2
Knooppunten Deltawateren
DORDRECHT
3b
1
3a 2
4
BREDA TILBURG
5 MIDDELBURG
6
VLISSINGEN
10
8
11
9 TERNEUZEN
ROOSENDAAL
7
BERGEN OP ZOOM
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 De belangrijkste vaarregels op binnenwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Op de vaarweg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Reisvoorbereiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Communicatie op het water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bruggen en sluizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Veiligheid aan boord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Wat u verder nog moet weten… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Wellevendheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 10 tips voor de recreatievaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Onderwatersport: 10 tips voor watersporters en duikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Veilig varen op ruim vaarwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 2.1 Volkeraksluizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 2.2 Inloop Schelde-Rijnverbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 2.3a Krammersluizen oostzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 2.3b Krammersluizen westzijde, Zijpe en marifoonblokgebied verkeerspost Wemeldinge . . . . . . . . . . . 25 2.4 Witte Tonnen Vlije, Brabantsche vaarwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 2.5 Oosterschelde, aanloop Wemeldinge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 2.6 Kanaal door Zuid-Beveland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 2.7 Tholen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 2.8 Hansweert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 2.9 Terneuzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 2.10 Breskens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 2.11 Vlissingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
2
Voorwoord Het bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project ‘Varen doe je samen!’. In het kader van dit project worden tien Knooppuntenboekjes uitgegeven. Per regio staan hierin de belangrijkste vaarwegknooppunten beschreven en kaartjes laten zien hoe u de knooppunten op een veilige en vlotte manier kunt passeren. Een knooppunt is een specifieke locatie waar sprake kan zijn van een verkeersonveilige situatie. De kaarten geven een aanbevolen route. Het gaat dus om een advies, niet om een verplicht traject. U kunt ook op andere manieren de knooppunten oversteken. Natuurlijk moet u zich houden aan de geldende verkeersregels. Kijk op het water altijd goed om u heen en laat andere vaarweggebruikers duidelijk zien wat u gaat doen, zodat zij op tijd kunnen reageren. Formeel zijn de kaarten in de Knooppuntenboekjes niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Voor de Deltawateren gelden de zeekaarten voor kust- en binnenwateren 1803, 1805 en 1807, uitgegeven door de Dienst der Hydrografie. Gebruik aan boord altijd de meest recente kaarten en de ANWB-Wateralmanak. Neem in dit vaargebied ook de getijtafels en stroomatlassen (HP 33 Waterstanden en stromen) van de Dienst der Hydrografie mee aan boord. Sinds 1 augustus 2013 is wordt een compleet gewijzigd verkeersrouteringssysteem (VSS-en, aanloopgebieden, voorzorggebieden, zone voor kustverkeer, ankergebieden) van kracht. Dit betreft het zeegebied tussen de Belgische grens en het Texel verkeersscheidingsstelsel. De nieuwe situatie staat in de nieuwe 1801 kaart. Op getijdenwater is de meest actuele informatie onmisbaar voor veilige navigatie. Geulen en ondiepten verplaatsen zich voortdurend. Vlakbij een zeegat, waar het hard stroomt en veel deining is, zijn de grootste veranderingen. Daarom is het zaak dat u alle correcties in uw kaart zet. Elke week publiceert de kaartenmaker de Berichten aan Zeevarenden (BaZ), waarin alle wijzigingen van de betonning staan vermeld. Op www.hydro.nl vindt u een database van de Berichten aan Zeevarenden. ‘Goed zeemanschap’ is een belangrijk artikel (1.04) uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Het betekent kortweg dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Goed zeemanschap begint bij het goed voorbereiden van uw reis. We raden u aan voor vertrek de teksten over de te passeren knooppunten te lezen en de kaarten te bestuderen. Op www.varendoejesamen.nl vindt u meer informatie over veilig varen en u kunt er, behalve de overige Knooppuntenboekjes, diverse folders downloaden: • Communicatie op het water • Het blauwe bord • Spelregels voor een veilige snelle vaart • Veilig het water op • Veiligheid aan boord • Vlot en veilig door brug en sluis Wij zijn geïnteresseerd in uw opmerkingen. Daarmee kunnen we de Knooppuntenboekjes zo actueel mogelijk houden. U kunt correcties op de bestaande of suggesties voor nieuwe knooppunten aan ons doorgeven via de website www.varendoejesamen.nl of via
[email protected] De Knooppuntenboekjes zijn tot stand gekomen met medewerking van de Convenantpartners (zie het colofon), Politie Landelijke Eenheid, de KNRM en de Onderwatersportbond. Namens de samenstellers, Hylke Steensma Projectleider Varen doe je samen!
3
De makers hebben de Knooppuntenboekjes zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Niettemin kunnen er onvolkomenheden voorkomen door zetfouten of door gewijzigde situaties op het water. De gebruiker van de Knooppuntenboekjes blijft zelf eindverantwoordelijk voor een veilige vaart. U kunt geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze brochure. In alle gevallen wordt verwezen naar de letterlijke tekst van het Binnenvaartpolitiereglement, het Rijnvaartpolitiereglement, BVA 1972 of de plaatselijk geldende reglementen en meest recente kaarten. De Stichting Recreatietoervaart Nederland sluit als uitgever van de Knooppuntenboekjes aansprakelijkheid voor schade en/of letsel als gevolg van het gebruik van deze uitgaven uit. Het auteursrecht op het materiaal van Varen doe je samen! ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van plaatjes en/of (gedeelten van) teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Recreatietoervaart Nederland. www.srn.nl
De belangrijkste vaarregels op binnenwater De vaarregels staan gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 6 van het BPR. Hieronder enkele belangrijke regels: • Een klein schip (tot 20 meter) moet in de meeste gevallen voorrang verlenen aan een groot schip (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiers- schepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben de rechten van ‘groot’. Ook als ze korter zijn dan 20 meter (voor uitzonderingen zie het BPR). • Een schip dat het hoofdvaarwater op wil varen, moet voorrang verlenen aan een schip dat in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart. Een uitzondering hierop: een schip dat uit een betond nevenvaarwater komt varen. In deze situatie moet een klein schip op het hoofdvaarwater medewerking verlenen aan een groot schip dat van het betond nevenvaarwater komt. • Een klein motorschip (tot 20 meter) moet voorrang verlenen aan een klein zeilend schip (tot 20 meter) of een roeiboot als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een groot motorschip of een groot zeilschip verleent in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert. • Voor kleine motorschepen onderling geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang. • Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip. • Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, moet ervoor zorgen dat andere vaarweggebruikers niet genoodzaakt worden hun koers en snelheid plotseling en in sterke mate te veranderen. Het bord B.9 (zie BPR-bijlage 7) betekent dat schepen op het hoofdvaarwater altijd voorrang hebben.
Op de vaarweg Stuurboordwal
Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook binnen de betonde vaargeul. Zie de hiervoor genoemde belangrijkste vaarregels. Let op: grote schepen mogen in sommige situaties aan bakboordwal (aan de linkerkant) varen. Bijvoorbeeld om sterke stroming te ontwijken of een haven in te varen. Een groot schip dat aan bakboord wil gaan varen, toont een blauw bord met wit flikkerlicht voor tegemoetkomende vaart. Dit betekent stuurboord op stuurboord passeren. Een klein schip passeert dus zoveel mogelijk aan de zijde van het blauwe bord. Uiteraard als de situatie zich daarvoor leent. Op de Westerschelde, het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Eemsmonding is het blauwe bord niet van toepassing. Download de folder ‘Het blauwe bord’ op www.varendoejesamen.nl
4
Koers en snelheid
Pas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat duidelijk zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren. Zorg ervoor dat uw schip geen hinderlijke golfslag of zuiging veroorzaakt en voorkom zo gevaarlijke situaties en schade. Een klein schip moet op de motor minstens 6 km/u kunnen varen, op de grotere wateren, rivieren en kanalen.
Blijf uit de dode hoek!
Als u de stuurhut en de schipper van een vrachtschip niet kunt zien, dan ziet de schipper u ook niet. Hoe groot de dode hoek van een binnenvaartschip is, hangt af van het type schip, de lading, de hoogte van de stuurhut en de afstand van de stuurhut tot het einde van de zichtbelemmering. De dode hoek van een binnenvaartschip kan tot 350 meter groot zijn. Blijf uit de dode hoek! Kijk regelmatig achterom en zorg dat u goed zicht rondom hebt als u achter het roer staat. Vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant van het vaarwater. De beschreven situatie geldt op binnenwater; op zee is de dode hoek van beroepsschepen vele malen groter!
Veilig oversteken goed (over)zicht? is het veilig om over te steken?
het kanaal zijwater
Stel: u komt uit een zijwater en wilt bakboord uit het kanaal op. Neem om te beginnen de tijd als u een kanaal oversteekt. Vaar niet over bakboord het drukke kruispunt over, maar sla eerst ‘rechtsaf ’, met eventueel een uitkijk voorop. U vaart dus een kort stukje aan stuurboordwal. Zodra u voldoende overzicht hebt en het veilig genoeg is, steekt u het kanaal haaks over. U vaart vervolgens weer stuurboordwal in uw gewenste vaarrichting en kunt het kruispunt op een veilige manier oversteken. Doe dit vooral met gematigde snelheid, dan kunt u nog stoppen als het nodig is. Een beroepsschip is sneller bij u dan u denkt.
Open varen
Als u een haveningang wilt invaren, dan kunt u die het best ‘open varen’. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer, mits dat geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Door deze koers krijgt u meer overzicht, u kunt in de haveningang kijken. Omgekeerd hebben schippers die de haven verlaten u eerder in het zicht.
5
Reisvoorbereiding Pleziervaartuigenverzekering
Met een pleziervaartuigenverzekering is aansprakelijkheid verzekerd voor schade die u met uw boot veroorzaakt. U kunt zich ook verzekeren voor schade die aan uw boot wórdt veroorzaakt en voor schade veroorzaakt door van buiten komende onheil, zoals brand, ontploffing en diefstal. Welke spullen aan boord zijn meeverzekerd, staat in de polisvoorwaarden. Onverzekerd rondvaren kan grote financiële gevolgen hebben. Wanneer u aansprakelijk bent voor schade die u bij anderen veroorzaakt, draait u op voor zowel materiële schade als letselschade. De kosten zijn hoog. Met een verzekering loopt u dat risico niet.
