Koperdiepdruk Verhuizing naar het oosten van het land Piet van de Griendt was het onderlinge geruzie meer dan zat. In de periode dat zijn tijdschriften bij de Nederlandsche Rotogravure Maatschappij gedrukt werden, was hij zelf bezig om een staf op te bouwen van zowel technisch, redactioneel, als administratief personeel. Twee personen had hij al definitief aangetrokken. Het ging daarbij om de heer P.C. van der Klis (zetter van origine en later bedrijfsleider bij de N.D.I.) en de heer H.J. van Dijk, (die gewerkt had als boekhouder voor de Panorama). Piet van de Griendt had wel nadrukkelijk gesteld dat ze bereid moesten zijn om hem naar het oosten van het land te vergezellen. Hij was al uitgever van tijdschriften, maar wilde ze nu ook zelf gaan drukken. P.C. van der Klis
A.W. Sijthoff’s Uitgevers Maatschappij Wij doen de eerder genoemde A.W. Sijthoff’s Uitgevers Maatschappij in Leiden onrecht, wanneer wij het bedrijf ongenoemd zouden laten. Het ontstaan van het tijdschrift ‘Panorama’ kan men niet geheel los zien van een voor die tijd geheel nieuwe druktechniek, het ‘rasterdiepdrukprocédé. Even een stapje terug in de historie van de uitgever en het blad Panorama’. Op 1 april 1910 verschijnt het Paasnummer van de ‘Freiburger Zeitung’ in Duitsland, met een katern van 4 pagina’s in koperdiepdruk. Een druktechniek die de drukkerij zelf had ontwikkeld, samen met de constructeur de heer August Nefken en een machinefabriek in Geisenheim.
H.J. van Dijk
1915. De eerste diepdrukpers van de Spaarnestad in Haarlem.
Koperdiepdruk
17
Een jaar later maakte de toenmalige directeur van Sijthoff’s Uitgeverij, de heer A.W. Frenzen, op een reis door Duitsland kennis met deze nieuwe manier van illustraties drukken. Hij was bijzonder onder de indruk en zag gelijk grote mogelijkheden. Dat deed hem besluiten contact te zoeken met de Rotogravur Tiefdruck G.m.b.H. in Berlijn. Na de nodige onderhandelingen kocht hij op 20 februari 1912 de licenties van het nieuwe procédé met het doel om een eigen rasterdiepdruk-drukkerij in te richten in Leiden. Er bleken echter interne tegenstellingen te zijn en hij richtte tenslotte zelf een N.V. op voor de nieuw op te zetten diepdrukkerij. Bij de inrichting daarvan werd hij geholpen door de heer Nefken uit Duitsland. Dit was contractueel afgesproken. Verder gingen er enkele mensen naar Siegburg in Duitsland (de bakermat van de diepdruk), om daar het vak te leren. Dat waren de heren L. Levison, W.C. Visser (boekdrukker), J. Peets (fotograaf), G.J. Oxenaar (etser) en J. Kesler. Op 12 april 1913 werd de nieuwe drukkerij, de
Nederlandse Rotogravure Maatschappij N.V., officieel in gebruik genomen. Daarmee was de eerste diepdrukkerij in Nederland een feit en verscheen op 2 juli 1913 de eerste illustratie in diepdruk, de ‘Panorama’. Twee jaar later, in 1915, doet de koperdiepdruk bij de Spaarnestad N.V. zijn intrede.
2 juli 1913, de eerste Panorama HIC EST ANNUS (dit is het jaar)
18
Koperdiepdruk
1931, de N.D.I. van start De eerste diepdrukkerij in Deventer Eind 1929 ging Piet van de Griendt naarstig op zoek naar een voor hem geschikte locatie, waar hij zijn eigen drukkerij kon vestigen. Zijn eerste aandacht ging uit naar Apeldoorn, maar na een paar contacten met het gemeentebestuur was het hem al snel duidelijk dat Apeldoorn niet haalbaar was. Inmiddels had hij ook al besprekingen in Zwolle gevoerd met het gemeentebestuur. Ook daar lukte het om verschillende reden niet. In Diepenveen vond hij wel een gewillig oor. Het terrein waar de drukkerij zou komen werd samen met de betreffende wethouder uitgezocht, waarna direct de bouwmaterialen heen werden gebracht. Helaas, de bouwvergunningen lieten maar op zich wachten. Piet wendde zich ten einde raad tot de burgemeester en wethouders van Deventer, die hem na enkele besprekingen een stuk opgespoten grond aanboden aan de Industrieweg. Wat nog belangrijker was, hij kon gelijk beginnen. De bouwvergunningen kwamen later wel werd hem gezegd.
