgeren (anticiperen op het ouder worden) uit de doeken gedaan..
Naast het inhoudelijk bureau waren alle projectleiders, afgevaardigden van de concernstaf patiëntenzorg (medisch directeur en adjunct-directeur transmurale zorg), voorzitter van de Raad van Bestuur van het AMC, divisievoorzitter en andere betrokkenen van het AMC, directeur van de Gezondheidscentra in Zuidoost, vertegenwoordiger van AGIS, Ouderenvertegenwoordiger en afvaardiging van de Huisartsenvereniging van Alkmaar (HONK), aanwezig.
Suzanne Konijnendijk van de Vereniging Nederlandse Gemeenten schetste het “kantelende proces” waarin gemeenten zich bevinden bij de uitvoering van de WMO. Concreet betekent dit dat gemeenten niet langer een houding hebben van “u hebt recht op de volgende voorziening" maar veel meer: vragen "wat zou u als oudere nodig hebben om hetgeen te bereiken wat u wilt". Een gemeente ambtenaar gaat met de oudere aan de keukentafel bespreken wat hij/zij zou willen doen, zou willen bereiken, welke bijdrage men zelf of diens netwerk kan leveren en bij welke onderdeel ondersteuning van de gemeente nodig is.
De delegatie was onder de indruk van het enthousiasme binnen het netwerk en de daadkracht waarmee de zaken zijn opgezet. Men vond de materie “gigantisch complex” en hoopt dat de uitkomsten van de transitievoorstellen geborgd konden worden bij succes. Ze waren benieuwd naar de activiteiten van de werkgroep bekostigingsvraagstukken. Men was vooral ook blij met de enthousiaste houding van zorgverzekeraar AGIS. De ZonMw delegatie vatte de dag samen met “onder de indruk” en “inspirerend!” Regioplan In een later stadium zal Regioplan (een bureau dat door ZonMw gecontracteerd is om een objectieve evaluatie te houden) met een bredere doelgroep in contact treden. Regioplan spreekt o.a. met projectleiders, netwerkpartners, organisaties die (nog) geen lid zijn van het netwerk en deelnemende ouderen (organisaties). Regioplan wil graag antwoord op de volgende vragen: hoe het netwerk loopt, wat de ervaringen zijn van de betreffende partner, welke resultaten men van het netwerk verwacht, in welke mate de verschillende partijen en vooral de ouderen en mantelzorgers binnen het netwerk participeren, hoe zij de borging van het netwerk zien en hoe zij de inspraak van de ouderen ervaren.
Barend van Dijk vertegenwoordigde AGIS en liet aan de hand van demografische gegevens zien hoe de zorgvraag veranderd is en in de toekomst ook weer anders zal zijn in onze regio. Ook schetste hij hoe de zorgverzekeraar AGIS deze veranderingen ziet in de zorg voor kwetsbare cliënten.
Begin oktober worden de kandidaten benaderd door Regioplan. Medio oktober vinden de (groeps) gesprekken plaats. Eind november wordt de rapportage verwacht.
Lieneke Verkooijen lector van de Health School Almere ging in op de eigen regie. Zij liet zien dat ouderen te allen tijde de regie over de invulling van hun leven zelf kunnen houden. Hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn soms, mensen beschikken over eigen kracht, om het leven in te richten zoals zij dat graag willen. Het gevoel nergens meer invloed op uit te kunnen oefenen, en je afhankelijk te stellen van je omgeving, heeft vaak geen positieve invloed op iemands welzijnsbeleving. -2-
Bert Keizer liet op een luchtige manier zien dat een oriëntatie op de dood geen afschrikwekkend proces is. Vergelijk je sterven met bevallen dan worden de toekomstige jonge ouders op vele wijzen voorbereid op de onvermijdelijke gebeurtenis. T.a.v. de dood zou dat ook kunnen: Een verplichte cursus ‘uitburgeren’ voor iedereen. Vaste onderwerpen: euthanasie, palliatieve sedatie, versterven, zelfgekozen levenseinde, het ter beschikking stellen het lichaam, transplantatie van weefsel en organen e.d. Vanuit zijn professie (verpleeghuisarts, specialist ouderengeneeskunde) heeft hij gezien welke gevolgen het ingrijpen in het proces van ouder worden kan hebben. Ouderen zelf zijn vaak niet goed voorbereid op deze gevolgen. Hij hield een pleidooi om dit beter bespreekbaar te maken.
