Koninklijke Politieverbroedering Brugge “Hoger Op”
Bestuur anno 2009 Bovenste rij van links naar rechts: Stefaan De Prol, Jean Vancrayelynghe, Dany Roosebrouck, Antoine Vanduyver, Jean-Paul Cannaert Onderste rij van links naar rechts: Alain Anseeuw, Fernand De Jonghe, Chantal Baert, Roger Cuvelier, Jan Mulle
DE BRUGSE POLITIE SEDERT 1790
Vóór 1790 bestond het bestuur van de Stad Brugge uit een Burgemeester en drie Schepenen, bijgestaan door 30 leden. Burgemeester en Schepenen waren bevoegd om vonnissen uit te spreken; hun bevoegdheid was gesteund op edicten1. De bewaking van de stad was toevertrouwd aan een korps van gemeentelijke wachten; dit korps, samengesteld uit twee compagnies van dertig man waaronder een kwartiermeester en een trommelslager, stond onder bevoegdheid van een kapitein. Ze tekenden een verbintenis van drie jaar; bij hun indiensttreding dienden ze de voorgeschreven eed af te leggen. Na 1790 kwam hierin een grote wijziging als gevolg van het uitvaardigen van wetten en decreten waaronder: de decreten van 14 december 1789, 16-24 augustus 1790, 19-22 juli 1791 en 3 brumaire van het jaar IV (25-10-1795) met betrekking tot de orde en de bewaking van de stad. Ook het ambt van politiecommissaris, ingesteld in 1669, werd geregeld door de wetten van 21-27 mei 1790, 21-29 augustus 1791, 1 juni 1792 en deze uitgevaardigd na de Franse revolutie. Voor de uitvoering van deze wetten en decreten werd een afzonderlijk korps opgericht onder het bevel van de hoofdmannen van de zesde delen. De personen die van dit korps deel uitmaakten, kregen de naam “schadebeletters”. Bij de aanvang van hun dienst van 24 uur, dienden zij zich aan te melden bij de onderscheiden hoofdmannen. Zij dienden ook de lijst in ontvangst te nemen van de vreemdelingen die de nacht in de stad hadden doorgebracht, en moesten die overmaken aan de cipier van de “caese”2. Iedere zondagmorgen om 7 uur kwamen al de schadebeletters bijeen ten huize van de hoofdmannen. Deze dienstregeling bleef in voege tot 1806. In dit jaar werden de schadebeletters afgeschaft en vervangen door een nieuwe dienst onder benaming “stadssergeanten”. De leiding ervan berustte bij de politiecommissarissen en hun voorgeschreven dienst begon reeds op een politiedienst te gelijken. De bestaande indeling van de stad, gekend onder de naam “zesde delen” onderging tevens een wijziging. De zesde delen werden vervangen door secties met als kenmerk de letters AB-C-D-E-F. Aan het hoofd van twee secties stond een politiecommissaris, bijgestaan
1 2
door een landsoverheid, m.n. door een vorst afgekondigd besluit (Van Dale) Huize De Caese: het voormalige landhuis van het Brugse Vrije tussen de Hoogstraat en de reien.
door een escouade3 stadssergeanten. De leden van dit korps, 14 man, waren bestendig in dienst en dienden te allen tijde hun uniform te dragen. Naast hun gewone waakdienst moesten zij ook de orde handhaven bij processen, optochten, bals, markten en foren. Hun uniform in blauw laken viel ten laste van de stad. De kosten van verwarming en verlichting van de hoofdwacht mocht de 300fr. per jaar niet te boven gaan. In deze periode bestond er ook nog een korps van nachtwakers van 36 man waarvan 18 om beurt een nacht op dienst kwamen. Hun dienst begon om 22 uur en eindigde tijdens de zomermaanden om 4 uur, en tijdens de wintermaanden om 5 uur ’s morgens. Vooraleer op dienst te komen, dienden zij zich in de hoofdwacht aan te bieden. Zij kregen er een kapote4 met rode parments, een hoofdkap, een hellebaard en een ratel. Hun taak bestond in het verhinderen van nachtrumoer en het beletten van diefstallen. Zij diende de brandtekens te controleren en te luisteren indien de torenwakers ieder uur en half uur de schel klepten. Bij iedere onregelmatigheid lieten zij een bepaald ratelsignaal horen om hun collega’s te verwittigen. In geval van brand moesten ze de stadssergeanten en de speytbazen verwittigen, alsook de pastoor van de dichtst bijgelegen kerk om de brandklok te doen luiden. Voor deze dienst was de stad ingedeeld in 9 wijken. Voor de bewaking van de stad en de ordediensten beschikte men in 1800 over 78 gemeentelijke wachters, 14 stadssergeanten, 36 nachtwakers en 3 commissarissen, 131 man in totaal dus. De hoofdwacht, die intussen van de Halle was overgebracht naar het beluik gelegen naast de kapel van het Heilig Bloed, werd in 1820 ondergebracht in het huidige gebouw van het “Brugse Vrije”. De kelders van dit gebouw dienden voor de “caese”. In 1826 namen de drie commissarissen ook hun intrek in dit gebouw. De dienst van de stadssergeanten, intussen op 20 man gebracht, kreeg volgende opdrachten te vervullen: • De chef sergeant regelde de dienst van het overige personeel en verzekerde de ordedienst tijdens de zittingen van het Schepencollege en de gemeenteraad; • De onderchef bleef ter beschikking van de Burgemeester; • Drie sergeanten deden bureeldienst; • De 15 overige, ingedeeld in drie ploegen van 5 man, verzekerden de gewone diensten.