Stroomversnelling Alles raakte toen in een stroomversnelling. De bouwmaterialen werden snel uit Diepenveen weggehaald en enkele weken later kon met de bouw worden begonnen. Zoals was afgesproken kwamen de vereiste vergunningen enkele weken later ook werkelijk binnen. Enige voortvarendheid kon de burgermeester en wethouders van Deventer niet ontzegd worden. Het ging snel met de bouw van de nieuwe drukkerij. Het dak zat er nog niet helemaal op, of de monteurs waren al bezig met het plaatsen van de eerste rotatiepers en de andere machines die nodig waren.
1930, de opbouw van de N.D.I. aan de Industrieweg in Deventer
1931, de N.D.I. van start
19
In 1931 gaat het echt van start Op 5 januari 1931 was het zover. Met 26 man personeel begon de eerste diepdrukkerij in Deventer en op 31 januari werd het gebouw door wethouder Berends officieel geopend. Piet van de Griendt was waar hij wezen wilde. Hij was niet meer afhankelijk van anderen voor het drukken van zijn bladen en hij kon zijn 5 geïllustreerde tijdschriften van de N.N.U.M. zelf gaan drukken. In de grafische stad die Deventer al was, had nu ook de rasterdiepdruk zijn intrede gedaan en Piet van de Griendt was niet alleen uitgever, maar was nu ook drukker geworden. Hij was directeur van de
Het schiet al op
N.V. Nederlandsche Diepdruk Inrichting.
Het gebouw is klaar
De juridische stichtingsdatum De juridische stichtingsdatum van de N.D.I. was op 12 januari 1931. Toen de drukkerij al in bedrijf was, kwam de ministeriële acte van ‘Geen Bezwaar’. De statutaire oprichting volgde op 23 januari 1931, terwijl de statuten van de nieuwe maatschappij op 24 februari van dat jaar in De Staatscourant werden gepubliceerd. Het eerste uit te geven aandeel werd op 31 januari 1931 ondertekend. De dag waarop de drukkerij officieel geopend werd door wethouder Berends van Deventer, maar vanaf 5 januari was men al aan de slag.
20
1931, de N.D.I. van start
De financiële verhoudingen De financiële verhouding tussen de N.N.U.M. en de N.D.I. was als volgt geregeld. De N.D.I. maakte een voorlopige balans en Verlies- & Winstrekening op en werd de voornaamste debiteur van de N.N.U.M. Afhankelijk van de resultaten van de N.N.U.M. werd de vordering van de N.D.I. op de N.N.U.M. vastgesteld. Hierna werden door de hoofdboekhouders van beide N.V’s afzonderlijk een Balans en een V & W-rekening opgemaakt. Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Dinsdag 24 Februari 1931, no 38.
No 580 NAAMLOOZE VENNOTSCHAP: N.V. Nederlandsche Diepdruk-Inrichting, te Deventer. Voor mij, Dirk Willem van Niekerk, notaris, gevestigd te Haarlem, in tegenwoordigheid der na te noemen, mij, notaris, bekende getuigen, verscheen: de heer Petrus Josephus van de Griendt, uitgever, wonende te Utrecht, ten deze handelende voor zich en als eenig directeur der te Utrecht gevestigde naamloze vennootschap: N.V. Noord-Nederlandsche Uitgevers Maatschappij, en als zoodanig die vennootschap volgens zijn verklaring wettig vertegenwoordigende, alsmede ten deze handelende als lasthebber van de heeren: 1. Leonardus Adrianus Franciscus Prins, wonende te Wassenaar, en 2. Aloysius Maria van de Griendt, zonder beroep, wonende te Voorburg. blijkende van deze lastgevingen uit twee onderhandsche akten van volmacht, welke, na vooraf door den lasthebber, in tegenwoordigheid van de getuigen en mij, notaris, voor echt erkend en ten blijke daarvan door allen geteekend te zijn, aan deze akte zijn vastgehecht. De comparant, zoo voor zich als in qualiteit, verklaarde bij deze akte, op het ontwerp waarvan de Minister van Justitie heeft verklaard, dat hem van bezwaren niet is gebleken, blijkens verklaring van 12 Januari 1931, 1ste afd. B, no. 802, op te richten een naamlooze vennootschap, en daarvoor de navolgende statuten te hebben vastgesteld. Naam, zetel, doel en duur Art.1. De vennootschap draagt den naam van: N.V. Nederlandsche Diepdruk Inrichting. Zij is gevestigd te Deventer. Art.2. Het doel der vennootschap is het exploiteeren van een drukkerij, het uitgeven van periodieken, boeken, kalenders en platen, het deelnemen in soortgelijke en aanverwante bedrijven en het doen van al datgene, wat geacht kan worden te behooren tot dit bedrijf, in den ruimsten zin genomen. Art.3. De vennootschap vangt aan op heden en wordt aangegaan voor onbepaalden tijd.
