jaargang 6 2011
INFO Info 2
Kostprijsverschillen bij teelt pootgoed De kostprijs van pootgoed kent landelijk een spreiding van 3,5 cent. Gemiddeld bedraagt de bedrijfseconomische kostprijs 24,6 cent per kilo pootgoed, blijkt uit een studie van het LEI onder 68 bedrijven. Gemiddelden geven een goede indicatie van de kostprijs, interessanter is de spreiding. De accon ■ avm database toont een spreiding van 7 cent per kilo pootgoedopbrengst aan de kostenkant én aan de opbrengstenkant. Dit biedt mogelijkheden voor sturing van de kostprijs van pootgoed en het rendement van het bedrijf. Lees verder op pagina 7
Energiecentrale op het platteland Kijken waar de kansen liggen en keuzes maken. Dat bracht Gerry en Jan van Alphen tot waar ze nu staan. Inmiddels hebben alle bedrijfsactiviteiten in meerdere of mindere mate te maken met mest en mestverwerking.
…’krijgt een scheur in de broek’, zeggen ze wel eens. De moraal is dat de geleidelijke weg beter uitpakt dan een grote stap in één keer. Dat is nu precies een dilemma waar we momenteel bij veel ondernemers tegen aan lopen. Plannen voor forse bedrijfsontwikkelingen worden weer besproken aan de keuken tafels. Na een moeilijke periode komt enthousiasme al snel terug. Ook de fiscus blijkt weer het nodige te willen incasseren. Wat kan een MIA/VAMIL investering die schade toch mooi beperken. Het gaat dan echter meestal om een forse totaal-investering. Die geeft weliswaar een perfect technisch en fiscaal plaatje, maar bedrijfseconomie en liquiditeit zijn dan de grote risicofactoren. Gelukkig is het, samen met u, in balans brengen van deze factoren ons vak. Zo houdt u tien vogels in de hand en één in de lucht….
An d ri es-Ja n dDierecBteuro eAgrro
Lees het verhaal op pagina 4
Omschakelen naar nu
Wie van de vloer op de zolder stapt…
03
Vanaf 1995 zette Eric Thielen de maatschap, die hij in 1984 samen met zijn vader startte, zelfstandig voort. Sindsdien bouwde hij het bedrijf om tot een eigentijdse, agrarische onderneming.
Kostprijsverschillen bij teelt pootgoed
07
De kostprijs van pootgoed kent landelijk een spreiding van 3,5 cent. Gemiddeld bedraagt de bedrijfseconomische kostprijs 24,6 cent per kilo pootgoed, blijkt uit een studie van het LEI onder 68 bedrijven.
Analyse quotumhandel
08
De quotummarkt in 2010/2011 is geëindigd boven de 20 euro per kilo vet, waar veel verkopers op hoopten. De top zat in de tweede week van januari 2011 op 21 euro per kilo vet.
Landschapsplan voor meer afschrijvingsmogelijkheden Sinds 1 januari 2011 omvat de Maatlat Duurzame Veehouderij het nieuwe thema Bedrijf en Omgeving. Binnen dit thema krijgen agrarische ondernemers de mogelijkheid om door middel van een landschapsplan het benodigde ambitieniveau te behalen.
Foto links: situatie vóór inpassing MDV Foto rechts: situatie ná inpassing MDV Foto onder: doorsnede inpassing stallen
Door het uitvoeren van een beplantingsplan behaalt u relatief eenvoudig vijf punten. Het beplantingsplan, door een landschapsarchitect op te stellen, heeft als doel de stal landschappelijk in te passen. Om de functionaliteit van het erf te behouden, krijgt het ontwerp vorm in overleg met de veehouder. Om de maximale 50 punten te behalen, kunt u daarnaast kiezen voor een landschappelijk en architectonisch ontwerp. U voldoet aan de voorwaarden als een geregistreerde landschapsarchitect en een geregistreerde architect (voor de bouw van de stal) een landschapsplan en een architectonisch plan opstellen
Tip !
