Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Zo maakt u uw eerste etiket: 2
1 4
3 10
6
Lijst symbolen tonen/ verbergen
1
Kiest u een sjabloon. Klik hiervoor in de lijst op het overeenkomstige artikelnummer. (Hoe u eigen sjablonen kunt maken, ziet u op pagina 5.)
2
Klit u op ETIKETT > NEU.
3
Klikt u op de knop om het label op te slaan. (U kunt ook op ETIKETT > SPEICHERN klikken of Ctrl+S gebruiken.)
4
Stelt u de zoomfactor zo in, dat het label groot genoeg getoond wordt.
5
Trek de hoek van het venster zo ver uit dat, dat het gehele label zichtbaar is.
6
• Klikt u op ANSICHT > RASTER > RASTERGRÖSSE > 1 mm.
7 Projectlijst 8 Tekenen tools
• Als het raster uitgeschakeld is, schakel het dan weer in via ANSICHT > RASTER > AM RASTER AUSRICHTEN,
kleurenlijst
5
9 Symbolenlijst
Tips: • Als u op klikt op DATEI > BEISPIELPROJEKT ÖFFNEN vindt u labels die wij van teksten en symbolen hebben voorzien. • Vergeet u niet om de labels tijdens het bewerken regelmatig op te slaan. • Wij bevelen u aan om de labels met laserprinter op daarvoor speciale folie te printen. • Snijd u de geprinte labels met een liniaal en stanleymes langs de tekens uit.
• Als het raster verborgen is, haal het naar boven met ANSICHT > RASTER > RASTER EINBLENDEN. Tip: Op vele monitoren wordt het raster pas vanaf een bepaalde zoomfactor getoond.
7
Met de teksttool kunt u teksten toevoegen. Hoe u teksten kunt opmaken ziet u op pagina 2.
8
Met de tekenen tools kunt u lijnen en vormen invoegen. Met het kleurenpalet kunt u de lijnen en de opvulling vastleggen (meer hierover op pagina 4).
9
Met de symbolenlijst kunt u symbolen aan het label toevoegen: • kiest u een symbool uit de lijst. • trekt u het voorbeeld met ingedrukte muisknop naar het label.
10
Klikt u op het printersymbool
om het label te printen.
• Om het label meervoudig op één pagina af te drukken, geeft dit aan in het automatisch openende printervenster. • Om verschillende labels op één pagina af te drukken, drukt u op ETIKETT > DRUCKEN > ALLE GEÖFFNETEN ETIKETTEN.
1
Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Tekst opmaken en plaatsen 1
1
.
• klikt u op het label en voer de gewenste tekst in. • Om een nieuw deel in hetzelfde tekstveld in te geven, drukt u op
4 2
• klikt u op de tekst tool
CTRL+ENTER.
2
Vergeet u op het tekens voor de muis
3
Vergeet het tekstveld door de hoeken uit te trekken, bijv. tot aan de rand van het label.
4
Geef het tekstveld aan en gebruik de opmaakmogelijkheden om tekstsoort en -grootte aan te passen, de tekst vet, cursief of onderstreept weer te geven. Met de knoppen links
3
rechts
, boven
, gecentreerd , midden
of onder
en geef het tekstveld aan.
, kunt u de tekst
plaatsen. 5
Als u meerdere tekstvelden (zoals bij punt 3 beschreven) op gelijke grootte trekt, kunt u alle teksten gelijk opmaken. Het magnetische raster helpt u om de tekstvelden allemaal even groot te maken. Als het magnetische raster uitgeschakeld is, schakel dit dan in via ANSICHT > RASTER > AM RASTER AUSRICHTEN. Onder ANSICHT > RASTER kunt u ook de rastergrootte wijzigen en het raster verbergen of tonen.
5
2
Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Automatische teller invoegen •
Open het gewenste label en klik op EINFÜGEN > ZÄHLER, om het links afgebeelde venster te openen.
•
Via het filter kunt u de teller opmaken, bijv. met voorloopnullen of decimalen.
•
Geef als voorvoegsel een tekst in, die voor de teller moet staan, en als achtervoegsel een tekst, die achter de teller moet staan.
•
Als u op EINFÜGEN klikt, verschijnt het tekstveld met de teller op het label.
•
Klikt u op het printerteken en geef in het automatisch openende printervenster het gewenste aantal afdrukken op. Op de geprinte labels wordt automatisch oplopend genummerd.
Eigen afbeeldingen invoegen • 1
2
Met de opdracht EINFÜGEN > BILD kunt u zelf gemaakte afbeeldingen en grafieken op een label toevoegen.
Tekst/Beelden als symbool opslaan 1
2 4
3
Maak het tekstveld zodanig op zodat minstens 2 begrenzingen het label met de witte rand afsluiten. Dan kunt u het symbool later eenvoudiger plaatsen. Markeer nu de bij elkaar horende elementen. Via de opdracht EINFÜGEN > ALS SYMBOL SPEICHERN worden alle gemarkeerde elementen als één symbool opgeslagen.