Vaarbewijs
In Nederland hebt u een Klein Vaarbewijs nodig voor: • Een schip van 15 tot 25 meter lang dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. • Een schip tussen de 15 en 20 meter lengte dat voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd of bedrijfsmatig wordt gebruikt. • Een sleep- of duwboot die bedrijfsmatig wordt gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te voeren of te duwen. • Een waterscooter, jetski, rubberboot of motorboot korter dan 15 meter die harder kan dan 20 kilometer per uur. Er zijn twee niveaus: Klein Vaarbewijs 1 (VB1) - Voor het varen op rivieren, kanalen en meren, inclusief Gouwzee en Randmeren. Maar niet op: Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Klein Vaarbewijs 2 (VB2) - Voor het varen op alle binnenwateren, dus inclusief Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Voor het varen op de Noordzee hebt u geen vaarbewijs nodig, maar wel voor het bevaren van de zeehavens. Het behalen van het vaarbewijs is ook nuttig als u een schip vaart waarvoor geen vaarbewijs nodig is. Dan hebt u voldoende basiskennis van de reglementen, wetten en veiligheidsmaatregelen en dat komt de veiligheid ten goede. De Stichting Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens) adviseert daarom, ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, altijd een examen Klein Vaarbewijs 1 te doen. Meer informatie vindt u op www.vamex.nl
Watersportcursussen
Met tal van watersportcursussen kunt u uw kennis bijspijkeren. Zoals ‘Tochtplanning’ of ‘Theoretische Kustnavigatie’. De organisaties achter Varen doe je samen! raden iedere watersporter aan zich te verdiepen in de theorie en de reglementen. Praktijkcursussen zijn er ook, bijvoorbeeld de cursus ‘Manoeuvreren op de motor’ of ‘Wadvaren’. Educatieve vaartochten laten mensen kennismaken met een vaargebied dat bepaalde vaardigheden vereist. De meeste watersportcursussen, voor zowel zeilals motorboot, volgen het diplomasysteem van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). In de CWO participeren onder andere Hiswa Vereniging, Watersportverbond en ANWB, partners in Varen doe je samen! Meer informatie vindt u op www.cwo.nl
Goed voorbereid op reis
Het is belangrijk om goed voorbereid aan uw vaartocht te beginnen. • Controleer voor vertrek uw schip, de brandstofvoorraad en de filters. • Bekijk of beluister de weersverwachting. • Check vaststaande gegevens, zoals het getij. • Zorg voor actuele vaarkaarten. Nuttige informatie over vaargebieden vindt u in verschillende vaarwijzers, vaargidsen en natuurlijk op internet.
Rondom vrij uitzicht
Als schipper moet u goed in de rondte kunnen kijken. Dit staat in het BPR beschreven. Het varen met een dichtgebouwde kuip met beslagen ramen is riskant. Bekwaamheid en uitzicht rondom zijn wettelijke bepalingen die voor iedere schipper gelden, onafhankelijk van de vaarbewijsplicht.
6
Communicatie op het water De marifoon
De marifoon is een zendontvanger voor maritieme communicatie. Hij is in de beroepsvaart onmisbaar. Schippers, verkeersleiders, brugwachters en sluismeesters praten met elkaar via de marifoon. Alle binnenvaartschepen hebben minimaal één marifoon aan boord. Voor kleine schepen is de marifoon niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen. Zonder marifoon mist u veel informatie en andere vaarweggebruikers en verkeersleiders kunnen geen contact met u opnemen. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien kunt u in noodsituaties anderen niet waarschuwen.
Uitluisterplicht
Als u een marifoon aan boord hebt, moet u in bezit zijn van een bedieningscertificaat, hebt u uitluisterplicht en moet u de marifoon gebruiken. Oefen de bediening en het gebruikte jargon tijdig.
Verkeersbegeleiding en blokkanalen
Op drukke doorgaande vaarwegen zorgen verkeersposten (walstations) voor verkeersbegeleiding. Het stuk vaarweg dat een verkeerspost voor zijn rekening neemt, heet blokgebied. Elke verkeerspost en dus ook elk blokgebied heeft zijn eigen kanaal. Dat staat vermeld op de waterkaart en op borden langs de oevers. Vaart u in zo’n blokgebied, dan bent u verplicht om op dat kanaal uit te luisteren en te communiceren op dat kanaal.
Kanaal 10 en 13
Buiten de drukke verkeersbegeleidingsgebieden, dus buiten de blokkanalen, zetten alle schepen hun marifoon op kanaal 10, het algemene nautische kanaal voor binnenwater. Zo kunnen alle schippers oproepen en opgeroepen worden. Op zee zetten alle schepen de marifoon op kanaal 13, het algemene nautische kanaal buitengaats.
Alarmering
Bent u in nood, dan kan de marifoon redding brengen. Gebruik het juiste kanaal: • Kanaal 16. Op zee en het ruime binnenwater (Waddenzee, IJsselmeer, Oosterschelde en Westerschelde) luisteren de Kustwacht en diverse verkeersposten continu uit op dit kanaal. • Blokkanaal. In een verkeersbegeleidingsgebied gebruikt u het blokkanaal. De verkeersbegeleiding luistert dat voortdurend uit. • Kanaal 10. Vaart u niet op zee of ruim binnenwater en niet in een blokgebied, dan gebruikt u kanaal 10.
Spelregels bij verkeersbegeleiding
Voor het marifoonverkeer binnen de blokgebieden gelden grondregels. • De verantwoordelijkheid voor een veilige navigatie ligt altijd bij de schipper. • Gedurende de vaart in de marifoonblokgebieden is uitluisteren en communiceren op het desbetreffende marifoonblokkanaal verplicht. Dit geldt ook voor kleine schepen uitgerust met marifoon. • Doelgroepschepen (kegelschepen, bijzondere transporten en een deel van de passagiersvaart) moeten zich melden bij het binnenvaren van een marifoonblokgebied. • Voor de Westerschelde en het Kanaal van Gent naar Terneuzen geldt dat alle beroepsvaart zich moet melden bij het binnenvaren van een marifoonblokgebied. • Alle schepen, met uitzondering van kleine schepen, moeten zich melden op het marifoonblokkanaal voor: - het in- en uitvaren van een haven of nevenvaarwater - het keren op het vaarwater - het oversteken van het vaarwater. • Het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling en met de verkeersposten moet op het marifoonblokkanaal worden afgewikkeld. • Houd alle communicatie kort en zakelijk. Meldt u zich met scheepsnaam, scheepstype, positie en vaarrichting.
Bereik marifoonkanaal 25, Zeeverkeerspost Ouddorp
Het marifoonkanaal 25 van de Verkeerspost Ouddorp is zeegericht. Als vaarweggebruiker op de Grevelingen kunt u niet meer via de marifoon communiceren met deze post. Op een groot deel van het Grevelingenmeer kunt u nog wel uitluisteren op marifoonkanaal 71, voor bijvoorbeeld het uurbericht. Telefonisch kunt u Zeeverkeerspost Ouddorp bereiken op het 7
nummer 0187 - 68 12 66. De post wordt dagelijks bemand van 8 uur ’s ochtends tot 20 uur ’s avonds. Buiten bovengenoemde bedieningstijden, in geval van nautische informatie: Verkeerscentrale Vlissingen, tel. 0118 - 42 47 90 of Verkeerspost Wemeldinge, tel. 0113 - 62 21 10. In geval van calamiteiten/incidenten: Kustwachtcentrum, marifoonkanaal 16, tel. 0900 01 11.
Bruggen en sluizen Samen schutten
Het passeren van sluizen vraagt extra aandacht. Zowel beroeps- als recreatieschippers moeten bij een sluis binnen een beperkte ruimte manoeuvreren. Dat vereist oplettendheid en communicatie met elkaar en met de sluismeesters. Het is zaak rekening met elkaar te houden, zodat de sluispassage vlot en veilig gebeurt. Voordringen is natuurlijk uit den boze, wacht op uw beurt en volg de aanwijzingen van de sluismeester op.
Veilig door sluis en brug • • • • • • • • • •
Maak geen hinderlijke golfslag bij de wachtplaatsen. Wacht voor rood licht. Vaar pas een sluis in (en uit), als dat is toegestaan. Is er een marifoon aan boord, luister deze dan uit (uitluisterplicht) op het ter plaatse geldende marifoonkanaal. Vaartuigen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde. Een klein schip moet, als dat mogelijk is, een groot schip voor laten gaan. Houd met een klein schip in de sluis, zo mogelijk, enige afstand van een groot schip. Landvasten moeten in de sluiskolk zo worden gevierd of doorgehaald, dat ze de sluis of andere schepen niet beschadigen. Maak uw schip met voldoende landvasten vast, maar vier ze tijdig bij zakkend water! Trossen vast? Schroef uit! Blijf niet te lang rondjes draaien voor een brug, vaar vlot door als de brug opengaat en laat het wegverkeer niet onnodig wachten. • Ga onder het juiste brugdeel door en let altijd goed op tegenliggers, vooral als er beroepsvaart of ander verkeer aan komt.
Schutten van zoet naar zout
Maak altijd eerst achter vast, als u van zoet naar zout schut. Ook als de wind op de kop staat. U hebt namelijk stroom mee in de sluis. De kracht van het water op het water zijn groter dan die van de wind.
Voor het eerst naar zee
Als u voor het eerst naar zee gaat, neem daar dan de tijd voor. Zorg dat u minimaal de avond voor vertrek in de buurt van de sluis bent. Luister via de marifoon naar de desbetreffende verkeerspost. U hoort dan alvast informatie over mogelijke werkzaamheden, verplaatste betonning, afwijkende waterstand, et cetera en kunt die gegevens in alle rust verwerken.
Sluizen en bruggen Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug
De Provincie Zeeland beheert de sluizen in en bruggen over het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug. Het Kanaal door Walcheren is een belangrijke vaarweg voor zowel de beroeps- als recreatievaart. De Zeelandbrug draait vooral voor de recreatievaart en charterschepen. De bediening van de bruggen en sluizen gebeurt op afstand vanuit de Nautische Centrale Vlissingen. De bruggen over het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug worden bediend volgens een bloktijdenregeling. Deze regeling is afgestemd op het treinverkeer, de lijnbussen en de fast ferry.
Op afstand bediend
De volgende bruggen over het Kanaal worden op afstand bediend: de Keersluisbrug, Sloebrug en de Draaibrug Souburg, de Schroebrug, Stationsbrug, Arneverkeersbrug en de Arnespoorbrug. De Zeelandbrug kreeg in 2008 centrale bediening. De Nautische Centrale Vlissingen bedient verder de sluizencomplexen in Vlissingen en Veere op afstand, plus de spuisluis in Vlissingen. Er is een 24-uurs bediening. In geval van nood kunnen de bruggen en sluizen ook nog ter plaatse worden bediend.
Contact
Marifoonkanaal 22 is beschikbaar voor de brugbediening over het Kanaal door Walcheren. De sluizencomplexen Vlissingen en Veere en de Zeelandbrug zijn bereikbaar op marifoonkanaal 18. Op de wachtplaatsen voor de Stationsbrug, de Keersluisbrug en de sluis in Veere is een intercom voor schippers zonder marifoon. Bij elke brug is een SOS-post, vergelijkbaar met een intercom, waar schippers in noodgevallen contact kunnen opnemen met de medewerkers objectbediening 8
Kijk op www.zeeland.nl voor actuele informatie over bedieningstijden en stremmingen.