3 4
Verouderd Nederlands voor een halve sectie onder leiding van een korporaal (Van Dale) Lange mantel
In 1837 kwam er een nieuw reglement tot stand voor de gemeentelijke wachters. Hun aantal werd tot 41 man teruggebracht. De wedde van de 33 gewone wachters bedroeg 1 fr. per dag. Vandaar de naam “frankemannen”, een naam waarmee sommige bejaarden vóór de eerste wereldoorlog de politieagenten nog betitelden. Enkel ongehuwde personen konden na het beëindigen van hun militaire dienst in dit korps opgenomen worden. Deze die nadien in het huwelijk wilden treden dienden de toelating te bekomen van het gemeentebestuur. Op zestigjarige leeftijd kon men zijn rechten op pensioen laten gelden. Dit reglement is in voege gebleven tot de volledige afschaffing van de gemeentelijke wachters in 1865. In 1840 kwamen enkele verbeteringen tot stand voor de stadssergeanten, door het oprichten van een pensioenkas voor het gemeentepersoneel en het in voege brengen van een kledingmassa. Van de drie politiecommissarissen wordt De Caluwé de Madrid als hoofdcommissaris aangesteld. Naast zijn gewone taak van wijkcommissaris kreeg hij de algemene leiding van de ordediensten en het toezicht op de ontuchthuizen. In dit jaar waren deze diensten samengesteld als volgt: 3 commissarissen, 20 stadssergeanten, 50 nachtwakers, 41 gemeentelijke wachters. In hetzelfde jaar werd tengevolge de menigvuldige klachten over onvoldoende bewaking bij nacht, het getal nachtwakers van 36 op 50 man gebracht. Ingedeeld in twee ploegen van 25 man, de ene helft verzekerde de dienst van 21 tot 1 uur, de andere van 1 tot 5 uur. Elke nachtwaker kreeg zijn kwartier toegewezen. Ieder nachtwaker was verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid in het hem toegewezen kwartier. De aflossing geschiedde ter plaatse en na het eindigen van hun dienst dienden zij zich in de hoofdwacht aan te melden om verslag uit te brengen. In deze nieuwe verordening opgemaakt in de gemeenteraad van 29-8-1840 stippen wij art. 15 aan luidende als volgt: “Wanneer een diefte met beklimming of uitwendige braak zal des nachts begaen geweest zijn, zal den wacker van het kwartier, die van dienst was op het oogenblik dat de misdaed gepleegd is, strafbaer wezen, met eenen aftrek van zijne soldij van ten minsten 5 franken.” N.B. De jaarwedde van de nachtwakers bedroeg 150 Bfr. Al deze wijzigingen hadden voor gevolg dat het getal overtredingen vanaf 1840 merkelijk verhoogde. In 1839 werden 205 vaststellingen gedaan, in 1840 geschiedde geen enkele diefte met braak of beklimming, zodat art. 15 niet diende toegepast te worden. Onder
het getal vastgestelde overtredingen waren er 119 voor beledigingen en mishandelingen, 62 op de herbergen en 32 op het verkeer. Tussen 1840 en 1865 zijn geen noemenswaardige wijzigingen meer gekomen aan de bewakingsdiensten der stad. In 1847 werd voor de eerste maal een adj. Politiecommissaris aangesteld. In 1851 wordt de Hoofdcommissaris De Caluwé de Madrid op pensioen gesteld en vervangen door Mernaert die sinds 1847 als adj. Commissaris aangesteld was. In 1853 wordt hem het ambt van Openbaar Ministerie bij de politierechtbank toevertrouwd. Ingaande op de menigvuldige klachten wordt in de gemeenteraad van 30 januari 1864 besloten de bewakingsdiensten der stad volledig her in te richten. Deze vernieuwing die het voorwerp uitmaakt van een grondige studie, wordt goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 25 juli 1865 om in voege te treden vanaf 1 januari 1866. In dezelfde zitting wordt besloten de bestaande korpsen van gemeentelijke wachters, stadssergeanten en nachtwakers vanaf die datum volledig af te schaffen. De nieuwe inrichting krijgt de naam van politiekorps. Deze datum is dus het vertrekpunt van ons huidig politiekorps. Een deel van de gemeentelijke wachters en stadssergeanten worden in het politiekorps opgenomen. De overige worden ontslagen, ze mogen hun rechten op pensioen laten gelden. Het pas ingericht politiekorps bestond uit: 3 commissarissen, waarvan 1 hoofdcommissaris, 3 adj. Commissarissen, 6 politie-inspecteurs, 50 politieagenten, onderverdeeld in: 12 van eerste klas, 16 van tweede klas, 22 van derde klas en 24 nachtwakers. De stad werd verdeeld in 3 politieafdelingen. Iedere afdeling bestond uit 2 secties. De commissarissen dienden op hun afdeling te wonen, de inspecteurs op hun secties. In deze periode bestonden 4 vaste posten, namelijk: markt, station, park en ingang handelskom. Drie leden van dit korps werden als vaste bewakers van de handelskom aangeduid. Deze herinrichting deed zich onmiddellijk gevoelen; het getal overtredingen dat voordien de 200 niet te boven ging, bedroeg in 1866 reeds 481, in 1867 367 en in 1868 416. In het korps zelf moest een zekere misnoegdheid bestaan hebben want na een jaar boekte men reeds 13 ontslagen. Om daaraan te verhelpen verhoogde men de wedde met 50 fr. per jaar. In het politieverslag van 1877 dringt men aan om de burelen van de commissarissen naar de afdeling over te brengen.
Reeds in 1878 wordt daaraan een begin gemaakt en wordt een huis aangekocht ter Langerei alsook een huis in de Minderbroederstraat, bestemd voor de hoofdcommissaris. Door onteigening komt het gemeentebestuur in bezit van het huis S. Salvatorskerkhof 10. In 1880 wordt de bestendige politiewacht van de Burg naar de Blinde Ezelstraat overgebracht en het jaar daarop worden de burelen van de commissarissen naar de onderscheiden afdelingen overgebracht; In 1885 wordt een actie op touw gezet voor het gebruik van het Nederlands in de diensten van het gemeentebestuur. In dit verslag vinden wij: “Zelfs de knopen aan de uniformen van onze politieagenten dragen Franse opschriften.” In 1890 waren er drie politiecommissariaten in de stad. In de Freren Fonteinstraat bevond zich het hoofdcommissariaat. De agenten van deze eerste afdeling zorgden voor het naleven van het gezag in de secties A en B van de stad. Het politiecommissariaat van de tweede afdeling was gelegen ter Sint-Salvatorskerkhof 11, in een zeventiende eeuws pand. De derde afdeling was gestationeerd aan de Langerei 24, in het vroeger Korenmetershuis. In 1892, als gevolg van een wijziging aan de politieverordening, worden de 7 agenten aangesteld voor de bijzondere diensten afgeschaft en vervangen door bureelagenten met de graad van bijzonder politieagent, met een vergoeding van 10 fr. per maand. In die tijd waren vooral de Langestraat, Vismarkt en Carmersstraat gevaarlijke buurten. Jonge agenten werden bij wijze van vuurdoop door de Carmersstraat gestuurd. Daar konden zij nooit passeren zonder een pak slaag te krijgen. De politie was dikwijls het mikpunt van geweld. Rond 1900 telde men zelfs gemiddeld 120 incidenten waarbij agenten het slachtoffer werden van bedreigingen, smaad en “opstand tegen de politie”. Op straat en in herbergen vonden toen veel gevechten en baldadigheden plaats. Agenten moesten bijna dagelijks tussenbeide komen in knokpartijen. Of ze werden geconfronteerd met “straatschenders”, die 's nachts de gaslantaarns doofden of vernielden, beldeurtje speelden of ruiten ingooiden. Soms liepen agenten zware verwondingen op. Kort na elkaar werden in juni 1899 agenten 's nachts op straat aangevallen. Aan de Potterierei werden agenten met straatstenen bekogeld en achternagezeten tot aan de politiewacht op de Burg. Aan de Speelmansrei werden twee agenten zodanig toegetakeld dat de ene een oog verloor en de andere een schouder
brak. De ordehandhavers hadden ook regelmatig problemen met dronken en vechtlustige soldaten van de verschillende kazernes. Op zondag 3 juni raakten twee lansiers zwaar gewond in gevechten met boeren van Assebroek. Een ervan was neergestoken en volgens een getuige waren vooral de boeren, die meestal gewapend rondliepen met grote messen, heel driest opgetreden. De volgende dag organiseerden 150 lansiers een ware strafexpeditie in Assebroek. Aan het Peerdeken werden drie herbergen kort en klein geslagen, en gewapend met sabels, rieken en bijlen trokken de lansiers door de straten. Pas na een onverschrokken optreden van de rijkswacht, kwam er een einde aan de gewelduitbarsting, maar toen lagen de straten al vol met gewonde soldaten en boeren. De rijkswachters waren gekazerneerd in het voormalige predikherenklooster langs de Predikherenrei. ln 1899 waren ze met 27. Als gevolg van de aanhechting van de gemeente St. Pieters en een gedeelte van Koolkerke en Lissewege wordt in 1899 een nieuwe adj. Commissaris en 4 agenten benoemd; De veldwachter van reeds genoemde gemeente behoudt zijn bevoegdheid, maar wordt in het politiekorps opgenomen. In dat jaar wordt er ook besloten om een politiebureau te bouwen in Sint-Pieters. Het is nog steeds hetzelfde gebouw waar district Sint-Pieters en de fietsendienst ondergebracht zijn. Het gebouw werd pas voltooid in 1906. Dit werd meteen de 4de afdeling van de Brugse Politie. Er waren twee opsluitingcellen in dit gebouw, en achteraan was er zelfs een lijkenhuis. In 1908 wordt een nieuwe plaats van politiecommissaris ingesteld en in 1911 wordt het rechterlijk bureel opgericht. In 1914 krijgt dit bureel de opdracht om het gemeentelijk strafregister bij te houden. Dit strafregister, opgericht als gevolg van een rondschrijven van de Minister van Justitie in 1853 werd voorheen bijgehouden door het bevolkingsbureel. Kort vóór de Eerste Wereldoorlog werden er politiehonden ingeschakeld om de vele nachtelijke rustverstoringen te beteugelen. In 1912 had men vier honden. In 1912 heeft het Brugs politiekorps een woelige periode doorgemaakt. Herhaalde malen moest de politie tussenkomen om de orde te herstellen. Na de eerste wereldoorlog onderging het politiekorps een hele evolutie. De gerechtelijke politie bij het parket kwam tot stand, commissaris Sentier nam ontslag en ging over naar het nieuw opgerichte korps. Hierna wordt het aantal commissarissen op drie teruggebracht en het aantal agenten wordt verhoogd tot 57. De nachtwakers worden vervangen door
nachtagenten.
