datac e nte rwo r ks | o kto b e r 2 0 0 8
koeling
Buitenlucht als alternatief voor airco praktijk
Tien tips voor een beter datacenter design voeding
Slim omgaan met Tier-classificaties
en verder waarom van der moolen een nieuw datacenter bouwt | mobiele datacenters | waterkoeling in cpu’s? | rfid in het datacenter | green it en subsidie
Kannegieter de specialist voor uw datacenter oplossingen Kannegieter heeft een jarenlange ervaring en expertise op het gebied van data- en communicatieinfrastructuren. Kannegieter biedt u, samen met Brand-Rex, “toekomstvaste” datacenter oplossingen die aansluiten bij uw bedrijfsprocessen. Voor de datacenter professional verzorgt Kannegieter College een 3-daagse datacenter training. Deze, door BICSI erkende opleiding, is gebaseerd op de in Engeland succesvolle datacenter design engineering training en geeft een breed inzicht in het ontwerpen van een datacenter. Naast betrouwbare oplossingen en kennis beschikt Kannegieter over een netwerk van gespecialiseerde partners. Kannegieter en Brand-Rex uw partners voor: t Betrouwbare ICT oplossingen t Flexibele datacenter oplossingen t Kennisoverdracht
tel: + 31 (0)33-4508686 web: www.kannegieter.nl email:
[email protected]
tel: +44 (0) 1592 772124 web: www.brand-rex.com
B-Rex datacentre ad 220x270.indd 1
29/9/08 15:24:15
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
koeling
datacenters
04 koelen met buitenlucht helpt 08 waterkoeling in chips praktijk 09 top-10 valkuilen datacenters
14 van der moolen plaatst it uit huis 38 equinix opent derde hostingcenter
Vroeg op Het was misschien niet mijn slimste zet, maar het zette me wel op het spoor dat in een vrijwel rechte lijn naar dit eerste nummer van DatacenterWorks leidt. Een paar jaar geleden kreeg ik een uitnodiging voor een bezoek aan het Europese hoofdkantoor van een bekende kabelfabrikant. Daar, vlakbij Dublin, wachtte me een programma vol technische presentaties en demo’s. Het werd een interessante en intensieve bijeenkomst. De wereld van bekabeling was toen relatief nieuw voor mij en de standaarden vlogen me om de oren. De demo’s zagen er gelikt uit, maar een goed journalist twijfelt natuurlijk altijd aan de omstandigheden waaronder hij die ziet. Zoals gebruikelijk eindigde het bezoek in een restaurant en aansluitend de hotelbar. In een vlaag van ‘overmoed’ had ik vooraf gezegd “Geef mij maar de eerste vlucht terug naar Nederland”. Die ging echter om kwart voor zeven ‘s ochtends. Met alle reistijd vanuit downtown Dublin erbij snapt u vast mijn probleem. Toch heeft dat bezoek mij veel opgeleverd. Daar werd namelijk het idee geboren voor DatacenterWorks: een vakblad over de technische infrastructuur van datacenters. Daar in Ierland werd mij als ICT-journalist weer eens duidelijk hoe belangrijk die technische infrastructuur van koeling, power, racks, bekabeling, security en facilitaire voorzieningen eigenlijk is. Zonder dat alles kunnen we immers niets met al onze servers, routers en switches in het datacenter. Voor u ligt nu DatacenterWorks - wat ons betreft hét Nederlandse vakblad op het gebied van de technische infrastructuur van datacenters.Wij zijn trots op dit eerste nummer en zéér benieuwd wat u van dit nieuwe tijdschrift vindt. Laat het ons weten en stuur een mail naar
[email protected]. Robbert Hoeffnagel
bekabeling
energievoorziening
gebouwtechniek
zwakste schakel
management
20 unified i/o: minder kabels en energie 22 bekabeling groot risico bij brand 23 windenergie voor datacenters 26 tier classificatie in nederland 29 datacenters in containers 30 bouwkundige omgeving vaak
32 op weg naar ‘green it’ 33 evoswitch doet meer met zelfde energie 37 hp brengt rfid naar datacenter 41 productnieuws 44 bicsi 46 column
|3
ko e l i n g
Koelen met buitenlucht helpt datacenters Elektriciteitverbruik door airco’s kan fors omlaag Barry Elliott C.Eng, werkzaam bij Capitoline, een zelfstandig consultancybureau voor het ontwerpen van IT-infrastructuren
De elektriciteitkosten voor de koeling van een gemiddeld datacenter rijzen de pan uit. Een serie deels simpele maatregelen kan de koeling al efficiënter maken. Daarnaast kan in landen met een gematigd klimaat als Nederland gebruik van buitenlucht om het airconditioningsysteem te voeden, ook wel een ‘airside economiser’ genoemd, de energiekosten aanzienlijk verlagen. De meeste computerruimtes worden gekoeld door airconditioningsystemen die als doel hebben om koude lucht naar hete, in racks geplaatste IT-apparatuur te voeren. Enkele systemen gebruiken koud water dat door het rack wordt gepompt. Er zijn exotische oplossingen die gebruik maken van vloeibare kooldioxide en zelfs koeling op chipniveau. De meeste systemen gebruiken echter koude lucht die af komstig is van directe expansie of van gekoelde watergevoede airconditioningunits. De airconditioningunits zelf variëren van comfortsystemen voor kantoren tot nauwkeurig regelbare systemen die specifiek zijn ontworpen om volcontinu in een computerruimte te functioneren. De aan een serverrack geleverde koelcapaciteit is afhankelijk van het systeemontwerp en de effectiviteit waarmee dit geïmplementeerd is. Hoewel pers en adverteerders het hebben over het met lucht weg koelen van 8 of zelfs 12 kilowatt per rack, leert de realiteit ons dat bij een realistisch en kosteneffectief model de waarheid waarschijnlijk ergens rond de 4 of 5 kW ligt. Zelfs voor 4 kW 4|
is een goed ontworpen baan van de luchtstroom en een geoptimaliseerd rackontwerp noodzakelijk. 4 kW komt overeen met circa 16 in een rack gemonteerde 1U-servers.
verspilde kou
De hoeveelheid energie die airconditioningsystemen in datacentra verbruiken begint zorgwekkend te worden. Onderzoek heeft aangetoond dat een gemiddeld datacenter 35 procent van het totale energieverbruik aan koeling besteedt. Volgens de EU was het energieverbruik van Europese datacentra in
Het energieverbruik van airconditioningsystemen in datacentra is zorgwekkend 2006 46 terawattuur. Dit betekent dat koelsystemen in computerruimtes en datacentra 16 TWuur ofwel 16 miljoen megawattuur in slechts één jaar hebben verbruikt. Dat komt overeen met de uitstoot van 6,75 miljoen
ton kooldioxide per jaar. Voorspeld wordt dat het totale elektriciteitsverbruik van datacentra in 2020 zal oplopen tot 93 TWuur. Bij elektriciteitsprijzen van slechts 0,1 euro per kilowattuur wordt dus elk jaar 1,6 miljard euro uitgegeven aan elektriciteit voor koeling - en deze prijzen stijgen snel. De elektriciteit voor de koeling van het gemiddelde datacenter kost meer dan 61.000 euro per jaar. Iedereen is dus op zoek naar manieren om de kosten voor het van koelen te verminderen. Er zijn veel eenvoudige mogelijkheden om de efficiëntie van de koeling in computerruimtes te verbeteren. Naar schatting wordt bijvoorbeeld 50 procent van alle koude lucht die de airconditioningapparatuur in datacentra produceert verspild omdat deze niet door de hete IT-apparatuur heen kan.
snel verbeteren
Enkele eenvoudige en snelle manieren om de koeling efficiënter te maken zijn: - Plaats blindplaten in serverracks om koude lucht door de apparatuur te dwingen en
datac e nte rwo r ks
eindhoven
om te voorkomen dat hete lucht de luchtinlaat wordt ingezogen. - Plaats de serverracks in lange parallelle rijen in een ‘hete gang / koude gang’opstelling. - Zorg ervoor dat de verhoogde vloer aan de randen goed is afgedicht en dat er geen tegels ontbreken. Op deze manier kan koude lucht zonder verspilling aan de koude gang worden geleverd. - Gebruik doorvoerogen waar de kabels vanaf de vloer aan de onderzijde het rack binnenkomen. Dit voorkomt dat de koude lucht bij de kabels binnendringt en interfereert met het van achteren naar voren koelen. - Vergelijkbaar mogen de patchkabels van patchpanelen die aan de voorzijde van een rack bevestigd zijn alleen via doorvoerpanelen aan de achterzijde van het rack worden weggevoerd. Ook dit voorkomt dat de koude lucht de weg van de kabels naar buiten volgt. - Verhoog de gemiddelde temperatuur. Veel ontwerpdocumenten, zoals de TIA 942 standaard, vragen om een goede regulering van de temperatuur en luchtvochtigheid in computerruimtes. De IT-apparatuur is eigenlijk niet zo gevoelig. De huidige temperaturen worden momenteel ingesteld op 18 tot 20 graden Celsius. Dit mag stijgen tot 22 of zelfs 24 graden. Hierdoor wordt de computerruimte weliswaar onbehaaglijk warm voor mensen, maar het koelsysteem zal minder energie verbruiken. - Vergroot de luchtvochtigheidtolerantie van de airconditioning. Huidige standaarden als de TIA 942 vragen om een luchtvochtigheid van 50 RH met kleine toleranties van plus of min 5 procent. Dit is onnodig nauwkeurig. Het vereist veel energie om dit in stand te houden. De meeste IT-apparatuur werkt het best in een omgeving van 35 tot 75 procent RH. Een zeer lage luchtvochtigheid, bijvoorbeeld onder de 30 procent, moet voorkomen worden want dit is een belangrijke veroorzaker van elektrostatische ontlading bij elektronische apparatuur. Het kan falen tot gevolg hebben.
country
lat lon elev region province zone
netherlands
n
forecast
51.45
5,41
e
22m
-
observations
-
report
-
meteomar
average temerature ˚c January February March April May June July August September October November December
3 3 6 9 13 15 18 17 15 12 7 4 Gemiddelde temperaturen in Nederland.
Maatregelen die op de langere termijn de efficiëntie verbeteren zijn: - Dichte ‘koude gang’-systemen. Deze methode werkt met een dak op de bovenkant van de koude gang en deuren aan het eind van de twee parallelle rijen met racks. Dit
Het Nederlandse klimaat biedt ruim gelegenheid voor koelen met buitenlucht houdt de koude lucht in de koude gangen. Deze kan dus nergens anders heen dan door de hete IT-apparatuur. - Rust het airconditioningsysteem uit met een droge koeler. Dit is een apparaat dat de traditionele compressorroute (de compressor is de grootste verbruiker van elektriciteit in airconditioningsystemen) overslaat. Het zorgt ervoor dat het koudemiddel direct, zonder de compressiefase, condenseert. Dit kan zeer nuttig zijn in koudere klimaten. - Gebruik buitenlucht om het airconditioningsysteem te voeden. Dit wordt wel een ‘airside economiser’ genoemd. Ook dit kan zeer nuttig zijn in koudere klimaten.
In het gematigde klimaat van het Verenigd Koninkrijk en Nederland is ruim gelegenheid voor gebruik van de relatief lage buitenluchttemperaturen waar deze landen het grootste deel van het jaar mee te maken hebben (zie figuur 1). Veel datacentra gebruiken nog steeds het gesloten model, waarbij hete lucht terug wordt gevoerd naar de airconditioningunits in de computerruimte, de CRAC’s. De lucht wordt vervolgens gekoeld en weer in het circuit gebracht, nagenoeg ongeacht de buitentemperaturen. De gemiddelde temperatuur in juli en augustus in Nederland is 17 tot 18 graden Celsius. Zelfs in de zomermaanden is er dus gelegenheid voor vrije koeling. Gemiddelden kunnen echter ook misleidend zijn. In juli 2006 was de maximale temperatuur in Nederland 36 graden. Gedurende de hele maand lagen de dagtemperaturen tussen 24 en 36 graden. De nachttemperaturen daalden slechts tot 20 graden. Het is cruciaal dat koelsystemen van datacentra zo worden ontworpen dat ze zelfs de extreemste gevallen aankunnen, bijvoorbeeld 36 graden Celsius plus de warmteopname van het gebouw door de zon, ook al kan er de rest van het jaar bespaard worden. De ‘airside economiser’ neemt buitenlucht in als deze kouder dan 20 tot 22 graden Cel|5
THE MOBILE SERVERROOM
datac e nte rwo r ks
sius is, en gebruikt deze om de traditionele airconditioning aan te vullen. De door de IT-apparatuur geproduceerde hete lucht wordt naar buiten afgevoerd, in plaats van energie te besteden aan het koelen daarvan. Een nog betere oplossing is om de hete lucht nuttig te gebruiken voor bijvoorbeeld de verwarming van de rest van het gebouw. Het heeft geen zin om lucht van meer dan 22 graden Celsius van buitenaf aan te voeren. In deze fase zou de airconditioning van het datacentra op de normale wijze kunnen functioneren.
extreme gevallen
Als de buitenlucht altijd 10 tot 20 graden Celsius en schoon zou zijn, en altijd een luchtvochtigheid van ongeveer 60 procent zou hebben, zou de mechanica van een ‘airside economiser’ systeem zeer eenvoudig zijn. Aangezien dit niet het geval is moet met andere situaties rekening worden gehouden. De vochtigheid moet tussen 35 en 75 procent HR worden gehouden. Extreme luchtvochtigheidwaarden komen in het Verenigd Koninkrijk en Nederland niet vaak voor, maar dit is niet overal ter wereld het geval. De CRAC-units in de computerruimte blijven enige mate van vochtregulering nodig hebben. Niet iedere CRAC-unit heeft echter een complete luchtvochtigheidregelaar nodig. Het is van belang dat er geen rook en stof in de computerruimte komt. Dat geldt vooral voor rook. Die laat namelijk de gevoelige gasgebluste systemen voor brandsuppressie die gebruikt worden in moderne datacentra afgaan. Binnenkomende lucht moet gefilterd en gecontroleerd worden op rook. Luchtinlaten moeten bij rookdetectie worden afgesloten. Hoewel gekoelde lucht nodig is, zijn te lage temperaturen (minder dan 10 graden Celsius) niet optimaal voor de IT-apparatuur. De apparatuur houdt al helemaal niet van vrieslucht. Die kan leiden tot allerlei bevriezing- en condensatieproblemen. Het systeem moet dus de buitenluchttemperatuur monitoren. Het moet of de luchtopname bij lage temperaturen kunnen uitschakelen of een deel van de teruggevoerde hete lucht mengen met de zeer koude buitenlucht om
terug te komen op de streeftemperaturen van 18 tot 20 graden. Ook met de brandsystemen moet rekening gehouden worden. De mechanische afsluitsystemen moeten zowel op de brandmelder als op het suppressiesysteem worden aangesloten. Bij een brand moeten de afsluiters
Huidige standaarden voor luchtvochtigheid zijn onnodig nauwkeurig gesloten worden, zodat het brandsuppressiegas zijn werk kan doen zonder dat het uit de ruimte ontsnapt. Als de brand geblust is, moeten de afsluiters handmatig te openen zijn, zodat het gas uit de ruimte kan worden verwijderd.
In de gematigde klimaten van het Verenigd Koninkrijk en Nederland kan vrije luchtkoeling leiden tot een vermindering van elektriciteitsverbruik door airconditioningsystemen van 40 tot 60 procent per jaar. De eenvoudigste methode is om de buitenlucht naar de bovenzijden van de conventionele CRAC-units te leiden, zodat de ventilatoren van de units gebruikt kunnen worden om de lucht in de ruimte te verplaatsen. Ook kunnen de CRAC-units zorgen voor het filteren en monitoren, en de temperatuur- en luchtvochtigheidhuishouding. Wel moet een overkoepelend besturingssysteem geïnstalleerd zijn om de buitenluchttemperaturen, externe rook en de status van het brandalarm van het gebouw en het suppressiesysteem te detecteren. Ook moet dit systeem alle extractieventilatoren en afsluiters zonodig kunnen bedienen.
Algemeen plan van luchtstroom- en controlesystemen indien een CRAC-unit tegen een buitenmuur staat.
|7
ko e l i n g
Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Hoewel veel datacenters uitsluitend lucht gebruiken om te koelen, is de belangstelling voor waterkoeling altijd blijven bestaan. Aanbieders als IBM en Knürr brengen inmiddels leidingen met koud water tot vlakbij de chips. Een Ierse universiteit gaat nog een stap verder gaat: waterkoeling in de chips.
