E-JOURNAAL NR. 12
KONFERENSIA KÒRSOU KURÁ HULANDA HOTEL & LODGE, 12 – 15 FEBRUARI 2009
Hotel Kurá Hulanda. Foto: Willy Metz.
‘DE WEST-INDISCHE COMPAGNIE. WAT ZIJ KWAMEN HALEN EN WAT ZIJ KWAMEN BRENGEN.’
Dit was de titel van de conferentie over gemeenschappelijk cultureel erfgoed Nederland en het Caribisch Zeegebied, die de tweede week van februari Curaçao in zijn ban hield. Opgezet door MoWIC en Kurá Hulanda Ressorts, was het de eerste maal, dat over de West-Indische Compagnie een zo veelzijdige conferentie georganiseerd werd, aldus René Roodheuvel tijdens een uitzending van Radio Werelomroep Nederland op 10 februari.
Initiatiefnemer tot de conferentie Jacob Gelt Dekker.
Bestuursvergadering MoWIC: Loes Westermann- van der Steen, Hannedea van Nederveen Meerkerk, Carel de Haseth, Willy Metz en Shirley Geerman, manager Kurá Hulanda. Foto: Dieter Dahm.
De feitelijke organisatie berustte bij Loes Westermann-van der Steen, Jacob Gelt Dekker, Shirley Geerman en Delno Tromp.
Woensdagochtend, 11 februari, hield het MoWIC bestuur een buitengewone vergadering. Het quorum was aanwezig: Willy Metz, Loes Westermann-van der Steen en ondergetekende, alsmede het Curaçaose lid van de Raad van Advies, Carel de Haseth, die zich hiervoor kon vrijmaken. De vergadering stond in het teken van de conferentie en van de Monumentenprijs 2008 van het Prins Bernard Fonds. Deze was toegekend aan MoWIC’s Beschermheer, Coen Liebrecht Temminck Groll s.s.t.t. die op 1 maart zijn 84e verjaardag vierde, waarvoor onze gelukwensen! Zie ook E-journaal nr. 11, http://www.mowic.nl
•
De driedaagse conferentie bood een caleidoscopische informatie door middel van lezingen, excursies en filmvoorstellingen. Zo werd elk dagdeel benut.
•
De vergaderingen en voordrachten hadden plaats binnen de ambiance van Kurá Hulanda Ressorts. Tijdens de kennismakingsreceptie op woensdagmiddag kwamen de deelnemers onder de indruk van de esthetische details van de hotelgebouwen en hun inrichting. De prachtige cultuurhistorische, archeologische en kunstverzamelingen, zowel in de halls, restaurants en vertrekken, als in de tuinen en parken en in het Museum Kurá Hulanda zelf. De collectie bestrijkt zo’n 5000 jaar cultuuruitingen all over the world, naast nog een schat aan paleontologische informatie.
•
De lezingen werden gehouden in de Tula zaal, genoemd naar de slaaf Tula, die in 1795 een opstand ontketende. Ook dit gebouw behoort tot het Kurá Hulanda complex. De drie themata waren: Natuur, Bouwkunst en Geschiedenis. Er was een grote opkomst van een zeer aandachtig publiek.
•
Deelname aan de lezingen en evenementen was kosteloos, aangeboden door oprichter-eigenaar van Kurá Hulanda en lid van de Raad van Advies van de stichting MoWIC, Jacob Gelt Dekker.
•
In het Antilliaans Dagblad van maandag 16 februari 2009 verscheen een groot artikel van de hand van fotografe en journalist Els Langenfeld, onder naam van Els Capelle. Van harte aanbevolen, het geeft een goed beeld van de veelzijdigheid, die de titel van de conferentie impliceert. In dit E-journaal wordt volstaan met een korte terugblik, waarin het accent ligt op de specifieke WIC erfgoedaspecten.
