Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2
Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 3
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 4
Inhoud INLEIDING ..................................................................................................................... 7
OVERZICHT KOOPKRACHTMUTATIES ....................................................................... 8
BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN EN UITGANGSPUNTEN .......................................... 9 ZIEKTEKOSTEN ............................................................................................................. 9 ALGEMEEN BEELD ....................................................................................................... 10 VERANDERINGEN T .O.V. PRINSJESDAG .......................................................................... 11 OVERIGE VERANDERINGEN ........................................................................................... 11 UITGANGSPUNTEN ....................................................................................................... 11
UITGEBREIDE UITWERKINGEN VAN VIER HUISHOUDENS ..................................... 12 HUISHOUDEN 1. ALLEENSTAANDE MET ALLEEN EEN AOW-UITKERING ............................... 14 HUISHOUDEN 2. PAAR MET ALLEEN EEN AOW-UITKERING ............................................... 16 HUISHOUDEN 3. ALLEENSTAANDE MET EEN AOW-UITKERING EN EEN ZORGVRAAG ............ 18 HUISHOUDEN 4. PAAR MET EEN AOW-UITKERING EN € 20.000 AANVULLEND PENSIOEN ..... 20
BEKNOPTE UITWERKING OVERIGE HUISHOUDEN ................................................. 22
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 5
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 6
Inleiding Het Nibud heeft in opdracht van de ouderenbonden net als in voorgaande jaren ook dit jaar weer de veranderingen in de koopkracht van ouderen berekend. Zoals gebruikelijk worden de zogenaamde koopkrachtplaatjes weergegeven als veranderingen in de inkomsten en uitgaven. De koopkrachtmutatie wordt weergegeven als een totaalbedrag per maand dat ook geïnterpreteerd kan worden als een percentage. Het koopkrachtplaatje wordt altijd vergezeld van een toelichting op de belangrijkste veranderingen en de manier waarop die de koopkracht van verschillende huishoudens beïnvloed. Desondanks kan het moeilijk zijn om het partiële effect van bepaalde maatregelen te herleiden uit het totale koopkrachtplaatje. Het doel van dit document is om het koopkrachtplaatje op onderdelen inzichtelijker te maken dan het nu is. Hierdoor wordt het eenvoudiger om het effect te zien van afzonderlijke maatregelen in de totale koopkrachtmutatie. Vandaar de titel: Koopkracht in perspectief. In dit document worden de koopkrachtontwikkelingen voor de jaren 2007-2008 weergegeven. Omdat koopkrachtmutaties soms moeilijk te doorgronden zijn, is het belangrijk om ze van meerdere kanten toe te lichten. Daarom worden hierna de koopkrachtmutaties van vier voorbeeldhuishoudens weergegeven op verschillende manieren. Eerst wordt gekeken hoe de inkomsten en uitgaven veran deren. Daarna worden de positieve en negatieve ontwikkelingen gepresenteerd. Ten slotte worden de mutaties van de inkomenscomponenten apart weergegeven en worden met name de veranderingen op het gebied van de zorgverzekering toegelicht . Eerst wordt op de volgende pagina een overzicht gegeven van de koopkrachtmutaties van alle 17 huishoudens.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 7
Overzicht koopkrachtmutaties Samengevat zijn de koopkrachtmutaties als volgt (bedragen in euro’s per maand): Inkomen
Uitgaven
Saldo
Saldo**
Huishouden
(€)
(€)
(€/%)
(€/%)
1
alleenstaand, AOW
34
33
0.2%
0.6%
2
echtpaar, AOW
51
49
0.1%
0.7%
3
alleenstaand, AOW + €1.500
38
34
0.4%
0.7%
4
alleenstaand, AOW + €2.500
37
35
0.2%
0.5%
4a
alleenstaand, AOW + €2.500 lijfrente
34
35
-0.1%
0.3%
5
echtpaar, AOW + €2.500
61
52
0.6%
1.0%
6
alleenstaand, AOW + €5.000
44
39
0.4%
0.7%
6a
alleenstaand, AOW + €5.000 niet geïndexeerd
41
39
0.2%
0.5%
7
echtpaar, AOW + €5.000
61
56
0.3%
0.7%
8
alleenstaand, AOW + €10.000
43
45
-0.1%
0.1%
9
echtpaar, AOW + €10.000
63
63
0.0%
0.4%
10
alleenstaand, AOW + €15.000
37
53
-0.8%
-0.6%
11
echtpaar, AOW + €20.000
65
77
-0.4%
-0.1%
12
echtpaar, AOW + €30.000
72
87
-0.5%
-0.2%
13
echtpaar, AOW + €20.000 / AOW + €10.000
64
92
-0.8%
-0.6%
14
alleenstaand met zorgvraag, AOW
36
33
0.3%
0.7%
15
alleenstaand met zorgvraag, AOW + €4.200
42
40
0.3%
0.6%
16
echtpaar bijstand
-0.9%
17
Jan Modaal, paar met kinderen alleenverdiener,
-1.1%
€30.000 noot:
Vetgedrukte huishoudens worden hierna uitgebreid toegelicht. ** Inclusief tegemoetkoming voor chronisch zieken van € 47,-.