Om de acht dagen krijgt het personeel een rustdag en heeft het recht op
12 dagen verlof per jaar. De wedden worden aangepast. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de politie door de Duitsers ontwapend en na de bevrijding liepen alleen agenten die 's nachts patrouilleerden gewapend rond. Na de Eerste Wereldoorlog werd het aantal politiehonden verhoogd tot 13. Het aantal kleine misdrijven daalde toen ook merkelijk. Vanaf 1926 waren er zestien 'agenten-wielrijders' in dienst. Omdat ze hun eigen fiets moesten gebruiken, kregen ze een vergoeding voor het onderhoud. In 1927 werd iedere politieman uitgerust met een revolver na een incident met een revolverheld die agenten had bedreigd en in het wilde weg had geschoten. Pas na de nodige oefeningen mochten ze het wapen dragen. In 1936 werd naar aanleiding van de herinrichting van de politiedienst en de behoefte aan ruimere lokalen besloten om het imposante 19de-eeuwse herenhuis Hoogstraat 9, bekend als Huis Delvaux, als politiecommissariaat in te richten. Vóór de politie hier neerstreek, werden verschillende werkzaamheden uitgevoerd. Het gebouw werd voorzien van centrale verwarming en een telefooncentrale. In 1938 werden er drie cellen gebouwd. In 1975 werd het hoofdcommissariaat naar de Hauwerstraat overgebracht. De vroegere plaatselijke commissariaten die na de fusie van de gemeenten overbleven, werden gebruikt om de respectievelijke wijkdiensten te huisvesten. In het jaar 1996 werd het vroegere gebouw van de MBZ aan de Lodewijk Coiseaukaai als nieuw hoofdcommissariaat in gebruik genomen. Een groot aantal diensten uit de Hauwerstraat nam zijn intrek in deze nieuwe locatie. Na een interne reorganisatie in 1998 ging men over tot “gedecentraliseerde en gedeconcentreerde werking”. De oorspronkelijke, plaatselijke commissariaten van de randgemeenten werden wat aangepast zodat er meer personeel kon werken. Niet enkel de wijkdiensten hadden er nu hun onderkomen, ook districtsgebonden interventieploegen en een volwaardig aangiftebureel per district waren voorzien. Na de landelijke integratie in 2001 van de rijkswachtbrigades met de eenheden van de gemeentelijke politiekorpsen waren ook de toen bestaande gebouwen niet ruim genoeg meer. Het was zelfs noodzakelijk om een deel van het gebouw “Huize
Scepperus” aan de Baron Ruzettelaan te huren. De behoefte aan nieuwe huisvesting drong zich op. Op datum van dit schrijven in 2009 bestaan er plannen voor een nieuw politiegebouw aan de Lodewijk Coiseaukaai, iets verder gelegen dan het bestaande hoofdcommissariaat. Dit zou in de komende jaren tot uitvoering moeten komen. Ook het personeel van het district Centrum zal verhuizen naar het gerenoveerde, vroegere OCMW gebouw aan de Kartuizerinnestraat. We wachten af en kijken er naar uit wat de toekomst brengen zal.
BRONNEN −
Politieverbroedering - Herinneringsalbum Jubileumfeest 75 jarig bestaan – Tekst van Adj. Politiecommissaris DUPONT Octave.
−
Ons erfgoed – Brugge van toen en nu.
−
Waar is de tijd – Brugge.
Fernand De Jonghe, kort na de tweede wereldoorlog, als verkeersagent op het kruispunt Smedenstraat – Hoefijzerlaan.
KORTE HISTORIEK VAN DE BRUGSE POLITIE SINDS 1790 1790 Het reglement der schaedebeletters ontstond. Het reglement voorzag dat deze personen instonden voor het beletten van alle kwaad en "straetschendeye". Zij moesten er tevens over waken dat de rust in de stad bewaard bleef. Hun vergaderplaats was gelegen in de Halle ter Wollestraat, in de gewezen hoofdwacht der Burgerlijke Soldaten. 1806 De "Schaedebeletters" werden vervangen door stadssergeanten. 1840 Vernieuwen van het nachtwakerskorps. Een sociale verbetering werd ingevoerd voor het gemeentepersoneel, zo werd de kledingsmassa en een pensioenkas opgericht. 1865 Een eerste Hoofdcommissaris werd aangesteld met name: DE CALUWE DE MADRID. De gemeentelijke wachters en de stadssergeanten werden afgeschaft en vervangen door één politiekorps. 1892 Er werd gevraagd om de processen-verbaal op te stellen in het Nederlands in plaats van in het Frans. 1909 Er kwamen nieuwe sociale verbeteringen voor het bestaande politiekorps. Zo merken wij: de invoering van 1 rustdag na 12 dagen werken, de invoering van een jaarlijkse (niet betaalde) vakantie van 8 dagen. Met deze sociale verbeteringen werd zelfs verder gegaan en sommigen namen het initiatief zelf in handen. DE POLITIEVERBROEDERING "HOGER OP" werd opgericht. Deze had toen een erg sociaal gerichte taak. 1926 Afschaffing van de nachtagenten. Deze werden geleidelijk vervangen door dagagenten. Een ploeg "WIELRIJDERS" werd opgericht. De sabel werd vervangen door een revolver. 1929 Het politiekorps te Brugge wordt in het bezit gesteld van een "BAKFIETS" (triporteur) gevuld met zand teneinde uit te rukken bij brand. 1940-45 Inschakeling van "stokagenten" en "hulpagenten". Na de oorlogsjaren: Een omwenteling in het Brugs politiekorps!!! Een eerste politiewagen werd aangekocht.
Deze wagen diende eveneens dienst te doen voor ziekenvervoer. 1976 Verhuis naar het nieuwe politiegebouw ter Hauwerstraat. Het politiekorps werd in zijn geheel gereorganiseerd. Enkele jaren nadien doet zelfs de computer zijn intrede bij de Brugse Politie. 1992 Processen-verbaal worden niet meer met de typemachine, maar via de computer opgesteld. 1996 In gebruikname MBZ gebouw als hoofdcommissariaat. 1998 Decentralisatie van interventiediensten in het kader van de zogenaamde “community policing”. Grotere autonomie voor de randdistricten. 2001 Door de nationale politiehervorming wordt de Brugse gemeentepolitie samengevoegd met de rijkswachtbrigade Brugge en gaan beide op in de Lokale Politie Brugge.