Omdat ook gemeenten de inpassing van agrarische bedrijfslocaties steeds belangrijker vinden, kunt u een landschappelijk inpassingsplan ook inzetten bij bouwaanvragen.
voor het volledige bedrijf. Zij houden hierbij rekening met de wensen van de ondernemer. Agroplan, dat samenwerkt met accon ■ avm bedrijfsadvies, is gespecialiseerd in het opstellen van landschappelijke inpassings- en beplantingsplannen en heeft een geregistreerd landschapsarchitect in dienst. Agroplan kan u daardoor binnen het criterium Landschap helpen aan de nodige punten te komen.
Meer weten? Neem dan contact op met ir. L. de Graaf (tel: 06-1758 9060) of met ing. E. Zark (tel: 06-2416 3834). U kunt ook mailen:
[email protected].
Compensatieregeling Vamil investeringen 2007/2008 Sinds 1 januari 2007 kent de belastingwet een afschrijvingsbeperking voor onroerende zaken. U kunt op panden in eigen gebruik nog slechts afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde in plaats van tot de restwaarde. Door deze afschrijvingsbeperking werd de VAMIL-regeling voor investeringen in duurzame kassen en stallen ineens minder aantrekkelijk. In de parlementaire behandeling kondigde de staatssecretaris een oplossing aan, zodat willekeurige afschrijving voor VAMIL-waardige onroerende zaken tot restwaarde mogelijk bleef.
02 InfoBulletin
Door fouten in het wetgevingsproces d uurde het tot 1 januari 2009 voordat u VAMIL-waardig onroerend goed weer tot restwaarde kon afschrijven. Investeringen, waarvoor u de verplichtingen in 2007 en 2008 aanging, vielen daardoor tussen wal en schip en kon u ook na 1 januari 2009 niet verder dan 50% van de WOZ-waarde afschrijven.
vaststellingsovereenkomst. Daarin staat onder welke voorwaarden u de compensatie kunt claimen. Hoewel de compensatieregeling de werkelijke schade maar deels lijkt te compenseren, vinden wij dat het gebruik maken van de aangeboden regeling de voorkeur verdient boven zelfstandig procederen.
Compensatie Inmiddels is een compensatieregeling verschenen die gedupeerden schadeloos stelt. Vóór 21 augustus 2011 kunt u zich melden via het LNV-loket voor het sluiten van een
De omvang van de compensatie is afhankelijk van een groot aantal factoren en er is een aantal procedurele voorwaarden. Overleg met uw accountmanager hoe u de regeling maximaal kunt benutten.
accon ■ avm adviseert rond MDV
Omschakelen naar nu Vanaf 1995 zette Eric Thielen de maatschap, die hij in 1984 samen met zijn vader startte, zelfstandig voort. Sindsdien bouwde hij het bedrijf om tot een eigentijdse, agrarische onderneming. Ook een forse brand weerhield Thielen er niet van die ontwikkeling door te zetten. Een bedrijfsbrand heeft de nodige impact op een ondernemer (‘wat je in een leven opbouwt, ligt in een half uur plat’). De gevolgen daarvan, emotioneel én zakelijk, worden nogal eens onderschat. Ook Eric Thielen moest na de brand, die een paar jaar geleden zijn vrijwel nieuwe volièrestal in de as legde, de moed weer even bij elkaar rapen. Maar inmiddels heeft hij bijna alles weer op de rails en krijgt de ontwikkeling die hij had ingezet, steeds meer vorm: “Een goed team om je heen is het belangrijkste. Dan doel ik op mijn drie medewerkers én op mijn adviseurs. Vanuit accon ■ avm zijn Sepp Willemssen, Patrick Janssen en Jos Schreurs steeds heel nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit bedrijf. Samen komen we tot iets waar we allemaal achter staan en waar ik plezier aan beleef.” Opties In de stal van destijds had Eric Thielen al een begin gemaakt met de omschakeling van zijn bedrijf naar volièrehuisvesting. Volièrekippen maakten toen al ongeveer een derde uit van
het totaal aantal hennen op zijn bedrijf. Na de herbouw van de stal is hij nu druk doende de rest van zijn hokken om te bouwen van huisvesting in kooien naar volièrehuisvesting, waarin de kippen vrij rondlopen. Op 1 januari 2012 is de volledige omschakeling gerealiseerd naar het stalsysteem dat Thielen al toepaste in de afgebrande stal. Eric Thielen: “In 2002 had ik drie opties: naar het buitenland vertrekken, voldoen aan de gestelde welzijns eisen of het bedrijf verkopen en een andere uitdaging gaan zoeken. Ik heb voor het tweede gekozen. Ik ben me goed gaan oriënteren en ben 100 procent voor volière gegaan.”
