((
=Zi:meZg^bZci"'$ '%%.
?ID?;KM8EKMLEEH:;B?=;HLEEHLL;5
8;MED;HI:;DA;DD7 EL;HIBEEF;?=;DMED?D= CZYZgaVcY]ZZ[iZgcd\ValVi/edgi^Z`[aVihj^iYZ_VgZck^_[i^\ZcoZhi^\# O^_o^_ckVV`c^ZibZZgkVcYZoZi^_Y/iZ`aZ^c!\Z]dg^\ZchaZX]i\Zhd" aZZgY#KVchdbb^\Zedgi^Z`[aViho^_cYZldc^c\Zcj^iYZkddggVVYkVc kZg]jjgYZghkZg`dX]iVVcc^Zi]ZZakZgbd\ZcYZeVgi^Xja^ZgZc#KVV` o^_cZgdckdaYdZcYZgZhZgkZhdb]ZikZgZ^hiZdcYZg]djYiZeaZ\Zc#9Z H:KodZ`iYVVgdbhVbZcbZi9ZGZ\^ZcVVgZZceVhhZcYZdeadhh^c\# Kda\ZchBVgXZa@VhiZ^c!Y^gZXiZjgkVc9ZGZ\^Z!W^ZYikZgkVc\ZcYZ c^ZjlWdjlk^V8daaZXi^Z[EVgi^Xja^ZgDeYgVX]i\ZkZghX]Ve8ED `VchZckddgVaaZWZigd``ZcZc# YddgHVcYZgHeVgZcWZg\![did\gV[^Z?ddhi7gdjlZgh
=Zi:meZg^bZci"'$ '%%. CZYZgaVcYiZaikZZaedgi^Z`[aVihj^iYZ_VgZck^_[i^\ZcoZhi^\# KZZaVaWZk^cYZcYZ[aViho^X]^cZZc\dZY`ddeeg^_hhZ\bZci! bVVglZiZcWZldcZghc^Zi\dZYlVVgo^_VVcWZ\^ccZc# =Zi^hYVcYZkgVV\d[\ZaYkddg]ZidcYZg]djY`VcldgYZc de\ZWgVX]i#9ZV[\ZWZZaYZ[aVi^hc^ZickVcYZWZhegd`Zc [aVih^cY^iVgi^`Za
=ZZbhiZYZ
In Heemstede hebben twee VvE’s een stichting opgericht. De stichting vertegenwoordigt de eigenaren en heeft een programma van eisen opgesteld. Is het mogelijk om met gesloten beurs nieuwe woningen met minimaal hetzelfde oppervlak te realiseren? “Wij hebben in opdracht van de stichting een haalbaarheidsFHE=H7CC7MED;D;DC7HAJ onderzoek uitgevoerd: wat kost het om de huidige woningen en garages te slopen en wat kost het om vervolgens op ER ZIJN VEEL van dit soort portiekflats in Nederland. dezelfde locatie evenveel woningen van dezelfde omvang Bij het uitponden van deze complexen uit de woningmet parkeergelegenheid terug te bouwen?”, vertelt voorraad, moet de verhuurder zich goed realiseren dat Kastein. “Het saldo van deze optelsom, van het slopen particuliere eigenaren met enorme problemen worden van de huidige woningen en het bouwen van de nieuwe opgezadeld. “Kopers weten vaak niet waar zij aan beginnen. De woningen worden ouder en het VvE-bestuur woningen, wil je tot nul reduceren. Vervolgens kun je uitrekenen hoeveel woningen en parkeerplaatsen je moet functioneert vaak niet goed. Bewoners komen eigenlijk toevoegen om de kosten van de vervanging van de vast te zitten in een web van ellende. Zij zouden beter huidige woningen te kunnen afdekken.” voorgelicht moeten worden”, vindt Kastein. “Er zijn Door het architectenbureau ADP is in opdracht van de weinig perspectieven. Sommige eigenaren proberen hun woning te verkopen aan een nieuw slachtoffer. Ik zeg het stichting een volumestudie gedaan. De resultaten zijn doorgesproken met het stichtingsbestuur en de twee nu heel negatief, maar naarmate de woningen meer op VvE’s. Hiermee is het nog geen gerealiseerd plan. Ook de leeftijd raken, is dit beeld wel reëel.” De praktijk is dat veel uitpondoperaties al hebben plaats- gemeente en de woningcorporatie moeten akkoord gaan. Dat geldt ook voor de omwonenden. gevonden. Sommige corporaties zijn eigenaar van meer “Met de woningcorporatie is vooraf een afspraak gemaakt dan de helft van de woningen gebleven. Zij spelen nog over hun participatie in het project”, legt Kastein uit. “Zij een actieve rol in de VvE. Dan is er een redelijk stabiele zijn bereid gevonden om de extra woningen die ontwikkeld situatie. Maar waar dit niet het geval is, zullen veel worden, te kopen. Dit tegen een prijs die net onder de particulieren een keer tegen de problemen aanlopen. Als dit soort complexen op locaties staan waar volume is taxatiewaarde ligt. Enerzijds koopt de corporatie dus extra woningen tegen een gunstige prijs en anderzijds toe te voegen en de gemeente er welwillend tegenover financiert zij enkele kosten voor. Dit is de kurk waar het staat, dan kan sloop en nieuwbouw via CPO met gesloten project financieel op drijft.” beurs volgens Kastein een passende oplossing zijn voor De gemeente heeft aangegeven welwillend tegenover het dit probleem. principe te staan, maar het is nog niet bekend of zij ook daadwerkelijk met de huidige voorstellen zal instemmen. 