DE POLITIEVERBROEDERING IN DE SCHOOT VAN DE BRUGSE POLITIE De Politieverbroedering "Hoger Op" vindt haar ontstaan in 1909. Zij had tot doelstelling om, in eigen midden, het groepsleven buiten de diensturen te organiseren. Volgens de statuten moest gestreefd worden naar solidariteit als beroepsmens en naar samenhorigheid zowel tijdens als buiten de beroepsactiviteiten. Alhoewel het maatschappijbeeld sedert de oprichting gewijzigd is, blijven deze twee doelstellingen een hoofdfunctie van de vereniging. Meer en meer wordt thans aandacht geschonken aan zowel culturele activiteiten als aan ontspanningsactiviteiten. De eerste vlag van de Brugse Politieverbroedering "Hoger Op" werd ingehuldigd in het jaar 1912. Uit de oudste foto’s die wij nog rijk zijn, zien we dat het bestuur in 1926 samengesteld was als volgt:
Boven: Dupont Octaaf, Verté Pieter, Sandyck Arthur, De Gezelle Camiel, Vande Casteele Michel, Bousson Leon. Vaandrig: De Paepe Eugeen. Onder: Nicaise Rudolf, Vermeire Benoni, Adj. Com. Moens Alfons, Veldwachter St. Andries Rotsaert Henri, Vande Voorde Jules.
In september 1937 werd er een nieuwe vlag ingehuldigd en vierde de vereniging haar 25-jarig bestaan, ondermeer met een parade op de Markt te Brugge.
Optocht ter hoogte van het Provinciaal Hof op de Markt.
Een peloton in de Hoogstraat met front naar het toenmalige politiegebouw.
Groepsfoto in de Steenstraat.
Tijdens het bestaan van de vereniging werd er ook voorzien in een eigen tijdschrift. Door de jaren heen is het weliswaar wat gewijzigd naar uiterlijk en inhoud.
Op zondag 15 juni 1969 vierde de verbroedering haar 60-jarig bestaan. Het feest begon met een Eucharistieviering in de kerk van de E.P. Discalsen ter Ezelstraat. Na de mis stapten wij op, begeleid door de scoutsharmonie St. Leo, naar het Hoofdcommissariaat ter Hoogstraat alwaar bloemen werden neergelegd aan de gedenkplaat der gesneuvelde politiemensen. Na de ontvangst op het stadhuis ging het stoetsgewijs naar de feestzaal Strijdershuis, alwaar in de vooravond een feestbanket werd opgediend. De viering werd afgerond door een gezellig dansfeest dat gepaard ging met de trekking van de tombola.
Op 15 juni 1984 werd het 75-jarig jubileum gevierd. Het jaar 1983 werd voor het bestuur één der drukste, zoniet hét drukste jaar uit hun carrière. De voorbereidingen kostten zeer veel werk. Gezien het 75-jarig bestaan werd gevierd was dit een gegronde reden om een vraag te richten naar Zijne Majesteit de Koning om onze vereniging de titel "KONINKLIJK" toe te kennen.
Begeleiding van de optocht door de motorrijders en ceremonie aan het toenmalige hoofdcommissariaat in de Hauwerstraat.
De motorrijders op de Markt en troepenschouwing op de Burg.
Op maandag 21 mei 1984 werd het bestuur uitgenodigd op het Provinciaal Hof. Uit handen van Gouverneur O. VANNESTE ontvingen wij het diploma waarbij schriftelijk werd vastgelegd dat de vereniging de titel “KONINKLIJK" mag voeren.
Een aandenken aan de erkenning van de titel “Koninklijk”.
Op vrijdag 26 juni 2009 vond de dag van het 100-jarig jubileum plaats. In de geest van de tijd werd deze dag in een recordtempo voorbereid door het huidige bestuur. Voor deze speciale gelegenheid werd ondermeer een nieuw logo ontworpen en werden nieuw ontworpen uitnodigingen verstuurd. Ook deze vereniging moet meegaan met de tijd, dus werd er een website ontwikkeld, te raadplegen op www.kpvb.be. Inschrijvingen voor de activiteiten kunnen nu ook via de computer gebeuren. Ook werden er een aantal oefeningen georganiseerd in de omgeving van het Entrepot gebouw, dit om de drillbewegingen voor de optocht wat aan te scherpen.
De aangepaste uitnodigingen met het nieuwe logo.
Zowel actieve personeelsleden als gepensioneerden namen deel aan de oefeningen!
Oefening in het rechts richten en de vaandeldragers in actie.
Het werd uiteindelijk een schitterende zomerse dag, met een optocht van ’t Zand naar de Burg, en een academische zitting met goedgeluimde Burgemeester en dito sprekers. ’s Avonds werd de viering afgesloten in de Salons Lodewijk Van Male met onder meer een huldiging van Fernand De Jonghe, voor zijn 60 jarige lidmaatschap en diverse bestuursfuncties binnen de vereniging.
26 juni 2009 : JUBILEUMFEEST 100 JAAR POLITIEVERBROEDERING
Op 26 juni 2009 vond het 100-jarig jubileumfeest plaats van de Koninklijke Politieverbroedering “Hoger Op”.
De feestelijke dag startte met een laatste oefening in de Beurshalle door de deelnemers aan de optocht. Zij konden tijdens een pauze genieten van boterkoeken, koffie en frisdranken.
Oefening in de Beurshalle
De korpschef geeft nog een aantal onderrichtingen.
Pauze in de vergaderzaal in de Hauwerstraat.
Deelnemende gepensioneerden poseren graag voor de groepsfoto op ’t Zand.
De motorrijders in afwachting van de start van de optocht.
Omstreeks 11.15 uur kon de eigenlijke optocht van start gaan. De troepenformaties werden gevormd op ’t Zand. Onder heel wat belangstelling van toeristen en toevallige voorbijgangers nam de SfxSpeelschaar het voortouw.
De Sfx-Speelschaar
Zij werd gevolgd door de motorrijders, gepensioneerden en twee pelotons te voet. Tussen deze laatste troepen in, liepen voorzitter en erevoorzitter vergezeld van de vaandeldragers en de kashouder.
De voorzitter, geflankeerd door vaandeldragers, kashouder en erevoorzitter.
De stoet vervolgde zijn weg via de Zuidzandstraat en Steenstraat, over de Markt tot op de Burg.
Daar werd zij opgewacht door een aantal prominenten en uitgenodigden. Na
de aankomst op de Burg vond er een troepenschouwing plaats door Korpschef en Burgemeester.
De Korpschef, samen met prominenten en genodigden wachten de komst van de optocht af.
De Burgemeester en Korpschef schouwen de troepen.
Ondertussen was alles in gereedheid gebracht in en rond het stadhuis. In de Gotische zaal werden voorzieningen getroffen voor beeld en geluid. Op het gelijkvloers werd een
tentoonstelling van oude uniformen opgezet door de collega’s Jan Jansoone en Ringo Vertenten. Tevens stonden enkele politievoertuigen opgesteld op de Burg.
Na de schouwing van de troepen was het tijd voor het bijwonen van de academische zitting. Het saxofoonensemble van de politie Gent zorgde voor de nodige muzikale omlijsting. In de achtergrond liep een diashow met foto’s uit de tijd van toen.