Veiligheid aan boord Schip, bemanning en uitrusting
Veiligheid heeft betrekking op schip, bemanning en uitrusting. Het is ook een kwestie van mentaliteit; u moet er voortdurend oog voor hebben. Veiligheid aan boord begint al voor het varen, met uw tochtvoorbereiding. De veiligheidsuitrusting moet op orde zijn. Wat er aan boord aanwezig moet zijn, hangt af van het soort boot en het type vaarwater. Via de website www.varendoejesamen.nl kunt u een folder downloaden met daarin de (minimum) uitrusting die nodig is voor een veilige vaart. Goed zeemanschap is de grondregel (BPR artikel 1.04). Het betekent dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Vrij vertaald: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Een paar punten: • Ken de (uitwijk)regels en reageer tijdig; ook bij het zien van de A-vlag (duikers te water). Let onder alle omstandigheden op uw eigen zichtbaarheid en uitzicht. • Onderken zowel de vaardigheden als de beperkingen van uw opvarenden, in het bijzonder bij slechte weersomstandigheden en vaarcondities. • Vertel uw gasten aan boord altijd over veiligheid: wijs ze op de plaats en het gebruik van de EHBO-kist, noodsignalen, reddingvesten, brandblussers en communicatiemiddelen. Waarschuw voor gevaren als onder spanning staande trossen en lijnen. • Laat uw noodsignalen, EHBO-middelen en brandblusapparatuur regelmatig keuren. • Luister regelmatig naar de weerberichten en handel hiernaar. • U moet de van kracht zijnde vaarreglementen aan boord hebben. • Zorg voor recente kaarten van het vaargebied en werk ze bij. • Denk altijd aan uw snelheid en zorg dat andere schepen geen last hebben van uw hek- en boeggolven. Houd voldoende afstand.
Draag een reddingvest
Draag op het water een reddingvest, ook als u een geoefend zwemmer bent. Het gevaar van overboord vallen is altijd aanwezig. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij komt ieder jaar ongeveer twintig keer in actie voor opvarenden die overboord zijn geslagen. Soms komt die hulp te laat. Te water raken is levensbedreigend. In het koude water raken drenkelingen snel onderkoeld. Met een reddingvest draait een drenkeling binnen een paar seconden op zijn rug en de kraag ondersteunt het hoofd. Zo’n vest kan uw leven redden. Daarom wil de KNRM bevorderen dat iedereen aan boord van een schip een goed werkend, passend reddingvest draagt, dat op de juiste wijze is bevestigd en geschikt is voor de omstandigheden.
Lifeline
Een lifeline is een veiligheidslijn tussen u en uw schip. De ene kant zit vast aan uw harnas of reddingvest. De andere kant klikt u met sluiting vast aan het schip, dikwijls aan een platte band die van voor naar achter over dek loopt. Met een veiligheidslijn werkt u veiliger aan dek en in de kuip. Een korte lifeline voorkomt dat u overboord valt. Een langere lijn geeft meer bewegingsvrijheid, maar daarmee kunt u wel te water raken. Als dat gebeurt blijft u in elk geval bij de boot en dat vergroot uw overlevingskans.
Alcoholpromillage
Het toegestane alcoholpromillage voor schippers en iedereen die een schip bestuurt bedraagt 0,5 promille. Dit geldt zowel voor beroeps- als recreatievaarders. Iedereen die een schip bestuurt moet scherp en alert zijn. Buitengewone opsporingsambtenaren van vaarwegbeheerders en politie zijn bevoegd om bij overtreding boetes uit te delen. De politiebeambten houdt ook alcoholcontroles.
9
Wat u verder nog moet weten… Alle vaarweginformatie op één site
Op de site www.vaarweginformatie.nl is alle informatie over de beschikbaarheid van de vaarwegen gebundeld. En er is meer, u kunt gratis een persoonlijk abonnement nemen op specifieke updates en per vaargebied gegevens verzamelen. De website is ook via uw mobiele telefoon of tablet te raadplegen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Binnenvaartschepen geladen met gevaarlijke stoffen (brandbaar, giftig of explosief), tonen een, twee of drie blauwe kegels of lichten. Zeeschepen die van en naar zee varen, voeren een rode vlag of rood licht. Houd voldoende afstand tot deze schepen en gebruik geen open vuur in hun nabijheid. Bij het schutten volgt het sluispersoneel de BPR-regels en de instructies voor het schutten van kegelschepen.
Mist en radar
In het BPR staan vaarwegen en havens waar u bij slecht zicht niet mag varen zonder typegoedgekeurde radar. Volgens nieuwe regelgeving is varen zonder radar tijdens beperkt zicht verboden. U moet dan de dichtstbijzijnde geschikte ligplaats opzoeken. Let op: u kunt een bekeuring krijgen voor het varen zonder radar bij slecht zicht! Een klein varend of geankerd vaartuig moet bij zowel slecht zicht als ’s nachts op de drukke vaarroutes een radarreflector voeren. Naast de gewone radarreflectoren zijn ‘actieve’ varianten verkrijgbaar, die de signalen van schepen met radar versterkt terugsturen. Neem ’s nachts of tijdens slecht zicht contact op met de betreffende verkeerspost en vraag desnoods begeleiding aan. Vertrouwt u als watersporter de weersomstandigheden niet, vaar dan niet uit.
Radarreflector
Ook al hebt u geen radar op uw schip, een radarreflector is een must en op de Westerschelde een plicht. De achtvlakkige radarreflector is het meest bekend. Let er wel op dat u hem correct monteert. Simpel gezegd: zoals de reflector in gemonteerde toestand op tafel ligt, zo moet hij omhoog. Plaats hem zo hoog mogelijk op uw schip. Let op: een radarreflector verhoogt de kans dat een pleziervaartuig wordt gezien, maar een garantie is er niet. Een kleine reflector geeft een kleine stip op het radarscherm, die vaak door andere reflecties (seaclutter) wegvalt. Zeker bij hoge golven, regen of andere slechte weersomstandigheden gebeurt dat snel. Op www.vts-scheldt.nl staat nuttige informatie over wetgeving, een kaart met de marifoonblokgebieden en Bekendmakingen aan de scheepvaart Scheldegebied.
Staandemastroute
De staandemastroute is een veilige doorgaande route voor zeil- en motorboten met een opbouwhoogte van meer dan 6 meter. Een alternatief voor bijvoorbeeld een tocht over zee. De staandemastroute wordt bevaren door zowel de recreatievaart als de beroepsvaart. U passeert dikwijls drukke scheepvaartknooppunten. De brochure ‘Staande Mast Route’ van Rijkswaterstaat biedt praktische informatie die nodig is voor een goede reisvoorbereiding en voor een vlotte en veilige vaartocht. U kunt de brochure downloaden op www.varendoejesamen.nl
Aandacht voor de motor
Lege accu’s, verstopte filters en vervuilde brandstoftanks zorgen dikwijls voor motorstoringen. Zeker in het begin van het vaarseizoen moeten redders vaak watersporters met motorstoring te hulp schieten. Bacteriegroei in de dieseltank gedurende het winterseizoen is een probleem. Daarom de volgende tips: • Maak uw tank vóór het vaarseizoen schoon. • Zorg voor schone filters. • Ontlucht de motor na vervanging van de filters. • Controleer het oliepeil van de motor geregeld. • Laad de accu’s op. • En: vaar met een volle tank. • Check ook het koelwater! Vuil in de aanvoer of een defecte impeller (schoepenrad) kan tot een oververhitte motor leiden. • Zorg voor gereedschap en gangbare reserveonderdelen aan boord. • Volg een cursus dieseltechniek. Dan leert u in een dag brandstoffilters en de impeller vervangen, olie verversen en de motor winterklaar maken. 10
Op www.watersportcalamiteitendraaiboek.nl ziet u hoe u kunt handelen in noodsituaties. Op www.knrm.nl/preventie/schip/ motoronderhoud vindt u het artikel ‘Een schone tank is een goed begin’. En de folder ‘Het voorkomen van motorstoring’ met handige aanwijzingen en een checklist voor uw motor.
Motorstoring
Valt uw motor uit tijdens het varen op binnenwater, probeer dan voor anker te gaan of – als dat nog lukt - af te meren, om een aanvaring te voorkomen. Waarschuw een verkeerspost, houd uitkijk en maak andere schepen duidelijk dat u niet kunt manoeuvreren, bijvoorbeeld met geluidsseinen.
Zwemmen kan niet overal
Er geldt een verbod voor zwemmen in de rivier. Het BPR artikel 8.08 ‘Watersport zonder schip’ zegt onder andere: 1. Een persoon die zwemt (…) moet voldoende afstand houden van een varend schip of een varend drijvend voorwerp (…). 2. Zwemmen, watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport zijn verboden: • Op een wachtplaats of in de nabijheid van een brug, een sluis of een stuw. • In gedeelten van de vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. • In routes van veerponten. • In havens en nabij de ingangen daarvan. • In de nabijheid van meergelegenheden. • In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën. • In de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. 3. De bevoegde autoriteit kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het tweede lid.
Gevaren
Golfslag, zuiging en stroming kunnen gevaarlijk zijn voor zwemmers. Hetzelfde geldt voor een lage watertemperatuur. Zwemmen bij bruggen, sluizen en stuwen is verboden. Daarom mag u nooit vanaf een brug, sluis of stuw springen of duiken. Hetzelfde geldt voor steigers, kades en remmingswerk. Bovendien is het levensgevaarlijk! Geschikte zwemlocaties vindt u op www.zwemwaterlocatie.nl Waterbeheerders controleren de waterkwaliteit van officiële zwemwaterlocaties.
Vaar niet door drijvende mosselvelden
Verspreid in de Oosterschelde en de Voordelta liggen zogenoemde mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s). Dit zijn grote aaneengesloten velden met drijvende verbindingen waar u absoluut niet doorheen kunt varen. Behalve door betonning worden de contouren van MZI’s aangegeven door, om de 50 meter, gele tonnen met radarreflector en/of een wit licht en gele tonnen boven de ankers. De meeste MZI’s liggen aan de randen van diepere vaargeulen en nooit in het betonde vaarwater. Er is altijd een veilige afstand tussen de MZI en de denkbeeldige lijn over de dichtstbijzijnde betonning van de vaargeul. Soms ligt een MZI in een gebied buiten de vaargeul dat ook door (ervaren) andere schippers gebruikt wordt. Dat kan enige hinder (omvaren) veroorzaken. Schippers die voldoende ervaring hebben met het varen op de Oosterschelde of Voordelta, zullen echter zonder problemen langs de MZI’s varen. Een folder over de MZI’s is te downloaden via www.varendoejesamen.nl
Golfslag
Op plaatsen met stroming en getij kan een vervelende golfslag voorkomen, zeker als wind en stroom tegen elkaar staan. Ook de beroepsvaart veroorzaakt soms flinke golven. Zorg dat u goed voorbereid bent en dat alles aan boord ‘zeevast’ staat. Zorg ook voor een schone, volle brandstoftank en schone filters. Dat vermindert de kans op motorstoring.
Viskotters
Houd in dit vaargebied rekening met vissersvaartuigen. Zij veroorzaken behoorlijke boeg- en hekgolven. Verander niet plotseling scherp van koers en geef beroepsvaart de ruimte.