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat een alleenstaande met een AOW-uitkering er in 2008 0,2% op vooruit gaat ten opzichte van 2007. Dit is 1 euro per maand. Hierna zal de koopkrachtmutatie van vier van deze huishoudens uitgebreid worden toegelicht. Het gaat om een alleenstaande met een AOW -uitkering, een paar met AOW, een paar met een aanvullend pensioen van € 20.000,- per jaar en een alleenstaande met een zorgvraag. Het paar met alleen AOW gaat er in koopkracht 1 euro op vooruit. Een paar met aanvullend pensioen van € 20.000,- per jaar gaan er 0,4% (12 euro per maand) op achteruit. Een alleenstaande met een zorgvraag gaat er 0,3% op vooruit (3 euro per maand).
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 8
Belangrijkste wijzigingen en uitgangspunten De WW-premie wordt verlaagd van 3,85% tot 3,5%. Dit is voordelig voor werkenden. Door de koppeling profiteren andere groepen echter ook hiervan mee. Het belastingpercentage in de eerste schijf gaat iets omlaag (van 15,75% naar 15,7%) en in de tweede schijf omhoog (van 23,5% naar 23,95%). De ouderenkorting wordt verhoogd van 380 euro naar 486 euro, maar de heffingskorting voor alleenstaande ouderen wordt verlaagd van 571 euro naar 555 euro. Gevolg is dat ouderen met alleen AOW, zowel alleenstaanden als paren, te maken krijgen met een verzilveringsprobleem. Zij kunnen niet alle heffingskortingen waar ze recht op hebben te gelde maken, omdat ze te weinig belasting betalen. In 2007 waren de heffingskortingen ook al hoger dan de te betalen belasting, maar werd het verschil volledig uitgekeerd in de vorm van de Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven (TBU). In 2008 is het bedrag aan TBU te laag om het hele verschil tussen heffingskorting en te betalen belasting te compenseren. De huurtoeslag wordt per 1 januari met 1 euro verhoogd. Ook wordt de tabel dan vervangen door een formule. Dat kan kleine effecten hebben voor mensen die net onder of boven in een tabelklasse zitten (beide kanten op). Omdat de lonen wat harder stijgen dan de belastingschijven, kunnen bepaalde groepen sneller in een hogere schijf terechtkomen en evt. wat voordelen missen.
Ziektekosten De procentuele premie voor de ziektekostenverzekering die over de AOW moet worden betaald, wordt verhoogd van 6,5% naar 7,2%. De procentuele premie over het aanvullend pensioen stijgt van 4,4% naar 5,1%. Voor 65-plussers, die deze premie zelf moeten betalen, is dat een directe lastenverzwaring. De premie voor de basisverzekering daalt naar gemiddeld 1047 euro. Deze daling is veel lager dan verwacht mocht worden op basis van de gevolgen van het afschaffen van de no-claim en de invoering van het eigen risico. Dat betekent dat we uiteindelijk meer betalen voor de zorg. De daling is wel 10 euro per jaar groter dan op Prinsjesdag werd geraamd. Dat betekent overigens ook, dat d e zorgtoeslag 10 euro per jaar lager is vastgesteld. De no-claim in de ziektekosten wordt veranderd in een verplicht eigen risico. Dit eigen risico is maximaal 150 euro per jaar. Dat is minder dan de maximale no claim van 255 euro per jaar. Nu betaal je te veel premie, waarvan je een gedeelte terugkrijgt. Straks betaal je te weinig premie, omdat je zelf moet bijbetalen. De premie voor de basisverzekering zal in 2008 dan ook dalen, maar door de stijgende zorgkosten zal dat slechts een beperkte daling zijn. O ok wordt het pakket van de basisverzekering iets uitgebreid (de pil, orthodontie tot 21 jaar). De verwachte gemiddelde premie voor de basisverzekering is 1047 euro per jaar. In Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 9
vergelijking met Prinsjesdag is dat 10 euro per jaar lager. Ook de zorgtoeslag is daarom 10 euro per jaar lager dan op Prinsjesdag verwacht. De verwachting is dat men gemiddeld 109 euro aan eigen risico zal betalen. Voor 65-plussers gaan we er van uit dat zij over 2007 geen no-claimteruggaaf hadden en in 2008 hun volledige eigen risico van 150 euro volmaken. Dat is relatief voordelig ten opzichte van iemand met gemiddelde zorgkosten. Het maximale verschil tussen geen en maximale zorgkosten was in 2007 255 euro (de maximale no-claimteruggaaf) en in 2008 150 euro (het maximale eigen risico). De daling van dit verschil wordt via een hogere premie opgebracht door de mensen zonder zorgkosten. Zij zijn dan ook relatief slechter af. De zorgtoeslag houdt rekening met de invoering van het eigen risico en zal daarom verhoogd worden. Het eigen risico wordt voor 103 euro meegenomen in de zorgtoeslag. Een bepaalde groep structurele medicijngebruikers wordt gecompenseerd voor de invoering van het eigen risico. Zij krijgen in de tweede helft van 2008 een bedrag van 47 euro (150 – 103) uitgekeerd. Mensen worden later geïnformeerd of zij tot die groep behoren. We maken de berekeningen voor 65-plussers die niet deze compensatie krijgen en 65-plussers die wel deze compensatie krijgen. Bij echtparen gaan we uit van de situatie dat beide partners de compensatie niet krijgen of beide wel. Het eigen risico brengt met zich mee dat mensen zelf moeten bijbetalen en dus die 150 euro apart moeten leggen. Voor chronisch zieken zal dat betekenen dat zij in januari al die 150 euro kwijt zijn, terwijl de compensatie in de zorgtoeslag over het hele jaar wordt uitgesmeerd en ze de andere compensatie pas in de tweede helft van 2008 krijgen. De belastingaftrek voor ziektekosten wordt versimpeld. De standaardpremie voor de basisverzekering, de ontvangen zorgtoeslag en de ink omensafhankelijke premie mogen niet meer worden opgevoerd. Aan de andere kant wordt de drempel verlaagd van 11,5% naar 1,65%. Het schrappen van de inkomensafhankelijke premie is relatief voordelig voor de hogere inkomens, het schrappen van de standaardprem ie is relatief voordelig voor de lagere inkomens. Deze versimpeling betekent wel dat de stijgingen van beide premies t.o.v. 2007 niet meer worden gecompenseerd via deze belastingaftrek en dat de aftrek voor veel 65-plussers in 2008 lager zal uitvallen dan in 2007.