Vamil (de regeling Willekeurige afschrijving milieu-investeringen). Bij de stallen van Eric Thielen was dat het geval. Daarnaast kon het bedrijf aanspraak maken op een subsidie voor de aanschaf van een luchtwasinstallatie die voorkomt dat fijnstof uit de stallen in het milieu terecht komt. Eric Thielen: “Ik werk al vanaf het moment dat ik dit bedrijf overnam samen met accon ■ avm. En al lange tijd met dezelfde personen. Die kennen mijn bedrijf en weten wat ik wil. Dat betaalt zich uit.”
Fiscaal accon ■ avm legde de te bouwen stallen langs de zogeheten Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Die maatlat omvat criteria voor ammoniakuitstoot, energiegebruik, dierenwelzijn en diergezondheid. Voldoet een nieuw te bouwen stal aan die eisen, dan komt de ondernemer in aanmerking voor fiscale faciliteiten als Mia (de regeling Milieu-investeringsaftrek) en InfoBulletin
03
Gerry en Jan van Alphen, Axel
Energiecentrale op het platteland Kijken waar de kansen liggen en keuzes maken. Dat bracht Gerry en Jan van Alphen tot waar ze nu staan. Inmiddels hebben alle bedrijfsactiviteiten in meerdere of mindere mate te maken met mest en mestverwerking. Als we Jan van Alphen ’s avonds laat aan de telefoon krijgen, is hij nog druk aan het werk. Het is piektijd voor het uitrijden van mest. Nu het kan, maakt hij volop gebruik van de gunstige weersomstandigheden in het Zeeuwse dit voorjaar (‘mooi droog’). “Oorspronkelijk komen we uit Brabant, maar daar zaten we binnen de bebouwde kom en aan de grenzen van de groei”, vertelt Jan van Alphen. “De biovergistingsinstallatie die we hier hebben gebouwd, hadden we daar nooit kwijt gekund. Vandaar de verhuizing naar Zeeuws-Vlaanderen in 1999.” Biomassa In Zeeland nam de familie Van Alphen het bedrijf over van een melkveehouder die naar Amerika vertrok. Naast dat bedrijf runden Gerry en Jan van Alphen, ook toen al, een
04 InfoBulletin
transportonderneming. Jan Van Alphen: “Met ons transportbedrijf brachten we biomassa vanuit deze omgeving naar Duitsland. Daar ging het de vergister in. We dachten toen al gauw dat dat een stuk handiger moest kunnen. Zo ontstond in 2001 het idee voor een eigen vergistingsinstallatie. We zijn ons daarop gaan oriënteren en hebben alle vergunningen aangevraagd. Maar voordat je zoiets in Nederland voor elkaar hebt, ben je zo een paar jaar verder. Uiteindelijk konden we in 2009 gaan bouwen.” Rendement De biovergistingsinstallatie van de familie Van Alphen draait inmiddels op volle toeren. Per jaar gaat er zo’n 25.000 ton aan mest, mais, bietenpunten, aardappelschillen en zetmeel in. Door vergisting van deze agrarische biomassa ontstaat een gas dat via een leidingstelsel een zogeheten WKK van brandstof voorziet. De warmte/ krachtkoppelingsinstallatie stuurt op zijn beurt een generator aan die elektriciteit produceert. Zeven procent daarvan zet Van Alphen in voor eigen gebruik. Ruim 90 procent levert hij terug aan het net. Jan Van Alphen: “Sinds maart 2010
is alles operationeel. We zijn goed gestart, maar zagen in de loop van 2010 spijtig genoeg de grondstoffen steeds duurder worden. Daardoor staat het rendement enigszins onder druk.” Dipje accon ■ avm is nauw betrokken bij het strategisch-financiële en bedrijfseconomische wel en wee van Gerry en Jan Van Alphen. Zo kon de familie met hulp van accon ■ avm voor de bouw van de vergister gebruik maken van een MEPsubsidie. Het melkveebedrijf hebben Gerry en Jan inmiddels van de hand gedaan en onlangs konden ze van een stakend loonwerkbedrijf de mestactiviteiten overnemen. Daarnaast runt de familie nog steeds het transportbedrijf. Jan van Alphen: “De vergister is een project voor de lange termijn. Nu is er even een dipje maar als alles straks weer de goede kant op beweegt, willen we hiermee verder. Wellicht door uitbreiding van de WKK-installatie of met de productie van groen gas. Wij zijn in ieder geval overtuigd van de mogelijkheden van het opwekken van duurzame energie.”