1931, de N.D.I. van start
21
Januari 1931, deze datum is voor Piet van de Griendt een historisch moment. Hij heeft zijn eigen drukkerij. Trots staat hij hier dan ook bij de opening temidden van ‘Zijn Personeel’ en enkele genodigden.
Het Standbeeld (anekdote) 1931
Deventer werd in de grafische wereld wel genoemd, maar Haarlem was de drukkersstad. Na de opening van de nieuwe drukkerij, werd na een tijdje rond gepraat, dat er een standbeeld van Laurens Janszoon Coster (boekdrukkunst) in de tuin naast de Nederlandse Diepdruk Inrichting geplaatst zou worden. Groot was de hilariteit, toen op 1 April veel bezoekers kwamen kijken bij de N.D.I.
22
1931, de N.D.I. van start
De groei De eerste rotatiepers van de N.D.I. waarmee in 1931 werd begonnen, bestond uit drie drukwerken en één variabel vouwapparaat merk MAN en werd gekocht en gefinancierd door de N.N.U.M. Deze rotatiepers werd pas in 1935 door de N.D.I. overgenomen tegen een boekwaarde van ƒ 40.000,—. De drukpers werd voor rekening van de N.D.I. in 1934 uitgebreid met nog één drukwerk en één vast vouwapparaat van het merk VOMAG. Veel later in 1950 werd er nog één drukwerk van het fabrikaat van Buuren uit Amsterdam besteld.
De eerste pers van de N.D.I., waarmee in 1931 werd begonnen.
1931, de N.D.I. van start
23
De huurovereenkomst, gesloten tussen de N.D.I en de N.N.U.M.
OV E R E E N KO M S T. ========================== Tusschen de N.V. Nederlandsche Diepdruk-Inrichting te Deventer, hierna te noemen N.D.I. en de N.V. Noord-Nederlandsche Uitgeversmaatschappij te Utrecht, hierna te noemen de NNUM, is het navolgende overeengekomen: 1.De NNUM verhuurt aan de N.D.I. voor den tijd van tien jaren na heden de diepdruk-rotatiepers merk M.A.N. welke in overleg tusschen beide maatschappijen in het gebouw van de N.D.I. te Deventer is opgesteld, en van welke machine de NNUM door aankoop eigenaresse is geworden. De N.D.I. zal hiervoor aan de NNUM een jaarlijksche huur betalen van ƒ 7200,= (zegge zeven duizend twee honderd gulden). De N.D.I. verklaart de machine op deze condities in huur aan te nemen. 2.Voor de eerste 5 jaren zal de huursom door de N.D.I. voldaan worden door verrekening met de bedragen, welke zij van de NNUM wegens te leveren drukwerk zal hebben te ontvangen. de NNUM zal niet het recht hebben, verrekening op een andere wijze dan door middel van verrekening van factuurbedragen voor geleverd drukwerk, te verlangen. 3.De N.D.I. heeft te allen tijde het recht deze machine in eigendom van de NNUM over te nemen, tegen een bedrag van totaal ƒ 72.000,- (twee en zeventig duizend gulden) waarbij dan de reeds betaalde jaarlijksche huursommen voor 3/4 in mindering van de koopsom worden gebracht. 4.Mocht gedurende den termijn van deze huur uitbreiding van de machine met 1 of meer drukwerken, een plano-uutlegapparaat en/of een vouw-apparaat nodig zijn, zulks ter beoordeling van de N.D.I. dan zal deze gerechtigd zijn deze uitbreiding, resp. ook eventueel gewenschte veranderingen of verbeteringen aan de machine te doen aanbrengen, in welk geval de NNUM de kosten daarvan voor haar rekening zal nemen, en de huurprijs van de machine, respectievelijk de koopsom ingeval van overname door de N.D.I. naar evenredigheid zal kunnen verhoogen. Aldus te goeder trouw overeengekomen, te Utrecht en Deventer, den eersten Januari 1932.