Het saxofoonensemble van de Koninklijke Gentse Politieharmonie.
De binnenkomst in de Gotische zaal van de voorzitter en de vaandeldragers.
Volgend op de intrede in de Gotische zaal nam de voorzitter het woord. In haar toespraak bedankte zij alle aanwezigen en iedereen die meehielp voor het tot stand brengen van deze dag. De waarden waarvoor de Politieverbroedering reeds 100 jaar staat, werden nog eens in de verf gezet. Naast de anekdotes uit het verleden was er ook een warme oproep naar de jongere collega’s om zich met zoveel als mogelijk lid te maken van onze vereniging.
De Korpschef, als volgende spreker, was vol lof over de Verbroedering en feliciteerde de voorzitter. De laatste eeuw waren er immers tal van moeilijke periodes in het bestaan van de vereniging, maar toch bleef zij overeind. Ook na de politiehervorming is het bestaan niet in het gedrang gekomen. Vooral de samenhorigheid en solidariteit worden geprezen. Tevens maakte de Korpschef enkele randbemerkingen, waarbij vooral de nadruk gelegd werd op het omgaan met kritiek op de politie, het beeld dat bestaat van de politie naar de buitenwereld toe en de professionaliteit van de politieambtenaren.
Van links naar rechts herkennen we ondervoorzitter Jean-Paul Cannaert, Prof. Brice De Ruyver, Burgemeester Patrick Moenaert, Korpschef Philippe Dewulf en Voorzitter Chantal Baert.
Na de toespraak door de Korpschef was het de beurt aan gastspreker Prof. Brice De Ruyver van de Universiteit Gent. Hij gaf een overzicht van het politielandschap vóór en na de Octopusakkoorden van 1998. Uit dit betoog onthouden we dat er in de laatste tien jaar heel wat gerealiseerd is met betrekking tot de politiediensten, maar ook dat er nog
veel werk voor de boeg staat. Een verdere herstructurering dringt zich op. Niettemin zijn er volgens de professor positieve signalen waar te nemen, en komt het er nu op aan om de draad weer op te nemen en verder te gaan in de goede richting.
Als laatste spreker kwam de Burgemeester aan de beurt. Hij had vooral oog voor de soms moeilijke taak van de politiefunctionaris die steeds de evenwichtsoefening moet maken tussen het uitoefenen van gezag en het toelaten van vrijheid. Een vereniging als de Politieverbroedering brengt mensen samen die met dezelfde zaken geconfronteerd worden. Dit laat gedachte-uitwisseling toe en zorgt ervoor dat de batterijen opnieuw kunnen opgeladen worden. Hij vroeg ook nog even de aandacht voor de beleidsmensen die bijvoorbeeld de politiehervorming mogelijk maakten, en die er ook voor zullen zorgen dat de Lokale Politie Brugge straks een nieuw gebouw betrekt. Zonder hen zou de realisatie immers niet mogelijk zijn.
Volgend op de speech van de Burgemeester werd iedereen uitgenodigd op de receptie in het stadhuis. Na een blik te werpen op de tentoonstelling van oude uniformen, kon men zich een lekkere “Brugse Zot” laten smaken. Een welgekomen verfrissing op deze warme dag !
Tentoonstelling van oude uniformen. ’s Avonds was er nog de feestviering in de Salons Lodewijk Van Male. In het schitterende tuindecor ging de receptie door, begeleid door een accordeondeuntje van Charles Maeyaert.
Charles Maeyaert
Na de receptie namen we, in gezelschap van Burgemeester en Korpschef, plaats in de feestzaal aan de verzorgde tafels. Iedereen werd, in de vorm van een gegraveerde USBstick, van een aandenken voorzien.
De Burgemeester, Korpschef en andere genodigden genieten van het feestmenu.
In de avondspeech van de voorzitter werden de bestuursleden gefeliciteerd voor de geleverde inspanningen om deze dag tot een goed einde te brengen. Ook Burgemeester en Korpschef werden nogmaals bedankt voor de steun die zij boden.
De voorzitter tijdens de avondspeech.
De bestuursleden werden gefeliciteerd voor de geleverde inspanningen.
Speciale aandacht was er voor onze vaste publicist Renaat Devos die dit jaar een bijzondere inspanning geleverd heeft ten voordele van de vereniging.
Renaat Devos
En “last but not least” werd Fernand De Jonghe samen met zijn Margriet, met een aandenken en bloemen gehuldigd voor 60 jaar lidmaatschap en diverse bestuursfuncties binnen de vereniging. Zij werden getrakteerd op een staande ovatie ! Alstublieft ! Dank u wel !
Fernand en Margriet
Tot slot wensen wij nogmaals iedereen te bedanken die zijn steentje heeft bijgedragen om deze dag mogelijk te maken. Het werd een unieke dag in de geschiedenis van de Politieverbroedering en van de Lokale Politie Brugge.
HET BESTUUR.
Toespraak van de voorzitter
Mijnheer de Burgemeester, Dames en Heren genodigden Beste vrienden,
Het is mij als Voorzitter van de "Koninklijke Politieverbroedering Hoger Op" een eer en genoegen U van harte welkom te heten op ons Jubileumfeest en u te danken voor uw aanwezigheid. Onze uitdrukkelijke dank gaat in de eerste plaats naar het College van Burgemeester en Schepenen voor het ter beschikking stellen van deze schitterende Gotische Zaal.
Wij verwelkomen onze gastsprekers Burgemeester Patrick Moenaert,
professor Brice De Ruyver en Korpschef Philippe De Wulf. De muzikale omlijsting wordt verzorgd door het saxofoonensemble van de Koninklijke Gentse Politieharmonie.
****
De viering van het 100-jarig bestaan van onze vereniging schenkt ons begrijpelijk gevoelens van geluk en fierheid. Wij zijn inderdaad gelukkig in staat geweest het werk van onze voorgangers verder te zetten en denken dan ook met erkentelijkheid terug aan diegenen die steeds in de bres stonden om onze vereniging levendig te houden.
15 juni 1984 was reeds een mijlpaal voor de Brugse politie en in het bijzonder voor onze vereniging. We vierden toen immers het 75 jarig bestaan van onze vereniging met erkentelijkheid van de Koning die de vereniging de titel van "Koninklijke" verleende.
Uit de weinige briefwisseling die ons nog rest kunnen wij afleiden dat de vereniging reeds bestond in 1903.
In onze archieven vinden wij onder meer een schrijven van 21
december 1949 van de heren Gustaaf Verlinde, Alberic Vander Looven en Camiel De
Gezelle waarbij zij met vertoon van hun lidkaart bevestigen de drie stichtende leden te zijn in het jaar 1903. Bij gebrek aan officiële stukken omtrent de stichtingsdatum werd gewacht tot 5 september 1937 – onder voorzitterschap van de heer Arthur Desoete – om het 25 jarig bestaan van de vereniging te vieren. Als consensus werd het jaar 1909 als stichtingsjaar aanvaard.