Maatlat Duurzame Veehouderij
Fiscus investeert mee De overheid bevordert met de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) investeringen in veestallen die voldoen aan zes criteria rond ammoniakemissie, dierenwelzijn, diergezondheid en energie, fijn stof en bedrijf & omgeving. Met de juiste certificering komt u in aanmerking voor de toepassing van MIA en VAMIL. Er bestonden al MDV criteria voor pluimvee-, varkens-, vleeskalver- en melkveestallen. Per 1 januari 2011 zijn daar criteria voor eenden-, kalkoenen- en konijnenstallen aan toegevoegd. Daarnaast zijn de vier bestaande onderdelen van de maatlat uitgebreid met richtlijnen rond fijn stof en bedrijf & omgeving. In de Maatlat Duurzame Veehouderij - in opdracht van de overheid beheerd door de Stichting Milieukeur - verwoordt de overheid op in totaal zes onderdelen steeds een bepaald ambitieniveau. Heeft u plannen voor investeringen in een stal, dan kunt u besluiten dat niveau na te streven. In dat geval toetst u uw plannen aan de criteria in de Maatlat Duurzame Veehouderij en stelt u vast hoeveel meerkosten u eventueel moet maken om aan
de maatlat te voldoen. U maakt een zakelijke afweging en beoordeelt daarbij onder meer hoeveel fiscaal voordeel u kunt behalen. Certificering U levert uw plannen en offertes in bij een door het ministerie aangewezen certificeringsinstelling. Deze beoordeelt uw stalontwerp en verleent u een certificaat stalontwerp als u aan alle criteria voldoet. Met dat certificaat stalontwerp in handen mag u de stal bouwen en verwerft u het recht MIA (Milieu investeringsaftrek) en VAMIL (vrije afschrijving milieu investeringslijst) aan te vragen. U krijgt extra milieu-investeringsaftrek in het jaar van investeren en u mag daarmee de winsten van de afgelopen drie jaar en van de komende negen jaar verrekenen. Dat betekent bijvoorbeeld dat
Met dank aan de fiscus In een steeds vrijere markt wordt fiscale optimalisatie steeds belangrijker. Voldoen aan de criteria in de Maatlat Duurzame Veehouderij kan u in dit opzicht veel voordelen opleveren, vooral op de wat langere
termijn. Als u het goed aanpakt betaalt de fiscus voor een fors deel mee aan de stal die u wilt bouwen. accon ■ avm is u graag van dienst.