3
In het automatisch openende venster SPEICHERN UNTER (opslaan als) kunt u ook een nieuwe map voor eigen afbeeldingen maken, die dan ook in de symbolenlijst getoond wordt.
4
Het zelf gemaakte symbool kunt u alleen voor nieuwe labels gebruiken. De individuele elementen (tekst, afbeelding) kunnen na het invoegen in een label verder bewerkt worden. 3
Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Elementen spiegelen • 1
Gemarkeerde elementen, bijv. symbolen, kunt u met de opdracht BEARBEITEN > SPIEGELN horizontaal of verticaal spiegelen.
Kleurenmenger
2 6 3 5
4
1
Markeer het element, van welke u de kleur wilt wijzigen.
2
Klikt u op het symbool om de lijnen en contouren van grafieken dan wel kleuren van teksten op te maken. Naast het symbool kunt u de lijnsoort en lijndikte instellen (niet voor tekst).
3
Om een nieuwe lijnkleur te kiezen klikt u met de pipet op de gewenste kleur of....
4
..... mixt u de kleur met de RGB mengschijf.
5
Om de ingestelde kleur op te slaan, markeert u één van de 10 vrije kleurvelden en klikt u op het symbool om de kleur in het veld vast te leggen. Voordat u een andere kleur opneemt, markeer dan eerst weer een vrij kleurveld. Door een dubbelklik op een kleurveld wijst u aan het betreffende element een kleur toe.
6
Klikt u op het symbool om grafieken met een kleur te vullen. De vulkleur stelt u samen zoals beschreven onder punt 3-5.
4
Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Labelsjablonen maken en bewerken
2 4
3
1
Klikt u in het hoofdvenster op EXTRAS > VORLAGENVERWALTUNG ... om het links afgebeelde venster te openen.
2
Kiest u een beschikbaar sjabloon als basis.
3
Voer in het veld VORLAGENNAME (symboolnaam) een nieuwe naam in en klikt u op SPEICHERN (opslaan).
4
In het sjabloon kunt u alleen teksten, grafieken en symbolen invoegen.
5
6
5 6 7 7
8
Op het tabblad HINTERGRUND kunt u desgewenst een andere achtergrond of geen achtergrond kiezen. Tip: Er kunnen alleen achtergronden gekozen worden, die precies zo groot zijn als het sjabloon. Voor sommige labels zijn er geen achtergronden. Met de box IST SICHTBAR BEIM DRUCKEN kunt u voor iedere achtergrond apart vastleggen, of hij afgedrukt moet worden of niet. Tip: U kunt op de achtergrond elementen wijzigen, toevoegen en verwijderen. Deze wijzigingen werken door op alle sjablonen die deze achtergrond gebruiken. Na het opslaan kunnen deze wijzigingen niet meer ongedaan gemaakt worden! Normaal gesproken is het voldoende om de elementen alleen voor het printen zichtbaar/ onzichtbaar te maken. Leg de wijzigingen vast met SPEICHERN – ook op het tabblad VORLAGE! (Sjabloon) - en sluit het venster VORLAGENVERWALTUNG. Kiest u nu in het hoofdvenster eerst het nieuwe sjabloon en klikt u daarna op ETIKETT > NEU. Het nieuwe label is een kopie van het sjabloon. U kunt het label nu wijzigen, opslaan en afdrukken.
5
Korte handleiding JUNG Beschriftingstool Labels in projecten gebruiken
Zo start u een nieuw project met labels:
Als u veel etiketten moet maken, bijv. voor grotere gebouwen, dan kunt u de de labels in individuele projecten beheren. 1
3
2
1
Klikt u op om een nieuw project aan te maken. (U kunt ook op DATEI > NEUES PROJEKT klikken of op CTRL +F1.
2
In de projectenlijst verschijnt het nieuwe project.
3
Maakt u een nieuw label, zoals op pagina 1 beschreven en klikt u op om het label op te slaan.
4
Kiest u in het dialoogvenster de projectmap als opslagplaats.
5
Geeft u een bestandsnaam voor het label en klikt u op SPEICHERN.
6
Het label verschijnt in de projectenlijst.
Zo wijzigt u projectnamen: 4
5
6
(U kunt ook op DATEI > PROJEKT
•
Klikt u in het hoofdvenster op ÖFFNEN klikken of Ctrl+F2.)
•
Klikt u in het automatisch openende venster met de muisknop op de projectmap en kiest u uit het contextmenu UMBENENNEN (naam wijzigen). Het bestand (met bestandsformaat .bt2) kunt u op dezelfde manier hernoemen.
Zo opent u projecten en labels: •
Klikt u in het hoofdvenster op
.
•
Kiest u uit het automatisch openende venster de projectmap en opent u het bestand (met bestandformaat .bt2).
•
De projectmap verschijnt met alle daarbij behorende opgeslagen labels in de projectlijst.
•
Klikt u in de projectlijst op een labelnaam. Het label wordt automatisch geopend. 6