Uitgave: Natuur- en milieueducatie, gemeente Leiden
Zomerpad in polderpark Cronesteyn Ofwel het 1001-soortenpad- ter gelegenheid van het Jaar van de Biodiversiteit Biodiversiteit is letterlijk de verscheidenheid aan leven en landschappen. In polderpark Cronesteyn zijn verschillende gebiedjes te vinden, met eigen planten en dieren. Het is het meest soortenrijke park van Leiden. Een aantal daarvan ontmoeten we in dit Zomerpad. Van de overige ‘1001 soorten’ zijn we ons niet bewust, maar die spelen ook een belangrijke rol in het geheel van de natuur en voor ons mensen. Ze zuiveren bodem, water en lucht, zorgen voor een prettig microklimaat, verschaffen voedsel en grondstoffen en Vitamine G. (Groen maakt gezond)
Kortom: Biodiversiteit is van levensbelang. Aanwijzingen: Gebruik de plattegrond om de route te kunnen lezen en de plaats van de opdrachten te vinden. De aanwijzingen voor de route staan tussen de opdrachten, schuin gedrukt in vakjes.
Let zelf steeds op de vogels onderweg! Geen planten plukken! Alleen kleine stukjes als dit in de opdracht staat. Een veldboeketje is heel mooi, maar de planten verleppen heel snel. Aan het eind kunnen jullie wat grassen plukken om te drogen en op te plakken.
Loop in de richting van het achterhek en stop bij de tweede rij bomen
1. Ingepakt! Op het erf van het bezoekerscentrum zijn veel dieren te vinden. Maar wij zoeken nu kleine beestjes in bomen en struiken
Spinselrupsen hebben hier in mei en juni zitten eten aan de struiken en zich verstopt in zelf gesponnen ‘nestjes’. Ze hadden de stam van de boom ook ingepakt in een soort nylonkous of panty. Is daar nog iets van te zien? Toen de rupsjes uitgegeten waren en pop werden, en daarna vlinder, heeft de struik weer nieuwe blaadjes gekregen. De vlindertjes zijn wit met zwarte stippeltjes en heten stippelmotjes.
Als je nog eens zo’n struik ziet met heel veel rupsen en spinsel, hoef je niet bang te zijn. Niet voor de struik: die krijgt wel weer nieuwe blaadjes. En ook niet voor jezelf. Deze rupsen hebben geen haren. Misschien heb je gehoord van de eikenprocessierupsen. Van die rupsen kunnen mensen vervelende jeuk krijgen. Vroeger kwamen ze alleen in Zuid-Nederland voor, maar door de klimaatverandering nu ook hier. Zijn hier vlindertjes te vinden?
Loop naar het bruggetje en het áchterhek’, maar kijk even uit over de sloot.
2. Water Leeft Over deze sloot vliegen nogal eens vogels, zelfs een ijsvogeltje.
Op het water lopen vaak kleine diertjes. En zie je de grote bladeren met gele bloemen
Kun je de namen vinden op de zoekkaart Water Leeft?
ijsvogel
Loop door het hek en sta meteen na het hek weer stil. Vanaf de brug kun je een kleine elzenboom zien.
3. Bomen gastheer/gastvrouw voor veel soorten dieren. In Nederland is de eik is de boom die de meeste soorten dieren ontvangt. Maar deze els heeft bezoek van een bladroller, een kevertje die voor zijn jonkies een huisje heeft gemaakt van een half opgerold blad. Zie je de bruin geworden blaadjes? Laat de blaadjes gewoon zitten!
Zie je nog meer beestjes? Of gaatjes die ze gemaakt hebben? Misschien zie je de blauwe kevertjes of hun zwarte larven, de Elzenhaantjes. Loop rechtdoor en stop meteen na de brug .