Blijkbaar werden bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog nogal wat brieven en documenten vernield ingevolge het verbod van de bezetter om de werkzaamheden van de vereniging verder te zetten. Niettemin, iets minder opvallend wellicht, bleef het bestuur actief. Pittig element van deze donkere periode was de vrijheidsbeneming van de Voorzitter en Secretaris omdat de "schrijfmachine" niet werd afgestaan aan de bezetter! Slechts een paar brieven, geschreven na de oorlog, herinneren ons enkele weetjes van voor de oorlog. Zo was er inderdaad op 5 september 1937 een feestelijk gebeuren in de vroegere cinema Vieux Bruges gevolgd door een banket in het hotel Wellington. Voorafgaandelijk was er een optocht in de binnenstad met diverse bloemenhuldigingen. De dag werd afgesloten op de Markt met concerten door de muziekkorpsen van de Politie Gent en Antwerpen. Omdat er in 1936 slechts enkele honderden franken in de kas zaten, werd een nationale inschrijving verricht om zo de nodige fondsen te genereren. Dit bracht toen ongeveer 75.000 Bfr op.
Onmiddellijk na de bevrijding werden de werkzaamheden ten volle hernomen. Op de bestuursvergadering van 17 november 1944 werden nieuwe "standregels" in tekst gegoten en goedgekeurd op de algemene vergadering van 24 november 1944. Zo lezen wij dat het doel van de vereniging erin bestond "het zedelijk en stoffelijk welzijn van haar leden" te bevorderen.
Vergeten wij immers niet dat de vereniging is ontstaan in onzekere tijden met sociale onrust. Onze stichters hebben zich dan ook laten leiden door een geest van solidariteit en samenhorigheid. Wij kunnen het misschien moeilijk voorstellen maar de toen slecht betaalde politieman kon aankloppen bij zijn bestuur die hem dan ook daadwerkelijk steunde.
Zelfs in de nasleep van de tweede wereldoorlog werd, en dit voor ongeveer een drietal jaren, voorzien in een Economaat. Dit was een privé winkel waar alle leden allerhande dagdagelijkse
producten
zoals
conserven,
dranken,
onderhoudsproducten,
schoonmaakgerief en kledingstukken tegen een redelijke prijs konden aankopen. Op vergadering van 5 maart 1948 werd beslist het Economaat stop te zetten. Het bestuur moest toen zelfs instaan voor dringende bestellingen van …. fietsbanden om de fietspatrouilles mogelijk te maken. In de loop van 1946 werden 200 binnen- en buitenbanden besteld bij de firma Englebert en Co uit Luik.
Hoewel het maatschappijbeeld – sedert de oprichting 100 jaren geleden – uiteraard grondig werd gewijzigd, blijven de twee doelstellingen van solidariteit en samenhorigheid nog steeds actueel. Onze vereniging is aangewezen op eigen financiële middelen en de uitgaven worden besteed aan sociale aangelegenheden.
In de loop der jaren werd evenwel meer en meer aandacht besteed aan zowel culturele als ontspanningsactiviteiten. Wij besparen u een opsomming van alle activiteiten die door ons worden georganiseerd maar u kunt er van op aan dat onze kring een zeer levendig verleden heeft gekend.
Vele bestuursleden kwamen en gingen. De ene door ontslag, de ander door pensionering doch telkens kwamen jongere krachten om verder te werken in een geest van solidariteit en dienstbaarheid. Er waren moeilijke jaren, ook onenigheid werd ons niet gespaard. Ook wij kampten met tegenslagen,
het
groeiend
individualisme,
een
overaanbod
aan
ontspanningsmogelijkheden en niet in het minst een hogere vereiste qua flexibele jobinvulling. Niettemin vinden wij geen aanwijzing voor een daling van de participatie, ook niet bij de jongeren. Wel stellen we een veroudering vast, niet bij de leden in het algemeen, maar bij de actieve leden. Het zal er in de toekomst op aan komen om jongeren weer naar het actieve verenigingsleven te loodsen door aansluiting te vinden bij de hedendaagse jongerencultuur.
Het gewijzigd politielandschap kan ook hier niet onbesproken blijven.
Dit veranderde drastisch met de demilitarisering van de Rijkswacht en de integratie van de politiediensten. Deze hervorming was eveneens het gepaste ogenblik om werk te maken van een Belgisch concept qua bevolkingsgerichte politiezorg, genoegzaam gekend als gemeenschapsgerichte politiezorg. Zoals elke hervorming kent ook deze zijn valkuilen en moet worden nagedacht over specifieke deelaspecten. Brice De Ruyver
Wij kijken dan ook uit naar de lezing straks van
in deze materie.
professor
Professor, alvast bedankt voor uw gewaardeerde
bijdrage.
Tot slot richt ik mij tot alle collega’s hier aanwezig of verhinderd. Heb je zin in culturele, sociale, gastronomische, sportieve of andere activiteiten in een sfeer van samenhorigheid en solidariteit ……. “join the club”.
Dank u voor uw aandacht.
Toespraak Korpschef n.a.v. 100 jaar Politieverbroedering Geachte Heer Burgemeester, Geachte Dames & Heren, vertegenwoordigers van het Schepencollege en van de Gemeenteraad, Mevrouw de voorzitter van de Politieverbroedering en geacht bestuur, Dames & heren, politiemedewerkers en gewezen politiemedewerkers, Aan alle sympathisanten van de politieverbroedering en van de politiewerking,
Welkom allen, goeie dag en proficiat aan ons allen.
Proficiat aan ons allen omdat we hier een kranige eeuweling vieren en omdat we daar allemaal ons steentje toe hebben bijgedragen.
Onze politieverbroedering bestaat dit jaar honderd jaar. Het vieren van een eeuweling is op zich niet meer zo uniek, maar het is wel heel bijzonder dat de Brugse politieverbroedering enkele turbulente periodes met succes heeft doorstaan, zoals nog zeer recent de drastische politiehervorming. Dat is ontegensprekelijk te danken aan het enthousiasme en aan het doorzettingsvermogen van het huidig bestuur. Daarom ook mijn welgemeende dank en felicitaties, mevrouw de voorzitter, voor de onverdroten inzet van u en van uw huidig bestuur.
Als korpschef draag ik de Brugse Politieverbroedering een warm hart toe en daar zijn er toch een aantal redenen voor. Ik som er enkele op:
- een eerste vaststelling is dat, hoewel de Politieverbroedering duidelijk buiten en naast de politie staat, zij wel zeer sterk de onderlinge kameraadschapsbanden van haar leden, die de Brugse politiemensen zijn, aansnoert. Die onderlinge samenhorigheid is er zeker nodig om het moeilijke politiewerk te kunnen uitvoeren.
En hierbij maak ik mijn eerste randbemerking: de medeburger wordt mondiger en staat heel kritisch tegenover de politiewerking, zeker als die gepaard gaat met de uitoefening van dwang. Hij of zij kent, na een politiecontact, meer dan wie ook de weg om zijn of haar frustraties te uiten. En dat gebeurt dan bij één van de verschillende overheden of instanties die controle uitoefenen op de politie. Het is belangrijk zich op zo’n moment, ook naast de werkvloer, gesteund te weten door collega’s. Solidariteit is het enige woord dat alle filosofieën die aan elkaar kan koppelen, dus : bedankt Politieverbroedering om gezamenlijk met vele anderen evenementen op touw te zetten die de onderlinge samenhorigheid bevorderen.
- een tweede vaststelling is dat de Politieverbroedering regelmatig culturele evenementen organiseert. Dat gebeurt zowel in eigen stad en regio, als in het buitenland en hierbij wordt steevast contact gezocht met de politiediensten ter plaatse. Niets is verrijkender voor onze lokale politiemensen als eens over het muurtje te kijken.