u eventueel betaalde belasting uit de drie voorgaande jaren terug kunt krijgen. Daarnaast kunt u met VAMIL jaarlijks de hoogte van uw afschrijvingen bepalen. Hiermee kunt u uw fiscale resultaat optimaliseren en zo de belasting zo veel mogelijk buiten de deur houden. Criteria Elke Maatlat kent, zoals gezegd, zes toetsingscriteria: Ammoniakemissie: gericht op reductie van ammoniakuitstoot Dierenwelzijn: gericht op het verbeteren van het welzijn van de dieren; Diergezondheid: gericht op preventief werken, het voorkomen van ziekte-insleep en voorzieningen als hygiënesluizen; Energie: gericht op energiebesparing en opwekking van duurzame energie voor eigen gebruik; Fijn stof: gericht op emissiereductie van fijn stof en verminderen van fijn stof in de dierverblijven; Bedrijf & omgeving: gericht op landschap, omgevingsgerichtheid, verstoring (geur, geluid, licht) en water. Wilt u weten wat de Maatlat Duurzame Veehouderij voor u kan betekenen? Bel dan met uw accountmanager. Hij brengt u graag in contact met de specialisten binnen accon ■ avm. InfoBulletin
05
accon ■ avm begeleidt proces
Horizontaal Toezicht LTO Noord De Belastingdienst wil met middelgrote bedrijven zogeheten Horizontaal Toezicht convenanten afsluiten. Daarin maken partijen onderlinge afspraken op basis van vertrouwen, openheid en begrip. LTO Noord ondertekende onlangs een dergelijk convenant. accon ■ avm begeleidde de organisatie bij de voorbereidingen.
Snelheid Edwin de Witte, directeur Belastingadvies van accon ■ avm: “Na afronding, waarbij wij als fiscalisten nauw hebben samengewerkt met onze collega–accountants en de mensen van LTO Noord, konden we de Belastingdienst berichten dat LTO Noord klaar was voor ondertekening van het convenant. De leden en toezichthouders kunnen er van op aan dat fiscaal gezien LTO Noord op een goed niveau zit. De Belastingdienst vertrouwt ons deze werkzaamheden toe, omdat wij ook zélf een convenant rond horizontaal toezicht hebben. De Belastingdienst kent onze kwaliteiten, weet hoe wij werken en heeft daar vertrouwen in. Anderzijds kennen wij LTO Noord als één van onze klanten natuurlijk door-en-door. Zo konden we snelheid maken.”
Horizontaal toezicht bevordert snel en actueel werken en voorkomt onaangename fiscale verrassingen achteraf. De organisatie die daarvoor in aanmerking wil komen, moet wel laten zien dat zij fiscaal volledig ‘in control’ is. Een Horizontaal Toezicht convenant heeft daarmee wel wat weg van een kwaliteitskeur-
merk. LTO Noord wilde haar stakeholders de zekerheid bieden dat zij de zaken goed voor elkaar heeft en zette de procedure in gang voor het ondertekenen van een convenant met de Belastingdienst. accon ■ avm lichtte de organisatie door en bracht alle procedures en fiscale thema’s in kaart.
Meer weten? Bel met Edwin de Witte 058 - 288 78 87 of neem contact op met uw accountmanager.
Subsidie voor Jonge landbouwers Bent u jonger dan 40 jaar en heeft u minder dan drie jaar geleden een agrarisch bedrijf overgenomen, of bent u er één gestart? Wilt u gaan investeren in uw bedrijf, bijvoorbeeld in machines of door nieuwbouw van een stal of kas? Dan is het goed te weten dat u hiervoor subsidie kunt krijgen, het ministerie van ELI heeft voor 2011 nog geen budget vastgesteld voor de subsidie Jonge landbouwers. De maximale subsidie bedraagt waarschijnlijk 25 procent van de subsidiabele kosten, het minimale subsidiebedrag bedraagt € 5.000,-. Dat betekent dat de subsidiabele kosten minimaal € 20.000,moeten zijn. Ook afzonderlijke maten/vennoten in een samenwerkingsverband kunnen een aanvraag indienen. Dan moeten zij wel ieder afzonderlijk aan de eisen voldoen. Onder voorwaarden kunnen voor één investering toch twee aanvragen worden gedaan. Vorig jaar kon de subsidie in de zomer aangevraagd worden, dit jaar is de openstelling waarschijnlijk vanaf 1 oktober. Overschrijdt het aantal aanvragen
06 InfoBulletin
het budget, dan wordt er geloot. Hierbij hebben degenen die het vorige jaar zijn uitgeloot een grotere kans op toekenning.