Klankbordgroepen van start Op vrijdag 3 september klankbordgroepen bijeen.
2010
kwamen
twee
Ochtendsessie ‘s Ochtends boog een groep deskundige ouderen zich over de vraag welke onderwerpen er tijdens het huisbezoek van de transitie coach aan de zojuist uit het ziekenhuis ontslagen oudere, aan de orde moeten komen. Transitie coaches zijn wijkverpleegkundigen op HBO niveau die de overgang tussen het ziekenhuis en de thuissituatie begeleiden. Zij komen na ontslag nog 6 maal bij de patiënt thuis om ervoor te zorgen dat de benodigde zorg ook daadwerkelijk geboden wordt. Daarnaast let de transitie coach op de woonomstandigheden, de financiële situatie en het sociale netwerk. De klankbordgroep splitste zich op in kleine groepjes. Er werden goede gesprekken gevoerd, resulterend in waardevolle bijdragen. De adviezen worden samengevoegd en als een concept voorstel teruggekoppeld met de klankbordgroep.
Politiek debat Voorafgaand aan het politieke debat hadden ouderen uit Noord Holland, Flevoland en het Amsterdamse vragen ingediend. De vragen concentreerden zich rond de volgende onderwerpen: Een scherpe scheiding of samensmelting tussen WMO en AWBZ? Waarom geen één grote volksverzekering voor ouderen? Of de kanteling toch niet een vorm van bezuiniging was, wie bepaalt hoe lang een oudere zelfstandig kan blijven wonen en hoe er gedacht werd over mantelzorgwoningen. Waarom wordt het mantelzorgcompliment alleen toegekend aan mantelzorgers van CIZ geïndiceerden? Er volgde een levendig debat met de wethouders Zorg van Amsterdam (dhr. E. v.d. Burg) , Alkmaar (dhr. W. v Veen), Purmerend (mw. M. Keijzer), Lelystad (mw. M. Jacobs), Diemen (dhr. R. Grondel), gedeputeerde van Noord Holland (dhr. R. Meerhof) en Tweede Kamerlid mw. A. Wolbert. Het was een lange, informatieve, opiniërende maar bovenal inspirerende middag!
Middagsessie ‘s Middags ging het bij de klankbordgroep Toolkit meer om deskundigheidsbevordering rondom de thema’s vallen, eenzaamheid en ouderenmishandeling. Zo’n 20 ouderen werden verdeeld over drie groepen. Na een toelichting op het onderwerp werd er uitvoerig stil gestaan bij de vraag wat ouderen zelf kunnen doen ter voorkoming van de problemen. Bij vallen kunnen ouderen zorgen voor voldoende lichaamsbeweging, een loopmiddel als lopen wat minder gemakkelijk gaat, goed schoeisel, letten op het gebruik van medicijnen, en ter voorkoming van struikelen letten op de veiligheid in en om het huis, regelmatig het gezichtsvermogen laten controleren en zich laten aansluiten op een alarmeringscircuit. Ook is het goed om te weten hoe je het beste weer op kunt staan na een val.
Het gehele programma, een verslag en binnenkort een fotoreportage zijn te vinden op onze website.
Bij ouderenmishandeling ging het vooral om de te volgen procedures bij het vermoeden van ouderenmishandeling. Belangrijk is dat de vermoedens niet bij één persoon blijven maar besproken en feitelijk getoetst kunnen worden. Uiteindelijk mondt dit uit in een gesprek met de oudere zelf en de mantelzorger. Ter voorkoming van ouderenmishandeling is het belangrijk dat ouderen niet te veel van één persoon afhankelijk worden wat hun zorg en sociale contacten betreft. Omdat ouderenmishandeling ook vaak voorkomt uit overbelasting van de mantelzorger is adequate mantelzorgondersteuning, respijtzorg en dagopvang van groot belang. Daarnaast werkt kennis van de oorzaken en de gevolgen van ouderenmishandeling ook vaak preventief. Bij eenzaamheid werd vooral veel belang gehecht aan de herkenning van symptomen van eenzaamheid bij ouderen door naasten en andere mensen die bij -3-
Werkgroepen Een werkgroep bestaat uit wetenschappers, professionals en ouderen die allen expertise of ervaring hebben met het onderwerp. Als werkgroeplid levert u een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van het product, dit is meer dan alleen u mening geven. U wordt gedurende een aantal maanden een of meer malen geraadpleegd om mee te denken over het onderwerp.
ouderen over de vloer komen. Het is onwaarschijnlijk dat eenzame ouderen zelf het initiatief zullen nemen om hulp te zoeken of deel te gaan nemen aan sociale activiteiten. Een centraal meldpunt waar mensen terecht kunnen, zou hierbij veel helpen. Bij eenzaamheid gaat het niet om de grootte van het sociale netwerk of de frequentie van sociale contacten maar om de persoonlijke ervaring en (on)tevredenheid over de sociale situatie door de betrokken persoon zelf. De resultaten van de bijdragen worden in het najaar gepubliceerd op een speciale website.
