Koninklijke bezoeken aan ’s-Hertogenbosch 1895 - 2006
Uitgeverij Veerhuis
Inhoud
Voorwoord
7
Burgemeester A.G.J.M. Rombouts
I
Vorstelijke bezoeken aan ’s-Hertogenbosch
11
De twee koninginnen
17
Bezoek van koningin Wilhelmina en koningin-regentes Emma, 15-16 mei 1895 Rob van de Laar II
De nieuwe Maasmond
23
Bezoek van koningin Wilhelmina en prins Hendrik, 17-20 augustus 1904 Rob van de Laar III
Oranje ‘contrarevolutie’
31
Bezoek van koningin Wilhelmina en koningin-moeder Emma, 30 november 1918 Ernest Verhees IV
Oranjefeest in crisistijd
35
Bezoek van koningin Wilhelmina en prinses Juliana, 16-17 juni 1936 Ernest Verhees V
Het eerste bevrijdingsfeest in ’s-Hertogenbosch
39
Bezoek van koningin Wilhelmina, 20 maart 1945 Ernest Verhees VI
Lopen over gildenvaandels
45
Bezoek van koningin Juliana en prins Bernhard, 6-7 september 1949 Jac. Biemans VII
Grenadiers en Jagers Bezoek van koningin Juliana en prins Bernhard, 7 juli 1954 Jac. Biemans
51
VIII
Een zilveren huwelijk
55
Bezoek van de koninklijke familie, 8 mei 1962 Rolf Hage IX
Een verloofd paar
59
Bezoek van prinses Beatrix en Claus von Amsberg, 15 december 1965 Rolf Hage X
Een probleemprovincie?
63
Bezoek van prinses Beatrix en prins Claus, 6-8 juni 1972 Monique Brummans XI
Restauratie van monumenten
67
Bezoek van koningin Juliana, 15 oktober 1974 Laurens Ruzius XII
Enkele raadsleden boycotten de ontvangst
71
Bezoek van koningin Beatrix en prins Claus, 24 juni 1980 Gerrit Verbeek XIII
De koningin laat het eten koud worden
77
Bezoek van koningin Beatrix, 2 september 1992 Gerrit Verbeek XIV
Vaandel ‘Oude Schuts’ met voeten getreden
81
Bezoek van koningin Beatrix, 3 februari 1999 Gerrit Verbeek XV
Oranjegek bos van de hertog
85
Bezoek van koning Albert, koningin Paola en koningin Beatrix, 6 april 2000 Jan de Wit XVI
Máxima verovert een drijfnat Brabant
89
Bezoek van prins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta, 4 september 2001 Jan de Wit XVII Kroonprins maakt indruk
93
Bezoek van prins Willem-Alexander, 5 mei 2005 Jan de Wit Colofon
96
Ereboog, opgericht door het stadsbestuur op de Markt, voor koning Lodewijk-Napoleon, 1809. (Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch).
Voorwoord
Zo’n 750 jaar na – voor zover bekend – het vroegste vorstelijke bezoek van de Hertog van Brabant aan onze stad, verheugt ’s-Hertogenbosch zich op Koninginnedag 2007. Hare Majesteit Koningin Beatrix viert haar verjaardag onder meer in de Bossche binnenstad, samen met de verschillende leden van de koninklijke familie én de ongetwijfeld tienduizenden Bosschenaren. Hoewel we het vorstelijke verjaardagsfeest, gepaard gaande met een spreekwoordelijk ‘Oranjezonnetje’ en ‘de lintjesregen’, al meer dan een eeuw vieren, bezocht de vorstin op die feestdag nog nimmer ónze stad. Met de viering van Koninginnedag 2007 verandert dat. Het doet mij bijzonder deugd dat een schitterende parel wordt toegevoegd aan de lange traditie van koninklijke bezoeken aan de stad ’s-Hertogenbosch. Een fonkeling, die de sterke band tussen de Oranjes en onze Hertogstad nog eens accentueert! In dit boekje, tot stand gekomen door een bijzondere samenwerking van nagenoeg álle medewerkers van het Bossche Stadsarchief en uitgeverij Veerhuis, worden verschillende historische bezoeken aangestipt. Het verhaalt over officiële ontvangsten (Blijde Inkomsten), zegetochten, rondtoeren, inspecties, maar ook over werkbezoeken. De archieven tonen daarbij aan dat ’s-Hertogenbosch zijn vorsten en vorstinnen altijd warm onthaalde, met slechts een uitzondering van het ‘gedwongen onthaal’ van prins Frederik Hendrik in 1629 ... Een stad, altijd volop in feesttooi! Terugkijkend op het afgelopen decennium kan ik dat bevestigen. Gedurende deze periode mocht ik in dit eervolle ambt zeker 10 koninklijke
7
bezoeken begeleiden, en altijd in het bijzijn van duizenden feestende Bosschenaren! Ik twijfel er niet aan dat zij ook Koninginnedag 2007 tot een onvergetelijke dag zullen maken! Dit handzame boekje laat u dit grootse koninklijke bezoek aan onze oude stad in een historische context plaatsen. Mag ik de wens uitspreken dat de traditie van koninklijke bezoeken nog lange tijd wordt voortgezet en dat u zult genieten van deze geschreven en gevisualiseerde terugblik!