Koelen waar de warmte geproduceerd wordt
Ierse universiteit wil waterkoeling in de chip Waterkoeling is niet nieuw. In de tijd dat datacenters nog rekencentra heetten, werden de daarin opgestelde mainframes vrijwel allemaal met water gekoeld. Met de opkomst van gedistribueerde servers verdween deze manier van werken grotendeels, maar helemaal weg is de aanpak nooit geweest. Equinix heeft zijn nieuwe datacenter in Amsterdam bijvoorbeeld uitgevoerd met voorzieningen om waterkoeling in racks en cages mogelijk te maken (zie pagina 38). Aanbieders als Knürr en Rittal hebben vernuftige oplossingen ontwikkeld waarbij koud water via flexibele buisjes tot vlak bij de elektronica wordt gebracht.
aanpak groot. Door minieme kanaaltjes aan te brengen in de chipbehuizing kan het water nauwkeurig gebracht worden op die locaties waar de warmte ontstaat. Koelen kan hierdoor zeer gericht en effectief worden aangepakt. Daar staan nog wel technische uitdagingen tegenover. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met het feit dat in de chip relatief forse temperatuurverschillen kunnen ontstaan? Dat kan fikse montage- en hechtingsproblemen opleveren. De Ieren werken aan oplossingen. Ze hebben inmiddels een werkend systeem waarbij het water door een 5 millimeter groot propellertje door de kanaaltjes in de chipbehuizing wordt gepompt.
hydro cluster
Ook IBM gebruikt nog steeds waterkoeling. De nieuwste supercomputer van het concern heet niet voor niets Hydro Cluster. In deze uit grote aantallen PowerPC-processoren opgebouwde machine wordt gebruik gemaakt van watergekoelde koperplaatjes die de warmte bij de chips afvoeren. Volgens IBM kan de energierekening van een datacenter met zo’n 40 procent omlaag doordat minder airco’s nodig zijn. Een Hydro Cluster is een zeer gespecialiseerd systeem - heel anders dan de massaal geproduceerde servers die in een regulier datacenter staan. Hoewel waterkoeling beduidend efficiënter kan zijn dan luchtkoeling - IBM spreekt bij zijn Hydro Cluster van een maar liefst 4000 maal effectievere vorm van koelen - is waterkoeling bij op Intel-chips gebaseerde apparatuur nooit echt aangeslagen.
kanaaltjes aanbrengen
De Universiteit van Limerick in Ierland wil nu een volgende stap zetten. Waarom koelen met water dat vlakbij een hete processor wordt gebracht als de vloeistof ook in die chip te brengen is? Hoewel het nog om een onderzoeksproject gaat, zijn de voordelen van zo’n 8|
IBM’s Hydro Cluster gebruikt watergekoelde koperplaatjes om warmte af te voeren.
p ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Top-10 Valkuilen
Verwaarloosde aspecten bij bouw en inrichting Elvira Dragstra is werkzaam bij adviesbureau Merpa in Berkel en Rodenrijs
Een datacenter bouwen en inrichten is een complex project. U krijgt te maken met vraagstukken die verder gaan dan de bouw van de fysieke ruimte en de inrichting daarvan. Minstens even belangrijk zijn de omgeving van het gebouw waarin het datacenter zich bevindt, de constructie van het gebouw, de ligging van het datacenter daarbinnen, het esthetische aspect waar het gaat om plaatsing van bijvoorbeeld koelers op het dak en kabelgoten in diverse ruimtes, en het grote aantal aanbieders waarmee u te maken krijgt. Omzeil de tien belangrijkste valkuilen bij de bouw en inrichting van uw datacenter met onze tips.
|9
1. uitbreiding met ‘blade servers’ Uw contactpersoon bij een van de grootste en meest gerenommeerde fabrikanten op het gebied van servertechnologie heeft u uitgebreid ingelicht over de mogelijkheden en voordelen van ‘blade servers’. Nooit eerder bezetten servers zo weinig ruimte in de racks. Nooit eerder hadden servers van klein formaat zoveel capaciteit. Bovendien zijn de ‘blade servers’ volledig op afstand te beheren. Helaas heeft u niet gevraagd naar de koel- en stroombehoeften. Omdat ‘blade servers’ zo compact zijn produceren zij veel warmte. Die warmte hoopt zich op in het rack. Daardoor ontstaat een ‘hotspot’ die de maximale temperatuur waaraan de apparatuur blootgesteld mag worden dreigt te overschrijden. U loopt het Helaas heeft u niet gevraagd naar risico dat die apparatuur uitvalt. de koel- en stroombehoeften Verder hebben ‘blade servers’ andere stroombehoeften. Bij foutieve afzekerwaardes kan uw nieuwe apparatuur of niet op vollast draaien, wat capaciteitverlies betekent, of helemaal niet draaien, wat tot stilstand leidt.
tips
- Informeer voordat u nieuwe hardware aanschaft naar de specificaties. - Inventariseer vooraf in uw huidige datacenter het koel- en stroomontwerp op aanwezige en eventueel extra benodigde koel- en stroomvoorzieningen.
3. burenoverlast Buren hebben we altijd, alleen het type buur en zijn onderkomen verschilt. Als u onvoldoende rekening houdt met uw buren, kunnen teleurstellingen en verhoogde risico’s op uitval en storingen niet uitblijven. Buren kunnen overlast veroorzaken op het gebied van brand(overslag), wateroverlast, trillingen en bereikbaarheid. Zeker gevaarlijke industrieën en transportroutes zijn een risico voor het ICT-hart. Ook verder gelegen buren, bijvoorOok verder gelegen buren kunnen beeld vliegvelden, kunnen overlast en storingen overlast en storingen veroorzaken veroorzaken. Een start- en landingsbaan in het verlengde van uw gebouw verstoort een optimale werking van de ICT-apparatuur en betekent een verhoogd risico voor uitval doordat een vliegtuig neerstort. Een bouwterrein veroorzaakt bij heiwerkzaamheden trillingen. Omgekeerd kan uw datacenter overlast bezorgen. De buren kunnen uw koelsystemen op het dak als veroorzaker van geluidsoverlast en belemmering van hun zicht bestempelen. Het gevolg is oeverloos gekibbel en een dreigend proces.
tips
- Informeer naar de buren voordat u uw datacenter definitief vestigt. - Wees alert op geluidsvoorschriften die gelden in de bouw. - Informeer naar specificaties van koelers voordat u die op het dak zet.
2. constructieperikelen
op
Hedendaagse datacenters zijn compact ingericht met efficiënt gebruik van racks en vierkante meters. Op zo min mogelijk vloeroppervlak moet zo veel mogelijk apparatuur worden ondergebracht. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het feit dat dit kan leiden tot een verhoging van het aantal kilo’s per vierkante meter en de constructie van de ondervloer daar mogelijk niet op berekend is. Doorgaans hebben verdiepingsvloeren van kantoren een draagkracht van gemiddeld 350 kilo per vierkante meter. In verouderde gebouwen is de draagkracht soms 250 kilo per vierkante meter. Ondervloeren van technische ruimten hebben meestal een draagkracht van 500 kilo per vierkante meter. Hoe meer apparatuur u in een Zonder extra voorzieningen rack propt, hoe hoger het risico dat de constructie de ondervloer zakken de racks hierop niet berekend is. Bij bijvoorbeeld UPS’en door de bodem met batterijracks moet u goed informeren naar het gewicht en bekijken welke extra constructie te maken valt op de ondervloer om het gewicht te spreiden. Minder bekend is het gewicht van storage-racks. Regelmatig wordt nieuwe opslagapparatuur aangeschaft vanwege verbeterde functionaliteit en verhoogde snelheid, zonder dat op het gewicht van de racks gelet 10 |
wordt. Bij een DMX bijvoorbeeld kan het gewicht bij volledige bezetting oplopen tot circa 1350 kilo per vierkante meter. Zonder extra voorzieningen op de ondervloer zullen die racks door de bodem zakken. Het komt voor dat nieuwe storage-racks na aanschaf elders opgeslagen moeten worden omdat de constructie van de ondervloer niet berekend is op hun gewicht. Dan moet de ondervloer eerst verzwaard worden met bijvoorbeeld stalen balken. In ruimtes waar al veel apparatuur staat moet de vloer grotendeels leeggehaald worden omdat de stalen balken onder de verhoogde vloer moeten komen. Een ander gevolg van de verzwaring is dat meer vierkante meters vloeroppervlak nodig zijn om het gewicht van de racks te spreiden. Minimaal 1 meter vrije omtrek rond de racks is vereist.
tips
- Informeer naar het gewicht van aan te schaffen apparatuur en laat een constructieberekening maken door een constructeur. - Vergeet het al aanwezige gewicht in het datacenter niet mee te tellen voor de constructieberekening. - Informeer welke constructieve aanpassingen in het gebouw mogelijk zijn.
datac e nte rwo r ks
4. oeps, datacenter vergeten Een verhuizing naar een bestaand of nieuw gebouw heeft voor ICTmanagers het voordeel dat ze eindelijk het datacenter kunnen bouwen waarvan ze altijd gedroomd hebben. Niks veredelde bezemkast, verouderd kantoor of voormalige huiskamer, nee, genoeg vierkante meters voor alle huidige en toekomstige ICT-apparatuur. U kunt in een klap een zo optimaal mogelijk datacenter bouwen en inrichten. U krijgt wanden, plafond en vloer met bescherming tegen brand, stof, water, inbraak, trillingen en magnetische velden van buitenaf. U zorgt voor: flexibele en schaalbare oplossingen met redundante koeling en (nood) stroomvoorzieningen; Dat de ligging van het datacenter branddetectie speciaal ontwikkeld voor van belang is voor de veiligheid ruimtes en racks met een hoge luchtcircuwordt vaak ‘vergeten’ latie, al dan niet gekoppeld aan een automatische brandblusinstallatie met milieu- en ozonvriendelijk gas; racks met A- en B-voedingen voorzien van intelligente powersloffen; inbraak- en toegangscontrole, en camerabeveiliging; koppelingen naar een of twee noodstroomaggregaten; en redundante glas- en koperverbindingen van en naar het datacenter. Als kroon op het werk komt er ‘remote’ management via IP om alle ICT-apparatuur en machines op afstand te kunnen beheren en monitoren. Dit voorkomt inloop door Jan en alleman, en u kunt ‘realtime’ de status in het datacenter bewaken.
Als het moment daar is blijkt vaak dat het hogere management geen prioriteit legt bij de benodigde ruimte voor het datacenter in het te betrekken gebouw. De beschikbare vierkante meters worden bij voorkeur benut voor zoveel mogelijk werkplekken. Dat de ligging van het datacenter van belang is voor de veiligheid wordt veelal niet meegenomen in het toewijzen van de locatie. Dan wordt een niet voor werkplekken geschikte ruimte toegewezen, bijvoorbeeld de kelder. Daar kunnen vocht, wateroverlast en lastige bereikbaarheid voor kabels voor problemen zorgen. In de bovenste dakverdieping met zonnig uitzicht op het zuiden die op het laatste moment wordt toegewezen zorgen warmte en grote afstanden naar de laagspanningsruimte, SER’s en noodstroomaggregaten voor problemen en hogere kosten door lange kabeltracés en extra benodigd koelvermogen. Nog vervelender wordt het als de ruimte naast het datacenter als stilteruimte in gebruik is. Door de vele decibellen die de koeling produceert zal van stilte weinig sprake meer zijn. Dit is een bijna onoplosbaar probleem. Soms krijgt het datacenter ruimte in het magazijn zonder dat rekening is gehouden met extra voorzieningen en beveiliging tegen onbevoegden en mogelijke schade door rondrijdende heftrucks.
tips
- Inventariseer aan welke (omgeving)eisen het datacenter moet voldoen. - Rapporteer die eisen in een vroegtijdig stadium aan het management en onderbouw dit uitvoering met de risico’s van uitval en de kosten die dat met zich meebrengt voor de onderneming. |11
5. techniek en esthetica Techniek, de werkende installaties, en esthetica, de schoonheid, bijten elkaar vaak. Techniek betekent ‘lelijke’ kabeltracés, boringen waar ze misschien functioneel maar zeker niet mooi zijn, lelijk afgedichte sparingen, koelers die op het dak te veel in het zicht staan, armaturen die scheef hangen, brandvoorzieningen die fout en scheef gestickerd zijn, wandcontactdozen die ‘verkeerd’ Het zijn allemaal noodzakelijke geplaatst zijn. Het zijn allemaal voorzieningen die maar vanuit esthetisch oogpunt noodzakelijk zijn, maar vanuit esthetisch oogpunt ongewenste voorzieningen ongewenst als ze niet zoveel mogelijk verstopt of ‘mooi’ weggewerkt worden. Bij slechte coördinatie en onduidelijke communicatie tussen de verschillende partijen kan het gebeuren dat kabeltracés en andere technische voorzieningen tot drie keer toe verlegd moeten worden. Hoge meerkosten voor de klant en vertraging in de looptijd van het project zijn de gevolgen.
tips
- Maak in een vroeg stadium aan de architect bekend welke technische voorzieningen nodig zijn en waar deze gewenst of vereist zijn. - Werk met tekeningen die goedgekeurd zijn voor de bouw begint. -Z org voor goede coördinatie en duidelijke communicatie tussen de verschillende partijen.
6. te veel partijen Hoe meer partijen betrokken zijn bij een project, hoe groter de kans is op gaten in de uit te voeren werkzaamheden, ruis in de communicatie en onttrekking aan verantwoordelijkheden. Gaten in werkzaamheden ontstaan doordat niet goed vooraf is afgestemd wie welke werkzaamheden in zijn opdracht heeft zitten. Het komt bijvoorbeeld voor dat de dataleverancier en het elektrotechnisch bedrijf beide denken dat de ander de kabelgoten levert en plaatst. Ruis in communicatie ontstaat doordat we allemaal Hoe meer partijen betrokken anders zijn; we denken, interpreteren, oordelen en zijn bij een project, hoe groter communiceren verschillend. Wat voor de een duide kans op ruis wordt delijk is, is voor de ander onduidelijk. Hoe meer partijen betrokken zijn bij een project, hoe meer verschillende mensen rondlopen en in vergaderingen zitten, dus hoe groter de kans op ruis wordt. Mensen onttrekken zich onbewust aan verantwoordelijkheden. Iedereen streeft naar maximale eer bij minimale inzet, schrijft succes het liefst aan zichzelf toe en schuift fouten en falen bij voorkeur op anderen af. 12 |
Bij fouten en problemen gedurende een project proberen we dan ook naar een ander te wijzen en staan we niet te trappelen om het op te lossen, mede omdat dit naast persoonlijk falen kosten veroorzaakt. Het risico is dat onze manager ons dit niet in dank afneemt. Hoe groter de groep, hoe sterker deze effecten zijn, blijkt uit psychologisch onderzoek. Naast het ‘meestandereffect’ speelt een praktisch punt. Meer partijen betekent meer afstemming in de planning. We kunnen niet allemaal tegelijk op dezelfde vierkante meters staan om racks te monteren, data-, glas- en voedingskabels te leggen en af te monteren, apparatuur en machines onder te brengen enzovoort. U bent niet de eerste bij wie plafonds en vloeren vijf keer open en dicht gaan.
tips
- Beperk het aantal partijen dat het project moet uitvoeren. - Leg tijdens de aftrap in notulen vast wie waarvoor verantwoordelijk is om het meestandereffect te voorkomen. - Zorg voor een goede planning en afstemming tussen partijen.
7. best passende oplossing Als ICT-manager is het lastig om wegwijs te worden in de vele technische oplossingen die voor datacenters beschikbaar zijn. Elke fabrikant stelt dat zijn oplossingen en producten de voorkeur verdienen. De vraag is of die ‘beste’ oplossing en dat ‘beste’ product in uw situatie optimaal zijn. Als bijvoorbeeld uw De vraag is of die ‘beste’ oplossing energieleverancier niet meer vermogen kan lein uw situatie optimaal is veren dan hij al doet, is plaatsing van omvangrijke schaalbare oplossingen die nooit op vollast kunnen draaien zinloos. Bent u gevestigd naast de noord/zuidtunnel in Amsterdam, dan is het niet slim om in een nieuw datacenter te investeren, hoe mooi de oplossingen hiervoor ook zijn. Als u beperkt over stroom beschikt en niet verwacht te gaan groeien, is het goedkoper om conventionele producten aan te schaffen in plaats van trendy schaalbare en groene alles-in-een oplossingen. Die worden bij kleine vermogens niet in tien jaar terugverdiend.
tips
- Vergelijk de voor- en nadelen van verschillende oplossingen. - Denk daarbij ook aan hosting van uw ICT-apparatuur in een extern datacenter.
8. Koelen bij de warmtebron Gedateerde datacenters zijn nog ingericht met alle neuzen van de ICT-apparatuur dezelfde kant op. De ventilatieroosters waardoor de koude lucht van de airconditioners naar boven wordt geperst liggen
datac e nte rwo r ks
soms lukraak verspreid over het hele oppervlak van de verhoogde systeemvloer. Daardoor kunnen er roosters zitten op plaatsen waar ze niet nodig zijn omdat er geen apparatuur staat. Aangezien de warmteontwikkeling in datacenters ontstaat in de ICT-apparatuur in de racks hoeft er op die plekken waar geen apparatuur aanwezig is en geen racks staan ook niet gekoeld te worden. Om de koelcapaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten is gericht koelen de beste oplossing. Dat doen we door de koude lucht zo dicht mogelijk bij de warmtebron te brengen en de racks zo te plaatsen dat u koude en warme straten creëert.
tips
- Breng de koude lucht zo dicht mogelijk bij de warmtebronnen in uw datacenter. - Informeer naar mogelijkheden voor koeling bij de bron en plaatsing van racks in koude en warme straten.
9. blusmiddelen Het komt nog steeds voor dat in datacenters blusmiddelen gebruikt worden die dodelijk zijn voor uw ICT-apparatuur en dus uitval betekenen. Bij gebruik van sprinklerinstallaties op basis van water zal de uitval direct optreden. Bij gebruik van chemische zuren in blusinstallaties zal de uitval na een aantal maanden intreden, als de moederborden van uw ICT-apparatuur ‘ingevreten’ zijn.
tip
- K ies een blusmiddel wat 100 procent gegarandeerd geen schade toebrengt aan uw ICT-apparatuur (lees moederborden).