4. Reigersbos In dit stukje bos broeden elk jaar 50 paar reigers boven in de bomen. In de winter, in februari, zitten ze al op hun nest. De nesten en de reigers zijn dan veel beter te zien, omdat de bomen nog kaal zijn. Kijk goed; dan zie je de nesten wel. Hele grote nesten waar elk jaar een stuk opgebouwd is, en kleine, jonge nesten.
Je ziet de jonge reigers nu vaak aan de slootkant staan, soms in rijtjes. Jonge reigers zijn grijzer dan de volwassen reigers.
Onder de nesten groeien bramen, brandnetels en vlierstruiken. Ze houden allemaal van veel voedsel, en dat komt genoeg naar beneden: poep en braakballen die uit het nest worden gegooid.
Het is een goed jaar voor de vlierstruiken: zoveel bloemschermen dat je het al van verre kon ruiken! Misschien wordt het ook wel een heel goed vlierbessenjaar! Zie je de bessen al?
Ga rechtsaf, naar het bruggetje.
5. Waterkwaliteit Kijk op het bruggetje naar het watervalletje. Het water loopt van de hoge sloot naar een lager gelegen sloot. De Cronesteynse polder is niet overal even hoog.
Deze sloot heeft aardig schoon water. En hoe is dat op de waterspeelplaats? Met warm weer zijn heel veel kinderen in het water aan het spelen. Het water lijkt zo bruin, maar de kleur zegt niet zo veel. De Provincie controleert het zwemwater en als deze plek niet schoon genoeg is, wordt het verboden om het water in te gaan. Er zitten dan teveel verkeerde bacteriën in. We hopen natuurlijk dat het water van goede kwaliteit blijft.
6. Bonte berm- behalve als er net gemaaid is. Rechts van het pad zie je een berm met verschillende kleuren: een bonte berm. Kijk eens van dichtbij. Er groeien drie soorten klaver: witte, rode en kleine gele, en minstens vier soorten grassen. Of zie jij er nog meer? Op de drie blaadjes van de klavers zie je een witte V. VVV staat er dus, en dat betekent volgens sommigen ‘voer voor vee’.
rode klaver
Koeien en schapen zijn namelijk dol op klaver. Als er hier gemaaid wordt, wordt het gras met de bloemen gedroogd tot heerlijk hooibalen. Canadese gans
Langs de sloot bloeien roze wilgenroosjes, waar de bijen en hommels van snoepen . En via de honing wij straks ook! Kijk even waar de ganzenfamilies nu zitten. In het lage landje aan de overkant van de sloot, of lopen ze gewoon over het pad en zitten ze bij de waterspeelplaats?
Ganzen komen vaak op het pad. Dat zie je wel aan hun poep. Je kunt zien dat het echt graseters zijn. Er lopen Canadese ganzen (met de zwarte nekken) en zogenaamde soepganzen (vooral witte). Zijn de jonge gansjes al groot?
We lopen door tot op het bruggetje. Blijf even staan om over het water te kijken. Dit is de Malle sloot.
7. Malle sloot Kijk uit over de Malle sloot. Waarom die zo’n malle naam heeft, dat weten we nog niet. Langs het water zie je een dijkje. Dat is ook echt nodig. De Malle Sloot ligt hoger dan de omgeving. Vind jij dat een vreemd gezicht? …….. In Laag- Nederland zijn we daar wel aan gewend.
Het water moet van het lage deel naar een lage sloot kunnen bewegen.(Die zie je hier niet) Van een lage sloot moet het met een molen of gemaal omhoog gebracht worden. Cronesteyn heeft een gemaal, maar daar komen we vandaag niet langs.
Planten in en langs een sloot zijn belangrijk(dat lees je verderop nog). Maar er moet ook water door kunnen stromen. Hier zijn veel planten weggehaald omdat de sloot teveel dicht ging groeien. Zie je dat het water heel ondiep is aan een kant van de brug? Deze sloot moet ook uitgebaggerd worden. Dat gebeurt in de stad nu ook op verschillende plekken. Vlak na het bruggetje naar rechts over het dijkje langs het water. Maar alleen als jullie op het platgelopen stukje blijven, dus in ganzenpas! Stop als je de ratelaar ziet groeien.