Voorbeeld Stel u wilt investeren in een loods (€ 55.000) en in een tractor (€ 50.000). U mag op verschillende categorieën aanvragen, maar in totaal voor maximaal € 100.000. Van die € 100.000 moet u dus in dit voorbeeld investeren in gebouwen, machines en verplaatsbare installaties. Alles boven de € 100.000 komt niet voor subsidiëring in aanmerking. U krijgt dus 25% subsidie op de loods en 25% op de tractor. Bent u daarnaast ook nog voornemend om bijvoorbeeld in een opraapwagen te investeren, dan kunt u hierop dus geen subsidie (> € 100.000) aanvragen. Echter voldoet bijvoorbeeld uw partner of medevennoot ook aan de voorwaarden, dan zou uw partner of medevennoot de opraapwagen kunnen investeren én daarvoor subsidie kunnen aanvragen.
Vervolg van pagina 1
Kostprijsverschillen bij teelt pootgoed
De kostprijs van pootgoed kent landelijk een spreiding van 3,5 cent. Gemiddeld bedraagt de bedrijfseconomische kostprijs 24,6 cent per kilo pootgoed, blijkt uit een studie van het LEI onder 68 bedrijven. Gemiddelden geven een goede indicatie van de kostprijs, interessanter is de spreiding. De accon ■ avm database toont een spreiding van 7 cent per kilo pootgoedopbrengst aan de kostenkant én aan de opbrengstenkant. Dit biedt mogelijkheden voor sturing van de kostprijs van pootgoed en het rendement van het bedrijf. De verschillen voor de toegerekende kosten(teelt) als geheel lopen op tot 4 cent per kilo. Vooral het verschil in kosten voor zelf vermeerderen of aankoop van nieuw pootgoed valt op. Niet elke teler kan hier voor de laagste kosten gaan. Bacterieziekten bijvoorbeeld dwingen tot aankoop van bacterievrij, maar duurder pootgoed. De verschillen in kosten voor gewasbescherming beperken zich tot 1 cent per kilo, net als bij bemesting. Dit door de verschillende toepassingen van mest, gecombineerde meststoffen en rijenbemesting bij het poten.
Dan de niet-toegerekende kosten. Bij arbeid lopen de verschillen op tot 3 cent per kilo, voor mechanisatie tot 4 cent per kilo. Overigens blijken de bewerkingskosten in de vorm van loonwerk, eigen mechanisatie en betaalde arbeid op grote bedrijven niet lager dan op kleinere bedrijven. Voor de gebouwen lopen de kostprijsverschillen op tot 3 cent per kilo, met leeftijd van de gebouwen als belangrijkste oorzaak: nieuwe gebouwen kosten meer dan oude gebouwen. Ook de kosten van grond verschillen onderling tot 3 cent per kilo. Opbrengstenanalyse Aan de opbrengstenkant kunnen we onderverdelen naar bedrijven die veel, c.q. weinig arbeid in de teelt van pootgoed steken. De eerstgenoemde groep levert veel S-klasse pootgoed af; de geldopbrengst ligt ruim € 1.000 per hectare hoger dan bij de laatstgenoemde groep. Bedrijven met hoge mechanisatiekosten behalen vaak een hogere omzet dan bedrijven met lagere mechanisatiekosten. Hoge kosten betekent lang niet altijd een lager bedrijfsresultaat. De sleutel tot succes voor het verlagen van de kostprijs blijkt het verhogen van de fysie-
ke opbrengst. Dat klinkt eenvoudig, maar omvat een complex samenspel van rassen, klasse, teelt, bewaring en bewerking. In de tabel geven we bij verschillende opbrengsten het effect van de kostprijs weer. Afleverbaar Kg / ha
Kostprijs Ct / kg
25.000
25,6
30.000
21,3
35.000
18,3
40.000
16,0
Conclusies Een lage kostprijs per kilo pootgoed is het effect van hoge opbrengsten en zo laag mogelijke kosten. Alleen de weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen kan de teler niet kiezen, daar heeft hij dus geen grip op. Kosten blijken in de praktijk echter wel goed aan te passen aan het bedrijf en aan de ondernemer(s). Samengevat is de kostprijs per kilo geteeld pootgoed voor een groot deel een resultante van alle door de teler gemaakte keuzes.