Algemeen beeld Ouderen met een laag inkomen lijken hun koopkracht in 2008 te behouden. De stijging van de AOW en het aanvullend pensioen is net genoeg om de stijgende prijzen bij te houden. De stijging van de nominale ziektekosten wordt voor deze groep grotendeels opgevangen door de hogere zorgtoeslag. Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 10
Ouderen die geen zorgtoeslag ontvangen zijn slechter af: zij missen deze compensatie en komen negatief uit qua koopkracht.
Veranderingen t.o.v. Prinsjesdag Voor de huishoudens met extra zorgkosten hebben we nu de definitieve cijfers voor de eigen bijdrage AWBZ/WMO opgevoerd in plaats van de raming. Dit leidt tot een iets hogere eigen bijdrage voor het hogere inkomen dan met Prinsjesdag geraamd. We hebben met terugwerkende kracht de pensioenstijgingen vanaf 2001 aangepast. Daardoor is het niveau van de aanvullende pensioenen iets anders dan met Prinsjesdag.
Overige veranderingen De algemene combinatiekorting (voor werkende ouders) wordt verlaagd van 149 naar 112 euro, terwijl de aanvullende combinatiekorting (voor de minstverdienende partner en alleenstaande ouders) wordt verhoogd van 700 euro naar 746 euro. De heffingskorting voor kinderen in de belastingen wordt omgezet in een kindertoeslag. De meeste mensen merken dit niet in hun portemonnee, all een moeten ze het anders aanvragen. Wie het wel merken zijn werkende alleenstaande ouders met een inkomen rond het minimumloon. Zij betalen nu te weinig belasting en kunnen de kinderkorting niet verzilveren. De kindertoeslag krijgen ze echter wel altijd uitgekeerd. Dat leidt tot een grote koopkrachtvooruitgang voor deze groep. Per 1 juli 2007 is de WAO-uitkering verhoogd van 70% naar 75%. Dat betekent dat deze huishoudens daar gemiddeld over het jaar heen, in 2008 ook nog voordeel hebben. In het volgend schooljaar worden schoolboeken op de middelbare school gratis. Maar daardoor zal ook de Tegemoetkoming Schoolkosten dalen.
Uitgangspunten De bruto lonen zullen naar verwachting volgend jaar flink stijgen, gemiddeld met zo’n 3,25%. Dat is meer dan in de laatste jaren het geval is. Vanwege de koppeling, zullen ook de uitkeringen, de bijstand en de AOW mee stijgen. De pensioenstijging bedraagt naar verwachting gemiddeld 1,86%, een fractie lager dan op Prinsjesdag was verondersteld (1,90%). Maar volgend jaar zullen ook de prijzen wat harder stijgen dan we de laatste jaren gewend waren. Het CPB verwacht nu een inflatie van 2,26% (was 2,11% op Prinsjesdag). Dat heeft voor een deel te maken met oorzaken van buitenaf, zoals stijgende prijzen van landbouwproducten en de olie. Maar voor een deel heeft de prijsstijging ook te maken met stijgingen van accijnzen.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 11
Uitgebreide uitwerkingen van vier huishoudens Op de volgende pagina’s wordt uitgebreid ingegaan op de koopkrachtmutaties van vier huishoudens, namelijk: 1. Alleenstaande, AOW-uitkering 2. Paar, AOW-uitkering 3. Alleenstaande, AOW-uitkering met een zorgvraag 4. Paar, AOW-uitkering met € 20.000 aanvullend pensioen Eerst worden de mutaties van de inkomens- en uitgavencomponenten weergegeven. Hierbij zien we dat door allerlei maatregelen het inkomen stijgt, maar dat als gevolg van de inflatie en veranderingen in de ziektekostenverzekering de uitgaven ook stijgen. Vervolgens wordt bekeken welke veranderingen positief en negatief uitvallen. Sommige veranderingen vallen positief uit, zoals de stijging van de toeslagen. Andere veranderingen vallen negatief uit, zoals het vervallen van de no-claimteruggaaf. Vervolgens worden per huishoudtype nog twee figuren gepresenteerd. In de eerste wordt ingegaan op veranderingen in het bruto-netto traject, de uitgaven en het koopkrachtplaatje. Puntsgewijs worden in deze figuur de relatieve veranderingen ten opzichte van het besteedbaar inkomen weergegeven. Te beginnen met de verandering van het inkomen (de AOW-uitkering), de verschillende premies, belastingmaatregelen en heffingskortingen. Dit alles telt op tot een verandering van het bestee dbaar inkomen. Vervolgens wordt de verandering van de huurtoeslag, ziektekostenpremies en de overige uitgaven (inflatie) weergegeven. Deze tellen op tot de verandering van de totale uitgaven. Ten slotte wordt in de figuur de totale koopkrachtmutatie weergegeven als het saldo van de verandering van het besteedbaar inkomen en de uitgaven. Telkens zijn veranderingen die positief doorwerken in de koopk rachtmutatie weergegeven als groene balken en negatieve veranderingen als oranje, omlijnde balken. De mutatie van het besteedbaar inkomen en de totale uitgaven zijn weergegeven als blauwe, donkere balken. Wanneer de percentages niet precies optellen of overeenkomen tussen de verschillende figuren dan wordt dit veroorzaakt door afrondingsverschillen. De manier waarop de figuur is opgebouwd maakt inzichtelijk wat de verandering van een bepaald onderdeel voor gevolgen heeft voor de koopkracht. Ook worden op deze manier de onderlinge verhoudingen van verschillende veranderingen duidelijk. De tweede figuur gaat in op de zorgverzekering. In 2008 is de no-claimteruggaaf afgeschaft en het verplicht eigen risico ingevoerd. Andere factoren zijn de inkomensafhankelijke premie, de premies voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering en de hoogte van de zorgtoeslag. Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 12