Scheepvaartreglement Westerschelde
De zeer drukke scheepvaart, inclusief zeeschepen, op de Westerschelde vraagt om speciale regels. Daarom is het Scheepvaartreglement Westerschelde hier van kracht. Het reglement is onder andere te vinden op www.wetten.nl Het is verplicht om de meest recente uitgave van het reglement en de kaart aan boord te hebben. Elektronische versies zijn ook toegestaan. Zie ook: www.varendoejesamen.nl 11
Foto: Jan Sturm
Beroepsvaart op de Westerschelde
Op de Westerschelde varen zeer grote en snelle zeeschepen, die soms vlak langs de havenmond passeren. Zeeschepen varen twee keer zo hard als binnenschepen, tot wel 40 km/u! Op de Westerschelde is er voor de recreatievaart voldoende vaarwater en diepte buiten de betonde vaargeulen om gebruik van te maken. Het grootste deel van de beroepsvaart gebruikt de hoofdvaargeulen. De nevenvaargeulen worden voornamelijk door binnenvaart en kleine zeevaart gebruikt en ze zijn ook geschikt voor recreatievaart. Vaar niet tussen de zee- en beroepsvaart, zie de aanbevolen vaarroutes bij de knooppunten 2.8 t/m 2.11. De vaargeulen in het beheergebied van het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied zijn als volgt ingedeeld: - Vaargeulen: de Vaargeul 1; het Scheur; de Pas van het Zand en het Belgische gedeelte van de Wielingen. - Hoofdvaargeulen: het Oostgat; de Sardijngeul; het Nederlandse gedeelte van de Wielingen; het als voorzorgsgebied aangeduide gedeelte van het redegebied Vlissingen; de Honte; de Drempel van Borssele; de Pas van Terneuzen; het Gat van Ossenisse; de Overloop van Hansweert; het Zuidergat; de Bocht van Walsoorden; de Overloop van Valkenisse; het Nauw van Bath; de Pas van Rilland; de Beneden-Zeeschelde vanaf de Belgisch-Nederlandse grens tot het Boveneinde van de Rede van Antwerpen met uitzondering van de sluisgeulen en het Deurganckdock. - Nevenvaargeulen: de Geul van de Rassen; de Geul van de Walvischstaart; de Deurloo; het Spleet; het Vaarwater langs Hoofdplaat; de Thomaesgeul; het Vaarwater langs de Paulinapolder; de Schaar van de Spijkerplaat, de Everingen, de Zuid-Everingen, het Middelgat, de Schaar van de Noord en de Schaar van Valkenisse. - Parallelle routes langs de hoofdvaargeul: Fietspad Borssele (FB), Wachtplaats Terneuzen (WPT); Fietspad Zuidergat (FZ) en Fietspad Moer (FM). Toelichting op deze indeling en wijzigingen en/of aanvullingen zijn/worden gepubliceerd in de Bekendmakingen aan de Scheepvaart Scheldegebied. Zie www.vts-scheldt.net
Charterschepen
In Nederland varen veel charterschepen van de ‘bruine vloot’. Het gaat veelal om gerestaureerde bedrijfsvaartuigen die weer onder zeil zijn gebracht. Let op: charterschepen hebben voorrang op bijna alle recreatievaart. Geef ze de ruimte, want ze zijn volgens het BPR ‘groot schip’.
Stroming
Een paar uur rond laagwater (LW) volgt de stroming de vaargeulen. Rond hoogwater (HW) en zeker bij springtij loopt de stroming over de platen en dat kan een flinke dwarsstroom opleveren. Het ene HW is vaak heel anders dan het volgende. Bij doodtij zijn de hoogwaters relatief laag en bij springtij relatief hoog. Tussen opeenvolgende hoogwaters kunnen echter forse verschillen ontstaan, 3 decimeter is eerder regel dan uitzondering. De les: kijk altijd hoe hoog het volgende hoogwater komt, houd rekening met op- en afwaaien en doe vooral voorzichtig rond het tijdstip van hoogwater.
Gedragscode Voordelta
De ondiepe zee en de stranden van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse Eilanden vormen samen de Voordelta. Het is een beschermd natuurgebied, oftewel een Natura 2000-gebied, met rustplaatsen voor zeehonden en vogels en een beschermde bodem. Probeer deze gebieden te mijden. Wie toch van deze omgeving wil genieten, moet zich aan de spelregels houden, de zogenaamde Gedragscode Voordelta. Zie www.voordelta.nl 12
Wellevendheid ergernis geeft. Daarom heeft het Platform Waterrecreatie een ‘gedragscode’ opgesteld. De gedachte daarbij is: ‘Wie de schoen past, trekke hem aan.’ Het Platform Waterrecreatie is van mening dat u mede-watergebruikers kan en mag wijzen op veronachtzaming van deze gedragscode, tenzij uw eigen veiligheid daardoor in gevaar komt. Hieronder een aantal punten, de gehele gedragscode staat op www.npvw.nl • Bied hulp in geval van nood. • Maak geen onnodig lawaai, geluid draagt ver op het water. • Sta andere schepen toe langszij te komen (bij voorkeur kop aan kont); loop over het voordek van uw buurman om aan wal te komen. • Neem andermans trossen aan bij het afmeren. • Denk aan uw snelheid en pas deze aan de omstandigheden van het vaarwater aan. Een te hoge hekgolf veroorzaakt overlast en kan schade veroorzaken. • Zorg voor correcte vlagvoering; haal de natievlag neer bij zonsondergang. • Gooi geen afval overboord en loos geen vuil- en bilgewater. • Verstoor geen dieren in natuurgebieden, betreed geen rust- en broedgebieden.
10 tips voor de recreatievaart
10 tips voor de beroepsvaart
1. Begin met een goede voorbereiding: Zorg ervoor dat uw schip en bemanning klaar zijn voor de reis en dat u voldoende informatie hebt over de wateren die u gaat bevaren. Ga alleen varen als het zicht goed is! 2. Zien en gezien worden: Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent én dat u zelf onbelemmerd om u heen kunt kijken. Kijk regelmatig achterom, zodat u oplopende schepen tijdig ziet. Een mast met vlag vergroot uw zichtbaarheid. Geluidsseinen moet u kunnen horen. 3. Motor aan boord, noodzaak: Een klein vaartuig moet een motor hebben en daarmee een snelheid kunnen handhaven van ten minste 6 km/u ten opzichte van het water. 4. Geef ze de ruimte, vaar langs de rechteroever: Vaar zoveel mogelijk langs de rechteroever en geef binnenvaartschepen de ruimte, vooral in de bochten! 5. Regels blauw bord met wit flikkerlicht: Wanneer een schip een blauw bord met wit flikkerlicht voert, passeer dan bij voorkeur aan de zijde van het blauwe bord. 6. Vaar een duidelijke koers: Laat andere schepen met uw koers duidelijk zien wat u van plan bent. 7. Blijf uit de dode hoek. Een vrachtschip kan een dode hoek hebben (minimaal 350 m), waardoor de schipper u niet ziet. 8. Let op ‘snelverkeer’: Op sommige plekken mogen motorboten sneller varen dan 20 km per uur. 9. Pas uw snelheid aan: Zorg dat kleinere schepen, geladen vrachtschepen en afgemeerde vaartuigen geen hinder hebben van uw hek- en boeggolf. 10. Gebruik de marifoon: Vaar met de marifoon aan en gebruik deze om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen.
1. Trossen vast? Schroeven uit!: Dan hebben watersporters in de sluis geen last van uw schroefwater. 2. Gebruik de marifoon: Gebruik de marifoon om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen. 3. Gevaar? Geef een geluidssein: Wijs kleine schepen zo nodig op gevaar, geef een lange stoot op de hoorn. 4. Pas uw snelheid aan: Pas uw snelheid op tijd aan, zodat u kleinere schepen niet hindert of in gevaar brengt. 5. Geef elkaar de ruimte: Bij het oplopen en passeren moeten alle schepen – klein én groot – elkaar voldoende ruimte geven. Wees hoffelijk en geef de kleine schepen ook de ruimte. 6. Denk aan de dode hoek: Zorg dat u rondom vrij zicht hebt. Uw dode hoek mag niet groter zijn dan 350 meter. 7. Gebruik het blauwe bord met verstand: Sommige watersporters kennen de betekenis en de werking van het blauwe bord niet. Gun ze dan de stuurboordwal. 8. Wees een heer in het verkeer: Denk niet ‘ze gaan wel opzij’; laat watersporters zien hoe het hoort. Geef ze het goede voorbeeld. 9. Drukte? Plaats een uitkijk: Zet een uitkijk op het voorschip als het druk is met kleine vaartuigen. Die uitkijk kan u informeren en waarschuwen. 10. Toon uw vakmanschap en professionaliteit: U bent een professional met ervaring en vakmanschap. Bewijs dat en help de recreatievaart bij het samen varen.
13
Foto: Jenny Smit
Onderwatersport: 10 tips voor watersporters en duikers Er wordt veel gedoken in Nederland. In het Binnenvaart Politiereglement (BPR) zijn de regels opgenomen waaraan zowel vaarweggebruikers als (sport)duikers zich moeten houden.
Tips voor watersporters in de buurt van duikers
1. Internationale duikvlag (seinvlag A): Als u de internationale seinvlag A (mag ook een bord zijn) ziet op een schip of op de wal, dan zijn er duikers (meestal meer dan één) actief. Verminder tijdig snelheid en blijf uit de buurt. ’s Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het duidelijk zichtbaar is. Bij het duiken vanaf de oever wordt echter vaak geen duikvlag gezet. Simpelweg omdat niet iedere duiker deze heeft. 2. Oppervlakteboeien: Oppervlakteboeien worden door duikers opgelaten en geven de plaats aan waar duikers actief zijn. Opnieuw geldt: blijf uit de buurt. 3. Diepteboeien: Op enkele duiklocaties worden verankerde boeien gebruikt om de diepte aan te geven. Duikers gebruiken deze boeien als referentie om daar in de buurt af te dalen en op te stijgen. Deze boeien bevinden zich vaak in een afgesloten vaargebied. Het wil nog wel eens voorkomen dat een windsurfer een diepteboei gebruikt om die te ronden. 4. Duiksteigers: In vooral Zeeland bevinden zich enkele steigers specifiek voor duikers. Om te voorkomen dat schepen hier afmeren, is er permanent een duikvlag (seinvlag A) aanwezig. 5. Duikers in nood, wat dan?: Een duiker in nood zal proberen de aandacht te trekken door met z’n armen te zwaaien of op het water te slaan. Let op: benader de duiker voorzichtig. Meestal wordt samen gedoken en als u maar één duiker boven water ziet, is de andere waarschijnlijk nog onderwater. Elke situatie vraagt om een juiste aanpak en doet een beroep op gezond verstand. 6. Duiken in de vaargeul: Volgens het BPR mag niet worden gedoken in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. Alleen in de Oosterschelde is vrijstelling verleend voor het (wrak)duiken in sommige vaargeulen. Enkele wrakken staan aangegeven op de officiële waterkaarten van de Dienst der Hydrografie.
7. Respecteer elkaar: Watersporters, sportvissers en sportduikers zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde gebieden. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.