InfoBulletin
07
Perikelen rond Schenkbelasting
What… if… Fiscale wetten kunnen leiden tot uiterst onaangename verrassingen. Neem het volgende, écht gebeurde geval. Moeder schonk dochter bij leven een fors deel van haar vermogen. Dochter betaalde daarover 10 tot 20 procent Schenkbelasting. Al gauw werd duidelijk dat dochter ernstig ziek was en moeder niet zou overleven. Dochter had geen kinderen, waardoor het vermogen weer terugging naar moeder. Vanwege de omvang van haar erfdeel betaalde moeder daarover 40 (!) procent erfbelasting. Terugschenken Tom van Baaren, fiscaal specialist bij accon ■ avm: “Het overlijden van dochter is al tragisch genoeg, maar daar kwam ook nog eens deze zure belastingafdracht overheen. In relatief korte tijd verdween meer dan 50 procent van het vermogen richting fiscus.
Herroepelijk “Maar belangrijker nog is het op voorhand rekening houden met veranderende omstandigheden. In een schenkingsakte kun je daartoe een clausule opnemen die de schenking herroepelijk maakt. Onder bepaalde omstandigheden kunnen partijen de schenking dan terugdraaien, waarbij ook de Schenkbelasting wordt geretourneerd. De boodschap is d aarom: denk bij schenking na over wat er mis kan gaan en houd daar rekening mee in de afspraken die je maakt. Over ‘What… if…’ s cenario’s dus. Daarmee voorkom je een heleboel ellende.”
Niemand in de omgeving van moeder en dochter beschikte blijkbaar over de kennis om dat te voorkomen. Als wij hierbij betrokken waren geweest, hadden wij ingeschat wat dochter in de haar resterende tijd nog had kunnen terugschenken aan moeder, met de tariefbesparing van dien.”
Analyse quotumhandel
InfoBulletin van accon ■ avm verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 20.000 exemplaren
Quotumprijs per week
prijs per kg vet
De quotummarkt in 2010/2011 is geëindigd boven de 20 euro per kilo vet, waar veel verkopers op hoopten. De top zat in de tweede week van januari 2011 op 21 euro per kilo vet. Veel verkopers hebben hier niet op gewacht en eerder verkocht in verband met risicospreiding. Van half april tot en met begin december 2010 schommelde de prijs tussen de 18 en 20 euro.
54,0 52,0 50,0 48,0 46,0 44,0 42,0 40,0 38,0 36,0 34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0 18,0 16,0 14,0 12,0
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
1
3
5
7
9
11
13
15
17
19
21
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49
51
week
en wordt verzonden naar alle relaties van accon ■ avm. InfoBulletin is met de grootste zorg samengesteld. accon ■ avm kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die ontstaat als gevolg van eventuele drukfouten of voor eventuele schade ten gevolge van het gebruik van gegevens uit deze nieuwsbrief. Actuele informatie publiceert accon ■ avm ook in de Agro E-nieuwsbrief. U kunt zich hiervoor aanmelden op www.acconavm.nl. accon ■ avm adviseurs en accountants: Hoofdkantoor: Meander 725, 6825 ME Arnhem Postbus 5090, 6802 EB Arnhem, Telefoon: 026 - 384 23 84 Concept en realisatie:
Colofon teamtva! reclamebureau
(Eind)redactie: Andries-Jan de Boer,
Hendrik Veldman, Janneke van der Weg.
8 InfoBulletin
De quotummarkt is aan het eind van het superheffingsjaar rustig geworden. Ondanks dat 2015 dichterbij komt, is in het quotumjaar 2010/2011 meer melkquotum overgedragen, zowel in de koop- als in de leasemelk (bron: Productschap Zuivel). We zijn benieuwd naar de prijsstelling in het nieuwe quotumjaar.
Meer informatie? Mocht u meer willen weten over melkquotum, dan kunt u contact opnemen met de melkquotumadviseurs van agri ■ vastgoed (058 2 849 171 of via www.agrivastgoed.nl) of met uw accountmanager van accon ■ avm.
I