Kolossenzen 3:1b | Uit het oog, in je hart? Hemelvaart: Jezus verdwijnt uit het oog. Niet om het ons moeilijk te maken, maar om te regeren. Nu is het de tijd dat hij zijn macht gaat uitoefenen. En overal waar hij regeert wordt het hemelse leven al een beetje werkelijkheid. Deze preek is gehouden op Hemelvaarstdag 2016, toen Hemelvaart en Bevrijdingsdag samenvielen. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Psalm 68 : 13 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 569 Gebed Kinderen naar club Lezen: Handelingen 1 : 4 – 11 Zingen: GKB Gezang 68 : 1, 2 en 3 Lezen: Kolossenzen 3 : 1 – 4 Zingen: Psalm 110 : 1 en 2 Preek over Kolossenzen 3 : 1b Zingen: Psalm 47 : 1, 3 en 4 Kinderen terug Gebed Collecte Zingen: Opwekking 366 Zegen
Uit het oog, in je hart? Inleiding dia 1 – bevrijdingsdag Vandaag vieren we niet 1 maar 2 feesten: Hemelvaart en de bevrijding. Dat deze 2 feesten op precies dezelfde dag vallen, komt maar weinig voor. In 2005 gebeurde het voor het eerst in de geschiedenis, vandaag gebeurt het voor de tweede keer, en de volgende keer, dat duurt nog wel even… Dat is in het jaar 2157! Dit zal dus wel de laatste keer zijn in je leven dat je na de hemelvaartsdienst direct door kunt naar Leeuwarden voor het bevrijdingsfestival. Eigenlijk is dat jammer, want het is best een mooie combinatie! dia 2 – bevrijding Franeker Laten we eens naar 1945 gaan: het jaar dat Nederland werd bevrijd.
In de internetarchieven vond ik er een foto van. Wie weet waar deze foto gemaakt is? Het is een foto uit Franeker, je ziet de trappen van het stadhuis en de Koornbeurs. Leuk detail: ook toen al gold op het Noord eenrichtingsverkeer. Oke, we gaan het iets moeilijker maken: wanneer is deze foto genomen? (kort na de bevrijding) En waar zie je dat aan? (onder andere aan bord ‘council hall’) Nog een stapje moeilijker: wie staan er op de foto? Iemand een idee? Of herken je zelfs iemand? (Een Canadese commandant houdt een toespraak, naast hem staan onder andere de burgemeester en een wethouder, onderaan op de foto, in uniform, de leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, en verder veel inwoners van Franeker.) Natuurlijk ook belangrijk is wie er niet op de foto staan: Duitsers. Geen Duitse soldaten: Nederlanders en Canadezen hebben het overgenomen. Ook de NSB-burgemeester is ingeruild voor een waarnemend burgemeester die aan de kant van de Nederlandse regering staat. Door de bevrijding viel Franeker niet langer onder de Duitse regering, maar had de Nederlandse regering, koningin Wilhelmina en haar kabinet, het weer voor het zeggen. De bevrijding is een wisseling van de macht: de Nederlandse regering neemt de macht over. dia 3 – uit het oog, in je hart? Een wisseling van de macht: dat is Hemelvaart ook. Hemelvaart gaat over de vraag: wie heeft de macht? Het is het feest dat Jezus gaat regeren, dat hij de macht overneemt van de donkere macht van het kwaad. Jezus mag dan wel uit het oog zijn, hij is Koning, hij regeert over de hele wereld. Regeert hij ook in jouw hart? 1. Uit het oog… dia 4 – uit het oog… Hemelvaart kun je best met bevrijdingsdag vergelijken. Het is dus ook een feestelijke dag. In theorie tenminste… Want in de praktijk is Hemelvaart het minst feestelijke christelijke feest. Hemelvaart zegt ons vaak niet zoveel… dia 5 – Jezus is afwezig: is dat wel feest? Wat de feestvreugde er ook niet groter op maakt, is dat Hemelvaart het feest is dat Jezus vertrekt. Nadat Jezus was opgestaan, hebben zijn leerlingen Jezus nog vaak ontmoet.
Daar komt nu een einde aan. Jezus verdwijnt uit het oog. Hemelvaart betekent dat we Jezus niet kunnen zien. Jezus is afwezig: hij is niet langer op aarde, maar in de hemel. Volgens Paulus is Jezus ‘boven’. Dat zijn wij niet, wij zijn gewoon op aarde, en kunnen op z’n beste onze gedachten op Jezus richten. Jezus is vertrokken, is dat nou zo’n feest? Ik zag eens ergens bij een voordeur een tegeltje hangen: ‘bezoek brengt altijd vreugde aan, zo het niet bij het komen is, dan bij het gaan.’ Daar is geen speld tussen te krijgen: sommige mensen zie je liever vertrekken. Maar om Jezus nou onder die mensen te rekenen… Nee: als het aan mij had gelegen, was Jezus nooit vertrokken. Wat zou het fijn zijn als je Jezus gewoon kon zien en als je hem gewoon je vragen kon stellen! Hoe dan ook: Hemelvaart voelt alsof Jezus ons in de steek laat. Hij gaat naar de hemel, en wij moeten het op aarde maar uitzoeken… Jezus’ leerlingen staan in Handelingen 1 ook niet te springen van blijdschap. Na Pasen zou alles anders worden, dachten ze. Jezus had laten zien dat hij alle macht had, dat niets of niemand hem kon stoppen. Volgens de leerlingen wordt het tijd om eens iets met die macht te doen, om de macht in Israël van de Romeinen over te nemen. Maar Jezus vertrekt… Daar hadden ze niet op gerekend! Ze zien Jezus verdwijnen in een wolk en staren hem beteuterd na. dia 6 – uit het oog, uit het hart? Jezus verdwijnt uit het oog. Volgens het spreekwoord verdwijnt hij dan ook uit het hart. Zo gaat dat vaak. Als jongetje van 4 speelde ik vaak met de kinderen van de overburen. Maar zij gingen verhuizen. Het meest verschrikkelijke was nog wel dat mijn ouders gingen helpen met verhuizen. Ik vond dat verraad… Wilden zij dan niet dat ze tegenover ons bleven wonen?! Maar al vrij snel was ik de overburen vergeten. Ook zonder hen kon ik me prima vermaken. Uit het oog, uit het hart. Met Jezus kan dat ook zomaar gebeuren. Je gelooft wat je ziet, dat heeft invloed op je leven. Maar Jezus? Is hij er wel?
Wat merk je nou eigenlijk van hem? Kun je niet beter zonder Jezus verder? 2. Hemelvaart: Jezus gaat regeren dia 7 – Hemelvaart: Jezus gaat regeren Maar Jezus vertrekt niet om het ons moeilijk te maken. Hij vertrekt met een doel: hij gaat regeren. dia 8 – nu is het tijd dat Jezus de wereld regeert We gaan even terug naar 1945. De oorlog is voorbij, de macht is overgenomen door de Nederlandse regering, en koningin Wilhelmina is weer in het land. Ze konden weer het land in, hun gezicht laten zien en mensen een hart onder de riem steken. En dat is goed, dat is belangrijk. Maar het zou niet goed zijn als ze dat zouden blijven doen. Als de koningin en de regering jarenlang op tournee zouden zijn, en daardoor aan hun echte werk niet toekwamen: een land regeren, de opbouw coördineren. Er is werk te doen! Hemelvaart kun je daarmee vergelijken. Jezus is opgestaan, hij heeft alle macht, en nu is de tijd aangebroken dat hij die macht wereldwijd gaat uitoefenen. Jezus is niet opgestaan om zich aan iedereen te laten zien. Hij heeft ander werk: regeren. Paulus zegt dat Jezus ‘aan de rechterhand van God’ is: dat is de taal van de bijbel om te zeggen dat Jezus regeert. Hemelvaart is dat Jezus koning wordt. In zekere zin hebben de leerlingen in Handelingen 1 dan ook gelijk, als ze vragen of Jezus nu koning over Israël wordt. Ze denken alleen veel te klein: Jezus is niet alleen koning van Israël, maar van de hele wereld. Nu is het tijd dat het goede nieuws dat Jezus leeft, het goede nieuws dat je niet leeft om te sterven, de wereld in gaat. Daar geeft Jezus de leiding aan. dia 9 – vanuit de hemel: te groot om te bevatten Maar waarom moet dat vanuit de hemel, of, zoals Paulus het noemt, ‘boven’? Kon Jezus niet gaan wonen in een mooi paleis op aarde? Dan zou hij toch mooi weer een stukje dichterbij zijn… Want bij ‘de hemel’ denken we al snel aan ver weg. Terwijl we ook best weten dat je miljarden kilometers kunt reizen, maar dat we de hemel nog altijd niet gevonden hebben. De hemel is helemaal niet ver weg!
Vanuit de hemel kan Jezus juist overal op aarde tegelijk zijn! Daarom is juist de hemel zo’n goede plek om te regeren, ook al kun je je er niets bij voorstellen. dia 10 – televisie Stel je de hemel in ieder geval niet voor als een plek aan de rand van ons universum. En ook niet als een plek die alleen maar geestelijk is: Jezus is met lichaam en al naar de hemel gegaan. Wij kunnen die hemel gewoon niet bevatten: het is groter dan de werkelijkheid die wij kennen. Wij leven in een driedimensionale wereld: we kennen lengte, breedte en hoogte. Stel je nou voor dat je in een tweedimensionale wereld zou leven, dus dat je zou leven in een soort groot tv-scherm. Dan kun je niets met de derde dimensie, met diepte: mensen komen dan altijd van links, rechts, boven of beneden, maar nooit van voor of van achter, dat bestaat dan namelijk niet. Zoiets kun je over de hemel ook zeggen: die is groter dan wij met onze dimensies kunnen vatten. Onze werkelijkheid is maar een klein stukje van Gods werkelijkheid. 3. Jezus verandert mensen dia 11 – Jezus verandert mensen Oke, Jezus ging dus naar de hemel om te regeren, om plaats te nemen aan de rechterhand van God. Maar wat merk je daar nou eigenlijk van? Is de wereld na Hemelvaart echt anders geworden, zoals Nederland na de bevrijding echt anders werd? Ik ben bang van niet… Regeert Jezus wel? dia 12 – koning op een onverwachte manier Ja, maar niet op de manier waarop je het misschien zou verwachten. In ieder geval niet op de manier waarop Jezus’ leerlingen het verwachtten. Zij vroegen: ‘gaat u het koningschap over Israël herstellen?’ Dat is wat ze al die tijd van Jezus verwachtten, en ze hopen er nog steeds op: dat Jezus Israël bevrijdt uit de handen van de Romeinen, dat Jezus Israël bevrijdt van de Joodse religieuze leiders, dat Jezus zorgt voor nieuwe welvaart voor Israël, een Israël waarin niemand tekort heeft. Vervang ‘Israël’ voor ‘onze wereld’, en je herkent het direct: als Jezus regeert, dan verwachten we wereldvrede en dat het met iedereen goed gaat. Maar Jezus geeft nog één keer een raadselachtig antwoord: ‘Het is niet jullie zaak… Jullie zullen kracht ontvangen en van mij getuigen.’ Jezus zegt niet: ‘nee, ik word geen koning.’
Jezus zegt: ‘ik word koning, maar op een andere manier. Geen aardse koning, zoals jullie verwachten. Ik word koning over de hele wereld, en waar jullie van mij getuigen en mensen tot geloof komen in mij, daar zie je dat ik regeer.’ dia 13 – Jezus regeert waar mensen tot geloof komen Misschien wel het beste bewijs dat Jezus regeert, is de kerk. Niet alleen hier, maar overal op de wereld. En die kerk groeit ook nog eens: elke dag komen mensen tot geloof in Jezus. Normaal gesproken is het ‘uit het oog, uit het hart.’ Jezus is al bijna 2000 jaar uit het oog, maar nog altijd niet uit het hart te krijgen. Ondanks vervolging, ondanks aanvechting, ondanks gedoe in de kerk. Hoe is dat mogelijk als Jezus niet regeert? Jezus regeert op zijn eigen manier. ‘Verborgen’ noemt Paulus het. Jezus zet de wereld niet naar zijn hand, Jezus verandert mensen. Niet door het af te dwingen, maar door mensen voor zich te winnen, door te laten zien hoe mooi zijn vrijheid is, zodat mensen bij hem willen horen. Jezus regeert waar mensen anders gaan leven omdat ze Jezus kennen. Waar mensen ontdekken dat Gods liefde het leven de moeite waard maakt. Waar mensen, met de woorden van Paulus, zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Je ziet Jezus’ macht waar het hemelse leven al een beetje werkelijkheid wordt. En als je weet hoe je moet kijken, zie je het overal. dia 14 – citaat Augustinus, een kerkleider uit de 4e eeuw in Noord-Afrika, zei het zo: ‘u voer voor onze ogen ten hemel en we keerden bedroefd terug om u terug te vinden in onze harten.’ Dát is waar Jezus regeert! 4. …In jouw hart? dia 15 – …in jouw hart? Jezus is dan wel uit het oog verdwenen, juist vanuit de hemel regeert hij. Niet door de wereld te veranderen, maar mensen. Jezus is uit het oog, regeert hij ook in jouw hart? dia 16 – niet: met je hoofd in de wolken ‘Streef naar wat boven is,’ dat klinkt best zweverig, toch? Alsof je met je hoofd in de wolken moet lopen, je steeds bedenkt hoe mooi het daarboven wel niet moet zijn, en daarom met een glimlach van oor tot oor door het leven gaat… Dat is dus niet de bedoeling! Als Jezus al niet meer te zien is, staren zijn leerlingen nog steeds omhoog.
Twee engelen zetten hen weer met beide benen op de grond: ze moeten weer om zich heen kijken, in plaats van omhoog. ‘Streven naar wat boven is,’ dat betekent niet dat het aardse leven onbelangrijk is. Het gaat over hoe je dat aardse leven leeft. dia 17 – Wilhelmina Jezus regeert, maar je kunt nog kiezen of je je door hem laat regeren of niet. Hij heeft alle macht, maar dwingt het niet af. Nog 1 keer een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog. Koningin Wilhelmina woonde tijdens de oorlog in Londen. Voor de Nederlanders was ze uit het oog. Voor sommigen was ze daarmee ook uit het hart: we moesten maar wennen aan de nieuwe situatie, waar Nederland een onderdeel was van het Duitse rijk. Maar voor veel anderen bleef ze de koningin. Vanuit Londen heeft ze verschillende radiotoespraken gehouden op Radio Oranje, met uitspraken als: ‘wie op het juiste ogenblik handelt, slaat den Nazi op zijn kop, ik heb gezegd.’ Op die manier bleef ze regeren. Mede door zulke uitzendingen bleven mensen moed houden en durfden ze zich ook tegen de Duitsers te verzetten. Wilhelmina was dan wel uit het oog, maar echt niet uit het hart! dia 18 – wel: laat je door Jezus regeren In die tijd hadden mensen in Nederland tegen elkaar kunnen zeggen: streef naar wat in Engeland is. Dat zou dan geen oproep zijn om allemaal de boot naar Engeland te pakken, maar een oproep om naar Wilhelmina te luisteren, om haar te laten regeren. Zoiets bedoelt Paulus ook als hij zegt ‘streef naar wat boven is’: laat je door Jezus regeren! Sinds 1945 is Nederland vrij. Het is prachtig dat de meesten van ons niet eens beter weten. Hoe gebruik je die vrijheid? Gebruik je die om je te richten op wat op aarde is? Op geld verdienen en weer uitgeven? Op luxe en statussymbolen? Op gemak en de nieuwste technologie? Op seks en je prestaties? Het zijn allemaal dingen waar de wereld sinds 1945 enorm in veranderd is. Of richt je je op Jezus? Is hij het die je leven zinvol maakt? Ga je delen, dienen, geven en vergeven? Dan wordt het al een beetje hemel op aarde. Dan heb je een vrijheid die veel groter is dan leven in een vrij land.
dia 19 – vrijheid geef je door Als Jezus regeert in je hart, dan ben je een vertegenwoordiger van de hemel op aarde. Door jou heen wil Jezus zijn regering verder brengen, totdat iedereen op aarde ervan weet. Het thema van Bevrijdingsdag dit jaar is precies de opdracht van Jezus’ hemelvaart: vrijheid geef je door! Amen.