10. projectcoördinatie Projectcoördinatie is cruciaal voor het slagen van uw project. Regelmatig wordt gedacht ‘dit verzorg ik intern’. Het voordeel van internen is dat zij de procedures kennen. Het nadeel is dat ze persoonlijk betrokken raken en vaak niet de nodige kennis en ervaring hebben om de juiste keuzes te maken en het project te begeleiden. Het bouwen en inrichten van een datacenter gebeurt eens in de 5 tot 10 jaar en is specialistenwerk. Alles eromheen vereist geduld, tact en mensenkennis. De kans dat u de juiste combinatie van kennis en ervaring in huis vindt is klein. Bovendien kost zo’n project veel tijd. Anderen moeten die interne uren opvangen.
tip
- Z org voor één kundig, liefst extern aanspreekpunt. Die is verantwoordelijk voor de voorbereiding, start, uitvoering en oplevering.
advertentie
p ra kti j k
Teus Molenaar is freelance journalist
‘In de VS heb je de TIA-norm, maar in Nederland is er nog helemaal niks’ 14 |
datac e nte rwo r ks
IT-manager Maarten Zondervan: ‘Kantoren zijn ongeschikt om een datacenter te huisvesten’
Van de Moolen plaatst IT uit huis
Datacenters horen niet thuis in een doorsnee kantoor, hoe modern ook gebouwd, stelt Maarten Zondervan, IT-manager bij handelshuis Van der Moolen. Geen enkel kantoor biedt de zorgvuldige faciliteiten die nodig zijn om een datacenter dusdanig te huisvesten dat de geautomatiseerde systemen optimaal functioneren. De misprijzing valt van zijn gezicht te lezen als Zondervan het leidingenpalet laat zien dat zichtbaar is doordat een plafondtegel is verwijderd. We staan in de centrale computerruimte van Van der Moolen in de kelder van het statige pand aan de Keizersgracht. De blik omhoog verraadt een wirwar van kabels en leidingen. “Kijk”, wijst Zondervan aan, “daar komt de sterkstroomkabel binnen. Je ziet dat onze cat.-5 kabels daar vlakbij lopen. Dat levert interferentie op, en dus een grote kans op dataverlies of -beschadiging.” Hij gaat door: daar komt de riolering het pand binnen, daar zien we watervoerende leidingen. “Ik heb al lekkages gehad hier”, verzucht hij, gevolgd door een anekdote. “Onlangs was hier zo’n enorme plensbui die we steeds vaker in Nederland meemaken. Het water stroomt dan van de gracht richting de kelders. Daar zit je echt niet op te wachten. Toen hier een paar straatmakers bezig waren, heb ik ze gevraagd wat stenen rechtop te zetten, zodat het regenwater werd weggeleid van mijn kelderruimte.
Dat werkte uitstekend. Daar was ik heel blij mee. De gemeente niet; al snel lag er een brief die sommeerde de stenen weer vlak te leggen, omdat voetgangers erover zouden kunnen struikelen.”
volkomen ongeschikt
Zondervan is dus blij dat Van der Moolen verhuist van de prestigieuze grachtengordel naar nieuwbouw op Schiphol. In het eerste kwartaal van 2009 trekt het bedrijf naar het gebouw The Outlook op Schiphol-Centrum, waar het zo’n 1900 vierkante meter vloeroppervlak heeft gehuurd. De onderneming trekt in hetzelfde gebouw waarin onlangs Microsoft Nederland zijn hoofdkwartier vestigde. De Keizersgracht was niet zomaar gekozen. Het merendeel van de toenmalige raad van bestuur woonde in een straal van vijf minuten afstand rond het hoofdkantoor, stelt Zondervan vast. Hij voegt toe dat andere argumenten wellicht een grotere rol hebben gespeeld: de nabijheid van Beursplein 5 en
de klassieke ‘bank-uitstraling’ van een gemeentelijk monumentaal hoekpand in een van de oudste stadsdelen. De aard van het werk van het handelshuis is de afgelopen jaren echter veranderd. Hoekmannen, die de kern vormden van het in 1892 opgerichte handelshuis, bestaan niet meer. De hectiek van door elkaar schreeuwende, gebarende en telefonerende handelaren is gedigitaliseerd. Schermenbeurzen hebben de chaos op de meeste beursvloeren doen verbleken. ICT is gegroeid van een randverschijnsel naar de kern van de bedrijfsprocessen binnen Van der Moolen, waar nu op applicatieniveau in ‘exchange hosted’ datacenters wordt gehandeld. “Toen ik hier in 1996 begon te werken, waren er maar twee pc’s in het gebouw”, haalt Zondervan herinneringen op. “De telefooncentrale was het heilige der heiligen. Die is toen in de kelder terecht gekomen, waar vroeger de fietsen stonden. In de loop van de jaren is daar een reeks aan servers en switches bij gekomen - in een ruimte die volkomen |15
ongeschikt is voor dit doel. Eigenlijk ben ik al 11 jaar bezig om te vertellen dat deze situatie onhoudbaar is en een uithuisplaatsing noodzakelijk is. Alle stuurmanskunst is daarom vereist om SOX-compliant te blijven, om maar eens een business-gedreven randvoorwaarde te noemen.”
uit handen geven
De fysieke nabijheid bij Beursplein 5 is niet langer nodig nu de communicatie via computernetwerken verloopt. Het belang van de geautomatiseerde systemen is tegelijkertijd zo gegroeid dat risico’s te allen tijde moeten worden gemeden. Is de woonwerk-afstand voor de directie minder belangrijk? “Onze nieuwe directievoorzitter (sinds begin 2006 Richard den Drijver,TM) reist zo veel dat hij eigenlijk in een vliegtuig woont. Zo staat het nieuwe kantoor toch weer dicht bij het woonhuis van de directeur”, grapt Zondervan. Bij de zoektocht naar een nieuw onderkomen is als uitgangspunt gekozen dat het da-
tacenter niet binnen het kantoor zou worden gevestigd. “Doorsnee kantoren zijn niet geschikt om een datacenter te huisvesten”, aldus Zondervan. “Wij huren een kantoor. Dat betekent dat je afhankelijk bent van de voorzieningen die standaard worden geleverd. Als je een gebouw in eigendom hebt, kan je zelf alle specifieke voorzieningen voor een datacenter treffen. Als dat niet het geval is, doe je er volgens mij het beste aan om het fysieke hart van jouw automatisering in handen te geven van een professionele organisatie die gespecialiseerd is in het veiligstellen van de infrastructuur van geautomatiseerde systemen. Je kunt dan het best een ‘suite’ of ‘cage’ huren in een datacentrum dat volgens de modernste inzichten is ontworpen en gebouwd, en wordt beheerd.” In het eigen kantoor is dan alleen nog een ruimte nodig voor de hoogwaardige switches die de verbinding maken tussen de kantoorautomatisering en het professionele datacenter. “Bovendien maak je vaste kosten variabel en ben je bij een volgende verhuizing flexibel
in die zin dat je alleen nog de interconnectie tussen het nieuwe kantoor en het datacenter hoeft te verhuizen. Die ruimte moet dan natuurlijk wel aangepaste voorzieningen kunnen bieden. Dat viel nog niet mee. Toen we eenmaal hadden gekozen voor de locatie op Schiphol-Centrum bleek dat er watervoerende leidingen door de ruimte liepen waar wij de switches wilden onderbrengen. Ook was er een sprinklerinstallatie. Het verleggen van deze tracés genoot niet direct goedkeuring van de verhuurder vanwege de acceptatie-eisen van de verzekeraar, maar voor mij was het een ‘no-go’ onderwerp.”
flexibiliteit inbouwen
“Geen stroom betekent geen IT betekent geen business”, stelt Zondervan. Ook daar heeft hij op moeten hameren bij de nieuwbouw. “Je moet ervoor zorgen dat er voldoende stroom binnenkomt in de computerruimte. Dat moet overgedimensioneerd zijn, want je weet niet wat de vereisten van de business over een paar jaar zijn. Je weet
advertentie
Dé specialist voor het ontwerpen, bouwen en beheren van uw datacenter >
I C T R O O M CO M PA NY ICTroom Company is specialist op het gebied van ontwerpen, bouwen en managen van computerruimten en datacenters. ICTroom levert vrijwel alle diensten, componenten, installaties en materialen die gebruikt worden bij het inrichten en beheren
Al meer dan 1300 opdrachtgevers vertrouwen op ons
van een datacenter of serverruimte vanuit een leveranciers onafhankelijke positie. ICTroom is hierdoor voor haar opdrachtgevers de ‘one stop shop’ op het gebied van datacenter life cycle management.
ICTroom Company | Arnoudstraat 14a | 2182 DZ Hillegom | T (0252) 750 610 | www.ictroom.nl
16 |
datac e nte rwo r ks
alleen dat het belang van automatisering steeds groeit. De basisinfrastructuur met bekabeling, switches en dergelijke bouw je voor zo’n 15 tot 20 jaar, terwijl de omloopsnelheid van een server bijvoorbeeld bij ons al op 2 jaar zit. Dit betekent dat je extra zorgvuldigheid moet betrachten bij de basisinfrastructuur. Bij Van der Moolen zit nu een CTO die deze visie deelt en het belang van een solide, technische basisinfrastructuur onderkent.” De schakel tussen de IT en de bedrijfsprocessen - de onderste lagen van het OSImodel - moet uitstekend zijn. “Als de IT wil uitkomen op een beschikbaarheid van de systemen met 5 negens, dan moeten wij met de technische infrastructuur op 6 negens gaan zitten om dat mogelijk te maken. Dat zullen we nooit halen, maar het moet wel het streven zijn. Je moet dan flexibiliteit inbouwen in de infrastructuur. Dit betekent dat we op de Schiphol-vestiging zekerheden gaan inbouwen op het gebied van energievoorziening en warmteregeling.”
Over de energievoorziening zegt Zondervan dat, ondanks de bekendheid met Moore’s Law, niemand een paar jaar geleden had voorzien dat de vraag naar elektriciteit door IT zo snel zou groeien. “Bij ons heeft de IT een tijdje geleden een paar ‘quadcore’ werkstations naar binnen gehaald. Ik had een meting gedaan voor het ontwerp en kwam uit op 150 VA. De meting van de ‘quadcores’ kwam uit op 235 VA ‘steady state’ per machine. Op de werkstations zie je in ons geval al een stroomtoename van ruim 50 procent. Als je daar niet nu al rekening mee houdt en je komt er pas over 2 of 3 jaar achter, zet je zo’n gebouw niet even stil om de elektriciteitstoevoer te verhogen. Ik heb duidelijk gestuurd op dimensioneren met een realistisch beeld van de ‘total cost of ownership’, maar wel met schaalbaarheid en flexibiliteit in het achterhoofd.”
doorvragen
Die onzekerheid over de ontwikkeling van de capaciteitsvraag heeft bij Zondervan
mede geleid tot de beslissing ‘zijn spullen’ neer te zetten in een professioneel datacenter. “De afgelopen 10 jaar heb ik altijd maar een weekendje gehad om veranderingen door te voeren, want de business gaat gewoon door. Soms had ik echt een maand nodig om ‘upgrades’ te realiseren, maar daar kreeg ik nooit toestemming voor. Het is met lapmiddelen wel op te lossen, maar bij een professioneel datacenter zijn voorzieningen getroffen die wel die benodigde flexibiliteit bieden.” Overigens is Zondervans ervaring dat de gespecialiseerde datacenters ook wel eens facades opwerpen. “Daarom moet je doorvragen. Iemand kan wel schermen met een heel hoog beschikbaarheidsniveau, maar dan wil ik toch precies weten welke uren het datacenter niet beschikbaar was. Als dat op een moment is dat het bij Van der Moolen topdrukte is, dan kost één uurtje per jaar ons toch te veel, want ‘credit points’ op je ‘service level agreement’ helpen dan niet veel meer. Je moet dieper kijken. Ik wil de
‘Ik heb gestuurd op dimensioneren met schaalbaarheid en flexibiliteit in het achterhoofd’
|17
Projekt4.qxp:Layout 1
29.09.2008
16:36 Uhr
Seite 1
We offer innovative Rack and Enclosure Systems, integrating Thermal Management for High Density Cooling along with Power Management Technologies. Yes, we’re ready. We answer future needs for Data Center, Telecommunications and Networking today. Adaptive Architecture™ for Business-Critical Continuity™.
Knürr is part of Emerson Network Power, the global leader in enabling Business-Critical Continuity: AC Power Systems Connectivity DC Power Systems
Embedded Power Integrated Cabinet Solutions Outside Plant
Power Switching & Controls Precision Cooling Services
Site Monitoring Surge & Signal Protection Rack & Enclosure Systems
Knürr logo, Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. • ©2008 Knürr AG • Idee, Grafik, Redaktion: Gropp/Huber
We Are Ready.
datac e nte rwo r ks
betrouwbaarheid zien over een langere periode, inclusief de ‘root-cause’ analyses.” “Als je het over de schutting gooit, moet je op het gebied van betrouwbaarheid volledige transparantie eisen. Je moet ook weten wat voor mensen in dienst zijn. - hts’ers of mts’ers? Mts’ers zijn tenslotte de mensen die het fysiek technische deel van het datacenter draaien. Die moeten goed opgeleid en getraind zijn. Uiteindelijk is in de geautomatiseerde keten de menselijke factor bepalend voor de totale betrouwbaarheid van de operatie.”
geen normering
Het stoort Zondervan dat er op het gebied van rekencentra in Nederland nog helemaal geen normering is. “In de VS heb je de TIAnorm, maar hier is er nog helemaal niks”, vertelt hij, verwijzend naar de Telecommunications Infrastructure Standard for Datacenters. “Nederland is wel bezig een normering te ontwikkelen. Dan weet je waar je over praat als je het hebt over ‘meeting rooms’, ‘distribution areas’ en een ‘computer room’. Een datacenter heeft dan ook een ‘computerroom’ waar de servers staan. Een computerruimte is dan niet weer de plek waar alle communicatiespul staat. Al die ruimten hebben hun eigen eisen wat betreft koeling en dergelijke.” Omdat in deze wereld nog zo weinig is vast-
gelegd, is er een clubje mensen van zeer grote bedrijven in Nederland dat een paar keer per jaar bij elkaar komt om ervaringen uit te wisselen op het gebied van rekencentra, omdat niemand het echt weet. “Iedereen handelt naar beste eer en geweten. Er zijn geen ‘white papers’ waarin je kunt lezen hoe het moet en welke normen je kunt volgen. Voor een facilitair manager is het nog steeds een hoog risicotraject.” “Mijn voordeel is dat ik vliegtuigbouwkunde heb gestudeerd. Dat is per definitie een multidisciplinair vak. In de vliegtuigbouw wordt heel gestructureerd en streng genormeerd gewerkt. Dat is mijn kracht: ik kan breed werken, maar wel gestructureerd en genormeerd. Niet dat een norm heilig is; daar kan je geen datacenter mee bouwen. Het geeft je echter wel een houvast, een kader waarbinnen je kunt werken. Je werkt met checklists, je kunt laten zien dat je de basis beheerst, dat je erover hebt nagedacht. Dat is controleerbaar en de eerste aanzet tot een betrouwbare operatie.” Zondervan licht het belang van zulke controlelijstjes toe. “In de VS, vooral in aardbevingsgevoelige gebieden, zijn ze gewend rekening te houden met trillingen die kunnen optreden in een datacenter. Dat is dan ook in de TIA opgenomen. In Nederland denkt de gemiddelde IT’er daar niet aan, terwijl het van belang is dat er geen trillingen in
een rack plaatsvinden. In Amsterdam bijvoorbeeld door trams die in de buurt rijden, of de boringen voor de noord/zuidlijn. Of nieuwbouw waar geheid gaat worden in de buurt. Of het relevant is, moet uit een analyse blijken, maar je moet het je in elk geval bewust zijn.”
gruwelverhalen Er gaan gruwelverhalen rond over wat er zoal gebeurt bij datacenters die op een verkeerde plek staan. Maarten Zondervan, IT-manager bij handelshuis Van der Moolen, wil geen namen noemen, omdat niemand op die manier in de publiciteit wil komen. Een voorbeeld van misontwerp wil hij wel vertellen. “Een probleem voor veel kantoren is dat ze de brandstofvoorziening voor de dieselgeneratoren in de Amsterdamse binnenstad niet goed kwijt kunnen. Vaak wordt er dan voor gekozen om de tanks op het dak te plaatsen. Die brandstof moet dus omhoog worden gepompt. Heel slim was voor een back-up gezorgd: als de ene pomp uitviel, zou de reservepomp het proces overnemen. In het ontwerp was echter iets mis gegaan. Die eerste pomp stopt als een peilmeter aangeeft dat de tank vol zit. De reservepomp dacht: de pomp scheidt ermee uit, dus ik moet in actie komen, en ging lustig voort met pompen. Dat gebeurde ‘s nachts, waardoor het hele dak vol dieselolie stond.” “Waar het om gaat is de constatering dat doorsnee kantoren niet geschikt zijn om een datacenter te huisvesten”, stelt Zondervan. |19
b e ka b e l i n g
In datacenters draaien op tientallen tot duizenden servers, verbonden met Ethernet- en Fibre Channel-netwerken, vitale applicaties en databases. De IT moet snel toegang bieden tot nieuwe toepassingen, diverse informatiebronnen combineren en vlot voldoen aan nieuwe reguleringen. De organisatie schrikt terug van de oplopende kosten voor koeling, energiegebruik en ‘resources’. Ze probeert via consolidatie en virtualisatie flexibiliteit en lagere kosten te realiseren. Unified I/O kan hierbij helpen door de kosten van bekabeling, energieverbruik en koeling aanzienlijk te reduceren.