Bij veel huishoudens resteert op dit vlak een negatief bedrag. Dat wil dus zeggen dat veranderingen rond de ziektekostenverzekering negatieve gevolgen hebben voor de koopkracht van huishoudens. Als het totale koopkrachtplaatje uiteindelijk toch een positief koopkrachteffect laat zien, zijn er dus andere maatregelen getroffen om dit te bewerkstelligen. Deze maatregelen zijn dan weer terug te vinden in de figuur die het hele koopkrachtplaatje laat zien. Met deze presentatie kan ook een inschatting worden gemaakt hoe de koopkracht eruitziet als bepaalde aspecten anders uitvallen. Zoals het niet aanvragen van zorgtoeslag, een relatief dure verzekering of als iemand het hele verplichte eigen risico kwijt is.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 13
Huishouden 1. Alleenstaande met alleen een AOW-uitkering INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 22 + € 10 + € 2 € 0
+ € 34
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 23 + € 13
+ € 33
VERANDERING KOOPKRACHT
+ €
1 = 0,2 %
We zien dat de AOW stijgt, doordat deze meestijgt met het minimumloon. De inkomensafhankelijke premie ook, deze gaat van 6,50 naar 7,2 procent. De inkomstenbelasting neemt absoluut gezien ook toe. Ondanks dat het tarief daalt, moet er meer belasting betaald worden omdat het inkomen hoger is. Daarnaast gaat de aftrek van buitengewone uitgaven naar beneden. Dit wordt veroorzaakt door een versobering van de regeling; de drempel waarboven buitengewone uitgaven mogen worden afgetrokken gaat omlaag van 11,5% naar 1,65%, maar de inkomensafhankelijke premie en de premie voor de ziektekostenverzekering mogen niet meer opgevoerd worden. De heffingskortingen gaan omhoog, met name de ouderenkorting. Al met al stijgt het netto inkomen met 22 euro per maand. Als we verder kijken naar de mutatie van de inkomsten en uitgaven, dan zien we dat naast de zorgtoeslag ook de huurtoeslag toeneemt. Er verandert voor ouderen niks door het vervallen van de no-claimteruggaaf, omdat we ervan uitgaan dat ouderen het volledige bedrag aan no-claim kwijt zijn. Bij de uitgaven zien we dat de premie voor de ziektekostenverzekering iets goedkoper wordt. De premie voor de aanvullende verzekering wordt daarentegen gemiddeld iets duurder. De overige uitgaven nemen toe als gevolg van de inflatie. De invoering van het verplichte eigen risico zorgt verder voor een toename van 13 euro per maand. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ouderen het volledige bedrag aan eigen risico kwijt zijn. Al met al gaat een alleenstaande met alleen AOW er € 1 per maand op vooruit. Dit staat gelijk aan 0,2%. Er komt een compensatiemogelijkheid voor chronisch zieken. Inclusief deze compensatie bedraagt de koopkrachtmutatie 0,6%. Wat is positief en wat is negatief? Hierboven zijn de mutaties van het inkomen en de uitgaven weergegeven. Dit sluit aan op de scheiding tussen inkomsten en uitgaven zoals vaak wordt toegepast. Dit werkt vaak wel verwarrend: Wat betekenen negatieve inkomensmutaties bijvoorbeeld? Vooral omdat de termen stijging en daling bij zowel de mutatie van het inkomen als de uitgaven worden gebruikt. Er kan ook aan gedacht worden om alle positieve en negatieve mutaties apart weer te geven. Dit staat hiernaast weergegeven. In de figuur zijn de positieve en negatieve ontwikkelingen voor 2008 te zien. Voor een alleenstaande met alleen AOW zien we dat het totaal aan positieve ontwikkelingen groter is dan de totale negatieve veranderingen. Dit resulteert in een positieve koopkrachtmutatie van 1 euro per maand.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 14