Kolossenzen 4:7-18 | De groeten: kerk in een netwerk De groeten: het is leuk als iemand met je meeleeft. Ook als kerken kunnen we met elkaar meeleven en voor elkaar bidden. Want de kerk is zoveel groter dan de plaatselijke gemeente! Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Psalm 96 : 1 en 2 Stil gebed Votum en groet Zingen: GKB Gezang 119 : 1 en 2 Gebed Kinderen naar club Lezen: Kolossenzen 4 : 2 – 18 Zingen: Psalm 134 : 1, 2 en 3 Preek over Kolossenzen 4 : 7 – 18 Zingen: Opwekking 378 Kinderen terug Leefregels Zingen: Opwekking 689 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 111 Zegen
De groeten: kerk in een netwerk
Inleiding dia 1 – over bergen heen Ik heb hier een boek uit onze boekenkast: Over bergen heen door Charles Martin. Voor de verandering zal ik nu eens niet verklappen waar het over gaat… Als je dat wilt weten, moet je het zelf maar eens lezen. Volgens Hanneke is het een van de mooiste boeken die ze ooit heeft gelezen, dus dat hoeft in ieder geval geen straf te zijn. En ook al ben ik zelf er niet zó enthousiast over als Hanneke, het is een boek waar ik van heb genoten, zo’n boek dat je in één ruk uitleest. Dat is best een prestatie van de schrijver: op een vrije avond neem ik me wel vaker voor om te lezen, maar vaak lees ik dan een kwartier, dan wordt ik weer afgeleid door m’n smartphone, en een halfuur later lees ik weer een paar bladzijden… Dat schiet natuurlijk niets op. Maar dit boek is een echte pageturner, volgens mij is daar geen goed Nederlands woord voor, een boek dat je niet weg wilt leggen voor je het uit hebt. Het is dan ook snel uit. Dat vind ik altijd jammer. Zit je helemaal in een boek, is het alweer afgelopen. Ik wil dan graag nog even in de wereld van het boek opgaan. Dus ik kijk of ik echt niets heb overgeslagen. En jawel, op de laatste bladzijden: dankbetuigingen… Echt, wie dat ooit verzonnen heeft… Luister maar: ‘Ik ben veel mensen dank verschuldigd. Stacy Creamer. Dank je voor de rol die je speelde in mijn werk, ontwikkeling en carrière, ook op de moeilijke momenten. Ik wens je heel veel succes met je nieuwe activiteiten. Je verdient het. Michael Palgon. Gezien de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, weet ik heel goed dat je me had kunnen loslaten. Misschien heb je wel eens met die gedachte gespeeld. Ik in elk geval wel. Dank je voor de veilige haven.’ Moet ik nog doorgaan? Het kan hoor, Charles Martin is nog lang niet klaar met zijn dankwoorden…
Maar voor mij is het een koude douche. Zit je helemaal vol van een prachtig geschreven boek, krijg je dit! Een lange opsomming van namen, van mensen die ik niet ken en waarschijnlijk ook nooit zal leren kennen. Volgens mij is het lezen van een dankwoord de meest effectieve manier om de rest van een boek te vergeten. Je kunt het maar beter overslaan. dia 2 – de groeten: kerk in een netwerk Tja, en dan Kolossenzen 4. Het dankwoord van Paulus. Het lijkt zo’n hoofdstuk dat je maar beter kunt overslaan. Al die groeten, wat moet je er mee? Aan de andere kant: het zal toch niet in de bijbel staan om over te slaan. Vandaag verdiepen we ons in de groeten. Het is veel meer dan een dankwoord waardoor je de rest van de brief vergeet. De groeten geven een inkijkje in het netwerk van de vroegste christenen. Ook in Franeker staan we er als christenen niet alleen voor: we zijn kerk in een netwerk. 1. Zijn we de enigen? dia 3 – zijn we de enigen? Dat voelt wel eens anders. Hoe veel christenen kom je nu tegen? Ja, hier in de kerk natuurlijk, maar als je straks weer naar huis gaat? Hoeveel christenen kom je tegen op je school, op je werk, in je straat? Het kan zijn dat je veel christenen ontmoet, maar christenen zijn in Nederland en ook in Franeker gewoon een kleine minderheid. Dat roept de vraag op: zijn wij dan de enigen? De enigen die geloven dat Jezus leeft? dia 4 – christenen: een kleine minderheid Met die vraag zaten ze in Kolosse. Er is behoorlijk wat gebeurd in de levens van de christenen daar sinds Epafras hen over Jezus vertelde, nog niet zo lang geleden. Het was een omkeer in hun leven, ze hebben het als een echte bevrijding ervaren: gered uit de macht van de duisternis en overgebracht naar het rijk van Gods geliefde Zoon. Met die omkeer kregen ze er ook direct een nieuwe familie bij: mensen uit verschillende groepen in de samenleving, mensen die normaal compleet langs elkaar heen leefden, werden samen opeens één gemeente. Aan het begin is alles even nieuw en mooi.
Maar na een tijdje wordt het allemaal wat gewoner. Epafras is weer vertrokken, en nu moeten ze het maar met elkaar doen. Elke keer als ze samenkomen zien ze weer dezelfde mensen. O ja, ze nodigen ook gasten uit om met hen mee te komen en dat gebeurt ook, er zijn eigenlijk altijd wel gasten, sommigen komen 1 of 2 keer, anderen gaan meedoen en bij de gemeente horen – maar er begint zich wel een vaste kern af te tekenen. Het is niet zo dat Kolosse nu massaal christelijk wordt. Christenen blijven in Kolosse een vreemde eend in de bijt, een kleine minderheid. Nee, ze willen niet terug naar hun oude leven, maar ze hebben het er wel eens moeilijk mee dat ze zo alleen staan. Waarom zien zo veel mensen niet in Jezus wat zij wél in hem zien? dia 5 – we staan niet graag alleen (liftexperiment) Mensen zijn kuddedieren: wij staan niet graag alleen. Er is eens een experiment uitgevoerd met een lift. Een aantal acteurs staan in de lift, allemaal met het gezicht dezelfde kant op. In de lift staat ook 1 proefpersoon. Hij gaat precies zo staan als de acteurs. En als de acteurs draaien, draait hij mee. Alsof het zo afgesproken is… Dat experiment is met veel meer proefpersonen uitgevoerd, en bijna iedereen doet mee met de acteurs. We vinden het niet fijn om op te vallen, om ergens alleen in te staan. dia 6 – wil je bij kleine kerk horen? Franeker nu en Kolosse toen, in veel opzichten zijn ze niet te vergelijken. We leven in een compleet andere wereld. Maar in allebei ben je als christen een uitzondering. Wij zijn, net als Kolosse, kerk in een niet-christelijke omgeving. Het kringetje van deze gemeente, en van andere gemeenten en christenen in Franeker, is behoorlijk overzichtelijk. Is dat echt alles? Zijn wij de enigen die in Jezus geloven, en is het een kwestie van tijd dat er geen kerk meer is? Wil je wel bij zo’n kleine groep horen? 2. Kerk in een netwerk dia 7 – kerk in een netwerk Op dat soort vragen geven die groeten een antwoord. Het is geen saai dankwoord dat je net zo goed kunt overslaan. Paulus zegt ermee: je staat er niet alleen voor, dit zijn allemaal mensen die ook voor Jezus gaan, die aan jullie denken en voor jullie bidden.
De kerk is zoveel meer dan je eigen gemeente: je bent deel van een grotere beweging, opgenomen in een netwerk. dia 8 – fijn dat mensen meeleven en bidden Ik stel me zo voor dat toen deze brief voor het eerst werd voorgelezen, op een samenkomst van de gemeente van Kolosse, dat mensen bij de groeten met extra aandacht hebben geluisterd. Het is namelijk leuk om groeten te krijgen. Als ze je bijvoorbeeld een kaartje sturen: fijn dat mensen aan je denken en daar de moeite voor nemen. Dat geeft verbondenheid. En Paulus heeft nogal wat groeten over te brengen. Voor de christenen in Kolosse is dat een geweldige opsteker: al deze mensen denken aan ons! Sommigen kennen ze goed, zoals Epafras. Ze hebben hem al een tijd niet gezien, en het doet hen goed dat hij zo met hen meeleeft. Maar er zitten ook groeten van onbekenden tussen. Van Lucas en Demas bijvoorbeeld, die veel met Paulus omgaan, maar nog nooit in Kolosse zijn geweest. Ze kennen elkaar niet, hebben elkaar nog nooit ontmoet, en toch leven ze mee. Met hun groeten, maar ook in hun gebeden. Van Epafras staat dat er met zoveel woorden, maar de anderen zullen ook gebeden hebben. Ze sturen hun groeten niet omdat het interessant is ofzo, maar omdat ze meeleven met die jonge gemeente in Kolosse, en graag willen dat die gemeente bloeit. Dat is mooi: als anderen met je meeleven en voor je bidden. dia 9 – opgenomen in groter geheel Door de groeten kunnen de christenen in Kolosse even verder kijken dan hun eigen kleine kringetje. Ze zien dat ze zijn opgenomen in een veel grotere beweging. In Kolosse zijn ze dan misschien een minderheid, maar overal in de wereld ontstaan gemeenschappen van christenen! Paulus legt verbinding tussen de kleine gemeente van Kolosse en wat er overal gebeurt: dat mensen geloven dat Jezus leeft en dat ze vrij worden van de macht van de dood. Het is een wereldwijde, groeiende beweging, nog altijd. Want al krimpt de kerk in Nederland, in andere delen van de wereld groeit het juist enorm! De kerk is zoveel groter dan De Voorhof in Franeker. Wij zijn niet de enigen! We zijn opgenomen in een veel groter geheel.
Laten we ons niet opsluiten in ons eigen kleine kringetje. Leg maar contact met andere kerken en christenen, in Franeker en in de regio. Zo gaan de jongeren van 12 tot 16 dit jaar samen met jongeren uit de kerk van Blija op kamp. Mooi, die verbondenheid! Ook bijvoorbeeld een EO-jongerendag of een Nederland-Zingt-dag kunnen helpen bij dat besef dat je deel bent van iets veel groters. Of als je eens in het buitenland een kerk bezoekt: dat je ontdekt dat mensen uit een ander land met een andere taal diezelfde liefde voor Jezus delen! Dat is niet alleen mooi: je mag er ook Jezus’ zorg voor zijn volgelingen in zien. Hij geeft ons die verbondenheid, zo’n netwerk waarin we er niet alleen voorstaan. 3. Genoeg aan onszelf? dia 10 – genoeg aan onszelf? Jezus geeft ons verbondenheid: dat is mooi. Contacten met christenen overal zijn heel waardevol. Juist in onze tijd is het door de techniek heel makkelijk gemaakt om zulke contacten te hebben. Toch heeft Paulus het over meer: niet alleen over christenen die elkaar kennen of via-via kennen. Dat is al mooi en inspirerend, maar Paulus heeft het ook over dat je niet alleen gemeente bent. Paulus doet niet de groeten aan iemand in Kolosse die hij toevallig kent, maar aan de hele gemeente. En die gemeente moet zelf ook weer groeten doen aan een andere gemeente: Laodicea. Zitten we daar als gemeente eigenlijk wel op te wachten? Of hebben we dan genoeg aan onszelf? dia 11 – betrokken bij andere kerken? Als kerk zijn we verbonden aan andere kerken, via het kerkverband. Wij zijn verbonden met het kerkverband van de CGK en de GKv. Zo zijn we ook verbonden met kerken hier in de provincie. Maar ik vermoed dat niemand hier echt enthousiast wordt van iets als een kerkverband… In een kerkverband wordt vooral veel vergaderd. Dat is niet heel inspirerend… Verder kost het kerkverband in het beste geval geld en in het slechtste geval kopzorgen. Bij het kerkverband denk je niet direct aan een netwerk van kerken, waar we elkaar bemoedigen en voor elkaar bidden. Ik denk dat we niets eens zouden weten waarvoor we moeten bidden… Op vergaderniveau zijn er contacten, maar als gemeente merken we er weinig van. Behalve dan van de predikanten, die overal rondpreken. Maar wat er in de kerken om ons heen speelt?
Hoe zij het evangelie in hun eigen plaats uitdragen? Vaak weten we het niet eens! En dan is er de wereldwijde verbondenheid. Maar of het daarmee perse beter gesteld is… Ik heb niet de indruk dat de wereldwijde kerk erg tot de verbeelding spreekt. We steunen zendingswerk in Zuid Afrika, maar het is vooral financieel. Hoeveel bidden we eigenlijk voor de kerken daar? Als gemeente doen we dat in ieder geval nauwelijks, en dat mag ik ook mijzelf aanrekenen, aangezien de meeste gebeden in de kerkdiensten door mij worden uitgesproken… dia 12 – zelfgenoegzaamheid: geen geestelijke houding Ik kan het mis hebben, maar volgens mij zijn we behoorlijk zelfgenoegzaam: we hebben genoeg aan onszelf. Dat geldt voor ons persoonlijk leven: we kiezen daarin zorgvuldig uit met wie we omgaan en met wie niet, en het geldt net zo goed voor het kerkelijk leven: we hebben het fijn met elkaar, en meer hoeft niet zo nodig. Als dat inderdaad zo is, zijn we best arrogant! We ‘netwerken’ wat af – ja, dat is een werkwoord – maar vooral om er zelf beter van te worden. Er worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd, waar je mensen kunt ontmoeten waar je wel eens wat aan zou kunnen hebben. Als de ander dan ook wat aan jou heeft, dan kan het wat worden. Maar zo moeten we in de kerk niet denken. Zelfgenoegzaamheid is geen geestelijke houding. Moeten we overal zelf iets aan hebben, of willen we er gewoon zijn voor de ander? 4. De groeten! dia 13 – de groeten! De groeten: ze laten verbondenheid zien. We staan als kerk in Franeker niet alleen: we zijn opgenomen in een veel groter geheel. dia 14 – we gaan het gewoon doen We kunnen lang doormijmeren over hoe het allemaal zou moeten zijn, en bedenken wat er allemaal voor in de weg staat, maar laten we het maar gewoon gaan doen: andere kerken de groeten doen en voor hen bidden. De christenen in Kolosse krijgen van Paulus de vraag om voor hem te bidden, om te bidden dat er deuren voor het evangelie opengaan, en om de groeten te doen aan kerken in de buurt, zoals de gemeente in Laodicea. Laten wij dat ook maar doen. Ik heb hier een stapel kaarten, die we naar een aantal kerken gaan sturen: (korte beschrijving van de kerken die kaart krijgen)
We doen hen de groeten uit Franeker, ter bemoediging. De kaarten liggen straks klaar in de koffiekamer. Zet straks allemaal je naam op die kaarten, dan zal ik ze versturen. En dan gaan we zo in het gebed ook voor deze kerken bidden. dia 15 – want God werkt overal Want God verbindt ons aan elkaar. Hij laat ons niet op onszelf staan. We zijn deel van een veel grotere beweging: God is wereldwijd aan het werk! Amen.
Kolossenzen 3:13 | Genadig met elkaar omgaan Mensen vallen altijd tegen. Ook in de kerk. Het makkelijkste is om je niet te veel met hen in te laten. Paulus wijst een andere weg: van verdragen en vergeven. God gaat genadig met ons om, en daarom kunnen wij ook genadig zijn. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Opwekking 354 : 1 en 3 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 133 : 1 en 3 Gebed Kinderen naar club Lezen: Kolossenzen 3 : 5 – 17 Zingen: GKB Gezang 37 : 6 en 8 Preek over Kolossenzen 3 : 13 Zingen: LvK Gezang 481 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Leefregels Zingen: Psalm 67 : 1 en 2 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 167 : 1, 2 en 3 Zegen
Genadig met elkaar omgaan Inleiding dia 1 – zwart ‘Verdraag elkaar en vergeef elkaar.’ Het lijkt nogal een open deur: natuurlijk moet je verdraagzaam en vergevingsgezind zijn! Maar als het er echt op aankomt, is het niet zo simpel. dia 2 – Railway Man Ik wil jullie graag het verhaal vertellen van Eric Lomax. In 2012 overleed deze Britse oorlogsveteraan. Hij heeft zijn verhaal opgeschreven, en in 2013 is het verfilmd als The Railway Man. De voorbereidingen van de film heeft hij nog meegemaakt, het resultaat niet meer. dia 3 – Birmalijn Lomax’ verhaal begint in de Tweede Wereldoorlog. Zoals de naam al zegt: het was niet alleen een Europese oorlog. Ook in Afrika en Azië is heftig gevochten. Als jong soldaat wordt Lomax uitgezonden naar Singapore om te vechten tegen de Japanners. Maar met zijn eenheid wordt hij gevangen genomen en komt in een krijgsgevangenenkamp in Thailand terecht. Daar moet hij werken aan de Birma-spoorlijn, die ook wel bekend staat als de dodenspoorlijn. 15.000 Krijgsgevangenen hebben het niet overleefd. Vooral Britten, Australiërs en Nederlanders. Het werk aan de spoorlijn is zwaar en de Japanners gaan hard met hun krijgsgevangenen om. Ze kennen geen genade. Als Lomax en zijn vrienden worden betrapt met een zelfgemaakte radio zitten ze dan ook heel diep in de problemen. Er volgen vele martelingen. Op een of andere manier overleeft Lomax de oorlog, maar hij leeft met een enorm trauma. Hij stopt het weg, hij praat er nooit over. dia 4 – Nagase Tot hij zijn vrouw ontmoet. Hij besluit terug te gaan naar Thailand, op zoek naar zijn grootste plaaggeest: Takashi Nagase. Nagase blijkt nog dagelijks met de oorlog te leven. Het krijgsgevangenkamp is na de oorlog een museum geworden,
waarin verteld wordt over hoe gruwelijk de gevangenen werden behandeld. Eén van de gidsen is Nagase. Lomax is gekomen om wraak te nemen, en overvalt Nagase na sluitingstijd in het museum. Maar Nagase echt iets aandoen, dat kan hij niet, en hij vlucht terug naar Engeland. dia 5 – vrienden Nagase laat het er niet bij zitten en schrijft een brief. Als Lomax de brief ontvangt, wil hij terug. En dan gebeurt het wonder, dat alleen in films kan gebeuren, maar deze film is waargebeurd: Lomax en Nagase omhelzen elkaar. Lomax vergeeft. De laatste 30 jaar van hun leven zijn ze vrienden. dia 6 – genadig met elkaar omgaan Dit zijn van die verhalen die ik niet kan begrijpen. Dat Lomax kan vergeven, dat is al heel bijzonder, maar dat ze dan daarna ook nog vrienden worden, daar kan ik gewoon niet bij. Het laat zien hoe bijzonder het is als we genadig met elkaar omgaan. 1. Mensen vallen tegen dia 7 – mensen vallen tegen Nee, in de kerk staan we meestal niet als Lomax en Nagase tegenover elkaar, als gevangene en als martelaar. Gelukkig maar! Maar: ook bij ons kunnen heftige dingen gebeuren. We doen elkaar pijn, we kwetsen elkaar en doen elkaar onrecht. Wie is er nou nooit teleurgesteld in een ander? Mensen vallen tegen, ook kerkmensen. dia 8 – samen is moeilijk: Samen is altijd moeilijk: je moet rekening houden met anderen. Anderen, die het net even anders aanpakken dan jij. Anderen, met wie het gewoon niet zo klikt. Anderen, die hun afspraken niet nakomen. Het zit echt in zulke kleine dingen dat we als mensen teleurgesteld kunnen raken in anderen. Samenwerken vond ik dan ook een van de moeilijkste dingen van mijn schoolcarrière. Samen een werkstuk maken, ik had er een verschrikkelijke hekel aan. Dat oeverloos overleggen met elkaar, zonder tot een punt te komen… En maar wachten op elkaar, zodat je weer verder kunt. Als het even kon, deed ik dat soort opdrachten liever alleen. Samen is moeilijk, ook in de kerk.