Unified I/O: minder kabels en energie Datacenters hebben vaak meerdere Ethernet- en Fibre Channel-netwerken voor respectievelijk LAN- (local area network) en SAN- (storage area network) diensten. Met de volgende generatie Ethernet is dat te consolideren tot één netwerk dat alle LAN- en SAN-diensten aanbiedt en virtualiseert. Dit verhoogt de flexibiliteit. Van de diverse LAN-protocollen is alleen Ethernet over. Samen met TCP/IP verbinden Ethernet-netwerken alle desktop-pc’s en printers met het datacenter. Storage, het bewaren van de data van een server op een centrale opslageenheid, is de enige toepassing waarvoor Ethernet niet het logische onderliggende netwerk is. Om Ethernet geschikter te maken als opslagnetwerk werkt het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) aan uitbreidingen van het Ethernet-protocol om te komen tot ‘Unified I/O’; de combinatie van het LAN- en SAN-verkeer op één interface. Dat vereist minimaal uitbreiding met ‘lossless 20 |
ethernet’ ofwel ‘priority based flowcontrol’ en ‘priority grouping’ ofwel ‘enhanced transmission selection’. Fibre Channel waarborgt aflevering van pakketten. Als op een Ethernet-netwerk een pakket verloren gaat, moet het opnieuw worden verstuurd. Het Ethernet-protocol biedt de mogelijkheid om met ‘pauzeframes’ een zender te stoppen als de ontvanger de pakketten niet meer kan verwerken, maar die controle is onvoldoende als meerdere applicaties tegelijk zenden. ‘Priority based flowcontrol’ definieert op iedere Ethernet verbinding 8 kanalen met ieder hun eigen buffer en pauzeframes, zodat per kanaal het zenden te controleren is. ‘Priority grouping’ of ‘enhanced transmission selection’ betekent dat in het netwerk tussen server en client of server en opslageenheid verschillende verkeersstromen ieder hun eigen prioriteit, bandbreedte en ‘latency’garanties krijgen.
De eerste Ethernet-netwerken haalden 10 mbps (megabit per seconde). Het IEEE presenteerde in 1995 de 100 megabit standaard. In 1998 volgde 1 gigabit Ethernet, en in 2002 10 gigabit. Het IEEE ontwikkelt nu de 40 gigabit- en 100 gigabit-standaards. Beide moeten in 2010 of 2011 klaar zijn. Op dit moment lijkt 40 gigabit voor een server te veel, maar door virtualisatie groeit de belasting per server fors. Virtualisatie gecombineerd met meer CPU-kracht laat een server nu meer dan een gigabit vullen. Voeg daar Unified I/O bij en de zwaarste servers hebben na 2010 40 gigabit nodig. Hoge beschikbaarheid vereist extra paden tussen belangrijke plaatsen in het netwerk, als back-up voor het primaire pad. De keuze welk pad een pakket gaat volgen kan in het centrale deel van een ‘Ethernet met IP’netwerk gebaseerd worden op het Ethernetof het IP-adres. Switchen op basis van IPinformatie ofwel routeren is stabieler bij pro-
datac e nte rwo r ks
Fred Rabouw is systems engineer bij Cisco Nederland
Volgende generatie Ethernet levert datacenter forse besparingen op
blemen en kan alle paden gebruiken als er geen problemen zijn. Routeren is normaal in een campusnetwerk of WAN (wide area netwerk). Een datacenter heeft echter applicaties die moeten switchen op basis van Ethernet.Voor controle van de topologie van zo’n netwerk is nu alleen de open standaard STP (spanning tree protocol) beschikbaar. STP is niet stabiel en kan geen verkeer over back-up paden versturen. Als alternatief ontwikkelt de IETF (Internet Engineering Task Force) het protocol TRILL (TRansparent Interconnection of Lots of Links). Bij switchen op basis van Ethernet-adressen controleert TRILL de topologie van het netwerk zonder de nadelen van STP.
minder aansluitingen
Veel servers hebben tal van netwerkaansluitingen. Een primaire 1 gigabit Ethernet-aansluiting naar het LAN en een 1 gigabit back-up verbinding, een primaire Fibre Channel-aansluiting naar het SAN met een back-up connectie, een Ethernet-aansluiting voor management en een extra Ethernet voor zaken als clustering is normaal. Dat zijn al zes kabels en zes interfacekaarten. Iedere kabel moet gelegd worden en iedere interfacekaart verbruikt energie, die als warmte door de koeling afgevoerd moet worden.Voor iedere server zijn zes aansluitingen op het netwerk nodig, die ook energie consumeren. Unified I/O over 10 gigabit Ethernet-interfaces vereist twee interfa-
ces. Tweemaal 10 gigabit kan al het verkeer van de zes oude interfaces verwerken. De combinatie van ‘priority grouping’ en ‘lossless ethernet’ zorgt dat het SAN-verkeer veilig naast het LAN-verkeer loopt. Twee interfaces betekent slechts twee kabels, twee interfacekaarten die energie en koeling vereisen en per server twee netwerkaansluitingen.
voordelen
In een datacenter met tientallen tot duizenden servers betekent Unified I/O een aanzienlijke kostenreductie door lager energieverbruik en minder bekabeling en netwerkaansluitingen. Veel organisaties hebben twee of meer geografisch gescheiden datacenters, zodat bij een calamiteit altijd een datacenter doordraait. Protocollen als TRILL maken de koppelingen tussen die datacenters eenvoudiger en stabieler. De beschikbaarheid van het datacenter verbetert. Momenteel zijn 1 gigabit naar de server en 10 gigabit in het netwerk de gebruikelijke Ethernet-snelheden. Over 5 jaar zal 10 of 40 gigabit naar de server en 100 gigabit in het netwerk normaal zijn. Gecombineerd met Unified I/O kan het netwerk dan iedere gevraagde verbinding tussen servers, applicaties, databases en opslageenheden leggen, waarbij het fysieke apparaat en de logische functie los te koppelen zijn. Kortom, het netwerk kan iedere gewenste virtualisatie ondersteunen.
|21
ko e l i n g
Rookvorming, giftige dampen en snelle vuurverspreiding
Bekabeling groot risico bij brand Brand in of bij een datacenter is op zich al een groot probleem. Als een gebouw ook nog eens voorzien is van een niet goed op dergelijke incidenten voorbereid bekabelingsysteem is de ellende al snel niet meer te overzien. Brandveiligheid van bekabeling en het belang van goede kabeldoorvoeren in datacenters worden regelmatig over het hoofd gezien. NEN 1010 (officieel ‘Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties’) is een belangrijke norm voor brandveiligheid. Vaak wordt vergeten dat bij deze norm de elektrotechnische installatie centraal staat, en niet de bekabeling. In NEN 1010 staat niet veel meer dan ‘kies de juiste materialen’. Door te voldoen aan NEN 1010 voorkomen we dat een brand in een elektrotechnische installatie kan ontstaan. Een brand kan echter ook elders ontstaan en vervolgens een bekabelingsysteem bereiken. Henk van Beek is freelance journalist
halogeenvrije kabels
De branchevereniging voor installatiebedrijven Uneto-VNI heeft een rapport gepubliceerd dat op dit onderwerp ingaat. De keuze van de kabelmaterialen bepaalt mede hoe het vuur zich door een gebouw kan verspreiden. Hetzelfde geldt voor het gebruikte montagemateriaal. Traditionele bekabeling is in zekere mate zelfdovend. Daar staat tegenover dat dergelijke kabels door het gebruik van halogeen veel rook veroorzaken. Ook het gebruik van pvc-buizen leidt tot forse rookvorming. Bovendien komen dan van chloor afgeleide schadelijke stoffen vrij. De industrie heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in het ontwikkelen van halogeenvrije bekabeling. Deze kent doorgaans goede zelfdovende eigenschappen, veroorzaakt minder rookvorming en geeft bij brand een niet-zure rook af die veel minder schadelijk is voor de luchtwegen dan kabels met halogeen.
kabeldoorvoeren
Halogeenvrije kabels zijn dus een belangrijke stap vooruit. Daarnaast is er de Nederlandse Technische Aanwijzing 8012 (officieel ‘Beperking van schade als gevolg van brand van en via de elektrische leidingen in de elektrische installatie’). De NTA 8012 geeft aan de hand van een standaardmethodiek een richtlijn voor het type bekabeling dat onder bepaalde omstandigheden moet worden toegepast. Een NTA is echter geen norm; het is niet verplicht om eraan te voldoen. Verder moet goed naar kabeldoorvoeren gekeken worden. In veel datacenters lopen kabels door wanden heen naar volgende ruimtes. Die doorvoer is vaak niet goed dichtgemaakt. Hierdoor kan brand gemakkelijk overslaan naar een volgend vertrek. Bij brandveiligheid is de aandacht vaak gericht op blusinstallaties en dergelijke. Dat is onvoldoende. Elektrotechnische installaties, bekabeling en kabeldoorvoeren door muren, vloeren en plafonds spelen eveneens een hoofdrol bij het brandveilig maken van een datacenter. 22 |
e n e rg i evo o rz i e n i n g
datac e nte rwo r ks
Oplopende kosten vragen om creatieve oplossingen
Windenergie voor datacenters Hans van Dam is freelance journalist
Steeds meer datacenters kampen met grote problemen als het om de elektriciteitsvoorziening gaat. Dat vraagt om creatieve oplossingen, zoals gebruik van windenergie. Google zet zijn kaarten op energie uit en koeling met de zee.
Wordt het straks extra aantrekkelijk om datacenters te vestigen in plaatsen als Katwijk of Zandvoort? Wie de ontwikkelingen bij Google volgt, zou het haast denken. Die onderneming heeft een ongekende behoefte aan verwerkingscapaciteit en bouwt daarom het ene na het andere datacenter. De beschikbaarheid van voldoende energie lijkt daarbij steeds vaker een belangrijk beslissingscriterium te zijn. Dat maakt bijvoorbeeld dun bevolkte gebieden ineens aantrekkelijk.
zout water
Tegelijkertijd doet de zoekgigant onderzoek naar nieuwe mogelijkheden om aan energie te komen. Google heeft inmiddels een patent aangevraagd op een techniek waarbij datacenters aan boord van zeeschepen worden geplaatst. Daarmee hoopt het concern in één klap twee problemen op te lossen: energievoorziening en koeling. De winst op het terrein van koeling ligt voor de hand. Op zee is voldoende relatief koud water beschikbaar. Het enige probleem is dat het water een hoog zoutgehalte heeft. Dat hoeft bij een slim ontwerp van het koelsysteem echter geen onoverkomelijke problemen op te leveren.
Goedkope stroom is het tweede voordeel dat een datacenter op zee hopelijk biedt. De golfbewegingen vormen in feite een vorm van kinetische energie die valt om te zetten in elektrische energie. Schotse onderzoekers hebben op dit terrein veel werk verricht en in de vorm van de Pelamis-machines een mechanisme ontwikkeld dat deze omzetting voor zijn rekening kan nemen.
windturbine
Klinkt dit als een nogal exotische oplossing? Kijk dan eens naar een proefproject dat in Zeeland is opgezet. Op het Techno Park Zeeland in Schoondijke is een reeks van windmolens geplaatst. Opvallend is dat het gaat om relatief kleine molens die bovendien vaak een afwijkende constructie kennen. Het doel van de opstelling is te onderzoeken welk soort en type molen het best gebruikt kan worden voor het verzorgen van de energievoorziening voor individuele gebouwen. Tot nu toe kennen we in Nederland alleen relatief grote windmolens die voor een groter aantal huishoudens of gebouGolfbewegingen zijn om te wen elektriciteit kunnen opwekken. Er is nauwein elektrische energie lijks een reden te bedenken waarom datacenters die met een gebrek aan energie kampen niet op dezelfde wijze een aanvulling kunnen regelen op de reguliere energievoorziening via bijvoorbeeld Nuon of Eneco. De proef in Zeeland loopt al enige tijd en gaat zeker nog twee jaar duren. Doel is vast te stellen welke vorm en constructie de beste resultaten opleveren.
|23
zetten
a dve rto r i a l
De IT-beheerders van de gemeente Breda hebben de digitale dienstverlening voor ambtenaren en burgers op een zeer hoog peil gebracht dankzij centralisatie en virtualisatie van het serverpark. Met behulp van HP Blade Systems met VMWare, HP Storage én een redundant systeem op een uitwijklocatie kan de gemeente Breda haar eigen website hosten, de kantoorautomatisering stroomlijnen én uitstekend presterende bedrijfskritische applicaties aanbieden. Kortom: een beschikbaarheid garanderen die kritische burgers en ambtenaren nu en in de toekomst eisen. Dankzij het gebruik van een proactief supportcontract met HP zijn de beheerders bovendien vrijwel iedere eventuele storing te snel af. gemeente breda heeft hardware, storage en service voor digitale dienstverlening perfect afgestemd
‘Hoge beschikbaarheid dankzij VMWare en HP-oplossingen’ Dennis Stakenburg, teamcoördinator ict-architect bij de gemeente Breda heeft een uitgesproken mening over de samenwerking met HP: “Het is een leverancier met een zeer brede dienstverlening waar we altijd wel iemand vinden die eventuele problemen in onze IT-infrastructuur oplost. We hebben in al die jaren samenwerking natuurlijk wel eens wat kritiekpuntjes gehad, maar die zijn altijd naar tevredenheid opgelost.”
Dag en nacht beschikbaar
De gemeente Breda heeft in 1999 zes diensten met een eigen automatiseringsafdeling samengevoegd tot één IT-organisatie. In totaal werken er inmiddels 85 medewerkers, van wie 35 verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer en onderhoud van de ICT-infrastructuur. Het ontstane Shared Service Center maakt gebruik van de nieuwste technologie om de dienstverlening aan de klanten (ambtenaren en burgers) op een hoog peil te houden. De IT-beheerders stellen bij iedere keuze voor leveranciers drie speerpunten centraal. Dennis Stakenburg: “Stabiliteit, flexibiliteit en beschikbaarheid vormen bij iedere investeringsronde voor ons de leidraad. Bij diverse Europese uitbestedingrondes is vrijwel iedere keer HP als winnaar uit de bus gerold. Over het algemeen is de prijs-kwaliteitverhouding van HP uitstekend en zijn we zeer tevreden over de geleverde oplossingen en service. En mocht er onverhoopt een keer een probleem optreden, wat bij het intensieve, bedrijfskritische gebruik van de IT-infrastructuur vrijwel onvermijdelijk is, dan lost HP deze altijd op. Doordat we alles redundant hebben uitgevoerd, kunnen we de continuïteit van de bedrijfsprocessen dag en nacht garanderen.”
Efficiënt gebruik serverruimte
Omdat Breda via de website veel digitale diensten aanbiedt, moet de IT-infrastructuur vrijwel altijd beschikbaar zijn. “Een uptime van
99,99% halen we gemakkelijk. Een burger die midden in de nacht een vergunning wil aanvragen, kan dus altijd terecht bij het digitale loket”, stelt Stakenburg. Het centraliseren van het IT-beheer, het consolideren van dataopslag én het serverpark was rondom de eeuwwisseling de eerste stap om de IT-infrastructuur geschikt te maken voor een 24x7 bedrijfsvoering en om servers en ruimte efficiënter te gebruiken. Stakenburg: “Om te beginnen hebben we circa 2.000 werkplekken gestandaardiseerd op HP en het serverpark geconsolideerd in één ruimte, zodat we niet iedere server meer individueel moeten backuppen. Om de serverruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken, hebben we een KVM-oplossing toegevoegd, waardoor voor het beheer van de circa 80 servers geen individuele monitoren meer nodig zijn in de serverruimte zelf. Daarna hebben we een storage area network (SAN) van HP aangeschaft, onder meer ten behoeve van een omvangrijke Microsoft Exchange-omgeving. Aanvankelijk een HP StorageWorks
a dve rto r i a l
EVA5000 met 4 terabyte capaciteit, die eind 2005 is vervangen door een EVA8000 met 32 TB. In 2006 hebben we zes HP DL585 Servers op het SAN aangesloten die VMWare draaien, zodat we ze kunnen clusteren en steeds minder losse applicatieservers nodig hebben. Eind 2009 worden deze servers vervangen door Blade servers. Vanaf dat moment draaien al onze x86-machines op blades.”
Breda in vogelvlucht Breda is met circa 160.000 inwoners de achtste stad van Nederland. Bij de gemeentelijke organisatie werken ongeveer 2.200 ambtenaren. Begin 2006 heeft de gemeente de dienstenstructuur losgelaten en is een relatief platte organisatie ontstaan. Een Directieraad stuurt de 19 verschillende organisatieeenheden rechtstreeks aan vanuit een collectieve verantwoordelijkheid voor
Naadloos overschakelen
Het SAN is inmiddels dubbel uitgevoerd na de aanschaf van een tweede EVA8000 voor een uitwijklocatie, zodat de gemeente bij een storing vrijwel naadloos (binnen enkele minuten) kan overschakelen naar het uitwijksysteem. Naast dit SAN heeft HP een back-up oplossing met Dataprotector geïmplementeerd. Stakenburg: “Voor ons archief maken wij gebruik van HP File System Extender (FSE). Onze complete storage oplossing heeft ervoor gezorgd dat beheerders een groot gedeelte van de dagelijkse werkzaamheden kunnen automatiseren. Tevens heeft de implementatie van het archief een kostenbesparing opgeleverd, omdat we zeer flexibel met statische data kunnen omgaan.”
de hele organisatie. Een Concernstaf functioneert daarbij onder meer voor coördinatie en de strategische beleidsontwikkeling. Eén van de organisatieonderdelen, het Shared Service Center, levert aan de interne klanten. Denk aan advies en ondersteuning op het vlak van onder andere financiën, juridische zaken en communicatie. Alle veranderingen zijn doorgevoerd op basis van een nieuwe sturingsfilosofie, waarin sturing en samenwerking centraal staan.