8daaZXi^Z[ De gemeente moet bereid zijn het bestemmingsplan aan Bij CPO verwerven particulieren in groepsverband een te passen. Voorlopig ligt er een structuurontwerp. bouwkavel met woonbestemming. Hiervoor organiseren zij zich meestal in een stichting of vereniging zonder winstoogmerk, die als opdrachtgever naar architect en aannemer van het project optreedt. Uiteindelijk worden de woningen dus in groepsverband gerealiseerd. Eigenaren moeten volgens hem over de streep getrokken worden met een aantrekkelijk en degelijk plan. “Mensen moeten op een verantwoordelijke manier een beetje verleid worden. Met CPO weten zij immers ook niet precies waaraan zij beginnen. Hoe zit het met de huisvestingskosten? En, waar laten we onze spullen? Met de woningcorporatie zijn er goede afspraken te maken voor wisselwoningen. Alle betrokken partijen kunnen er met deze aanpak wijzer van worden.” OVcYkddgi Samen met De Regie zoekt de SEV in deze richting oplos- In Zandvoort ging het anders. De gemeente daar is al jaren singen voor twee portiekflats in Heemstede en Zandvoort. aan het soebatten met een aantal eigenaren van enkele Over het blijven investeren in de woningen zelf is bij de portiekflats aan de boulevard. Het gaat om in totaal eigenaren twijfel ontstaan. Dat heeft te maken met de 60 koopwoningen verdeeld in drie blokken. Het complex bouwkundige staat. Het wooncomfort is onder de maat. is eigendom van 11 afzonderlijke VvE’s. “Er zijn allerlei zaken waar je geld in moet steken als je er De woningen zijn vergelijkbaar met die in Heemstede. goed wil wonen. De vraag is of de investeringen zich nog De gemeente vindt daarom dat dit stukje Zandvoort aan terugbetalen in een hogere waarde van de woningen”, vernieuwing toe is. Zij wilde de locatie door een projectzegt Kastein. “Hier komt bij dat een deel van de huidige ontwikkelaar laten opwaarderen. De eigenaren hebben bewoners er juist is gaan wonen vanwege de lage prijs. zich daar steeds met succes tegen verzet. Zij hebben dus lang niet altijd de financiële middelen om “De vergoeding zou niet in verhouding staan tot het de woningen op te knappen. Dat is een probleem.” bedrag dat de huidige bewoners er ooit voor hebben
Kopers zouden beter voorgelicht moeten worden
()
neergelegd”, zegt Kastein. “Deze discussie over de opwaardering van dit gebied duurt al twintig jaar waarbij de bewoners tot nu toe altijd het gelijk aan hun kant hebben gekregen. De huidige wethouder zag in het CPOconcept een interessante optie die kon leiden tot een doorbraak in de discussie.” De bewoners denken nogal verschillend over de toekomst van het complex en het gebied. “Vooral bewoners die zelf flink hebben geïnvesteerd in de woning, lopen niet echt warm. Een groot deel van de bewoners vindt juist dat er nu een historische kans ligt om dit met gesloten beurs te doen”, weet Kastein. Ook hier heeft een haalbaarheidsonderzoek meer duidelijkheid verschaft. “De bewoners blijken geen haast te hebben. Zij vinden het voortzetten van het onderhoud voor de korte termijn de beste optie. De meerderheid wil wel verder onderzoek naar de sloop-nieuwbouwvariant”, aldus Kastein.