24
1931, de N.D.I. van start
Uitbreiding aantal pagina’s Op deze pers werden eerst in 48-weekdiensten en later in 2-ploegendiensten, 5 geïllustreerde familiebladen van de N.N.U.M. gedrukt. Deze 5 tijdschriften hadden een totale oplage van rond de 120.000 exemplaren en hadden in het begin een omvang van 16 pagina’s, waarvan 8 pagina’s voor alle 5 bladen gelijk waren en 8 pagina’s met een provinciale inhoud. Later werden deze 16 pagina’s aangevuld met 4 pagina’s hoofdzakelijk tekst, die voor de 5 bladen gelijk waren. Deze 4 pagina’s werden voor 4 verschillende opvolgende nummers in elkaar, als blad van 16 pagina’s gedrukt. Deze moesten dus eerst uit elkaar worden gehaald en daarna weer ingestoken worden in het midden van het hoofdblad. Alles nog handwerk. De werkzaamheden werden door de eigen brocheerderij verricht met hulp van personeel van alle afdelingen, van hoog tot laag. Dus zowel door de directeur als de hulpen op de Enkele fotografen bezig met het instellen van een grote camera. fotografie. Na de uitbreiding in 1934 met één drukwerk en met het vaste vouwapparaat kon de pers een blad van 24 pagina’s drukken en was het tijdrovende uithaal- en insteekwerk verdwenen.
Het oude handzetten in 1931. In het midden dhr. Elkerbout Dat de typografen heren waren ziet men wel aan hun witte boorden en stropdassen.
1931, de N.D.I. van start
25
Hier werden de eerste katernen met de hand in elkaar gestoken. Alle afdelingen werkten hier aan mee. (Toen was men al flexibel).
De eerste bladen worden ingeladen en gaan naar de afnemers.
26
1931, de N.D.I. van start
De tweede rotatiepers werd overgenomen van de Amsterdamse Kunstkring. Binnen de diepdruk werd deze pers ook wel het ‘Amsterdammertje’ genoemd.
Het drukwerk Als gratis blad bij deze 5 geïllustreerde tijdschriften werd op de rotatieboekdrukpers (gekocht door de N.D.I. in 1932) het humoristische blad ‘Elck wat Wils’ gedrukt, waarin tevens de radioprogramma’s stonden. Vlak voor de tweede wereldoorlog werd ook nog een gratis blad bij de geïllustreerde tijdschriften verstrekt. Dit was de ‘Margriet’, speciaal gericht op de vrouw. Het werd gedrukt in 1 kleur diepdruk. De abonnees ontvingen dus per week voor 12,5 cent het hoofdblad, het bijblad ‘Elck wat Wils’ en het bijblad de ‘Margriet’. Tevens kon men als abonnee het kinderblad ‘Olijk en Vrolijk’ voor 5 cent extra ontvangen. Op de VOMAG rotatieboekdrukmachine werden de N.N.U.M.-tijdschriften zoals ’Elck wat Wils’ gedrukt. Hiervoor was de pers ook hoofdzakelijk gekocht. Bovendien werd hierop het gratis advertentieblad de ‘Peperbus’ gemaakt. Dit was een uitgave van de Deventer radiocentrale, waarvan de Deventernaar de heer A.L. Bauling eigenaar was. Deze meneer Bauling was ook één van de oprichters van het vliegveld Teuge. Verder werd er ook nog een gratis advertentieblad gedrukt ‘Groot Arnhem’, een uitgave via het N.N.U.M.-bijkantoor te Arnhem. De pers werd ook gebruikt voor het drukken van goedkope romannetjes, uitgegeven door de N.N.U.M. Voor de prijs van 12,5 cent per maand ontving men er 2 stuks. De oplage varieerde van 25.000 tot 30.000 exemplaren.
1931, de N.D.I. van start
27
Enkele uitgaven die gemaakt werden in de jaren dertig. Niet alleen stripbladen, romannetjes en damesbladen werden gedrukt, ook op de reclame-markt was men toen al actief.