Op donderdag opende de gastheer de conferentie en raasde met brille door de handel en wandel van de WIC. Hij hing de geschiedenis op aan twee heren, die direct en indirect hun stempel op de WIC hadden gedrukt, Johan van Oldebarnevelt en Willem Balthasar Co(e)ymans. Hieraan werd de ambitie van de stadhouders van Oranje gerelateerd: ‘They wanted to be a King...’ .
‘...a King...’ Foto: Willy Metz.
Loes Westermann kwam informatie brengen. Foto: Willy Metz.
Willy Metz: Het zout in de pap. Foto: Dieter Dahm.
Hannedea van Nederveen sprak namens de MoWIC Foundation een welkomstwoord. Zij bracht voor Jacob, Loes en Shirley een cadeautje mee. Loes Westermann legde ons de meaning van de conferentie titel uit. Er werd door de WIC veel gehaald en veel gebracht, maar de inhoud daarvan stond in humanitair opzicht in een scheve verhouding. Daarna begonnen de eigenlijke lezingen. Willy Metz beet het spits af. Het voor de instandhouding van onze soort cruciale onderwerp ‘Zout’, werd behandeld door haar en door de volgende spreker. Zijzelf deed verslag van haar archeologisch onderzoek op het eiland Araya voor de Venezolaanse kust. Het was merkwaardig, dat de volgende spreker, Dolfi Debrot, zowel dit als het Curaçaose zout ‘fossiel zout’ noemde, terwijl dat wat Willy toonde, uit zeezoutpannen kwam. Hier moet ik beslist eens het fijnkorrelige van weten.
Dolfi Debrot: fossiel zout.
Loes en Shirley bedanken de sprekers.
Rechts Mary van Soest.
Tijdens de koffiepauze vertelde mij conferentieganger Mary van Soest, dat er op Curaçao veel zoetwaterputten te vinden zijn, waarvan ik de volgende dag een 26-tal afbeeldingen in mijn Inbox vond. Het betreft oude karstputten, een aquaduct en andere putten; ook eentje met trappen als in een mikvêh. Het lijkt ons een goede zaak, als deze originele overblijfselen van de historische waterhuishouding op de Curaçaose monumentenlijst wordt geplaatst. Niet alleen voor de historische toerist, maar vooral voor het behoud van de bronnen zelf.
Noordkant, put Aquaduct Hofi Damasco 2007. Derk bij put Choloma 2007. in verzonken bos 2005. Foto’s: Mary van Soest.
Waterput met trap.
Donderdagmiddag bracht ons een cultuurhistorische reis door de tijd in het ongelooflijk rijk geschakeerde Antropologisch Museum Kurá Hulanda, de gewijde sfeer van de Synagoge Mikvêh en boeiende Judaica in het daarbij behorende museum. Dit dankzij de bezielende rondleiding van respectievelijk Jacob Gelt Dekker, René Maduro en Myriam Moreno. Een andere groep deelnemers koos voor de voorlichting van Gerda Jonkhout-Gehelen over de restauratie van het nieuwe Stadskantoor. De avondsessie met de voorlichtingsfilm over het stadscentrum, die gemaakt was om dit op de Werelderfgoed lijst te plaatsen, was bijzonder illustratief voor iemand die Curaçao voor de eerste maal bezocht, zoals ondergetekende.
JGD en Stephen Fokké in Museum Kurá Hulanda.
Oudste in gebruik zijnde Synagoge van Latijns Amerika (1636).
Rondleiding door de wereldgeschiedenis.
René Maduro.
‘Shalom!’
Vrijdag de dertiende begon met zeven lezingen, een tour de force voor zowel toehoorders als sprekers. De voordrachten van Els Langenfeld, Bernard Buddingh’,
Dito Abbad:
‘Oud en Nieuw Bouwen.’