Hoe ziet het koopkrachtplaatje eruit? 1. De AOW-uitkering stijgt met 3,0%. Ten opzichte van het besteedbaar inkomen vertaalt dat zich hier in een inkomensstijging van 3,1%. 2. De inkomensafhankelijke premie gaat omhoog van 6,50% naar 7,2%. 3. Ondanks de verlaging van het e belastingtarief van de 1 schijf, stijgt de totale inkomstenbelasting door het hogere belastbare inkomen. Het belastbaar inkomen stijgt, vanwege de hogere AOW-uitkering, de hogere inkomensafhankelijke premie en verandering in de buitengewone uitgavenaftrek. 4. De algemene heffingskorting stijgt van €957 naar € 970,-. 5. De ouderenkorting van € 380 naar €486. De aanvullende ouderenkorting daalt van € 571 naar € 555. 6. De zorgtoeslag neemt toe. 7. Het besteedbare inkomen stijgt met 3,2% (saldo 1-6). 8. De huurtoeslag stijgt met de huur mee. 9. De premie voor de zorgverzekering valt gemiddeld iets lager uit. 10. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 11. De overige uitgaven stijgen met 2,3% als gevolg van de inflatie van 2,26%. 12. De totale uitgaven stijgen met 3% (saldo 8-11). 13. Resteert een koopkrachtmutatie van 0,2%. Wat gebeurt er met de zorgverzekering? 1. De inkomensafhankelijk bijdrage neemt toe, van 6,5 naar 7,2% en door de stijging van de AOW. 2. De premie voor de zorgverzekering valt gemiddeld iets lager uit. De premie voor de aanvullende verzekering hoger. 3. De zorgtoeslag valt hoger uit (€ 10,per maand). 4. De afschaffing van de noclaimteruggaaf heeft voor ouderen geen effect voor de koopkracht, omdat de veronderstelling is dat zij reeds het hele bedrag uitgaven. 5. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 6. Resteert een negatief saldo voor de aspecten die met de zorgverzekering te maken hebben van 0,8% (saldo 15).
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 15
Huishouden 2. Paar met alleen een AOW-uitkering INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 28 + € 21 + € 2 € 0
+ € 51
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 31 + € 25
+ € 49
VERANDERING KOOPKRACHT
+ €
2 = 0,1 %
We zien dat de AOW stijgt. De inkomensafhankelijke premie ook, deze gaat van 6,50 naar 7,2 procent. De inkomstenbelasting neemt absoluut gezien ook toe. Ondanks dat het tarief daalt, moet er meer belasting betaald worden omdat het inkomen hoger is. Daarnaast gaat de aftrek van buitengewone uitgaven naar beneden. Dit wordt veroorzaakt door een versobering van de regeling; de drempel waarboven buitengewone uitgaven mogen worden afgetrokken gaat omlaag van 11,5 naar 1,65%, maar de inkomensafhankelijke premie en de premie voor de ziektekostenverzekering mogen niet meer opgevoerd worden. De heffingskortingen gaan omhoog, met name de ouderenkorting. Al met al stijgt het netto inkomen met 28 euro per maand. Als we verder kijken naar de mutatie van de inkomsten en uitgaven, dan zien we dat naast de zorgtoeslag ook de huurtoeslag toeneemt. Er verandert voor ouderen niks door het vervallen van de no-claimteruggaaf, omdat we ervan uitgaan dat ouderen het volledige bedrag aan no-claim kwijt zijn. Bij de uitgaven zien we dat de premie voor de ziektekostenverzekering iets goedkoper wordt. De premie voor de aanvullende verzekering wordt daarentegen gemiddeld genomen iets duurder. De overige uitgaven nemen toe als gevolg van de inflatie. De invoering van het verplichte eigen risico zorgt verder voor een toename van de uitgaven van 25 euro per maand. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ouderen het volledige bedrag aan eigen risico kwijt zijn. Al met al gaat een paar met alleen AOW er € 2 per maand op vooruit. Dit staat gelijk aan 0,1%. Er komt een compensatiemogelijkheid voor chronisch zieken. Inclusief deze compensatie bedraagt de koopkrachtmutatie 0,7%. Wat is positief en wat is negatief? Hierboven zijn de mutaties van het inkomen en de uitgaven weergegeven. Dit sluit aan op de scheiding tussen inkomsten en uitgaven zoals vaak wordt toegepast. Dit werkt vaak wel verwarrend: Wat betekenen negatieve inkomensmutaties bijvoorbeeld? Vooral omdat de termen stijging en daling bij zowel de mutatie van het inkomen als de uitgaven worden gebruikt. Er kan ook aan gedacht worden om alle positieve en negatieve mutaties apart weer te geven. Dit staat hiernaast weergegeven. In de figuur zijn de positieve en negatieve ontwikkelingen voor 2008 te zien. Voor een paar met alleen AOW zien we dat het totaal aan positieve ontwikkelingen groter is dan de totale negatieve veranderingen. Dit resulteert in een positieve koopkrachtmutatie van 2 euro per maand.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 16
Hoe ziet het koopkrachtplaatje eruit? 1. De AOW-uitkering stijgt met 3,1%. Ten opzichte van het besteedbaar inkomen vertaalt dat zich hier in een inkomensstijging van 3,0%. 2. De inkomensafhankelijke premie gaat omhoog van 6,50% naar 7,2%. 3. Ondanks de verlaging van het e belastingtarief van de 1 schijf, stijgt de totale inkomstenbelasting door het hogere belastbare inkomen. Het belastbaar inkomen stijgt, vanwege de hogere AOWuitkering, de hogere inkomensafhankelijke premie en verandering in de buitengewone uitgavenaftrek. 4. De algemene heffingskorting stijgt van €957 naar € 970,5. De ouderenkorting van € 380 naar €486. 6. De zorgtoeslag is hoger. 7. Dit huishouden betaald te weinig belasting om volledig te kunnen profiteren van alle heffingskortingen. Dit heet ook wel het verzilveringsprobleem. Via TBU is dit weer terug te vragen. 8. Het besteedbare inkomen stijgt met 3,4% (saldo 1-7). 