Verschil klankbordgroep en werkgroep Het verschil tussen een klankbord en een werkgroep ligt in het delen van ervaringen of gefundeerde meningen over een specifiek onderwerp (in de klankbordgroep) en het actief meedenken, mee ontwikkelen, mee schrijven en mee beoordelen van de verschillende onderdelen van het project (in de werkgroep).
Belangstelling voor deelname aan klankbordgroepen?
Voor aanmeldingen kunt u het aanmeldingsformulier downloaden op de site: www.kozamc.nl of een e-mail sturen naar
[email protected].
De KOZ zoekt nog steeds actieve en betrokken ouderen die vanuit cliënt perspectief mee willen denken over de invulling en uitvoering van de door ZonMw goedgekeurde projecten. Voor de volgende projecten worden klankbordgroepen gevormd. (1) Functie behoud in transitie. In dit transitie experiment worden ouderen met een verhoogd risico op functie verlies met behulp van een screeningsinstrument systematisch opgespoord. Vervolgens worden deze patiënten begeleid met intensieve preventieve interventies zodat het niveau van functioneren en de zelfredzaamheid behouden blijven. (2) Transmurale zorgbrug T2. Hierbij gaat het om het systematisch opsporen van kwetsbare ouderen tijdens ziekenhuisopname en hen verder m.b.v. een transitiecoach begeleiden in de thuissituatie zodat functieverlies beperkt of voorkomen kan worden. (3) ICOVE (ICT ondersteuning voor huisarts) (4) Allochtone ouderen (5) Dementie (6) Passen en Meten (nieuwe wijze van indicatie stelling; niet alleen op basis van fysiek functioneren maar ook op basis van wel of niet aanwezige omgevingsfactoren).
Programmagroep
Doelgroepenpanel
Themagroep Acute zorg Projectgroep T1 Projectgroep T2
werkgroep klankbordgroep werkgroep klankbordgroep werkgroep
Projectgroep ICOVE
klankbordgroep
Projectgroep MAPLE
klankbordgroep
Projectgroep Passen en meten
klankbordgroep
Themagroep Allochtone ouderen Projectgroep T3/O3/MDS
klankbordgroep
Themagroep Dementie Projectgroep T4
klankbordgroep
Vijfde subsidieronde NPO
Meld u aan! Wij nodigen u van harte uit deel te nemen aan de klankbordgroepen. Er zijn voor elk project ook werkgroepen waarin u kunt participeren.
De vijfde subsidieronde richt zich op de implementatie van de resultaten van de projecten en de uitbreiding en borging van het netwerk. Het is de bedoeling dat de netwerken over anderhalf jaar, wanneer het NPO afloopt, een landelijke dekking hebben, dat zij blijven voortbestaan en dat de resultaten zoveel mogelijk landelijk geïmplementeerd zullen worden. Daartoe zouden de netwerken goed, lees meer, met elkaar moeten samenwerken. ZonMw vraagt dan ook om kennisdeling en ervaringsuitwisselingen tussen netwerken. Alleen op deze manier kunnen bouwstenen ontwikkeld worden die leiden tot een landelijk programma van eisen voor zorg en welzijn voor ouderen met complexe problematiek. Dat laatste is als resultaat van het NPO gedefinieerd in de notitie “bewegingen in de zorg voor kwetsbare ouderen” (U kunt deze notitie vinden op onze website www.kozamc.nl onder Nieuws).