8. Ratelaar Deze planten hebben de naam Ratelaar gekregen. De gele bloemen komen uit bleekgroene, platte ‘buidels’ (kelkjes) die later bruin worden als de zaden rijp zijn. De naam ratelaar komt van de ritselende (ratelende), rijpe zaden in de kelkjes als de planten bewegen. Je mag het best even uitproberen.
Er is nog iets bijzonders met de ratelaar. Ze stelen water en voedsel van grassen. Ratelaar heeft geen eigen wortels,
maar groeit op de wortels van grassen en zuigt zo water en voedingsstoffen op. De grassen zijn daardoor lager op die plek. Kun je dat zien? Blijf nog even op dit plekje…
9. Kalmoes Zoek langs de sloot naar lange groene bladeren die een gekreukelde kant hebben (zie plaatje’) Verderop groeien ze ook als je ze hier niet vindt.
Je mag per groepje een stukje van het geribbelde blad afbreken en er aan ruiken.
Vind je het een lekkere geur? De wortels van de plant worden soms nog wel in kruidendrankjes gebruikt. De indianen gebruikten het vroeger zodat ze minder snel moe werden als ze grote afstanden moesten lopen. Loop een stukje door tot je het molentje goed kan zien.
10. Polderlandschap Ongeveer 25 jaar geleden werden de eerste bomen geplant. Links zie je een dichte haag van struiken waarin je vaak vogels hoort zingen. Toen zag je de trein nog rijden. Rechts kijk je uit over het open veld. Dit weidse uitzicht moet zo blijven. Na half juli mag je door het veld lopen. Dit pad heet het Laarzenpad of de Struinroute.
Pak het landschapsvenstertje (diaraampje) en kijk eens of je een mooi stukje vindt voor een schilderij of een foto. Loop door tot aan het bruggetje
11. Lisdodde en egelskop Op het bruggetje kun je heel goed de oeverplanten bekijken. De lisdodde op deze plek hadden dit jaar helaas geen bloemen , dus ook geen rietsigaren. De grote stengels halen veel mest-stoffen uit het water en brengen ook zuurstof door de stengels naar de bodem van de sloot. Daar kunnen belangrijke bodembacteriën dan weer beter door werken. Zo werken ze als een filter om het water te zuiveren Kun je ook in het water kijken? Zijn er nog waterdieren te zien? Kijk ook eens goed naar de onderwaterplanten. Op het Hoornblad (zie zoekkaart) zit een laagje alg. We gaan weer verder over het dijkje. Ook nog onder de bomen door; eerst onder de stille essen, en dan onder de ruisende of fluisterende populieren door (dat hangt van de wind af). Stop waar je in het water de lange stengels met het bruine pluimpje ziet. Als het warm is, kun je onder en naast een boom voelen dat de lucht veel koeler is; een natuurlijke airconditioning. Dat komt door de verdamping uit al die blaadjes. Is het nu warm, blijf er dan even onder staan.
12. Mattenbies Die hoge stengels in de sloot zijn mattenbiezen, geplant als filter voor het water. Als je deze stengels vlecht, kun je er bijvoorbeeld een zitting van maken in een houten stoel.
Hoe hoog schat je deze stengels?
gevlochten mattenbies op stoel
Loop een heel stuk door tot je een waterlelieplant heel duidelijk kunt zien (daar zijn de oeverplanten namelijk lager)
13. Malle kikkersloot Is de witte bloem van de waterlelie vandaag open? In deze sloot komen twee soorten kikkers voor: de groene en de bruine. De groene kikkers zijn de echte kwakers. Die hebben hun kikkerdril gelegd in juni.
Maar de bruine kikkers, die zijn al lang geen donderkopje meer. Ze komen eind juni al de kant op kruipen, net als de padjes. Let de Bruine kikker
komende weken dus goed op. Groene kikker
Loop verder naar het einde van de sloot.