9. De huurtoeslag stijgt met de huur mee. 10. De gemiddelde premies voor de zorgverzekering valt iets lager uit. 11. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 12. De uitgaven stijgen als gevolg van de inflatie van 2,26%. 13. De totale uitgaven stijgen met 3,1% (saldo 9-12). 14. De koopkracht is 0,3% hoger. Wat gebeurt er met de zorgverzekering? 1. De inkomensafhankelijke bijdrage stijgt van 6,5 naar 7,2% en door de stijging van de AOW. 2. De premie voor de zorgverzekering valt gemiddeld lager uit. De premie voor de aanvullende verzekering hoger. 3. De zorgtoeslag valt hoger uit. 4. De afschaffing van de noclaimteruggaaf heeft voor ouderen geen effect voor de koopkracht, omdat de veronderstelling is dat zij reeds het hele bedrag uitgaven. 5. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 6. Resteert een negatief saldo van 0,7% voor de kosten van de zorgverzekering.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 17
Huishouden 3. Alleenstaande met een AOW-uitkering en een zorgvraag INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 24 + € 10 + € 2 € 0
+ € 36
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 23 + € 13
+ € 33
VERANDERING KOOPKRACHT
+ €
3 = 0,3 %
We zien dat de AOW stijgt. De inkomensafhankelijke premie ook, deze gaat van 6,50 naar 7,2 procent. De inkomstenbelasting neemt absoluut gezien ook toe. Ondanks dat het tarief daalt, moet er meer belasting betaald worden omdat het inkomen hoger is. Daarnaast gaat de aftrek van buitengewone uitgaven naar beneden. Dit wordt veroorzaakt door een versobering van de regeling; de drempel waarboven buitengewone uitgaven mogen worden afgetrokken gaat omlaag van 11,5 naar 1,65%, maar de inkomensafhankelijke premie en de premie voor de ziektekostenverzekering mogen niet meer opgevoerd worden. De heffingskortingen gaan omhoog, met name de ouderenkorting. Al met al stijgt het netto inkomen met 24 euro per maand. Als we verder kijken naar de mutatie van de inkomsten en uitgaven, dan zien we dat naast de zorgtoeslag ook de huurtoeslag toeneemt. Er verandert voor ouderen niks door het vervallen van de no-claimteruggaaf, omdat we ervan uitgaan dat ouderen het volledige bedrag aan no-claim kwijt zijn. Bij de uitgaven zien we dat de premie voor de ziektekostenverzekering iets goedkoper wordt. De overige uitgaven nemen toe als gevolg van de inflatie. De invoering van het verplichte eigen risico zorgt verder voor een toename van 13 euro per maand. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ouderen het volledige bedrag aan eigen risico kwijt zijn. Al met al gaat een alleenstaande met alleen AOW en een zorgvraag er € 3 per maand op vooruit. Dit staat gelijk aan 0,3%. Er komt een compensatiemogelijkheid voor chronisch zieken. Inclusief deze compensatie bedraagt de koopkrachtmutatie 0,7%. Wat is positief en wat is negatief? Hierboven zijn de mutaties van het inkomen en de uitgaven weergegeven. Dit sluit aan op de scheiding tussen inkomsten en uitgaven zoals vaak wordt toegepast. Dit werkt vaak wel verwarrend: Wat betekenen negatieve inkomensmutaties bijvoorbeeld? Vooral omdat de termen stijging en daling bij zowel de mutatie van het inkomen als de uitgaven worden gebruikt. Er kan ook aan gedacht worden om alle positieve en negatieve mutaties apart weer te geven. Dit staat hiernaast weergegeven. In de figuur zijn de positieve en negatieve ontwikkelingen voor 2008 te zien. Voor een alleenstaande met een AOW uitkering en een zorgvraag zien we dat het totaal aan positieve ontwikkelingen groter is dan de totale negatieve veranderingen. Dit resulteert in een positieve koopkrachtmutatie van 3 euro per maand.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 18
Hoe ziet het koopkrachtplaatje eruit? 1. De AOW-uitkering stijgt met 3%. Ten opzichte van het besteedbaar inkomen vertaalt dat zich hier in een inkomensstijging van 3,1%. 2. De inkomensafhankelijke premie gaat omhoog van 6,50% naar 7,2%. 3. Ondanks de verlaging van het e belastingtarief van de 1 schijf, stijgt de totale inkomstenbelasting door het hogere belastbare inkomen. Het belastbaar inkomen stijgt, vanwege de hogere AOW-uitkering, de hogere inkomensafhankelijke premie en verandering in de buitengewone uitgaven aftrek. 4. De algemene heffingskorting stijgt van €957 naar € 970,-. 5. De ouderenkorting van € 380 naar €486. De aanvullende ouderenkorting daalt van € 571 naar € 555. 6. De zorgtoeslag is hoger. 7. Het besteedbare inkomen stijgt met 3,2% (saldo 1-6). 8. De huurtoeslag stijgt met de huur mee. 9. De premies voor de zorgverzekering vallen gemiddeld iets lager uit. 10. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 11. De uitgaven stijgen als gevolg van de inflatie van 2,26%. 12. De totale uitgaven stijgen met 3% (saldo 8-11). 13. De koopkracht stijgt met 0,3%.