En hierbij maak ik een tweede randbemerking: daar waar na de recente politie integratie de perceptie is ontstaan dat de nieuwe politie in luxe baadt met betrekking tot de verloning en tal van voordelen en middelen mag ik toch zeggen dat de werkelijkheid genuanceerder is. Ja, de lokale politie is er zeven jaren geleden op vooruit gegaan. Neen, we baden niet in luxe, maar behoren tot het Europees gemiddelde en worden in ons land stilletjes aan bijgebeend door de lokale, provinciale en federale overheidsdiensten.
- een derde en laatste reden die mij tevreden stemt, is de vaststelling dat de Politieverbroedering ook jonge leden telt, dus regelmatig verjongt en zo de tradities en politiewaarden van de oudere generaties doorgeeft en er eigen accenten aan toevoegt. Ik las onlangs : “vroeger bestonden er kloven tussen generaties, nu staan er muren tussen werelden.” Ik zei al dat we met de Politieverbroedering over het muurtje gaan kijken, maar we zorgen er ook voor dat er geen kloven zijn.
En hierbij maak ik ook mijn derde randbemerking en ik richt mij tot de politiemedewerkers. Laat ons permanent indachtig zijn dat de politiefunctie evolueert en nu nog sneller dan vroeger. Vandaag de dag draait het politiewerk op het individuele vlak voornamelijk rond twee polen: ten eerste een gedegen professionele kennis en kunde van de politiematerie - dus
een sterk professioneel gedrag - en ten tweede de ontwikkeling van een sterk inlevingsvermogen om bij elk politiecontact – van de soft tot de hard policing – de beleving & de motieven van de medeburger te leren kennen, dus de ontwikkeling van een specifieke politie ‘persoonlijkheid’.
Kameraadschappelijke solidariteit, geregeld een grens- en hokjesoverschrijdende activiteit en intergenerationele uitwisseling : drie redenen om als korpschef fier en blij te zijn met een 100-jarige Politieverbroedering. Samen met en mede in het kader van mijn drie randbemerkingen doen ze mij besluiten dat, al moeten we tijdens de dienstuitvoering te vaak met trens en stang rijden, we bij de Politieverbroedering graag eens de teugels vieren. We hopen dat met nog vele generaties politiemensen te kunnen doen, toch op zijn minst nog 100 jaar!
Philippe De Wulf HCP - Korpschef
Toespraak van Prof.dr. Brice De Ruyver
“10 jaar na Octopus: waar staan we met de politiehervorming en hoe moet het verder?” Prof.dr. Brice De Ruyver
1. Van waar komen we? › Drie algemene politiediensten: › Rijkswacht (RW): › enige echte algemene politiedienst › sterke organisatie, op militaire leest › weinig extern gericht en weinig flexibel › probleem met maatschappelijke ontwikkelingen in de jaren ‘80 › Gerechtelijke politie (GPP): › individueel talent, geen korps, geen structuur, onderbenut › reactief › ten prooi aan algemene verwaarlozing justitie › Gemeentepolitie (GP): › enkel in grote en middelgrote steden op aanvaardbaar niveau › recherche beperkt › te dicht bij lokale politiek, te ver van politiebeleid en ontwikkelingen
› De opeenvolgende parlementaire onderzoekscommissies (POC) zorgen voor een dynamiek: › POC bendecommissie I -> Pinksterplan (juni 1990) › Ingrijpende modernisering RW en GP: › opleiding, bijscholing, uitrusting › demilitarisering RW › politieambt › vijfhoeksoverleg
› militair psychologische en sociologische dienst (MPSD) › opstarten COP-filosofie (Community Oriented Policing) › GPP blijft verwaarloosd achter › wel aanpassing aan financieel statuut maar geen reorganisatie in 1993
› POC Mensenhandel (1993-1994) › Reorganisatie Gent, Antwerpen › POC Dutroux (1996-1998) › Zelfde vaststelling als vorige POC’s: › zwakke aansturing › guerre des polices › informatie-uitwisseling onbestaande › wet politie ondermaats › “eilandisering” in het politielandschap › Ander maatschappelijk draagvlak › Herstructurering politielandschap
› Herstructurering politielandschap › Geïntegreerde politie op twee niveaus gestructureerd › Lokaal en federaal en functioneel verbonden › Duidelijke principes: › beleidsmatige structuur › gezagsafhankelijk -> gezagsoverheden › verantwoordelijkheid, verantwoording › Gekoppeld aan justitiehervorming: gerechtelijke pijler › Unaniem goedgekeurd, maar zonder 23 april 1998 geen hervorming -> Octopusakkoorden mei-juni 1998
2. Waar staan we, iets meer dan tien jaar na het Octopusakkoord? › 1. Het verloop van de hervorming › Het overlegmodel onder druk van de financiële noden › De laattijdige ontdekking van de impact van het financieel en sociaal statuut › Overleg en consensus zorgen geleidelijk voor een werkbare opstart vanuit de bottom-up approach › overleg met Verenigingen voor Steden en Gemeenten › het tegensprekelijk debat › heronderhandelingen statuut
› permanente bijsturing via de begeleidingscommissie van de politiehervorming op lokaal niveau: alle partners -> rapporten in 2003, 2005, 2007 › Evolutie van financiële en organisatorische problemen op zonaal niveau, naar de geïntegreerde werking (verticaal en horizontaal) tot en met de uitdieping van de hervorming › Rapport oktober 2003: › financieringsmechanisme, sociaal secretariaat, CDVU, boetefonds › overdracht gebouwen › steun van fedpol › verhogen operationele inzetbaarheid, hycap, interzonale samenwerking › AIK – CIC › Rapport april 2005: › vooral problemen loonmotor en sociaal secretariaat › intermediair niveau, AIK, CIC, informatiehuishouding › verhogen operationele inzetbaarheid: veiligheidskorps, interventiekorps, kerntaken, hycap, interzonale samenwerking, kantschriften en calogisering › politieonderwijs: administratieve sancties › Rapport 2007: › Goede praktijken basisfunctionaliteiten
› 2. Status questionis lokale politie › Sterktepunten lokale politie › sterke aansturing van korpsleiding › gezagsautoriteiten: betrokkenen sturend op geïntegreerde wijze – PdK scharnier – burgemeester spil van het lokaal veiligheidsbeleid › zeer veel creativiteit, inzet en goede praktijken op alle basisfunctionaliteiten › horizontale integratie: vlot, zie veelheid aan protocollen › management en werkprocessen op niveau › COP goed geïmplementeerd › calogisering een succes › lokale recherche: hoge performantie › groot vertrouwen van de bevolking: cliënt van COP is tevreden
› Zwaktepunten lokale politie: › afwezigheid van financieringswet + economische crisis = onzekerheid over continuïteit middelenstroom
› personeelskosten te hoog in verhouding tot werking en investeringskredieten › sociaal statuut + vergoedingensysteem + kantschriften en andere administratieve overlast = ten koste van operationele inzetbaarheid en flexibiliteit ondanks JK, VK, daling en rationalisering hycap › structurele onderbezetting in een aantal grote zones -> probleem voor horizontale samenwerking › wijkwerking blijft in veel zones onderbezet -> hoeksteen COP gehypothekeerd › kleinschaligheid aantal zones
› 3. Status questionis federale politie › Voorafgaandelijk: › federale component overschat bij start hervorming › een resem doorlichtingen (PWC-audit, evaluatie top fedpol, commissie Bruggeman) en rapporten o.a. van Begeleidingscommissie zonder gevolg gebleven › hervorming van 2006 (van 5 naar 3 pijlers) te weinig diepgaand › 2008 en 2009 bijna verloren jaren voor noodzakelijke hervorming fedpol