14. Water gaat verder door een duiker De Malle sloot eindigt hier, maar er is een duiker, een onderdoorgang voor het water. De buis kun je nu niet zien door alle planten aan de kant. Maar als je stil bent, kun het wel horen. Door de plantenfilters is het water hier al een stuk beter van kwaliteit dan aan de kant van het kanaal. Maar dat zou je zo op het eerste gezicht niet zeggen.
Als je over het hek gaat, kom je in de struinroute. Wij doen dat nu niet! Na 15 juli kun je dan bij het pontje komen en op het veld met de ooievaarspaal. Maar juist in dat veld broeden veel vogels. Die hebben in de lente rust nodig en geen voeten die hun nest vertrappen. Zie je vogels? Of hoor je ze? Misschien niet: in de zomer trekken ze al weer weg. Kijk ook naar de kant van de struiken. Daar zitten weer andere vogels. Maar de warme randjes, met de bramenstruiken en de bloemen, daar zitten ook veel insecten: bijen en vlinders, en sprinkhanen. Misschien hoor je die wel!
Loop naar het pad. Van daar kun je al snel het hoge bruggetje zien, de ingang van de moerastuin waar we naar toe gaan. Voor het bruggetje staat een houten paal met als symbool een orchidee.
15. Orchideeën? ...En dat klopt ook. In dit stuk van het park bloeien in het begin van de zomer heel veel planten, ook orchideeën, vooral de Rietorchis. Omdat iedereen de rietorchis erg mooi vindt, en je ze soms niet ziet door het riet, is hier vooraan het riet extra gemaaid.
Vlakbij de brug bloeien de berenklauwen. En je kunt er bijna om wedden dat er op de bloemen ook beestjes zitten te snoepen. Heel vaak zijn dat de oranje soldaatjes.
De paarse bloemen die bijna de hele zomer bloeien zijn van het knoopkruid. (en ook hier groeit de ratelaar weer volop)
t
Loop door naar de bank.
16. Pitrus Naast de bank begint een stuk waar veel pitrus groeit (kijk naar het plaatje).Pitrus is een leuke plant die je op veel plekken ziet en waar je iets mee kan doen. In de ronde stengel zit het luchtige merg, de ‘pit’. Die pit kun je er soms in zijn geheel uit krijgen. Vroeger werd de pit in schapenvet gedompeld en als lont in een olielamp gebruikt.
Elk groepje mag 1 stengeltje plukken om te proberen de pit eruit te krijgen.
Loop door naar het bruggetje met nummer 807.
17. Leven bij het water Op bruggetje 807 kun je even kijken naar de oeverplanten. Er staat hele grote watermunt. Om het te ruiken mag je voorzichtig een blaadje afplukken en wrijven tussen je vingers.
En let nog eens op de libellen en waterjuffers. Op de zoekkaart zie je het verschil. Wist je dat libellen jacht maken op andere insecten? Daarom zie je een vliegende libel vaak uitschieters maken.
Schijnt de zon op het water, dan kun je ook nog planten en dieren onder water zien.
Luister eens goed naar de geluiden. Behalve de snelweg (helaas) hoor je misschien ook nog vogels, in de struiken en het riet. Ja, er broedt hier echt een karekiet.
Loop het bruggetje over...
18. Blauwe knoop Na het bruggetje kun je uitkijken naar een andere plant die eind juni echt goed gaat bloeien: de Blauwe knoop, een plant met paarsblauwe bloemdotten.
Is het vandaag een dag met veel bloembezoekers? Welke bezoekers van bloemen zie je hier? Hommels, bijen, vlinders, zweefvliegen, kevers...?
Langs het wuivende riet kun je hier lopen, maar ook helemaal ertussen. Er is een smal paadje naar rechts gemaaid. Ongeveer 20 meter voor de laatste bank begint het.