28
1931, de N.D.I. van start
Vriendschappelijk afscheid van de N.N.U.M. en Rotogravure In de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van de N.N.U.M. op zaterdag 31 Mei 1930 lezen wij: “De mededelingen welke volgens punt 3 van de agenda worden gedaan, behelzen het feit, dat per eind 1930 het drukcontract met de Rotogravure Maatschappij te Leiden eindigt, en de plannen die de directeur heeft tot het stichten van een nieuwe drukkerij in Deventer, waar voortaan de bladen gedrukt zullen kunnen worden.” En in de notulen van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders op vrijdag 29 mei 1931 staat: “Vervolgens doet de directie voorlezing van een concept drukovereenkomst met de N.V. Nederlandsche Diepdruk Inrichting te Deventer en een overeenkomst tot regeling van de financiële verhouding tussen de N.N.U.M. en deze vennootschap. Deze beide concepten zijn door haar opgemaakt in overleg met den advocaat Mr. Coops te Apeldoorn. De overeenkomsten worden zonder wijziging goedgekeurd en getekend door de heer L.A.F. Prins (commissaris) welke gemachtigd is tot het tekenen daarvan, zulks in verband met art, 16 lid 11. Hij zal t.z.t. nog aan de heren commissarissen mededelen welke prijzen voor het drukken van de 5 illustraties zullen worden genomen.”
Hulp Het vriendschappelijk afscheid van de N.N.U.M. en de Rotogravure was geregeld in een schriftelijke overeenkomst. De N.R.M. zou de N.D.I. helpen bij het inrichten en bij de aankopen. Ook zouden zij assistentie verlenen bij de instructie van het productiepersoneel en bij technische moeilijkheden een helpende hand bieden. Hiervoor was een vergoeding bedongen van ƒ 15.000,— (in termijnen). Verder werden er bepaalde afspraken gemaakt op het terrein van gebiedsafbakening (concurrentie). Hier volgt een opsomming van het personeel van het eerste uur, die meegegaan zijn naar Deventer: de heer J. van Dijk (boekhouder), 6 man personeel van Verzijl uit Utrecht, de heer Pauw (chef drukkerij), de heren V.d Worm en Kasterman (beiden fotografie), de heer K. Kelderman (etser) en de heer Mark (fotomontage). Uit Leiden kwamen de heren Hoogeveen, Van der Klis (chef zetterij en plaatsvervangend bedrijfsleider), Bannink, Tergouw, Hardon, en Rolloos (de laatste als technisch bedrijfsleider). In totaal had de N.D.I. de eerste weken 21 man, waaronder een paar leerlingen, op de loonlijst staan.. De heer Van Dijk kan zich dat nog goed herinneren, (zijn stem was vastgelegd op band) “Op die ochtend stond ik op het station in Leiden en kocht daar elf enkele reisjes naar Deventer”, zo vertelt hij. “De heer Van der Klis was al in Deventer. Hij woonde boven het kantoor. We hebben toen met man en macht alles geïnstalleerd, want de bladen moesten die week gewoon uitkomen. Op 5 januari 1931 konden we aan de slag.”
1931, de N.D.I. van start
29
De organisatie Hoe zag de prille organisatie in de beginjaren in Deventer eruit ? Willem van de Griendt was eindredacteur bij de N.D.I., Ans van de Griendt, een dochter van Willem, was acquisiteur advertentie-tijdschriften en Piet van de Griendt zelf was de directeur. Tevens was hij nog directeur van de uitgeversmaatschappij de N.N.U.M. en mede-eigenaar van drukkerij Verzijl in Leiden. Op maandag kwam het grafisch materiaal binnen. Onder leiding van Willem van de Griendt werd de lay-out gemaakt en het fotomateriaal op freelance-basis aangeleverd. Elk blad had toen zijn eigen provinciefotograaf die de glasnegatieven en de onderschriften maakte. Op maandag en dinsdag werden de teksten gezet en op woensdag gedrukt. Op donderdag en vrijdagmorgen werd er met man en macht, zoals al eerder vermeld, ingestoken en uitgehaald en op zaterdag lagen de bladen in de winkels.
Het vervoer Het vervoer van de orders vanuit Deventer werd in die tijd het eerst verzorgd door de firma Verwer, die daarvoor een filiaal opende aan de Snipperlingsdijk. Maar al spoedig nam de transportonderneming Ipenburg aan de Mr. H.F. de Boerlaan het over. Bankkrediet had de Nederlandsche Diepdruk Inrichting bij de Rotterdamsche bank voor ƒ 9.000,—. Op een gegeven moment werd de N.D.I. op de vingers getikt omdat ze er een paar honderd gulden boven zaten. Daar maakte Piet van de Griendt zich zeer boos over en stapte over naar de Nederlandsche Handels Maatschappij in de Keizerstraat in Deventer.