Mr. dr. A.G.J.M. Rombouts Burgemeester van ’s-Hertogenbosch
8
Feestende Bosschenaren bij het bezoek van koningin Beatrix en prins Claus in 1980. (Stadsarchief ’s-Hertogenbosch, Foto: Jan Verhoeff, ’s-Hertogenbosch)
Verordening door het stadsbestuur in verband met het bezoek van erfstadhouder Willem V, prins van Oranje-Nassau, 30 mei 1766.
Vorstelijke bezoeken aan ’s-Hertogenbosch
Koningin Wilhelmina en prins Hendrik brachten op 14 juli 1913 een kort bezoek aan een grote tentoonstelling over ‘Oude Kerkelijke Kunst’ in ’s-Hertogenbosch. Het bezoek vormde een onderdeel van een landelijke tour. Soortgelijke tentoonstellingen en evenementen waren in dertig Nederlandse steden georganiseerd naar aanleiding van de viering van het honderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Willem-Frederik, prins van Oranje, had immers op 30 november 1813 voet aan wal gezet in Scheveningen en twee dagen later liet hij zich in Amsterdam tot soeverein vorst uitroepen. Het bezoek van Wilhelmina in 1913 paste bij de functie van het koningshuis als nationaal symbool voor de eenheid van Nederland. Ook Koninginnedag vormt hiervan een direct uitvloeisel. Koninginnedag In de jonge Wilhelmina kwam het sluimerende Oranjegevoel van de bevolking tot uiting. Op 31 augustus 1885 werd haar verjaardag gevierd als “prinsessedag”. Na het overlijden van haar vader koning Willem III in 1890 werd prinsessedag voortgezet als Koninginnedag. Deze laatste dag van de zomervakantie was vooral een feestdag voor kinderen. Maar voor volwassenen hadden geboorte en verjaardag van Wilhelmina een bijzondere emotionele lading omdat zij – een meisje! – de enige stamhouder van het Oranjehuis was. Op haar was de toekomst van het Nederlandse koningshuis en van de Nederlandse natie gevestigd. Haar verjaardag bezorgde de Nederlander Oranjeliefde en nationaal gevoel. Overal ontstonden Oranjeverenigingen en buurtcomités die volksfeesten organiseerden. Er ontwikkelde zich een ‘oer-Nederlandse’
11
spelcultuur, bestemd voor kinderen uit de buurt. Aan het begin van straten in dorpen en steden verrezen kartonnen of houten erebogen versierd met vlaggen en vorstenportretten. In ’s-Hertogenbosch ontstond in 1906 de Oranjevereniging ‘Koninginnedag’ die de organisatie van de feestdag in de Brabantse hoofdstad op zich nam. Koningin Wilhelmina vierde haar verjaardag gewoon thuis, maar haar dochter Juliana deelde dit feest met publiek. Zij ontving elk jaar op paleis Soestdijk een bloemenhulde van de Nederlandse bevolking. Vanaf midden jaren vijftig was dit op de Nederlandse televisie te zien en doordat steeds meer mensen een vrije dag kregen groeide de viering uit tot een nationaal volksfeest. In ’s-Hertogenbosch waren Markt, Parade en stadion De Vliert middelpunt van de festiviteiten met optochten, massazang en parades door militairen en schooljeugd. Na de troonsbestijging van Beatrix in 1980 werd Koninginnedag als eerbetoon aan haar moeder gehandhaafd op 30 april of – bij een zondag – op 29 april gevierd. Beatrix gaf een nieuwe vorm aan Koninginnedag door elk jaar één of twee gemeenten te bezoeken. In 2007 komt koningin Beatrix met Koninginnedag naar de Brabantse hoofdstad. De officiële bezoeken van Beatrix en haar voorgangers zijn te kenmerken als inhuldigingstochten, militaire inspecties en werkbezoeken. Deze vormen van vorstelijke visites hebben