Tips voor duikers
8. Waar wel en waar niet duiken?: Zoals vermeld in het BPR artikel 8.08 is onderwatersport verboden: - Op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw. - In gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. - In routes van veerponten. - In havens en nabij de ingangen daarvan. - In de nabijheid van meergelegenheden. - In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën. - In de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. Behalve op open water, zoals de Oosterschelde en de Noordzee, wordt ook veel gedoken op gesloten zoetwaterplassen. Op deze plassen varen vaak kleine vaartuigen. 9. Plaats de internationale duikvlag (seinvlag A): Toon de internationale duikvlag aan boord of op de wal en zorg dat die goed zichtbaar is. Dat is van groot belang, om de overige watersporters duidelijk te maken dat er wordt gedoken. Een bord mag ook. Volgens het BPR moet dat zijn gemaakt van niet buigzaam materiaal. Het teken moet op een zodanige hoogte en op een zodanige manier worden geplaatst, dat het van alle kanten zichtbaar is. ’s Nachts moet dit teken zijn verlicht, zodat het duidelijk zichtbaar is. 10. Respecteer elkaar: Sportduikers, sportvissers en andere watersporters zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde gebieden. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken. 14
Veilig varen op ruim vaarwater Aandachtspunten voor de binnenvaart
Binnenvaartschepen varen geregeld op ruim vaarwater zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen. Het vraagt om een goede voorbereiding, want die verkleint de kans op incidenten. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft, samen met Rijkswaterstaat en de branche (Koninklijke Schuttevaer, Rijn en IJssel, Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart), aandachtspunten opgesteld voor het veilig varen op ruim vaarwater. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Zijn noodprocedures beschikbaar en bekend bij de bemanning? Zijn reddingsboeien en zwemvesten voor iedere opvarende beschikbaar en klaar voor gebruik? Is de bijboot onmiddellijk gebruiksklaar? Zijn er actuele vaarkaarten aan boord en kan in geval van nood de juiste positie worden opgegeven? Zijn de meest recente weersverwachting, het getijde en de verwachte golfhoogten bekend? Is de navigatieapparatuur (zoals radar, marifoon, dieptemeter, enz.) getest en in goede staat? Zijn losse uitrustingsstukken aan dek geborgd tegen wegspoelen? Zijn losse materialen, uitrustingsstukken, meubilair en apparatuur in onderdeks gelegen ruimten en verblijven voldoende geborgd tegen verschuiven en omvallen? 9. Zijn de ramen sterk genoeg of zijn de blinden aangebracht? 10. Zijn alle ramen, deuren, patrijspoorten en ‘schijnlichten’ op het voor- en achterschip, van accommodaties, machinekamers en magazijnen gesloten en geborgd? 11. Zijn alle toegangen tot voor- en achterpiek gesloten en geborgd? 12. Zijn alle openingen naar de kettingbak op voor- en achterschip waterdicht gemaakt en is hierbij de mogelijkheid voor een noodval van de ankers voorzien? 13. Zijn alle overige openingen en doorvoeringen die vanaf dek naar ruimten onder dek leiden waterdicht gemaakt? 14. Zijn er maatregelen genomen om instroom via ontluchtingsopeningen van brandstof-, smeerolie-, drinkwater- of sloptanks te voorkomen? 15. Is de roefrandafdichting naar de ondergelegen ruimten in orde en op lekkage gecontroleerd? 16. Zijn de waterzakken van de brandstoftanks afgetapt? 17 Is er zorg voor gedragen dat de motoren en hulpaggregaten tijdens de vaart voldoende brandstof en lucht krijgen? 18. Zijn de aanwezige bilge-alarmen op hun juiste werking gecontroleerd? 19. Zijn de afsluiters van het lenssysteem geplaatst op lenzen?
Tanker
20. Zijn alle toegangen tot kofferdammen gesloten en geborgd? 21. Zijn ladingtanks en in de ladingzone gelegen sloptanks voldoende waterdicht gemaakt om instroom van overkomend water te voorkomen?
Droge Lading
22. Is de lading voldoende vastgezet en geborgd? 23. Is er zorg voor gedragen dat de lading niet kan verschuiven? 24. Zijn de laadruimten afdoende afgesloten tegen indringen van overkomend vast water? 25. Zijn lensputten en lensleidingen in de ruimen schoon en open?
Personenvervoer
26. Is er een passagierslijst? 27. Zijn de bergplaatsen voor reddingsmiddelen toegankelijk en open? 28. Is de bar ‘zeevast’ gemaakt? Gebroken glaswerk is gevaarlijk. 29. Is de kombuis ‘zeevast’ gemaakt? Beugels om kooktoestellen zodat hete pannen niet kunnen schuiven? 30. Is de intercom voor bemannings- en passagiersruimtes gebruiksklaar? 31. Zijn de passagiers geïnformeerd over de tijd en mate van verwachte beweging van het schip, om paniek en onbehagen te voorkomen? 32. Zijn de dekstoelen en tafels geborgd tegen schuiven en / of wegwaaien? 15
2.1
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
16
Nederlands
Marifoonk de Volke te Wille Noord V Holland
2.1 Volkeraksluizen
Tussen de Volkerakjachtensluis en de Krammerjachtensluis ligt een ‘recreatieroute’. Deze route is bestemd voor de pleziervaart en ligt ten noorden van de vaargeul, tussen de rode tonnen en de natuurbebakening. Het is bovendien de kortste route. U kunt zelfs ten noorden van de Noordplaat (zie kaart bij knooppunt 2) langs varen. Daar hebt u nauwelijks last van de grote, snelle beroepsschepen en het maakt de aanloop van de jachtensluizen eenvoudig. Het schutten hoeft geen probleem te zijn. Het verval (waterniveauverschil) in de Volkeraksluizen is zo gering, dat schutten vaak overbodig lijkt. Let op de richtingborden voor de watersport. Ze staan op het knooppunt aangegeven met een symbool. [ ] Let op de borden die de hoogte van de vaste brug aangeven. De onderdoorvaarthoogte van de brug is 18,80 meter ten opzichte van NAP. De route via de Zuider Voorhaven is ook de aanbevolen route voor jachten hoger dan 18,80 meter. Deze hogere jachten kunnen schutting aanvragen via marifoonkanaal 64 (roepnaam: Centrale Volkeraksluizen). Let op de marifoonblokgebieden in de Zuider en Noorder Voorhaven als u gebruik moet maken van de basculebrug (zie onderstaand schema).
Schiffsfunk der Volk in Wille Noord V und Hol Wanneer u van of naar de haven van Dintelsas vaart, kruist u de vaarroute van de beroepsvaart. Dit kunt u het beste doenDiep door op een rustig moment de vaargeul vlot en recht over te steken en de haven in de groene tonnenlijn aan te lopen. Kruisende (laverende) zeiljachten op het Volkerak moeten de beroepsvaart goed in de peiling houden. De beroepsvaart vaart erg snel en is eerder dichtbij dan u denkt. Dit geldt natuurlijk ook op het Hollandsch Diep, bijvoorbeeld komende vanaf Moerdijk. Hebt u een marifoon aan boord, luister dan uit op marifoonkanaal 10. De beroepsschippers communiceren en luisteren ook uit op dit kanaal. Het uurbericht hoort u op marifoonkanaal 68 van de verkeerspost Wemeldinge, dat ook wordt gebruikt voor meldingen van calamiteiten.
De Volkeraksluizen gebruiken 4 marifoonkanalen: Marifoonblokgebied VHF 7 Roepnaam: Volkeraksluizen Noord UITLUISTERPLICHT
Marifoonblokgebied
IVS en informatie
VHF 25 Roepnaam: Volkeraksluizen Zuid UITLUISTERPLICHT
Werkingsgebied: Lijn over het groene havenlicht van de Noorder Voorhaven, HD 6, HD 6a, HD 8, HD 13, de oevers van Willemstad en de Noorder Voorhaven en de sluiskolken.
Werkingsgebied: Lijn over het rode havenlicht van de Zuider Voorhaven, OHG 3, OHG 2, NV 20, NV 18, NV 17, het groene havenlicht van de Zuider Voorhaven, de oevers van de Zuider Voorhaven en de sluiskolken.
Bestemd voor: - het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling; - kolkindeling.
Bestemd voor: - het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling; - kolkindeling.
Jachtensluis
VHF 64 Roepnaam: Centrale Volkeraksluizen Verplicht voor: - inwinnen van scheepsgegevens; - het meld- en volgsysteem (IVS); - ligplaatsinformatie in de voorhavens; - beschikbaarheid servicekades (afzet KCA en auto); - algemene informatie. De informatie die op VHF 64 wordt gegeven, kan ook telefonisch (0168-477500) of elektronisch (BICS) worden doorgegeven.
17
VHF 18 Roepnaam: Centrale Volkeraksluizen Bestemd voor: - aanmelding voor schutten in de jachtensluis; - algemene informatie voor de recreatievaart; - uitwijkkanaal voor VHF 64. Recreatievaart dient de VHF communicatie tot een minimum te beperken.
Regionale vaarwegbeheerder:
Grondregels de blokgebi
1. De veran vaart ligt 2. Binnen de op het aa 3. Het nauti schepen o blokkana 4. De Volke het schut 5. Alle comm zijn; meld 6. Het verst zijn afgeh blokgebie
2.2 Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
18
2.2 Inloop Schelde-Rijnverbinding Het Schelde-Rijnkanaal komt in Zuid-Beveland (Zeeland) Nederland binnen en mondt uit in het Volkerakmeer. Wanneer u van de Volkeraksluizen naar de Schelde-Rijnverbinding vaart, kunt u het beste langs de rode tonnenkant via de recreatieroute tot de Noordplaat varen en hier een korte, haakse oversteek maken naar de scheidingston SRK 4 - ZV 11. Houd goed rekening met de beroepsvaart die met relatief hoge snelheden van en naar de Krammersluizen vaart. Wanneer u op deze plaats oversteekt, hebt u geen last van de beroepsvaart die van en naar de Schelde-Rijnverbinding vaart. Komt u van de Steenbergse Vliet en wilt u via de Schelde-Rijnverbinding uw reis vervolgen, blijf dan kort achter de groene tonnenlijn, vaar van de groene ton SV 1 richting de lichtopstand SRK 1 (af te leggen afstand circa 750 m). Steek vervolgens bij het groene licht van paal SRK 1 over naar de stuurboordwal of westelijke oever. Komend vanaf de Krammersluizen/Zuid Vlije moet u de scheidingston SRK 4 - ZV 11 aan stuurboord houden. Vaar niet binnendoor, want hier zit onder water een dam van zware en puntige stortsteen. Luister goed uit op marifoonkanaal 10. Hierop luisteren namelijk ook de beroepsschippers uit en maken zij afspraken hoe zij elkaar willen passeren.
Route via het Noordergat
De aanvullende gemarkeerde route ten noorden van de Noordplaat tussen de ZV 6 en de ZV 16 wordt ook gebruikt door de beroepsvaart. Halverwege is de vaarroute smal en als u door uw diepgang niet gemakkelijk kunt uitwijken kan dit een gevaarlijke situatie opleveren. Dus ook hier geldt: Houd goed uitkijk en kijk regelmatig achterom! Houd in verband met de intensieve beroepsvaart op de Schelde-Rijnverbinding goed de stuurboordzijde van het vaarwater aan.