In de kerk zijn altijd strubbelingen. Dat Paulus zegt ‘verdraag en vergeef elkaar’, geeft al aan dat er heel wat te verdragen en te vergeven is. De kerk wordt niet gevormd door perfecte mensen. In het begin van Kolossenzen 3, waar het 2 weken geleden over ging, steekt Paulus heel hoog in: ‘u bent met Christus uit de dood opgewekt.’ Maar direct erachteraan zegt hij: ‘streef dan ook naar wat boven is.’ Het nieuwe leven, het goede leven, gaat blijkbaar niet vanzelf. dia 9 – samen met heel verschillende mensen Ook in de gemeente van Kolosse niet. Een jonge gemeente: ze kennen Jezus nog niet zo lang. Ook elkaar kennen ze nog niet zo lang. Ze hebben heel verschillende verhalen. Succesvolle handelaars, mislukte slaven, elitaire Grieken, simpele allochtonen, wereldburgers en provincialen. En de Joden, als aparte groep. Al die groepen gingen niet met elkaar om, ze leefden langs elkaar heen. In de kerk horen ze opeens bij elkaar: ze worden als gemeente aan elkaar verbonden. Tegelijk nemen ze wel allemaal hun eigen manieren en ideeën mee. Zoals het ook bij ons gaat. Nee, ik heb het niet over de kloof tussen Friezen, Groningers en Hollanders. Maar we zijn wel heel verschillend. Hoogopgeleid of laagopgeleid, jong of oud, gereformeerd degelijk of evangelisch blij. Zulke verschillen maken het lastig om één te zijn. Elkaar verdragen? Liever sluit je je voor hen af! Zoek je mensen van ‘je eigen soort’, met dezelfde ideeën. dia 10 – samen met mensen die fouten maken Helemaal als ze dan ook nog fouten maken en je teleurgesteld in hen raakt. Dan hoeft het niet zo nodig meer. Wat kunnen we elkaar lang dingen nadragen, en elkaar afrekenen op de fouten die we hebben gemaakt. Hoe ze daar in Kolosse precies mee omgingen, weet ik niet, maar de makkelijkste manier om met al die moeilijkheden om te gaan, die moeilijkheden van mensen die tegenvallen, is om dat ‘samen’ maar lekker te laten voor wat het is. Je bouwt een muur om jezelf heen, doet alles lekker op jouw manier. Je bent er wel, maar wie je echt bent en wat je echt bezighoudt, dat verstop je maar.
2. Ga genadig met elkaar om dia 11 – ga genadig met elkaar om Dat mag dan de makkelijkste weg zijn, het is niet de weg die Paulus wijst. ‘Verdraag en vergeef elkaar’: ga genadig met elkaar om. Want als je met elkaar wilt blijven omgaan, dan is er veel te verdragen en te vergeven. dia 12 – verdragen: de ander links laten liggen? Ik weet niet hoe die woorden op je overkomen, maar voor mijn gevoel zit er een groot verschil tussen verdragen en vergeven. Vergeven is iets heel groots, denk aan dat verhaal van Eric Lomax. Vergeven is misschien wel de moeilijkste vorm van elkaar liefhebben. Daarmee vergeleken stelt elkaar verdragen niet zoveel voor. Of… Dat hangt er nogal vanaf wat je met ‘verdragen’ bedoelt. ‘Verdraagzaamheid’ is in Nederland een belangrijke waarde. Daar wordt mee bedoeld dat verschillen er mogen zijn, dat je elkaar in je waarde laat, respecteert dat anderen anders in het leven staan dan jij. Dat is het dan ook wel zo ongeveer. Met die ander hoef je niet zo veel: je accepteert dat hij ook in Nederland woont, en verder leef je je eigen leventje. Ik kan me niet voorstellen dat Paulus zoiets bedoelt. Dat je mensen die anders zijn dan jij, maar gewoon links moet laten liggen. Bij de manier waarop wij kerk zijn, kan dat: je bezoekt op zondag een of twee kerkdiensten, schuift naast elkaar aan in de rijen, maar hoeft niet iets met de andere mensen te hebben. In Kolosse was dat volstrekt onmogelijk: de kerk bestond uit huisgemeentes, je kwam in kleine groepen aan huis samen. Je moest het wel met elkaar doen. dia 13 – verdragen: je openstellen voor elkaar Verdraag elkaar: het is heel wat meer dan elkaar in je waarde laten. Elkaar verdragen is je voor elkaar openstellen. Je accepteert dat iemand anders heel anders is dan jij, dat je elkaar niet als vrienden uitgezocht zou hebben, maar dat je toch een relatie met elkaar hebt. Soms zal het dan op jouw manier gaan, maar vaak ook op de manier van een ander. dia 14 – vergeven: ook als je onrecht wordt aangedaan Om de ander te verdragen, moet je iets van jezelf inleveren.
Je ideeën, je manieren, je voorkeuren. Je geeft iets op voor de ander. Daarmee staat verdragen helemaal niet zo ver van vergeven af: vergeven is ook iets van jezelf inleveren: je rechten of je gelijk. Vergeven gaat verder waar verdragen moeilijk wordt: als je onrecht wordt aangedaan. Paulus zegt: vergeef elkaar dan. Let op: Paulus zegt niet ‘doe alsof er niets gebeurd is’. Onder het motto ‘we moeten elkaar vergeven’ is ook in de kerk heel wat onrecht verstopt. Vergeven begint met dat het onrecht benoemd wordt: ‘je hebt me pijn gedaan, misschien meer dan je zelf hebt beseft, maar ik vergeef je!’ Genadig met elkaar omgaan, het is verder kijken dan iemands eigenaardigheden of fouten. Paulus zegt: ‘Christus is alles in allen’. In Christus zijn we aan elkaar verbonden. Dan zie je niet alleen hoe mensen tegenvallen, maar zie je daarachter een mens die God heeft gemaakt. 3. God gaat genadig met jou om dia 15 – God gaat genadig met jou om Genadig met elkaar omgaan: dat is nogal wat. Het gaat heel wat verder dan aardig en beleefd zijn. Je moet er iets van jezelf voor opgeven. Maar waarom zou je eigenlijk? Waarom die moeilijke weg kiezen? Paulus zegt: ‘omdat de Heer u vergeven heeft’. Het begint met dat God genadig met jou omgaat. dia 16 – gelijkenis Jezus heeft daar eens een verhaal over vertelt. Als je wilt kun je het nog eens nalezen in Matteüs 18. Het gaat over een man die de koning veel geld schuldig is, heel veel geld. Zo veel dat hij het nooit van zijn leven zal kunnen afbetalen. Maar de koning is genadig: hij scheldt de schuld kwijt. Opgelucht gaat de man naar buiten. Op straat zie hij een collega die eens geld van hem heeft geleend. Gewoon, een normaal bedrag, wat vanzelf weer eens terugkomt. Maar daar kan deze man niet op wachten: hij laat zijn collega gevangen zetten tot hij zijn schulden heeft afbetaald. Als de koning ervan hoort wordt hij woest: ‘je hebt zo veel genade van mij gekregen, hoe durf je dan zo ongenadig met een ander om te gaan?!’
dia 17 – God wil je accepteren en vergeven Ook al voelt het misschien wel eens anders, alles wat wij van een ander moeten verdragen en alles wat wij elkaar moeten vergeven, het valt in het niet bij wat God te verdragen en vergeven heeft. Ja, soms is het heel moeilijk om iemand te vergeven, daar wil ik niets vanaf doen, maar dan nog kost het God nog veel meer om genadig met ons om te gaan! Om een of andere onbegrijpelijke reden ziet God iets moois in je. Hij heeft alle reden om zich van je terug te trekken, om je te negeren en je al je fouten na te dragen. Hij doet het niet: hij vindt je de moeite waard om je te accepteren en te vergeven. Ook al is hij totaal anders dan jij, hij stelt zich voor je open. Hij heeft zich helemaal aanpast, hij is zelfs mens geworden! Dat is verdragen op de goddelijke manier! En als je tegenvalt, trekt hij zich niet terug. Hij blijft vergeven, zonder ophouden, zonder voorwaarden. Hij wil met je verder, wat het hem ook kost. Hij wil jou! dia 18 – wie ben ik om ongenadig te zijn? Voel je het? Als je zoveel genade krijgt, dan slaat de vraag ‘waarom zou ik genadig zijn’ nergens meer op! Ik ben niet allereerst iemand die genadig voor anderen moet zijn, ik ben iemand die genade nodig heeft, van God en ook van mensen. Ik wil niet afgerekend worden op de fouten die ik maak. Ik wil geaccepteerd worden, met mijn eigenaardigheden en ondanks mijn fouten. Zonder genade zou ik nergens zijn. God vindt je de moeite waard. Voor hem ben je niet je fouten. Jezus heeft ermee afgerekend, door op te staan uit de dood. Zo genadig gaat God met jou om. Wie ben jij dan om je ongenadig te gedragen?! 4. Genade geeft ruimte dia 19 – genade geeft ruimte Genadig met elkaar omgaan, het is niet makkelijk, maar als het gebeurt, geeft het ruimte. dia 20 – genade maakt je open voor elkaar Nog één keer Eric Lomax: Na veel geworstel met zichzelf vergeeft hij zijn beul. Het is een keerpunt in zijn leven.
De oorlog bepaalde nog altijd zijn hele leven. Hij zat gevangen in de oorlog, ook al was die al 40 jaar voorbij. Het waren 40 eenzame jaren, waar niemand echt dichtbij mocht komen. 40 Jaren zonder verbinding. Na de vergeving gaat zijn leven open. Hij raakt bevriend met zijn vroegere vijand. Maar dat is nog niet alles: ook zijn vrouw krijgt hem nu pas echt te zien. Voor Nagase geldt hetzelfde: hij zat nog gevangen in de oorlog. Hij voelde zich schuldig, en zijn leven is nu anderen over de oorlog te vertellen. Genade maakt dat ook zijn wereld open gaat. Ik las deze week dat 40% van alle volwassen Nederlanders zich eenzaam voelt. Dat zijn mensen die bijna nooit iemand spreken, maar net zo goed mensen die veel mensen om zich heen hebben, en toch het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan. Eenzaamheid is een enorm probleem. Het zou wel eens te maken kunnen hebben met een ongenadige wereld. Een wereld waar je aan jezelf genoeg hebt. Een wereld zonder genade maakt je eenzaam. dia 21 – de kerk: cultuur van genade Laten we het als kerk anders doen. Laat dit een plaats van genade zijn. Een plaats waar iedereen wordt verdragen, waar we open staan voor elkaar, ondanks al onze verschillen. Een plaats waar je fouten mag maken, waar we eerlijk zijn over wat fout is, maar dan ook ruimhartig vergeven. Een plaats waar we elkaar niet over het hoofd zien, waar je er niet alleen voor hoeft te staan. We hebben een cultuur van genade nodig: dat je weet dat je er mag zijn, dat je weet dat je niet wordt afgerekend op je fouten. Een plek waar we elkaar verdragen en vergeven, elkaar omarmen ondanks alles, waar het veilig is en je open kunt bloeien. Dan kun je laten zien wie je echt bent en wat voor jou echt belangrijk is, zonder dat je bang hoeft te zijn dat je erop wordt aangekeken. Genade geeft ruimte, genade maakt je meer mens. God ziet iets moois in je, ondanks alles, laten we dat ook in elkaar zien! dia 22 – wees een plek van genade! Ik heb het steeds gehad over genadig met elkaar omgaan in de kerk. Dat is namelijk waar Paulus over schrijft. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je buiten de kerk gewoon ongenadig kunt zijn. Nee: zoals de kerk een veilige plek mag zijn, zo mag ook jij in jouw omgeving een veilige plek zijn, een plek van genade in een genadeloze wereld.
Geeft de genade van Jezus maar door: aan wie vreemd is, aan wie fouten maakt, aan wie eenzaam is. Want Gods genade kent geen grens! Amen.
Kolossenzen 1:12-14 | God geeft je de vrijheid Vrij zijn: dat willen we allemaal. Maar wat is vrijheid? Het lijkt alsof christelijk geloof een enorme beperking is van je vrijheid. Maar het gaat niet om wat wij doen, maar om wat God doet. Hij geeft echte vrijheid: hij haalt je uit de macht van de dood. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: LvK Psalm 111 : 1 Stil gebed Votum en groet Zingen: LvK Lied 205 : 1, 2 en 5 Gebed Kinderen naar club Lezen: Kolossenzen 1 : 1 – 23 Zingen: Psalmen voor Nu 16 Preek over Kolossenzen 1 : 12 – 14 Zingen: GKB Gezang 141 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Leefregels Zingen: GKB Gezang 125 : 1 en 6 Avondmaal Instructies nieuwe vorm Onderwijs Viering Zingen: GKB Psalm 107 : 1, 3 en 5 Gebed Collecte Zingen: Opwekking 733 Zegen
God geeft je de vrijheid Inleiding dia 1 – huisartsenpost Het is alweer zo’n 10 jaar geleden, maar ik zal het nooit vergeten. Ik ging naar bed en had last van een wat zeurderige pijn. Nou ja, dan maar lekker slapen, morgen is het vast weer over. Dat was het dus niet… Midden in de nacht heb ik een huisgenoot wakker gemaakt, ik woonde toen op kamers, die huisgenoot heeft de buren wakker gemaakt om een auto te lenen, en snel naar Zwolle, naar de huisartsenpost. In de wachtkamer leek het wel uren te duren, maar bij de dienstdoende arts was ik zo klaar. ‘Neem maar een aspirientje en ga lekker slapen.’ Alsof ik dat nog niet had geprobeerd… De arts kon de oorzaak van de pijn niet ontdekken, hij kon alleen uitsluiten dat het een blindedarmontsteking was. Dan zou de pijn namelijk aan de andere kant moeten zitten. Uiteraard hielp het aspirientje niet en de pijn bleef. Twee dagen later weer naar een huisarts gegaan. Die was er niet zo zeker van dat het de blindedarm niet kon zijn: bij wijze van uitzondering zit die wel eens aan de andere kant. En aangezien ik heel uitzonderlijk ben… In ieder geval moest ik met spoed naar het ziekenhuis. dia 2 – CT-scan Daar kreeg ik een infuus in, terwijl ik normaal bij de gedachte aan een prikje al wit wegtrek, en werd volgegoten met contrastvloeistof. Dat is al geen lekker spul, maar als je dan ook nog hondsberoerd bent… Vervolgens een grote machinekamer in voor een CT-scan. Toen kwam de arts met het geruststellende woord: het is niet je blindedarm, je hebt nierstenen. Ze zeggen dat niets zo pijnlijk is als het baren van een kind, maar dan hebben ze nog nooit nierstenen gehad… Met die pijn moest ik maar gaan slapen. Dat lukte dus niet… Gelukkig had ik zo’n knop naast mijn bed, ik heb mijn laatste moed bijeengeraapt en de verpleging opgeroepen. Met wat zwaardere medicatie mocht ik gaan slapen. En geloof mij: ik heb nog nooit zo lekker geslapen! De volgende ochtend was de pijn helemaal weg. Wat was dat een bevrijding!
Sinds die tijd zorg ik dat ik veel drink, want dat avontuur wil ik niet nog eens beleven. dia 3 – God geeft je de vrijheid In Kolossenzen 1 heeft Paulus het ook over een bevrijding. Geloven is volgens Paulus bevrijdend: het geeft ruimte, ontspanning, opluchting, rust. Wat kun je blij zijn als je bevrijd bent! God doet dat: hij geeft je de vrijheid. 1. Je moet zo veel… dia 4 – je moet zo veel… Vrijheid, daar houden we wel van! Zeg ons niet hoe we het moeten doen, want je moet al zo veel! Op de radio en op TV maakt Tele2 reclame met de slogan ‘niet omdat het moet, maar omdat het mag.’ Het is een loze kreet, als je het mij vraagt, het heeft niets te maken met de diensten van Tele2, maar haakt helemaal in op dat we vrij willen zijn. Dat verkoopt blijkbaar. Maar als je op zoek bent naar vrijheid, dan is het christelijk geloof misschien niet de eerste plek waar je zoekt. Christenen staan ook bekend om hun regels, je moet zo veel, hoezo geeft God je de vrijheid?! dia 5 – als je gelooft, verandert je leven Als je dan Paulus leest, zou je zomaar in dat beeld bevestigd kunnen worden. Even om je een beeld te vormen: wie zijn die Kolossenzen eigenlijk? Kolosse is een stad in klein-Azië, tegenwoordig Turkije. In die stad is nog niet zo lang een christelijke gemeente. Paulus heeft heel wat plaatsen aangedaan op zijn zendingsreizen, maar in Kolosse is hij nog nooit geweest. Een zekere Epafras heeft de Kolossenzen over Jezus verteld, en via Epafras is Paulus op de hoogte van de jonge kerk in Kolosse. Paulus zou graag zelf naar Kolosse komen, maar het gaat niet: Paulus zit in de gevangenis. Daarom schrijft hij een brief. Hij schrijft hoe blij hij is dat ook in Kolosse mensen door Gods genade worden veranderd. Dat is voor Paulus ook heel belangrijk: dat mensen veranderen. Hij bidt er ook om, elke dag, dat de Kolossenzen helemaal volgens Gods wil zullen leven. Bij geloven in Christus hoort ook een leven als christen. De Kolossenzen merken ook dat hun leven veranderd is sinds ze Jezus hebben leren kennen.