Klankbordgroepen Het voornaamste doel van de klankbordgroep is het monitoren van de ontwikkeling en uitvoer van het onderzoek vanuit het perspectief van de oudere. Worden de knelpunten zoals deze door de ouderen zijn geformuleerd, goed uitgewerkt in de uitvoeringsfase? Sluit de uitvoering aan bij de beleving van de ouderen? Worden er zaken over het hoofd gezien? Waar lopen de ouderen bij de voorliggende werkwijze tegenaan? Dat zijn voorbeelden van vragen waar u als lid van de klankbordgroep antwoorden op zou kunnen geven. Deze antwoorden zijn voor de onderzoekers zeer waardevol; ze geven richting aan het onderzoek en houden het project voor ouderen “op koers”. -4-
De bouwstenen voor het landelijk programma van eisen zijn voorlopig gerangschikt langs vijf lijnen: (1) Laagdrempelige screening, vroegtijdige signalering van gezondheidsrisico’s; (2) Bredere eerstelijnszorg met een sterke rol voor de verpleegkundige bij de begeleiding van chronische ziekten; (3) Een integrale aanpak van behandeling bij ouderen met meerdere chronische zieken of aandoeningen tegelijk; (4) Versterking van herstelgerichte zorg voor ouderen met chronische aandoeningen die medische ingrepen ondergaan; (5) Beter toerusten van ouderen voor succesvol omgaan met beperkingen die niet meer overgaan.
Monitoring vanuit ouderen perspectief Vanuit het Nationaal Programma Ouderen Zorg zijn 10 aandachtspunten geformuleerd waardoor ouderen een handreiking krijgen een project te monitoren. De aandachtspunten zijn: 1. De klant houdt de regie. Hij wordt gestimuleerd in zijn zelfredzaamheid, heeft vrije keuze in zorgaanbod, zorgen behandelmogelijkheden en zijn wensen worden vastgelegd en gerespecteerd. De klant en zijn klantsysteem zijn samenwerkingspartners bij het opstellen en uitvoeren van het zorgplan. 2. De klant en zijn/haar klantsysteem staat centraal. De behoefte van de klant wordt als uitgangspunt genomen en is het vertrekpunt voor de zorg. Belevingsgericht en vraaggestuurd werken staan centraal binnen het project. Er is aandacht voor het behoud van de eigenwaarde van de klant. Er wordt voldoende tijd genomen voor de klant. Het nastreven van een optimale kwaliteit van leven neemt een belangrijke plaats in. 3. Er vindt afstemming en samenwerking plaats tussen klant, mantelzorger en verschillende zorgdisciplines gedurende het hele traject. 4. Er is 1 hoofdcoördinator voor het hele behandel traject die alles tussen de zorgdisciplines coördineert en afstemt. 5. Familie en/of naastbetrokkenen worden optimaal bij de zorg betrokken (goed geïnformeerd gedurende het gehele traject, ook wat betreft aanvragen voor ondersteuning). 6. De communicatie en informatie richting de klant is doelmatig en effectief (op maat, schriftelijk, in begrijpbare taal, tijdig). 7. De benadering naar de klant is laagdrempelig (goede bereikbaarheid, één eindverantwoordelijke voor verschillende zorgdisciplines, zoveel mogelijk bezoeken op 1 dag of thuisbezoek). 8. De beoogde doelgroep (ouderen in kwetsbare positie) wordt bereikt met het project. Wordt de doelgroep via deze methode bereikt? Is de doelgroep goed omschreven? 9. Het project levert meerwaarde op voor de klant. Wat zijn de voordelen precies, is het helder voor de oudere wat zijn inspanningen opleveren? 10. Het project is praktisch bruikbaar. Heeft het draagvlak onder de verschillende zorgdisciplines. Is het financieel en inhoudelijk ingebed in de reguliere zorg na de projectperiode?
Gezamenlijk werken aan integrale zorg Het is de bedoeling dat de 8 verschillende Academische netwerken (waar de KOZ één van is) nu nog meer met elkaar gaan samenwerken op twee thema’s. In de praktijk zullen dat de thema’s zijn van de lopende transitie experimenten. Voor het AMC zijn dit vooral de FIT studie en de Transmurale Zorgbrug. Met welke netwerken en op welke wijze zal worden samengewerkt, is momenteel onderwerp van overweging en discussie. Indienen plannen ZonMw vraagt ons op 16 november twee plannen in te dienen. Eén voor de borging en de uitbreiding van het netwerk en één voor de toekomstige samenwerking met visie voor de toekomst en een implementatie strategie zodat er bouwstenen zijn voor het integrale zorgaanbod voor de periode 2015 - 2030.