hun voorgeschiedenis. Ze zijn ontstaan ten tijde van het hertogdom Brabant (voor 1629), de Republiek der Verenigde Nederlanden (1629-1795) en de Bataafs-Franse tijd (1795-1813). Blijde inkomste Het gezag van de hertogen van Brabant was niet vanzelfsprekend. Dit werd ritueel geregeld met de blijde inkomste, een feestelijk bezoek van de hertog aan de stad ’s-Hertogenbosch na zijn inhuldiging als landsheer. Dit groots onthaal van de hertog had allereerst een zakelijk en formeel karakter, namelijk de wederzijdse aanvaarding van vorst en stadsgemeenschap. De hertog beloofde onder ede om alle plaatselijke privileges te handhaven en de stad verklaarde de hertog trouw te blijven. Het officiële bezoek van de landsheer kreeg daarnaast ook een theatraal karakter, waarbij stadsbestuur en burgerij verantwoordelijk waren voor entourage en decors. Burgers vormden escortes en erehagen. Erebogen en tableaux vivants (woordloze toneelvoorstellingen) langs de route vereerden de landsheer.
12
Inhuldiging De bezoeken van stadhouders en staatshoofden herinnerden aan de traditie van de blijde inkomste. In 1766 werd de achttienjarige prins Willem van Oranje tot erfstadhouder Willem V verklaard. Het Bossche stadsbestuur voelde zich sterk betrokken. Op uitnodiging van het stadsbestuur bracht Willem een bezoek dat maar liefst vijf dagen in beslag nam; het langste ‘vorstelijke’ bezoek aan ’s-Hertogenbosch dat ooit heeft plaatsgehad. In dezelfde lijn staan de inhuldigingen van koning Lodewijk-Napoleon, keizer Napoleon en koning Willem II. De laatste herstelde een traditie, want zijn voorganger en vader, Willem I (1813-1840), bracht bij zijn aantreden geen bezoek aan de Brabantse hoofdstad. Willem III (1849-1890) zou dit overigens ook niet doen. De bereidwilligheid om deel te nemen aan inhuldigingen was kennelijk niet vanzelfsprekend, maar eerder een persoonlijke keuze. In het geval van Wilhelmina maakte een zorgvuldig geregisseerde tour in mei 1895 deel uit van een strategie ter ondersteuning van het nationale gevoel en het koningshuis. Na haar aantreden in 1898 herhaalde Wilhelmina deze rondgang als nieuw staatshoofd overigens niet. Juliana en Beatrix namen de draad van vorstelijke kennismakingsbezoeken na hun aantreden in 1948, respectievelijk 1980, weer op. Enigszins aansluitend bij deze inhuldigingsbezoeken zijn de recente kennismakingsbezoeken door de (aanstaande) bruid of bruidegom. Prins Bernard bezocht ’s-Hertogenbosch op 29 oktober 1938, een jaar na zijn huwelijk met Juliana, in het kader van de presentatie van nieuw legermaterieel. In december 1965 kregen Bosschenaren de kans om kennis te maken met Claus, de nieuwe levensgezel van Beatrix. En in september 2001 stelde prins WillemAlexander zijn Argentijnse verloofde Máxima in ’s-Hertogenbosch voor. Militaire inspecties en operaties De belangrijkste taak van stadhouders en vorsten was die van militair opperbevelhebber. In deze hoedanigheid kwamen de Oranjes wel eens in de garnizoensstad voor een inspectie van troepen en vestingwerken. Nadat prins Frederik-Hendrik ’s-Hertogenbosch in 1629 had ingenomen, liet hij de vestingwerken verbeteren. In 1642 nam hij persoonlijk de nieuwgebouwde Citadel in ogenschouw en enkele jaren later bezocht hij de stad op doortocht met zijn leger. Alle stadhouders, van Willem II tot en met Willem V, deden de Brabantse hoofdstad aan in het kader van militair-strategische operaties en oorlogen. Tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) vormde Noord-Brabant een militaire buffer die koning Willem I meer dan eens kwam bekijken. Wilhelmina ging gedurende de Eerste Wereldoorlog regelmatig op inspectie langs de gemobiliseerde militairen die gelegerd waren in en rond de frontstad van het neu-