Wat gebeurt er met de zorgverzekering? 1. De inkomensafhankelijke bijdrage stijgt van 6,5 naar 7,2% en door de stijging van de AOW. 2. De premie voor de zorgverzekering valt gemiddeld iets lager uit. De premie voor de aanvullende verzekering hoger. 3. De zorgtoeslag valt hoger uit. 4. De afschaffing van de noclaimteruggaaf heeft voor ouderen geen effect voor de koopkracht, omdat de veronderstelling is dat zij reeds het hele bedrag uitgaven. 5. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 6. Resulteert een negatief saldo van 0,2% voor de zorgverzekering.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 19
Huishouden 4. Paar met een AOW-uitkering en € 20.000 aanvullend pensioen INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 45 + € 20 € 0
+ € 65
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 59 + € 25
+ € 77
VERANDERING KOOPKRACHT
- € 12 = - 0,4 %
We zien dat de AOW stijgt. De inkomensafhankelijke premie ook, deze gaat van 6,50 naar 7,2 procent. De inkomstenbelasting neemt absoluut gezien ook toe. Ondanks dat het tarief van de eerste schijf daalt, moet er meer belasting betaald worden omdat het inkomen hoger is. Het tarief van de tweede schijf stijgt overigens wel. Daarnaast gaat de aftrek van buitengewone uitgaven naar beneden. Dit wordt veroorzaakt door een versobering van de regeling; de drempel waarboven buitengewone uitgaven mogen worden afgetrokken gaat omlaag van 11,5 naar 1,65%, maar de inkomensafhankelijke premie en de premie voor de ziektekostenverzekering mogen niet meer opgevoerd worden. De heffingskortingen gaan omhoog, met name de ouderenkorting. Al met al stijgt het netto inkomen met 45 euro per maand. Als we verder kijken naar de mutatie van de inkomsten en uitgaven, dan zien we dat naast de zorgtoeslag ook de huurtoeslag toeneemt. Er verandert voor ouderen niks door het vervallen van de noclaimteruggaaf, omdat we ervan uitgaan dat ouderen het volledige bedrag aan no-claim kwijt zijn. Bij de uitgaven zien we dat de premie voor de ziektekostenverzekering iets goedkoper wordt. De overige uitgaven nemen toe als gevolg van de inflatie. De invoering van het verplichte eigen risico zorgt verder voor een toename van 25 euro per maand. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ouderen het volledige bedrag aan eigen risico kwijt zijn. Al met al gaat een paar met een aanvullend pensioen van € 20.000 er € 12 per maand op achteruit. Dit staat gelijk aan 0,4%. Er komt een compensatiemogelijkheid voor chronisch zieken. Inclusief deze compensatie bedraagt de koopkrachtmutatie -0,1%. Wat is positief en wat is negatief? In bovenstaande zijn de mutaties van het inkomen en de uitgaven weergegeven. Dit sluit aan op de scheiding tussen inkomsten en uitgaven zoals vaak wordt toegepast. Dit werkt vaak wel verwarrend: Wat betekenen negatieve inkomensmutaties bijvoorbeeld? Vooral omdat de termen stijging en daling bij zowel de mutatie van het inkomen als de uitgaven worden gebruikt. Er kan ook aan gedacht worden om alle positieve en negatieve mutaties apart weer te geven. Dit staat hiernaast weergegeven. In de figuur zijn de positieve en negatieve ontwikkelingen voor 2008 te zien. Voor een paar met AOW en een aanvullend pensioen van 20.000 euro per jaar zien we dat het totaal aan positieve ontwikkelingen kleiner is dan de totale negatieve veranderingen. Dit resulteert in een negatieve koopkrachtmutatie van 12 euro per maand.