Gehonoreerde projecten vierde ronde In de vierde ronde (februari 2010) heeft ZonMw een aantal projecten goedgekeurd, zij het onder voorwaarden: (1) allochtone ouderen (mits samenwerking met Utrecht), (2) ondersteuning jonge Marokkaanse mantelzorgers (mits de implementatie beter wordt uitgewerkt), (3) digitale WMO vragenlijst Almere (mits het transitie project een implementatie traject wordt, het onderzoek wetenschappelijk onderbouwd en het budget verkleind wordt). De volgende projecten zijn niet gehonoreerd: (1) Eenzaamheid ingediend door OOA, ATA en Cordaan, (2) Welzijnshuisbezoek ingediend door SBO-Noord Holland en de FOGO, (3) Thuis voelen door Publicarea, Cordaan en Evean (HRHH). Voor de afgewezen projecten is gezocht naar andere mogelijkheden voor financiering. Tot nu toe helaas nog zonder resultaat.
Voor een uitgebreide versie zie www.kozamc.nl.
Cordaan overweegt alsnog “thuisvoelen” met interne middelen implementeren. Helaas zal er dan geen wetenschappelijk onderzoek gedaan worden naar het resultaat van dit project dus naar de diverse effecten van de inspanningen. -5-
FIT: Afronding fase 1, start fase 2
Voortgang T2
In september 2010 gaat de tweede fase van de FIT studie van start. In de regio Alkmaar zullen 20 huisartspraktijken deelnemen en hun ‘kwetsbare oudere patiënten’ opgespoord worden met een screeningsinstrument, dat in de eerste fase is ontwikkeld en getest. Vervolgens zal een praktijkondersteuner op systematische wijze de problemen van de patiënt op fysiek, psychisch en sociaal terrein in kaart brengen. Hiervoor zal zij een ‘toolkit’ gebruiken; een bundel richtlijnen waarin aanbevelingen staan voor diagnostiek en behandeling voor problemen bij ouderen patiënten. In dit onderzoek is empowerment van de patiënt erg belangrijk. In overleg met de patiënt wordt een probleem gekozen dat belangrijk is voor de patiënt. De praktijkondersteuner maakt voor dit probleem een zorgen behandelplan. De praktijkondersteuner zal in overleg met de huisarts de zorg voor de kwetsbare oudere patiënt coördineren.
De afgelopen maanden is een start gemaakt met de transmurale zorgbrug in de AMC regio. In eerste instantie is er proefgedraaid om de hele zorgketen uit te testen. Dat betekent ook dat er een invulling is geven aan de taken van de transitiecoaches. De kinderziekten zijn uit het zorgproces gehaald en vanaf 1 september zal de transmurale zorgbrug volledig in werking treden. Almere en OLVG Behalve het AMC zullen ook het Flevoziekenhuis in Almere en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) mee gaan doen. In het Flevoziekenhuis is per 1 mei een geriater gestart en is ook een verpleegkundig specialist geriatrie aangetrokken voor het project. Samen met de zorggroep Almere zal een invulling gegeven worden aan het nazorgtraject van de transitiecoaches. Naar verwachting kan per 1 oktober gestart worden in Almere. Ook het OLVG zal deel gaan nemen aan de transmurale zorgbrug, naar verwachting aan het einde van dit jaar. In het OLVG is al een geriatrieteam werkzaam, die de zorg in het ziekenhuis zullen bieden. In de OLVG-regio zal samengewerkt worden met Buurtzorg voor het nazorgtraject. Scholing transitie coaches In oktober zullen de transitiecoaches en de geriatrieverpleegkundigen in het ziekenhuis geschoold worden. Zij krijgen allen een 10-daagse cursus, die onder andere ingaat op veel voorkomende aandoeningen bij ouderen, mantelzorg, gespreksvaardigheden, sociale kaart en financiering van zorg. Ook zal aandacht besteedt worden aan de eigen regiefunctie van ouderen en hoe die gewaarborgd kan worden.
FIT-team Fase 1 afgerond De resultaten van de eerste fase van de studie zijn inmiddels bekend. Vanaf oktober 2008 is in de regio Amsterdam bij 750 thuiswonende patiënten van 70 jaar en ouder de screeningstest afgenomen. Gedurende één jaar zijn van deze patiënten gegevens verzameld over het sociaal, psychisch en fysiek functioneren. Dit heeft geresulteerd in een korte screeningstest die patiëntvriendelijk is en eenvoudig in het gebruik. Bij aanvang van deze studie is aan de huisarts gevraagd een inschatting te maken van welke patiënten hij verwacht dat zij achteruitgaan in functioneren en zelfredzaamheid. De inschatting gemaakt door de huisarts van het niveau van functioneren van de patiënten is vergeleken met het niveau van functioneren dat de patiënten zelf hebben gerapporteerd. Hieruit is gebleken dat de huisarts helemaal niet goed kan inschatten wat het niveau van functioneren van een patiënt is. Hoe slechter het niveau van functioneren, des te slechter de huisarts het kon inschatten.