13
trale Nederland. Ook de koninklijke bezoeken aan ’s-Hertogenbosch in 1945, 1946 en 1954 golden in de eerste plaats het leger. Werkbezoeken Een modern fenomeen is een koninklijk werkbezoek, ook wel oriëntatiebezoek genoemd. Het staatshoofd leert de stad en haar bewoners nader kennen. Er is geen sprake van een rigide protocol, maar van een openhartig gesprek met weinig formaliteiten en plichtplegingen. De vorstin gaat vaker te voet om de afstand figuurlijk en letterlijk te verkleinen. Daarnaast zetten leden van de koninklijke familie vaak gedenkwaardige gebeurtenissen luister bij. Het ‘lint knippen’ is een welbekende handeling. Een bijzonder werkbezoek in de Bossche geschiedenis vond plaats naar aanleiding van de waterstaatkundige ingreep in het stroomgebied van Maas en Waal in 1904. Ter ere van de voltooiing kwam Wilhelmina met prins Hendrik op 17 augustus per trein naar ’s-Hertogenbosch. Het overweldigende bezoek vormde een keerpunt in de Bossche houding tot het vorstenhuis. Twee jaar later werd een Oranjevereniging opgericht. Ook de katholieke hoofdstad in het zuiden had zich mentaal aangesloten bij de nationale eenheid van Nederland met het Huis van Oranje als belangrijkste symbool. Dit kwam misschien wel het duidelijkst naar voren in november 1918, toen de socialistische voorman en antimonarchist Troelstra veronderstelde dat Nederland rijp was voor revolutie. Maar hij rekende buiten de Oranjegezinde gevoelens. ’s-Hertogenbosch was een van de steden waarvan de bevolking zijn aanhankelijkheid aan het vorstenhuis betuigde. Een sterk Oranjegevoel, aanhankelijkheid aan koningshuis en liefde voor het vaderland vormen de belangrijkste kenmerken van de populariteit van de koninklijke bezoeken aan ’s-Hertogenbosch in het begin van de twintigste eeuw. De naoorlogse bezoeken hebben een minder nationaal karakter. Het publieke sentiment geldt vooral de individuele leden van het Koninklijk Huis. Veel Bosschenaren vinden het bijzonder om iemand van het Koninklijk Huis van dichtbij te kunnen gadeslaan.
14
Overzicht van stadhouders en staatshoofden Stadhouders Frederik-Hendrik
(1629)-1647
Willem II
1647-1650
Willem III
1672-1704
Willem IV
1747-1751
Willem V
1751-1795
Staatshoofden Lodewijk-Napoleon, koning van Holland
1806-1810
Napoleon, keizer van Frankrijk
1810-1813
Koningen der Nederlanden Willem I
1813-1840
Willem II
1840-1848
Willem III
1848-1890
Koninginnen der Nederlanden Emma, koningin-regentes
1890-1898
Wilhelmina
1898-1948
Juliana
1948-1980
Beatrix
1980-heden
15
De bouw van de poort op de Vismarkt, ter hoogte van de Binnenhaven, links. Het ontwerp was van ingenieur-architect J. Dony, directeur van de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten. De hoogte tot de top was 22 meter en de breedte 14 meter met een doorgang van 6 meter. De poort was ’s avonds elektrisch verlicht. Vanwege de bouw die op 29 april begon, werd het verkeer omgeleid via de nauwe straatjes van de Sint Janspoort en Korenbrugstraat.