19
Regionale vaarwegbeheerder:
2.3a
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
20
Foto: Henri Cormont/InZicht Fotografie en advies
2.3a Krammersluizen oostzijde Richting Bruinisse moet u eerst de Krammersluizen passeren. Let op het richtingbord voor de watersport dat is bevestigd aan de vaste radaropstelling en het groene havenlicht (Ra). Zie onderstaande foto. Het richtingbord staat op de noordelijke havendam en geeft met een pijl aan welke richting de recreatievaart moet varen om te schutten via de jachtensluis. De onderdoorvaarthoogte van de brug over de jachtensluis is 18.40 m ten opzichte van NAP. Hogere jachten kunnen een schutting aanvragen via de noordelijke duwvaartsluis, marifoonkanaal 22 (roepnaam: Krammersluizen). De drijvende wachtsteiger voor de recreatievaart is verwijderd. Een nieuwe afmeergelegenheid (lengte circa 20 meter) is gemaakt aan de noordzijde van het remmingwerk voor de beroepsvaart. Houd bij de Krammersluizen ook rekening met stroom langs de wachtsteiger aan de oostzijde van de sluis.
21
Regionale vaarwegbeheerder:
2.3b Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
22
Foto: Manon van Meer
2.3b Krammersluizen westzijde, Zijpe en marifoonblokgebied verkeerspost Wemeldinge Komend van Bruinisse richting Volkerak moet u eerst de Krammersluizen passeren. De recreatievaart tussen de Krammersluizen en de Grevelingensluis kan langs de rode tonnenkant veilig buiten de route van de beroepsvaart blijven. Wel moet u de mosselkweekinstallaties (blauwe vaatjes met daaraan de zogenaamde longlines) ruim passeren. Let op het richtingbord voor de watersport dat is bevestigd aan de vaste radaropstelling en het rode havenlicht (Ra). Dit richtingbord staat op de noordelijke havendam en geeft met een pijl aan welke richting de recreatievaart moet varen om te schutten via de jachtensluis. De onderdoorvaarthoogte van de brug over de jachtensluis is 18.40 meter ten opzichte van NAP. Jachten met een te hoge mast kunnen een schutting aanvragen via de noordelijke duwvaartsluis, marifoonkanaal 22 (roepnaam: Krammersluizen). De drijvende wachtsteiger voor de recreatievaart is verwijderd. Een nieuwe afmeergelegenheid (lengte circa 20 meter) is gemaakt aan de noordzijde van het remmingwerk voor de beroepsvaart. Komt u van de Grevelingensluis en wilt u richting de Zeelandbrug, dan volgt u eveneens de route langs de rode tonnen en blijft u uit het vaarwater van de beroepsvaart. In het Zijpe kunt u dicht onder de oever varen. Als het druk is met beroepsvaart, dan kunnen zeilers beter niet kruisen (laveren). Anders ontstaan snel gevaarlijke situaties. Komend vanaf het Zijpe kunt u het beste vanaf de lichtboei K 1 (ter hoogte van het kustlicht Stoofpolder op de hoek Zuid-Grevelingen/Zijpe) een korte oversteek maken naar de rode tonnen en uw weg vervolgen naar de gewenste sluis. Het gehele Oosterscheldestroomgebied is marifoonblokgebied 68 van verkeerspost Wemeldinge. Hier geldt een meld- en uitluisterplicht voor de beroepsvaart en een uitluisterplicht voor de recreatievaart met marifoon aan boord.
23
Regionale vaarwegbeheerder:
2.4
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
24
2.4 Witte Tonnen Vlije, Brabantsche vaarwater Vanaf Zierikzee kunt u via de route Keeten/Zijpe naar Bruinisse/Krammersluis. De aanbevolen route loopt langs de groene tonnen. Het gevolg is wel dat u tweemaal moet oversteken: bij de Witte Tonnen Vlije en bij de K 1. De Witte Tonnen Vlije is voor de beroepsvaart vanuit en naar het Keeten een lastig te benaderen vaarwater, doordat het water zo smal is en er meestal aan de noordelijke inloop een dwarsstroom staat. Tijdens het in- en uitdraaien van de Witte Tonnen Vlije heeft de beroepsvaart daarom alle ruimte nodig. De beroepsvaart maakt hierover onderling afspraken, zo nodig via tussenkomst van verkeerspost Wemeldinge. Lege schepen en mosselkotters snijden nogal eens de bocht af. Geef ze de ruimte die zij nodig hebben en let ook goed op of de stroming u verzet. Direct buiten het betonde vaarwater is het voor zowel de beroepsvaart als de recreatievaart al snel te ondiep. Zeker aan de groene tonnenkant loopt u buiten de tonnen onmiddellijk vast. U stuit daar op een steile, harde zandplaat. De uit- en invaart van de Witte Tonnen Vlije aan de kant van het Brabantsche Vaarwater is minder problematisch. Let er echter wel op dat er beroepsvaart (veelal mosselkotters) kan zijn, die via het Brabantsche Vaarwater richting Zeelandbrug koerst. Voor iedere schipper geldt hier: goed opletten, rondkijken en de marifoon uitluisteren op kanaal 68. Zorg dat andere vaarweggebruikers snappen wat u gaat doen, houd koers en geef uiteraard de andere schepen de ruimte. Ook het Brabantsche Vaarwater is smal, houd dus ook hier goed de stuurboordzijde van het vaarwater aan. Het vaarwater bij Wemeldinge is aangepast en sindsdien is de kruising met het Keeten en de Witte Tonnen Vlije een kruising van gelijk belang.
25
Regionale vaarwegbeheerder:
2.5
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
26
2.5 Oosterschelde, aanloop Wemeldinge De voorrangssituatie op de Oosterschelde vanaf het Brabantsche Vaarwater richting Wemeldinge en het Kanaal door Zuid-Beveland, is aangepast. Dit nieuwe vaarwater heet nu ‘Aanloop Wemeldinge’ (AW) en is hoofdvaarwater ten opzichte van het vaarwater Oosterschelde. Dit houdt in dat de noord- en zuidgaande vaart hier voorrang heeft op de scheepvaart op de Oosterschelde. Let dus bij het kruisen van dit vaarwater goed op en luister uit op marifoonblokkanaal 68. Vaar indien mogelijk achter de beroepsvaart langs (of maak via de marifoon een duidelijke verkeersafspraak) en kruis de Aanloop Wemeldinge op ruime afstand van de kanaalmonding. Het vaarwater is gemarkeerd met twee groene lichtboeien (AW 1 en 3) aan de westzijde en drie rode lichtboeien (AW 2, 4 en 6) en een scheidingston (AW 8 - O 23) aan de oostzijde. De monding van het Kanaal door Zuid-Beveland is gemarkeerd door een groene lichtopstand met groene, spitse kegel aan de westzijde en een rood lichtopstand met een rode stompe cilinder aan de oostzijde. ’s Nachts is de verlichting groen en rood, synchroon brandend (iso 4 sec.).
Verkeerspost Wemeldinge
Op de oostelijke havendam van het kanaal staat de verkeerspost Wemeldinge, het centrale aanspreek- en meldpunt van Rijkswaterstaat Zeeland. Deze verkeerspost is continu bemand en zendt ieder uur + 15 minuten een scheepvaartbericht uit met de actuele wind- en getijgegevens en de windverwachting van de komende periode. Het scheepvaartverkeer op de hoofdtransportas tussen de Krammersluizen en Hansweert wordt permanent in de gaten gehouden met behulp van diverse radaropstellingen. Als u problemen hebt of vragen over de navigatie, dan kunt u altijd via marifoonkanaal 68 de verkeerspost Wemeldinge oproepen. U kunt ook rechtstreeks een verkeersafspraak maken met een ander vaartuig. De verkeerspost Wemeldinge kunt u ook bellen op 0113 622 110. In het beheergebied van de verkeerspost Wemeldinge varen drie patrouillevaartuigen van Rijkswaterstaat. De RWS 75 bestrijkt vanuit Wemeldinge het gehele Oosterscheldegebied, Veerse Meer en het Kanaal door Zuid-Beveland. De RWS 22 vaart vanaf de Krammersluizen op het Krammer-Volkerak, Zoommeer, Schelde-Rijnverbinding en het Grevelingenmeer. Ook de RWS 84 vaart vanaf de Kreekraksluizen met als vaargebied het Schelde-Rijnkanaal tot aan de Belgische grens, Zoommeer en het Krammer-Volkerak. De bemanningen houden dagelijks toezicht op een veilig en vlot gebruik van de vaarwegen en hebben ook handhavingstaken. Bij ongelukken en andere calamiteiten kunnen zij ter plekke actie ondernemen. De folder van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) met een tekst en enig kaartmateriaal over de MZI’s die in de Oosterschelde zijn uitgelegd is te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl Vanaf de Oosterschelde kunt u via de Roompotsluis naar de Noordzee (Let op: de maximale doorvaarthoogte van de vaste brug is NAP + 19,6 m). De knooppunten langs de Noordzeekust staan beschreven in het gelijknamige Knooppuntenboekje nr. 6. 27
Regionale vaarwegbeheerder:
2.6
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
28
2.6 Kanaal door Zuid-Beveland Het Kanaal door Zuid-Beveland (9 km lang en circa 200 m breed) vormt een rechtstreekse verbinding tussen de Oosterschelde en de Westerschelde. Samen met de Schelde-Rijnverbinding is het een belangrijke scheepvaartverbinding tussen Nederland, Duitsland en België. Over het kanaal liggen drie op afstand bediende bruggen: de Postbrug bij Wemeldinge en de twee Vlakebruggen nabij Hansweert. De doorvaarthoogte van deze bruggen is 10,50 m ten opzichte van NAP. Mocht u een brugopening nodig hebben, dan vraagt u deze aan via marifoonkanaal 22 (roepnaam: sluizen Hansweert). Aan de oostzijde van het kanaal liggen drijvende wachtsteigers voor de recreatievaart. Ze zijn op de detailkaart aangegeven met het symbool I. Zie ook bijgaande foto met de wachtsteigers bij de Vlakebruggen. In verband met intensieve scheepvaart moet u goed de stuurboordzijde van het kanaal aanhouden. Steek pas over naar de brugopening als u zeker weet dat dit veilig kan. Wanneer u het kanaal bij Wemeldinge verlaat, richting Goessche Sas, houd dan ook de stuurboordzijde van het vaarwater aan en kruis de Aanloop Wemeldinge pas als u zeker weet dat het veilig kan (zie ook de detailkaart bij Knooppunt 2.5). Een alternatieve route vanaf de Oosterschelde naar Vlissingen, de Westerschelde en de Noordzee loopt via de Zandkreeksluis, het Veerse Meer en het Kanaal door Walcheren. Op deze manier vermijdt u het Kanaal door Zuid-Beveland, de sluis bij Hansweert en een groot deel van de Westerschelde.