7ZhiZbb^c\heaVc De nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt gemeenten de mogelijkheid de eis op te nemen in een bestemmingsplan dat (een deel van) een locatie via particulier opdrachtgeverschap ontwikkeld moet worden. Als eigenaar wil je niet meewerken aan een bestemmingsplanwijziging om het vervolgens voor een andere partij dan de eigen VvE mogelijk te maken op de locatie extra woningen te gaan bouwen. De eigenaren hebben deze opbrengsten immers zelf nodig om de begroting van het sloop-nieuwbouwproject sluitend te krijgen. “De eigenaren willen daarom dat de extra mogelijkheden die op deze locatie worden gecreëerd alleen benut kunnen worden in het kader van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap”, legt Kastein uit. De gemeente heeft dit overgenomen. In het ontwerpbestemmingsplan dat op 19 mei jl. door het college is vastgesteld, wordt de bestaande situatie bevestigd. Er is bovendien een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarin is geregeld dat het slopen en vervangen van de huidige woningen alleen via een CPO-initiatief mogelijk is (zonder het bestemmingsplan opnieuw te moeten aanpassen). Uiteraard zijn er regels over hoe hoog en hoeveel er maximaal op de locatie mag worden teruggebouwd wanneer een beroep op deze wijzigingsbevoegdheid wordt gedaan. Ook alle omwonenden willen immers zicht hebben op wat er gaat gebeuren. “Als er voldoende eigenaren blijken te zijn die vertrouwen hebben in een bepaald plan ter vervanging van hun eigen woningen, kunnen zij dus naar de gemeente stappen en wijzen op de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan”, legt Kastein uit. “Op deze manier ontstaat er een oplossing die voor alle betrokkenen gunstig is. De gemeente en andere woningeigenaren zien de waarde van een gebied stijgen en de direct betrokken eigenaren vervangen met een gesloten beurs hun huidige appartementen door een nieuw huis met een verhoogd wooncomfort. Zij kunnen bovendien volop zelf meedenken in de herontwikkeling van het gebied.” Of de bewoners ook daadwerkelijk overgaan tot sloop en nieuwbouw zal de toekomst uitwijzen. N C[[h_d\ehcWj_[7dd[#@eL_ii[h"l_ii[h6i[l$db
(*
=Zi:meZg^bZci"'$ '%%.
9ZIlZZYZ@VbZgZcb^c^hiZgKVcYZgAVVccZbZcW^ccZc`dgiedh^i^Z ^ciZcdeo^X]iZkVcYZldc^c\XdgedgVi^Zh#O^_ldgYZc\ZkdZYYddg]Zi gVeedgiÈC^Zjl6ggVc\ZbZcidkZg]Z^YZcldc^c\XdgedgVi^ZhÉkVcYZ hijjg\gdZeBZ^_Zg^c`#Dd`YZkZaZgZVXi^ZhYVVgdekVcYZKGDB"gVVY VahbZYZ]Zikddgj^io^X]ikVcZZclZihdcilZgedkZgYZBVVihX]VeeZa^_`Z DcYZgcZb^c\ldgYZcbZZ\ZcdbZc#=Zi\VVi]^ZgW^_dbc^Zib^cYZg YVcZZc]ZgdcilZgekVcYZdg\Vc^hVi^ZkVcYZhVbZcaZk^c\de]Zi \ZW^ZYkVcldcZc#LVio^_cYZWdjlhiZcZcZcXdcidjgZckVcodÉc c^ZjllddchiZahZa49ZH:KodZ`ibZZ^cYZoZhnhiZZbkZgc^Zjl^c\# :Zc\ZhegZ`bZiEVja9dZkZcYVch# YddgBVYZadcHidZaZ!WZZaYCVi^dcVaZ7ZZaYWVc`
=Zi:meZg^bZci " '$ '%%.