Bernard Buddingh’: Vrije negers in Otrobanda’’
Dito Abbad en Michael Newton zouden in een informatiefolder van Kurá Hulanda, noch van ieder andere toeristische instelling op dit eiland, mogen ontbreken. Bijvoorbeeld bij reisbureaus en de plaatselijke VVV! De historisch en architectonisch nieuwsgierige bezoeker krijgt op die manier unieke inside information over het ontstaan van de wijken, de stijl der woningen en het wel en wee van hun bewoners. Vrijdagmiddag in twee grote bussen naar de fascinerende plantagewoning ‘Rooi Katootje’..: wàt een geweldig grote cultuurschat is hier samengebracht! De Mogui Maduro Bibliotheek verdient dan ook de nieuwe – toen nog in aanbouw zijndebehuizing ten volle.
De ontvangst door Mevrouw Ena Dankmeier-Maduro maakte op ons allen diepe indruk. Fotos: Willy Metz.
Michael Newton wijst naar de locatie van de nieuwe bibliotheek.
Aandachtige bezoekers.
Van de plantershuis architectuur op Curaçao kregen wij een uitstekende indruk.
Landhuis Rooi Katootje. Foto Willy Metz.
Lanthùis Jan Kok.
Landhuis Savonet. Foto Willy Metz.
Daarna naar Fort Beekenburg en het Quarantainecomplex. Het zijn beide ruïnes, maar het laatste vraagt om urgente aanpak. ‘Waarschuwing Gevaar’ (anders val ik om).
De het corpus flankerende Anno 2009. trappen verlenen het Quarantainegebouw een bijzonder architectonisch accent.
Op het zwarte bordje: Waarschuwing Gevaar! En terecht.
Voor het daarvóór bezochte machtige torenfort Beekenburg (1702) geldt de fysieke zwakte minder, maar indien de roof van gele baksteentjes, ‘geeltjes’, hèt handelsmerk van de Nederlandse aanwezigheid overzee, voortduurt, zal ook hier de alarmklok luiden.
Fort Beekenburg vanaf het strand.
Luikgat van de waterput, boven.
De hoogklimmers boven op de tinnen. Rond gelegd plaveisel van geeltjes. Foto: Walter Hellebrand.
Beeldrijm van Fort Beekenburg met de olietank. Het wachthuisje. Genomen vanaf het Quarantainegebouw. Beide laatste foto’s: Willy Metz.
Om dit vóór te zijn, werken Michael Newton en Gerda Jonkhout-Gehelen aan een plan van aanpak, in samenspraak met onze stichting, die zich er graag hard voor maakt. Ondergetekende maakte een Power point documentatie ten behoeve van OC&W, die op 17 maart jongstleden in het West Indisch Huis in Amsterdam aan de Directeur Generaal Cultuur en Media, Judith van Kranendonk, werd overhandigd. Want:
Nu nog kan voor betrekkelijk weinig geld dit schitterende bouwwerk, verscholen tussen zijn cactussen en doornstruiken, in een historisch educatief programma worden opgenomen. De crux is, of dit gebied een reservaat wordt, of voor toerisme wordt opengesteld – met alle voors en tegens. MoWIC’s Beschermheer, Coen Temminck Groll noemde Fort Beekenburg in het magnus opus The Dutch Overseas, als voorloper van de later in de achttiende gebouwde Martello torens, met tevens een zeer illustratieve constructietekening en een afbeelding van het schitterende uitzicht (pp. 85, 86, 331 en 343.).
Tot de vele onderwerpen van zaterdag behoorde de ‘geboorteaankondiging’ van een monumentenlijst voor Sint Eustatius door Walter Hellebrand. Uit zijn privé collectie vertoonde hij zeer fraaie kaarten. Wij wensen hem veel succes met de opstelling van dit document, onontbeerlijke als het eiland straks de status van een Nederlandse gemeente krijgt, met alle subsidiale mogelijkheden van dien.
‘De Stadt’ Sint Eustatius 1750. Collectie Walter Hellebrand.
Sint Eustatius. Collectie Walter Hellebrand.
Stephen Fokké, directeur SGES te Paramaribo.