Concrete resultaten en voordelen De Gemeente Breda profiteert dankzij HP Trilogy (StorageWorks EVA, HP BladeSystem en HP Services) onder meer van de volgende voordelen:
Snelle return on investment
Het monitoren en beheren van het serverpark, bijvoorbeeld, kostte voorheen uren per dag, terwijl dat nu nog maar minuten zijn. Voor het toevoegen van extra opslagruimte geldt hetzelfde. Uit een TCOonderzoek van Macarthur Stroud International is dan ook gebleken dat Breda met het HP SAN, in vergelijking met het beste alternatief, de meest kosteneffectieve oplossing heeft gekozen en een interne return rate (IRR) heeft geboekt van 46%.
Proactieve ondersteuning
Stakenburg: “We zijn gewend om veel van het beheer en onderhoud zelf te doen, maar voor proactieve ondersteuning en monitoring voor het SAN hebben we een P24-supportcontract met HP afgesloten. Dankzij dit onderhoudscontract hoeven niet meer alles zelf uit te zoeken. Dat levert ons veel tijdbesparing op. We profiteren onder meer van de expertise die HP heeft van VMWare en met HP Systems Insight Manager kan HP alle hardwarecomponenten op afstand monitoren en eventuele storingen snel verhelpen. Het feit dat HP Blade Servers, Storage én de service perfect op elkaar heeft afgestemd, biedt ons veel toegevoegde waarde.”
Goed voorbereid
Het contract met HP garandeert de gemeente Breda dat bij een eventuele storing alle data weer binnen vier uur beschikbaar is. Stakenburg: “Gelukkig hebben we daar nog niet mee te maken gehad. Maar we zijn in ieder geval goed voorbereid. Dat is natuurlijk hoognodig als basis voor onze strategie om steeds meer dienstverlening digitaal aan te bieden via de website. Zonder VMWare en het redundant uitgevoerde SAN, kunnen we simpelweg niet voldoen aan de hoge eisen die onze klanten stellen.” Stakenburg stelt tevreden vast dat niet alleen beschikbaarheid ‘enorm is toegenomen’ dankzij SAN en VMWare: “We besparen dankzij de geclusterde blade servers ook veel ruimte, omdat we van honderd
• toekomstvaste en standaard componenten en connectoren, dus eenvoudig opschalen; • componenten en systemen vervangen en uitbreiden zonder, of met minimale, downtime; • volledig geautomatiseerde back-up; • één aanspreekpunt voor alle technologiegerelateerde vragen en wensen • aanzienlijke tijdbesparingen bij serverinstallatie en –verplaatsing; • onderling optimaal afgestemde componenten.
fysieke servers terug kunnen naar twaalf. Dit alles zonder aanpassingen aan de airconditioning in de serverruimte. De ruimte die we over houden, kunnen we nu gebruiken voor testopstellingen.”
Voorloper in digitale dienstverlening
De digitale toekomstplannen van de gemeente zijn ambitieus. “We zijn inmiddels uitgegroeid tot een voorloper op het gebied van digitale dienstverlening. Ongeveer 2,5 jaar geleden hebben we op basis van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) onderzocht hoe we onze dienstverlening verder kunnen uitbreiden en koppelen aan die van de landelijke overheid. We zijn tot nu toe een van de weinige gemeenten die voor het integreren van bedrijfsprocessen en het uitwisselen van gegevens gebruik maakt van Microsoft Biztalk Server. Met behulp van open standaarden en SOA - een Service Oriented Architecture – gaan we onze bedrijfsvoering verder stroomlijnen. Microsoft heeft interesse getoond voor dit initiatief en heeft ons toegezegd dat het een standaardkoppeling wil ontwikkelen voor die uitwisseling tussen landelijke en gemeentelijke overheden. Daar kunnen in de toekomst dus meer gemeenten van profiteren.”
Meer informatie
www.breda.nl www.hp.nl/trilogy
e n e rg i evo o rz i e n i n g
Eric Bosma is technisch adviseur bij De Vlieg Techniek
Wie een datacenter heeft, wil garanties voor de beschikbaarheid ervan. De in de Verenigde Staten ontwikkelde TIER-classificaties moeten diverse gradaties van beschikbaarheid garanderen. Als het gaat om de elektrotechnische installaties, leggen de classificaties een basis voor keuzes en investeringen bij de inrichting van het datacenter.
Zijn TIER-classificaties ook in Nederland bruikbaar?
Beschikbaarheid van elektrotechnische installaties In 2005 is in de Verenigde Staten de TIA 942 in gebruik genomen, een norm die de minimumeisen voor een datacenter wat betreft telecommunicatie-infrastructuur omschrijft. Beheerders gingen nadenken over de TIA 942 en de daarin omschreven TIER-classificaties. TIER-classificaties zijn verschillende classificaties van redundantie. Hoe hoger de classificatie is, hoe beter de beschikbaarheid. Omdat Europa en de Verenigde Staten dingen op verschillende manieren organiseren moet goed gekeken worden naar de haalbaarheid van die TIER-classificaties in Europa. Voor het datanetwerk is het mogelijk om de classificaties toe te passen. Voor de elektrotechnische installaties gaan de TIERclassificaties echter niet zondermeer op.
redundantie
Dit artikel omschrijft de TIER-classificaties vanuit elektrotechnisch standpunt. Daarmee heeft de beheerder een basis voor de keuzes die hij moet maken als het gaat om de elektrotechnische beschikbaarheid van zijn datacenter. De TIER I classificatie is de simpelste uitvoering. Die is altijd nodig. Het uitgangspunt is één energieleverancier, één UPS (uninterruptible power supply) en één voeding naar de componenten (CRVK-1). De UPS is in deze classificatie opgenomen om de aangesloten componenten (servers) de tijd te geven om bij een stroomuitval op een goede manier af te sluiten. Deze tijd, ook wel ‘autonomietijd’ genoemd, wordt
tier i tier ii tier iii tier iv Aantal voeding routes
1 actief
1 actief
1 actief 1 passief
2 actief
Redundantie componenten
N
N+1
N+1
2 (N+1)
Site beschikbaarheid
99,671 %
99,749%
99,9982%
99,995%
IT Downtime in uren
28,8
22
1,6
0,4
Realisatie tijd in maanden
3
3 tot 6
15 tot 20
15 tot ....
Overzicht van de TIER-classificaties.
26 |
ENERGIE LEVERANCIER ,AAGSPANNINGS RUIMTE (OOFD VERDELER (6+
.O "REAK RUIMTE 3"0
#26+
503
TIER I
bepaald door het component dat de meeste tijd nodig heeft om af te sluiten. Het in het schema opgenomen SBP (service bypass paneel) is nodig om onderhoud aan de UPS te kunnen uitvoeren. De TIER II classificatie is iets uitgebreider. In deze classificatie wordt uitgegaan van één energieleverancier, één NSA (noodstroomaggregaat), één UPS en één voeding naar de componenten. De NSA moet ervoor zorgen dat een eventuele stroomuitval langere tijd opgevangen kan worden, bijvoor-
datac e nte rwo r ks
ENERGIE LEVERANCIER
classificatie moeten de componenten uitgevoerd zijn met de mogelijkheid tot dubbele voeding, waarbij de A-feed bijvoorbeeld aangesloten wordt op CRVK-1 en de B-feed op CRVK-2. De in het schema opgenomen STS (static transfer switch) is een automatische schakelaar die de aangeboden stroom kan regelen.
,AAGSPANNINGS RUIMTE
.OOD 3TROOM !GREGAAT 2UIMTE
(OOFD VERDELER (6+
.3!
.O "REAK RUIMTE 3"0
503
#26+
TIER II
beeld 4 tot 24 uur. Hierdoor kan de autonomietijd van de UPS verkleind worden. Over het algemeen wordt dan met een autonomietijd van 10 minuten gerekend. Vanaf TIER II heeft de UPS een tweede functie: het filteren van oneffenheden op de sinus van de toegeleverde stroom. Een online UPS levert namelijk een perfecte sinusvorm aan de aangesloten componenten. In de TIER III classificatie is sprake van
redundantie van de installaties en componenten. Het uitgangspunt is twee energieleveranciers, twee maal een NSA, twee maal een UPS en twee voedingen naar de componenten. Deze redundantie moet geïnstalleerd zijn, maar zal passief aanwezig functioneren. Hierdoor is het mogelijk om het benodigde elektrotechnische vermogen via verschillende wegen aan te bieden aan de componenten (servers). Voor de TIER III
,AAGSPANNINGS RUIMTE
TIER III
3"0
.OOD 3TROOM !GREGAAT 2UIMTE
(OOFD VERDELER (6+
503
503
.O "REAK RUIMTE
.O "REAK RUIMTE 3CHAKEL RUIMTE
.3!
In Nederland zijn TIER I en TIER II zonder problemen te realiseren. Aangezien TIER III en IV een tweede energieleverancier vereisen, moet de stroomlevering via twee geheel gescheiden wegen het pand
,AAGSPANNINGS RUIMTE (OOFD VERDELER (6+
.3!
tweede energieleverancier
ENERGIE LEVERANCIER
ENERGIE LEVERANCIER .OOD 3TROOM !GREGAAT 2UIMTE
De TIER IV classificatie is weer uitgebreider dan TIER III. Bij TIER IV wordt uitgegaan van twee energieleveranciers, twee maal een NSA, twee maal een UPS en twee voedingen naar de componenten. Het grote verschil met TIER III is dat bij TIER IV beide wegen de helft van het afgenomen vermogen leveren. Bij een eventuele stroomuitval zal de totale energielevering via een van de wegen lopen, waardoor er altijd genoeg elektrotechnisch vermogen aanwezig is op de componenten.
.3!
.3! 3"0
503
503
343
#26+ 343
#26+
|27
ENERGIE LEVERANCIER
ENERGIE LEVERANCIER ,AAGSPANNINGS RUIMTE
,AAGSPANNINGS RUIMTE
.3!
3CHAKEL RUIMTE.O "REAK RUIMTE
3"0
.OOD 3TROOM !GREGAAT 2UIMTE
(OOFD VERDELER (6+
(OOFD VERDELER (6+
.3!
503
503
.O "REAK RUIMTE
.OOD 3TROOM !GREGAAT 2UIMTE
.3!
.3! 3"0
503
503
343
#26+ 343
#26+
TIER IV binnenkomen. Deze opties zijn dus afhankelijk van het elektrotechnische netwerk bij de netwerkbeheerders. Er zijn oplossingen beschikbaar die in de lijn van TIER III en IV liggen, maar die zullen doorgaans uitgaan van één energieleverancier/netwerkbeheerder. Bij iedere TIER-classificatie wordt een UPS gebruikt. Omdat deze UPS verschillende taken heeft in de classificaties is het van belang welk type gebruikt wordt. De twee
In TIER III en IV wordt ook een STS gebruikt. Als de inkomende voeding van een STS wegvalt, neemt de andere STS automatisch de voeding van de componenten over.
kosten en baten
De kosten van aanleg van TIER-classificaties zijn niet zondermeer te bepalen. De kosten hangen vooral af van de te gebruiken oppervlakte en componenten. De benodigde energie hangt namelijk af van het verbruik van de
componenten en de vereiste koeling van de ruimte. Bij TIER III en IV gaat het al gauw om miljoenen euro’s Voordat een organisatie kijkt of haar datacenter voldoet aan de TIA 942 is het raadzaam om eerst de aanwezige installatie en apparatuur te inventariseren en een kosten/batenanalyse te laten uitvoeren. Er zijn namelijk altijd mogelijkheden om de beschikbaarheid van een datacenter te optimaliseren.
Bij TIER III en IV gaat het al gauw om een investering van miljoenen euro’s taken die de UPS heeft zijn het filteren van het inkomende signaal en het overbruggen van de spanningdip die ontstaat bij het overschakelen van netbedrijf naar noodbedrijf. Deze spanningdip is alleen te overbruggen als gebruik gemaakt wordt van het onlineprincipe. Hierbij worden de inkomende stromen eerst omgezet naar gelijkstroom en daarna weer teruggezet naar een perfecte sinusvorm. De eventuele dip wordt bij dit principe meteen uit de batterij gehaald.
28 |
tier i tier ii tier iii tier iv Aantal voeding routes
Redundantie componenten
1 actief
1 actief
1 actief 1 passief
2 actief
1x Trafo 1x CRVK 1x Power supply
1x Trafo 1x NSA 1x CRVK 1x Power supply
2x Trafo 2x NSA 2x CRVK 2x Power supply
2x Trafo 4x NSA 2x CRVK 2x Power supply
N
N+1
N+1
2 (N+1)
1x UPS 1x Power supply
1x NSA 1x UPS 1x Power supply
2x NSA 2x UPS 2x STS 2x Power supply
4x NSA 4x UPS 2x STS 2x Power supply
g e b o uw te c h n i e k
datac e nte rwo r ks
Nuttig voor tijdelijke (nood)opstellingen
Container als de nieuwe ‘form-factor’ voor datacenters Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Wordt de zeecontainer de nieuwe ‘form-factor’ voor datacenters? Dat gaat wat ver, maar het mobiele datacenter staat duidelijk sterk in de belangstelling. Het biedt een goede oplossing voor organisaties die (tijdelijk) een datacenter op locatie nodig hebben. Sun Microsystems wordt vaak gezien als de eerste aanbieder van een datacenter-in-een-container. Dat klopt niet helemaal. Al jaren verschepen bedrijven die op exotische locaties, vaak diep in de rimboe, moeten werken complete veldkantoren met daarin ook ICT-voorzieningen. Vervolgens is het een kwestie van dieselgeneratoren aansluiten, contact zoeken met de satelliet en we draaien. Vaak zijn dit redelijk complete serverruimtes, waardoor een bedrijf dat in de bush van Indonesië, Brazilië of Afrika aan het werk is bijvoorbeeld een SAP- of Baan-implementatie draait. Een in Europa nauwelijks bekend Zuid-Afrikaans bedrijf, ContinuitySA, heeft inmiddels ook een mobiel datacenter gebouwd in een op een vrachtwagen te laden container. Dit Mobile Data Center vormt een aanvulling op de meer traditionele uitwijkcentra die deze firma al jaren ter plekke in Afrika aanbiedt.
voeding in container
Sun is wel degene die met zijn Project Blackbox het idee van een mobiel datacenter in een container echt onder de aandacht wist te krijgen. Inmiddels hebben veel aanbieders een vergelijkbare aanpak ontwikkeld. Hewlett Packard voert deze containers onder de naam POD (Performance-Optimized Data Center). Dell werkt met Liebert aan hetzelfde idee. IBM heeft zijn EMDC (Enterprise Modular Data Center). Verari noemt zijn oplossing Forest. Rackable spreekt van Eco-Logical Data Center en IceCube. Van eigen bodem komt de iTainer. Microsoft heeft ook voor containers gekozen, maar net even anders. Het heeft een datacenter gecreëerd door ruim tweehonderd containers bij elkaar te plaatsen. Een van de leveranciers van deze datacenters-in-een-container is Sun. Dergelijke containers vormen doorgaans een bijna compleet datacen-
ter, met racks, netwerkbekabeling, koeling en dergelijke, zodat servers, communicatieapparatuur en storage kunnen worden geplaatst. Vaak ontbreekt echter een voedingsysteem. Daarvoor is bijvoorbeeld een dieselgenerator of een verbinding met het elektriciteitsnetwerk nodig. iTainer uit Vught haalt ook die voeding binnen de container. Naast externe voeding heeft deze leverancier De containers vormen een bijna UPS-systemen een plek binnen de container compleet datacenter weten te geven. Het nut van zo’n mobiel datacenter is niet beperkt tot afgelegen gebieden. Ook voor organisaties die om wat voor reden dan ook (tijdelijk) geen datacenter binnen hun gebouw kunnen huisvesten of rekenkracht op locatie nodig hebben kan het een prima oplossing zijn. |29
b o uw ku n d e
De problemen rond het in de lucht houden van een datacenter in een kantooromgeving zijn talloos. Niet doordat de ICT-hardware onvoldoende presteert, de UPS niet zorgvuldig is geselecteerd of de protocollen bij IT worden genegeerd, maar doordat de bouwkundige omgeving en alles wat daarmee samenhangt de zwakke schakel vormt in de keten die de ‘uptime’ moet garanderen. De meeste kantoorgebouwen zijn gewoonweg ongeschikt voor huisvesting van een datacenter. Uitbesteding kan een uitweg bieden.