(+
F7KB:E;L;D:7DI"FHE=H7CC7H;=?II;KHL7D>;JI;L#FHE=H7CC7MED;D;DEH=7D?I7J?;0
É>;J=77JEC D?;JC?D:;H:7D>;J >;HEDJM;HF;DL7D:; EH=7D?I7J?;L7D>;J MED;DÊ FHE=H7CC7MED;D;DEH=7D?I7J?;
“WONEN, IN ELK GEVAL V in het sociale domein, is tegenwoordig niet meer van het Rijk, van gemeenten en zelfs niet van bewoners, maar van corporaties. En die zijn op hun beurt van niemand. Binnen de driehoek staat, markt en gemeenschap heeft de woningcorporatie zich als maatschappelijke organisatie in de loop van de tijd als het ware aan elastiekjes op en neer bewogen. Vanuit het domein van de gemeenschappen zijn ze als maatschappelijke organisaties door de staat geconfisqueerd en tot uitvoeringsorganisaties van overheidsbeleid geworden. Na de verzelfstandiging hebben corporaties nadrukkelijk de markt verkend en zich daarbij vervreemd ten opzichte van de andere domeinen en hun actoren, overheid en bewoners. Daardoor zijn de elastiekjes slap geworden: de overheid is op afstand gaan staan en beweegt vooral bij incidenten. De gemeenschappen zijn een passieve en tandeloze omgevingsfactor van de corporatie geworden. De marktwerking heeft maar beperkt vat op de corporaties met hun vrijwel gegarandeerde inkomstenstroom. Losgeraakt van hun verschillende maatschappelijke ankers, hebben corporaties een weinig duurzame toekomst. Er is sprake van een verlies aan legitimiteit en aan duidelijkheid over de identiteit van de corporaties en het corporatiebestel. Er is twijfel over hun dienstbaarheid aan het publieke belang en effectiviteit bij het dienen van meervoudige doelen en het bedienen van vele doelgroepen. Het stelsel is aan vernieuwing toe!”
=ZgdcilZgedg\Vc^hVi^ZkVcYZhVbZcaZk^c\ “Een terugkeer naar het vroegere stelsel is daarbij niet mogelijk. Er wordt in dit kader dan ook gesproken van de noodzaak tot het herontwerpen van het woonstelsel. Ideeën over hoe de toekomst van woningcorporaties er uit kan komen te zien lopen flink uiteen. Sommigen pleiten voor een verdere verzelfstandiging van de corporaties en beperking van het overheidstoezicht. Anderen willen juist een versterking van de sociale taak binnen publieke
kaders. Nog weer anderen wensen vooral de emancipatie van de bewoners te versterken.” Wat is de achterliggende visie achter het stelsel en wat zijn de uitgangspunten waaraan een nieuw ontwerp zou moeten voldoen?
Dcil^``Za^c\heVYZc Een belangrijke vraag is welke variaties er in de toekomst van corporaties mogelijk zijn. Wat is hard en zeker, wat nog niet en wat bepaalt dat? Doevendans: “In ‘Ontwikkelingspaden voor woningcorporaties’ verkennen Fleurke, Van der Schaar en Van Wijk deze vragen. Tegen de achtergrond van een historische, internationale en transsectorale vergelijking, onderzoeken de auteurs de argumenten op grond waarvan men voor een van de ontwikkelingspaden zou kunnen kiezen. De eerste ontwikkelingsrichting is versmalling. Deze richting komt tegemoet aan twijfels omtrent de uitzonderingspositie die Nederland in Europees verband inneemt. Hierbij worden er vraagtekens geplaatst bij de verzelfstandigde grootschalige corporaties en neigt men naar herkenbare, klassieke arrangementen. De ontwikkelingsrichting consolidatie van het bestel heeft betrekking op het handhaven van het evenwicht tussen de grote spelers in en rond de sociale verhuur. Afscheid van de overheid is de derde onderscheiden ontwikkelingsrichting en houdt het einde in van een afzonderlijk wettelijk regime voor instellingen die zich met sociale verhuur bezighouden. De ontwikkelingsrichting verbreding leidt tot wezenlijk andere corporaties. Verbreding kan leiden tot een nieuw type onderneming: het gemengd woonbedrijf.”