Nog niet zo lang geleden hadden ze een heel ander leven, en ze zijn blij dat ze dat achter zich konden laten. Maar ze weten ook dat er nog best een weg te gaan is, ze merken dat slechte oude gewoontes toch weer opduiken, dat ze nog verder moeten groeien in hun leven als christenen. dia 6 – is dat wel zo’n bevrijding? Moet je als christen van alles? Paulus maakt in ieder geval duidelijk, en de Kolossenzen zullen het ongetwijfeld bevestigen, dat als je christen bent, dat je leven dan ook verandert. En daar kun je best moe van worden: ik moet anders leven. Als ik christen ben, dan mag ik niet zelf bedenken hoe ik leef, dan is het gedaan met mijn vrijheid! En is het voor God ooit goed genoeg? Het is ontmoedigend, al die regels… Om het nog maar niet te hebben over hoe ver je moet gaan. Als ik denk aan wat er allemaal in de wereld gebeurt, hoeveel mensen op de vlucht zijn en onmenselijk worden behandeld, dan krijg ik een schuldgevoel dat ik lekker op de bank kan hangen… Soms vind ik mijzelf maar een waardeloos christen, dan baal ik van mijzelf dat ik me er zo makkelijk vanaf maak. Het lijkt wel dat als je vrij wilt zijn, je maar beter met een boog om het christelijk geloof heen kunt lopen. Christenen maken het zichzelf zo lastig… Heb je zonder God niet veel meer vrijheid? 2. God geeft je de vrijheid dia 7 – God geeft je de vrijheid ‘Nee,’ zegt Paulus, ‘dan heb je het niet begrepen.’ Ja, als je christen bent, verandert er iets in je leven, maar dat is geen last, waarmee je je vrijheid opgeeft. We lazen: ‘hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon.’ God maakt je juist vrij van de macht van de duisternis en geeft je zo de vrijheid. dia 8 – het gaat niet om wat jij doet maar wat God doet Moet je voor God van alles? Nee, dat zou zo zijn als Paulus had geschreven: stap uit de duisternis en ga het rijk van Jezus binnen. Maar dat zegt Paulus niet! Hij zegt: Gód heeft ons gered en Gód heeft ons overgebracht. In het christelijk geloof gaat het niet om wat wij allemaal moeten doen, maar om wat God gedaan heeft en doet.
Afgelopen najaar hebben we hier in de kerk een Alpha-cursus gegeven. Op een van de cursusavonden kwam deze tekst ook voorbij: God heeft ons overgebracht. Bij die tekst moesten we een schilderij maken. Ik heb zelf ook meegedaan, met dit resultaat. Ik heb een lift geschilderd, of in ieder geval geprobeerd… Jezus wordt wel eens vergeleken met een brug die de kloof tussen God en ons overbrugt. Een mooi beeld, maar over een brug moet je nog lopen. Bij een lift is het anders: Jezus komt naar beneden om ons in zijn rijk te brengen. Jezus doet het. Als Paulus het heeft over hoe de Kolossenzen veranderd zijn, dan zit dat er ook steeds achter. De Kolossenzen moeten niet van alles, Gód heeft hen veranderd. Neem bijvoorbeeld vers 8: daar gaat het over de liefde die de Géést in de Kolossenzen opwekt. dia 9 – God maakt vrij van de macht van de dood Christelijk geloof gaat dus niet om ‘moeten’: God verandert je. De Kolossenzen hebben dat echt als een bevrijding ervaren! Niet omdat ze ontevreden met hun leven waren. Ga er maar vanuit dat het gewone mensen waren, zoals jij en ik. Mensen van wie het leven soms meezit en soms tegenzit. Maar geen mensen die zaten te wachten op een bevrijding. Maar als Epafras op een dag vertelt over Jezus, dat hij is opgestaan uit de dood, zijn ze nieuwsgierig. Iemand die uit zijn graf wandelt, daar moeten ze meer van weten! Hoe meer ze horen, hoe bevrijder ze zich voelen. Ze ontdekken waar het leven echt om gaat. Uit de duisternis naar het rijk van Gods Zoon, zo ervaren ze het nu echt. Voordat ze Jezus leerden kennen waren ze in de macht van de duisternis. En dáár zit het antwoord op waarom je voor vrijheid bij God moet zijn. Wat is vrij zijn? Ben je vrij als je helemaal niets hoeft, als niets of niemand macht over jou heeft? Volgens Paulus bestaat dat helemaal niet! Er is altijd iets dat jou beheerst. En als er één ding is waar niemand onderuit komt, dan is het wel de dood. De dood heeft macht over iedereen. Je weet dat je op een dag zult sterven, en dat is iets dat invloed heeft op je hele leven. Ben je dan vrij? God maakt je vrij van de macht van de dood. Jezus is opgestaan: de macht van de dood is gebroken! Dat opent de ogen van de Kolossenzen.
Opeens zien ze dat hun oude leven, waar ze best gelukkig in waren, altijd beheerst werd door de macht van het duister. Bij Jezus vinden ze zin, rust, houvast en liefde. Ze leven niet langer om te sterven! dia 10 – ook al blijft het duister trekken Het is echt niet zo dat de Kolossenzen superheiligen zijn. Ze voelen de macht van het duister trekken. En toch zegt Paulus dat God hen al hééft bevrijd. Ik kan enorm van mijzelf balen, ik kan voelen dat ik als christen tekort schiet, maar God zegt dat hij alles al gedaan heeft! Dát is vrijheid. 3. Dank God! dia 11 – dank God! ‘Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon.’ Dat is in één zin waar christenen in geloven. En je mag er blij mee zijn. Dat zegt Paulus ook: ‘breng met vreugde dank aan de Vader.’ dia 12 – wees dankbaar voor wat God heeft gedaan Ere wie ere toekomt: christelijk geloof gaat niet om wat wij allemaal moeten doen maar om wat God doet. Paulus zegt: ‘hij stelt u in staat te delen in de erfenis.’ Je mag ook zeggen: God heeft je gekwalificeerd. Zoals bij een sporttoernooi: daar mag je niet zomaar aan meedoen. Als ik mij zou aanmelden voor, ik noem maar wat, het Nederlands Kampioenschap badminton, dan moet ik eerst bewijzen dat mijn niveau hoog genoeg is. Ik zou dan al heel snel door de mand vallen… Voor het koninkrijk van Gods Zoon ben je ook niet zomaar geschikt: ook daarvoor moet je gekwalificeerd zijn. En dat ben je, niet op basis van je eigen prestaties, maar op basis van wat God heeft gedaan! Jezus is opgestaan: daarom wacht je een geweldige toekomst die nu al mag beginnen. Alle reden om dankbaar te zijn! dia 13 – dan ga je ook voor Gods rijk leven Dankbaarheid helpt je ook verder, veel meer dan een schuldgevoel. Misschien ben ik de enige die zo eigenwijs is, maar als ik moet veranderen wil ik het niet en kan ik heel koppig zijn… Maar als je God dankt voor wat hij voor je doet,
als je blij bent met God, dan merk je dat de macht van het duister steeds minder aan je trekt. Als je naar Jezus kijkt, als je zijn liefde op je laat inwerken, als je je verwondert over alles wat hij gedaan heeft, dan is dat duister helemaal niet meer zo aantrekkelijk. En als je baalt van jezelf, als je vindt dat je weer eens tekortschiet, houd het jezelf dan maar voor: ik ben vrij, God heeft mij bevrijd, het duister heeft het niet voor het zeggen in mijn leven! dia 14 – avondmaal: vier je vrijheid! Kijk maar naar Jezus, juist ook in het avondmaal, en dan wordt het nieuwe leven meer en meer werkelijkheid. Jezus is opgestaan: er wacht ons een geweldige toekomst. Nu al mogen we pootjebaden in het licht, en straks worden we er helemaal in ondergedompeld, is er nergens meer duister te bekennen. God heeft ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon: laten we dat aan het avondmaal vieren! Amen.
Kolossenzen 3,18-4,6 - Het nieuwe leven in de praktijk Liturgie Voorzang Gez 95,1.4Stil gebedVotum / groetZingen: Zingen: Ps 16,1.3.5’s Morgens: – Wet met Kol 3,1-17- Zingen: Ps 119,47.49GebedLezen: Kol 3,18-4,6 (’s middags Kol 3,1-4,6)Zingen: LB 106 Preek over Kol 3,18-4,6Zingen: LB 481Kinderen ’s Middags : – Geloofsbelijdenis- Zingen: Ps 135,1.8.12GebedCollecteZingen: Gez 164 in canonZegen
Opmerkingen: - ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected] Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. - bij deze preek is een A4-tje beschikbaar met preeksamenvatting en vragen; zie onder downloads/preekverwerking.
- deze preek is de derde preek in een serie over Kolossenzen 3 naar aanleiding van ons jaarthema ‘Het nieuwe leven’
Preek over Kolossenzen 3,18-4,6 – Het nieuwe leven in de praktijk Beste mensen: gasten, broers en zussen, gemeente van Jezus Christus 1. Vorige week hebben we Pasen gevierd. Jezus is opgestaan! Halleluja! Dat Jezus leeft, betekent direct iets voor ons leven. Wie in Jezus gelooft en Jezus als Heer aanvaart, die krijgt nieuw leven. Want dan ben je één met Jezus Christus. En dat betekent: omdat Jezus uit de dood is opgewekt, zijn ook wij met Christus uit de dood opgewekt! Dat Jezus is opgestaan, is dus goed nieuws voor ons allemaal. Maar als ik jullie zou vragen: nieuw leven, wat betekent dat voor jou in de praktijk? Wat zou je dan zeggen? Vind je het makkelijk om uit te leggen wat nieuw leven betekent in alledaagse situaties? En lukt het ook om op een nieuwe manier te leven? Ik kan me voorstellen dat je dat helemaal niet altijd zo makkelijk vindt. Bij mij gaat het in elk geval niet vanzelf. Christen zijn op je werk, hoe doe je dat? En in je gezin, in de opvoeding – heeft dat met christen-zijn te maken? Op deze eerste zondag na Pasen staan we daar met elkaar bij stil: wat is nieuw leven in de praktijk? Daarmee sluiten we het jaarthema van dit jaar af: ‘het nieuwe leven’ naar aanleiding van Kolossen 3. We hebben Kolossenzen 3 gelezen. Ik wil een paar kernpunten daaruit naar voren halen. Paulus wil laten zien dat de opstanding van Jezus betekent dat wij een nieuw leven gaan leiden. Op twee manieren maakt hij dat duidelijk. Kijk maar even mee in je Bijbel. De eerste: Paulus zegt dat wij met Christus opstaan. Laat daarom sterven wat aards is, wat niet bij Christus hoort – vers 1 en vers 5. De tweede manier: Paulus gebruikt een beeld: je verkleden. Oude kleren uittrekken – de oude mens met zijn manier van leven. En nieuwe kleren aan doen – de nieuwe mens. Kijk maar in vers 9 en 10.Daarbij geeft hij veel voorbeelden. Bij de oude mens denkt Paulus bijvoorbeeld aan ontucht, zedeloosheid, hartstocht, hebzucht, liegen, schelden, vloeken (vers 5-9); daardoor gaan relatis kapot. Bij de nieuwe mens aan meeleven, goedheid, geduld, vergeven, liefde (vers 12-14); daar worden relaties juist sterker van. Nu gaat hij verder met vier praktijksituaties: je huwelijk, je gezin, je werk, je omgang met nietchristenen. We zullen ze alle vier langslopen met elkaar. Let er op wat Paulus steeds doet. Hij wil laten zien: Christus is je Heer, je bent met Hem verbonden. Die Jezus zet hij midden in het gewone leven neer. Wat gebeurt er dan? Wat verandert er in je huwelijk, je gezin enz. als je bij Jezus hoort? Let daar op. Als je dat snapt, dan helpt je dat om altijd als christen te leven.
2. Als eerste: het huwelijk. Ik was pas op een feestje ter gelegenheid van een huwelijksjubileum. Maar wat hoorde ik daar? Dat drie huwelijken van mensen die ik min of meer kende op een echtscheiding uitgelopen waren. Daar schrok ik van, ook al weet ik dat heel veel huwelijken stuklopen. Mannen en vrouwen verschillen. Zo kun je elkaar aanvullen, maar ook kapot maken. Even wat stereotypen: vrouwen zijn meer op relaties gericht, zijn ontvankelijker, aanhankelijker. Mannen zijn meer ondernemend, er op uit om grenzen te verleggen, te streven naar vrijheid. Langzaam kunnen dingen scheefgroeien en kun je elkaar kwijtraken. Neem Suzan en Andre. Andre heeft een drukke baan, en hij is gesteld op zijn vrijheid. Tegelijk is hij wel dominant. Suzan verlangt gewoon naar gezelligheid en aandacht. Maar hij is er vaak niet. Alles in huis komt bij haar te liggen. Ze offert zich op, maar voelt zich ook steeds meer overbelast. Als Andre thuis komt, gaat ze steeds meer aan hem trekken. Hem manipuleren. Andre reageert allergisch en ontloopt Suzan. Suzan verlangt naar liefde, Andre wil een stuk waardering. Maar zij wordt een draak van een vrouw, hij een eenzame robot. Zo loopt hun relatie langzaam stuk. Stop, zegt Paulus. Wat past er nu bij de verbondenheid met de Heer? Heb je jezelf die vraag wel eens gesteld als je getrouwd bent? Jij als man, jij als vrouw – beide ben je een met Jezus Christus. Wat betekent het voor jullie huwelijk dat je allebei één bent met Christus? Kijk eens om je heen: dan zie toch dat de oude mens huwelijken kapot maakt? De nieuwe mens zorgt juist dat huwelijken sterker worden. Lees Kolossenzen 3 thuis nog maar eens door en bedenk wat voor effect oude en nieuwe mens op een huwelijk hebben. Paulus zegt: de man is de eerste, hoofd, de vrouw is de tweede. Als die eerste moet de man zijn vrouw liefhebben en niet bitter zijn. Dus geen dominante man. Geen man die wegloopt en afwezig is. Nee: neem als man je verantwoordelijkheid. Dat is: Van je vrouw houden. Je vrouw zien en trouw blijven. Voor haar zorgen. Haar hart zoeken. Zelf hart voor haar hebben, geen bitter hart. Tijd voor haar nemen. Van elkaar willen genieten. Mannen, heb je je vrouw al gekust vandaag? Voor de vrouw betekent het: laat je man de eerste zijn. Spreek hem daar desnoods maar op aan: ook hij moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Hij is de eerste, maar niet ten koste van alles. Wat past er bij je verbondenheid met de Heer? Dan kom je als man en vrouw allebei tot bloei. Omdat je allebei één bent met Jezus Christus.
3. En dan ouders en kinderen. Het gaat steeds slechter tussen Heidi en haar vader. Ze heeft het gevoel dat hij haar altijd zit te controleren. Of ze haar huiswerk wel maakt. Waar ze met haar vriendinnen naar toe gaat. Nooit is het goed genoeg wat ze doet. Commentaar op haar kleding, haar make up. Laatst had ze de tafel gedekt en had hij opmerkingen over hoe ze het bestek had neergelegd. Altijd heeft hij wat te zeuren. Nooit laat hij merken dat hij in haar geïnteresseerd is. Na school en in het weekend is ze steeds vaker bij Sacha, haar beste vriendin. Of ze zitten in een kroeg. En daar heeft hij niks mee te maken! Laatst hadden ze knallende ruzie – nou, hij zoekt het maar uit!
Maar als je bij Jezus hoort? Wat is de wil van de Heer voor ouders en kinderen? Paulus begint bij kinderen. Mooi vind ik dat: hij begint steeds bij diegenen die makkelijk in de knel komen. In het gezin zijn dat de kinderen. Tegen Heidi en andere kinderen zegt hij: vraag je af wat de Heer wil. Als je ouders je iets vragen, wat wil Jezus Christus dan? God geeft jou je ouders. Je ouders krijgen de opdracht om jou de weg te wijzen in het leven. Ze hebben de taak om jou te vertellen wie God is. Ze mogen je vertellen wat een leven met Jezus Christus betekent. Dat kunnen ze alleen als jij naar ze luistert. Bedenk daarom: achter je ouders staat Jezus. Maar ouders vallen soms tegen. Daarom komt er iets bij: kijk naar je ouders vanuit de genade van Jezus Christus. Als ze fouten maken, het zijn en blijven je ouders. Voor Heidi betekent dat: gehoorzaam je vader en heb geduld met hem, ook als hij lastig is. Maar ook Heidi’s vader heeft met Jezus te maken en met Jezus’ genade. Zonder de genade van Jezus zie je de fouten van je kind. Ben je kritisch. Is het misschien nooit goed genoeg. Wat betekent de genade van Jezus voor hem en andere christelijke ouders? Dit: leer naar je kind kijken vanuit die genade van Christus. Dat betekent: laat je kind voelen dat Jezus van haar, van hem houdt. Neem tijd voor je kind. Heb oog voor zijn of haar gevoelens. Verbitter ze niet, maar wijs ze een weg die goed is. De weg van Jezus Christus. Bemoedig en stimuleer ze. Vol liefde. Vanuit de genade van Christus.
4. En dan je werk. Paulus heeft het over slaven en meesters. Die hebben wij niet meer. Maar we zijn wel bijna allemaal of werknemer of werkgever. Tenminste, in ons werkende leven. Wat kan er ook daar makkelijk iets mis gaan. Ik weet nog goed dat ik als vakkenvuller in een supermarkt werkte met een baas waar ik helemaal gek van werd. Wat vond ik die man irritant. En hij mij, geloof ik. Vul zelf maar in wat er fout kan gaan. Hoe loopt het tussen jou en je baas, tussen jou en je medewerkers? Loopt het lekker, of juist niet? Stel je voor dat je een baas hebt die zijn beloften niet nakomt. Die dreigt met ontslag. Hoe zou je dan reageren? Hoe vaak heb jij in stilte op je baas gescholden? En als jij de baas bent: wat doe jij als je chagrijnig wordt van iemand uit je personeel? En dan is het Pasen. Jezus is opgestaan, het nieuwe leven begint. Wat betekent dat op je werk? Weer zet Paulus die levende Jezus midden in het dagelijks leven neer. Jezus leeft – jij krijgt nieuw leven door Jezus – en dus veranderen er ook dingen op de werkvloer. Nu zegt Paulus: Jezus is Heer, meester, de hoogste baas, van werknemers en werkgevers. Denk daar eens op door. Wat zou je doen als Jezus bij jou op het werk rond zou lopen? Wat betekent dat voor de baas, en voor zijn personeel? Voor personeel wil het zeggen: doe je werk niet voor je baas, maar voor Jezus. Paulus zegt in vers 23/24: Doe maar net of Jezus zelf je baas is. Niet alleen werken als je baas het ziet, niet de kantjes ervan aflopen. Ook geen dienstklopper zijn in de hoop dat je daar zelf beter van wordt. Niet werken met bijbedoelingen. Maar: werken vanuit je hart. Oprecht jezelf inzetten. Alsof het voor Jezus zelf is. Alsof Jezus er zo aan komt lopen om te kijken hoe het gaat.