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 20
Hoe ziet het koopkrachtplaatje eruit? 1. De AOW-uitkering stijgt met 3,1%. Ten opzichte van het besteedbaar inkomen vertaalt dat zich hier in een inkomensstijging van 1,6%. 2. De pensioenen stijgen met gemiddeld 1,9%. 3. De inkomensafhankelijke premie gaat omhoog van 6,50% naar 7,2%. 4. De inkomensafhankelijke premie over het pensioen gaat omhoog van 4,4% naar 5,1%. 5. Ondanks de verlaging van het e belastingtarief van de 1 schijf, stijgt de totale inkomstenbelasting door het hogere belastbare inkomen. Het belastbare inkomen stijgt, vanwege de hogere AOWuitkering, de hogere inkomensafhankelijke premie en verandering in de buitengewone uitgaven. e 6. Het tarief van de 2 schijf is 0,45% hoger. 7. De algemene heffingskorting stijgt van €957 naar € 970,8. De ouderenkorting van € 380 naar €486. 9. De zorgtoeslag neemt toe. 10. Het besteedbare inkomen stijgt met 2,3% (saldo 1-9). 11. De premies voor de zorgverzekering vallen gemiddeld iets lager uit. 12. Invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 13. De uitgaven stijgen als gevolg van de inflatie van 2,26%. 14. De totale uitgaven stijgen met 2,7% (saldo 11-13). 15. De koopkracht daalt met 0,3%.
Wat gebeurt er met de zorgverzekering? 1. De inkomensafhankelijke bijdrage stijgt van 6,5 naar 7,2% en door de stijging van de AOW. 2. De premies voor de zorgverzekering valt gemiddeld iets lager uit. De premie voor de aanvullende verzekering hoger. 3. De zorgtoeslag valt hoger uit. 4. De afschaffing van de noclaimteruggaaf heeft voor ouderen geen effect voor de koopkracht. 5. De invoering van het verplicht eigen risico van € 150,- per jaar. 6. Resteert een negatief saldo van 0,9%
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 21
Beknopte uitwerking overige huishouden Uitwerking Huishouden 3. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 1.500,INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 26 + € 10 + € 2 € 0
+ € 38
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 24 + € 13
+ € 34 + €
VERANDERING KOOPKRACHT
4 = 0,4 %
Uitwerking Huishouden 4. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 2.500 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 27 + € 10 + € 0 € 0
+ € 37
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 26 + € 13
+ € 36 + €
VERANDERING KOOPKRACHT
1 = 0,2 %
Uitwerking Huishouden 4a. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 2.500 lijfrente INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 24 + € 10 + € 0 € 0
+ € 34
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 26 + € 13
+ € 36
VERANDERING KOOPKRACHT
- €
2 = - 0,1 %
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 22
Uitwerking Huishouden 5. Paar, AOW-uitkering + € 5.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 38 + € 21 + € 2 € 0
+ € 61
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 34 + € 25
+ € 52 + €
VERANDERING KOOPKRACHT
9 = 0,6 %
Uitwerking Huishouden 6. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 5.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 31 + € 10 + € 3 € 0
+ € 44
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 30 + € 13
+ € 40 + €
VERANDERING KOOPKRACHT
4 = 0,4 %
Uitwerking Huishouden 6a. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 5.000 (niet geïndexeerd) INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 24 + € 10 + € 7 € 0
+ € 41
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 29 + € 13
+ € 39
VERANDERING KOOPKRACHT
+ €
2 = 0,2 %
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 23
Uitwerking Huishouden 7. Paar, AOW-uitkering + € 5.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 41 + € 20 + € 0 € 0
+ € 61
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 38 + € 25
+ € 56 + €
VERANDERING KOOPKRACHT
5 = 0,3 %
Uitwerking Huishouden 8. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 10.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 32 + € 11 + € 0 € 0
+ € 43
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 36 + € 13
+ € 46 - €
VERANDERING KOOPKRACHT
3 = - 0,1 %
Uitwerking Huishouden 9. Paar, AOW-uitkering + € 10.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 43 + € 20 + € 0 € 0
+ € 63
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 45 + € 25
+ € 63
VERANDERING KOOPKRACHT
€
0 = 0,0 %
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 24
Uitwerking Huishouden 10. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 15.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 35 + € 2 + € 0 € 0
+ € 37
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven(inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 43 + € 13
+ € 53 - € 14 = - 0,8 %
VERANDERING KOOPKRACHT
Uitwerking Huishouden 12. Paar, AOW-uitkering + € 30.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 72 + € 0 + € 0 € 0
+ € 72
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 69 + € 25
+ € 87 - € 15 = - 0,5 %
VERANDERING KOOPKRACHT
Uitwerking Huishouden 13. Paar, AOW-uitkering + € 20.000, AOW-uitkering + € 10.000 INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 64 + € 0 + € 0 € 0
+ € 64
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 7 + € 74 + € 25
+ € 92
VERANDERING KOOPKRACHT
- €
28 = - 0,8 %
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 25
Uitwerking Huishouden 15. Alleenstaande, AOW-uitkering + € 4.200 met zorgvraag INKOMEN
UITGAVEN
Stijging netto inkomen Stijging zorgtoeslag Stijging huurtoeslag Vervallen no-claimteruggaaf
+ € 24 + € 10 + € 2 € 0
+ € 36
Daling ziektekostenpremies Stijging overige uitgaven (inflatie) Eigen risico ziektekostenverzekering
- € 3 + € 23 + € 13
+ € 33
VERANDERING KOOPKRACHT
+ €
3 = 0,3 %
Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 26