› Sterktepunten federale politie › know how, sterke specialisatie op bepaalde onderdelen › steun op bepaalde onderdelen verbeterd › dirco goed functionerende scharnier in verticaal geïntegreerde werking › verbetering cliëntgericht werken › gerechtelijke pijler in globo positief maar performantie en integratie kunnen bij bepaalde FGP’s beter
› Zwaktepunten federale politie: › bureaucratie te hoog › overhead te hoog o.a. door teveel directies › werkprocessen › aansturing zowel door gezagsoverheden als door leiding van fedpol, te traag, te log, te bureaucratisch › onvoldoende horizontale integratie tussen de pijlers en directies › gezag leiding, vooralsnog, aangetast › informatisering: een zwaar pijnpunt › rekrutering › opleiding en bijscholing
3. Hoe moet het verder? › Algemeen: › Hervorming ligt, op politieel niveau, sedert 2006 stil dus … federaal moeten gezagsoverheden terug de hervorming opnemen – rapport federale politieraad mooie aanleiding › Voornoemde zwaktepunten dienen zonder onderscheid aangepakt met belangrijke prioriteit: reorganisatie fedpol › Positief: het concept werkt, de invulling moet beter
Toespraak Burgemeester naar aanleiding van eeuwfeest Verbroedering Brugse Politie op vrijdag 26 juni 2009 om 12 uur in de Gotische Zaal van het stadhuis
Geachte Korpschef, Geachte collega’s van het Schepencollege en de Gemeenteraad, Mevrouw de Voorzitter van de Politieverbroedering en geachte bestuurders, Beste leden van het politiekorps, Dames en heren,
In zijn autobiografie schrijft Charly Chaplin dat hij maar drie elementen nodig heeft om een komedie te maken: een park, een mooi meisje en een politieman. Die uitspraak, die handelt over toestanden van meer dan 70 jaar geleden, wijst erop dat de politie altijd al de schietschijf is geweest voor maatschappelijke spot. En dat is normaal: niemand van ons wil een samenleving waar vrijheid nodeloos aan banden gelegd wordt. Maar een maatschappij moet ook samenhang vertonen en dat kan niet zonder gezag. Tussen gezag en vrijheid is er dan ook een permanente spanning en gezagsdragers ondervinden die dagelijks, zeker zij die het iedere dag op het terrein moeten waarmaken. U allen, met andere woorden. Het is dan ook te begrijpen dat een vereniging als de politieverbroedering moeiteloos haar eeuwfeest haalt. Politiemensen die iedere dag ondervinden dat autoriteit belangrijker is dan populariteit, hebben er nood aan om zichzelf te kunnen zijn. En waar kunnen ze dat beter dan tussen hun vakgenoten, zowel binnen als buiten hun korps? Bij de politieverbroedering kan iedereen eens de morele batterijen opladen en de vereniging verdedigt ook de materiële belangen van haar leden. Zij helpt de leden om de twee essentiële vaardigheden van het beroep aan te scherpen: technische vaardigheid en inlevingsvermogen. Daar ontmoeten mensen elkaar die met dezelfde problemen worstelen, maar ook dezelfde voldoening in hun vak vinden. Want, ondanks alles, blijft het beroep van politieman tot de verbeelding spreken. En u bent de eersten om het beeld van de politie uit de detectivefeuilletons en –romans te relativeren. De realiteit maakt u wijzer. Net als
een verpleegster, komt een politieagent met mensen in nood in contact. Maar de politie moet hen vanuit een ander standpunt benaderen: vanuit een gezagsfunctie en dat maakt er de taak niet gemakkelijker op. Niemand wordt meer belogen dan een politieman of vrouw. En bovendien is veiligheid, de doelstelling waar heel het apparaat naar streeft, geen statisch gegeven. Er duiken steeds nieuwe factoren op die het concept beïnvloeden: nieuwe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, de evolutie bij de publieke opinie en in de rechtspraak, de globalisering, subtielere vormen van criminaliteit. Als politiemensen moet u zich maar aanpassen. Het beleid heeft wel initiatieven genomen om u daarbij te helpen. De politiehervorming, die we geslaagd kunnen noemen, is ongetwijfeld een belangrijke verworvenheid van onze samenleving. Zij toont aan dat een overheidsapparaat wel degelijk een transformatie kan ondergaan. Stel u even voor hoe onze samenleving er nu voor zou staan zonder die vernieuwing. De problemen rond de gevangenissen en justitie zouden des te groter geweest zijn. Uw vereniging heeft zeker haar steentje bijgedragen tot de integratie tussen rijkswacht en politie, en dat is een niet geringe verdienste. Hier in Brugge staat een belangrijk initiatief in de steigers dat uw werkomstandigheden merkelijk zal verbeteren: de bouw van een politiekantoor. Enkele maanden geleden heeft de Vlaamse regering eindelijk beslist over de afbakening van het Ruimtelijk Structuurplan. Via een verkorte procedure rond de offerte waar bouwfirma’s tegen elkaar kunnen meedingen, heeft het Stadsbestuur het dossier terug opgestart. Het plan is nu om in het voorjaar 2010 met de bouwwerkzaamheden te kunnen beginnen en het gebouw in het tweede semester van 2012 te kunnen in gebruik nemen. De bouw zal met veel overleg en ongemakken gepaard gaan. Ik reken erop dat ‘Hoger op’ ons zal helpen om alles in goede banen te leiden. De politietoren zal de uitstraling van het korps nog versterken. Want het moet ook gezegd worden: de Brugse politie heeft uitstekend gepresteerd in de voorbije jaren. De controle op het uitgaansleven, dat al te zeer met overlast en geweld gepaard ging, heeft mooie resultaten opgeleverd. En u hebt uw taak als verantwoordelijke mensen vervuld. Meer dan wie ook beseft u dat wie gezag wil afdwingen, zelf onberispelijk moet optreden. De politieverbroedering heeft steeds sterk de hand gehouden aan dit principe en daar ben ik haar dankbaar voor.
Dames en heren, De voorzitster van uw vereniging en de korpschef hebben een mooi overzicht gegeven van het wel en wee van de vereniging. Haar geschiedenis vertoont veel hiaten omdat tijdens de oorlog veel documenten vernietigd werden om niet in handen te vallen van de bezetter. Bestaat er een mooier bewijs dat de politieverbroedering een waardevolle pion is in het behoud van de vrijheid? Ik hoor ook dat er een probleem ontstaat van veroudering. Niet zozeer in het ledenbestand, maar wel bij het bestuur. Troost u: het probleem duikt bij veel verenigingen op. De vergrijzing zorgt niet alleen voor een financieringsprobleem, maar dreigt ook een stuk dynamiek uit de samenleving weg te nemen. En dat is misschien een nog groter gevaar. Het wordt tijd dat alle verenigingen de koppen bij elkaar steken om te zien hoe ze met het probleem van de veroudering van kun kader kunnen omgaan. Intussen wens ik de verbroedering nog een mooie toekomst toe. Zij zal een belangrijke rol blijven spelen. In de voorbije jaren heeft de politiek het belang van veiligheid onderschat. De politieverbroedering ‘Hoger Op’ heeft er steeds op gewezen dat veiligheid een essentieel element is van het menselijk geluk. Dag in dag uit staat u in om die veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen. En zo laat u de burgers tot volle ontplooiing komen. En dat is uw verdienste en van de verbroedering die voor u allen een veilige thuishaven is.
Patrick Moenaert Burgemeester van Brugge