En de baas, die heeft net zo met Jezus te maken. Wie is de directeur, wie is de werkgever? Dat is Jezus Christus. Jij als baas moet zelf verantwoording af leggen tegenover Jezus. Bedenk maar eens wat dat betekent. Goed voor je personeel zorgen. Ze geven waar ze recht op hebben. Een veilige werkplek. Een eerlijk salaris. Je beloftes nakomen. Zo dat jij je kunt verantwoorden tegenover de directeur in de hemel. Ook op de werkvloer is Jezus aanwezig. Als Heer, de hoogste baas.
5. Dat is nieuw leven. Als je met Jezus leeft, dan ken je Gods grote geheim. Je mag de kracht van de opstanding ervaren en zelf de nieuwe mens aantrekken. Je gaat je inzetten voor betere verhoudingen tussen mensen. Leven zoals God het wil. Wat zou het mooi zijn als iedereen dat geheim kent. Vind je niet? Paulus verlangt daar naar, dat proef je. Daarmee kom je bij de vierde situatie. Er zijn ook buitenstaanders. Dat zijn mensen die het geheim van Christus nog niet zelf ontdekt hebben. Paulus wil zo graag dat dat verandert! Wat zou het geweldig zijn als nog veel meer mensen dat nieuwe leven ontdekken! Ook hier denkt Paulus aan twee partijen. Je hebt mensen met een speciale roeping: mensen als Paulus die het geheim van Christus uitleggen. En de rest van de gemeente. Ook hier heeft hij voor beiden iets te zeggen. De voorgangers, de evangelisten, de zendelingen: zij hebben speciaal de opdracht om over Jezus Christus te vertellen. Dat wil zeggen: zoeken naar open deuren, naar momenten dat mensen benieuwd zijn naar Jezus en open staan voor Gods goede nieuws. En dan komt het er natuurlijk op aan. Zeg je dan het goede, ‘onthul je het mysterie van Christus zoals het moet’ – zegt Paulus in vers 4 – of niet? Alleen, Paulus schrijft vooral aan de rest van de gemeente. Die rest hoeft niet zelf fulltime evangelist te worden. Maar werkeloos aan de kant staan hoeft ook niet. Zij – jullie – kunnen bidden voor voorgangers, evangelisten, zendelingen. Doe je dat standaard, regelmatig? Hoe vaak bid jij voor zendelingen, voor evangelisatie-projecten, voor dominees, voor kerkplanters in Nederland? Doen, het is echt belangrijk. Lees het blad ‘Naast’, bedenk waar je voor kunt bidden, en steun hen met je gebed! Dat gebed is zo nodig. Ik heb dat nodig, en anderen hebben dat net zo hard nodig: gebedssteun van mensen om je heen. En het tweede: jullie zijn wel allemaal minstens deeltijd getuigen van Jezus. Jullie komen allemaal mensen tegen die niet in Jezus geloven. Op je werk, met sporten, in je buurt, op school, noem maar op. Wat doe je dan? Wat zegt Paulus? Nou, dit: benut elke gelegenheid. Elke gelegenheid waarvoor? Wat denk je? Het gaat hier om de gelegenheid om iets te vertellen over wie Jezus voor je is. Je hoeft niet te pas en te onpas over Jezus te vertellen. Maar als het past – doe het dan. En hoe: vriendelijk maar beslist. Twee dingen dus: wees niet lomp of onnodig confronterend. Maar sta wel voor je geloof en wees helder over wie Jezus Christus is: de weg, de waarheid en het leven.
6. Nu heb ik één vers overgeslagen en bewust voor het laatst bewaard. Hoofdstuk 4 vers 2. Want misschien word je wel een beetje moe van alles. Nieuw leven, dat is dit en dit en dit en dit – hoe moet ik dat allemaal voor elkaar krijgen? Daarom sluit ik af met 4 vers 2 en zo gaan we weer terug naar wie Jezus voor ons is. Want nieuw leven begint bij Jezus. Begint bij de Heilige Geest, die je hart verandert, in je komt wonen, die eerst jou van binnen uit nieuw maakt. Daar begint nieuw leven, nergens anders. En daarom zegt Paulus drie dingen: blijf bidden, blijf waakzaam, blijf dankbaar. Blijf bidden. Dat wil zeggen: houd je de relatie met Jezus levend. Vraag de Heilige Geest steeds weer om je te vullen. Bid om de kracht van de opstanding van Jezus Christus. Bid dat je het oude laat afsterven. Bid dat je de oude mens uittrekt en de nieuwe mens aan doet. Bid dat je steeds verder nieuw mag worden. Is dat nodig dan? Ja, dat is nodig. Leven als nieuwe mens gaat niet vanzelf; bij mij niet in elk geval. Waarom zou Paulus anders dat hele hoofdstuk Kolossenzen 3 geschreven hebben? Die oude mens wil heus niet dood. Die vecht voor zijn leven! Dat herken je toch wel, hoop ik? Dat hoe meer jij Jezus wilt volgen, hoe meer er ook tegenkrachten zijn? Leven vanuit de opstanding van Jezus Christus, dat betekent: er komt een gevecht in je leven. Geestelijke strijd. Dus zegt Paulus: blijf waakzaam. Op je hoede voor de vijand. Wie is dat, die vijand? Dat is de duivel. Maar het is net zo goed je eigen zonde, die oude mens in ons. Die oude mens is een kat in het nauw. Die heeft helemaal niks met Jezus. Let op dat je niet van Jezus wegglijdt. Blijf dichtbij Jezus Christus. Dus zegt Paulus: blijf dankbaar! God geeft ons zo geweldig veel. Vergeet het niet: je bent met Jezus uit de dood opgewekt. Je mag weer leven, vrij van zonde! Je hoort bij Jezus Christus. Je mag de nieuwe mens aantrekken. Leven in liefde. Dat is allemaal zo prachtig mooi! Wen er niet aan en vergeet het nooit. Voor mij als dominee wordt het zomaar gewoon, maar dat is niet goed. Je kunt niet zonder een hart dat geraakt is en dankbaar. Blijf bij dat geweldig grote cadeau van God: Jezus Christus – onze Heer. Hij leeft – Hij is ook jouw en mijn leven.
Kolossenzen 3,16 - Vol van Christus door het woord van Christus Het nieuwe leven (2)
Liturgie ■
■
■
■
Voorzang: Gez 167 Stil gebed Votum / groet Zingen: Gez 160
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Wet Zingen Ps 119,3.5.6 Gebed Doop: lezen doopsformulier en doopbediening Zingen: Gez 141,1.2 Aanbieden doopkaarten Gebed Lezen: Kolossenzen 3,5-17 Zingen: LB 328,1.2 Preek over Kolossenzen 3,16 Zingen: Gez 68,1.2 (’s Middags geloofsbelijdenisZingen LB 460,1.2.3) Gebed Collecte Zingen Ps 149,1.2 Zegen
Opmerkingen: - Ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected] - bij deze preek is een grote afbeelding (bijv. via een pp-dia) van het zg. IJsberg-schema nodig - bij deze preek is een A4-tje beschikbaar met preeksamenvatting en vragen; zie onder downloads/preekverwerking. - deze preek is de tweede preek in een serie over Kolossenzen 3 naar aanleiding van ons jaarthema ‘Het nieuwe leven’
Preek over Kolossenzen 3,16 – Vol van Christus door het woord van Christus Beste gasten, broers en zussen, broeders en zusters, 1. ‘Het nieuwe leven’, dat is dit seizoen ons jaarthema. Vanmorgen staan we daar voor de tweede keer bij stil. Nieuw leven, dat is er voor iedereen die bij Jezus hoort. Ook voor Lobke en Kars. Dat zegt de doop: ze worden bevrijd van hun oude leven en krijgen nieuw leven doordat ze bij Jezus Christus horen. Prachtig mooi. Nieuw leven krijg je doordat je een bent met Jezus Christus. En dus schrijft Paulus in Kolossenzen 3, vers 15 en 17: Laat in je hart de vrede van Christus heersen. Wees dankbaar. Doe alles wat je zegt of doet in de naam van de Heer Jezus. Dank God de Vader door Hem. Ik proef daar iets in van helemaal door Jezus beheerst worden. Doortrokken zijn van Hem. In alles met Hem leven. Vanmorgen ga ik er voor het gemak maar even van uit dat je dat wilt, nieuw leven krijgen door je eenheid met Jezus Christus. In de wijken of op groeigroepen, of op huisbezoeken kun je er natuurlijk over doorpraten of dat ook zo is. De preek vanmorgen gaat daar niet over.
Maar dan. Wat kun je er aan doen dat het ook gebeurt? Bij jezelf. Maar net zo goed bij je kinderen. Lobke en Kars. We weten allemaal dat lang niet iedereen die gedoopt is als kind, uiteindelijk ook kiest voor Jezus, onze Heer. Het klinkt mooi, Kolossenzen 3. Maar het klinkt ook als een hoog en groot ideaal. Te hoog en te groot. Of niet? Vind je het onbereikbaar, of herken je dat het in je leven ook zo gebeurt? Over die vraag denken we vanmorgen samen na aan de hand van 3,16: Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen. Onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft.
2. Laat Christus’ woord in je wonen. Waarom is dat belangrijk? Als je de nieuwe mens aan wilt trekken, waarom heb je dan het woord van Christus nodig? Vergelijk het eens met reclame. Je hebt een nieuw product ontwikkeld, bijvoorbeeld de nieuwe Seat Ibiza. Dan komt er een reclamecampagne met een Tv-spotje. Mooie modieuze mensen. Wervende teksten over het ontwerp met een rustig muziekje eronder. En dan een stoere beat als de auto aan het rijden is. The new Seat Ibiza. Beauty meets technology. Seat. Auto emoción. De fabrikant hoopt natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen dat spotje zien en de auto gaan kopen. Daarom wordt in het spotje op allerlei manieren geprobeerd om je te beïnvloeden Het gaat niet alleen om informatie over de nieuwe Seat Ibiza. Ook om een imago. Om emotie. Seat. Auto emoción. Kijk maar eens naar het schema. Het stond deze week in de Visie, de EO-gids: Je kunt mensen vergelijken met een ijsberg. Anderen maar een klein deel van wie je bent. Wat je weet en wat je doet. Veel groter is het stuk anderen niet kunnen zien. Dat heeft te maken met hoe je naar jezelf kijkt – je zelfbeeld. Je normen en waarden. Je eigenschappen. Je motieven, dus wat je drijft. Het stuk van de ijsberg dat anderen niet zien, bepaalt wat je doet, wat anderen wel kunnen zien. Zo’n TV-reclame probeert je daar te raken. Auto emoción. Zo gaat ook het evangelie niet alleen over je kennis en je gedrag, wat je weet en wat je doet. Het woord van Christus gaat over hoe je naar jezelf kijkt, je zelfbeeld. Bij Jezus ben je welkom, hoe zondig je ook bent. Bij Jezus krijg je vrijheid. Je trekt de oude mens uit en de nieuwe mens aan. Het woord van Christus gaat over je normen en waarden. Kijk in vers 5-14. Geen ontucht, zedeloosheid, hebzucht, maar liefde, medeleven, vergeving. Het gaat over je eigenschappen. Kijk maar in vers 12: goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Over je motieven. Denk aan het jaarthema van vorig jaar: gedreven door de liefde van Christus. Op al die lagen van de ijsberg wil Christus je veranderen. En mag je op Christus gaan lijken. Maar dat kan alleen als je je laat beïnvloeden door Jezus, door de Heilige Geest. En hoe kun je je laten beïnvloeden? Doordat de woorden van Christus rijkelijk in je wonen.
Dan gaat het dus niet alleen om kennis. Dan gaat het er om dat heel het onzichtbare deel van de ijsberg door het woord van Jezus veranderd wordt. Hoe meer je met het woord van Christus doet, hoe meer dat gebeurt. Dus waarom is het belangrijk dat Christus’ woord in je blijft? Om twee redenen: a. Heel de ijsberg moet door Christus’ woord gestempeld worden b. Dat kan alleen als je je steeds weer door Christus’ woord laat beïnvloeden en veranderen. 3. En hoe zorg je er nu voor dat Christus’ woord in je blijft? Ik wil drie dingen langslopen: - de rol van de bijbelde plek van de gemeente - het belang van zingen Eerst de bijbel. Er staat immers: laat Christus’ woorden in u wonen. Vroeger stond er ‘het woord van Christus’. Dat vind ik een betere vertaling. Het laat zien dat je niet alleen moet denken aan woorden van Jezus zelf. Het woord van Christus, dat is ook de boodschap over Christus. Dat is de bijbel, waarvan Christus het hart is. De bijbel is belangrijk als je nieuw leven wilt krijgen. De woorden van de bijbel beïnvloeden je, veranderen je, zodat je het nieuwe leven krijgt. Hoe laat jij je beïnvloeden door de bijbel? Hoe stel jij je daar open voor? En als je kinderen hebt, wat doe je om je kinderen het woord van Christus mee te geven? Als het om kinderen gaat: in de laatste doopvraag beloof je je kind te onderwijzen en te laten onderwijzen om de betekenis van de doop te leren begrijpen. Daarmee beloof je dus: ik zal mijn kind als eerste zelf onderwijzen. Hoe doe je dat? Dat kun je niet uitbesteden aan de kerk of aan een school. De eerste verantwoordelijkheid ligt thuis, bij jullie als ouders. Willen jullie dat Christus’ woorden wonen in je kinderen? Zet je daar dan voor in! Dat begint met elke dag met je kind lezen uit de kinderbijbel. Een peuterbijbel voor je kinderen als ze peuter zijn. Later een kleuterbijbel, een kinderbijbel. Zorg ervoor dat je kinderen de Bijbelverhalen kennen. Want verhalen vormen je net als een reclame-spotje. Ze beïnvloeden de hele ijsberg. Bijvoorbeeld het verhaal van Jezus die zegt: Laat de kinderen tot mij komen. Je weet wel: moeders willen dat Jezus hun kinderen zegent. De leerlingen van Jezus sturen hen weg. Maar Jezus roept ze terug: kom maar. En hij zegent ze. Daarin proef je de liefde van Jezus. Je kind leert: Jezus houdt van mij en ik mag altijd bij Hem komen. Hij heeft altijd tijd voor me. Dat gaat over hoe je naar jezelf kijkt, over je zelfbeeld. Maar Jezus geeft ook een voorbeeld van liefde. Jezus heeft aandacht voor mensen en voor kinderen. Dat verandert je normen en waarden. Maar ook je eigenschappen als je op Jezus gaat lijken. En als je van Jezus gaat houden, dan wordt die liefde een drijfveer in je leven. Ik
wil van Jezus houden. Laat daarom het woord van Christus wonen in jullie huizen! 4. Hoe blijft Christus woord in je wonen? Als tweede de plek van de gemeente. Paulus zegt: onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid. Wij zijn daar erg voorzichtig mee geworden. Elkaar vermanen? Voor je het weet voelt de ander zich op de teentjes getrapt. ‘Waar bemoei je je mee?’ I k heb daar begrip voor. Vermanen is moeilijk. Vaak gaat het bij vermanen alleen over het topje van de ijsberg: over kennis – weet je dat niet? En over gedrag – ga twee keer naar de kerk, betaal je VVB, doe aan bijbelstudie. Dan voel je je al snel op de vingers getikt. ‘Jij hoeft mij de wet niet voor te schrijven.’ Maar wat krijg je dan? Gebeurt het nog? Praten met elkaar over je keuzes? TV-gebruik, uitgaan, schoolkeus, met geld omgaan, huwelijksproblemen, verkering, meedraaien in de gemeente, invulling van de liturgie? Weinig– of vergis ik me dan? Iedereen gaat zijn eigen gang. Terwijl Paulus zegt: onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid. Dat zegt hij niet tegen een clubje dominees en ouderlingen. Tegen ons allemaal – onderwijs en vermaan elkaar – in alle wijsheid. Hoe doe je dat dan op een goede manier? Denk dan weer aan die ijsberg. Begin niet bij kennis en gedrag. Maar bij het stuk ijsberg dat je niet ziet. Praat met elkaar over zelfbeeld, normen en waarden, eigenschappen, motieven. En help elkaar zo om helemaal door Christus gestempeld te zijn. Laat Christus’ woord zo in de gemeente wonen. Een voorbeeld: sex voor het huwelijk. Je kunt zeggen: sex voor het huwelijk mag niet – dat is de regel. Je kunt vragen: waar staat in de bijbel dat het niet mag – dat is de kennis. Maar je kunt het ook over je zelfbeeld hebben.God zegt: je bent een tempel van de Heilige Geest. God heeft seksualiteit geschapen zodat een man een vrouw hun liefde naar elkaar kunnen uiten. Wil je dat dan gebruiken als een snack, een snoepje? Wil je de eerste keer stiekem, snel, gemeenschap hebben, bang dat er een zwangerschap van komt? Ben je dan een tempel van de Heilige Geest? Of over eigenschappen, normen en waarden. Met hoeveel verschillende partners wil je seks hebben in je leven? God is een God van liefde en trouw. Hij wil een liefdesrelatie, een verbond: één God, één volk. Wat past daarbij? Een levenslange relatie tussen één man en één vrouw. Een huwelijksverbond van liefde en trouw. Over motieven. Waarom wil je zo graag seks hebben? Omdat je bang bent dat ze je achterlijk vinden? Omdat je bang bent de ander kwijt te raken? Omdat iedereen het doet? Waarom zou jij niet kiezen voor liefde. Voor naar elkaar toegroeien? Voor geduldig wachten? Onderwijs en vermaan elkaar zo in alle wijsheid – en laat het woord van Christus in de gemeente wonen.