IT en facilitaire afdeling praten te weinig met elkaar
Bouwkundige omgeving Voor de facility manager die belast is met het bouwen en onderhouden van een dataroom, MER (main equipment room), SER satellite equipment room) en dergelijke beginnen de problemen al als hij het nieuwe pand binnenkomt. In 90 procent van de als volwaardige kantoorruimte gebouwde gebouwen treft hij de volgende situatie aan: De trafo is niet zwaar genoeg om zijn computerruimte op te draaien en de traforuimte is daardoor te klein. Plaatsing van de NSA kost parkeerplaatsen. De kantoorvloeren kunnen de belasting van de computerruimte niet aan. Extra constructieve maatregelen zijn nodig. Het dak kan de geplande koelers niet dragen. Er komt geen vergunning voor koelers op het dak. Er is geen schachtruimte voor de stijgleidingen van het koelsysteem. Er is geen overdrukrooster of kanaal om bij blussing de druk te vereffenen. Het brandmeldsysteem en dus ook het brandmeldpaneel moeten worden aangepast. Er is geen vulopening voor de aggregaat. Er is geen bliksembeveiliging op groepsniveau. Er moet een bouwaanvraag worden ingediend met een looptijd van 13 weken. Er moet een milieuvergunning wor30 |
den aangevraagd voor de dieseltank. Er moet een gebruiksvergunning worden aangevraagd met een looptijd van 16 weken. De geplande SER’s zijn te klein, en hebben geen koeling en geen goede ventilatie. Er is geen tweede invoer in het gebouw. De kabel- en stroomtrajecten zijn toegankelijk voor derden. Ze moeten dus volledig worden afgeschermd of verlegd. De aarding voldoet niet.
ideale locatie
Afhankelijk van het pand kan de lijst langer worden. Zonder structurele investeringen is 80 procent van de nieuwbouwkantoren gewoon niet geschikt om een computerruimte te huisvesten. De facility manager staat dus voor een uitdaging. Onderdeel daarvan is de positie van de computerruimte in het gebouw. Positionering onder het dakniveau is uitgesloten in verband met mogelijke lekkages en beïnvloeding door blikseminslag. Het kelderniveau betekent overstrominggevaar en is vaak te toegankelijk voor derden. Middenin het gebouw is dus de veiligste plek. De MER mag echter niet aan een raamkant komen vanwege inkijk en zon-
belasting, en omdat dit de meest geschikte plaats voor werkplekken is. Het hart van het gebouw is in theorie de beste locatie, maar daar is vaak geen of te weinig plek, zeker met het oog op toekomstige groei. Uiteindelijk wordt te vaak gekozen voor een niet optimale plek in het gebouw omdat de ideale locatie niet te vinden is. Als dit al het geval is bij nieuwbouw, hoe zal dan de situatie zijn in de Amsterdamse grachtenpanden waar veel datarooms zijn ondergebracht? Eindelijk is de ruimte voor het datacenter gekozen en staat er een mooie, 60 minuten brandwerende computerruimte die zonder al te veel geluidsoverlast functioneert. Welke SPOF’s (single point of failure) zijn dan nog te vinden rond de bouwkundige computerruimte?
zonder controle
Een greep uit praktijkvoorbeelden van die SPOF’s: - Bij het trekken van kabels kan de luchtdichtheid bij blussing niet meer worden gegarandeerd.
datac e nte rwo r ks
Gemeentes willen het energieverbruik van computerruimtes gaan beperken
Wouter Fris is managing director van D/Dock.
is vaak zwakste schakel - Bij het trekken van kabels wordt geen nieuw certificaat verstrekt voor de bouwkundige doorvoeren. - Hoofdcomponenten als koelers zijn voor derden bereikbaar en aan de buitenzijde uit te schakelen. - Te veel mensen hebben een moedersleutel en kunnen zonder protocol in alle technische ruimtes komen. - Te veel leveranciers lopen in en uit de technische- en computerruimte zonder controle of protocol. - De bewaker blijft het alarm vanuit de computerruimte resetten omdat er wat hem betreft niets aan de hand is. - Niemand weet wat te doen bij een brandalarm in de computerruimte. - De meldkamer heeft de computerruimte niet als prioriteit aangemerkt en komt pas 2 uur na het brandalarm. - Onder de computervloer liggen slecht gemaakte aansluitingen die niemand ziet of heeft gecontroleerd. - De NSA wordt nooit belast getest en werkt
niet bij de stroomuitval. - Het dubbel uitgevoerde gekoeld-watersysteem komt zonder druk te staan bij lekkage waardoor de hele installatie uitvalt. - Degene met wie protocollen zijn afgesproken is vertrokken en heeft zijn kennis niet overgedragen. - Interne kennis van de technische systemen ontbreekt; de organisatie is volledig afhankelijk van de leveranciers. - Tijdens onderhoud valt de redundancy weg.
energieverbruik
De gekozen TIER-standaard is vaak een wassen neus door genoemde SPOF’s. Het is lastig de ‘uptime’ te garanderen bij een computerruimte die constant onderhevig is aan mutaties, uitbreidingen en onderhoudprocedures, waarbij vooral de eerste twee niet te plannen zijn vanwege de grillen van de IT-wereld. Als de facility manager alles bouwkundig voor elkaar heeft en er een goed team is dat alle protocollen volgt en alle mutaties in kaart brengt en certificeert, komt de volgende uit-
daging: het energieverbruik van de computerruimte is te hoog. Gemeentes hebben door dat datarooms energieverslinders zijn. Besloten is tot onderzoek en in een latere fase beperking van het energieverbruik van computerruimtes. Het klimaat werkt niet mee. Oplossingen voor verse luchtkoeling en koudeopslag lijken in de toekomst steeds minder rendement te genereren, terwijl de koelvraag het hele jaar doorgaat.Wel neemt het rendement van technische componenten toe en wordt gewerkt aan innovatieve oplossingen voor het hoge energieverbruik van computerruimtes. Bedrijven kiezen steeds vaker voor uitbesteding. Ze huren externe geoutilleerde computerruimtes met gespecialiseerd personeel. Het vastleggen van de gegarandeerde TIER-standaard en dus de ‘uptime’ in het uitbestedingcontract is essentieel. In die situatie is in het eigen pand alleen een kleine switchruimte nodig. De facility manager hoeft slechts de deur op slot te doen om met een gerust hart door zijn gebouw te kunnen lopen. |31
p ra kti j k
Hans van Dam is freelance journalist
IDC brengt samenhang in losse initiatieven
Op weg naar ‘Green IT’ IDC heeft een raamwerk ontwikkeld dat datacenter managers kan helpen om lijn te brengen in de initiatieven die binnen veel bedrijven ontstaan op het gebied van ‘Green IT’. Het klinkt wellicht wollig en abstract, maar dat is het zeker niet. Onderzoeksbureau IDC lanceerde onlangs een ‘Corporate and Social Responsibility Framework’. De maatschappelijke druk op veel bedrijven en overheidsinstellingen om op een verantwoordelijke manier om te gaan met maatschappij en milieu groeit. Daardoor wordt het belangrijker om meer lijn te brengen in de diverse initiatieven. Het raamwerk (zie figuur 1) geeft een overzicht van alle relevante deelgebieden die een rol spelen bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Green IT is dan niet langer een op zichzelf staand idee, maar deel van een breder pakket aan maatregelen die bedrijven zouden moeten nemen. Het raamwerk kan bovendien helpen om te onderzoeken waar investeringen het meeste maatschappelijk rendement zullen opleveren.
maatschappelijk verantwoord
Green IT vormt een belangrijk element van maatschappelijk verantwoord opereren. Figuur 2 geeft de ontwikkeling weer van de kosten die bedrijven en organisaties wereldwijd voor datacenters maken. Hierin zitten opmerkelijke cijfers. Wereldwijd staan inmiddels meer dan 41 miljoen fysieke servers opgesteld. De gemiddelde benuttinggraad is minder dan 10 procent. Dat is wellicht oud nieuws, maar gREEn BusInEss - Green office - Digitalisering
- Videoconferencing - E-learning
- Telewerken - Intelligent vervoer
- Document management - CO2-beheer
CO2-MAnAgEMEnT - CO2-audit - Emissiebeheer
- Compliance met emissie-regels - CO2-compensatie
- Emissiehandel - CO2-credits
gREEn MAnAuFACTuRIng - Gedragscode voor toeleveranciers - Voldoen aan wet/regelgeving - Design for Environment - Maatschappelijk verantwoord onder nemen in supply chain - Milieuvriendelijke supply chain - Afvalbeheer
- Vergunnngen - CO2-neutrale strategie
gROEn In gEBRuIK - Energiebesparing datacenter - Gedistribueerde omgeving - Virtuzalisatie en consolidatie - Optimalisatie koeling - Effectieve monitoring - Power management
gROEn AFVAL - Voldoen aan WEEE-regels - Hergebruik en revisering - Recycling hardware - Recycling consumables - Asset management - Afvalbeleid
susTAInABILITy - Change management - Sustainability audit
- CO2-management - Verantwoorde inkoop
- Audit van supply chain - Afvalbeheer
- Sociaal verantwoord ondernemen - Groene energie
Figuur 1. Het Corporate and Social Responsibility Framework van IDC.
32 |
wie realiseert zich dat bij iedere euro die in serverhardware wordt geïnvesteerd 50 eurocent energiekosten komen, of dat datacenters wereldwijd jaarlijks 29 miljard dollar in elektriciteit en airconditioning steken? Vergeet ook het ruimtebeslag niet. IDC heeft op basis van Amerikaanse cijfers berekend wat de ruimte die een datacenter inneemt echt kost: duizend dollar per ‘square foot’. Een rack kost dan ineens 40.000 dollar extra. Naast Green IT hebben we te maken met de maatschappelijke kosten van woon/werk-verkeer, kooldioxideuitstoot, papiergebruik, verbruiksartikelen enzovoort. In de visie van IDC vormen dit soort min of meer verborgen kosten een belangrijk probleem bij maatschappelijk verantwoord onderne- Green IT is deel van een breder men. Met het Corporate and Social Responsibility pakket maatregelen die bedrijven Framework probeert het onderzoeksbureau bedrij- moeten nemen ven bewust te maken van dergelijke zaken, zodat zij tot programma’s kunnen komen om de belasting die zij voor maatschappij en milieu vormen verder terug te dringen.
Installed Base (M units)
(Us$B) $ 300 $250
50 Energy and Air Conditioning Management and Administration new servers
$200
35 30 25
$150
20
$100
15 10
$50 $0
45 40
5 ‘96 ‘97 ‘98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 ’10 Server assets
MAny sERVERs, MuCh CApACITy, LOw uTILIZATIOn = $ 140B unuTILIZED Figuur 2. Uitgaven aan energie, airco, nieuwe servers en beheer en administratie.
0
ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
EvoSwitch doet meer met dezelfde energie
Overheid subsidieert innovatieve ‘vergroening’ datacenters Arnoud van Gemeren is freelance journalist
Van de grond af een datacenter kunnen bouwen zonder rekening te hoeven houden met ‘legacy’ en nog niet afgeschreven investeringen - het is voor menig datacentermanager slechts een mooie droom. Het Haarlemse EvoSwitch kreeg die kans in 2006 wel, toen een niet in gebruik zijnd en grotendeels leeg datacenter beschikbaar kwam. Inmiddels staat EvoSwitch bekend als een ‘groen’ datacenter, waar onder meer de systemen van Hyves draaien. Innovation director Laurens Rosenthal belicht de mogelijkheden en grenzen van energiebesparing. Datacenters die innovatief ‘vergroenen’ blijken diverse subsidiemogelijkheden te kunnen benutten.
|33
Laurens Rosenthal, innovation director EvoSwitch: “We doen meer met dezelfde hoeveelheid energie en dat betekent lagere tarieven en hogere marges.”
wat tikt aan
De eerste vraag aan Rosenthal is wat het groene imago van EvoSwitch concreet inhoudt. Het antwoord is resoluut: “Het betekent dat we CO2-neutraal zijn, niet meer en niet minder. We betrekken groene stroom van Delta en de rest - denk bijvoorbeeld aan de diesel die de generatoren gebruiken - compenseren we via de Klimaat Neutraal Groep. Ons ‘groene’ karakter is natuurlijk prima voor ons imago, maar het terugdringen van energiegebruik is voor ons ook een doel op zich. Het is nu eenmaal een stuk beter voor de planeet.” Rosenthal legt uit hoe direct na de start van EvoSwitch in 2007 het groene imago sterker aan de markt bleek te appelleren dan hij had gedacht. “Maatschappelijk verantwoord ondernemen is belangrijk, veel bedrijven zijn ermee bezig. Ze zijn daar dan ook trots op en dragen het uit. Een bedrijf als Johan Enschedé, een klant van ons, vermeldt op zijn briefpapier zelfs ons logo The Green Fan om te laten zien dat zijn IT klimaatneutraal is.” De innovation director geeft direct toe dat energiezuinig werken ook voor de klant en de eigen winstmarge goed is. “Je doet meer met dezelfde hoeveelheid energie. Dat betekent lagere tarieven en hogere marges.” Een rondleiding door de verschillende zalen leert al snel welke energiebeperkende maatregelen zoden aan de dijk zetten. Een bekende maatregel is het zodanig opstellen van de systeemkasten dat er koude 34 |
corridors kunnen worden ingericht. “Zeer bekend inderdaad”, beaamt Rosenthal, “maar er zijn nog behoorlijk wat datacenters die dit principe niet hanteren. De warmte hoopt zich dan aan één kant van de ruimte op, met alle gevolgen van dien.” Hij wijst erop dat het verstandig is de lucht in de warme corridors direct ofwel ‘inline’ af te voeren. Ook hier geldt dat veel datacenters dit principe wel kennen, maar nog niet toepassen. ‘Kabelbomen die de luchtcirculatie Ook virtualisatie van opslag- en serversystebelemmeren, dat is niet handig’ men is naar de ervaring van Rosenthal een uitstekende maatregel. “Het tikt zeker aan, hoewel niet iedere kleinere klant samen met andere kleinere klanten op één server wil.” Over ‘blade servers’ is hij genuanceerder. Deze systemen dragen pas echt bij aan een energiezuinige operatie nu ze recent ook in uitvoeringen met een kleine ‘power footprint’ op de markt komen. Met de infrastructuur ten behoeve van de energievoorziening (zeg maar de aansluiting van de energiemaatschappij) is volgens Rosenthal niet veel energie meer te besparen. “Kom je een stap verder het datacenter in, bij de UPS’en, dan wordt het een heel ander verhaal. UPS’en zijn duur in de exploitatie. Daarom moet je goed kijken naar de cosinus (phi). Dat is de verhouding tussen de officiële en werkelijk
datac e nte rwo r ks
geleverde hoeveelheid stroom. Bij de nieuwe generatie UPS’en, zoals we hier nu hebben van APC, ligt die wel op 99 procent. De efficiëntiefactor van de UPS komt op een nette 97 procent. Dat scheelt aanzienlijk in de hoeveelheid apparatuur die je moet inzetten. Een ander advies dat ik over UPS’en kan geven, is om er rekening mee te houden dat ze in de meeste situaties niet eens zo lang hoeven te draaien. Veel organisaties investeren zwaar in batterijcapaciteit, terwijl in de praktijk de generatoren het al na korte tijd overnemen.” Aan het principe van de ‘cold corridors’ kan Rosenthal nog dat van ‘free cooling’ toevoegen (zie pagina 4). Hierbij wordt gebruikgemaakt van de in Nederland relatief koele buitenlucht. “Bij een buitentemperatuur van 14 graden Celsius of minder kunnen we het alleen met ‘free cooling’ af. EvoSwitch koelt trouwens nog maar 200 uur per jaar voor 100 procent met behulp van compressiesystemen, voornamelijk in de zomermaanden.” Hij is overigens genuanceerd als het over aircosystemen gaat. “Je moet ze goed indelen en ‘tunen’ om interferentie te voorkomen, maar een zekere redundantie is hierbij wel noodzakelijk.”
remmende voorsprong
Rosenthal realiseert zich dat oudere datacenters last hebben van de wet van de remmende voorsprong. Toch kunnen ook zij al veel doen. - Het creëren van warme en koude gangen is vaak relatief eenvoudig. - Het afdekken van die gangen om ‘cold corridors’ te creëren is meestal mogelijk. Daarbij moet bedacht worden of daarna de brandblusinstal-
pue De ‘Power Usage Effectiveness’ is een eenheid die aangeeft hoe het met de energie-efficiëntie van een datacenter is gesteld. De PUE kent een index van 1,0. Dit is uitsluitend het verbruik van de computersystemen in het datacenter. Elk extra energiegebruik verhoogt de PUE, waarbij verouderde datacenters soms boven de 3,0 uitkomen. EvoSwitch kent momenteel een PUE van 1,7 tot 1,8. Het nieuwste datacenter, Fase 2, sinds juni in gebruik, komt uit op een geschatte 1,5. Volgens innovation director Laurens Rosenthal is het ontwerp voor Fase 3 gereed en zal het worden gerealiseerd zodra de vraag vanuit de markt daar aanleiding toe geeft. Voor deze fase claimt hij een PUE van 1,3.
latie en de koeling nog optimaal functioneren. - Netjes met kabels omgaan helpt. In oudere datacenteromgevingen wordt soms slordig met kabels omgesprongen. “Kabelbomen die de luchtcirculatie belemmeren, dat is niet handig”, stelt Rosenthal. - Bekijk of koelsystemen en UPS’en te vervangen zijn door modernere, zuinigere apparatuur. “Die verdien je met de huidige energieprijzen vaak snel terug, maar niet iedere manager durft dergelijke systemen te vervangen. Sommige oudere datacenters moeten namelijk even off-
advertentie
Op zoek naar volledig geïntegreerde datacenteroplossingen?