Een bijzondere voordracht hield Stephen Fokké, directeur van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES). Hij vroeg met klem aandacht voor de deplorabele staat, waarin het pand ‘Ston (H)Oso zich bevindt. Een voormalig pronkstuk van Paramaribo, nu een miserabele rest stenen. Er ligt een plan voor fraai herstel, c.q. reconstructie en een culturele functie naderhand. Het is nu zaak, om deze plannen te structuur en letterlijk vorm te geven. Onze mededeling, dat er een beginnetje gemaakt kan worden met een bescheiden bijdrage uit de Monumentenprijs 2008 van het Prins Bernhard Fonds, toegekend aan van Coen Temminck Groll, viel bij Stephen Fokké uiteraard in goede aarde.
Stephen Fokké: (Bijna graf-)dicht De zon vreet zich een bestaan op Ston Oso. in de bakstenen gevel...
Ston Oso. Recuperatieplan. Voorgevel.
Via MoWIC zal die bijdrage worden verdeeld tussen Ston Oso en de Synagoge Honen Dalim op Sint Eustatius. Architecte Koka Sheige, woonachtig op Statia, heeft hiertoe enkele ontwerpen gemaakt voor de overkapping van de mikvêh in het, overigens als ruïne bestaande, synagoge gebouw Honen Dalim (‘Zij die goed doet aan de Armen’). Onze contactpersoon Arnon Sheige schreef: ‘The st. Eustatius Historical Foundation, have chosen design nr. 1 quoting from their advisor, the Island archeologist, Dr. G. Gilmore “simple and elegant’. Zie voor afbeeldingen van de Synagoge Honen Dalim http://www.mowic.nl.
Els Langenfeld en Carel de Haseth.
Sybille Dekker gaf acte-de-présence. Fleur Cools in Landhuis Jan de Kock.
Zaterdag bevonden zich onder de toehoorders Carel de Haseth en oud-minister Sybille Dekker. Zij was op het eiland in haar functie van Voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Medefinancierings Organisatie (AMFO) en zag kans, om onze laatste lezingendag bij te wonen. Ook Fleur Cools, werkzaam bij Erfgoedactiviteiten (kantoor Leiden), kon de conferentie bijwonen. Mijn eigen voordracht had als onderwerp ‘Cultureel Erfgoed als een creatieve omgang met het verleden’. Hieraan verbond ik op uitdrukkelijk verzoek veel plaatjes van het historisch archeologisch onderzoek uit 2002-2003 in Fort Oranje op Itamaracá, Pe, Brasil. Het essentiële punt acht ik echter de waardering van het westerse cultuurbeeld in het licht van de tegenwoordig mondiale migratie. Dit heeft ingrijpende sociale, politieke en economische implicaties. Het gemeenschappelijk cultureel erfgoed betreft de nalatenschap uit koloniale periodes. Om zeker te zijn wat wij aan komende generaties als culturele erfenis willen nalaten, moeten wij de nu geldende historische waarden goed definiëren en in een dialectisch proces voortdurend evalueren. Deze waardebepaling kan mede onderbouwd worden door de belangstelling vanuit het fenomeen ‘Historisch Toerisme’. Vanwege de volksverhuizingen, staat het thema migratie hoog op de agenda van onze ministeries, ook met betrekking tot erfgoed. In dat licht vroeg ik aandacht voor onderzoek naar de grotten bij Bom Conselho in Pernambuco, die in de zeventiende eeuw diverse groeperingen hebben geherbergd. Xucurú indianen, Negerslaven, WIC soldaten en Sefardische joden. Ieder voor zich op de vlucht voor weer andere groeperingen uit de toenmalige samenleving. Bom Conselho ligt op ongeveer 150 km van Recife in het deels droge maar soms ook regenachtige interior (binnenland) van Pernambuco, de agreste.
Fort Oranje op Itamaracá PE, Brasil Foto: Izan Petterle 2002.
Een van de grotten bij Bom Conselho, PE. Foto: Hermógenes Torres Gadilho 2008.
Hannedea van Nederveen. Foto: Willy Metz.