19. De duvel in het riet? De lange bladeren van het riet hebben iets bijzonders. Het is net alsof er een afdruk van tanden in het midden staat. Dit wordt al van oudsher de duivelsbeet genoemd. Zie je het? Op dit plekje is het blad een beetje vóórgevouwen en extra stevig.
De blaadjes hebben nog iets bijzonders: ze kunnen draaien om de stengel. Zo kan het blad meedraaien met de wind. Dat is beter dan kapot waaien.
Probeer voorzichtig of je het blad kan laten draaien om de stengel.
Ga het hoge bruggetje over, de moerastuin uit.
20. Klauterbrug (of anders klunen) Veel mensen vragen wel eens “waarom zo’n hoog, steil bruggetje?” Het antwoord is: om er onderdoor te kunnen schaatsen.
Op de speelwei links wordt het gras elke week gemaaid in het groeiseizoen. Toch zijn er wel bloemen zoals madeliefjes. Zie je nog meer bloemen?
Is het veld rechts al gemaaid? Dat gebeurt in juli. Het gras en de andere planten worden gedroogd en tot hooibalen geperst. Het verschil met het groene gazon is wel groot. Wat een soorten grassen hier! Je mag per groepje verschillende grassen plukken en op school drogen.
Houd rechts aan en loop naar de eerste dikke wilg die niet ‘geknot’ is.
21. Wilg met beestjes? Op de takken die laag hangen, kun je zoeken naar larfjes van kevers en rupsjes. Ook in een wilg kunnen veel dieren leven. Zij eten alleen wat blad en dat kan deze boom wel missen. Dat je ook een zieke boom met dode takken ziet, komt door de watermerkziekte . Dat zijn bacteriën die de vaten van binnen verstoppen. De geknotte bomen waren ook ziek. Maar nu zijn sommigen weer groen. Wie weet, worden ze weer beter!
Loop door naar de brug. Hier zie je de sloot van het slootonderzoek met de scholen
22. Water en weide
waterroofkever
Er leven hier heel veel verschillende waterdiertjes in de sloot. Er wordt hier vaak gevist met een schepnet, door groepjes leerlingen met hun klas, maar ook op zondagmiddag met een geleend rugzakje ‘slootje-vissen’. Kom het ook eens proberen in de zomer!
Aan de linkerkant zie je weilanden, het grasland van de weidevogels. Er hebben hier weer grutto’s gebroed en dat is heel bijzonder voor een klein weidegebied. Het gebeurt allemaal van maart tot juli. Daarna trekken ze al weer weg. In de winter zitten ze in Afrika. Je kunt nu soms nog wel scholeksters zien vliegen. En misschien zie je een haas…
Scholeksters
Loop het eerste stuk maar even over het fietspad/skeelerpad. Dat is het linkerpad met asfalt. Je kunt dan nog kijken of je vogels ziet in het weiland. Loop het tweede stuk wel over het wandelpad met schelpen. Loop nu rustig terug naar het bezoekerscentrum en kijk ondertussen of je nog leuke dingen ziet.
Wist je dat... •
Deze polder al 700 jaar bestaat en Het polderpark ongeveer 25 jaar bestaat?
•
In het landgoedbos Cronesteyn ooit een kasteel heeft gestaan?
•
Het polderpark in alle jaargetijden een leuke plek is om te bezoeken?
We hopen dat je het een leuk pad vond. Tot ziens! Natuur- en milieueducatie & bezoekerscentrum Het Reigersbos.
Graag nog even aandacht voor teken. Controleer na elke wandeling buiten even op teken. Dit is niet om angst te kweken, maar gewoon uit zorgvuldigheid. Sommige teken zijn besmet en kunnen de ziekte van Lyme overbrengen. Als je een teek moet verwijderen met een tekentang of lasso, schrijf dan op: datum en plaats op het lichaam. Als na een aantal dagen een rode kring zichtbaar is op die bewuste plek, ga dan altijd naar de huisarts voor een antibioticakuur.