Ontwerp, bouw en renovatie van computerruimtes
Audit en analyse
Installatie en projectbeheer
Onderhoud en service
Ontwerp en implementatie van IT Infrastructuren op maat
Storage
Virtualisatie
Van ontwerp tot realisatie:
Vaultex en Erudict nemen u alle zorg uit handen
www.erudict.com
#F[PFLPOTPQEF4UPSBHF&YQP
OPWFNCFS
+BBSCFVST6USFDIU
4UBOE%)BM
www.vaultex.eu
line voor de herinstallatie. Dat moet je maar durven en willen.” - Bij slim inkopen van energie is eveneens winst te behalen. Dit brengt echter ook grotere risico’s met zich mee. “De energiemarkt is nog niet zo lang geleden geliberaliseerd. Er zijn niet veel deskundigen die deze nieuwe markt echt begrijpen. De tendens lijkt te zijn dat men kiest voor een lager risico met betrekking tot continuïteit van de levering, liever dan voor de allerlaagste prijs.”
subsidiemogelijkheden Als sprake is van innovatie bestaan er subsidiemogelijkheden voor investeringen in het vergroenen van datacenters. Deskundig advies op dit terrein is onontbeerlijk! Enkele mogelijkheden: - Energie-investeringsaftrek (EIA): maximaal 15 procent van de investering, zie www.senternovem.nl/eia/ - Energie Onderzoek Subsidie (EOS): heeft momenteel alleen nog budget voor een bepaald type haalbaarheidsstudies, zie www.senternovem.nl/eos/ - Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO): vergoedt 42 tot 60 procent van de salariskosten, zie www.senternovem.nl/wbso/ - Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE): variabel subsidieniveau, zie www.senternovem.nl/sde/
pragmatisch
Rosenthal laat zich kennen als een pragmatisch mens. “Het kan allemaal nog veel efficiënter. Je kunt in theorie alle deuren openzetten, dat koelt nog beter en goedkoper. De eisen die worden gesteld aan veiligheid en continuïteit tellen echter ook zwaar mee. Je moet je datacenter kunnen afschermen van de buitenlucht als dat nodig is, en je moet nu eenmaal redundantie in je systemen en infrastructuur hebben.” “Google kwam laatst in het nieuws met plannen voor datacenters in zee. Dat koelt inderdaad goed, maar hoe voorkom je dan waterschade, en tegen welke kosten? Bovendien heeft Goo‘Veel organisaties investeren zwaar gle een schaalgrootte waarbij elk winstje, in UPS’en, terwijl de generatoren eenmaal vertaald in absolute bedragen, direct het al snel overnemen’ zwaar meetelt.” “Wij hebben al eens gekeken naar de mogelijkheid grondwater voor koeling in te zetten. Daar komen zo veel regels en overheidinstanties bij kijken - je moet bijvoorbeeld opgewarmd grondwater weer koelen voor het de bodem ingaat - dat dit voorlopig niet haalbaar is.” Kortom, zelfs voor een groen datacenter zijn er grenzen aan energie besparen.
advertentie
data-ecoserver 080930.indd 1
01-10-2008 08:53:46
ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
Gebruik van tags kan zorgen voor beter beheer
HP brengt RFID naar datacenter Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Hewlett Packard maakt sinds kort het gebruik van RFID in het datacenter mogelijk. Door apparatuur van een tag te voorzien kunnen belangrijke verbeteringen op het gebied van ‘asset management’ worden behaald.
Onder de naam Factory Express RFID Service (radio frequency identification) introduceert HP een dienst die het beheer van een datacenter aanzienlijk kan vereenvoudigen. Het gaat om een service voor gebruikers van onder andere ProLiant- en Integrity-servers, en StorageWorks-opslagsystemen. Voor 5 tot 10 dollar per stuk brengt het bedrijf tags aan op iedere individueel apparaat. Dat is daardoor altijd en overal te volgen.
nooit meer kwijt
HP positioneert de dienst als een mogelijkheid om nooit meer apparatuur kwijt te raken. Doordat alle inkomende en uitgaande apparaten geregistreerd worden via RFID-poorten is een betere vorm van beheer mogelijk. Tegelijkertijd vereenvoudigt dit bestel- en ontvangstprocedures. Het gebruik van RFID in het datacenter kan nog breder worden getrokken. Waarom het gebruik van tags beperken tot apparatuur van één fabrikant? RFID kan ook de basis vormen van een goed geautomatiseerde vorm van ‘datacenter asset management’. Door alle producten - van server tot airco en van rackelement tot blusapparaat - van tags te voorzien, krijgt de datacenter manager meer grip op de in gebruik zijnde producten. Diefstal kan direct gedetecteerd worden. Bovendien geven de tags beter zicht op waar apparatuur staat en waartoe deze in gebruik is. Zeker bij organisaties die over meerdere datacenters of serverruimtes beschikken is niet altijd duidelijk welke apparatuur waar in gebruik is. Zo’n aanpak vereist additionele investeringen. Een fysiek sluitende opstelling van detectiepoorten moeten worden aangelegd. Ook is mid-
dleware nodig die alle administratieve informatie opvangt en doorsluist naar een database. Die wordt liefst gekoppeld aan een CMDB (configuration management database) waarin IT-afdelingen toch al informatie over ITfaciliteiten vastleggen. De tags geven beter zicht op waar Zover gaat Factory Express RFID Service apparatuur staat en waartoe deze niet. De apparatuur krijgt al in de fabriek in gebruik is een tag. HP heeft de nodige ervaring met deze werkwijze opgedaan toen het vaststelde dat meer grip op allerlei logistieke processen binnen de toeleveringsketen nodig was.
30 procent korter Er is nog weinig ervaring met RFID voor ‘datacenter asset management’. HP heeft op andere terreinen wel ervaring opgedaan met RFID. In 2007 voorzag het ruim 19.000.000 producten van een tag. Daarmee kon het de tijd die nodig is om vast te stellen welke producten geplaatst zijn op een pallet terugdringen van 90 seconden bij gebruik van barcodes tot maximaal 10 seconden bij toepassing van RFID.
|37
p ra kti j k
Loungebanken en eigen ontwerp kenmerken Amsterdamse vestiging
Equinix opent derde hostingcenter Hans van Dam is freelance journalist
Equinix opende onlangs zijn derde datacenter in Nederland. Het Amerikaanse bedrijf heeft een voormalig datacenter van ING overgenomen en omgebouwd tot een modern hostingcenter. Opmerkelijk aan de Amsterdamse vestiging is ‘designuitstraling’ van de ontvangsthal.
38 |
datac e nte rwo r ks
Eerder dit jaar nam Equinix het Nederlandse Virtu over. Daardoor beschikt het Amerikaanse concern, genoteerd aan de Nasdaq (Eqix), nu in een klap over drie datacenters. Naast de hoofdvestiging in Enschede - voorheen in gebruik als distributiecentrum van De Nederlandsche Bank - had Virtu namelijk al een regionaal datacenter, gevestigd in een pand in Zwolle. Daarnaast huurt het bedrijf een voormalig datacenter van ING in Amsterdam Zuidoost, dat nu is omgebouwd en geopend.
twee fases
“De nieuwe vestiging wordt in twee fases opgeleverd”, vertelt Remco van Mook, general manager van Equinix Netherlands en een van de oprichters van Virtu. “De eerste fase is nu beschikbaar en telt 1100 vierkante meter aan ruimte, verdeeld over twee zalen. In de tweede fase komt daar nog 1900 vierkante meter bij.” Tijdens de officiële opening van het datacenter begin september
waren de acceptatietesten van de geïnstalleerde airco’s en andere koelingsystemen nog in volle gang, zoals aan de rode straalkachels op de foto’s te zien is. De airco’s zijn geleverd door Western Airconditioning in Hoevelaken en geïnstalleerd door Keizers Installatietechniek uit Oldenzaal. Het ontwerp van het datacenter heeft Equinix zelf verzorgd. “We beschikken over eigen mensen die het ontwerp voor hun rekening nemen. De details vullen we in met onze toeleveranciers en partners”, vertelt Van Mook. De twee zalen die de eerste fase van de oplevering vormen, zijn voorzien van waterleiding, zodat ook bedrijven die watergekoelde servers willen plaatsen in het hostingcenter uit de voeten kunnen. Van Mook: “Er wordt tegenwoordig weer regelmatig gepraat over waterkoeling, maar dat heeft zich nog niet echt vertaald naar een concrete vraag. Als die vraag echter wel komt, willen wij er klaar voor zijn.” |39
‘We willen mensen hun werk in een aangename omgeving laten doen’
In tegenstelling tot veel datacenters heeft Van Mook er in Amsterdam voor gekozen om alle bekabeling onder de vloer te brengen, ook de uit voornamelijk ‘single mode fiber’ bestaande databekabeling. “Op deze manier hebben we een veel schonere vloer. Ook hebben we geen last van meterslange patchkabels en dergelijke.” De waterleiding ligt eveneens grotendeels onder de vloer, maar dan wel in een aparte goot, zodat bij eventuele lekkages geen problemen kunnen ontstaan.
warm en koud
120 ton apparatuur
Een punt van zorg voor ieder datacenter is de energievoorziening. Winkels uit Enschede heeft de energie-installatie aangelegd op basis van berekeningen en tekeningen die door Equinix zelf zijn gemaakt. Er zijn in iedere zaal twee gescheiden spanningsvoorzieningen aangebracht om redundantie te bereiken. Daarnaast is veel aandacht besteed aan noodstroom. “In totaal hebben we 8 MW aan capaciteit in de vorm van UPS’en en accu’s staan”, vertelt Van Mook. Bouwkundig gaf dat de nodige problemen. De enige locatie binnen het datacenter waar voldoende ruimte was voor noodstroomvoorzieningen was op de eerste etage. “We hadden echter uitgerekend dat we voor noodstroom ruim 120 ton aan apparatuur zouden gaan opstellen. Een gewone etagevloer kan dat niet hebben. Daarom hebben we een speciale staalconstructie laten bouwen die de verdiepingsvloer ondersteunt.” 40 |
Om de apparatuur van klanten te kunnen herbergen heeft Equinix racks van Minkels in Veghel geplaatst. Deze zijn geheel afsluitbaar, zodat gewerkt kan worden met warme en koude gangen. Overigens is dit in de wereld van hostingbedrijven lang niet altijd de gewoonte. Soms laat men bewust de deuren van omkastingen open staan omdat apparatuur van klanten die naast of boven elkaar is geplaatst anders wat koeling betreft elkaar dwars kan gaan zitten. Security speelt uiteraard een belangrijke rol. Naar Amerikaanse gewoonte staat de apparatuur van sommige klanten inmiddels opgesteld in afgesloten kooien. Daarnaast worden camera’s opgehangen, zodat ook een visuele inspectie mogelijk is en kan worden vastgesteld wie fysiek bij bepaalde apparatuur in de buurt is geweest. Opmerkelijk aan dit datacenter is ten slotte de architectuur van de ontvangsthal. Deze heeft nadrukkelijk een ‘designuitstraling’. Ook is voorzien in een rijkelijk van apparatuur voorziene keuken. Verder zijn loungebanken geplaatst en is veel aandacht aan de inrichting van vergaderruimtes besteed. “ICT-medewerkers van klanten zijn vaak in het weekend en op andere minder gangbare tijdstippen in ons datacenter actief ”, vertelt Van Mook. “Dan is het natuurlijk wel zo prettig als zij in een aangename omgeving hun werk kunnen doen.”
p ro d u c tn i e uws
datac e nte rwo r ks
EcoServer reduceert elektriciteitverbruik Het Nederlandse EcoServer bouwt in eigen beheer servers die bedoeld zijn om het energieverbruik in datacenters en serverruimtes flink terug te dringen. Daarbij richt het in Tilburg gevestigde bedrijf zich op twee aspecten: het terugdringen van het energieverbruik van de server zelf en het verkleinen van de warmteproductie, zodat minder koeling nodig is. Dit doet het bedrijf onder
ActiveSilencer zorgt
voor geluidreductie in racks
Het Israëlische Silentium heeft onder de naam ActiveSilencer Fan Tray een product ontwikkeld om de geluidoverlast in en om racks terug te dringen. Deze ASFT past in iedere 19 inch kast. Hij combineert twee functies: koeling en geluidreductie. De tray leidt lucht door een kabinet op een manier waarbij een veel geringere geluidproductie ontstaat, claimt het bedrijf. Dit is mogelijk door het toepassen van Active Noise Control. Deze technologie maakt gebruik van het principe van antigeluid. Een door het bedrijf zelf ontwikkelde chip meet de geluidproductie en de frequenties die hierbij een rol spelen. Vervolgens genereert de chip geluidfrequenties die precies omgekeerd zijn - antigeluid dus. Ook is het mogelijk om dusdanige instellingen te kiezen dat de ANC-chip geluid produceert op frequenties in het gehele hoorbare spectrum. In beide gevallen treedt volgens Silentium een dempend effect op dat kan oplopen tot 20 dB(A). Meer informatie: www.silentium.com
andere door hardwarecomponenten toe te passen die oorspronkelijk ontwikkeld zijn voor mobiele toepassingen. Hierdoor ontstaat bovendien de mogelijkheid om dezelfde fysieke ruimte die in een rack normaal beschikbaar is voor één server te gebruiken voor vier servers. Die vier zijn in één behuizing geplaatst. Het energieverbruik van een EcoServer ligt volgens het bedrijf op 35
watt per moederbord. Veel industriestandaardservers hebben voor het realiseren van dezelfde verwerkingscapaciteit 125 watt per bord nodig. Volgens berekeningen van het bedrijf kunnen de energiekosten hierdoor dalen met bijna 75 procent. Meer informatie: www.ecoserver.nl
reichle & de-massari lanceert universele glasvezelconnector De Zwitserse producent van netwerkbekabeling Reichle & De-Massari brengt een nieuwe glasvezelconnector uit. Deze SC-RJ is volgens het bedrijf geschikt voor Grade A-toepassingen zoals beschreven in de IEC 61753-standaard. Dit betekent onder andere dat het signaalverlies dat in de connector optreedt verwaarloosbaar klein is. De SC-RJ is bedoeld voor gebruik bij ieder type en elke kwaliteit glasvezelbekabeling. Dit biedt volgens RDM het voordeel dat bedrijven kunnen standaardiseren op één type connector, ongeacht de vraag of de bekabeling wordt toegepast in een datacenter, campusomgeving of kantoor. Dat maakt het plannen en onderhouden van bekabeling eenvoudiger en goedkoper. Bij de nieuwe connector speelt veiligheid een belangrijke rol. Daarom heeft RDM voorzien in mogelijkheden om vergissingen of sabotage te voorkomen. Allereerst kunnen de connectoren van een kleurcodering worden voorzien. Dat kan mechanisch of met gekleurde plastic clips gebeuren. Bovendien is iedere connector van een mechanisch slot te voorzien, zodat alleen geautoriseerd personeel een kabel kan los maken. Meer informatie: www.rdm.com
Minkels introduceert nieuwe racksloten Minkels lanceert een reeks nieuwe elektromechanische sloten voor racks. Het gaat om zwenkhevels die via een relaispoort kunnen worden aangestuurd. Dat kan gebeuren met een spanningsbron (12-24 volt) of een potentiaalvrij contact. Hierdoor kunnen tal van systemen voor toegangsbeveiliging aan de racks van Minkels worden toegevoegd. Denk aan kaartlezers, lezers voor vingerafdrukken en pin-pads. Een belangrijk voordeel van deze aanpak, stelt het bedrijf, is dat integratie met vrijwel ieder systeem voor gebouwbeheersing nu eenvoudig is. Dit betekent onder meer dat centraal te volgen is in hoeverre deuren van racks worden geopend en - bijvoorbeeld ‘s nachts - goed afgesloten zijn. Meer informatie: www.minkels.com |41
Nieuwe stroomverdelers van APC APC lanceert een reeks nieuwe PDU’s. Deze power distribution units zijn voorzien van een ampère-meetfunctie zodat de status van de voeding op ieder gewenst moment kan worden gecontroleerd. Het gaat onder andere om de AP 7856. Dit systeem is volgens het bedrijf de eerste Zero-U rack PDU die volledig toegang biedt voor HP’s c-Class ‘blade servers’ met ‘hot swappable’ onderdelen geïnstalleerd in een normale 600 millimeter behuizing. Het is een 22 kW ‘highdensity’ 3-fasen verdeler die speciaal bedoeld is voor blades. Het systeem kan op afstand worden beheerd en geconfigureerd, zodat bijvoorbeeld grenswaarden en alarmeringen zijn in te stellen en af te lezen. De systemen zijn geschikt voor omgevingstemperaturen
tot maximaal 60 graden Celsius. Daarnaast introduceert APC een nieuwe automatische transfer switch (ATS) in zowel een 1U- als een 2U-configuratie. De switch beschikt over voorzieningen voor netwerkbeheer en telt additionele contactdoosaansluitingen zodat extra PDU’s achterwege kunnen blijven. De nieuwe ‘inline’ stroommeters volgen de voeding naar bestaande PDU’s en andere apparatuur. Het gaat om twee enkelfase modellen voor 16 A en 32 A en een 3-fasen model voor 32 A, alle bedoeld voor 230 volt. Deze apparatuur kan in een bestaande opstelling worden opgenomen, zodat geen investeringen in nieuwe PDU’s met ampèremeting nodig zijn. Meer informatie: www.apc.com
sun maakt monitoring elektriciteitverbruik mogelijk
hellermanntyton brengt rapidrailnet
Onder de naam Intelligent Power Monitoring Service stelt Sun software beschikbaar waarmee het energieverbruik van onder Solaris draaiende servers te volgen is. Hiermee speelt Sun in op de problemen die veel datacenters hebben met grip krijgen op het energieverbruik. Veel servers en andere apparatuur geven weinig tot geen informatie over het energieverbruik, anders dan de formele opgave van de fabrikant. Wat onder bepaalde systeemomstandigheden in werkelijkheid aan elektriciteit wordt afgenomen, is veelal onduidelijk. Diensten als nu door Sun gelanceerd geven die informatie wel, waardoor een betere capaciteitsplan-
Pre-terminated netwerkbekabeling is niet nieuw. HellermannTyton voegt daar nu echter het RapidNetRail-systeem aan toe. Het gaat om een combinatie van de RapidNet pre-terminated bekabeling van HellermannTyton en de kabinetten van Damac. Dit levert een situatie op waarbij de bekabeling geen ruimte meer inneemt binnen het rack doordat de kabels opgenomen zijn in de verticale rails in de Damac-kasten. Er kan gewerkt worden met zowel bekabeling in de vloer als bovenlangs gevoerde kabels. Rails is met een eenvoudig kliksysteem aan te brengen waar vervolgens de RapidNetcassettes aan toegevoegd kunnen worden. Hierdoor kan de locatie van poorten op maat van de situatie worden gekozen. Meer informatie: wwww.hellermanntyton.com
ning mogelijk is. Bovendien kan echt begonnen worden met het terugdringen van het energieverbruik. Meer informatie: www.sun.com
Emerson lanceert nieuwe airco’s voor datacenters Emerson Network Power lanceert onder de naam Liebert HPM CW airco’s die ontwikkeld zijn voor datacenters. De units bestaan uit twee circuits waardoor een hogere beschikbaarheid wordt gerealiseerd. De systemen zijn beschikbaar met een koelcapaciteit van 20 tot 120 kW per circuit. Meer informatie: www.liebert.com 42 |
datac e nte rwo r ks
rittal zorgt voor betere
luchtverplaatsing in koude paden Rittal introduceert nieuwe kastelementen die het mogelijk maken om koude paden geheel luchtdicht af te sluiten. Bovendien levert het bedrijf nu nieuwe elementen waarmee de luchtstroom binnen racks beter te richten valt op de in de racks opgenomen elektronische systemen. Een belangrijk voordeel van het gebruik van de nieuwe producten, stelt Rittal, is dat de afgevoerde warme lucht een
veel hogere temperatuur mag hebben dan voorheen. Hierdoor neemt het verschil in temperatuur tussen de aangevoerde en afgevoerde lucht verder toe en daalt dus de behoefte aan luchtvolume. De nu gelanceerde omkasting kan gebruikt worden in combinatie met zowel airco’s als Rittals oplossing voor waterkoeling. Meer informatie: www.rittal.com
chatsworth kiest verticale afvoer van warme lucht
panduit brengt bekabeling naar verlaagd plafond
Onder de naam Vertical Exhaust Duct introduceert Chatsworth Products een verticale luchtafvoer voor zijn racks en kabinetten. De afvoer kan geplaatst worden op de TeraFrame-racks van het bedrijf. De ducts zorgen voor een gecontroleerde afvoer van warme lucht. Dit is bedoeld voor situaties waar met passieve koeling wordt gewerkt. De afvoer kent een telescopisch ontwerp en is daardoor aan te passen aan de afstand die overbrugd moet worden. Meer informatie: www.chatsworth.com
Panduit introduceert onder de naam Panzone nieuwe plafondelementen voor het geleiden van bekabeling. Deze In-Ceiling Enclosures zorgen voor zowel goede geleiding en veilige montage van kabels en kabelbomen als verbetering van de warmteafvoer als bijvoorbeeld Power over Ethernet wordt toegepast. De elementen zijn uit aluminium vervaardigd. Meer informatie: www.panduit.com
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: ¥ Consultancy ¥ Ontwerp ¥ Project management ¥ Realisatie ¥ Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
bicsi
bicsi en datacenterworks DatacenterWorks is hét vakblad voor iedereen die zich bezighoudt met de technische infrastructuur van datacenters. BICSI is dé organisatie die training en kennisvergaring op het terrein van bekabeling, netwerken en aanpalende gebieden verzorgt. DatacenterWorks en BICSI werken nauw samen. BICSI is kennispartner van DatacenterWorks en bericht in iedere uitgave over diverse onderwerpen binnen de organisatie.