29
Regionale vaarwegbeheerder:
2.7 Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
30
Foto: P. Bijl
2.7 Tholen Op de Schelde-Rijnverbinding in de omgeving van Tholen zijn voor de recreatievaart twee gevaarlijke kruisingen. Vaart u vanuit de jachthavens in Tholen, of vanachter de Boereplaat de Schelde-Rijnverbinding op, richting Volkerak, dan moet u het vaarwater kruisen om aan stuurboordwal te komen. Let er op dat de beroepsvaart hier zeer snel vaart. Koerst u vanuit de richting Antwerpen naar de jachthavens van Tholen, dan moet u een korte oversteek maken naar de bakboordswal. Blijf hier goed achterom kijken, want de binnenvaart die uit de Kreekraksluizen komt, vaart hier erg snel. Steek bijtijds over en vaar via de Nieuwe Haven (de nevengeul in) in de richting van de jachthavens. Varend vanuit de richting Volkerak naar de jachthavens van Tholen, moet u rekening houden met de binnenvaart die regelmatig de Vluchthaven van Tholen in- en uitvaart. De schippers melden zich bijna altijd op marifoonkanaal 10 en geven vaak aan wat het plan is. De kruising met de Schelde-Rijnverbinding van het Tholensche gat en het Bergsche Diep van en naar Bergen op Zoom en de Bergsediepsluis is goed te overzien. De beroepsvaart op de Schelde-Rijnverbinding vaart hier op volle snelheid. Houd daar goed rekening mee. Maak hier een zo kort mogelijke oversteek, ongeacht vanuit welke richting u komt, en laat uit uw vaargedrag goed blijken wat uw plan is. De Bergse Diepsluis is in verhouding een kleine sluis (36 x 6 meter) en heeft een capaciteit van ongeveer drie jachten per schutting. Op de Schelde-Rijnverbinding geldt ook weer voor iedere schipper: goed opletten, rondkijken en – als die aan boord is – de marifoon uitluisteren op kanaal 10. Vanaf het Zoommeer kunt u via de Kreekraksluizenen en het Schelde-Rijnkanaal richting Antwerpen. Het advies: houd in verband met de intensieve beroepsvaart goed de stuurboordzijde van het vaarwater aan.
31
Regionale vaarwegbeheerder:
2.8
In 2013 is er een betonning uitgelegd in het Schaar van Valkenisse, aansluitend naar het Schaar van Waarde. Voor een overzicht van de vaargeulen in het Scheldegebied zie pagina 12 van dit boekje onder ‘Beroepsvaart op de Westerschelde’ en www.vts-scheldt.net Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
32
2.8 Hansweert Bij Hansweert gaat het Kanaal door Zuid-Beveland over in de Zuider Voorhaven die aan de Westerschelde grenst. Het is een druk bevaren gebied met binnenvaartschepen en zeeschepen. De scheepvaart van en naar Antwerpen die de vaargeul van de Westerschelde volgt, maakt voor Hansweert een scherpe bocht. Zeeschepen zullen door hun afmetingen, diepgang of werkzaamheden niet of heel moeilijk kunnen uitwijken. Vanuit de Zuider Voorhaven zet de beroepsvaart over stuurboord koers naar het westen via de Overloop van Hansweert en het Middelgat, of gaat bakboord uit de Westerschelde op richting Antwerpen. Wie een marifoon aan boord heeft, is verplicht om uit te luisteren op marifoonblokkanaal 65. Bij problemen of desoriëntatie kunt u via dit kanaal de Verkeerscentrale Hansweert om bijstand vragen. Ook kunt u via dit kanaal informatie vragen over de verkeerssituatie op de Westerschelde. - - - -
De rustigste routes zijn via de nevenvaargeulen; Onderschat de snelheid van de zeeschepen niet; De zeeschepen maken soms hoge golven; De pleziervaart moet de uiterste stuurboordkant van de hoofdvaargeul aanhouden. Het is nog beter om gebruik te maken van de parallele routes voor binnenvaart/recreatievaart. Of, waar mogelijk, net buiten de betonning van de hoofdvaargeul te varen; - Oversteken moet haaks gebeuren; - Laveren in het hoofdvaarwater is niet toegestaan; - Voor de Zuider Voorhaven kan veel stroom staan (tot 3,5 knoop ebstroom en 4,5 knoop vloedstroom); Op de route van Terneuzen naar Antwerpen houdt u bij het passeren van Hansweert de uiterste stuurboordzijde aan van de Overloop van Hansweert en de Westerschelde. Tussen Hansweert en Walsoorden is naast het hoofdvaarwater aan beide zijden extra betonning voor de recreatievaart en de beroepsvaart gelegd. Deze gele tonnen maken het mogelijk om veilig buiten het betonde hoofdvaarwater te varen. Ook in omgekeerde richting, dus vanaf Antwerpen westwaarts, vaart u opnieuw aan de uiterste stuurboordzijde van het vaarwater. Bij Hansweert moet u oppassen voor de scheepvaart die de Zuider Voorhaven in- en uitvaart. Kijk goed rond en luister uit op marifoonblokkanaal 65 van de Verkeercentrale Hansweert (roepnaam: centrale Hansweert). Tot Hansweert kunt u van de gele tonnen (ZG) gebruikmaken. Voorbij Hansweert verdient het de voorkeur om door de nevenvaargeul Middelgat te varen. Op de Westerschelde varen grote en snelle zeeschepen. Houd er rekening mee dat de zeeschepen twee keer zo hard varen als de binnenschepen. Als zij een haven zijn gepasseerd kan de vaarsnelheid wel 37 tot 40 km/u bedragen. Het is op de Westerschelde verplicht om op het marifoonblokkanaal van het blokgebied waarin u vaart goed uit te luisteren en bereikbaar te zijn. Vergeet niet over te schakelen naar het volgende blokgebied, zodra u dat bereikt. Zie kaart 1803.3 en de informatie in de ANWB-Wateralmanak deel 2. Recreatievaart vanuit de richting Vlissingen naar de Zuider Voorhaven van Hansweert kan het beste via het Middelgat varen. Vanaf de boei MG 17 vaart u daarbij naar de rode boeienkant van het vaarwater. Kijk goed rond, luister uit of vraag informatie bij de Verkeerscentrale Hansweert over de in- en uitvarende schepen. Pas als u zeker weet dat het veilig is, vaart u de Zuider Voorhaven in. Varend via de Overloop van Hansweert, richting de Zuider Voorhaven van het Kanaal door Zuid-Beveland, houdt u de uiterste stuurboordkant van het vaarwater. Na zorgvuldige beoordeling van de verkeerssituatie (kijken, uitluisteren, contact met de verkeerscentrale) steekt u over tussen boei 47 en 49. Koerst u vanuit de Zuider Voorhaven in de richting van Vlissingen, dan houdt u de rode tonnenkant en vaart u via het Middelgat. Is uw bestemming Terneuzen, volg dan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater of de route via de nevenvaargeulen Middelgat, Everingen, Zuid-Everingen. De aanbevolen route naar Vlissingen loopt via het Middelgat en Everingen. Wilt u vanuit de Voorhaven richting Antwerpen, dan steekt u over naar de uiterste stuurboordkant van het vaarwater. Als er opvarende of afvarende schepen zijn, is het wenselijk om noord van boei 42 te blijven en tussen de gele tonnen (ZG) te blijven tot u veilig kunt oversteken. U kunt tot Walsoorden buiten het hoofdvaarwater tussen de groene en gele boeienlijn verder varen. Bovenstrooms van Walsoorden moet u opvarend bedacht zijn op de geulranden. Daarop zijn, vrij dicht bij de betonning, stenen gestort. 33
Regionale vaarwegbeheerder:
2.9 Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
34
2.9 Terneuzen De Westerschelde bij Terneuzen, de Pas van Terneuzen, wordt door zeeschepen en binnenvaart druk bevaren. De schepen zijn op weg naar Antwerpen of Vlissingen, of ze varen de Braakmanhaven in of uit, of de buitenhavens van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Bovendien meren schepen af aan de DOW-steiger of ankeren in de ‘Put van Terneuzen’. Zeeschepen kunnen door hun afmetingen, diepgang of werkzaamheden niet of heel moeilijk uitwijken. Jachten die uit de richting Breskens of Vlissingen komen of jachten uit die richting met bestemming voor de havens van Terneuzen, varen aan de stuurboordkant van het vaarwater buiten de groene boeienlijn tot aan boei 23. Vandaar houdt u de uiterste stuurboordzijde van het vaarwater, terwijl u goed let op de scheepvaart die de Braakmanhaven of de buitenhavens van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen in- en uitvaart. Kijk goed rond en luister uit op marifoonblokkanaal 3. Vraag eventueel informatie aan de Verkeerscentrale Terneuzen. Jachten kunnen vanaf dat punt, bij boei 23, naar de buitenhavens van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen en jachthaven ‘De Veerhaven’. Of doorvaren naar Hansweert of Antwerpen. Vaart u van Terneuzen naar Antwerpen of Hansweert, houd dan de uiterste stuurboordkant van het vaarwater door de Overloop van Hansweert of steek voorzichtig over naar de nevenvaargeul Zuid-Everingen en vervolg uw weg langs Everingen en Middelgat. Komt u uit de richting Antwerpen of Hansweert met bestemming Terneuzen, dan houdt u vanuit de Overloop van Hansweert de uiterste stuurboordzijde van het vaarwater. Naar jachthaven ‘De Veerhaven’ en de buitenhavens van de sluizen van het Kanaal van Gent naar Terneuzen steekt u ter hoogte van boei 20 direct over. Jachthaven De Veerhaven is de meest oostelijk gelegen haven van Terneuzen, direct aan de Westerschelde. Voor de haven loopt een stevige stroming, waar u rekening mee moet houden, zeker tijdens laagwater. Direct na de havenhoofden keert de stroom zich nog een keer; vooral tijdens zakkend water is dit een pittige stroom. Hij is echter probleemloos te bevaren als u erop voorbereid bent. Het oostelijk havenhoofd moet u ruim ronden, want er liggen veel stenen die droogvallen bij LW. U moet zeker weten dat u veilig kunt oversteken. Dus kijk rond, luister uit op marifoonblokkanaal 3 en vraag zo nodig informatie bij de Verkeerscentrale Terneuzen via de marifoon of telefoon 0115-682400. Bij het invaren van een van de buitenhavens van de sluizen moet u de haven goed open varen. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer zodat u overzicht hebt, maar hinder daarbij de scheepvaart niet. Let goed op in- of uitvarende zee- of binnenvaartschepen. Hetzelfde geldt als u de jachthaven of de buitenhavens van de sluizen verlaat en in de richting Vlissingen of Breskens koerst. Als u zeker weet dat het veilig kan, dan steekt u direct over naar de rode tonnenlijn en daarna vaart u aan de uiterste stuurboordkant verder. Afvarend kunt u via de Thomaesgeul of de Schaar van Spijkerplaat varen. Tussen de 12A en de 12 kunt u, als u zeker weet dat het veilig kan het vaarwater, dwars oversteken richting ton 21. Koers vervolgens naar de TG8 om via de Thomaesgeul en Vaarwater Langs Hoofdplaat te varen of langs de groene zijde buiten de betonning van het hoofd- en nevenvaarwater om de Schaar van Spijkerplaat in te varen. In de Geul van Baarland wordt in de periode 2013 – 2016 een wrak geborgen, voor meer waterdiepte en een veiliger situatie. Het is niet bekend wanneer dit gebeurt, maar het geeft overlast. Houd www.varendoejesamen.nl in de gaten. 35
Regionale vaarwegbeheerder:
2.10
W
A L C H E R E N
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
Koudekerke
78 Wk
Ra
37 Wk
5 Flatgebouwen
l
l
e
Ga
b
o
lg
o
ep
che ren
ut
g
11
VLISSINGEN
7º
Nolleplaat
6
Wk
Sa r di
Ritthem
Stn
j ng
eu l
09 Wk
Kan aal doo rW al
E
7 Wk 1
81 Wk
Buitenhaven
Ra
Ra
(7x)
165 Wk
255 Wk 173 Wk
146 Wk
N N G E I L E W I 186 Wk
Recommended crossing for pleasure craft
171
Aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart
Wk
Voorzorgsgebied
138 Wk
Wk
11
s
WZ
Rede Vlissingen
Wielingen Zuid
57 Wk
11 Obstn
"
Veerhaven
Wk
Schoneveld
84 Wk
8
Pl a a t
van
Br e sk e n s
Het Heem
De Bol
BRESKENS 36
Foto: Hylke Steensma
2.10 Breskens Breskens ligt aan de monding van de Westerschelde, aan de zuidoever. De haven ligt voor bijna alle windrichtingen beschut, behalve voor noordelijke en noordwestelijke wind. Eb- of vloedstromen leveren niet veel moeilijkheden op. Voor Breskens varen grote en snelle zeeschepen, vissersschepen, sleep- en loodsboten en snelle veerboten, die soms vlak langs de havenmond passeren. De schepen veroorzaken veel golfslag. U mag de betonde vaargeul naar Vlissingen alleen recht oversteken via de aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart (zie detailkaart). Onderschat de snelheid van de veerboten (catamarans) en de overige scheepvaart niet. Op de Westerschelde is er voor de recreatievaart voldoende ruimte en diepte buiten de betonde vaargeulen. Het is verstandig hiervan gebruik te maken en niet tussen de zeevaart en de beroepsvaart te varen.