Toolkit De toolkit nadert zijn voltooiing. Voor de professionals zal per oktober de inhoud online staan. Met veel mensen uit ons netwerk is gewerkt aan het uitwerken van de veel voorkomende problemen bij ouderen. De toolkit zal gebruikt worden tijdens de scholing en is een naslagwerk wat artsen en verpleegkundigen kunnen gebruiken in de dagelijkse praktijk.
Voortgang Passen en Meten Door wijzigingen in de werkwijze van CIZ is de voortgang van het project Passen en Meten iets vertraagd. Zodra er met instemming van ZonMw een aangepast design wordt goedgekeurd, wordt de draad weer opgepakt.
-6-
Voortgang ICOVE
DVD over dementie en oudere migranten
Het ICOVE project werd gestart in september 2009. Doel van ICOVE is de kwaliteit van zorg voor (kwetsbare) ouderen te verbeteren door middel van een Computerized Decision Support System (CDSS). Een CDSS verstrekt tijdige informatie aan de zorgverlener zodat hij de juiste beslissingen neemt (denk aan het vermijden van fouten). De “kennis” van het systeem zal bestaan uit een lijst van beslisregels. In zomer 2010 hebben we met behulp van vragenlijsten aan huisartsen een prioriteit aangebracht in de in totaal 81 beschikbare regels. Vervolgens heeft een focusgroep meeting plaatsgevonden met huisartsen om een definitieve selectie te maken van de beslisregels die geïmplementeerd gaan worden in de huisartspraktijken bij de GAZO centra. Dit resulteerde in 21 beslisregels.
Het netwerk van organisaties van oudere migranten (Noom) en de KBO hebben de film “meer dan vergeten” op de markt gebracht. De film gaat over dementie en oudere migranten. Met de film willen de makers de problematiek bespreekbaar maken binnen de Turkse en Surinaamse gemeenschap. Meer info? Mail naar Agnes van Balkom:
[email protected], tel 070-6123475.
KOZ inhoudelijk bureau: dr. Sophia de Rooij, netwerkcoördinator drs. Elly Bokma, projectmanager dr. Erja Portegijs, epidemioloog Marlien Splinter, management assistent
In de volgende fase willen we door middel van een webenquête onder huisartsen proberen te achterhalen waarom huisartsen bepaalde ondersteuning wel of niet nodig hebben en daardoor een effectievere ondersteuning voor de GAZO centra aanbieden. We gaan dan de beslisregels programmeren en integreren in het MIRA informatiesysteem bij de GAZO centra. Het systeem zal operationeel zijn in januari 2011.
Academisch Medisch Centrum KOZ/Afdeling Ouderengeneeskunde Meibergdreef 9, F4-218, 1105 AZ Amsterdam Tel: 020-5665991 Fax: 020-5669325 E-mail:
[email protected] Internet: www.kozamc.nl
Evaluatie KOZ netwerk Op 16 september bezocht een delegatie van ZonMw het AMC om uit de eerste hand te vernemen hoe het KOZ netwerk functioneert, tijdens de zgn. site visit. Er werd gesproken met de diverse betrokkenen binnen het AMC. De netwerktrekker, de programma-coördinatoren en de bestuurlijk verantwoordelijke. In een later stadium zal Regioplan (een bureau dat door ZonMw gecontracteerd is) met een bredere doelgroep in contact treden. Regioplan spreekt met projectleiders, netwerkpartners, organisaties die geen lid zijn van het netwerk en deelnemende ouderen (organisaties). Men wil graag weten: hoe het netwerk loopt, wat de ervaringen zijn van de betreffende persoon, welke resultaten men van het netwerk verwacht, in welke mate de verschillende partijen en vooral de ouderen en mantelzorgers binnen het netwerk participeren, hoe zij de borging van het netwerk zien en hoe zij de inspraak van de ouderen ervaren. Dit laatste wordt natuurlijk ook aan de ouderen zelf gevraagd. Begin oktober worden de kandidaten benaderd door Regioplan. Medio oktober vinden de (groeps) gesprekken plaats. Eind november wordt de rapportage verwacht.
-7-