Over BICsI:
Wereldwijd 25.000 leden BICSI telt in 103 landen bijna 25.000 leden; installateurs, fabrikanten van bekabelingsystemen, systeemintegrators, elektrotechnische firma’s en ICT-professionals. Die professionals ontwerpen en realiseren communicatieprojecten op diverse gebieden: complete bekabelingsystemen, security, bekabeling binnen en buiten datacenters, draadloze oplossingen, audiovisuele projecten, technische automatisering, en spraak, data en video. In de wereld van datacenters, bekabeling en netwerken is kennis cruciaal. De industrie is voortdurend in beweging. De strijd tussen bedrijven en technologieën is fel. Het BICSI-lidmaatschap geeft ICT’ers toegang tot informatie- en hulpbronnen die grondige kennis van de laatste stand van de techniek garanderen. Daarnaast kunnen leden persoonlijke netwerken en contacten onderhouden en inzetten om problemen op te lossen en tot innovatieve oplossingen te komen. Via cursussen, conferenties, technische publicaties, samenwerking met vakbladen als DatacenterWorks en professionele registratieprogramma’s biedt BICSI ICT’ers ontwerpen en oplossingen die optimaal aansluiten bij hun eisen en wensen.
rcdd
Centraal staat het programma Registered Communications Distribution Designer. ICT’ers die aan stringente eisen voldoen en aantonen dat zij een weloverwogen ontwerp, integratie en implementatie van een netwerkomgeving en de bijbehorende technische infrastructuur kunnen realiseren, behalen het RCDD-certificaat. Het oorspronkelijk Amerikaanse programma heeft een uitstekende reputatie binnen de bekabelingindustrie. In Europa groeit het belang ervan. Steeds vaker eisen ‘requests for proposals’ de beschikbaarheid van een RCDD. Die moet zowel het ontwerp als de feitelijke installatie uitvoeren, 44 |
beoordelen en controleren. Een aankomend RCDD volgt cursussen gebaseerd op BICSI’s TDMM (Telecommunications Distribution Methods Manual). De huidige RCDD’s kunnen wereldwijd opereren; ze kennen zowel lokale als internationale normen en standaarden. Verder heeft BICSI certificeringprogramma’s voor deelgebieden als NTS (Network Transport Systems), OSP (Outside Plant) en WD (Wireless Design). Ook zijn er trainingsprogramma’s en een formele certificering voor projectmanagement. Het basisprogramma ITS Cabling Installation Training and Certification is bestemd voor ICT’ers die onafhankelijk van specifieke leveranciers willen uitgroeien tot installateur van bekabelingsystemen. Door BICSI gecertificeerde ICT’ers hebben toegang tot een continue stroom van professionele, technische en branchegerichte informatie. Het lidmaatschap vereist permanente opleiding. BICSI geeft ICT’ers toegang tot Informatie en opleiding garanderen opdrachtinformatie over de laatste stand gevers dat BICSI-leden weldoordachte en op van de techniek de lange termijn gerichte bekabelingoplossingen realiseren. De cursusagenda staat op deze BICSI-pagina’s in DatacenterWorks. Daarnaast zijn interactieve webgebaseerde cursussen beschikbaar via BICSI Connect. Verder organiseert BICSI evenementen, waaronder conferenties, regionale bijeenkomsten en ontbijtbijeenkomsten. Meer informatie over BICSI is te vinden op: www.bicsi.org
datac e nte rwo r ks
‘Welkom bij BICSI’
‘De betrokkenheid van de leden bepaalt het succes en de groei van BICSI.’ ‘BICSI (Building Industry Consulting Service International), de grootste non-profit telecommunicatie-associatie ter wereld, is in 1975 opgericht. Naast het hoofdkwartier in Tampa, Florida is in Brussel een Europees hoofdkantoor. Dit vanwege het belang dat de organisatie hecht aan expansie in Europa. In het lange-termijn business-plan voor BICSI’s internationale expansie heeft de ‘board of directors’ groei in Europa vooropgesteld. De aparte European Office zal een cruciale rol spelen in zowel ledenwerving als uitbreiding van specifieke producten en diensten voor de regio. De groei van BICSI in Europa zal model staan voor expansie in andere internationale regio’s.
Nieuwe trainingen
BICSI introduceert een nieuwe versie van zijn ITS Cabling Installation Program. Dit programma omvat het installeren, de ‘termination’, het ‘splitten’ en het onderhouden van koper- en glasvezelkabels. Het nieuwe programma kent drie modules: BICSI ITS Installer 2, Copper Training Course, BICSI ITS Installer 2, Optical Fiber Training Course, en BICSI ITS Technician Trainer Course.
BICSI en TIA
BICSI en TIA (Telecommunications Industry Association) hebben een nieuwe overeenkomst gesloten voor samenwerking. De twee organisaties hebben 27 gebieden aangewezen waarop zij willen samenwerken. Belangrijk is het wederzijds erkennen en promoten van cursus- en trainingsprogramma’s. Ook willen beide partijen de onderlinge communicatie verbeteren, zodat informatie op standaardisatiegebied snel en efficiënt beschikbaar komt voor BICSI-leden, terwijl de kennis en ervaring van die leden optimaal toegankelijk is voor TIA-commissies en -bestuur.
Tekenend voor het belang dat BICSI hecht aan Europa is de Europese conferentie die in 2009 in Dublin plaatsheeft. De Europese leiders plannen meer conferenties voor 2010. Daarnaast zetten zij een serie andere bijeenkomsten op, waaronder ‘breakfast clubs’, ‘pub clubs’ en seminars. Vrijwilligers om dergelijke programma’s te ontwikkelen zijn altijd welkom! In de ontwikkeling van BICSI zelf speelt het NxtGen-project een sleutelrol. Dit momenteel lopende project omvat de grootste evaluatie van alle certificatieprogramma’s in de geschiedenis van de associatie. Ook alle beleid en procedures worden onder de loep genomen. Uit NxtGen zullen veranderingen en aanpassingen voortvloeien. Gedurende dit veranderingproces krijgen de BICSI-leden wereldwijd de kans hun associatie vorm te geven voor de toekomst, zodat de organisatie nog relevanter wordt voor ieder lid waar dan ook ter wereld.De betrokkenheid van de leden bepaalt het succes en de groei van BICSI. Zonder actieve vrijwilligers ‘De groei in Europa staat model kan de associatie niet inter nationaal uitvoor expansie in andere interbreiden. Actief lidmaatschap geeft de nationale regio’s’ leden de gelegenheid iets terug te geven aan de industrie en veranderingen voor de toekomst in gang te zetten.’ Edward J. Donelan, president van BICSI
Europese BICSI-conferentie
kort nieuws
De Europese afdeling heeft Dublin gekozen als locatie voor de 2009 BICSI European Conference, 22-24 juni in het Citywest Hotel. Het conferentieprogramma wordt momenteel opgesteld.
agenda De komende maanden organiseert BICSI diverse conferenties: 2009 BICSI Winter Conference | 19-22 januari 2009 Rosen Shingle Creek Resort, Orlando, Florida 2009 BICSI Spring Conference | 11-13 mei 2009 Baltimore Convention Center, Baltimore, Maryland, USA 2009 BICSI European Conference | 22-24 juni 2009 Citywest Hotel, Dublin, Ierland 2009 BICSI Fall Conference | 21-24 september 2009 MGM Grand Hotel & Convention Center, Las Vegas, Nevada Voor meer informatie zie: www.bicsi.org
|45
co lum n
Joop Ierschot, BICSI Benelux
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 1, oktober 2008, nummer 1 datacenterworks verschijnt achtmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation.
databekabeling nog te vaak sluitpost De bouw of renovatie van een datacenter is een complex proces waar veel disciplines bij komen kijken. In dit proces komen zaken als de locatie, het gebouw, de benodigde ruimte, en elektrotechnische en werktuigkundige (koeling)installaties met het bijbehorende vermogen al snel aan de orde. De ontwerpen van die disciplines zijn veelal niet erg aan veranderingen onderhevig. Het gebouw bijvoorbeeld zal 10 tot 25 jaar meegaan. Het gebouwbeheersysteem en de elektrotechnische en werktuigkundige installaties zullen met voldoende redundantie en groeiruimte de eerstvolgende 6 tot 8 jaar niet wijzigen. De bekabeling en kastindelingen daarentegen zijn regelmatig aan veranderingen onderhevig. Wijzigingen door het grote aantal mutaties in het datacenter, nieuwe apparatuur en vervanging elke 2, 3 of 5 jaar betekenen dat bekabeling en kastindelingen telkens weer moeten worden aangepast. Helaas worden wij van de bekabeling veelal pas in het bouw- of renovatieproces betrokken tegen de tijd dat de bouw al vergevorderd is of het datacenter zelfs al opgeleverd is. Op het moment dat men bedenkt ‘Oh ja, we hebben ook nog wat kabels nodig’ is het proces vaak al te vergevorderd voor een optimaal ontwerp. De bekabeling en routering worden nog te veel gezien als een sluitpost, en de kast- en vloerindeling zijn ten 46 |
onrechte een ‘last minute’ zaak binnen het bouwkundig proces. Een goed ontwerp van de bekabeling is namelijk cruciaal voor het goed functioneren van een datacenter. Vanwege de regelmatig vereiste aanpassingen is juist in de beginfase van het ontwerpproces aandacht nodig voor databekabeling (wordt het koper cat.-5 of cat.-6a, of glasvezel), redundantie en routering. Ter ondersteuning zijn diverse internationale en Europese standaarden ontwikkeld voor kabelmanagement, data-installatie en kabeladministratie. Bij onvoldoende aandacht voor databe kabeling en routering in de contractstukken, zoals het programma van eisen, het bestek, de aanbesteding en de gunning voldoet het datacenter al snel niet aan de belangrijkste verwachting van de gebruiker: hoge flexibiliteit. Goede ontwerpen voor de databekabeling en de kast- en vloerindeling, en een goede planning voor het vloermanagement zijn namelijk essentieel als je die hoge flexibiliteit wilt realiseren. Om tot goede ontwerpen te komen moeten de databekabeling, de kast- en vloerindeling, en de routering al in de planning een gelijkwaardige of zelfs leidende rol spelen in het ontwerpproces van het datacenter. Alleen dan kan het datacenter aan alle hedendaagse en toekomstige eisen voldoen.
u itg e v e r fenceworks bv h o o f d r e dacte u r robbert hoeffnagel,
[email protected]
e i n d r e dacte u r
maud dilrosun - de sitter p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ter aar te l e f o o n 079 341 56 32 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
henk van beek, eric bosma, hans van dam, elvira dragstra, barry elliott, wouter fris, robbert hoeffnagel, joop ierschot, teus molenaar, fred rabouw vo r m g e v i n g laura willemsen
gra sch ontwerp
druk
jb&a, gra sche communicatie, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
CommDataCenterAd_220x270mm_BP.qxd:Layout 1
11/9/08
10:03
datac e nte rwo r ks
Page 1
Looking for the data center of the future?
Just add CommScope.
CommScope products stand alone as the essential data center foundation, delivering the reliability and performance for maximum business success now and into the future. In fact, even as the digital universe grows at an exponential rate, the built-in intelligence of SYSTIMAX® data center physical layer solutions, available from CommScope, will help ensure that your business is ready for everything the future will bring. By choosing SYSTIMAX products, you can extend the life of your data center and your budget because CommScope designs its SYSTIMAX products to adapt and perform through generations of technological advances. Simply put, now you can implement physical layer solutions intelligent enough to support the data center of tomorrow and powerful enough to grow your business today. Just add CommScope. To learn more, please visit www.justaddcommscope.com.
www.justaddcommscope.com
KOELING BIJ DE BRON Verbeter de thermische efficiency met de InRow™koelingsarchitectuur. Plaats het koelsysteem bij de warmtebron en verkort de afstand die de koele lucht moet afleggen van 15 meter tot 1,5 meter. Zo voorkomt u dat de afgevoerde warme lucht zich vermengt met de koele lucht in de ruimte en kunt u gerichte precisiekoeling toepassen.
ENERGIEBESPARING De bovenmaatse gangbare systemen verspillen energie. Met een infrastructuur op maat profiteert u van efficiënt stroomverbruik, zodat u alleen betaalt voor wat u nodig hebt.
CAPACITEITSBEHEER Optimaliseer het beheer met software voor intelligent en geïntegreerd capaciteitsbeheer die real-time informatie biedt over de locaties die koeling of stroom nodig hebben.
De Efficient Enterprise : meer vermogen, meer controle, meer voordelen. ™
Kunt u dat ook zeggen van uw traditionele systeem? De gangbare systemen werken goed voor het koelen van de hele ruimte, maar de torenhoge energiekosten maken ze financieel onaantrekkelijk. Hun bovenmaatse afmetingen voldoen niet langer aan de eisen van de hedendaagse high densitycomputeromgevingen. Bovendien kunnen juist die verspilde elektriciteit en koelcapaciteit het u onmogelijk maken om de nieuwe IT-apparatuur aan te schaffen die u zo hard nodig hebt. Een simpel probleem vraagt om een simpele oplossing. Bespaar op uw stroom- en koelingskosten en schaf met dat geld nieuwe IT-apparatuur aan.
WARMTE-INSLUITING Zorg voor een effectieve koeling door de warmte in te sluiten zodat niet de hele ruimte moet worden gekoeld. Ons Hot Aisle Containment-systeem beperkt de bedrijfskosten met maar liefst 50% ten opzichte van de traditionele aanpak.
Volgens Gartner Research zullen in 2008 50% van alle datacenters die zijn gebouwd vóór 2002 verouderd zijn door ontoereikende stroom- en koelingsvoorzieningen. Stroom- en/of koelingsproblemen vormen momenteel het grootste struikelblok voor managers van datacenters. Stroom en geld hebben hun grenzen Uw meterkast levert maar een beperkte hoeveelheid stroom. En uw budget geeft u maar een beperkte financiële ruimte. Dat betekent dat u zuinig moet zijn. De APC Efficient Enterprise™ is precies wat u nodig hebt. Deze APC-oplossing is modulair schaalbaar zodat u alleen betaalt voor wat u verbruikt. Dankzij het capaciteitsbeheer weet u waar u de volgende server moet plaatsen. Speciale, in de rijen geplaatste koeling en warmte-insluitsystemen verbeteren de koeling en de thermische voorspelbaarheid. Met een Efficient Enterprise verdient u geld doordat verspilling al van tevoren wordt geëlimineerd. U kunt bijvoorbeeld overschakelen van ruimte- naar rijkoeling en zo gemiddeld al 35% besparen op uw elektriciteitskosten.
Implementing Energy Efficient Data Centers
Download White Paper ‘Implementing Energy Efficient Data Centers’ en maak gelijktijdig kans op de nieuwste APC Power Ready Messenger Bag! Kijk op onze website op http://promo.apc.com en gebruik toegangscode 69050t Tel +31 (0)800 0232509 s &AX