30
1931, de N.D.I. van start
Jaarboek 1931 Het departement Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel in Deventer wilde een boekwerk uitgeven over het jaar 1931. De nieuwe Deventer ondernemer Van de Griendt werd gevraagd een stukje te schrijven over zijn bedrijf, dat pas aan de Industrieweg geopend was. Hij deed dat als volgt: Met de vestiging in Deventer van de N.V. Nederlandsche Diepdruk Inrichting is onze stad niet alleen een fabrieksgebouw rijker geworden dat door haar afmetingen en uiterlijk er zijn mag. Maar bovendien werd daardoor in Deventer een drukprocédé geïntroduceerd dat tot dusverre slechts door zeer weinig drukkerijen in Nederland wordt toegepast. De diepdruk zelf, althans het product ervan, is zeer bekend. Wie kent niet de verschillende illustraties die reeds sedert jaren in dit procédé worden uitgevoerd, en waar bijna iedereen de fraaie druk van kent. Als drukkers van het bekende weekblad, ‘Van Eigen Erf’ en andere soortgelijke bladen, mochten wij reeds menigmaal horen dat het publiek de fraaie bruine druk waarin de plaatjes vaak zo mooi weergegeven worden, zou menen een originele foto te zien, niet zou willen missen. Het is niet mogelijk om in de beperkte plaatsruimte die ik hier beschikbaar heb, zelfs maar in het kort een beschrijving te geven van dit bijzonder interessante drukprocédé. Ter oriëntering willen wij alleen even wijzen op een verkeerd inzicht dat bij velen, ook dikwijls bij degenen die toch niet geheel leek op dit gebied zijn, blijkt te bestaan. Men meent namelijk veelal dat bladen als ‘Van Eigen Erf’ worden gedrukt van cliché, zoals men die ook van de boekdruk kent. Dit is ten enenmale onjuist. Bij diepdruk, veelal ook koperdiepdruk genaamd, wordt gebruik gemaakt van koperen walsen waar tekst en beelden, welke in het te drukken blad moeten verschijnen, worden geëtst. Voordat een dergelijke koperen wals gereed is en in de rotatiepers geplaatst kan worden, zijn er een hele reeks van typografische, fotografische en chemische bewerkingen nodig welke heel wat tijd en kosten vragen. Zijn de 2 koperen walsen, welke voor het drukken van een tijdschrift nodig zijn gereed, (er zijn voor ieder nummer 2 walsen nodig omdat de ene wals de voorzijde en de andere de achterzijde van het papier moet bedrukken de z.g. schoon en weerdruk), dan worden deze walsen in de rotatiepers gelegd waarbij ook de inktbakken met inkt en een rol papier in de pers worden gelegd. De drukker en zijn helpers zorgen ervoor dat alles op de juiste wijze wordt ingesteld. Dit is bij een dergelijk grote pers, die circa 10 meter lang, 3 meter breed en 4,5 meter hoog is, heus geen kleinigheid. Door middel van een zware elektromotor begint het gevaarte te draaien. Eerst wordt de ene zijde van het papier bedrukt, dan gaat het papier door een droogtrommel en wordt de andere zijde bedrukt en deze zijde wordt eveneens gedroogd, om vervolgens door middel van zogenoemde wentelstangen en vouwtrechters dusdanig te worden gevouwen en gesneden dat aan de uitleg van het vouwapparaat het gehele exemplaar gevouwen en opengesneden de machine verlaat. Op deze wijze worden door onze drukkerij wekelijks tienduizenden exemplaren van verschillende illustraties afgeleverd. Echter ook voor ander drukwerk waaronder catalogi, prospecten en dergelijke, mits de oplage niet al te klein is, is het diepdrukprocédé zeer geschikt. Behalve dat de foto’s en afbeeldingen van alle mogelijke artikelen op een zeer fraaie wijze worden gereproduceerd, biedt de diepdruk nog meer dan andere procédés gelegenheid tot sierlijkheid van foto’s en tekst, welke zonder extra kosten kunnen worden verkregen. Eigen fotografen en tekenaars staan hiervoor ten dienste van onze cliënten en kunnen u helpen om uw reclamedrukwerk te maken van wat u ervan verwacht, de grootst mogelijke reclamewaarde en 100% werfkracht ......... N.D.I. Deventer 1931 Piet van de Griendt
1931, de N.D.I. van start
31