5. Hoe blijft Christus’ woord in je wonen? Als derde door te zingen. Zo sluit Paulus af: zing met heel je hart psalmen, hymnen en liederen. Herkennen jullie, dat God muziek gebruikt om je dichtbij hem te houden? Ik merk het zelf. Als ik voor een keus sta – ga ik zondigen of niet – dat er een christelijk lied door mijn hoofd gaat. Ik hoor het van anderen, hoe belangrijk muziek is in hun geloof. En dat is ook logisch! Geloven is niet alleen een kwestie van kennis en gedrag. Dat is maar het topje van de ijsberg. Er zit van alles onder. Emotie, gevoel, hoe je in je vel zit, waar je je verbonden mee voelt, wat je drijft. Muziek heeft daar invloed op. Denk weer even aan dat Seat-spotje voor de nieuwe Seat Ibiza. Een relaxed muziekje zolang het over de auto gaat. Maar als er gereden wordt, klinkt er een stevige beat. Muziek beïnvloedt. Ook God, de schepper van muziek, maakt gebruik van muziek. Paulus zegt hier heel expliciet dat de Geest ons liederen ingeeft, vol genade. Muziek raakt je hart en komt vanuit je hart. Zing dus. Gebruik christelijke muziek om dichtbij God te blijven. Of dat nu een mannenkoor is, of een gospelband; een CD voor kinderen of voor volwassenen – maak er gebruik van. Laat God je beïnvloeden. Laat het woord van Christus zo in je wonen. Kijk eens hoe belangrijk dat is in de opvoeding van kinderen. Leer je kinderen christelijke liederen. Dat kan op school. Maar leer het zelf ook aan je kinderen! Er zijn zoveel leuke CD’s met christelijke kinderliedjes. Wat voor muziek staat er aan bij jou in de huiskamer? Als dat muziek is waardoor het woord van Christus spreekt, dan helpt dat. Dan woont zo Christus woord in jouw huis. En zing ook zelf met heel je hart. Door met heel je hart te zingen, raakt ook je hart vol van Christus, vol van zijn woord, zijn Geest. Wie met heel zijn hart zingt, geeft God de ruimte om in heel zijn leven aanwezig te zijn. Ik hoor wel eens mensen klagen over hoe er gezongen wordt hier in de kerk. Zo mat, zo geestloos. Dit vers uit Kolossenzen is een goede gelegenheid om jullie de vraag voor te leggen: Zingen jullie met heel je hart? Zingen jullie voor God? Door te zingen blijft Christus’ woord in je wonen. 6. Drie dingen dus waardoor Christus’ woord in je blijft wonen: - de bijbel - het gesprek met andere christenen in de gemeente - zingen van liederen Maar: er zijn ook dingen waardoor Christus’ woord uit je weggezogen wordt. Bijvoorbeeld als het om kinderen gaat: waar laat je je kinderen naar kijken? Weten jullie wat je kinderen allemaal naar zien op TV? Voor deze preek heb ik eens een filmpje van Jimmy Neutron van Nickelodeon bekeken. Op zich een vrij onschuldig filmpje. Maar als je wat beter kijkt, en denkt aan het stuk van de ijsberg dat niet zichtbaar is – zelfbeeld, normen en waarden, eigenschappen en motieven – dan mis ik zo de gezindheid van Christus in dat filmpje. De figuren schelden. Ze proberen elkaar af te troeven met gevatte opmerkingen. Aardig zijn – ho maar. En iedereen gaat voor zichzelf
of hoogstens voor zijn eigen clubje. Als je kinderen altijd naar zulke filmpjes kijken, wat denk je dat dat met ze doet? Ze nemen dingen over van Jimmy en zijn vrienden. Net noemde ik het verhaal van Jezus die de kinderen bij zich laat komen en zegent. Dat verhaal heeft invloed op wat er van de ijsberg niet zichtbaar is. Maar zo’n filmpje dus ook. En denk aan TV-series voor volwassenen. Goede tijden slechte tijden. Onderweg naar morgen. Onschuldig zou je zeggen. Maar als die series je dagelijks brood zijn, wat voor mens word je dan? Je zelfbeeld spiegelt zich aan de hoofdrolspelers in de serie. Je normen en waarden worden beïnvloed door hoe het in de serie toegaat. In zo’n serie hebben de figuren elk hun drijfveren. Wat doet het met je als je wilt zijn als iemand die helemaal voor zichzelf gaat? Aan wie spiegel je je: aan Jezus Christus, dan groeit het nieuwe leven. Of wil je lijken op iemand die niet bij Jezus past? Dan groeit de oude mens. Dat wil je toch niet? Alsjeblieft mensen, ga eens na hoeveel tijd je neemt voor het luisteren van christelijke muziek, het lezen van christelijke romans, Bijbellezen. En zet daar naast de tijd die opgaat aan TV-kijken van niet-christelijke films en series, luisteren naar muziek die leeg is en je niet bij God brengt; uitgaan. L aat je dan Christus’ woord in je wonen, of zet je zijn woord buiten de deur? Lieve mensen, luister naar Paulus. Wil je het nieuwe leven krijgen? Laat dan Christus’ woord in al zijn rijkdom in je wonen. Vol van Christus door het woord van Christus.
Kolossenzen 3,5-11 - Nieuwe kleren aan? Laat ze niet vies worden! Het nieuwe leven (1) Afsluiting 30-dagen project ‘Leven vanuit Jezus’. Liturgie ■
■
■
■
■
Voorzang Ps 24,4.5 Votum / groet Zingen: Ps 93,1.3 We tZingen: Ps 119,13
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Gebed Lezen: – Kol 1,9-20- Kol 3,1-11 (Tekst: 3,5-11) Zingen: LB Gez 462,1.3Preek over Kol 3,5-11 Zingen Gezang 170,1-3 (’s Middags geloofsbelijdenisZingen gez 108) Kinderen terug Zingen: Gezang 4,1 Afsluiting 30 dagen project – Leven vanuit Jezus Moment van toewijding: stilte en gebed Staande zingen: Gez 167,1.3 Gebed Collecte Zingen Gez 111 Zegen
Opmerkingen: - Ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected] - bij deze preek is een A4-tje beschikbaar met preeksamenvatting en vragen; zie onder downloads/preekverwerking. - deze preek is de eerste preek in een serie over Kolossenzen 3 naar aanleiding van ons jaarthema ‘Het nieuwe leven’ 1. Preek over Kolossenzen 3,5-11 – Nieuwe kleren aan? Laat ze niet vies worden! 1. Het is woensdagmiddag – lekker vrij. Thomas heeft er zin in. Hij mag gaan spelen bij Bram. En dat is altijd leuk, want Bram woont op een boerderij. Je kunt er heerlijk dollen met de hond. Of met je fiets rondcrossen op het erf. Of bij de koeien kijken. Op zoek gaan naar konijnen in de weilanden. Slootje springen. Na het middageten in de grote keuken van de boerderij gaan Bram en Thomas naar buiten. Ze gaan eerst even bij de koeien kijken, maar dat zijn ze al snel zat. Ze lopen wat rond over het erf. Gooien steentjes naar de hond. Ze plagen Iris, het zusje van Bram. Echt van die grote stoere jongens – ze vervelen zich. Brams moeder komt naar buiten. ‘Jongens, als jullie Iris aan het huilen willen maken, ga je maar ergens anders naar toe. Ophouden daarmee.’ Het zit Bram en Thomas niet helemaal lekker. Stoer lopen ze over het erf – maar ze zijn niet meer zo vrolijk. Ze gaan de weilanden in. Slootje springen. Weer een sloot. Thomas haalt het makkelijk. Maar dan – oei! Bram valt bijna. Thomas moet keihard lachen – Ja, een nat pak! Bram landt met zijn laars net in de modder van de slootkant. Dat loopt net goed af. Op naar een andere sloot. Bram neemt een aanloop en springt. Ook Thomas rent. Hij springt. Net in de slootkant. Maar die brokkelt af. Hij wankelt, en valt achterover. Kopje onder. Bram staat op de kant te lachen.
Brrr, wat is dat koud. Het was nog best een end lopen terug naar de boerderij. Druipend staat Thomas bij de deur. Brams moeder komt er aan. ‘Wat is dat? Een nat pak? Je stinkt!’ Ze zet hem in bijkeuken. De douche is vlakbij. ‘Trek hier je kleren maar uit. Ik wil je zo niet in huis hebben. En dan meteen de douche in. Dan pak ik nieuwe schone kleren voor je, die mag je wel van Bram lenen.’ Een kwartier later zit Thomas in de keuken met een beker warme chocolademelk. Hij is weer schoon. Fris gedoucht, nieuwe kleren aan. ‘En nu niet meer vies worden hè!’ zegt Brams moeder. Wie van jullie is er – misschien lang geleden – wel eens in de sloot gevallen? Christen-worden kun je vergelijken met Thomas. Met je verkleden. Eerst moeten al die vieze natte stinkkleren uit. Douchen en weer schoon worden. Nieuwe schone kleren aan. En dan de waarschuwing: Zorg dat je kleren nu niet weer vies worden hè! 2. Stel je voor dat Thomas gezegd had: Nee, ik wil mijn eigen kleren aanhouden. Ik wil best schone kleren van Bram aan, maar ik doe mijn eigen kleren niet uit. Gewoon erover heen. Wat krijg je dan? Dan krijg je dat die nieuwe schone kleren ook vies worden. Het stinkende water druipt er door heen. Je ziet op de nieuwe kleren steeds grotere donkere natte plekken. En uiteindelijk heb je twee stel vieze natte kleren over elkaar aan. Dat kan niet. De oude vieze kleren moeten eerst helemaal uit. En dan ook weg ermee. Want natte stinkkleren maken je nieuwe schone kleren zo maar weer vies. Zo is het ook met christen-zijn. Er is iets wat eerst helemaal weg moet. Paulus noemt dat de oude mens en zijn leefwijze. De oude mens, dat is de mens die verbonden is met Adam – onze eerste voorvader. De Adam van de zondeval. De mens die van God los is. Die een gebroken relatie met God heeft. Dat ben jij zelf, voordat je Jezus leert kennen. Zonder hoop, zonder God, zonder uitzicht. Je weet één ding zeker: op een dag sterf je. Dat ben jij zonder Jezus – iemand die zijn bestaansrecht verloren heeft. Wat doet die oude mens? Welk gedrag hoort bij die oude mens? Kijk maar wat Paulus opnoemt: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten, hebzucht, woede, drift, vloeken, schelden, liegen. Christen worden wil zeggen: dit moet helemaal weg. De oude mens moet je uittrekken. Jij moet sterven met Christus. Je moet radicaal kappen met je oude gedrag. Weg met die vieze natte kleren. Uit! Christus wil je ervan verlossen. Hij sterft voor je. Jij mag met Hem sterven. Hij zorgt ervoor dat je je oude kleren uit kunt trekken. Hij zorgt dat het kan, dat jij je bekeert. Bekeer je dus, en blijf voortaan weg bij al dat oude. Blijf weg bij die leefwijze van de oude mens. Bid of de Heilige Geest je ervan los wil maken. Bid elke keer als je bijna de fout in gaat of de fout in gegaan bent: Heilige Geest, laat dat oude sterven met Jezus. Heb jij je bekeerd en je leven aan Jezus Christus gegeven? En daarna: Blijf je weg bij het oude? Wil jij dat? Doe jij dat?
Ontucht en zedeloosheid. Wil je weten wat dat is? Kijk in het uitgaanscircuit. Schaars geklede danseressen, paaldansacts, schuren, noem maar op. Durf jij samen met je ouders alle foto’s te kijken op de website van de discotheek waar je regelmatig komt? Stel jezelf de vraag voor je uitgaat: Zou Jezus hier ook naar toe gaan? En mag Jezus altijd over je schouder meekijken als je achter internet zit? Hartstocht, lage begeerten. Wat dat is? Kijk maar eens wat er in mensen loskomt als ze teveel gezopen hebben. Platte humor, vunzigheid, agressie, geweld. Wat gebeurt er op buurtfeesten of op bedrijfsfeesten als het laat wordt? Ga je daar heen? Wil jij Jezus daar tegenkomen? Hebzucht. Denk aan AIG, die Amerikaanse verzekeraar. Nadat de Amerikaanse regering een krediet van 85 miljard dollar gegeven had, vond de bedrijfstop het tijd voor een feestje. Kosten: meer dan 300.000 euro. En denk nu niet: O, wat erg hè? Want die mentaliteit van rijk willen zijn, met geld willen kunnen smijten, alles willen hebben wat je hartje begeert, die beïnvloedt ons ook. Bekijk de afschriften van je bank eens. Waar gaat je geld heen? Hoeveel geld geef je weg? Kom je aan de 10%? Hoeveel dingen koop jij die je niet nodig hebt? Kun jij echt zeggen dat je niet hebzuchtig bent? Wat leer je je kinderen? Leer je ze om geld weg te geven? Of leren ze alleen maar: Als ik zeg wat ik wil hebben, dan krijg ik het? Leer je ze vrijgevigheid of hebzucht? Vloeken en schelden. Vroeger stond er ‘laster en vuile taal’. Hoe vaak gebruik jij het f-woord? Hoe praat je over anderen? Hoe reageer je als iemand je in de auto niet zo netjes behandeld? Scheld je ‘m verrot? Vind jij het stoer om te vloeken, te schelden, gore moppen te vertellen? Of vind je dat ik nu moeilijk doe. Dat het misschien niet netjes is al die dingen maar dat we ons er ook niet al te druk over moeten maken. Zulke dingen horen nu eenmaal bij het leven? Kijk dan eens wat Paulus zegt: Om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Het maakt God wel wat uit. God is er echt boos over. Zijn toorn treft je. Zijn toorn treft al die rijke graaiende bankiers van Wallstreet en de Amsterdamse Zuidas. Maar net zo goed die jaloerse mensen uit een rijtjeshuis die ook wel zo rijk zouden willen zijn. Of feestende jongeren die zich te buiten gaan aan alcohol op party’s die niet kunnen. God is er boos over. Over onze oneerlijke wereld, vol onrecht, porno, vloekende mensen, en driftkikkers. 3. Begrijp me goed: boos zijn is niet wat God graag wil. Wat wil je als je in het water gevallen bent? Je wilt niets liever dan je verkleden. De kinderen hebben bij het kinderblad niet voor niets een aankleedpop gekregen. God wil dat wij ons verkleden. Uit, die oude druipende stinkende kleren. Schoon worden, en nieuwe kleren aan. God heeft hart voor ons. Hij is er boos over als hij ons daar ziet staan – vies, nat, stinkend. Maar hij wil niets liever dan dat jij er anders uit gaat zien – schoon, droog, mooie kleren. En hij geeft je daarvoor prachtige nieuwe kleren. Stel het je maar voor. God komt naar je toe. Hij zegt tegen je: Trek die vieze kleren maar uit. Die
kunnen weg, je hoeft ze nooit meer aan. Je trekt je oude kleren uit. Doe het zelf maar eens. En kijk eens waar hij dan mee komt. Hij geeft je nieuwe prachtige kleren. Voortaan zie je er tip-top uit. Hij kijkt met plezier naar je. Snap je waar dat over gaat? Waar moet jij aan denken bij God die je nieuwe kleren geeft? Dat verkleden, dat uittrekken van oude kleren en dat aantrekken van nieuwe kleren, dat is een beeld voor het moment dat je christen wordt. Denk maar aan de doop. Waarom kregen kinderen vroeger altijd een witte doopjurk aan? Waarom hebben volwassenen die gedoopt worden vaak witte kleren aan? Nou: als je christen wordt, als je je bekeert en je leven aan Jezus geeft, als je gedoopt wordt, dan verkleed je je. Je trekt je oude leven uit, en je mag Jezus Christus aantrekken. Hij is de nieuwe set kleren die God aan je geeft. Voortaan hoor je bij God. Je bent nu zijn kind. Je bent altijd welkom bij Hem. Je mag leven – voor altijd. Nooit meer hoef je bang te zijn voor de dood. Je bekeren, stoppen met het oude leven, christen worden, Jezus aannemen, gedoopt worden: dat is het moment van verkleden. Oude kleren weg – Jezus aantrekken. Let op: je verkleden is niet: ik stop met mijn oude leven en nu ga ik zelf een ander leven leiden. Je verkleden is: God vraagt me mijn oude kleren uit te trekken. En ik krijg van Hem nieuwe kleren – Jezus zelf, de nieuwe mens. En zo word ik een nieuwe mens – voordat ik iets goeds gedaan heb. En dan komt er vanzelf ook een ander leven. Heb jij je al verkleed? Heeft God jou ook schone kleren gegeven? Heb jij Jezus aangetrokken? En als je nog geen christen bent – wil je van God een set nieuwe kleren krijgen? Wil jij ook Jezus aantrekken? Het kan! God wil je nieuwe kleren geven. 4. En dan? Als je die nieuwe kleren aangetrokken hebt, is het dan klaar? Nee. Paulus schrijft aan mensen die al christen geworden zijn: Jullie hebben de oude mens uitgetrokken en de nieuwe mens aangedaan. Tegen die mensen zegt Paulus twee dingen: Het eerste: zorg dat je kleren nu niet weer vies worden. Al die vermaningen kun je zo samenvatten. Je bent gestopt met je oude leven. Je vieze natte kleren heb je uitgetrokken. Nieuwe droge kleren aan. Zorg ervoor dat je ze niet vies worden. Spring niet weer in de sloot. Blijf bij dat oude leven weg. En Paulus zegt als tweede: God zelf blijft ook met je nieuwe kleren bezig. Het lijkt wel of die kleren nog niet af zijn. Of je bij een kleermaker komt om nieuwe kleren te passen. Kijken of het al goed is. Terwijl je ze al draagt worden ze steeds verder af gemaakt. Je hebt de nieuwe mens aangetrokken. En die nieuwe mens wordt steeds verder vernieuwd. De nieuwe mens aantrekken, dat is het begin van een proces dat doorgaat. Wat denk je dat dat betekent? Dat jij nu aan de slag moet? Dat jij nu moet gaan liefhebben, goede
dingen moet doen, noem het allemaal maar op? Nee, daar gaat het nog steeds niet over. Pas in vers 12 komt dat ook aan de orde. Nee, God geeft je nieuwe kleren en God gaat met die nieuwe kleren verder. De Heilige Geest vernieuwt je steeds verder. De Geest zorgt er zelf voor dat jij steeds meer gaat lijken op Jezus. Er staat: Hij vernieuwt je naar het beeld van de schepper. Wie is het beeld van God bij uitstek – Col 1,15: Jezus Christus. Lijken op Jezus en lijken op God – het is dus hetzelfde. Wie lijkt op Jezus, lijkt op God. Dan is de vraag die jij en ik als christen onszelf moeten stellen: hoe ben ik christen? Had ik liever mijn ouwe vieze kleren aangehouden onder de nieuwe schone kleren? Wil ik terug naar al die dingen die Paulus hier noemt? Maar dat kan niet! Dan druipt al dat vieze slootwater er zo weer door heen! En ik werk compleet tegen God in die me juist verder vernieuwen wil! Of kies je echt voor het nieuwe leven? Dan bid je elke dag: Heer, ik wil me helemaal aan u geven. Maakt u mij vandaag verder nieuw. Zorgt u er zelf voor dat ik steeds meer op u ga lijken? 5. Ik sluit af met die zin die gaat over het verkleden, de oude mens uittrekken en de nieuwe mens aandoen, vers 9 en 10. Hoe begint en eindigt die? Bedrieg elkaar niet – want je hebt je verkleed – en zo kom je tot inzicht. Niet elkaar bedriegen, maar tot inzicht komen. In de Colossenzenbrief komen ze steeds weer terug: kennis, volledig inzicht, waarheid, wijsheid. Wat denk jij dan? Kennis – ach, kennis kun je ook in boeken opzoeken. Het gaat om ervaring, beleving, gevoel? Waarheid – ja, dat vonden ze vroeger belangrijk, maar dat gaat over mijn hoofd heen – ik vind echtheid en authenticiteit veel belangrijker. Vergis je niet! Wat heb jij als je vieze natte kleren draagt, heb je niks aan iemand die zegt: Hier, nieuwe kleren. Trek ze over je oude kleren heen. Hou die oude kleren maar aan? Daar heb je niks aan, je nieuwe kleren worden net zo vies als de oude. Hoe wil jij wegblijven bij het oude leven en steeds meer op God wilt gaan lijken? Dan wil je weten waar God van houdt, wat Gods Geest belangrijk vindt, wat Jezus zou doen. Hoe ben jij christen geworden? Door jezelf in te spannen? Nee, door Jezus, de nieuwe mens aan te trekken. Dat ene is beslissend omdat God van je houdt. Rijk of arm, Fries of Turk, werkeloos of op de top van je carrière, geboren in de kerk of nog maar net christen – het maakt niet uit. Als je de nieuwe mens maar aangetrokken hebt. Die waarheid wil je toch horen? Waarheid is bevrijdend.