@ZcbZg`ZclddchiZahZa Maar de vraag naar een nieuw woonstelsel reikt verder dan de positie van alleen corporaties. In een nieuw woonstelsel moet ook de positie van de andere partijen duidelijker worden, onder meer ten opzichte van de corporatie. Wie moeten dit woonstelsel dragen, van wie is het wonen
en van wie de corporatie? Volgens de SEV kenmerkt een nieuw woonstelsel zich door de volgende vijf elementen. Beweeglijk speelveld voor maatschappijgedreven corporaties Wat er moet gebeuren om ‘het belang van de volkshuisvesting’ te dienen, verandert in de tijd. Vertrekken vanuit de kerntaak volkshuisvesting – de toegankelijkheid van wonen voor iedereen en dus de zorg voor kwetsbare doelgroepen – lijkt daarbij verstandig. Afbakening naar ‘buiten’ kan tot stand komen in interactie met de lokale maatschappelijke omgeving van corporaties. De concurrentie met de gemeente, zorg- en welzijnsinstellingen om bijvoorbeeld de regierol op wijkniveau, zal tegen de grenzen van bevoegdheden en middelen aanlopen. Voorlopig dient dat een nuttig doel: het nodigt uit tot maatschappijgedreven innovatie en het maakt de problemen die dichtbij mensen liggen daardoor niet alleen zichtbaar, maar lost ze ook op. Onderbouwing van de inzet in termen van maatschappelijk en economisch rendement en principes van wederkerigheid en proportionaliteit moeten de brede maatschappelijke betrokkenheid van corporaties handen en voeten geven. Borging publiek belang en publieke normstelling Ook op een beweeglijk speelveld kunnen strakke normen gelden. Die hebben namelijk betrekking op de maatschappelijke kerntaken van corporaties en in het bijzonder de borging van het publieke, grondwettelijke belang: het huisvesten van hun doelgroep in kwalitatief acceptabele woningen tegen een betaalbare prijs. Die norm laat zich zowel kwalitatief als kwantitatief vertalen. Ook ten aanzien van aanvullende maatschappelijke opdrachten, zoals het bijdragen aan de ontplooiing van mensen en aan de kwaliteit van samenleven, is lokale normstelling mogelijk en wenselijk.
(,
=Zi:meZg^bZci"'$ '%%.
É>;J=77JEC D?;JC?D:;H:7D>;J >;HEDJM;HF;DL7D:; EH=7D?I7J?;L7D>;J MED;DÊ
Gemengd bedrijfsmodel: scheiden om nieuw te verbinden De constructie van de ideale woningcorporatie valt nog niet mee. Vooral op de meervoudigheid in functies en gebrekkige aansturing is kritiek mogelijk. Als kapitaalverschaffer en vastgoedbelegger zouden corporaties evenals pensioenfondsen aan gematigde maar harde rendementseisen moeten voldoen waarop een streng toezicht op te risicovolle transacties en investeringen wordt gehouden. Als woningbeheerder zouden ze aan dezelfde tucht van de markt moeten worden blootgesteld als die welke makelaars en commerciële verhuurders efficiënt laat werken. Als uitdeler van dat financieel en maatschappelijk rendement hebben zij daarom een veel sterkere publieke en maatschappelijke borging nodig op de richting waarin die investeringen worden gedaan, zonder dat lange democratische besluitvormingsprocedures de slagkracht verminderen. Zijn er modellen denkbaar waarin optimaal presteren op deze verschillende functies wordt gecombineerd met behoud van maatschappelijke idealen en inzet op de maatschappelijke doelstelling? Ontwerp van nieuwe bedrijfsmodellen, met ‘scheiden om nieuw te verbinden’ als motto, maakt onderdeel uit van herontwerp van het stelsel. Lokale betrokkenheid en tegenkracht Het wonen is te veel van corporaties alleen geworden. Betrokkenheid, medeverantwoordelijkheid en sturing van lokale partijen, bewoners en gemeenten voorop, moet opnieuw groeien om vervreemding en oligarchie van corporatiebestuurders tegen te gaan. Niet alleen bij het corporatiebeleid, maar bij het wonen als zodanig. Daar zijn nieuwe instrumenten voor nodig, voor gemeenten en voor bewoners. Het wetsontwerp van de Maatschappelijke Onderneming biedt hiervoor handvatten, maar veel meer is nodig en mogelijk. Een programma ‘maatschappijverbindingen’, met inzet op versterking van de sturing
door lokale belanghouders en op het faciliteren van maatschappelijke zelforganisatie, maakt een belangrijk onderdeel uit van het herontwerp. Betrouwbare noodremprocedure De stuurgroep ‘Meijerink’ doet vooral iets aan het toezicht – er komt een nieuwe sterke autoriteit – en er wordt iets gedaan aan de borging van het publieke belang. Die centrale Woonautoriteit moet er komen, maar dan ook met echte tanden. Dat publiek belang moet steviger geborgd worden, maar dan met kabels in plaats van elastiekjes.