I De twee koninginnen Bezoek van koningin Wilhelmina en koningin-regentes Emma, 15-16 mei 1895
In 1884 stierf prins Alexander, de laatst levende zoon uit het eerste huwelijk van koning Willem III. Hierdoor werd prinses Wilhelmina als enig kind uit diens tweede huwelijk onverwachts troonopvolgster. Toen haar vader op 23 november 1890 overleed werd Wilhelmina op tienjarige leeftijd Koningin der Nederlanden. Totdat zij 18 jaar zou worden trad haar moeder Emma als regentes op. Intussen trachtte Emma de Nederlandse bevolking vertrouwd te maken met haar dochter en daartoe reisden ze samen stad en land af. Een “blijde mare” Op 8 maart 1895 kwam bij commissaris der Koningin, mr. A. van Voorst tot Voorst, de “blijde mare” binnen dat beide koninginnen op 15, 16 en 18 mei de provincie Noord-Brabant zouden bezoeken, onder meer ’s-Hertogenbosch. Omdat het Bossche gouvernementsgebouw gerenoveerd diende te worden, koos het hof voor Hotel Keizer Karel in Nijmegen als overnachtingsplaats. In ’s-Hertogenbosch ging een speciale feestcommissie uit de gemeenteraad aan de slag om het programma samen te stellen. Dat betrof niet alleen de organisatie van het bezoek zelf maar ook enkele concerten op de Markt en Parade ter vermaak van het publiek. Het stadsbestuur reserveerde een bedrag van 20.000 gulden. Voor de “feesttooi” riep men de burgerij, neringdoenden en instellingen op om hun panden aan te kleden. De stad zelf nam het initiatief door de aanbesteding van een drietal poorten en met het decoreren van het stadhuis. Er werden diverse maatregelen getroffen. De stembustelling van de verkiezingen voor Provinciale Staten op 14 mei, die een dag later zou moeten plaatsvinden, werd met toestem-
17
Ontwerp van de ingenieur-architect van de gemeente F.M.L. Kerkhoff voor de poort aan de Vughterdijk (thans Wilhelminapark/“Heetmanplein”). De beschildering zou door de Gebroeders de Laat worden verzorgd.
ming van de regering een paar dagen uitgesteld. De wekelijkse woensdagmarkt en de “paarden-, beesten- en linnenmarkt” gingen niet door. Men had ook ernstiger zorgen. Beducht voor “als gevaarlijk te boek staande anarchisten en sociaal democraten” riep burgemeester Van der Does de Willebois in het geheim hulp in van rechercheurs uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leeuwarden en Groningen, “persoonlijk bekend met het uiterlijk” van hen. Deze rechercheurs moesten undercover “doorgaan voor verslaggevers van de pers”. Het publiek werd gewaarschuwd: op bruggen moest men doorlopen. Meetrekken met de stoet mocht niet en het afsteken van vuurwerk en toewerpen van serpentines en confetti was streng verboden.
18
De poort op de Vughterdijk naar ontwerp van de ingenieur-architect van de gemeente F.M.L. Kerkhoff. Bij eindafrekening bleken de kosten van de poort het budget van hfl. 2500 met meer dan hfl. 1000 te hebben overschreden. Een groot gedeelte daarvan weet de verantwoordelijke ingenieur-architect aan het stelen van hout bij de afbraak. Het leidde tot een groot conflict van het gemeentebestuur met de gemeentearchitect, die ook al eerder aanleiding gaf tot wantrouwen over zijn gevoerde beleid. Er kwam zelfs een gemeentelijke onderzoekscommissie en politieonderzoek aan te pas, maar een vanuit de Raad ingediende motie tot ontslag haalde het niet.
15 mei. Vertrek van de koninklijke stoet vanaf het oude station (1868). Het nieuwe station van Cuijpers was op dat moment nog in aanbouw en zou pas in 1896 in gebruik worden genomen. In het rijtuig H.M.Koningin Wilhemina (14 jaar) en rechts H.M. Koningin-regentes Emma (36 jaar).
15 mei. Rijtoer door de straten van de stad. Hier trekt de stoet langs een “duizendkoppig” publiek over de versierde Pensmarkt. Merkwaardig is de Amerikaanse vlag, linksboven, met 30 sterren, die als zodanig, althans in de VS, tot 1851 in gebruik was.