Keynote spreker Oscar Hammerstein benadrukte de verantwoordelijkheid aan beide kanten van de politieke arena, Nederland en Curaçao. Het tijdstip van deze conferentie, waarin de geschiedenis van de langdurige band van het eiland met Nederland, in extenso aan de orde werd gesteld, was, zo kort voor ‘Het Referendum’, zijns inziens niet toevallig. Hij hield, naar het voorkwam, een bevlogen slotpleidooi: ‘Nederland, keer je niet af van Curaçao, zoals bij Suriname, maar kwijt je van je taak door je ermee te blijven bemoeien!’ (-) ‘Curaçao, heb een open oog voor de werkkracht en inventiviteit, zoals van bijvoorbeeld de Singaporezen! Vraag je niet af, waarom je arm bent, maar vraag je af hoe je rijk kunt worden!’ Hammerstein’s betoog kreeg in de Antilliaanse en Nederlandse Pers ruime aandacht.
Oscar Hammerstein, Foto: Willy Metz
Marja Nederlof out of Africa.
Bastiaan van de Velden.
Voorts werden onderwerpen aan de orde gesteld als: Historische relaties tussen Afrika, Latijns Amerika, Noord Amerika en Nederland; ook: Oude plantages in verhouding tot Wereld Erfgoed en Unesco en voorts Wel of niet restaureren en Wat is er tegen ‘nieuw’, door de sprekers Maria Nederlof, Bastiaan van de Velden, Caroline Gonzalez, Sofia Saavedra en Carlos Weeber. Hete hangijzers, waarover het laatste woord nog niet gezegd is. Wij verheugen ons op de conferentiesyllabus, om het allemaal nog eens te kunnen nalezen. Van de drie laatstgenoemde sprekers was er geen goede foto in ons bestand, helaas.
Zaterdagmiddag liepen we geboeid achter, voor, rond en om Milva Zimmerman, die ons de geheimen van Fort Amsterdam en zijn bastions, de pandjes, zusterpanden, open en gesloten galerijen, daklijsten en –kapellen en de daarbij behorende namen van Punda uiteen zette. Aan de hand van de op de topgeveltjes dubbel genoteerde bouw- of stichtingsdata, zou ik nu eindelijk eens de joodse jaartelling moeten kunnen onthouden...
Gids Milva op de Pontonbrug.
Fortkerk van Fort Amsterdam.
Stille getuige der historie van het Caraibbean Paradise.
Tweeëige tweelinghuizen, vaak met Christelijke en Joodse Dichtgemaakte en open gebleven galerijen. data.
Het carillon van Punda.
Oud en Nieuw in combinatie functioneel.
Walter: Waarschuwing! Gevaar!
Zondag, ‘extra evenementendag’, bracht ons naar ‘Lanthùis Jan Kok’met de vrolijke kunst in overrompelend coloriet van de hoe kan het anders, vrolijke kunstenares, Nena Sanchez. Het oude plantagehuis was gerestaureerd door de vorige eigenaar (niet altijd even authentiek, maar zeer charmant.)
Zoutpannen. Foto: Willy Metz.
In Nena Sanchez’ atelierwoning.
Vroegere voorkant Lanthùis Jan Kok.
Oude Kalbasboom. (Crescentia cujete).
Het ademde, in weerwil van alle spoken en ook in weerwil van alle bouwkundige fantasieën van de vorige bewoner, rust uit. De rust die je verwacht van een huis dat zijn ontstaan zag in een tijdperk, dat olie alleen nog gebruikt werd voor lampen en het smeren van wagenwielen. Vanaf het terras is er een wijds uitzicht over de Salinas, de nu in onbruik geraakte zoutpannen. Daarna door naar Landhuis Savonet, waar Michael Newton ons na een interessante kennismaking met vleermuizen, gedegen voorlichtte over de historie en de huidige status van dit majestueuze plantagecomplex. De restauratie verliep niet zonder verrassingen, want ach, er kan zo het een en ander worden misverstaan, mislukken en mis gaan... De vloer met geeltjes ging op deze manier verloren. Maar als het werk straks gedaan is, staat er een schitterend plantagehuis met bijgebouwen, getuigend van de weloverwogen sierlijkheid van weleer in een tijd waarin het leven zich afspeelde in primitieve omstandigheden.