Wie de waarheid kent, die verdwaalt niet. Die weet de weg. Inzicht helpt je om goede keuzes te maken. De nieuwe mens is iemand met steeds meer inzicht. Die niet zo maar wat doet en aanrotzooit. Iemand die elke keer weer vraagt: Heer, wat wilt U dat ik doe? Iemand met een armbandje om: WWJD? Daarom vind ik het mooi dat er bij dat boekje van Yaconelli zo’n armbandje zat. WWJD? Dat is een armbandje dat je kan helpen om iemand te zijn met inzicht. Ik wil op Jezus lijken. Ik wil op God lijken. Belangrijk vinden wat Hij belangrijk vindt. Op plekken komen waar Hij graag zou komen. Keuzes maken waar Hij blij mee is. Hoe meer je zo leeft, hoe meer je tot inzicht komt. Want je hebt van God nieuwe kleren aangekregen – laat ze niet weer vies worden.
Kolossenzen 3,1-4 - de kern van ons geloof: een nog onzichtbaar geheim De kern van ons geloof: een nog onzichtbaar geheim Uitzending Radio Eenhoorn Ds. Hans Burger
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Voorzang: Ps 123,1 Votum / groet Zingen Ps 8,1.3.4 Wet: een verkorte, NT versie, gevolgd door Kol 3,1-17 Zingen: Gez 164 Gebed Moederdag: GK 132,2 (dank u voor alle goede moeders).4.6. Lezen: Kol 2,6-3,4 Zingen: Ps 110,1.2.3 Tekst: Kol 3,1-4 Preek Zingen: Gez 68 (was GK 25) (’s middags geloofsbelijdenis Zingen Gez 161,1.4 (NG 82) Gebed Collecte Zingen: Gez 79,1.5.6 (was GK 13) Zegen
Opmerkingen: - hierboven is de nummering van het nieuwe Gereformeerd kerkboek gevolgd. - ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected]
Preek over Kolossenzen 3,1-4 – de kern van ons geloof: een nog onzichtbaar geheim Broers en zussen, luisteraars, lieve mensen, 1. Waar gaat het christelijk geloof over? Hebt u daar een idee van? Er is een cursus over het christelijk geloof, de Alpha-cursus. Die cursus kun je hier bij ons in de gemeente ook doen. In de eerste les van die cursus komen een aantal vooroordelen tegen het christelijk geloof aan de orde: het is saai, het is achterhaald, en het is onwaar. Christelijk geloof, dat is iets van vroeger; het is voor mij niet belangrijk, je hebt het niet nodig. Tegelijk kijken mensen in Nederland tegenwoordig weer positiever aan tegen de kerk. De kerk is niet iets voor mij, maar voor de maatschappij is het wel goed dat de kerk er is. Ga maar eens na hoeveel vrijwilligerswerk gedaan wordt door mensen die lid zijn van een kerk. Of kijk eens hoeveel geld kerkelijke Nederlanders geven aan goede doelen. Of denk aan de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Als het gaat om de uitvoering van die wet, doet de overheid graag een beroep op de kerken. Voor de samenhang in de maatschappij zijn de kerken daarom erg belangrijk. Anderen zien de kerk als leverancier van spiritualiteit. Niet de mijne, ik zoek het ergens anders. Er zijn zoveel plekken waar je uit spirituele bronnen kunt putten. De kerk is daar één van. Mooi als je er wat aan hebt en als je daardoor een spiritueler mens wordt. Zo zijn er allerlei ideeën over wat het christelijk geloof inhoudt. Maar volgens mij hebben we het belangrijkste van het christelijk geloof nog niet bij de kop gehad. Voor ons, christenen, is Jezus Christus en het verbonden zijn met Jezus Christus de kern van ons geloof. Als je de plek van Jezus Christus in het christelijk geloof niet door hebt, dan snap je niet wat christenen voor mensen zijn, wat hen drijft; dan snap je ten diepste niet wie ze zijn. Maar hier ligt wel een lastig punt: je kunt Jezus Christus nog niet zien. En het effect van die verbondenheid met Jezus Christus op het bestaan van christenen is ook nog maar gedeeltelijk merkbaar. Het belangrijkste van het christelijk geloof kun je dus nog niet zien. Dat maakt het moeilijk grijpbaar van buitenaf. Tegelijk: christenen zijn soms misschien saaie mensen, het christelijk geloof is dus geen saai, maar een spannend geloof, iets van op weg zijn, van uitzien naar een onbekende toekomst. Het is een geloof met een geheim – ook voor onszelf, als christenen. 2. Het meest belangrijke van het christelijk geloof is nog niet zichtbaar. Daarover gaat het in het bijbelgedeelte waar we vanmorgen bij stil staan.
Bij dat bijbelgedeelte is wel wat uitleg nodig.. Volgens Paulus is Jezus Christus in zijn leven, sterven en opstanding een weg gegaan, een weg naar God. En zo heeft hij voor ons de weg naar God gebaand. Wat is het eindpunt van die weg? Dat is het bij God-zijn, op de plek waar God woont. De bijbel heeft het dan over Gods luister, zijn glorie, zijn heerlijkheid. Zijn indrukwekkende uitstraling. Het eindpunt van de weg van Jezus Christus is die luister van God. Zou je die luister van God niet eens willen zien? Maar dat eindpunt is dus nog onzichtbaar. Jezus Christus is al op dat onzichtbare eindpunt. Daarom is ook hij onzichtbaar. Hij is gekruisigd, hij is dood gegaan en begraven. Maar het bijzondere is: zijn graf is open gegaan. Hij heeft gewonnen van de dood. Hij leeft nu in die onzichtbare werkelijkheid, Gods licht en glorie. Maar dat onzichtbare eindpunt zal onthuld worden. Dan zien we Jezus Christus weer. Dan zien we Gods luister. Jezus Christus neemt je mee op die weg, als je in Hem gelooft. Wij leggen dezelfde weg af als hij, maar we zijn nog niet even ver als hij. Maar het is zo zeker dat we op datzelfde eindpunt aankomen, dat je kunt zeggen: wij zijn eigenlijk ook op dat eindpunt. Hij heeft ons al meegenomen op die weg. We zijn net als Hij gekruisigd, gestorven, opgestaan uit de dood, binnengegaan in de onzichtbare werkelijkheid van God. We zijn al op dat onzichtbare eindpunt, als je gelooft in Christus. Alleen dat zien we nog niet. We zien onszelf zoals we hier beneden zijn. We zien Jezus Christus niet. Maar we zien ook niet wie wijzelf echt zijn: mensen die leven in Gods pracht en praal. Mensen die leven op de eindbestemming van deze schepping: God. Als die eindbestemming onthuld wordt, als Jezus Christus zichtbaar wordt, dan zullen we zien dat we er al aangekomen zijn. Ingewikkeld? Saai is het niet: het gaat hier over het meest spannende wat we mee kunnen maken: Jezus Christus zien, onszelf zien omgeven door Gods stralende licht! Achterhaald, iets van het verleden? Nee, we hebben het hier over de toekomst, de eindbestemming van onze wereld. En onwaar? Je zult een keer zien dat het waar is. Als we Jezus Christus zien. 3. Kort samengevat: Jezus Christus is gestorven, opgestaan, en in Gods luister naar binnen gegaan. Verborgen in God. Hij neemt ons mee op die weg. Dat is zo zeker, dat je kunt zeggen: eigenlijk zijn we er al. We zijn met Hem gestorven, opgestaan, naar binnen gegaan in Gods luister. Verborgen in God.
En dan wordt alles anders, dat snap je wel. Of, dat snap je niet. Daarom zal ik proberen duidelijk te maken wat dit uitmaakt voor je leven. Paulus zegt iets heel aparts: Christus is je leven. Dat gaat ver. Je leven, dat is het belangrijkste wat je hebt. Zonder leven leef je niet, ben je dood. Je leven, dat ben jij. Als je terugkijkt op je leven, dan kijk je terug op wat je meegemaakt hebt, wie je bent. Dat Christus je leven is, betekent bijvoorbeeld: Dat je er bent, dat is door Jezus Christus. Wat je doet, dat doe je door Jezus Christus. Jezus Christus, onzichtbaar en verborgen in God, is het geheim van ons leven. Een onzichtbaar geheim, en daarom ook voor onszelf als christenen maar ten dele bekend. Voor ieder normaal mens geldt al dat je nooit jezelf helemaal zult kennen. Voor wie bij Jezus Christus hoort, geldt dat helemaal: wie je ten diepste bent, dat is nog een geheim. Dat is nog in God verborgen. Je bent nog op weg naar je diepste wezen. En daarom zegt Paulus: richt je nu ook op Jezus Christus. Streef naar wat boven is, waar Hij is. Dat heeft te maken met je verlangens. Hetzelfde verlangen als Hij. Het heeft te maken met je keuzes: dezelfde keuzes maken als Hij zou maken in jouw geval. Het heeft te maken met je voorkeuren: hetzelfde belangrijk vinden als Hij. Het heeft te maken met hoe je ergens tegen aankijkt: op dezelfde manier als Hij. [Dan wordt je leven anders. We hebben het gedeelte dat op onze tekst volgt na de wet al gelezen. De nieuwe mens aantrekken, daar word je een ander mens van.] Als je christen bent, vraag jezelf dan af: ben ik zo gericht op Jezus Christus? Ik merkte laatst weer eens dat dat niet vanzelf spreekt. Ik worstelde ergens mee en bad daarom. Ik vroeg of ik hetzelfde mocht willen als Jezus Christus. Ik bad om een diep verlangen daarnaar. Maar toen ik me voornam om dat verlangen ook uit te spreken, merkte ik een aarzeling. Toen ik wilde zeggen: ‘Ik verlang ernaar om dat ene niet meer te doen, maar voor iets anders te kiezen’, toen aarzelde ik. En toen ik probeerde te zeggen: ‘Ik wil dat ene niet meer doen, maar voor iets anders kiezen’, toen kreeg ik het niet over mijn lippen. Het hardop uitspreken betekende ook: echt iets willen, echt ergens voor gaan.
Ik wilde het helemaal niet. Tot ik het wel uitsprak. Vanaf dat moment was mijn worsteling voorbij. Wees zo helemaal gericht op Jezus Christus, dat je steeds weer hetzelfde wilt als Hij.
4. Maar waarom zou je hetzelfde willen als Jezus Christus? Waarom zou je je richten op Hem? Een voorbeeld. Vorige week stond in de krant dat voetgangers wereldwijd de laatste 10 jaar sneller zijn gaan lopen. Gemiddeld lopen mensen in de steden nu 10 % sneller. Voetgangers in Singapore zijn het snelst. Hun snelheid is sinds het 1994 met 30 procent toegenomen. In de Chinese stad Guangzhou steeg het tempo met 20 procent. De toegenomen haast van mensen is een gevolg van e-mail, sms en de steeds grotere druk om 24 uur per dag beschikbaar te zijn. Moderne mensen hebben één grote angst: om niet alle mogelijkheden die de wereld in petto heeft ook te kunnen benutten. En dus wordt het levenstempo steeds hoger. Fastfood, magnetrons, snelle vervoersmiddelen, communicatie. Alles moet direct gebruiksklaar zijn. Er zijn nog zoveel reizen die je zou willen maken. Sex moet perfect zijn. De nieuwste CD van je favoriete band heb je nog niet gehoord. Je moet toch in elk geval een goede opleiding hebben, van je jeugd hebben genoten, carrière maken, een wereldreis maken, kinderen krijgen, mooie vakanties, sporten, van je oude dag genieten, hier nog heen, die nog eens spreken. Stel je voor dat je iets misloopt. Misschien herken je dat wel. Maar de kwaliteit van het leven wordt er minder van. Innerlijk worden we onrustig, dat blijkt doordat we sneller gaan lopen. Als je bij a bent, denk je al aan c. Als je bij b bent, bereid je je al voor op e. En zo ben je steeds met je hoofd ergens anders. Druk druk druk. Stop, zegt de bijbel! Waar zijn we nou helemaal mee bezig? Have a break. Maar dan niet omdat het tijd is voor kitkat, of voor cup a soup. Ons gemeentelid Dingeman van Wijnen staat deze week met een interview in de Franeker Courant. Hij verwoordt precies waar het hier om gaat. Hij mist natuurgebieden in Franeker. ‘Maar je kunt niet alles hebben. De bijbel vertelt ons over een leven na dit leven dat eeuwig duurt. Tijd genoeg voor alle natuurgebieden van de wereld.’ Waarom zou je je op Jezus richten? Wat een heerlijk ontspannen levenshouding krijg je dan. Je hoeft niet alles te hebben. Richt je op wat boven is, waar Jezus Christus is. Dat zouden meer mensen moeten doen. De luister
van Christus die we straks krijgen, die is veel meer waard dan alles nu hier beneden op aarde.
5. Waarom zou je je richten op Jezus Christus? Ander voorbeeld. Er is je onrecht aangedaan. Je bent beschadigd en gekwetst, letterlijk of figuurlijk. De meest natuurlijke reactie is dan om jezelf in bescherming te nemen. Over mijn pijn heenstappen naar die ander? Waar haal ik de kracht vandaan? Of je wilt voorkomen dat je nog een keer zoiets meemaakt. Uit zelfbescherming bouw je een muur om je heen. Zo voorkom je dat je gekwetst wordt. Maar zo houd je ook de ander op afstand. Zo maak je het jezelf onmogelijk om lief te hebben, en om liefde te ontvangen. Misschien maar op bepaalde momenten, maar toch. En wat zijn er in onze wereld veel mensen die zich slachtoffer voelen. Wat zijn we ons allemaal goed bewust van onze pijn en onze gekwetstheid; ikzelf ook. Daarin zie je de invloed van de aandacht voor psychologie en therapie. En daarom houden we elkaar maar op afstand. Steeds weer gaan er daarom relaties kapot. Of er ontstaan geen nieuwe, geheelde relaties van echte liefde. Misschien denk je nu: ja, zo doe ik het ook vaak. Paulus zegt: kijk er eens op een andere manier tegen aan. Kijk met hem mee, en zie maar wat er dan gebeurt. Kijk naar jezelf: een gekwetst iemand misschien, of iemand met een muur om zich heen. Het ziet er niet mooi uit. Paulus zegt: wat je nu ziet, dat is iemand die gestorven is met Christus. Dit ben jij niet. Jij bent in God verborgen samen met Christus. Jouw leven is niet verborgen achter die muurtjes van zelfbescherming. Jouw leven is veel veiliger, het is verborgen in God. Waarom denk je dat christenen in staat waren om als martelaar te sterven? Omdat ze niet bang waren voor een lichamelijke dood. Hun leven is Christus, de opgestane. Kijk dus naar jezelf, en bedenk: mijn leven is Jezus Christus, de opgestane. Mijn butsen zijn uitgedeukt, mijn pijn genezen. Ik was een slachtoffer, maar God heeft mee eerherstel gegeven. Ik kan mijn pijn los gaan laten. Mijn leven is veilig bij God. Ik hoef mezelf niet te beschermen. Mijn leven is Jezus Christus, die vol is van liefde. Ik hoef anderen niet op afstand te houden. Ik heb een bron van liefde om uit te putten. Ik kan net als hij mijn vijanden lief gaan hebben. Vind je dat te hoog gegrepen? Streef dan naar wat boven is, hoog boven ons. Richt je op Jezus Christus. Ik kan niet voorspellen wat er dan gebeurt; ervaar het zelf. Misschien wel iets heel moois.