Zuid en west
Komt u vanuit zee (zuid en west) door de verlichte Wielingen (W), dan is het raadzaam om Breskens te naderen buiten de groene tonnenkant van de Wielingen. Van daaruit kunt u via de ARV-VH en de VH 2 naar Breskens varen. De jachthaven is bereikbaar via marifoonkanaal 31. De Veerhaven, 1 km ten westen van de haven, is verboden voor de recreatievaart. Bij het aanlopen of verlaten van de buitenhaven van Breskens bent u in het blokgebied van de Verkeerscentrale Vlissingen (VCVL) die werkt op marifoonblokkanaal 14 (roepnaam: centrale Vlissingen). Luister goed uit én volg de adviezen van de verkeerscentrale op.
Noord
Komend vanuit zee (noord) kunt u via het Oostgat (OG) en de Sardijngeul (SG) tot de SG-W varen. Daarna stuurboord uit richting de W10. Daar hebt u goed overzicht over de Wielingen en het Voorzorgsgebied en kunt u oversteken richting de Songa. Van daaruit kunt u via de ARV-VH en de VH 2 naar de haven van Breskens varen. Houd in de Sardijngeul en het Oostgat goed de stuurboordzijde. De geulen zijn hier en daar smal, waardoor u al snel in het midden van het vaarwater terechtkomt, dus in de route van de scheepvaart. Advies: Het wordt sterk ontraden om ‘s nachts gebruik te maken van de onverlichte Geul van de Walvischstaart GvW) en Deurloo(DL). Kijk voor meer informatie over de scheepvaart in het Scheldegebied op: www.vts-scheldt.net. Verder vindt u informatie in de ANWB Wateralmanak deel 2. Via de Schaar van de Spijkerplaat (SS) of het Vaarwater langs Hoofdplaat (VH) kunnen jachten verder de Westerschelde op varen. In het Vaarwater langs Hoofdplaat vinden intensieve zandoverslagwerkzaamheden plaats tussen de VH6 en VH14. Zeegaande baggerschepen en binnenvaartschepen liggen hiervoor vaak ten anker in de smalle vaargeul. Let op: recht voor Breskens bij ton VH 2A ligt een ondiepte (Plaat van Breskens). Op weg naar zee door de Wielingen volgt u dezelfde weg. 37
Regionale vaarwegbeheerder:
2.11
W
A L C H E R E N
Koudekerke
78 Wk
Ra
37 Wk
5 Flatgebouwen
l
l
e
Ga
b
o
lg
o
ep
che ren
ut
g
11
VLISSINGEN
7º
Nolleplaat
6
Wk
Sa r di
Ritthem
Stn
j ng
eu l
09 Wk
Kan aal doo rW al
E
7 Wk 1
81 Wk
Buitenhaven
Ra
Ra
(7x)
165 Wk
255 Wk 173 Wk
146 Wk
N N G E I L E W I 186 Wk
Recommended crossing for pleasure craft
171
Aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart
Wk
Voorzorgsgebied
138 Wk
Wk
11
s
WZ
Rede Vlissingen
Wielingen Zuid
57 Wk
11 Obstn
"
Veerhaven
Wk
Schoneveld
84 Wk
8
Pl a a t
van
Br e sk e n s
Het Heem Legenda
BRESKENS 38
De Bol aanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
2.11 Vlissingen Bij het aanlopen of verlaten van de Buitenhaven van Vlissingen bevindt u zich in het blokgebied van de Verkeerscentrale Vlissingen (VCVL), marifoonblokkanaal 14 (roepnaam: centrale Vlissingen). Luister goed uit én volg de adviezen van de verkeerscentrale op. Op de rede van Vlissingen varen grote en snelle (zee)schepen. Ze maken hoge golven en kunnen soms dicht langs de havenmond varen. De recreatievaart mag de betonde vaargeul uitsluitend haaks oversteken. Onderschat de snelheid van de veerboten (catamarans), de overige zeevaart en binnenvaartschepen niet!
Noord
Komend vanaf zee (uit noordelijke richting) kunt u naar Vlissingen varen via het Oostgat (OG) en de Sardijngeul (SG). Let op: deze smalle geul loopt dicht bij het strand en hier is druk verkeer met zeeschepen. Kijk regelmatig achterom. Jachten kleiner dan 12 meter moeten in de Sardijngeul en het Oostgat (tussen de parallel van het licht ‘Noorderhoofd’ en de parallel van het licht ‘Leugenaar’) waar dit veilig en uitvoerbaar is, buiten de hoofdvaargeul blijven. De eerste haven aan bakboord is de Koopmanshaven. Houd rekening met loodsboten die met hoge snelheid de Koopmanshaven in- en uitvaren en veerboten die de Buitenhaven in- en uitvaren. De Michiel de Ruyterhaven is bereikbaar via de Koopmanshaven en de keersluis. Let op: bij de ingang naar de Michiel de Ruyterhaven ligt een drempel met peilschaal; als twee rode lichten branden op de oostelijke havendam is invaren verboden. Van de Michiel de Ruyterhaven naar de buitenhaven van Vlissingen en omgekeerd vaart u scherp langs (net buiten) de rode tonnenlijn. Let op: voor zowel de Koopmanshaven als de Buitenhaven staat een sterke stroming. In de Buitenhaven kan een hinderlijke golfslag staan veroorzaakt door het scheepvaartverkeer. Aan de steigers mag u niet afmeren. De 1e en 2e Binnenhaven zijn druk en onrustig door de beroepsvaart. Er is geen gelegenheid om af te meren voor de sluis.
Zuid en west
Komend vanuit zee (zuid en west) is het raadzaam om Vlissingen te naderen via de Wielingen (W), buiten de groene tonnenkant. Van daaruit kunt u bij de boei ARV 3 recht oversteken naar de ingang van de Buitenhaven van Vlissingen. Dit is ook de aanbevolen oversteekplaats voor recreatievaart die op de kaart staat aangegeven. Het voorzorgsgebied van Vlissingen bevat alle hoofdvaarwaters binnen het redegebied van Vlissingen. Het is een druk gebied met veel kruisende vaart. Voor dit gebied kunnen extra maatregelen voor de scheepvaart worden getroffen, zoals extra sleepboten bij een risicodragend transport. Ankeren is hier verboden. Bovendien komen er verschillende vaarwateren op uit: - bij de boei SG-W boei de Sardijngeul; - bij de Songaboei de Wielingen; - bij de boei H-SS de Honte en de Schaar van de Spijkerplaat (SS); - bij de boei ARV-VH het Vaarwater langs Hoofdplaat (VH). Verder wisselen op de Rede van Vlissingen veel zeeschepen van loods. Dit houdt in dat de schepen ‘lij moeten maken’ (het dwars op de wind en golven gaan liggen zodat de loodswissel aan de benedenwindse kant kan gebeuren) en vaart moeten minderen. Het voorzorgsgebied staat duidelijk aangegeven op de kaart. Het wordt sterk ontraden om ‘s nachts gebruik te maken van de onverlichte Geul van de Walvischstaart (GvW) en Deurloo (DL). Kijk voor meer informatie over de scheepvaart in het Scheldegebied op: www.vts-scheldt.net. Verder vindt u informatie in de ANWB Wateralmanak deel 2.
Opvaren
Opvarend vanuit zee of Vlissingen, naar Hansweert en verder, is de aanbevolen route via de nevenvaargeulen Everingen en Middelgat. Opvarend naar Terneuzen kunt u ook deze route nemen, gecombineerd met de Zuid-Everingen of de Rede van Vlissingen oversteken om via de Schaar van de Spijkerplaat of Vaarwater langs Hoofdplaat uw route te vervolgen. De Rede van Vlissingen met voorzichtigheid oversteken als de aanbevolen vaarroute.
39
Regionale vaarwegbeheerder:
Colofon
Meer informatie over het project Varen doe je samen! vindt u op www.varendoejesamen.nl Uitgave Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) Eindredactie: Redactiebureau Voortvarend, Hoofddorp Vormgeving: Hoge Bomen, Rotterdam
Bron kaarten: Koninklijke Marine, Dienst der Hydrografie Bron foto’s: Rijkswaterstaat, tenzij anders vermeld Downloads De Knooppuntenboekjes zijn als PDF-bestand te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl en staan ook in de gratis VDJS App. Februari 2014 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Het project Varen doe je samen!
Op 4 september 2007 tekende staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat het convenant ‘Varen doe je samen!’ Doel is de risico’s beperken voor beroeps- en recreatievaart in hetzelfde vaarwater. Goede voorlichting is een belangrijk instrument van het project. Daartoe is er de website www.varendoejesamen.nl en worden folders en de knooppuntenboekjes uitgegeven. Onderstaande partijen hebben het convenant ondertekend. De provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland, Flevoland, Noord-Holland, Gelderland en Limburg Ministerie van Infrastructuur en Milieu / 0800 8002 / www.rijkswaterstaat.nl Havenbedrijf Rotterdam N.V. / 010 252 10 10 / www.portofrotterdam.com Groningen Seaports (havens Delfzijl en Eemshaven) / 0596 64 04 00 / www.groningen-seaports.com Haven Amsterdam / 020 523 45 00 / www.portofamsterdam.nl Koninklijke Schuttevaer / 010 412 91 36 / www.koninklijkeschuttevaer.nl Watersportverbond / 030 751 37 00 / www.watersportverbond.nl ANWB / 088 269 71 47 / www.anwb.nl HISWA Vereniging / 0343 52 47 24 / www.hiswa.nl Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) / 0343 52 47 57 / www.srn.nl
BLAUW PMS 298 100% VERLOOP 10% naar 80&
40