Alle partijen in het nieuwe woonstelsel moeten hun verantwoordelijkheid pakken C^ZjllddchiZahZa^clZg`^c\ “Alle partijen in het nieuwe woonstelsel moeten hun verantwoordelijkheid pakken. Corporaties zullen hun bestaansrecht als maatschappelijke onderneming verplichtend moeten invullen, als ‘werkorganisatie van, voor en met de samenleving’. Het wonen is niet van corporaties, het is in de eerste plaats van bewoners en hun gemeenschappen. Corporaties zullen zich breed maatschappelijk moeten blijven oriënteren en medeverantwoordelijkheid dragen, maar niet alles ook zelf doen. Coproductie met hun partners en het faciliteren van maatschappelijke zelforganisaties van bewoners zijn perspectiefrijk. Gemeenten moeten echt meer van hun lokale regierol op het gebied van wonen laten zien en
daarbij nieuwe sturingsvarianten als bod op woonvisie moeten inzetten. De rijksoverheid zal het systeem moeten organiseren en beheren en een actieve betrokkenheid bij het publieke belang moeten houden en waarmaken. En daarbij condities voor bewoners, corporaties en gemeenten moeten creëren.”
LVVgYZkdaaZZmeZg^bZciZc “Het nieuwe woonstelsel komt er niet alleen vanaf de ontwerptafel. Nu al wordt in de maatschappelijke praktijk geëxperimenteerd met arrangementen die voorgaande kenmerken verkennen en op waarde onderzoeken. Nieuwe verenigingsvormen, maatschappelijk bestuur, maatschappelijke zelforganisatie, coöperatieven, ze komen eraan als de praktijk de ruimte krijgt om te experimenteren. Dat is het beroep dat de SEV doet op de minister en de Tweede Kamer maar vooral ook op bewoners, gemeenten, corporaties en andere maatschappelijke organisaties. Bied ruimte voor experimenten, organiseer ‘beleidsleren’ op weg naar een nieuw en duurzaam woonstelsel.” N C[[h_d\ehcWj_[ FWkb:e[l[dZWdi"Ze[l[dZWdi6i[l$db :[I;L_ic[Z[#k_j][l[hlWd^[jXe[aÉEdjm_aa[b_d]ifWZ[dleeh med_d]YehfehWj_[iÊZeeh
[jXe[a_ij[X[ij[bb[dleeh`'/"+&X_`Z[I;L$
=Zi:meZg^bZci"'$ '%%.