6. Je richten op Jezus Christus, die boven is, dat verandert je leven. Je trekt de nieuwe mens aan. Je kunt ontspannen in het leven staan en hoeft niet alles nu al mee te maken. Je zit niet gevangen in je pijn, je gekwetst zijn. In Jezus Christus vind je veiligheid, vind je een bron van herstel en genezing, maar ook een bron van ongedachte liefde, liefde zelfs voor vijanden. En dat is nog maar het begin. Het allermooiste komt nog. We zijn op weg naar een grote verrassing: Jezus Christus zal verschijnen. Als je nu al met Jezus Christus uit de dood bent opgestaan, dan is dat een geweldig moment, iets om naar te verlangen. Want dan zul je je eigen leven zien. Dan zul je zien dat je uit de dood bent opgestaan, verlost. Dan zul je jezelf zien met een volmaakt en vernieuwd lichaam. Dan zul je zien dat Gods luister ook jouw luister geworden is. Bijna goddelijk. Wat gebeurt er met jou als Jezus Christus in zijn luister verschijnt? Wie verschijnen er met Jezus Christus in luister als Hij verschijnt bij zijn tweede komst? Degenen die met Christus uit de dood zijn opgewekt. Over wie gaat het dan? Eerder in Kolossenzen schrijft Paulus: degenen die geloven in de kracht van God die Jezus Christus uit de dood heeft opgewekt. Geloof je in die kracht? Verlang je er naar om te zien wat die kracht voor jouw bestaan betekent? Stel dat je ja zegt, ik geloof in die kracht. Maar dat je tegelijk leeft alsof alles af is. Dat je altijd druk bent. En niet verlangt naar het moment dat God zijn kracht ook voor iedereen zal demonstreren. Stel dat je ja zegt, ik geloof in Jezus Christus. Maar dat je tegelijk leeft of hier beneden alles is. Dat je niet verlangt naar het moment dat je Jezus zult zien en helemaal op hem zult lijken. Geloof je dan echt in die kracht? Geloof je dan echt in Jezus Christus, die je leven is? Lieve mensen, hier beneden is Hij nog niet. Richt je dus op boven, omdat Jezus Christus daar is. Geloof in Hem, die je leven is. Geloof in de kracht van God. En verlang naar het moment dat je het zult zien: Jezus Christus in zijn luister. De demonstratie van Gods kracht. Dan zul je ook jezelf zien – een nieuwe mens, aangekleed met Gods luister. Amen
Kolossenzen 2,14-15 - Het kruis van Christus: God is overwinnaar De betekenis van het kruis van Jezus Christus (4)
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Voorzang Ps 18,1 Votum / groet Zingen GK 93 (nieuw) (buiten Franeker Ps 18,1.14) Wet Zingen Ps 141,1.2.3 Gebed Schriftlezing Kol 2,6-15 Zingen LB 203,2.3 Tekst Kol 2,14-15 Preek Zingen GK 142,1-3 (was GK 33) (’s middags Geloofsbelijdenis Zingen GK 92 (was GK 21)) Gebed Collecte Zingen GK 111 (was NG 58) Zegen
Opmerkingen: - hierboven is de nummering van het nieuwe Gereformeerd kerkboek gevolgd. - ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected]
Preek over Kolossenzen 2,14-15 Het kruis van Christus: God is overwinnaar Gemeente van Jezus Christus 1. Jezus is opgestaan. Hij is overwinnaar. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Maar er is iemand die daar niet blij mee is: de duivel. En hij doet niets liever dan ons bij Christus vandaan trekken. Hoe probeert de duivel ons te pakken te nemen? Paulus zegt: of je laat je meeslepen door de machten van deze wereld, of je richt je op Christus.
De duivel zelf kijken we niet recht in de ogen. Hij probeert ons bij Christus weg te trekken via die machten van deze wereld. En waar moet je dan aan denken? Iets wat ik zelf merk, is de macht van de media, van internet, nieuws en TV. Als ik achter mijn computer zit, ben ik voortdurend online. Je kunt van al het nieuws direct op de hoogte zijn. Nu.nl bijvoorbeeld geeft je direct al het laatste ANP-nieuws. Alleen al steeds dat laatste nieuws eist zomaar een groot deel van mijn aandacht op. Terwijl ik mijn aandacht zou willen laten vullen door Jezus Christus. Als startpagina heb ik daarom een site die elke dag een nieuwe korte bijbelstudie geeft, maar vaak klik ik al verder voor ik hem gelezen heb. Ik denk dat veel christenen daarvan wel iets herkennen. Hoe lastig is het om tijd te vinden voor bijbellezen en bidden, voor hun gemeente. Hun belevingswereld wordt dus steeds minder gevuld met Jezus Christus. Hij staat niet in het centrum van de aandacht. En die tijd gaat zitten in andere dingen, die onze aandacht opeisen. De media, mobiele communicatie waardoor je altijd bereikbaar bent, muziek waardoor het nooit meer stil is en je je eigen onrust niet meer hoeft te voelen, noem maar op. In dat trekken van aandacht, dat opslokken van onze tijd, daarin voel je de machten van deze wereld. Maar de duivel gebruik ook andere machten. Denk aan de macht van sex en erotiek. Ga eens na hoe je beeld van relaties wordt beïnvloed door de media. Echtscheiding, overspel, verleiden, het is zo gewoon in media-land dat ik merk dat het ongewild mijn beeld van relaties beïnvloedt. Terwijl ik zou willen dat de liefde van Christus voor de gemeente als enige mijn beeld van relaties zou bepalen. Denk aan de macht van het geld, van techniek en wetenschap. Steeds moeten er nieuwe produkten ontwikkeld worden, de economie moet blijven groeien. Maar waarom eigenlijk? Zorgt God de Vader dan niet voor ons? Waarom investeren we die tijd die nu in research en marketing gestoken wordt niet in evangelisatie, in vrede op aarde?
2. Sluipend probeert de duivel ons mee te trekken. Ons te verdoven, te versuffen. Ons van alles belangrijk te laten vinden, als het maar niet Jezus Christus is. Zo gebeurde het ook in Kolosse. Daar belanden we in de afdeling zelfhulp, spiritualiteit en esoterie. Ook zoiets herkenbaars in onze tijd. Ook nu werkt de duivel via dit soort theorieën. Het was in Kolosse waarschijnlijk een mix van joodse en griekse ideeën. In de kosmos zijn er allerlei onzichtbare machten en krachten. Via die machten en krachten kun je deel krijgen aan het geheim van de goddelijke volheid. Om deel te krijgen aan die goddelijke volheid moet je groeien als mens. Zelfvernedering is dan van groot belang. Of bidden om een visioen. Uiteraard moet je ook rekening houden met die machten en krachten. Waar een engel gezien is, daar is iets bijzonders gebeurd. Daar vereer je de engelen. Eten kan niet zomaar, maar volgens vaste principes. Het een mag je wel eten, het ander niet. Dat is niet goed voor je contact met de onzichtbare machten. En ga zo maar door: houd je aan de kalender, vier de feestdagen en sabbatten, laat je besnijden enzovoort. Prachtige verhalen. Het klonk mooi en meeslepend. En baat het niet, dan schaad het niet – toch? Maar opnieuw geldt: het slokt je aandacht op. Daardoor ben je niet meer gericht op Jezus Christus
alleen. Daardoor vind je niet belangrijk wat hij belangrijk vindt. Daardoor kan hij je niet vullen, vormen, veranderen. En je leven als christen stokt. Er zit geen ontwikkeling meer in, geen groei. En wat doet Paulus dan? Hij zet Jezus Christus midden in die wereld. Die onzichtbare machten, ze zijn er – vorsten en heersers, machten en krachten. Ze hebben hun plek in een kosmos die chaotisch is geworden. Door onze zonde is de orde van de kosmos verstoord. De onzichtbare machten zouden de mensheid moeten dienen. Ze zouden ons mensen moeten helpen. Maar ze zijn nu een middel in de hand van de duivel geworden. Ze maken ons tot slaven en trekken ons nu bij God vandaan. Alleen: Christus heeft die machten tot de orde geroepen. Hij heeft ze overwonnen. Hij is het hoofd van die machten en krachten geworden en staat er ver boven. Zoek je goddelijke volheid? Dan moet je bij Christus zijn. In hem woont de goddelijke volheid. Als je met hem verbonden bent, dan heb je daar deel aan. 3. Dat kon niet zomaar. Die machten hadden een wapen. Paulus heeft het over een handgeschreven document. Een document met voorschriften of bepalingen waarin wij worden aangeklaagd. Je zou even kunnen denken dat Paulus het over de wet heeft. Maar die wet is niet uitgewist en vernietigd. Het gaat om een document waarin onze schuld is vastgelegd. Een schuldbekentenis van onszelf; een proces-verbaal; een uitspraak van een rechter – aan zoiets moet je denken. Misschien denkt Paulus wel aan iets wat de Romeinen als een soort notitieblokje gebruikten: een soort boekje van twee houten plankjes. Beide plankjes waren aan de binnenkant bestreken met bijenwas. In die was kon je schrijven met een houten stift. En je kon wat je geschreven had ook weer uitvegen. In zo’n wasplankje kon je een schuldbekentenis opschrijven. Hoe het ook zij: het wapen van die onzichtbare machten was onze schuld. Daardoor kregen ze ons in hun greep. Zo werkt het toch ook – in het klein, of in het groot? Je bent alleen en je zit even niet zo lekker in je vel. En dan ben je extra gevoelig op je zwakke plek, op het punt waar je makkelijk verslaafd zou kunnen raken. Roken, eten, erotische programma’s, drinken. En je geeft toe aan je eigen zwakheid. Vanaf dat moment ben je weer verkocht. Je voelt je schuldig maar je bent nu toch al voor de bijl gegaan. Je zou de Heilige Geest kunnen vragen: Help me om op te houden. Maar je schaamt je en bent ook een beetje bang om naar God toe te gaan. En dus ga je maar door. Het wordt alleen maar erger. Zo werkt het in het groot ook. Je hebt gezondigd. God komt op afstand te staan. Je schaamt je. Je geweten spreekt. Wat ben je ook een slappeling, een lafaard. Wat ben je slecht. De duivel klaagt je aan en wrijft het er nog eens lekker in. En hij heeft gelijk – je bent een zondaar. Je bent een gevallen mens. En waar de mens als Gods onderkoning op aarde zijn verantwoordelijkheid niet neemt, daar wordt de kosmos een chaos. Daar gaat van alles mis. Daar zijn al die onzichtbare machten blij met hun
vrijheid, helpen de mens niet, maar maken hem tot slaaf. De orde van Gods schepping is grondig verstoord. En steeds weer blijkt: het wapen van die machten, tegenover God, tegenover mensen, is dat document, waarin de zonde van de mens blijkt. De satan klaagt de mensen aan bij God, en hij heeft gelijk. 4. Dat wil zeggen: hij had gelijk. Hij kon bij God komen om de mensen aan te klagen, maar hij is uit de hemel gegooid. Hij mag er niet meer komen. Nooit meer. Zijn wapen is hij kwijt. Hoe is dat gebeurd? Daarmee komen we opnieuw uit bij de vraag: wat betekent het kruis van Jezus Christus? Met deze preek sluit ik de serie over die vraag af. In onze tekst noemt Paulus twee betekenissen van het kruis (en de opstanding) van Christus. De eerste is de ontwapening van de duivel en de kwade machten van deze wereld. Wat gebeurt er aan het kruis? Er wordt bewijsmateriaal vernietigd. Er is iets als een document waarin onze schuld is vastgelegd. Maar de tekst van dat document wordt weggeveegd. Was het een wasplankje, zoals ik net al opperde? Dan kon met de platte achterkant van de houten pen waarmee geschreven werd, de was weer gladgestreken worden. Je kon niet meer zien wat er eerst gestaan had. Paulus zegt hier dus niet dat de schuld betaald wordt. Hij zegt iets anders: de zonden worden kwijtgescholden en het bewijsmateriaal, de verklaring waarin onze schuld is vastgelegd, wordt uitgewist, verscheurd, vernietigd. De schuld wordt kwijtgescholden en de schuldbekentenis wordt verscheurd. En dat gebruikt Paulus dan als beeld voor wat er gebeurd als Jezus aan het kruis gespijkerd wordt. Zijn lichaam wordt opgehangen. Spijkers in zijn handen en voeten. Dat gaat scheuren door je eigen gewicht. Zo werd het lichaam van Christus gescheurd. Vernietigd. Uitgewist. Dat moet je even goed tot je door laten dringen. God vergeeft je zonden. De schuld wordt kwijtgescholden. Dat is één. Maar er is ook een twee. Er zijn niet ergens in de hemel nog archieven die een keer open gaan om je alsnog te herinneren aan je zonde van lang geleden. Een deurwaarderskantoor houdt een archief bij waar je zo terug kunt vinden wie er in de loop der tijden allemaal in de schulden belandden. Als je wilt, kun je zo alle oude koeien uit de sloot halen die je maar wilt. In de hemel is dat anders. Alle bewijzen die herinneren aan je schuld, zijn ook weg. God haalt geen oude koeien uit de sloot. Vergeven is bij God: vergeven èn vergeten. Ook de grote aanklager kan God niet herinneren aan onze zonde van vroeger. Het document waardoor wij werden aangeklaagd, is er niet meer. Laat dat goed tot je door dringen: het is er niet
meer. 5. En daarom hebben kruis en opstanding volgens Paulus een tweede betekenis. De eerste is: in de dood van Jezus wordt het bewijs van onze schuld vernietigd. De tweede is: de duivel en de machten van deze wereld zijn nu hun wapen kwijt. Daarmee hebben ze hun grip op ons leven verloren. Wij zijn nooit eigendom van de duivel geweest. Maar we hebben hem wel de ruimte gegeven om eens lekker te gaan stoken tussen ons en God. En waar wij onze verantwoordelijkheid voor Gods schepping niet genomen hebben, kreeg hij alle ruimte om er in de kosmos een chaos van te maken. De machten van deze wereld, die ons hadden moeten helpen, konden zich nu tegen ons keren. De enige reden waarom dat kon, was dat document waarin onze schuld vastgelegd was. En dat document is weg, helemaal weg. En in plaats daarvan is er een nieuwe mens. De nieuwe mens, kan ik beter zeggen: Jezus Christus. Hij is opgestaan uit de dood in een nieuw lichaam. Al die machten heeft hij van zich afgeschud. Hij staat er niet meer onder. Hij wordt niet door ze in bedwang gehouden. Nee, met de opstanding van Jezus Christus heeft God deze machten te kijk gezet. Stel je voor, in de onzichtbare wereld. Paasmorgen. Het graf van Jezus gaat open. En daar komt Jezus Christus naar buiten. In een genezen, vernieuwd lichaam. De mens zoals God die in gedachten had. God en zijn engelen zijn blij. De engelen juichen en prijzen God. Hoor je hun gejuich? Jezus Christus heeft overwonnen! En de duivel? En de onzichtbare machten van onze wereld? Wat een afgang. Ze zijn ontwapend en verslagen. En ze druipen af. Dit willen ze niet zien. Hier willen ze niet bij zijn. En je ziet aan ze dat ze balen. Hartgrondig balen. Kwaad om hun verlies. Wat hebben ze zich vergist in die Jezus, die slappeling die zich liet kruisigen. Het leek dat ze hem er onder hadden, en juist toen waren ze hun wapen kwijt. En hij staat boven hen. De machten van de geschapen wereld moeten hem voortaan erkennen als hun meerdere. Ze moeten weer doen wat hij, de laatste Adam, zegt. Hij zal hen weer in het gareel terugbrengen. Hij komt orde op zaken stellen in de kosmos. Hij gaat alle dingen nieuw maken. De chaos zal verdwijnen. Hij is het hoofd van de schepping. Hij is het hoofd van de kerk. Hij is de eerste. In Hem woont Gods volheid. Jezus Christus is overwinnaar! 6. Jezus heeft overwonnen. Maar de duivel en zijn machten proberen nog van alles. Rondom ons bestaan voltrekt zich een geestelijke strijd. Blijf je bij Jezus, of raak je hem kwijt? Hoe sta je in die strijd? Een paar dingen. Als eerste. Laat je aandacht steeds weer gericht zijn op Jezus Christus. Hij is je bevrijder. Dat wil zeggen: laat hem je aandacht vullen. Laat hem je belevingswereld bepalen. En daar tegenover: kijk
eerlijk wat de dingen zijn die de duivel in jouw leven gebruikt om jouw beleveingswereld te vullen. Op welke manier trekken de machten van deze wereld aan jou en eisen jouw aandacht op? Wees daar eerlijk over en help elkaar ook dat te ontdekken. En als je dat dan weet: wees dan extra alert op die punten. Dat zijn immers je zwakke punten. Juist als je niet zo lekker in je vel zit, weet de duivel je soms weer te verleiden. Tenminste zo vergaat het mij. Als tweede: neem serieus dat de duivel zijn wapen kwijt is. Heel snel laten wij ons intimideren door tegenslag, door een schuldgevoel, door de duivel die doet alsof hij zijn wapen nog heeft. Maar laat je door de duivel niet bang maken! Hij is zijn wapen kwijt. Ken je dat verhaal over Maarten Luther? Luther had regelmatig last van aanvechtingen. Op een keer was hij alleen. Door de kaarsen in de kamer bewogen er schaduwen op de muur. Hij dacht dat hij de duivel zag. En Luther pakt zijn inktpot en gooit die naar de duivel. Jezus heeft overwonnen. Evangelischen zeggen dan wel eens: ga in de overwinning staan. Onze zonde, onze schuld heeft niet het laatste woord. Ook al is er zo’n stem die zegt dat je waardeloos bent, dat je al weer voor de bijl bent gegaan. Als Jezus Christus je zonde vergeeft, dan is de zonde weg. En die stem die kun je keihard in z’n gezicht uitlachen. Ga weg, in de naam van Jezus! En tot slot: ga je steeds meer vrij voelen in Christus. Als je het niet voelt, lees dan deze woorden uit Kolossenzen 2 nog eens over. En nog eens. Leer ze desnoods uit je hoofd. God heeft de machten van deze wereld ontwapend en verslagen. Jezus Christus is opgestaan. Hij is overwinnaar. En pas het op jezelf toe. Mijn schuldbekentenis is vernietigd. Mijn zonde is vergeten. Jezus Christus is mijn bevrijder!