Michael Newton in de schaduw van het verleden.
Het bergland van Kòrsou. Foto’s: Willy Metz.
Door de prachtige bergstreek achter Savonet reden we naar de Kurá Hulanda Lodge op Westpunt. Hier werd de afscheidsborrel gehouden en Willy, Loes en ik zouden daar nog enkele dagen blijven. Ikzelf helaas slechts tot dinsdag de zeventiende, want plichten riepen mij terug naar Europa. Ook de hemel was verdrietig, want het regende die dag larmoyant. Het eerste wat bij aankomst van het receptiegebouw opvalt, zijn de vitrines met Precolumbiaanse kunst. De hand van de Meester, ook hier.
Precolumbiaanse kunst.
Dolce far’niente in de Lodge K. 107.
Pelikaan maakt zich, gecamoufleerd door de rotsen, stiekum op voor de start.
Terwijl de Pelikanen over het water scheerden, werd tijdens de afscheidsspeech door velen, onder wie mijzelf, Loes Westermann bedankt voor haar grote inzet. Zij ontving, samen met alle sprekers en anderen, die zich voor het welslagen van de conferentie hadden ingezet, een door Kura Hulanda en MoWIC ondertekende oorkonde.
Els Langenfeld, een van de spillen van de conferentie.
De oorkonde.
Bougainvillea van Kurá Hulanda Lodge.
Tenslotte konden wij onze dank aan Jacob Gelt Dekker, de man die dit alles mogelijk maakte, alleen maar enigszins passend gestalte geven, door in de volgende MoWIC vergadering een voorstel op de agenda te zetten, hem tot Erelid van de stichting MoWIC te benoemen. Dit met de toevoeging, dat hij óók lid van de Raad van Bestuur blijft, want wij kunnen niet zonder zijn zowel nuchtere als enthousiasmerende ideeën. Het idee werd door een spontaan applaus van de talrijke aanwezigen ondersteund: ‘Op Jacob!’ Een bijzondere gebeurtenis was ten einde. De stichting MoWIC is erkentelijk dit te hebben mogen meemaken. Aan medeorganisatoren en deelnemers: Masha Danki! Toen zagen wij, onder het klinken, de zon de zee inzinken.
Hannedea van Nederveen Meerkerk Voorzitter Stichting MoWIC http://www.mowic.nl http://www.jacobgeltdekker.com/foundation/instute http://www.kurahulanda.com http://www.monumentenfonds.org http://www.stichtingjade.nl http://www.nenasanchez.com/home.html
Sprekers op de conferentie in alfabetische volgorde en respectievelijke onderwerpen: Dito Abbad (Oud en nieuw bouwen), David Blankhart (Vroege geneeskunde op de Antillen), Bernard Buddingh’ (Vrije Negers in Otrobanda), Dolfi Debrot (Hout en Zout), Jacob Gelt Dekker (Twee mannen van 1618 en de WIC), Stephen Fokké (Ston Oso, een stenen huis in Paramaribo), Caroline Gonzales-Manuel (Het westelijk plantagegebied), Oscar Hammerstein (Keynote Speech), Walter Hellebrand (St. Eustatius), Els Langenfeld (De bewonersgeschiedenis van Punda), Willy Metz (Op zoek naar Zout), Marjo Nederlof (De Driehoeksreis), Hannedea van Nederveen Meerkerk (Cultureel Erfgoed, een creatieve omgang met het verleden), Michael Newton (De landhuizen), Sofia Saveedra (Wat wil Docomo?), Bastiaan van der Velden (Shared History: New York, Curaçao), Carlos Weeber (Unesco forever?), Loes Westermann-van der Steen (Verklaring van de conferentietitel).
Einde E-journaal 12 juli 2009