(-
D?;KM;FK8B?97J?;I N I;L#`WWhl[hibW](&&. 2008, het jaar van de spannende verkiezingsstrijd in de Verenigde Staten, het jaar van de mondiale financiële en economische crisis, maar ook het jaar van de afgetreden minister Vogelaar. Een dynamisch jaar met veelingrijpende gebeurtenissen. Hoe de SEV het er vanaf heeft gebracht, staat in het jaarverslag over 2008. Daarin staan de resultaten van de drie SEV-programma’s: Vernieuw(d) maatschappelijk ondernemerschap, Wat beweegt de woningmarkt? en Keer de verloedering! Wij vragen, bijvoorbeeld in de jaarverslagprijs Het Glazen Huis, transparantie en verantwoording van onze partners en andere betrokkenen. Ook het SEV-jaarverslag moet daarom een dergelijke insteek hebben. Welke wegen zijn er ingeslagen? Wat zijn de prestaties en opbrengsten? Hebben we de gewenste effecten gezien en de verwachte resultaten behaald? Ligt de SEV nog op de koers van maatschappelijk ondernemen? Deze vragen en andere stellen we in het jaarverslag. Spreek de SEV vooral aan op deze resultaten, we horen het graag! SEV/juni 2009/48 pagina’s/als pdf te downloaden of gratis te bestellen op www.sev.nl
N D_[kml[hiY^[d[d0 ÉEdjm_aa[b_d]ifWZ[dleehmed_d]YehfehWj_[iÊ 9ZidZ`dbhikVcldc^c\XdgedgVi^ZhWZa^X]i In dit nieuw verschenen boek van Fleurke, Van der Schaar en Van Wijk wordt de lezer meegenomen in een verkenningstocht door de turbulente wereld van de woningcorporaties. De ideeën over de toekomst van woningcorporaties lopen flink uiteen. Moeten we afscheid nemen van het fenomeen woningcorporatie, moet de corporatie versmallen tot kerntaken óf de integrale buurtbeheerder worden die de WRR erin ziet? Tegen de achtergrond van een historische, internationale en transsectorale vergelijking, onderzoeken de auteurs de argumenten op grond waarvan men voor een van de ontwikkelingspaden zou kunnen kiezen. Het boek geeft iedere politieke kleur argumenten in het debat over de toekomst van deze belangrijke sector. Het werkt inspirerend en verhoogt tevens de kwaliteit van het publieke debat. De SEV ziet dit boek daarom ook als een belangrijke basis voor nieuwe experimenten met arrangementen tussen woningcorporaties, de gemeenschap waar zij in en voor opereren, de overheid en de markt. RIGO en SEV/mei 2009/208 pagina’s/ te bestellen voor €19,50 op www.sev.nl
N ;lWbkWj_[Jm[[^kkhfh_`p[dioij[[cMeedXhed Sinds 2002 voert de Rotterdamse wooncorporatie Woonbron een inkomensafhankelijk prijsbeleid, beter bekend als het ‘Tweehuurprijzensysteem’. De aangeboden woningen zijn sindsdien voor zowel een sociale huurprijs als een ‘markthuur’ verkrijgbaar, afhankelijk van het inkomen van de bewoners. Woonbron en de SEV evalueren de effecten van deze mogelijke voorloper voor een landelijk systeem van inkomensafhankelijk huren in dit rapport. De SEV heeft een vergelijkbaar experiment met Huur op Maat. We verwachten hiervan in juli 2009 de eerste resultaten op landelijk niveau. SEV/april 2009/42 pagina’s/als pdf te downloaden op www.sev.nl
N >e[Zkkh_i]e[Zaeef5 De provincie Groningen, de gemeenten Pekela, Reiderland, Scheemda en Winschoten en de SEV hebben Heins Advies gevraagd onderzoek te doen naar koopwoningen in het Oldambt. Het is een vervolg op eerdere onderzoeken die concluderen dat de vraag naar woningen in Oost-Groningen afneemt. Aanleiding voor het onderzoek waren diverse onderzoeksrapporten en de waarneming dat in sommige straten van de betrokken gemeenten veel woningen te koop bleken te staan. Heins Advies uit Leeuwarden heeft de wensen van bewoners en de technische staat van de woningen onderzocht. Deze uitkomsten werden vergeleken met eerdere onderzoeken in Nederland. In gebieden in Zeeland, Limburg en Twente bijvoorbeeld zien we vergelijkbare ontwikkelingen. SEV/april 2009/96 pagina’s/als pdf te downloaden op www.sev.nl
N ;d[h]_[X[ifWh_d]_dLl;Êi :cZg\^ZWZheVg^c\[`dhiZcWZheVg^c\4 De discussie over het belang van energiebesparing is al langer gaande, maar sinds de economische crisis is het kabinet zich meer gaan focussen op dit onderwerp. Verschillende maatregelen worden getroffen op uiteenlopende gebieden. De CO2-uitstoot bijvoorbeeld moet drastisch worden verlaagd, maar ook bedrijven en woningen moeten beter geïsoleerd worden. In nieuwbouwwoningen is isoleren bijna vanzelfsprekend, echter in de bestaande particuliere voorraad worden de kabinetsdoelstellingen niet bereikt. Om deze te halen, moet ook de particuliere sector aan de slag. In 2008 zijn twee verkenningen over dit onderwerp met bijdrage van de SEV uitgevoerd. In dit rapport treft u de uitkomsten daarvan aan. SEV/maart 2009/50 pagina’s/als pdf te downloaden op www.sev.nl Kijk voor een uitgebreid overzicht op www.sev.nl
SEV-congres ‘MAAKBAARHEID VAN EEN DUURZAME SAMENLEVING’ Op 23 april 2009 kwamen in het filmtheater Cinescope in Almere verschillende vertegenwoordigers van het middenveld, de overheid en de gemeenschap samen om te brainstormen over de ‘maakbaarheid van een sociaal duurzame samenleving’. De gemeente Almere heeft corporaties uitgedaagd een competitie aan te gaan voor de ontwikkeling van de sociaal duurzame wijk Almere Hout Noord. Drie corporaties, waaronder winnaar Ymere, presenteerden hun plan in een workshop. Daarnaast lichtten gastsprekers hun visie op de maakbaarheid van een duurzame samenleving toe. De soms stroeve samenwerking tussen de aanwezige partijen bleef niet onderbelicht. Annet Bertram sprak bijvoorbeeld over een ‘moddertheorie’ waarmee ze het falen van de samenwerking aanduidt. Floor Basten betoogde dat de burger ondergewaardeerd is en serieus moet worden genomen. Echter, voorbeelden van succesvolle projecten zoals WoonServiceWijk Escamp en het NOVA-college werden ook benoemd. Dankzij de diverse sprekers was het congres van de SEV en de gemeente Almere zeer gevarieerd en liep de spanning af en toe – op een prettige manier – hoog op. Meer informatie over het congres op www.sev.nl
8dad[dc
Cd\\ZZcVWdccZZkVcH:K5XijZZa4
Het Experiment is een kwartaaluitgave van de SEV, Postbus 1878, 3000 BW Rotterdam. De SEV ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. De SEV is onafhankelijk, maar kan niet zonder initiatiefrijke netwerkpartners. Samen met hen beproeft zij ideeën voor innovaties in de praktijk. Een abonnement op Het Experiment is kosteloos en op vier manieren aan te vragen: schriftelijk op bovenstaand adres, telefonisch via 010 - 282 50 50, per e-mail [email protected] of via www.sev.nl. Adreswijzigingen kunt u schriftelijk doorgeven. Gebruikt u daarvoor de adreswijzigingskaart/bestelbon. Dit is de andere zijde van de adresdrager. Overname van artikelen is mogelijk na toestemming van de hoofdredacteur.
Een kosteloos abonnement op onze elektronische nieuwsbrief SEV@ctueel krijgt u door uw naam (eventueel de naam van uw organisatie en functie) te mailen naar [email protected]. U kunt zich ook abonneren via www.sev.nl.
Aan dit nummer werkten mee: Sahil Achahboun, Lex de Boer, Ilse Crooy, John Cüsters, Radboud Engbersen, Kees de Graaf, Marnix Groenland, Jeroen Singelenberg, Sander Sparenberg, Madelon Stoele en Anne-Jo Visser. Beeldmateriaal: Absoluut Design, Freek van Arkel/Hollandse Hoogte, Martijn Beekman/Hollandse Hoogte, Oote Boe/Hollandse Hoogte, Joost Brouwers, Sofie Van Hoof, Arie Kievit/Hollandse Hoogte, Len Munnik, de Nationale Beeldbank, Geneviève Ruocco en Wendy Panders. Hoofdredactie: Karien van Dullemen Concept en vormgeving: www.absoluutdesign.nl, Bergen op Zoom Lithografie en druk: NPN drukkers Andere SEV-publicaties kunt u bestellen via: telefoonnummer 010 - 282 50 50, per email [email protected] of via www.sev.nl